Ho «38
Woensdag 15® Maart 1914
38e Jaargang
LEVENSLEED,
States-Geaeraal.
Bniteniamf.
Drukkers-Exploitanten
«OSTERBAAN LE COINTRE GOES
{Bureaux: Lange Vorststraat 68—70, Goes
T#1 Redactie no. 11Administratie no. St
Postrekening No. 36009.
Bijkantoor te Middelburg:
Firma F. P. DHUIJ, L. Borg. Tel. no. 259
De Zeeuw
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs:
Per 3 maanden, franco per post, f3.
Losee nummersf 0.94
f rijs der Advertentie'n:
1r«gel3 f 1.20, .elke regel meer 3# eL
Bij abonnement belangrijke korting.
Geen nieuwe gedachte.
De gedachte am voor de lagere klassen
huIponderwqzeressen aan te stellen is
aief nieuw.
In zijn bekende brochure Onbevredi
gende Bevrediging" die in 1916 verscheen,
werd dd>r den heer ,T. C. Wirtz, reeds
het denkbeeld bepleit, om de lagere
school te splitsen in drie afdeelingen
aanvankelijk lager onderwijs, gewoon la
ger onderwas en voortgezet lager on
derwijs.
De eerste afdeeling volar kinderen tot
9 a 1.0 jaar, aldus de heer Wirtz, is voov
de vrouw. Daar kunnen meisjes die een
Muiaschcol doorloopen hebben en daarna
een vakopleiding van 2 a 3 jaar ge-
no'en hebben uitstekend werk verrichten.
Djofor deze regeling zdb gaat hij
verder was allereerst het kind ge
baat, want het moeilijke deel van de
kennisvakken, wordt dan bewaard tot het
wat ouder is, ongeveer 10 jaar. Voorts
was er een mooie werkkring geschapen
voor de vrouw, waarin ze zonder inspan
ning prachtig werk kan leveren en
wat toch ook wel een beetje van be-
ieekenis is in een tijd, waarin we hon
derden milli oenen extra hebben uitgege
ven aak de schatkist zou .er door ge
baat zijn.
Ook andere autoriteiten op dit gebied
hebben zich in dez'en geest uitgesproken.
Als dan aak in „Het Volk" (en in
het gisteren door ons gewraakte manifest)
in verband met dezen maatregel gespro
ken wordt, van een misdadigen aanslag
en in „Het Volk" van een peil van
onderwijskrachten dat nog aanmerkelijk
slechter is dan het kweekelingenstelsel,
dan gevoelt men dat. we hier niet m'eer
met een zakelijke discussie te doen heb
ben, maai' met een poging om onrast
te wekken en den boel op stelten te
zetten.
Bovendien, gesteld de voorstelling van
het manifest ware juist, dan komt toch de
waarschuwing "in ieder geval te vroeg,
immers er zijn nog geen hulponderwij-
zeressen, hoc kan men ze dan nu al
•out grond van ervaring veroordeelen
De Sociaal-democraten in het buiten
band.
Nu het clericaal-liberale kabinet-Theu-
nis in België ten tweeden male, eerst, met
de verwerping van den achturendag in de
afdeelingen, daarna door samengaan van
sociaal-democraten en Vlaamsche demo
craten bij de verwerping van het oecono-
•misch contract met Frankrijk, een neder
laag leed, staan de sociaal-democraten
in genoemd land er op, dat aan een hun
ner de samenstelling van een kabinet
wordt opgedragen.
Vet als bij ons
Immers toen in 't vorige jaar de Vloot
wet verworpen was, juichten de socialis
ten in de Kamer en Pers om het meest en
verzekerde hun leider -mr Tr'oelstra
dat zij er klaar voor waren om de regee
ring over te nemen.
Toen het echter aan zou komen op
ontwikkeling van een program, bleek, dat
de leiders, die in de eerste plaats voor
■een zetel in de regeering in aanmerking
hadden kunnen komen, het niet eens wa
ren of elkander niet goed hadden be
grepen.
Het program, waarin aan beslaglegging
■op ondernemerswinsten gedacht werd,
bleek niet helder te zijn geformuleerd,
want. de eene leider (Troelstra.) bleek in
deze formule heel iets anders te iezen dan
de andere (de heer Wibaut).
Er zou onder dergelijke omstandigheden
van een Links-Rood Kabinet weinig zijn
terecht gekomen.
Wanneer het in België tot het optreden
van een socialistisch-democratisch Kabi
net en dito blok kamt, zou iets dergelijks
als in Nederland geschied is, ook we-1
eens mogelijk kunnen blijken.
Temeer omdat de oppermacht der soci
aal-democraten in de regeering der Diuit-
sche republiek het Duitsche volk ook niet
veel heil gebracht heeft
Het is een niet te loochenen feit dat
de scciaal-democraten in Duitschland tot
groote machtontplooiing gekomen was.
Zoowel wetenschappelijk als practisch
stond zij sterk. Het stond voor haar vast,
dat zij' eerst bij inzinking van het be
staande stelsel haar grootste kracht zoiu
kunnen ontplooien.
Nu is die inzinking gekomen. Het „ka
pitalisme", zoo beweerde men, had zich
zelf overleefd; nu zou men eens toonen,
wat het socialisme als regeerings-systeem
vermocht.
Zelfs het Centrum, de oude Duitsch-
Roomsche partij; liet z'ch door het geroep
in dien zin begoochelen, en verklaarde
zich bereid met de socialisten een bond
genootschap aan te gaan.
De gevolgen heeft men gezien.
De sociaal democratie, de „stuurman"
op den wal, had wel steeds gezegd hoe
het wezen moest, maar toen het op zelf
doen aankwam, viel zjj tegen. En het
Duitsche volk, dat zich in zijn meest ge
vaarvolle ure in haar armen geworpen
had, moest deze daad met de bitterste
teleurstelling koopen. Want wat bleek?
Toen de sociaal democratie handelen
moest begon zij' te studeeren. Commissies
werden benoemd, rapporten geschreven,
overgangen uitgevonden, nieuwe woorden
gesmeed, als socialisatie en medezeggen
schap, enz. Alles echter mets dan uit
vluchten, omdat >men tot werkelijk hande
len niet in staat Heek.
De gevolgen zijn dan ook' al gezien.
In Mecklenburg en Thuringen hebben de
kiezers zich in breede rijen van haar
afgewend. De prachtige, krachtige soci
aal democratische partij1 heeft 't vertrou
wen verloren.
Niet, omdat zjj geen bekwame staats
lieden in haar gelederen telt, maar om
dat haar beginsel niet deugt. Haar
grondslag 'bleek kruiend oeverzand, en
zoo is zij gevallen en haar val is groot
geweest
Wel roepen de sociaal democraten nog
hard: Zie naar Engeland, daar gaat het
zoo eens mooi. Maar wij roepen luide daar
tegen in: Zie naar Diuitsbhiand, daar lig
gen alle idealen in puin.
En 't kan ook niet anders.
Een partij, die alleen van agitatie en
volksopruiïng leeft gelijk zij weer be
zig is te doen in haar volksvergaderingen
tegen de „verslechtering" van het onder
wijs, en gelijk zij kort geleden tegen het
Vlootwetontwerp deed, zal ook in ons land
het niet lang uithouden, wanneer zij'
waar zij zoo hard naai- verlangt de
regeeringstaak straks zal overnemen.
P.S. Nadat dit geschreven was, is de
Kabinetskwestie in België opgelost. Het
Kabinet-Theunis keert voorloopig terug,
zij 't ook gewijzigd.
Tot spijt der socialisten, maar naar
onze meening met Duitschlands voor
beeld voor zich, behoorden zij blijde te
zijn.
mmuouu avYMtma
FEUILLETOW.
65).
HOOFDSTUK XVÏI1.
f Meneer Hammond's nicht.
„Meneer Hammond, bent u ziek? Wat
scheelt er aan?"
„E8na wierp haar boeken neer en legde
haar hand op den schouder van den ouder,
man. Zijn gelaat hield hij verborgen en
een halfgesmoorde snik openbaarde haar,
dat een groot leed over hem was gekomen.
„0, kind! Ik ben bedroefd, geheel ver
slagen en 'mijn hart is zwaar, van een
verdriet, 'dat ik meende te hebben over
wonnen".
Hij hief zijn hoofd een oogenblik op
heek met een treurigen blik het meisje aan
en verborg zijn van zorg gerimpeld ge
laat weer in zijn handen
„Is er iets gebeurd, sedert ik u giste
ren zag?"
„Ja, ik ben verrast door de komst v!an
twee mijner familieleden, wier tegenwoor
digheid in mjjn huis zeer pijnlijke herin-
Boripgen uit vroeger jaren bij mij verle
vendigt. Mijn nicht mevrouw Powell, en
haar dochter Gertrude, kwamen hier gis-
teravond zeer onverwacht voor een eenigs-
zins langdurig bezoek. En tegen jou, mijn
kind, kan ik vrij zeggen, dat de verrassing
zeer pijnlijk en onaangenaam is. Vele ja
ren zón verloopen, sedert ik eenig bericht
van Agnes Powell ontving en ik wist niet,
voordat zij gisterenavond plotseling voor
mij stond, dat zij weduwe was en haar vrij
groot fortuin had verloren. Zij maakt aan
spraak op een tijdelijk verblijf in mijn huis
en ofschoon zij mij veel leed veroorzaakte,
voel ik, dat ik trachten moet geduldig en
vriendelijk te zó'n voor haar en haar kind.
De heb vele beproevingen doorstaan in
mijn leven, miaar dit is de zwaarste, die mij
coit is opgelegd".
Bedroefd door de uitdrukking van diepe
smart op zajn bleek gelaat, nam' Edna zijn
beide handen, Jn de hare en streelde ze
liefkoozend.
„Mó'n lieve leermeester, als het uw
plicht is, dan zal God u sterken en onder
steunen, wees weer opgewekt; ik kan het
niet aanzien, dat u zoo verdrietig bent.
Een wolk op uw gelaat, mijn lieve meneer
Hammiond, is voor mp' zoo iets als een
zonsverduistering. Houd mij, als 'tu
blieft, niet langer in de schaduw".
„Als ik maar wist, dat er geen ellende
zou voortkomen uit Agnes' tegenwoordig
heid hier, zou ik die niet zoo diep be
treuren. Ik wil niet liefdeloos of achter
dochtig zijn, maar ik vrees, dat haar
Sieuar-viuch telingen.
Weet men wat dat voor snenschen zijn?
Het zijn de belasting-vluchtelingen,
menschen met groote inkomens, die in
veiband met de hooge belastingen het
land verlaten, klaploiopers, zooals de heer
Van Gijn ze in de Tweede Kamer aan
duidde.
De heer Van Gijn wilde pogingen zien
aangewend o.n deze „vluchtelingen" Zoo
veel mogelijk in de belastingen te doen
bijdragen, en maakte daarbij enkele op
merkingen, die we, wat de hoofdzaak be
treft, gaarne onderschrijven!
Ik zou er aldus de heer Van Gijn
niet tegen opzien om de Nederlanders
die naar het buitenland gaan om andere
redenen dan er de kost te verdienen,
nog vijf jaar in .de belasting te laten
betalen, althans in de verdedigingshelas-
ting, omdat zij toch ook van de crisis
maatregelen, als distributie, genoten heb
ben.
Ik zou ze zelfs in de inkomstenbelas
ting willen laten betalen, al geef ik toe,
dat wij daarbij het systeem zouden moe
ten toepassen, dat zij, hetgeen ze in het
buitenland betaald hebben, van het be
drag mogen aftrekken, omdat ze niet dub
bel behoeven te betalen. Ik zou het alleen
willen doen om te voorkomen, dat zij het
lancl uitloopen om belasting te hespa
ren.
Nu vraagt men mij, hoe ik zou willen
ziorgen, dat zij inderdaad hun belasting be
talen. Ik zou hen eenvoudig' een aanslag
thuissturen, met de mededeeling bij
sommigen heeft men er ook in het bui
tenland verhaal op, maar bij' anderen niet
dat,"Wanneer zij hun belasting niet. be
talen, de "Nederlandsche Staat van hen
verder geen notitie neemt, hun geen pas
sen geeft, geen legitimatiebewijzen ver
strekt en ook geen akten van den bur
gerlijken stand, enz. uitreikt.
De Nederlandsche Staat moet tegen hen
zeggen: ik ken u niet; als u uw belasting'
betaald hebt, is de zaak echter weer
gezond. Ook Duitschland heeft dien
maatregel een tijd toegepast.
Ik vind het een - scheeven toestand,
dat menschen, die 'niet hun belasting
willen betalen, wel genieten van de diplo
matieke en consulaire bescherming. Wan
neer zij in Lausanne op de teenen getrapt
worden, loopen ze onmiddellijk naar den
gezant en zijn Nederlanders.
Ik vind het heel mooi, dat onder lei
ding van den gezant in Zwitserland onder
anderen daar zulke Steuer-vluchtelingen
bij het jubileum der Koningin aan Iiare
Majesteit hulde werd gebracht, evenals
door menschen hier in Nederland.
Maar als ik de Koningin geweest was,
zqr, ik neiging gehad hebben om 'te be
danken voor de hulde van die menschen,
die niet (betalen willen, niet bijdragen
in de kasten van onze Kroon, onze de
fensie, onze diplomatie en onze zorg voor
de Nederlandsche cultureele belangen.
Die menschen zijn feitelijk klaploopers
en dat zijn vreeselijke menschen."
Tweede Kamer.
Gistermiddag werd de Onderwijsbe-
grototmg afgedaan. De anti-revolutionaire
afgevaardigde Zijlstra kwam nog een lans
breken voor de ten doode opgeschreven
normaallessen, wier laatste uur door
de bezuiniging vroeger dreigt te
motieven niet zoo goed zijn, als ik zou
„Mag ik binnenkomen, oom Allan?"
„Die stem van de vreemdelinge was erg
zacht en innemend en toen zij de kamer
binnentrad, kon Edna nauwelijks een uit
roep van bewondering onderdrukken, van
wege de opvallende knapheid dezer vrouw,
die men, zoo niet een meisje haar bó' de
hand had gehouden en haar „moeder" had
genoemd, niet meer dan zes- of acht en
twintig zou hebben gegeven.
Toen meneer Hammond zijn leerlinge
aan beiden voorstelde, glimlachte mevrouw
Polwell Bdna vriendelijk toe en zeide,
'terwfjl zó" haar de' hand bood:
„Mijn dochter Gertrude voorspelt zich
veel genoegen van uw gezelschap, juf
frouw Earl, want de loftuitingen van mijn
oom hebben haar erop voorbereid, in u
een zeer lieve vriendin te zullen vinden.
Zij is ongeveer even oud als u, maar ik
vrees, dat u haar zeer achterlik zult
vinden in ontwikkeling, daar zij niet zoo
gelukkig is geweest haar opvoeding te
ontvangen van oom Allan. U bent, naar
ik meen, een aangenomen dochter van
mevrouw Murray, niet waar?"
„Neen mevrouw. Alleen een gast in haar
huis, zoolang, tot mtin opvoeding genoeg
zaam is voltooid om onderwijzeres te
worden".
„Ik heb een vriendin, juffrouw Har
ding, die kort geleden op „Le Bocage"
slaan dan oorspronkelijk bedoeld was.
Volgens den Minister vaart de schatkist
er echter wel bij en lijdt de opleiding
der toekomstige onderwijzers er geen
schade bij-
De behandeling der artikelen over Kun
sten en Wetenschappen ontaardde in een
onkunstzinnige kijfpartij1 o.a. tusschen de
heeren v. Ravesteijn, Kleerekaper, den
Boer, Weitkamp, e. a.
Die socialist Kleerekoper, die behalve
ergerlijk spotter ook zoo'n beetje cultuur-
vergoder is, nam het op voor hoogere
subsidie aan apenbare leeszalen, etc.,
waar natuurlijk landstorm en burgerwacht
Weer als met. de haren bijgesleept moesten,
worden.
De communist v- Ravesteijn liet zich
vervoeren tot den onzin, dat ons Neder
landsche volk geen zelfstandig bestaan
meer waard is (waar een communist al
niet mee tobt!) omdat we de opera en
het tooneel niet voldoende steunen.
Natuurlijk brak er nu een stormpje los.
Dhr Beumer (A.R.) antwoordde, dat land
storm en burgerwacht juist noodig zijn,
om de monumenten te beveiligen. De
heer de Boer pakte geducht uit tegen den
sovjet-man, er op wijzend dat hier zoowel
als in Rusland de bevolking haar onder
houd zij het dan ook het inaterieele
aan de boeren te danken heeft. Col
lega Weitkamp kwam hem te hulpen op
oen gegeven oogenblik stonden -beiden
schouder aan schouder in één gebaar van
minachting den belager van hun eer met
de vuisten te dreigen.
Te midden van deze ruzie kwam: ook
nog minister de Visser aan het woord,
die. als hij Over dit onderwerp spreekt,
ons het minst sympathiek is. Spr. is
vóór staatssubsidie aan de Kunst. Hij
acht dat zelfs oen kwestie van Christelijk
beginsel. Do kunst, de dramatische kunst
dus aak, moet z.i. door den staat gesteund
worden. Dhr. Beumer (A.R.) antwoordde
terecht, dat de minister verzuimd had aan
te toonen, waarom de kunst door den
staal moot worden gesteund.
Verwarpen werd een amendement-Ger-
hard om de openbare leeszalen f 20.000
meer te geven en wel met 5319 st.
Ten slotte werd de begrooting met 57
13 st. aangenomen (tegen S.D.A.P. en
vrijz. dem.)
In de Avondvergadering was financiën
aan de orde. Dhr v. Schaik (R.K.) nam
het op voor de kloosterzusters, die z.i.
onrechtmatig rijksinkomstenbelasting moe
ten betalen.
Dhr Staalman (V.B.) wees op enkele
onbillijkheden in de belastingwetgeving
(onmenschelijkc uitwerking van de suc
cessiewet en de veel te lage aanslag der
Duitsche dienstboden) en pleitte voor ver
lenging van de overgangsbepalingen der
tabaksbelasting en verlaging van den ac-
có'ns op gedistillerd omdat er zooveel
geheime hranderó'en ontdekt worden. Dihr
Weitkamp wees op de vaak onjuiste schat
ting van de waarde van slachtvee voor
den accó'ns en de te kostbare administratie
bij de vleeschaccijns.
De 'heer Van Dijk (R.K.) sprak over
de nooduitkeeringen aan de gemeenten. De
zoo urgente herziening van de financieele
verhouding tusschen rijk en gemeenten is
nog steeds niet tot stand gekomen. Spr. be
treurt zeer deze vertraging.
De Heer J. ter Laan (S.D.) wenschte
voor de inkomstenbelasting een andere en
scherpere controle, want het is gebleken,
dat deze belasting op afschuweló'ke wijze
wordt ontdoken. Spr geeft daarvan eenige
voorbeelden: 43 'belastingplichtigen, be-
hoorende tot denmiddenstand, gaven zich
is komen wonen en daar denkt te blijven.
Hoe gaat het haar?"
„Heel goed, zoover ik weet".
„Meneer Hammond verliet voor een
oogenblik de studeerkamer en mevrouw
Powell voegde er bij:
„Haar vrienden in Noord-Amerika heb:
ben mij verteld, dat zjj met haar neef,
meneer Murray gaat trouwen en wel heel
spoedig".
„Ik heb daarvan nog niets gehoord".
„Denkt u dus 'dat er geen grond is
voor het gerucht V
„Wierkehjk, mevrouw, ik weet hoege
naamd niets van de zaak af".
Na een korte, pauze vroeg mevrouw
Powell:
„Komt meneer Murray tegenwoordig
weer in de gezelschapskringen?"
„Ik geloof het niet".
„Is hij nog even knap als altijd?"
„Ik weet niet, wanneer u hem het laatst
zag, maar de dames hier schijnen hem
eer te vreezen dan te bewonderen!" Me-
vtouw Powell, u hangt met uw mouw in
den inktpot van uw oom".
Edna was volstrekt niet gesticht over
dit uithooren en besloot er een eind aan
te maken. Zij nam dus haar boeken op
en zei tegen meneer Hammond, die nu
in de deur stond:
„Ik vermoed, dat ik .niet behoef te
wachten, daar u het vandaag wel te druk
samen cp voor f246.000; zij werden aan
geslagen voor f 761.000. Dit zijn nu mid
denstanders.
De heer Smeenk (A.R.) verdedigde afrek
van de contributie voor de vakvereeniging
van het bruto-inkomen bij de berekening
van den aanslag voor de inkomstenbelas
ting.
De heer Oud (V.D.) pleitte ook voor
nooduitkeering aan de gemeenten. Dtez»
minister heeft geen schuld aan de toe
zegging van minister De Geer, maar het
Kabinet is daarvoor wel aansprakelijk.
Voor allen die sukkelen
met moeilijken en onregelmatigen stoel
gang zijn Mijnhardt's Laxeertabletten on
misbaar. Zij werken vlug en radicaal en
veroorzaken, niet de minste kramp. Doos
60 ct. Bij apoth. en drogisten.
Het Hitler-proces te Muncheti.
Gister bereikte dit proces door het op
treden van von Kahr zijn hoogtepunt.
Evenals von Lossow begon von Kahr
een schildering te geven van de politieke
toestanden in den herfst van 1923 en het
algemeen verlangen, dat toen naar een
directorium heerschte. Hij meende, dat
zulk een directorium alleen nog redding
kon brengen en daarom was hij bereid
te trachten er een in het leven te roepen.
Maar het was nimmer zijn bedoeling dit
plan langs een weg van geweld door te
zetten.
Von Kahr schetste vervolgens den last,
dien hij van "den actieven Hitier onder
vond en hoe moeilijk het was dezen aan
den band te houden.
Omtrent de opmarsch-naar-Berlijn-bewe-
ging zeide v. Kahr dat 't hem duidelijk
was geweest, welke rampzalige gevolgen
een opmarsch naar Berlijn voor Beieren,
voor het bestaan van het rijk en voor
de geheele nationale beweging zou gehad
hebben. Een dergelijke beweging zou
geenszins tot succes hebben geleid.
Bij een bespreking op 6 November met
de leiders der vaderlandsche vereenigin-
gen, had von Kahr, naar hij zeide, er op
gewezen, dat elk gewelddadig optreden
het vaderland nadeelig zou zijn. Op 7
November 's avonds vernam hij tot zijn
verrassing, dat de vaderlandsche ver-
eenigingen in de Bürgerbraukeller op 8
November zouden bijeenkomen en daar
een rede van hem verwachtten.
Von Kahr schilderde vervolgens de
vergadering in de Bürgerbraukeller. Hij
had een half uur gesproken, toen Hitier
met een pistool in de hand binnendrong.
Toen Ludendorff verscheen, raadde hg
Von Kahr aan mee te doen. Deze hield
zich echter gereserveerd, daar hij nog
altijd een ingrijpen der politie verhoopte.
Later verklaarde hij zich bereid als stad
houder der monarchie het lot van Beieren
op zich te nemen. Aan een herstel der
monarchie had hij niet gedacht.
Korte berichten.
Volgens een bericht uit Boedapest
zouden de Hongaarsche journalisten over
wegen, in staking te gaan. Zij eischen 50
pet. van hun salaris van vóór den oorlog
met. een minimum van 175 goudkronen.
De Hongaarsche minister van onderwijs
heeft hun eisch ondersteund en bij de
uitgevers en directies aangedrongen op
een behoorlijke regeling der salaris-
kwestie.
zult hébhen om mij les te geven".
„Ja, ik moot je wel vaoantie geven tot
Maandag".
„Juffrouw E.arl, mag ik u vriendelijk
verzoeken om dezen brief te geven aan
juffrouw Harding? Een van haar vrien
dinnen uit New-York heeft hem mij voor
haar gegeven. Wees zoo goed den brief
aan haar te overhandigen met mijn har
telijke groeten".
Toen Edna het huis verliet» nam de
predikant zijn hoed af van den hanger
in de gang en begeleidde haar zwijgend
tot aan het hek.
„Meneer Hammond, uw nicht is de knap
ste vrouw die ik ooit gezien heb".
Hij zuchtte zwaar en antwoordde aar
zelend:
„Ja, zij is nu knapper, dan toen zó
een meisje was".
„Hoe lang is zó* weduwe?"
„Nog geen jaar".
De zorgvolle uitdrukking verscheen weer
•op zó'n anders zoo kalm gelaat en toen
Edna hem goeden morgen had gezegd, en
een eindweegs had geloopen, keek zó" toe
vallig om en zag hem' nog altijd over het
kleine hekje geleund staan onder de neer
hangende klimopranken en zijn grijze
hoofd gesteund in zón 'hand.
(Wordt vervolgd).