No 149 Dinsdag 515 Maart 1934 38e Jaargang Bilteoland. LEVENSLEED. Binnenland. FEUILLETON. Drukkers-Exploitanten OOSTERBAAN LE COINTRE GOES Bureaux: Lange Vorststraat 68—70, Goes Tel.: Redactie no. 11; Administratie no.58 'ostrekening No. 36000. Bijkantoor te Middelburg: 'Firma F. P. DHUIJ, L. Burg. Tel, no. 259 VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG. Abonnemen ts prijs: Per 3 maanden, franco per post, f3. Losse nummersf0.05 Prijs der Advertentie n: 14 regels f 1.20, elke regel meer 30 et Bij abonnement belangrijke korting. Zij, die zich met 1 April op „de Zeeuw" ftbohneeren, ontvangen de nog vóór dezen datum verschijnende nrs gratis. De minderheden onderdrukt. Bij de behandeling der begrooting van Waterstaat werd door de heeren Bakker en Snieenk op uitnemende wijze betoogd, dat naar meerdere inperking van den Zondagsdienst bij de spoorwegen moet gestreefd. Dit opkomen voor de Zondags v r ij;- h e i d van het personeel vond natuurlijk" weer bestrijding bij den Vrijheids- bond. Tweeërlei bezwaar daartegen werd door den heer Dresselhuijs naar voren ge bracht. Eenerzijds zou door inkrimping van den dienst op Zondag de rendabiliteit van het bedrijf nog meer achteruitgaan, terwijl de concurrentie der autobussen nogal grooter zou worden. Hetgeen zeggen wil, dat het geestelijk belang onzer spoor wegmannen zou moe ten worden ondergeschikt gemaakt aan eeriig stoffelijk gewin. En anderzijds gold bij den heer Dres- selh'uijs het argument, dat voor velen de Zondag de ontspanningsdag is bij uit nemendheid en de spoor vrijwel de eenige gelegenheid is voor den stedeling: om van de vrije natuur te genieten. Een betoog, dat weinig! steekhoudend moet worden geacht. Nimmer toch werd vernomen, dat de genen, die den Zondag plegen te heili gen, aan bijzondere over spanning! ten prooi zouden zijn, waardoor zij gedwon gen werden op den Sabbath verstrooiing te zoeken. Trouwens, als de leider van den Vrij heidsbond eene niet zoo blinde agitatie tegen de Arbeidswet voerde, zou hij wel licht meer oog hebben voor de zege ningen van den vrijen Zaterdagmiddag, die ruimschoots gelegenheid tot ontspan ning geeft.. Ook het Engelsche volk zoekt veel ont spanning met name in de sport, en toch hecht men daar sterk aan en handhaaft men de Zondagsrust. Zóóveel is wel duidelijk, dat het spoor wegpersoneel van de zijde van den Vrij heidsbond geen uitbreiding, en bevorde ring van Zondagsrust te Wachten heeft. De spoorwginannen hebben volgens den heer Dresselhuijs blijkbaar tot roeping, zich op te offeren voor het vermaak van anderen. „Dan moeten de minderheden maai" onderdrukt", die stelling werd meer in liberalen kring verkondigd. A Ook net zoo! In de beschouwing ten opzichte van de Zondagsrust in het spoorwegbedrijf sloot zich het socialistische standpunt wonderwel aan bij dat van den Vrijheids bond. Ook de sociaal-democraten teekenden protest aan tegen elke poging, tot meer dere inkrimping van den dienst, i Veeleer werd Uitbreiding noodig geoordeeld. De heer Schaper achtte het niet noodig over deze zaak verder uit te weiden, omdat door den heer Dresselhuijs reeds „enkele treffende opmerkingen" waren gemaakt, doch wenschte dit betoog nog met een argument te versterken. Voor het sociaal-democratische Kamer lid toch was het hier een kwestie van familieleven, was juist de Zondag de 75). Edna keek vast in de diepe, schitte rende mogen, die in de hare schenen te willen baren en antwoordde kalm „Meneer Murray, als u half zooveel van haar hoiudt als ik, dan zult u in de toekomst voorzichtiger 'zijn om baar niet bloot te stellen aan de opening van de fiolen van den toorn." Hij lachte verachtelijk en riep uit: „Je bent ongetwijfeld zeer ervaren in zulke zaken en ten volle bevoegd om mij' raad te geven." „Neen, meneer, het gaat mij' niets aan en ik matig mij niet aan u te bekri- tiseeren noch te adviseeren. Wees, als tui blieft, zoo goed mij' niet langer tegen te houden en geloof mij, wanneer ik her haal, dat ik niet het minste plan heb mij met uw zaken 'te bemoeien of uw handelingen .over te brieven." Hij legde zijn hand plotseling op' baar schquder, boog zich voorover en keek baar scherp aan. Zij hoorde hem bin nensmonds een verwensching uiten. Ten laatst sprak hij„Je zult wijs doen gelegenheid om familiebetrekkingen te onderhouden, en daartoe was de spoor een onmisbaar middel. Met dankbaarheid worde nota genomen van deze socialistische Waardeering voor familie en gezin. Met gewijde aandacht worde gestaard op deze liefdevolle poging" om teedere fa. miliebanden te bewaren en te versterken. Dat het socialisme in tegenover gestelde richting arbeidt, werd ook wel eens vernomen! Toch roept men zich bij het vernemen van deze argumentatie onwillekeurig in de herinnering, hoe juist degenen die steeds voor Zondagsheiliging streden het waren, die opkwamen voor het heilig recht van huwelijk en gezin, van fa milie en betrekkingen. Wat dus door de rechterzijde ten aan zien van de Zondagsrust in het spoor wegbedrijf wordt igewensclit, biedt al licht meerderen waarborg voor de waardeering van het familieleven. En voorts 'dringt zich de vraag op, of niet ook de arbeider of ambtenaar' bij de spoorwegen zijn recht op een be hoorlijk gezins- en familieleven mag doen gelden De sociaal-democratie, die gaarne in menige dienstverhouding slavernij be speurt, wil toch het spoorwegpersoneel niet- tot slaaf maken van bet uitgaande en bezoeken afleggende publiek? Tóch heeft bet dien schijn I Waarlijk, spoorwegmannen, van den kant der roode heeren komt voor U de dageraad der vrijheid niet! A fn mimmw tm wo*—mwcc—icm—gjaea—Mm Waarom niet? In het blad Nation Beige („Het Belgi sche Volk") lezen we van een grap, die het Brusselsche blad Pourquoi-pas? („Waarom niet?") zich ten koste van Bel gische politici heeft veroorloofd. Het "was een herhaling van wat een tijd ge leden in Frankrijk is uitgehaald. Een co mité noodigde leden van de Fransche Kamer uit om de nagedachtenis van den doorluchtigen republikein Hégésippe Si mon te huldigen, en meer dan honderd afgevaardigden verklaarden zich daartoe bereid, ofschoon Hégésippe Simon nooit had bestaan. Pourquoi-pas heeft nu ge tracht met heel wat minder succes overigens -Belgische Kamerleden op dezelfde manier te vangen. „Het parle mentaire gebabbel", schrijft het blad, „is een der merkwaardigste dingen in den merkwaardiger] tijd dien we beleven. Zoo dra mannen, onze gelijken, onze broe ders, zich in de politiek begeven, wor den ze bezeten door de woede van overal en over alles te praten, zonder terug houding en zonder maat. Zou het mo gelijk zijn dat mannen, enkel omdat ze politici zijn of van plan zijn het te wor den, zich zonder aarzeling en onderzoek, zonder wantrouwen en zonder nadenken, bij de eerste de beste gelegenheid die zich hun voordoet om aan hun wel bespraaktheid den vrijen teugel te laten, beschikbaar stellen om een onbekende te huldigen over- een onbekend onder werp, in een onbekende omgeving en op uitnoodiging van onbekenden? Laat ons zien." En het blad verzon een comité Va- lè!re Josselin te Valenciennes, en schreef van. daar aan verschillende Belgische po litici, dat er einde Maart in het stadhuis met je aan dat besluit te houden. Zeg hun thuis, dat zij niet met het avondeten op mij behoeven te wachten." Hij sprang in het zadel en reed in de richting van het dorp en Edna haastte zich huiswaarts. Haar gedachten waren verward. j,Wat heeft meneer Murray er toe ge bracht, om de hut van den smid te bezoeken? Waarom is hij zoo bang, dat zijn bezlaeken daar zullen worden ont dekt? Is er tenslotte toch nog een zekere verborgen goedheid in zijn karakter? Is hij beter dan ik hem mij altijd gedacht heb Misschien heeft zijh liefde voor Gertrude zijn hart verzacht; misschien wordt deze liefde zijn redding. Dat geve-Gqd!" Het avondwindje stak op en zong plech tig door de pijnboomen, maar het scheen haar toe, dat het slechts dit eenige droe vige refrein herhaalde: „Mijtn "lieve Ger trude! Mijn lieve Gertrude!" Het schijnsel van de maan viel op Edna's pad door het bosch en bescheen haar bleek gelaat, waarop zich een ge voel van verlatenheid weerspiegelde van stilte wanhoop, zooals zij' nog nooit gekend had, zelfs niet, toen haar groot vader van haar was weggenomen. Zij liep door den boomgaard en deed een vlucht patrijzen opschrikken, die zich in het lange gras hadden genesteld en toen zij' daar een borstbeeld zou worden onthuld van „den grooten Valencynschen patriot Valère Josselin", een verzonnen naam, en dat het comité het hoogelijk zou waar- deeren als bij die plechtigheid zich ook Belgische stemmen wilden laten hooren. De uitnoodiging werd aan een aantal mannen gezonden. Louis Pierard, socia list, antwoordde: „Uw uitnoodiging is mij een eer. Gij weet hoe groot genoegen het mi] altijd is, bij te dragen min de huldiging van den roem van Valencien nes. Ik zal gaarne bij de onthulling van het gedenkteeken voor V. Josselin het woord voeren, maar eerst zou ik gaarne den datum willen weten, en voorts Voorts beken ik dat ik noch V. Josselin noch zijn werk ken. Heeft hij dialect ge schreven of in het Fransch?" Buyl, liberaal lid van de Kamer, slaat de uitnoodiging af om gezondheidsrede nen. „Ik betreur dat te meer", laat hij er op volgen, „omdat ik het me als een plicht zou aanrekenen tegenover uw me deburgers heel de bewondering uit te spreken die wij gevoelen voor den groo ten .en braven schrijver, dien de stad Valenciennes trotsch mag zijn onder haar zonen te tellen." De Senator Jules Lekeu stelt zich ook beschikbaar, maar verzoekt om een bio grafische schets van den schrijver en patriot en aan te geven, wat zijn voor naamste werk is. Ook Tschoffen, nu pas minister geworden, wil eerst wat van Josselin lezen. Pierre Nothomb, de be kende nationalistische journalist, neemt met genoegen de uitnoodiging aan om te spreken bij de onthulling van het beeld van „den grooten Valencynschen pa triot". Hij dankt het comité nog aan België te hebben gedacht en voor de eer hem bewezen. „België onder u te vertegenwoordigen". Zijn brief was van 11 Maart, maar op 17 Maart schrijft hij, dat hij bij vergissing e:en brief van zijn secretaris heeft geteekend. Waarop Pour quoi-pas antwoordt: Hoe komt u dan in den brief van 11 Maart correcties te hebben aangebracht? Nog eenige heeren schrijven dankbaar aannemend, maar met den wensch „iets meer" van Josselin te weten te komen. Men verkneukelt zich in België over het malle figuur, dat eenige bekende mannen in deze geschiedenis hebben geslagen. (Vad.rland.) Canada's bevolking1. De Canadeesche staatslieden toonen zich erg bezorgd over de bevolkinigskwes- tie in hun land. Zij geven zich veel moeite om zooveel mogelijk immigranten naar Canada te laten komen. Daarin zijn ze het laatste jaar geslaagd: er zijn dan inderdaad 124.680 immigranten geweest, tegen slechts 60.247 in 1922. Jammer genoeg' is het echter heel wat moeilijker te verhinderen, dat vele Canadeezen op hun beurt naar de Vereeni,gde Staten uitwijken. Van 1 Juli 1922 tot 30 Juni 1923 hebben 117.011 Canadeezen de be lasting betaald, ingesteld op het uitwij ken naai' de federale republiek. In de daarop volgende 6 maanden echter be droeg dit getal reeds 103.616. Een enorme toeneming dus. Daarenboven dient men nog rekening te houden met de zeer velen, die zonder verlof de Zuidelijke grens overschrijden. De conservatieven wijten deze toene mende vlucht uit het land aan de ver mindering der beschermende tarieven, die den landbouw in de laatste jaren veel minder loonend zoU hebben gemaakt. An deren wijzen er echter op, dat het leven bij de fontein was gekomen, stond zij1 stil en keek uit over de donkere, rustige velden. Tot nu toe had haar plicht een glim lachend, zonnig gelaat gedragen en liep vriendelijk naast haar, terwijl zij de bloemrijke dalen van haar jeugd betrad; nu was de zachte gids veranderd in een engel des toorns. Toen mevrouw Murray wat later dan anders dien avond naar haar kamer ging, vond zij Edna bij de tafel zitten, met haar Bijbel .opengeslagen op haar schoot en haar oogen gevestigd op den grond. „Ik dacht, dat je al lang vast in slaap was. Ik heb Op Norman zitten wachten, daar ik met hem wilde praten Over en kele zaken betreffende morgen." De vrouw des huizes wierp zich ver moeid op de rustbank en zuchtte, terwijl zij haar armbanden los maakte en de diamanten speld afdeed, die haar kraag vast hield. „Edna, wil je óm Hagar hellen?" „Mag ik haar plaats niet innemen van avond? Ik wilde graag met u praten voor u gaat slapen." „Wel, maak dan mijn kammen maar lols en laat mijn haar hangen. Kind, waarom kflfc je zoo ernstig?" „Omdat Ik op het pUnt bón iets te zeggen, dat mij zeer bedroeft. Mijn lieve goedkooper is in Amerika en de loonen hooger en dat dit onderscheid tusschen beide Noord-Amerikaansche staten nog grooter worden zal nu men te Washing ton tot een verlaging der belastingen heeft besloten. Het spoorwegongeluk bij Metz. Omtrent deze gisteren gemelde spoor wegramp wordt nog nader gemeld, dat reeds 8 dooden en 16 gewonden Uit de vernielde wagons zijn gehaald. De botsing was zoo geweldig, dat 10 wagons van den sneltrein OstendeBazel zoo goed als geheel verbrijzeld werden. De meeste rei zigers werden in den slaap verrast. On middellijk werd een reddingdienst inge richt met 't personeel Uit het station van Benestroff. Een uur later arriveerde een hulptrein Uit Metz ter plaatse. Al de gewonden zijn, met uitzondering van een Italiaan, inwoners Van Metz of van Straatsburg. Onder de dooden bevinden zich een vrouw, een postambtenaar en twee soldaten, wier namen men nog niet is te weten gekomen. Men vreest, dat in de omgekantelde wagons nog andere slachtoffers gevonden zullen worden. Het overschot der begrooting. Het „Berl. Tagebl." meldt Uit Wee- nen, dat het Oostenrijksch budget een overschot vertoont van 229 milliard kro nen. Over de verdeeling van dit bedrag zijn de verschillende belanghebbenden het niet eens. De öostenxijksche regeering wil liet bedrag aanwenden voor de uit voering van gr00.te -werken, doch com missaris-generaal Zimmerman wenscht daarvan niets te hooren. Engeland ver langt, dat het overschot aan de crediet- gevers zal worden teruggeschonken, ter wijl Frankrijk van oordeel is, dat het surplus op de Oostenrijkscbe herstelreke ning moet worden afgeschreven. Korte berichten. De vermindering van het aantal amb tenaren in Oostenrijk sedert het .onder toezicht stellen van dit land bedroeg be gin Februari ruim 63000. In begin Maart bedroeg het bijna 65000. De staking in de haven van Ham burg is door bemiddeling van den rijks minister van arbeid, die de scheids- rechtelijke uitspraak Van 18 dezer heeft bekrachtigd, geëindigd. Vandaag wordt het werk hervat. Uit de laatste officieele gegevens over de arbeidsmarkt blijkt dat in de bezette gebieden van de Rijnprovincie driemaal zooveel onderstand ontvangende werkloozen zijn als in het onbezette ge bied. Van 1920'23, dus vóór de Roer bezetting, was bet juist omgekeerd. Volgens een tusschen Bulgarije en de hooge intergeallioerde commissi© ge sloten overeenkomst ten aanzien van de betaling van de bezettingskosten na den wapenstilstand zal Bulgarije gedurende 10 jaar 5 millioen goudfrancs, vermeerderd met 5 pet. interest afdragen. Naar 'uit Kopenhagen gemeld wordt, is het waarschijnlijk, dat Denemarken voor de a.s. algemeen© verkiezingen de sovjet-regeering: de jure zal erkennen. Gisterochtend is een onbekende de woning binnengedrongen van den heer Stahlman, directeur van die werf Vulkan te Hamburg, van wien hij ©en miljoen mark eischte. Een bediende heeft den indringer neergeschoten. mevroiurv Murray, ik ben hier in dit huis gewieest vijf vredige, gelukkige, geze gende jaren; ik heb mij zeer gehecht aan alles in dit huis, waar ik zoo vrien delijk beschut ben gedurende mijn meis jesjaren en de gedachte het te moeten verlaten is mij bizander pijnlijk." „Wat bedoel je, Edna? Ben je eindelijk verstandig gewlorden en ga je er in toe stemmen Gordon gelukkig te maken?" „Neen, neen. Ik ga naar New York om te pr «boeren mijn brood te verdienen," „Je bent niet goed wijs, kind. Dwaas heid! Onzin f Wat zlau je in New York kunnen doen? Het is al overvol met arme mannen en vrouwen, die gevaar loopen Van verhongeren. Och kom, je ziet er nogal naar uit om je brood te verdienen. Wees niet zoo dwaas „Ik weet, dat ik bevoiegd 'beii om een betrekking waar te nemen als ondenvijl- zeres in een school of in een familie en ik ben besloten het eens te probeeren. Ik wil naar New-Yoirk gaan, omdat ik daar kan pirofiteeren van veel dingen, die voor een arm meisje in de zuide lijke steden onbereikbaar zijn en het tijd schrift, waarvoor ik hoop te schrijven, wordt daar uitgegeven. Meneer Manning zegt, dat hij mij ruim üal betalen voor zulke artikelen, als hij al van mij heeft aangekomen, en als ik de betrekking kan Dl e postcheque- en girodienst. Door den directeur-generaal is ter ken nis van de directeuren gebracht, dat van af gisteren aanvragen van rekeninghou ders, die zich met het door het Centrale girokantoor becijferde saldo hebben ac- coord verklaard, met handhaving van de gewone aanvraagformulieren, door de commissie tot uitbetaling van gelden op postrekeningen Worden afgedaan zonder het vragen van andere formaliteiten, dan dat de vrager een girobiljet moet afge ven ten gunste van het Staats bedrijf P. T. T. ((rek. 45100) en vanwege den Staat op het formulier van betaalbaarstel ling wordt aangeteekend, dat deze zijner zijds zich voorbehoudt om, indien later mocht blijken, dat het voorloopig becij ferde saldo onjuist is, het dientengevolge teveel betaalde terug te vorderen. Op het aanvraagformulier moet door den re keninghouder Worden vermeld, dat hij eeü accoordverklaring 'heeft ingezonden. Voor de rekeninghouders, welke nog geen ac coordverklaring hebben ingezonden, blij ven de formaliteiten gehandhaafd met' dien verstande, dat het gestelde maximum, van 90 pet. komt te vervallen. N e d e r 1 a n d-B e 1 g i Wij lezen in het te Brussel verscho nende Laatste Nieuws Wij weten nu, ook van Hollandsehe zijde, hoe de veel besproken baggerwer- ken in de Beneden-Schelde bespoedigd werdén. Er werd getelefoneerd naar Den Haag. En 's avonds reeds kwam telegra fisch toestemming. Kan het vlugger, vriendschappelijker en welwillender? Er was geen diplomatie voor noodig. Ook op een ander gebied, nauw ver band houdend met de vaart op Ant werpen, blijkt het, dat innige samenwer king mogelijk is, en tot goede uitslagen leidt. Te Vlissingen weet ieder wat „op positie" is. Zooals wé hier onlangs be- "schreven, bestaan aldaar een Neder- landsch en een Belgisch loodswezen. En beide hebben het recht schepen uit zee in de Schelde, en omgekeerd (zeeloodsen) en van Vlissingen naar Antwerpen en om gekeerd (rivierloodsen) te brengen. Tot nu toe was er strijd tusschen loodsen van beide naties om het meeste schepen te vangen. De kapitein is vrij een Belgischen of een Hollandschen loods te nemen. De „oppositie", de mededinging vergt veel materiaal. Zoo hebben we daar twaalf kotters, terwijl zonder die mede dinging, door minder kruisen en meer be paalde ligplaatsen we er met vijf zouden volstaan. Voor Nederland heerscht de zelfde toestand. Daarom, en ook voor oen beteren geest tusschen Nederlandsche en Belgische loodsen, ware het dus wenschelijk geen strijd mteer te voeren. De oplossing is zoo eenvoudig: de twee toegangen tot de Scheldemond verdeelen. Een gemengde commissie van Nederlanders en Belgen heeft hierover onderhandeld en weldra mogen we in zee de verdwijning van de- njededinging begroeten. Nederland zou het Oostgat bedienen, wij de Wielingen, wat logisch is. Het aantal schepen in iedere geul verschilt weinig. Door de Wielingen komt ongeveer 55 pet- Dat zal tenminste gezonde bezuiniging! zijn. Voor Vlissingen blijft de „oppositie" bestaan. Daar brengt zij geen bijzondere kosten mee. Toch ware het wenschelijk, dat ze daar ook verdween. Zou een oplossing niet zijn: Hollandsehe zee krijgen, die, naar ik hoor, nu vrij is, kan ik gemakkelijk mijzelf naderhouden. Mevrouw Powell ontving gisteren een brief van een rijke vriendin in New- York, die een gouvernante zoekt voor haar jonge kinderen, waarvan er een misvormd is. Zij zei, dat Zij' buitengewoon zou letten op_het karakter van de vrouW, aan wier zorg zij haar kreupelen jongen zou toevertrouwen en 'dat zij had gead verteerd om een gouvernante, die hem Ghieksch kan leeren. Ik zal mevrouw" Pawel en meneer Hammond vragen mor gen aan haar te telefaneeren om haar' te verzoeken niemand aan te nemen, tot zij een brief heeft ontvangen van meneer Hammond en mij. Ik geloof, dat hij' de dame "kent, die een verre bloed verwante is van mevrouw Powell. Voor ik echter dezen stap nam, voelde ik, dat ik u verschuldigd was om u met rrqjn. plan in kennis te stellen." „Een plan, dat ik niet kan goedkeuren. Ik haat die mevrouw Powell ik veraf schuw het hooren van haar naam en ik zou het heel onaangenaam vinden, als jij een ondergeschikte werd van een van haar „vrienden". Het verbaast mij', dat menee* Hammond zulk een dwaas plan kan aan moedigen". (Wiordt vervolgd). li' li,

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1924 | | pagina 1