No 1ST
Donderdag S8 Februari 1914
38e Jaargang
L E V EiSLEED.
Buitenland
FEUiLUETOM.
Drukkers-Exploitanten
0O8TEBBAAN LE COINTRE GOES
ftmraiaux: Lange Vorststraat 8870, Goes
Tel.Redactie no. 11Administratie no. 58
Postrekening No. 36000.
Bijkantoor te Middelburg:
•Firma F. P. DHUIJ, L. Burg. Tel. no. 259
Ve Zeeuw
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
A b o n n e m e M I s p r ij s
Per 3 maanden, franco per post, f3«—
Losse nummersf0.06
Prijs der Ad ver Ien ti n:
I4 rogels f 1.20, elke regel meer 30 cL
Bij abonnement belangrijke korting.
Minister Colijn, de man der Heine
luyden.
Br ztin twee dingen, die gebeuren moe
ten, csm het leven in ons land op gezon
dere basis te vestigen en de groote ramp
van de inflatie te voorkomen.
Bet budget moet sluitend worden ge
maakt, clw.z. het groote tekort moet. weg
en daarna moeten de oelastingen, de di
recte belastingen, naar beneden. Beide din
gen zijn noodig om inzinking te voorkomen
en da welvaart van ons volk te vestigen.
Het tekort moet weg. Daarvan is ons
volk' 'thans zoozeer overtuigd, dat zelfs
de communisten het moeten toegeven. Ook
gaf «e heer Wijnkoop in zijn motie toe,
dat het weg moet, allereerst ter wille van
den kleinen man. De arbeiders, lijden, zoo
als hij toegaf, de grootste schade, als
wij doorgaan zooals thans. Hij erkende dus
dat de bedoeling van Minister Golijn niet
is, zooals eerst werd gezegd, en nog wordt
gezegd door de socialisten, om de kapita
listen te dienen, Neen de minister wil
den kleinen man voor een ,groot gevaar
baboeden. De grootkapitalisten redden zich
we], ook als de inflatie komt. Die koopen
gauw buitenlandsche warden, b.v. dollars
en verdienen nog flink wat ook. Maar
de arbeiders en de middenstanders lijden
de groot© schade. Dat heeft de ervaring
viel geleerd. Minister Co-lijn ia dus de man
van kleine luyden. Dat moet nu zelfs
-de communist feitelijk toegeven. Laat ons
'dit ».u goed onthouden en verder vertellen.
De waarheid dringt langzamerhand door
en de laster van socialisten en communis
ten most wijken. Zij eindigen met hem de
hoofdstelling to-e te geven. Ondanks hen-
zelve zeggen zij nu: gij minister hebt ge
lijk gehad. Het tekort moet weg. En dat
zcw gauw mogelijk. Gij zij!t de man 'dei-
kleine luyden. („N. Pr. Gr. C.")
Be S. O, A. P. gewraakt
Minister Aalb-erse, zegt- de „Rotterd.",
heeft gewaagd, maar niet gewonnen.
Het ging niet met den oorspronkelijken
grootechen opzet van de Arbeidswet.
Hei welvaartsleven werd zoo zwaar ge
troffen, dat de wet in haar oorspronkelij
ke» vorm niet kon won-den gehandhaafd.
ïb 1922 kwam de wijziging, die den
S^-«rigen arbeidsdag bracht, en boven-
otct de mogelijkheid voor afwijkingen der
wet #oor gemeenschappelijk overleg van
de organisaties van patroons en arbeiders
vasStegt.
Merkwaardig is nu, dat Dtr Goudriarn,
die aoogenaamde versléclitering van de
achterenwet door verlenging van den ar
beidstijd als volkomen natuurlijk voorstelt.
Letterlijk zegt hij: „Van een bevoorrech
te, van een bijzonder gunstige positie van
Nederland in vergelijking met zijn nabu
ren, is op 't oogenblik geen sprake meer.
Dit r$! zichzelf was al een volkomen af
doend motief om de vooruitgeschoven stel
ling' van -de 45-urenweek terug te trekken
■op '48. uur."
Alleszins gerechtvaardigd wordt alzoo
de verlenging geheet-en.
iM-arkwaardig, omdat dr Goudriaan is
een der vooraanstaande sociaal-democra-
ten, die o.m. bij de samenstelling van het
S ocialisatierapport belangrijken arbeid
verrichtte.
1 Merkwaardig, omdat destijds bij de tot
standkoming dezer novelle de .sociaal-de-
jnocatie brieschte van verontwaardiging
over Aa]berse's verraad.
fe de Tweede Kamer gingen de heer
Schaper en zijn partijgenooten aldus te
ke&r: „D'e Minister heeft de deur openge-
vet van alle beminnaars 'Van kapitalist!-
iWrawsirBuiiiwmMcaiKOBwBBB—g—iraww:
.5$.
„Het doet mij pijn, mevrouw Murray,
'dat u ook maar voor een oogenblik hebt
verondersteld, dat ik nw vertrouwen heb
misbruikt. De aard van deze briefwisse
ling billijkt, dat ik die heb gevoerd, zon
der zelfs u daarin te kennen. Deze brief
is de tweede, dien ik heb ontvangen van
meneer Manning, uitgever van het bekende
tijdschrift, en hij werd geschreven als
antwoord op een verzoek van mij in ver
band met een letterkundige kwestie, die
niemand aangaat, behalve mijzelf. Ik zal
n de ouderteekening laten zien; daar is
zij Douglas C. Manning. U kent zijn
letterkundige reputatie en zijn hooge po
sitie. Als u het eischt, kan ik natuurlijk
niet weigeren u toe te staan den brief
te lezen, maar, lieve mevrouw Murray,
ik hoop, dat u er niet op zult aandringen,
daar ik liever heb, dat niemand den in
nend weet, ten minste voor het oogenblik,
Haar ik u nooit heb misleid, meen ik, dat
n mij wel kon vertrouwen, als ik u ver-
tefeer, dat de correspondentie alleen be
trekking heeft op een letterkundig onder
werp'.
sche winzucht van de meest erge ex
ploitatie van arbeidskracht. Bij de ar
beiders zal hij voortaan te bo-ek staan, met
de meerderheid, die deze wetswijziging-
wil, als de ti'ouweloo-ze aan de sociale
wetgeving. Hij heeft zijn hoogste punt be
reikt in November 1918; nu is hij weer
degene van 20 jaar terug, de slappeling,
die zijn werk in den steek laat".
„Het Vo-lk" teekende een plaat met- een
kruis, waaraan een arbeider hing, met
het opschrift: „Bij het Christendom hoort
een kruis voor de arbeiders".
Op deze weerzinwekkende wijze werd
de agitatie gevoerd tegen een wetswijzi
ging, thans dc-or eigen partijgenc-ot alles
zins gerehtvaardigd geheeten.
Door die houding is de sociaal-democra
tie bij de beo-ordeeling dezer dingen ten
eenenmale gewraakt.
Ook thans, nu door de verdere ont
wrichting van ons economisch leven het
onveranderd voortbestaan der Arbeidswet
ernstig' aan de orde komt".
Wetstoepassing.
Uit een artikel in „De Nederlander"
van j.l. Vrijdag- is af te leiden, dat de
Minister van Onderwijs inhoudingen op
schoolsubsidies toepast, wanneer naar zijn
oordeel de lesrooster niet aan de bepalin
gen der wet voldoet.
•Indien dit werkelijk zoo is, zou hier
een treffend voorbeeld zijn van de wijze,
waarop het Departement va.n Onderwijs
de Wet toepast. Er is immers, de „Neder
lander" wijst er terecht op, niet één enkele
wetsbepaling aan te wijzen, waarop zulk
een korting zou zijn te baseeren.
Maar hoe is het dan mogelijk, dat de
Minister vai? Onderwijs zulk een niet op
de wet gegronde korting toep-ast?
Mr Rutgers merkt in „De Rotterdam
mer" hierbij op:
Ons verwondert dit niet. 't Is reeds meer
gebleken, dat liet Departement van Onder
wijs niet zoo zeer er aan hecht, dat de
Onderwijswet' wordt toegepast zooals zij
luidt, docli meer prijs er op stelt, dat de
toepassing tot een redelijk resultaat leidt;
redelijk naar het- oordeel van het Depar
tement.
Men kan erkennen, dat dit met de beste
bedoelingen geschiedt, en nochtans de de
partementale methode teil scherpste af
keuren.
Met al haar goede bedoelingen geeft zij
niettemin willekeur voor rechtzekerheid.
Het verlicht despotisme van het- Onder-
wijs-departement is met- de hoofdgedach
ten van Grondwet en Schoolwet niet in
overeenstemming. Het wijkt- er zelfs zoo
ver van af, dat men zich soms afvraagt-
of er aan het departement dan niet één
enkel jurist werkzaam is, die tegen zulke
zonderlinge wetstoepassing zou kunnen wa
ken.
Het Fransch-Belgisch verdrag verworpen.
De Belgische Kamer heeft gistermiddag
met 95 tegen 79 stemmen en 7 onthoudin
gen het Fran'schBelgische verdrag ver
worpen. De regeering heeft- ontslag ge
nomen.
De belangstelling, die voor het stemmen
door de Kamerleden over het Fransch-
Belgisch economisch verdrag werd betoond
was zoo groot, dat reeds een uur voor
de stemming de openbare tribunes prop
vol waren. Toen eindelijk de naamafroe-
ping begon, trad ,in tegenstelling met de
„Waarom wil je dan niet, dat ik den
brief lees?"
„Om een reden, die ik u later wel eens
zal uitleggen, als u alleen maar vertrou
wen in mij wilt hebben. Doch als u besloten
bent den brief te lezen, moet ik mij daar
aan natuurlijk onderwerpen, ofschoon het
mij oneindig pijn zou doen te weten, dat
u mij niet kunt of niet wilt vertrouwen
in zulk een onbelangrijke kwestie".
Zij legde den brief op de schrijftafel en
bedekte haar gelaat met de handen. Me
vrouw Murray keek even naar de onder-
teebening en zei:
„Kijk mij aan, verberg je gelaat niet,
dat maakt den indruk of er iets verkeerds
is".
Edna hief het hoofd op en zag, de
oogen vol tranen, haar weldoenster in de
strenge oogen.
„De ouderteekening van meneer Man
ning geeft mij eenige geruststelling en
bovendien heb ik nooit gemerkt, dat je
mij misleidde of trachtte te bedriegen.
Je gewone eerlijkheid geeft mij grond
om je ook nu te gelooven en ik zal er
niet op aandringen den briefte lezen,
ofschoon ik niet kan begrijpen, waarom
je er iets tegen kunt hebben. Maar, Edna,
ik ben teleurgesteld in je en in ruil voor
het vertrouwen, dat ik altijd in je ge
steld heb, wensch ik, dat je openhartig
gewoonte de groot-te stilte ih. Waar men
anders Lij deze operatie moeite heeft om
iets te verstaan, had men thans een muis
kunnen hoor en loopen.
Op de regeeringsbanken, waar men tot
het laatste oogenblik de hoop koesterde,
het verdrag er door te halen, werden de
gezichten elk oogenblik langer. Theunis
werd rood, Jaspar bleek, Franck asch-
gruuw, kortom, al de ministers kregen een
bijzonder kleurtje, dat nog toenam, toen
de voorzitter aankondigde, dat het ver
drag -met 95 tegen 79 stemmen was ver
worpen. Toen Theunis opstond om mede
te -deelen, dat de regeering haar ontslag
bij den koning zou indienen, brachten zijn
aanhangers hem een ovatie. Tegenstem
mers waren: al de aanwezige socialisten,
de frontpartij en 25 katholieke, meest
Vlaamsch-democraten.
Het socialistische oppositieblad de
„Peuple" verheugt zich natuurlijk over de
verkregen resultaten. Die liberale „Soir"
schrijft, dat de uitspraak tegen het ver
drag een aanslag is op België en dat
Duitsehland er niet weinig mee inzijn
schik zal zijn. D(e katholieke „Libre Bel-
gique" die het ontwerp-verdrag hevig be
streden heeft, is natuurlijk in de wolken.
,De sneeuw in Zuid-Europa.
Die bericht-en uit Riviera en Noord-Ita-
lië maken melding van veel sneeuw en
hevige koude. Van de Pyreneeën tot de
Italiaansche Alpen heerscht ongewoon win
terweer. Het telefonisch verkeer tusschen
Parijs, Marseille en Nizza is verbreken.
De bergketen bij Nizza is met sneeuw be
dekt. In Toscane zijn de wegen van de
heuvelachtige districten door de sneeuw
geblokkeerd. Het auto-verkeer en de post
diensten zijn stopgezet. Florence ligt dik
onder de sneeuw, op sommige plaatsen der
stad ligt liet 18 c.M. hoog.
De zomertijd in het buitenland.
Volgens de „Temps" is de Belgische
regeering het er over eens, dat de zomer
tijd op den laatsten Zaterdag van Maart
moet ingaan. De regeering te Londen stel
de echter 19 April, dat is de derde Zater
dag dier maand, vlak voor Paschen, voor,
wegens de stoornis, die de wisseling nood
zakelijk in den treinenloop brengt. Deze
datum wordt vermoedelijk niet aanvaard.
Technische gedelegeerden uit de drie
landen zullen zich dezer dagen hierom
trent verstaan.
Hel proces-Hitier.
Tcien -gister-ochtend Weber, de leider
van den Bund Oberland verhoord werd
ontstond een incident. De off. van justitie,
vroeg of beklaagde niet wist dat de naam
Ludendorff in Noord-Duitscliland weinig
weerklank voiul. Hierop) sprong Luden-
dorif op en riep: „dat is een beleediging!'
Ook het publiek pro-testeerde, waarop- de
president het waarschuwde met de
woorden: het 'is hier geen schouw
burg!" zoo meldt de N. R. Ct.
De zitting droeg ook verder een zeer
opgewonden karakter en belooft sensatio
neel te worden als von Kahr zal wor
den gehoord. Von Poehner liet namelijk
doorschemeren, dat kapitein Ehrhardt met
von Kahr en von Seiss-er samen plannen
had ontworpen voor een opmars-ch naar
Berlijn, plannen waarover hij in een zit
ting met gesloten deuren nadere mede-
deelingen zou doen. De verdediging ver
langde met nadruk, dat Ehrhardt als ge
tuige zou worden gehoord. Het Openbaar
Ministerie had onder de behandeling me
degedeeld, dat Ehrhardt onvindbaar was.
Een der verdedigers deelde daarop Ehr
hardt's adres te Munch en mede, hetgeen
groote vroolijkheid teweegbracht.
antwoordt op de vraag, die ik op het
punt ben je te stellen. Waarom heb je Gor
don Leigh's aanzoek afgewezen?"
„Omdat ik hem niet liefheb".
„Och kom, dat schijnt ongelooflijk, want
hij is knap, aantrekkelijk, en enkele jonge
dames toonen zeer duidelijk, dat zij hen.
.liefhebben, al heeft hij hun dit nooit ge
vraagd. Er is maar één manier, waarop
ik je weigering kan verklaren en ik wensch
dat je mij de waarheid zegt. Je wilt niet
met Gordon trouwen, omdat je een ander
lief hebt. Kind, wien heb je lief?"
„Neen, werkelijk niet! Ik houd van me
neer Leigh minstens evenveel als van
eenigen anderen man, dien ik ken. Maar,
liefhebben doe ik alleen u en meneer
Hammond".
Mevrouw Murray legde de hand on
der de kin van het meisje en keek haar
eenige oogenblikken diep in de oogen.
Toen zuchtte zij diep.
„Kind, ik vind het moeilijk je te ge
looven".
„Waarom? Wien denkt u, dat ik' zou
liefhebben? Meneer Leigh is zeker een
meer aangename vriend voor mij geweest
dan iemand anders dien ik ken".
„Maar meisjes hebben soms vreemde
-grillen in deze dingen. Verwacht je ooit
©en beter huwelijksaanbod te krijgen dan
dat van meneer Leigh?"
Een bureaucratisch-doode.
De man was dood, het stond in de
Fransche registers. Eu of hij nu al adem
haalde en leefde en voor zijn gezin zorgde
dat stond niet in de registers en dus
bleef de man dood.
Deze levende doode (een Fransch-
man) ondergaat al 8 jaar in goede ge
zondheid die zonderlinge positie. Het is
Paul Francois Charles Flour.
Het eerst hoorde hij van zijn dood,
toen hij in 1916 thuis van verlof zijnde
en het huiselijk samenzijn genietende- na
het harde leven in de loopgraven, een
heel ernstigen officieelen brief kreeg.
Dat was wat, die dikke brief! Zeker
een verrassing. Men bekeek hem lang van
buiten. Eindelijk scheurde Paul hem open
en hij las„de eer u mede te deelen,
dat Paul Francois Charles Flour overleden
is".
P. F. C. Flour dacht aan een vergissing
Hij schreef: „Ik ben niet dood", en ging
weer naar zijn regiment. Verder werd hij
niet doodgeschoten of zwaar gewond. Hij
kwam na den oorlog weer thuis en werkte
als gewoon, totdat zijn vrouw in 1923
weer zoo'n officieel papier Jcreeg.
Wat zou dat zijn?
Zou ik weer dood zijn?
De brief ging open. En daar stond
in een schrijven aan de weduwe, dat zij
een medaille kon reclameeren, die voor
betoonde dapperheid aan P. F. C. Fleur
nog na diens dood was verleend.
Weer schreef de man: Ik leef!
-Er ging weer eenigen tijd overheen.
Toen kreeg de vrouw weer een officieelen
brief:
cfeeïen u mede, dat zal worden
-overgegaan tot het opgraven van het stof
felijk overschot van Paul Francais Charles
Flour, dat in het kerkhof van Bar le Due
plechtig zal worden bijgezet. Wij noodigen
u uit, bij die plechtigheid tegenwoordig
te zijn".
P. F. O. Flour schreef aan de autori
teiten, -dat zijn vrouw niet zou komen,
omdat hij nog leefde en zich niet wenschte
te laten begraven.
Weer geen antwoord. Totdat er een
officieelen brief kwam:
zou-d u ons verplichten met mede
te deelen, welke inscriptie u aangebracht
wenscht te zien op het graf van uw over
leden echtgenoot
Toen stonden man en vrouw paf...
en zij verheugden een correspondent van
de „Matin" met dit lugubere verhaal.
Geen Nederlandsche aannemers in België.
Gisteren heeft de aanbesteding plaats
ge-had van de werken tot herstel van den
muur in -den Kattendijksluis te Antwerpen,
welke enkele maanden geleden plotseling
aan het „wankelen" ging. Voor de her
stellingswerken hebben slechts drie firma's
ingeschreven, waarvan de laagste voor
ongeveer 2 millioen francs. Het merkwaar
dige was vooral, dat geen enkele buiten
landsche lees Nederlandsche firma
voor -deze waterwerken heeft meegedon-
gen. Een Antwerpsch blad schrijft dit toe
aan de jongste verklaring van den minis
ter-president Theunis, volgens welke in
beginsel -elke gunning aan een vreemde
firma door de regeering zou geweigerd
worden.
De depreciatie van den franc.
De daling van den franc blijft in Frank
rijk nog steeds het middelpunt van de
conferenties en besprekingen. Zoowel ter
beurze als in het parlement vormt zij een
factor van emotie qn sensatie, hetgeen
ook geen verwondering baart, als men liet
„Wat het maatschappelijke aangaat weet
ik, dat ik nooit zulk een goede gelegenheid,
meer za.1 krijgen. Maar mevrouw Murray,
ik zou liever trouwen met een armen man,
-dien ik werkelijk lief had en die zijn da-
gelijksch brood verdiende, dan de vrouw
van meneer Leigh te zijn en -eigenares van
het prachtige huis dat hij bouwt. Ik w-eet,
dat u gaarne zou hebben, dat ik hem aan
nam en dat u mij heel dwaas en kort
zichtig vindt, maar het is een vraag, die
ik heb uitgemaakt na mijn geweten en mijn
hart te hebben geraadpleegd".
„En je geeft mij je woord van eer, dat
je geen anderen man meer lief hebt dan
Gordon?"
„Ja, mevrouw Murray, dat verzeker ik
u".
Terwijl de meesteres van het huis haar
hand legde op Edna's hoofd, vroeg zij
zich af, of het mogelijk was, dat haar,
zoon ooit deze wees met liefde kon be
schouwen; en zij stelde aan haar eigen
hart de vraag, of zij ooit bereid zou zijn
haar als haar dochter aan te nemen.
Ja, mevrouw Murray meende, dat zij een
oprechte vriendschap koesterde voor me
vrouw Inge, en toch had zij ernstig ge
wild, dat haar broer zou trouwen met
een meisje, dat zij niet als de vrouw
van haar eigen zoon zou willen ontvan
gen. Waarlijk, als menschelijke vriend-
ojngste koersverloop nagaat.
Krampachtige pogingen worden ook
zelfs nu nog aangewend, om deze scherpe
koersdaling toe te schrijven aan vijande
lijke manipulaties, welke door internatio
nale financiers nog in de hand gewerkt
worden. Dit dit slechts voorwendsels zijn,
bewijzen ook wel de mededeelingen van
enkele gezaghebbenden en o.a. het be
richt der „Journée Industrielle", dat de
oorzaak van de depreciatie van den frano
in Frankrijk zelf gezocht moet worden.
Alle redevoeringen en reeds genomen
maatregelen ten spijt, zette de koersdaling
zich zelfs in versneld tempo voort, omdat
men een verkeerd inzicht had in de wer
kelijk© oorzaak van de koersdaling. Het
uitzetten en weren van vreemdelingen, het
sluiten van de beurs, het invoeren van bin
dende en beperkende maatregelen betref
fende den deviezenhandel, konden de oor
zaken der koersdaling niet wegnemen en
daardoor geen verandering in het koers
verloop bewerkstelligen.
Teekenen-d is, hetgeen M. Klotz, oud
minister van financiën, in een discussie
over de koersdaling van den franc onlangs
naar voren gebracht. De oud-minister be
weerde, dat de stijging van de kosten
van levensonderhoud in Frankrijk abso
luut niet moest worden toegeschreven aan
de daling van den franc-koers en tracht
te zijn geponeerde stelling te bewijzen door
er op te wijzen, dat de kosten van levens
onderhoud nu bijna even hoog waren als
in het jaar 1920, toen de Fransche wissel
koers veel beter was en de franc dus nog
niet in die mate gedeprecieerd was als nu.
Het is bedroevend dergelijke beweringen
uit den mond van een ond-minister van
financiën te moeten vernemen. In 1920
immers waren de prijzen over de geheele
wereld, door meerdere omstandigheden
buiten het geld om, zeer hoog.
Het feit echter, dat de Fransche prijzen
daarna niet tot het niveau gedaald zijn,
als in Nederland en Engeland, doch weer
tot het hooge niveau van 1920 zijn opge-
loopen, toont aan, hoe het Fransche geld
in waarde gedaald is, in vergelijking met
de munt van andere landen als Nederland
en Engeland.
Spoorwegongeluk in Britsch-lndië.
Een ernstig spoorwegongeluk heeft den
23sten Februari plaats gehad. Een goede
rentrein derailleerde op een brug tusschen
Anhesar en Pandskil op den Noordwester
spoorlijn. Negen en twintig geladen wa?
gons werden totaal verbrijzeld. De brugf:
is ernstig beschadigd, twee spanningen
zijn vernield. Zeven perso-nen zijn gedood
en elf gewond. De slachtoffers zijn allen
spoorwegbeambten. Er wordt een onder
zoek ingesteld.
Korte berichten.
Volgens ©en bericht in de" bladen
heeft Zweden een duikbootjager van En
geland gekocht om te worden gebruikt
bij de bestrijding van de dranksmokke
larij in de -Oostzee.
Het mond- en klauwzeer is in de
provincie Scania in Zuid-Zweden uitge
broken en breidt zich uit. Aanzienlijke
verliezen zijn reeds geleden en ongeveer
80 landgoederen en boerderijen" worden,
geacht besmet te zijn. i
Bij het -ontvangen van de commis
sie voor de ontwikkeling van de marine
heeft Mussolini verklaard, dat hij' de Ita
liaansche zeemacht geleidelijk en voort
durend Vergrooten wil.
schap op de proef wordt gesteld en ont
leed wordt, blijft er vaak niet veel anders
over dan de diepste zelfzucht.
HOOFDSTUK XVI.
Herinneringen uit het ver
leden.
Op zekeren namiddag, ongeveer tien
dagen na de ontvangst van meneer Man
ning's brief, toen Edna van de pastorie
terugkwam, vond zij de heele familie zit
ten op het voorterras en zij zag, dat de
verwachte gast was aangekomen.
Toen mevrouw Murray haar voorstelde
aan meneer Allston, stond deze op, kwam
een paar passen nader en stak haar zijn
hand toe. Edna was op het punt hem!
de hare te geven, toen de groote hart
vormig gezette diamanten aan zijn vin
ger schitterden en een snelle blik op
zijn gelaat en gestalte haat haar hand
deed terugtrekken, eer deze de zijne had
aangeraakt. Zij uitte da&rbij een half-
gesmoorden kreet.
Hij beet op zijn lip, keek vragend den
kring rond, glimlachte en terugkeerend
naar zijn plaats naast Estelle, hervatte
hij de opgewekte conversatie, waarin hij
was gestoord.
(Wordt vervolgd).