ïur B 476.
st George,
IN o 144
Woensdag 19 Maart 1924
38e Jaargang
'denfokkers.
iofstede -
ïermansknecht
kkersleerling!
ke Dienstbode
Staten-Geaeraai.
IJ BELS
{BOEKEN
FANOY.
LEVENSLEED.
Buitenland.
Hercules"
timen,
galmen,
Gezangen,
kweekvader is
)DE, Aagtekerke.
ire Burgerhuizen,
MEUBELEN
tliere Klepper,
In
m Meid
luishoudster
A
FEUILLETON.
drSken861 meer moes^ laten
I
SssSdeSSïurg
ciezsIMe ÜSoeken
prijzen als de
oekaanbiedingen.
baar adres. "Wi
G. IV9. FEIJ.
es voor:
oorten is:
6 Gulden dekgeld
veulengeld.
rSE, Hoedekenskerk».
"eiefoon 7.
;king en zal worden
537, a 6 Gulden
Gulden veulengeld.
ten Walcheren ver
volle veulengeld.
KOOP
aarden, staande aan
desgewenscht hy-
kbaar. Te bevragen
23, Middelburg.
tegen Juli a. s.
tuin, even buiten
meente Koudekerke.
letter D Boekhandel
Middelburg.
lagd. Adres Boekh.
Middelburg.
KOOP:
p- en trekwerk. Te
1 VAN DER LINDï,
ke.
0 tot 60 Hectaren,
of N. Beveland of
ok geneigd huur over
leven franco Bureau
te Goes, no. 9.
KOOP:
halfjarige Spring-
drachtig Varken,
Wed. J. ME SU,
N.- en St. Joosland.
Handknecht
e melken kan bi)
JSE, Segeersw. M'burg
n aan
J. JACOBSEN,
merman,
Grijpskerke.
stond, bij H. G. DE
jevorststraat, Goes.
leurstelling met Mei
M. kwekkeboom,
gevraagd.
N 51, Middelburg.^
ÏRAAFHUIS, Bogard-
te Middelburg, vraagt
tte Dienstbode.
tiddelb. leeftijd, bö 2
en zoon. Br.
Boekh. v. d. PEUl-
De Zeeuw
Brukkers-Exploitaatea
OOSTERBAAN LE COINTRE GOES
Bureaux: Lange Vorststraat 6870, Gees
Tel.: Redaotie no. 11; Administratie no. 58
Postrekening No. 36000.
Bijkantoor te Middelburg:
Firma F. P. DHUIJ, L. Burg. Tel. ne. 259
Zij, die zich met 1 April op „de Zeeuw"
abonrseeren, ontvangen de nog vóór dezen
datum verschijnende nrs gratis.
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abe n n e men ts prijs:
Per 3 maanden, franco per post, f i.
Loste nummersfO.QG
Prijs der Advertentiën:
1regels f 1.20, elke regel meer 30 ot
Bij abonnement belangrijke korting.
BMPMWW T.ï>. VOi'ABtfM IK»4«W»nn«*v«fM<VJAW I
Opvoeders der jeugd.
Bekend is, hoe in den strijd voor wat
men „onderwij sverslechtering" noemt, de
S. D. A. P., het N. V. V. en de Bond van
Nederlandsche Onderwijzers gezamenlijk
agitatie voeren.
In het Gebouw voor Kunsten en Weten
schappen te 's-Gravehhage hielden de
zer dagen deze strijdmakkers een van
hun verbroederingssamenkomsten.
Voorzitter der vergadering was de heer
•Stenhuis, de bekende stakingswellusteling
en onrustzaaier.
Van hem was het woord dat het, aan
gezien de conjunctuur dalende is, maar
eens moest gaan stormen als in 1918.
Welnu, deze zelfde heer Sten
huis, de roode leider van het N. V. V.,
is de man, aan wien de leden van den
BoDd van Nederlandsche Onderwijzers de
belangen van het kind toevertrouwen.
Deze belangen heeten niet veilig te
zijn bij mannen van Christelijke belijdenis
als de Visser en Colijn.
Deze belangen heeten evenmin ge
waarborgd te zijn bij de rechtsch©
partijen, die in beginselstrijd millioenen
uit eigen zak voor het onderwijs offerden.
De veiligstelling van het Nederlandsche
kind zij enkel toebetrouwd aan
Stenhuis met z'n trawanten, die
storm zaaien en haat uitstrooien.
Aldus tenminste willen het de opvoe
ders der jeugd in den rooden Bond!
Niet tevergeefs.
Onder de sprekers op bovengenoemde
protestmeeting mocht het socialistische
Kamerlid A. B. Kleerekoper niet ont
breken.
Men verstaat het, dat daar, waar wordt
geageerd, de „oproerige krabbelaar" pre
sent dient te zijn.
Daarbij komt dat deze schrijver in „Het
Volk" wóndergoed thuis is in den Bijbel
en deze Schriftkennis ook op de meeting
zeer goed kon te pas komen.
Na gememoreerd te hebben, hoe „de
sterke man" altijd laag staat, merkte de
„oproerige" op, hoe hij de massa daarom
nog lager laat zinken, om als een Colijn
boven haar te staan, opdat zij nog naar
hem zal opzien.
Op dit staaltje van walgelijke demago
gie, waarvan de „bewuste" onderwijzers
zullen gesmuld hebben, volgde deze zal
vende peroratie van dominee Kleerekoper:
„Het onderwijs van het arbeiderskind
is het levensbrood, dat gebakken wordt
in den rooden oven tot spijze en teerkost
op de reis door de woestijn der huidig©
samenleving naar de socialistische maat
schappij. Eerder zullen de bergen wan
kelen dan dat de arbeidersklasse zich
zal laten welgevallen, dat het volksonder
wijs wordt vermoord."
Een verslag dezer rede vol gruwelijke
spottaal vermeldt, hoe daarop uit de rijen
der openbare onderwijzers opsteeg een
langdurig applaus.
Dat kon immers ook niet an
ders!
Kleerekoper kende zijn mannetjes en
zijn menschen kennen hèm!
Wie den Bijbelschennenden schrijver
uit „Het Volk" laat optreden, behoeft
niet te raden naar hetgeen hem te wach
ten slaat.
70).
Het was een donkere, regenachtige
Julidag. Mevrouw .Murray was bezig een
kluwen wol op te winden met verschil
lende heldere kleuren en zij had Bdna
gevraagd om de wol voor haar op te
houden. En toen het tijdschrift werd ge
noemd ,keek de laatste plotseling op en
zag den heer des huizes aan.
Hij hield zijn sigaar tussehen duim en
vinger en begon te lezen.
Van de drie vrouwen die luisterden was
eigenlijk Edna de eenige, die inderdaad
geboeid werd. Estelle deed wel alsof, doch
.Mna doorvoelde het talent, waarmee hij
anuers zoo nurksche man, haar artikel
want zijzelve was er de schrijfster
n v oordroeg. Doch spoedig hield
hij op, en hield een lange strafrede, waar
van net slot was, dat hij „dien Manning"
eens ocnruven zou, dat deze dergelijke
onzinnigheden^ zeker uit de pen eener
- r^s se'n oen dispuut tus-
»c .en Edna en Murray, waarbij deze laat-
ZIJ,n ®olen van zrjn vrouwenhaat
hoofden der drie vrouwen uit-
e en daarin niet onduidelijk liet uit-
En de Krabbelaar begreep, waarom
juist hij in het geweer moest tegen
deze „fijne" ministers.
Voor de kampers voor Christelijk on
derwijs kan de conclusie uit dit alles
niet twijfelachtig zijn.
De spottaal van een Kleerekoper, toe
gejuicht door de opvoeders aan de open
bare school, toont ons weer zonneklaar
aan, hoe de strijd voor Christelijk onder
wijs niet tevergeefs gestreden is
A
Korte berichten.
De geruchten, volgens welke de ge
zondheidstoestand van den Paus minder
gunstig zou zijn. worden formeel tegen
gesproken.
In de gisteren voorgelezen Belgische
regeeringsverklaring wordt uitgeweid over
België's financieelen toestand'en worden
©enerzijds bezuinigingen, anderzijds nieu
we belastingen voorgesteld. De bui-
tenlandsche politiek zal gelijk zijn aan die
der vorige regeering. Een krachtige cam
pagne tegen de duurte in haar oorzaken
en gevolgen werd aangekondigd.
Het Duitsche kabinet heeft gister
beraadslaagd over een verhooging van
de ambtenarensalarissen, van 15 pet. tot
20 pet., welke in beginsel werd aangeno
men.
Een telegram uit Boekarest zegt, dat
de koning van Griekenland weigert vrij
willig afstand te doen van zijn rechten
op den Griekschen troon.
Tweede Kamer.
Eerst kreeg de Kamer nog een heel
onaangenaam mobilisatie-zaakje op te
knappen. Opknapipen wil dan zeggen:
geld voteeren voor schromelijke nalatig
heid van eenige militaire autoriteiten, die
den staat wederom eenige millioenen
schade hebben bezorgd. De heer Duij-
maer van Twist ging de geheele onver
kwikkelijke geschiedenis na. Van 200 000
stuks militaire kleeding zijn er 181.000
stuks bedorven. Bij de schoenen en sok
ken is het precies eender. Ook dhr K.
ter Laan moest zijn gemoed eens luchten
over de wijze waarop in het Centraal
Demobilisatiepark is huisgehouden. Huis
houden is eigenlijk het woord niet, want
in een behoorlijke huishouding zorgt men
er voor, dat de garde-robe vocht- en mot-
vrij wordt gehouden. Maar aangezien
men 'met de circa 200000 militaire klee
dingstukken, die binnen korten tijd in
Zeist werden ontvangen,' niet goed weg
wist, heeft men ze maar zoolang (d.i.
gedurende 21 maanden) ingepakt in de
zakken, waarin ze aankwamen, in
bouwvallige loodsen, opgestapeld, met het
gevolg, dat er thans aanmerkelijke schade
aan een en ander is aangebracht.
Die minister toonde aan, dat de alar-
n.eerende beschouwingen van den heex
ter Laan -overdreven waren. Zeker 55
procent der ingeleverde goederen was
reeds bij aankomst absoluut onbruikbaar
Bovendien rekende de minister voor, dat
de motschade niet had kunnen worden
voorkomen dan ten koste van een be
drag, dat zeker het dubbele van die
schade zou hebben bedragen. Al zijn er in
komen, dat hij noch van Estelle's vleie
rijen, noch van zijn moeders drijfveeren
om deze aan hem te verbinden, gediend
was.
Het gesprek duurde nog voort, toen
Estelle plotseling naar buiten ziende, uit
riep:
„Gelukkig, daar komt meneer Allston
aan! Ik kan dus de opstaande veeren van
mijn gekwetste eigenliefde weer laten
glad strijken door zijn zonnigen glimlach
en jouw schimpscheuten vergeten. Go-eden
morgen, meneer Allston, welke gelukkige
gebeurtenis bracht u zoo spoedig terug
op „Le Biocage" tot troost van zijn een
zame bewoners f'
Edna nam het tijdschrift op, dat in een
hoek la,g, en verdween uit de kamer.
Dte voldoening over het aannemen en
de spoedige publicatie van baar artikel
was gedempt door meneer Murray's spot-
tonde opmerkingen. Maar desniettegen
staande was haar hart gelukkiger en op
gewekter dan het velé weken was ge
weest. Toen zij in het tijdschrift de en
kele regels ter inleiding van „het artikel
van de nieuwe medewerkster" las, waar
bij binnen korten tijd een tweede van
dezelfde pen beloofd werd, bloosde zij
verheugd.
Al vond zij het moeilijk te begrijpen,
dat haiar geschrijf genade had gevonden
ïn meneer Manning's critische oogen, zij
dankte God, dat hij het waard had ge-
dii geval c.ok al fouten begaan, voor
een goed deel zal men zich hier wel
-cp overmacht 'mogen beroepen.
Een mede ter Laan, behelzende een
afkeuring van een en ander werd met
49 tegen 30 st. (zuiver 'rechtsfinks)
vei worpen. De heer Duymaer was door
de toelichiing van den minister niet be
vredigd, al stemde hij tegen de motie.
Daarna was de begroeting van b u i
tenlandsche zaken aan de orde.
D(hr. v. RapparJ (V B. was eerste spreker.
Volgens hem mlaakt onze diplomatie
veel te weinig haast met het weder aan-
knoopen der handelsrelaties met het Rus
sischo Rijk; en aldus kregen we de
ietwat komische vertooning te zien de
communistische fractie had zichtbaar
schik in het geval dat de fractie,
die zich steeds het scherpst verzet had
tegen de weder opvatting der betrekkingen
met de sovjets (wegens de annuleering
der Russische Staatsschuld), nu kwam
betooge'n, dat we eigenlijk geen dag kun
ncn wachten met die relaties weder aan
te knoopen. Aangezien de heole wereld
min -of meer storm loopt naar Moskou
mag Nederland niet achterblijven. De
heer Van Rappard ziet speciaal gevaar
voor .Rotterdam, nu door België Antwer
pen wordt gepresenteerd als doorvoer
haven voor de sovjet-republiek. „We moe
ten België vóór zijn." Wel was 'dhr v,
Rappard bang voor een erkenning dei
Sovjet-republiek. Wel geld verdienen dus,
maar geen erkennen der staatsregeling!
Dhr Lovink (C.H.) nam het weer eens
-op voor den vrijhandel. Dihr v. d. Bilt
(R-K.) daarentegen meende, dat wij een
tarief moeten hebben. Spanje eischt zeer
hooge rechten voor den invoer van' kaas,
maar de sinaasappelen kunnen hier on
gelimiteerd worden ingevoerd. Met leege
handen staan wij tegenover het buiten
land.
Dhr Dtresselhuijs Oordeelde, dat de mi
nister slechts platonische liefde voor den
Volkenbond heeft. Een kleine natie als de
onze moet volgens dezen liberaal actief
pacifist zijn! Minister Van Karnebeek is
volgens hem niet actief genoeg!
In de Avondvergadering zou de begroo
ting van Waterstaat verder behandeld
warden, maar doordat een zoon van mi-
nister Van Swaay door een 'doodelijk
Ongeval werd getroffen (men zie onder
.ongelukken), werd hiervan afgezien en
ging men verder mót Buitenlandsche Za
ken. Djhr. v. Ravesteijn (com.) achtte
het geen wonder, dat de minister scep
tisch tegenover den Volkenbond staat. Die
Bond is een instrument ten behoeve van
de Britsche politiek. De groote staten sto
ren zich bovendien weinig aan Genève.
Zeer minzaam vergeleek deze spreker
Europa met een groot hok vol wilde
dieren.
Dhr Brautigam (soc. dem.) sprak over
de Rijnvaartk'westie. D-e regeering handelt
hier te veel van geval tot geval inplaats
van de groote lijn in het oog te houden,
de vrije Rijn moet worden behouden. Daar
mede is b.v. de Fransche douane-controle
op Nederlandsche schepen in strijd. (Mi
nister Van Karnebeek knikte).
Ook dhr Rutgers (A.R.) had het over
den Volkenbond. Velen koesterden hier
van groote verwachtingen ten opzichte
van de ontwapening. Maar daarin is nu
wel verandering gekomen. Veiligheid door
machtsontplooiing was de leus van Frank
rijk voor den oorlog en is het thans nog.
Eigenlijk zou spr wel willen vragen: „Is
het niet de leus van den Volkenbond
vonden opgenomen te worden in' een zoo
invloedrijk en beroemd tijdschrift. Zij
achtte het waarschijnlijk, dat meneer Man
ning haar een paar regels had geschreven
en vroeg zich af, of er op dat oogenblik
:niet een brief voor haar verscholen zou
zijn in Norman's zak.
Zij nam het tijdschrift op en ging naar
mevrouw Murray's kamer en vond haar
rusten -op een sofa. Haar gelaat droeg
een zorgvolle uitdrukking en Edna zag
sporen van tranen op haar kussen.
„Kom binnen, kind, ik dacht juist aan
je".
Zij stak haar hand uit, trok het meisje
-op een stoel naast de sofa en zuchtte
zwaar.
„Lieve mevrouw Murray, ik ben heel,'
heel gelukkig en ik ben hier gekomen
«m u een bekentenis te doen".
Zij knielde naast haar neer en de hand
harer weldoenster in de hare nemend,
drukte zij die tegen haar voorhoofd.
„Een bekentenis, Edna! Wat heb je ge
daan?"
Mevrouw Murray schrok en hief haar
blozend gelaat op.
„Eenigen tijd geleden deed u mij een
(paar vragen betreffende een correspon
dentie, die uw achterdocht had opge
wekt. Ik beloofde die later te zullen ver
klaren. U zult mij wel heel aanmatigend
vinden, als ik u zeg, dat ik graag schrijf
ster wilde worden en dat ik met den heer
zelf?" Mr Rutgers bracht in tegenstelling
met mr Dresselhuijs hulde aan het beleid
van minister Van Karnebeek. Hetzelfde
deed Mr Marchant, die in de rede van
mr Dresselhuys elk spoor van opbouw
had gemist.
De haven te Vlissingen.
Op vragen van het lid van de Tweede
Kamer, den heer Dresselhuijs, betreffende
de aanbesteding voor den bouw van den
kademuur voor de haven te Vlissingen:
L. Is het juist, dat de minister daags
na zijn jongste verklaring in de Tweede
Kamer, dat hij stappen zou doen om-
de aanbesteding van den kademuur voor
de haven van Vlissingen bij suppletcdre
begrooting te doen mogelijk maken, aan
den hoofdingenieur van den waterstaat
pp Walcheren heeft bericht, dat de wa
terstaats teekening van de havenuitbrei
ding niet meer macht worden ten toon
gesteld „in verband met de veranderde
houding der regeering ten opzichte van de
haven."
2. Zoo ja, is dit bericht dan op te-
vatten in dien zin, dat de regeering reeds
beslaten zou hebben niet ten spoedigste
tot die aanbesteding 'te doen overgaan,
zooals in 's ministers verklaring in de
Tweede Kamer werd in uitzicht gesteld, of
welke andere beteekenis moet aan dit
bericht worden toegekend?
heeft de minister van waterstaat geant
woord
Het. gemeentebestuur van Vlissingen
had zich tot den hoofdingenieur van. den
Rijkswaterstaat aldaar gewend met de
vraag, of de in het vorig jaar op de
tentoonstelling te Londen door den Rijks
waterstaat ten toon gestelde teekeningen
betreffende de haven te Vlissingen
ter propaganda voor deze haven zouden
magen worden opgehangen op de a.s.
Jaarbeurs te Utrecht. Met het ,otog op
.de omstandigheden, welke ondergeteeken-
de noopten voorioopig af te zien van
het opnieuw brengen bij Nota van
Wijziging op' de be-gro-oting van een
bedrag woor het bouwen van het eerste
gedeelte van'den kaaimuur, kwam het
hem in afwachting van de definitieve
beslissing ter zake niet gewenscht
voor de propaganda, als door het ge
meentebestuur bedoeld, te helpen bevor
deren.
Een beslissing, als bedoeld in de twee
de vraag, is niet genomen, vermits de
aangelegenheid nog niet in den Raad
van ministers is aanhangig gemaakt, over
eenkomstig hetgeen door ondergeteeken-
de in de avondvergadering van 6 Maart
j.l. van .do Tweede Kamer der Staten-
Generaal werd medegedeeld.
Uit het bouwvak.
Naar het Volk verneemt, hebben de
patroons in het bouwvak in sommige
plaatsen het nieuwe collectieve contract
ingevoerd onder de mededeeling, dat de
z.g.n. sociale bepalingen niet meer gel
den, omdat de Alg. Nederl. Bouwarbei
dersband het contract verworpen heeft.
Hongaarsche kinderen.
Het centrale comité voor Hongaarsche
kinderen deelt mee, dat de moeilijkheden
ter zake van transporten uit Hongarije,
welke gerezen waren door de hooge prij
zen door de Oostenrrjksche spoorwegen
voor den doortocht verlangd, thans in
dien zin zijn opgelost, dat de oorspron-
Manning- over dit onderwerp heb gecor
respondeerd. Ik zond hem een manuscript
ter beoordeeling en nu moet u het resul
taat daarvan zien. IJ heeft meneer Murray
vanmorgen een artikel hooren voorlezen
uit het tijdschrift, dat hij erg bespot
telijk maakte, maar dat meneer Manning
toch in ieder 'geval de moeite waard vond
'om in zijn blad op te nemen. Mevrouw
Murray, ik heb dat artikel geschreven".
„Is het mogelijk? Wie heeft je gehol
pen wie heeft het nagezien? Meneer
Hamimoaid? Ik had niet gedacht, dat jij,
mijn kind, ooit zoo mooi en zoo goed
zou kunnen schrijven."
„Niemand heeft dat artikel gezien, tot
meneer Manning het aan de drukkers
gaf. Ik wilde meneer Hammond verras
sen en vertelde hem daarom niets van
mijn eerzuchtig plan. Ik was erg bang,
dat het- zou mislukken en daarom wilde
Sk u liever niet in kennis stellen met het
juiste onderwerpvan de correspondentie
tot ik zeker was van succes. O, mevrouw
Murray! ik heb geen moeder en voe
lende, dat ik alles aan u dank dat
zander uw edelmoedige hulp en be
scherming ik nooit in staat geweest zou
zijn om dezen levenswensch te vervul
len, kam ik tot u om mijn triomf te
'deelen, want ik weet, dat u ten volle met
mij zult meeleven. Hier is het tijdschrift,
waarin u meneer Manning's lof over mijn
werk kunt lezen en hier rijn de brieven,
kelijke eisch van 198 millioen krone*,
heen en terug, is teruggebracht op 40
millioen kronen (f 1520, terwijl voor ee*
ledigen trein ter afhaling 13,100,000 kro
nen (f500) wordt verlangd. De transpor
ten zijn hervat, in de hoop, dat velen
er toe gebracht zullen worden, bjj te
dragen in de bestrijding van de toch nog
aanzienlijke reiskosten.
Minister Ruys de Beeren-
brouck.
(Vervolg.)
Aan het interview zelve ontleenen we
nog het volgende:
„U bent toch eigenlijk een echt
Zondagskind, Excellentie."
„Ik? Hoezoo?"
„Wel, kijk u maar naar uw staat-
van-dienst. Toen u 25 jaar was, werd u
raadslid. Op uw 31e Kamerlid. Op uw
44e Commissaris der Koningin en mi
nister-president. U bent de jongste premier
dien we ooit gehad hebben. En nu over
een paar weken zult u langer dan één
van uw voorgangers achtereen premier
zijn geweest! Alles ging even voorspoe
dig. 't Zijn allemaal kampioenschappen."
De minister lachte.
Ja wat moest hij daar nu eigenlijk
van zeggen, nietwaar? Niets.
„U hebt hier in Den Haag oj> 't gym
nasium gegaan?"
„Ja. Dat wil zeggen: eerst in Maas
tricht. Maar toen m'n vader in '86 minis
ter werd, gingen we hier wonen en zoo
kwam ik op 't gemeentelijk gymnasium,
dat toen nog in 't Westeinde was. Dr.
Rutgers, een oom van het tegenwoordige
Kamerlid, was er rector. Dr van AaUt
had ik toen nog als leeraar. En van
't gymnasium ging ik jn Leiden studee-
ren. Daar ben ik 17 Dec. 1895 gepromo
veerd."
„Van wie hebt u les gehad in Lei
den? Wie waren zij
„O, bekende mannen. Ik had
Drucker, Greven en van der Vlugt voor
m'n candidaats, Asser, van der Hoeven
en Oppenheim voor m'n doctoraal."
Ja, met zulke mannen heeft de minis
ter wel een goede leerschool doorloopen.
„Na m'n promotie ben ik weer in
Maastricht gaan wonen. M'n vader was na
z'n ministerschap gouverneur van Lim
burg geworden. Ik ben toen 5l/2 jaar
advocaat in Maastricht geweest, was er
raadslid van '99 tot '18, vond het pret
tig, dat ik mij met de maatschappelijke
beweging kon bemoeien
„Drankbestrijding."
„Zeker, en werklieden-organisatie en
andere dingen. Vaak trad ik als adviseur
in sociale zaken op. In 1901 werd ik
ambtenaar bij het Openbaar Ministerie
in het arrondissement Maastricht en vier
jaar later lid van de Tweede Kamer."
Inderdaad.
De minister vertelde het allemaal zoo
gewoontjes. Maar als men er op let, op,
hoe jeugdigen leeftijd hij in al die func
ties werd geplaatst, dan komt men tot
onze conclusie: Zondagskind. Door talent
en aanleg en geboorte.
Dertien jaar is de heer Ruys de Bee-
renbrouck afgevaardigde geweest.
Toen
De jeugdige volksvertegenwoordiger
mocht in 's vaders voetstappen treden
als Commissaris der Koningin in Limburg.
„Dat was toch zeker welkeen bij
zonder goed oogenblik voor u?'
„Ja. En toch ook weer niet onver
deeld 'goed. Ik moest toen natuurlgk als
die ik eens aarzelde in uw handen te
leggen. Toen ik u vroeg mij te vertrou
wen, heeft u dit zoo edel en vrij1 gedaan.
En nu kam ik u mijn dank brengen, die
grooter is dan mijh zwakke woorden kun
nen uitdrukken en wil ik u toonen, dat ik
uw vertrouwen niet onwaardig was.
Zij legde het tijdschrift en de brieven
op mevrouw Murray's schoot en zwijgend
sloeg' de trotsche, gereserveerde vrouw
haar armen vast om de wees en drukte
't blij-glanzende gelaat tegen haar schou
der, terwijl zij haar eigen wang liet rus
ten tegen het voorhoofd van het meisje.
D© deur stond gedeeltelijk open en
op dat oogenblik kwam Norman Arthur
binnen.
Hij stand stil en keek naar de knielende
gestalte, die zoo nauw was omsloten door
zijn moeders armen en over zijn strait
gelaat gleed een glans van vreugde, die
het schoon en gelukkig deed schijnen.
Verlangend strekte hij de armen naar
die beiden uit, die, verdiept in een
fluisterend gesprek, onbewust waren van
zijh tegenwoordigheid. Toen vielen zijh ar
men zwaai- langs hem neer, de korte
glimlach werd verdreven door de don
kere schaduwen van voorheen en hij
wendde zich ztwijgend om en ging naar
zijh eigen sombere kamers.
(Wordt vervolgd).