No 185 Donderdag 8 Mei 1924 38e Jaargang LEVENSLEED. Statea-fieneraal. FEUILLETON. Drukkers-Exploitanten OOSTERBAAN LE COINTRE GOES Bureaux: Lange Vorststraat 68—70, .Goes Tel.: Redactie no. 11; Administratie no. 58 Postrekening No. 36000. Bijkantoor te Middelburg: Firma F. P. DHUIJ, L. Burg. Tel. no. 259 ve Zeeuw VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG. Abonnementsprijs: Per 3 maanden, franco per post, f3. Losse nummersf 0.09 Prijs der Advertentiën: 14 regels f 1.20, elke regel meer 30 cL Bij abonnement belangrijke korting. DE VACCINATIE. Op de mallepraat van „De Fabrieks arbeider", reeds in ons blad genigna- leerd, gaan wij niet in, al spijt liet ons, dat de werkman omtrent de plannen der regeering zoo alleridiootst wordt voor gelicht. Ook laten wij ons niet uit over 'het al of niet heilzame of schadelijke van de vaccinatie. Van het terrein der medische wetenschap blijven wij af, en voor statistieken, zij mogen dan voor of tegen deze kunstbewerking meenen te pleiten, voelen wij ook niet veel. Gemoeds bezwaar tegen vaccineering hebben wij ook niet. Wijlen dr Gunning schreef eens: in den geloove vaccineeren is plicht matig en goed; een andere theoloog, ds H. J. C. Pierson, heeft in ons blad meer malen in het, belang van de volksgezond heid tegen de vaccinatie gewaarschuwd. En wat het standpunt onzer Christen- medici aangaat, tusschen dat van dr J. P. Schouten en dat van dr Rijk Kramer gaapt een diepe klove. Dat er niet zooveel gevallen van pok ken zich meer voordoen komt, zeggen de voorstanders, van de inenting. Neen, zeg gen de tegenstanders, dat komt van de betere hygiënische toestanden, en van tie strengere afzondering, die men op de pokkenlijders toepast. Wij laten al deze uitspraken in hun waarde. Aan welke zijde het gelijk is, kunnen wij toch niet beslissen; en wij worden er ook niet toe geroepen. Wel willen wij zeggen, dat wij tot ?t gevoelen der voorstanders reeds sedert geruimen tijd. zijn beginnen over te hel len, en in de aanwending en het onder gaan van zoodanig voorbehoedmiddel, aangenomen dat het er een is, geen zonde zien, en 't wijlen prof. Gunning nazeggen ■dat in den geloove vaccineeren plicht matig en goed is. Meer nog, wij achten dat wie in de vaccinatie een voorbehoed middel tegen de pokken ziet, zondigt in dien hij nalaat zich of zijn kinderen te doen vaccineeren. Ook zelfs tegen den vaccine-d wang kunnen en mogen de zoodanigen niet zijn, namelijk voor wat zichzelf en hun kinderen aangaat; immers het is voor, hen geen dwang, evenmin als de leer- dwang voor hen een dwang is, wanneer zij dien dwang heilzaam vinden voor de vorming en de toekomst hunner kinde ren, en de militiedwang voor hen een dwang is, dewijl zij het recht der Over heid onr hen ter oefening en landsver dediging op te roepen erkennen en uit het oogpunt van het landsbelang zelfs toejuichen. Zelfs moet worden toegegeven, dat de Overheid in sommige gevallen tot het ondergaan van een voorbehoedende be werking dwingen mag. Een mensch heeft rechten, doch deze rechten zijn beperkt door de rechten van anderen. In Israël was voorgeschreven, dat de eigenaar van een huis een om- tuining op zijn dak moest aanbrengen ter voorkoming van ongelukken. Even eens „dat wie „onrein" verklaard was, buiten de legerplaats moest gevoerd wor den. In beide gevallen geschiedden deze voorschriften in de eerste plaats in 't be lang van derden. En ook in onzen tijd gelden tal van wettelijke bepalingen, waar bij onze rechten en vrijheden worclen be perkt in 't belang van onszelf en van den naaste. Veiligheidswetten, Gezond heidswetten, en dergelijke. Er is echter een grens, welke de Over heid niet mag overschrijden. En die grens ligt in de consciëntie. De Overheid mag 107). Hij drukte den verloren zoon vol ont roering aan zijn borst, terwijl deze wee- nend uitriep: „Zou u mij ooit, ooit kunnnen verge ven?" „God is mijn getuige, dat ik je vrij willig en ten volle vergeven heb, vele, vele jaren geleden! Die innigste hoop in mijn eenzaam leven was, dat ik je dat nog eens zou kunnen zeggen, en je zou kunnen overtuigen hoe mijn gebed en mijn hart je op al je wegen gevolgd hobu ben zonder ophouden. O, ik dank God, dat je tenslotte toch gekomen bent, mijn jongen, mijn lieve jongen. Mijn arme, hooghartige, vetteen zoon I" Machtige tonen zwollen triumfantelijk aan door de kerk en lieten zich ook over het kerkhof hooren. 't Was alsof de or ganist wist, wat er aan het graf van Paul Hammond gebeurde; en toen do tonen eindelijk wegstierven, maakte Nor man zich los uit de omarming, knielde neer hij het graf van zijn slachtoffer en bedekte zijn gelaat met de handen. Na een wijle legde de dominee zijn (als 't moet.) wel over mijn lichaam of over dat van mijn kind beschikken, wan neer ik dat wilmaar in zichzelve heeft zij dit recht op mijn lichaam niet. En wan neer ik overtuigd ben, dat mij van Gods wege verboden is een geneesmiddel of voorbehoedmiddel te gebruiken, dan heeft zij dat gemoedsbezwaar te eerbiedigen. Dit heeft de antirevolutionaire partij van ouds in haar program van begin selen gezegd, en in hare programs van actie vastgelegd, ook nog onlangs in het program van 1922. Weg daarom voor dezulken de vaccine- dwang! Tot op zeker© hoogte houdt het door de Regeering aan de Volksvertegenwoor diging aangeboden ontwerp van wet op de besmettelijke ziekten met de bezwaren tegen den vaccinedwang, of wil men ge wetensdwang tegen de inenting, rekening. De vaccinatie wordt natuurlijk niet uit de wet geschrapt. De verplichting bij toe lating tot de school blijft bestaan. Bij het uitbreken van een epidemie kan aan niet-gevaccineerden de toegang tot de school tijdelijk worden verboden. Maar er wordt meerdere ruimte gelaten voor het gewetensbezwaar. Reeds nu kan -een ongevaccineerd kind op de school worden toegelaten, wanneer een geneeskundige verklaard heeft dat inenting voor zijn gezondheid schadelijk zou zijn. Maar n'u wordt daarbij, gevoegd het geval van gedsdienstbezwaar. Indien iemand de vaccinatie van zijn kind in strijd acht met zijn godsdienstige over tuiging, dan kan de burgemeester aan een zoodanig© een vrijstelling1 afgeven, mits de geloofwaardigheid van den be trokken persoon voor hem vaststa, en door getuigen gestaafd wordt. De burgemeester mag evenwel niet zoo maar in alle dergelijke gevallen vrijstel lingen uitdeelen. Hij is gebonden a.an één procent van het aantal kinderen dat voor een jaar in zijn gebied wordt aan gegeven. Komt hij boven dit aantal dan heeft hij, ooi verder te gaan, de toestem ming van den minister noodig'. Men heeft berekend dat elk jaar op de gezamenlijke scholen in den lande er een honderd vijftig duizend leerlingen bij komen. Men zal derhalve op 1500 vrij stellingen per jaar kunnen rekenen. Er worden reeds een duizend vrijstellingen verleend voor zwakke kinderen; zoodat er nog slechts een vijfhonderdtal over blijft voor vrijstellingen van kinderen van bezwaarden. Het grootste contingent van dezulken zal wel geleverd worden door onze pro vincie, de Zuid-Hollandsche eilanden, de Veluwe en de binnenlanden van Over- ijsel. Maar is dan dit getal niet wat klein Wij willen ook eerbied hebben voor menschen, die in dit wetsontwerp een scheppen van pokkengevaar zien. Maar een- vijfhonderd vrijstellingen over heel het land maakt toch, .menschelijkerwijs gedacht, dit pokkengevaar, gesteld het ware er een, niet groot. Konden beide partijen op dit terrein malkaar nu eens ontmoeten, de teleur gestelde van het pokkengevaar, en de .teleurgestelde van het te kleine getal vrijstellingen, opdat men in het van ouds bekende, klassieke land der vrijheid eens een nationale wet kon rijk worden, in welke met de conscientievrijheid wordt gerekend bevende vingers op Normans hoofd. „Laat je oog niet alleen rusten op een verleden, dat vol bitterheid voor je is, en waarvan je geen heil kunt ver wachten. Ban die pijnlijke herinneringen Ver van je, en keér je met kloekheid naar een toekomst, die heilzaam voor je zou kunnen worden, ©en toekomst, waarin je anderen tot nut zou kunnen zijn". „Wjaar zou ik op kunnen of du'rven hopen voor tijd of eeuwigheid? O, niemand dan de almachtige God alleen kan weten, hoe droef en duister mijn hart is en peilen de zondigheid van mijn bestaanDie vlijmende strijd van mijn wroeging en berouw. Mijn volslagen wal ging van mijn bedorven en verdorven na tuur I" „En Zijn medelijdende oogen zien allen en alles, en Christus strekt zijn handen uit om u op te heffen tot Hem; en Zijn eigen woorden van liefde en medelijden en ver geving zijn gesproken voor u: „Komt tot Mij, allen, die vermoeid en belast zijt en Ik zal u rust geven". Wierp je met al je droefenis en berouw aan de voeten van het Kruis, en de vrede, die alle ver stand te boven gaat, zal woning maken in je ziel, en daar voor altijd verblijven. Norman, alleen 't gebed heeft mij ge schraagd en troost gegeven sedert wij elkaar voor 't laatst zagen op dien mooi- Een andere toon. De Regeering wil oen weinig ruimte aan gemoedsbezwaren geren inzake de koepokinenting. Het Geneeskundig Congres nam bereids hiertegen positie, gewagend daarbij van „pokkengevaar". De „geneeskundige medewerker" van de „Nieuwe Rotterd. Crt.", een man die sterk voor de inenting is en haar een "machtig voorbehoedmiddel vindt, neemt als volgt dit congres onderhanden naar aanleiding van de daar inzake die gemoedsbezwaren gevoerde besprekingen. 'De zinledigheid om nu eens een minder .parlementair woord te .gebrui ken het „gewauwel" van bijna alle sprekers over godsdienstige gewetens bezwaren, die zij blijk gaven, nöch te kennen, nóch te overzien. Ik zal de laatste zijn om de desbetreffende arti kelen van bet wetsontwerp te verdedi gen, zelfs kwam ik nog niemand tegen, die dat wel deed. Maar dat neemt niet weg, dat er toch veel voor te zeggen valt voor zoover zoo iets niet in strijd is met de belangen der volksge zondheid aan bepaalde ernstige ge wetensbezwaren van godsdienstigen a.a,rd tegemoet te komen. Deze toon is vrij wat milder dan die van de artsen van liet Congres. Men be hoeft de gemoedsbezwaren niet te deelen, men kan ze daarom toch wel eerbiedi gen. Kuyper's invloed. Ziehier hoe een roomsch geleerde, prof. Geurts, oordeelt over den persoon en den arbeid van wijlen dr A. Kuyper en over den Invloed, dien hij uitoefende op ons volk en met name op 't geen hij noemde „onze menschen": De door Kuyper samengestelde boe ken en kleinere geschriften, die zich op heel het wijde gebied van godge leerdheid en zedekunde, ascese en mystiek, staatkunde en sociologie be wegen, vormen op zichzelf reeds een eerbiedwaardige bibliotheek. De Stan daard schreef hij vol met zwaargehar- naste en zwaarwichtige hoofd-artikelen, waarvan een machtige principieele op voedende kracht uitging; met zijn on geëvenaarde driestarren ,die het wis selend gebeuren van den daagschen dag en de aan de orde gestelde quaes- ties van den meest uiteenloopenden aard onder het zoeklicht van zijn scherpe visie en critiek betrokken. Dat alles lazen met gretigheid leiders en volgelingen, maar het meest merkwaar dige is wel, dat ook De Heraut, gevuld met diepzinnige artikelen over de moei lijkste en verhevenste, zoowel wijs- geerige als theologische onderwerpen op de eerste, en vrome diepgaande meditaties op de tweede bladzijde, zelfs en zomermorgen, nu twintig jaar ge leden. Het gebed nam den prikkel weg en heiligde mijn smart tot zegen aan mijn ziel; en mijn lieve jongen, het zal alle gif en bitterheid ook uit jouw ziele- smart wegnemen. Diat God gehoor geeft aan het gebed en bedroefden troost geeft, daarvan ben ik een levend bewijs. Het is door. zijn genade alleen, dat ik ben, wat ik ben; en onwaardig, dat moet ik bekennen, maar geduldig tenminste en mij' ten volle overgevend aan zijn wil. Het eenige wat mij tot nu toe verontrustte is weggenomen, nu jij teruggekomen bent Norman, bidt jij wel eens vooi1 jezelf?" „'Al sedert eenige weken heb ik ge tracht te bidden, maar de woorden komen mij als een bespotting voor; zij stijgen niet op, maar vallen mij loodzwaar in het eigen hart terug. Ik heb u leed aan gedaan, en u beleedigd; ik heb u en de uwen vervloekt, ik heb u van uw ziele- vrede beroofd, ik heb zelfs uw kinderen vermoord „Stil, stil I Wij moeten de dooden laten rusten. Mijn zieïeVrode heb je mij heden teruggegeven; en de hoop op je redding is mij dierbaarder, dan het gelaat van mijn beide lievelingen terug te zien die hier naast elkander rusten. O, Norman, ik heb voor je gebeden, zooals ik het nooit heb gedaan voor mijn eigen Paul; Pijnloos en radicaal werken Mijnhardt's Laxeertabletten door lie „kleine luyden" met graagte genoten werd. Wij hebben geen „Heraut", maar als wij hem hadden, dan zou hij vermoede lijk binnenkort bij gebrek aan belang stelling en lezers gaan kwijnen en ver dwijnen. Het is, aldus „Friesch Dagblad", zal men zeggen, niet nieuw. 't Is zoo, doch vergeet niet, er komt ook onder ons een geslacht van „jonge ren" op, dat in tijdrekenkundigen zin „Kuyper niet gekend heeft" en dan wil het in 't algemeen weieens gebeuren: Uit het oog, uit het hart. Trouwens, prof. Geurts zegt nog meer. Lees dit getuigenis eens van den in vloed, dien Kuyper gehad heeft ook op bet katholieke, staatkundige leven: Niet te berekenen is de invloed, dien zijn staatkundige en sociologische be schouwingen, hoezeer bijwijlen van den calvinistischen zuurdeesem doordron gen, op de Katholieken, de katholieke leiders en de katholieke pers gehad hebben. Tol; op zekere hoogte was Kuyper ook hun leider, dien zij evenwel in het algemeen met de noodige omzichtig heid wisten te volgen. Voor ,de groote beginselen heeft hij vaak de geijkte terminologie en knappe 'formules ge vonden, die ook nu en lang nog na zijn dood in bezielende klanken .en leuzen in onze ooren zullen blijven resoneeren. Ook dit is volkomen juist. We herinneren ons b.v. met hoeveel geestdrift hij indertijd op 't seminarium te Rolduc werd begroet en, ware Kuyper nog in z'n kracht geweest, de vraag zou zijn of hij niet ook éénigen invloed ge had zou hebben op de ontwikkeling der r.-k. sociale denkbeelden der laatste tien jaar. Zie naar Duitschland. De sociaal-democraten in Duitschland zijn hij de jongste verkiezingen voor den Rijksdag wel niet verslagen, maar zij hebben toch '©en grooten duw gehad. Hun ledental, dat 171 bedroeg, daalde tot be neden de honderd. Indien de gezamenlijke dworgpartijtjes, die ongeveer éénzelfde doel beoogen, zich tot één partij vereenigen, dan is de S.D.A.P. zelfs de grootste partij niet eens meer. Er valt in den toon der sociaal-demlo'- cratische bladen en van de partijleiders altijd zekere arrogantie te beluisteren. Niemand echter behoeft zich door dien hoogen toon van de wijs te laten brengen. Duitschland leert weer dat deze partij leeft bij de gratie der bijloopers, der kleurlooze middenstof, die in geen enkele partij zoo groot is als in deze. Men heeft 't ook in Zweden gezien. En de tijd zal leeren, of 't ook in En geland en Denemarken niet zoo g'aan zal. Eerste Kamer. Het begon gisteren met ©en rede van den heer Verkouteren (C.H.), die den Se en ik weet en gevoel, dat al mijn smee- fcen voor den troon der genade niet tever- geefsch is geweest. En als ik je nu hier zie knielen aan mijn Paul zijn graf, dan weet ik, dat je in de ziel gegrepen bent". Overweldigd door de aandoeningen, liet de predikant het hoofd op de borst zinken en weende. Eindelijk verbrak de verloren zoon de stilte. „Meneer Hammond, uw edelmoedigheid maakt mij klein; en als uw woorden waar zijn, dan voel ik mij in uw bijzijn als een melaatsche, en zou ik mijn lippen in het stof moeten drukken, uitroepend: onrein, onrein! Voor al het onheil, dat ik over u gebracht heb, heb ik geen excuurs, doch eenige verdediging aan te bieden; en ik had eerder vervloekingen van u kun nen verwachten, dan woorden van mede lijden en genegenheid. Gij verbaast mij, want ik haat en veracht mijzelf zoo ge heel en al, 't is daarom, dat ik mij ver wonder over de belangstelling, die n nog steeds voor mij' behouden hebt. Ik kan niet begrijpen, hoe u mijn aangezicht 'nog verdragen kunt en mijn stem kunt hooren. O, als ik maar boete kon doen; als ik Annie weer in uw armen terug kon voeren, dan zou er geen lijden, geen pijn kunnen zijn, die ik niet met graagte zou dragen. Geen straf voor lichaam of naat weer eens kwam opvroolijken. Hij lanceerde het denkbeeld om op de lagere school „lijdelijk verzet" als verplicht leer vak op te nemen; blijkbaar was dit be doeld als een ridiculiseering van de ont wapeningsactie door den heer Van Ejnb- den gevoerd. Nadat nog de heeren L- de Vries, Dia Jong, Slotemaker de Bruine en Groles het woord hadden gevoerd, ging de mi nister er toe over in een vlotte improvi satie de diverse sprekers te beantwoorden. Voor weder invoering van het verplicht toelatingsexamen .voor de II.Bi.S. is de minister niet te vinden. Wiat de salaris vermindering voor de leeraren bij het Middelbaar onderwijs betreft, deed de Mi nister de geruststellende mededeeling, dat deze leerkrachten evenmin als' die bij het Nijverheidsonderwijs, die ook reeds in salaris achteruit gingen, nu nog eena de volle 5 en 10 pet zullen moeten ver liezen. Het percentage, door hen opi hun salaris van 1920 reeds geofferd zal nu in mindering worden gebracht. Verdeï zei de minister, dat ook hij van oordeel is, dat de L. O.-wet op het punt van de schoolgeldheffing herziening behoeft en dat hij daaromtrent overleg zal plegen met zijn ambtgenoot van Binnenlandsch© Zaken. Die critiek op het beleid van den mi nister in bet Voorloopig Verslag geuit is allesbehalve welwillend van toon ge weest. Diaarom ging Z.Exc. zijn beleid nog eens verdedigen. Zijn onderwijswetten zijn door de Eerste Kamer gewoonlijk zonder hoofdelijke stemming of met groo te meerderheid aangenomen, waardoor de Kamer toch wel getoond had het met zijn beleid eens te zijn. D|e critiek sloeg dus op de bezuinigingen, die hij ge dwongen was voor te stellen. Wlelnu, wanneer anderen een beter bezuinigings plan konden overleggen, dan zou hij: dat gaarne overnemen. Maar, zeide de minis ter, niemand is met een ander plan ge komen, behalve de heer D|e Zeeuw, die alleen bezuiniging op de salarissen wil de en verder niets-, wat in het groote kader der bezuiniging niet voldoende is, en de Vrijheidsbond, die de bezuiniging voor Vs op het bijzonder ,en slechts voor tys op bet openbaar onderwijs doet druk ken, terwijl bovendien niet wordt opge geven welk bedrag deze bezuiniging zal opleveren. Deze opmerkingen zijn zeer zeker raak! Het schrikbeeld, dat ve.len van het assistenten-instituut hadden opgehangen, heeft de minister reeds getracht te ver- milderen door er op te wijzen, dat dit instituut tot de 1, 2 en 3-mansscholen zou beperkt blijven, terwijl de taak der assistenten nooit ©en zelfstandig, doch een slechts zeer ondergeschikt karakter zou dragen. De onderwijsbegrooting werd daarna zonder hoofdelijke stemming zelfs de socialisten legden zich bij 'n enkele ver klaring van tegen te stemmen neer aangenomen. Ook de Justitiebegrooting werd aangenomen. Maar één spreker voer de het woord, n.l. de heer Heerkens Thijssen en wel over ons strafstelsel en het celsysteem. Vandaag Marine. Tweede Kamer. Deze Kamer zit midden in de herzie ning der motor- en rijwielwet, een her- ziel kon er zijn, waalrvoor ik terug zou deinzen 1" „Mijn lieve jongen, laat mijn lieveling rusten bij haa:r God. En ik zou haar niet terugroepen al had ik daartoe de macht, want over wie weet hoe korten tijd zal ik haar weerzien in dat eeuwige land, waar de bederfaanbre.ngende dauw van den dood nooit neervalt. Boete doen? O, Nor man, je kunt boete doen, begin een nieuw leven, en ik zal, als ik sterf je naam kunnen zegenen. D|enk eens aan mijn eenzaamheid en zwakheid. Ik ben kinder loos; gij naamt mijn afgod van mij, lang, reeds lang geleden; gij liet mij achter met een verslagen hart; en nu heb ik het recht mij tot jou te wenden en tel zeggen, kom tot mij, mijn kind, en ver vul de plaats van mijn zoon, laat mij op jou steunen in mijn ouderdom, zooals ik eens gedroomd had te kunnen doen op mijn eigen Paul. Norman, wil je dat doen? Wil je mij je hart geven, mijn zoon, mijn zoon Hij stak bevend zijn hand uit, en richtte vol ontroering de oogen op den grooten krachtigen man. Haastig boog Norman zich tot hem over, en zag hem met een oog vol ver rassing aan. Het aanbod was hem te groot om 't aan te nemen. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1924 | | pagina 1