EUW TWEE3E BLAD. LEVENSLEED. Uit ile Provincie. bezuiniging. FEUILLETON. AN ZATERDAG 2fFEBR. 1924. No. 123. OnderstaandJregelen zijn ontleend aan een artikel van den. soc.-dem. wethouder van Amsterdanj den heer Wi. II. Vliegen. Het is gedateeri September 1922. Let op den datum s.v.j. en bedenk dat het een sociaal democr^isch volksvertegenwoordi ger is die aldls schrijft. Die spatieering ap een bepaald punt is van ons. Wie Staat of gemeente of eenig an der openbaar lichaam besturen wil, moet weten vooruit te zien. In de eerste plaats geldt dit wel van de finan ciën. Menig partijgenoot heeft eerst als raadslid eenig be grip gekregen van de betee- kenis van het financieele vraagstuk voor heel onze hervormingspolitiek. Als raads lid krijgt men al spoedig begrip van deze eenvoudige werkelijkheid, dat om een gulden uit te geven, je hem eerst moet hebben en nog van deze andere, dat je een gulden die je maar eenmaal int, ook maar eenmaal kunt uitgeven. Zonder tegen- over het aangename van het uitgeven altijd het onaangename staat het geld ergens vandaan te moeten halen. In het vervolg van zijn schrijven waar schuwt de schrijver tegen mogelijk opti misme van hen, die in genoemd jaar (1922) meenden dat de mooie opbreng sten der naast vorige jaren zich in 't vervolg zouden herhalen; en dan gaat hij voort Het zal wel geen betoog behoeven dat dit uit is. Sinds het begin van 1921 gaat ongeveer alles heel slecht. Wij1 beleven een zware economische crisis, waarvan het einde nog door niets wordt aangekondigd. De reus achtige tekoirten opi spoor-, post-, tele- graafbedrij'ven gegeven een beeld van wat zoow'at overal geschiedt. Feit is dat de inkomstenbelastingopbrengsten met sprangen omlaag zullen gaan. Duizen den goede betrekkingen zijn opgeheven, va ntienduizenden zijn de salarissen en loonen verlaagd. De particuliere bedrijven, zegt de heer Vliegen, kunnen dit in een tijd van over vloed van werkkrachten maar al te ge makkelijk. Hoe echter is het gesteld met Rijk en Gemeenten? Die schrijver zegt er van: De gemeenten komen nu, evenals hpt Rijk en verdere apenbare lichamen, voor financieele tekorten te staan, die slechts op twee wijzen te bestrijden zij'n: doio-r vermeerdering der inkomsten gelijkstaand met zware belasting- verhöoging, of door vermin dering der u i t g av en Belastingverhoioging zal echter schier onmogelijk zijn in oen "tijd als deze, waarin van groiote massa's de inkom sten lager wqrden. De ongelijkheid van belastingdruk in de verschillende ge meenten is daarvoor, ook nog een hin derpaal. In die gemeenten waar veel grootkapitaal zit en de belasting hoog is, dreigt altijd hot gevaar van ver trek. We vreezen dan ook dat maar heel weinig gemeenten in de gelegen heid zullen zijn, door belastingverhoo- ging de moeilijkheden te overwinnen. Het andere middel isverlaging dei- uitgaven. Voor ons is het een van zelfsprekend iets, dat verlaging van salarissen en loonen daarbiji het aller laatst in aanmerking karnen. Daar zijn wijl in elk geval noig niet aan toe. Let. wel, dit schreef hij in 1922. Maar in 1923 schreven zijn ambtgenoo- ten en geestverwanten de Wethouders W'i- baut en De Miranda al anders. Zij gingen al wat verder. Maar zoo schrijft de heer Vliegen verders. 52). HOOFDSTUK XV. De brief van den uitgever. „Het is onmogelijk, Kstelle. Het meisje is niet gek en niets dan ontoerekenbaar heid zou zulk een gedrag kunnen verkla ren!" Rood van boosheid liep mevrouw Mur ray de zitkamer op en neer. Spelend met <Ien juweelen armband om haar arm, ant woordde juffrouw Harding: „Daar mevrouw Inge zijn zuster is, ver onderstel ik, dat zij' wel spreekt uit be trouwbare bron en zij toonde ongetwijfeld heel groot genoegen over het mislukken van Gordon Leigh's aanzoek. Zij vertelde mij, dat hij zeer terneergeslagen was, ten' gevolge van Edna's afwijzing en meer teleurstelling toonde, dan zij1 onder de gegeven omstandigheden mogelijk' had ge acht. Natuurlijk is zij heel dankbaar, dat haar familie bewaard is voor de schande van zulk een mésalliance U zoo&ls zij deze verbintenis beneden zijn stand noemde". U Huwelijk beneden iemands stand. Maar aan één ding zijn wij wél toe. Iri schier elk bedrijf, particulier cf overheidsbedrijf, en eveneens in onge veer alle diensten, is het in den tijd - die achter cms ligt druk geweest en heeft men veel personeel aangesteld dat thans overbodig is-. Terugkeer tot een economisch gebruik van werkkrachten en verminde ring van deze waar er te veel zijn, is iets waartegen wij ons niet magen verzetten. Dat mo gen o.i. ook de vakorganisaties niet doen. Aandringen op een voldoende wachtgeldregeling, en in 't algemeen op maatregelen, die den overgang in an deren werkkring zander al te veel leed doen plaats hebben, ligt natuurlijk wél op haar weg. Maar vooral wie voorstan der is van gemeenschapsbedrijf, moet zich op het standpunt stellen dat dit gemeenschapsbedrijf economisch werkt, zoodat de prijken van het product de laagst mogelijke kunnen zijn, waardoor vanzelf ook het grootst mogelijke ver bruik wordt mogelijk gemaakt en be- diijfsuitbreiding weer tot meer werk gelegenheid leidt. En wat de diensten betreft die geheel uit de belastingen moeten worden betaald, gaat het zeker niet aan méér belas ting te vragen van de bevol king om overbodig perso- n ee 1 t c onderhouden. Dezen dienst met 'het personeel dat strikt noodig is om zo goed te doen functio- neeren, te doen volstaan is de na tuurlijke taak van elk goed bestuurder. Willen de gemeenten in staat blijven hun sociale taak te vervullen, dan moe ten er financiën zijn, zegt de wethouder en we moeten allen beseffen, dat wij in dit opzicht een moeilijken tijd beleven. En hij betoogt verder, dat „de strijd tusschen groepsbelangen en gemeen schapsbelangen in den eersten tijd menig moeilijk oogenblik zal "opileveren," om vervolgens deze conclusie te trekken: Voor en aleer de internationale poli tieke verhoudingen zóó verbeterd zijn dat het internationale economische leven zich weer geheel herstellen kan, zal van een verdere krachtige ont plooiing van onze sociale politiek wel niet veel kamen. Dit is een onaange naam feit, en feiten zijn leelijke dingen. Nu is api 't oogenblik (1924) de toe stand weer zoioveel slechter; en staat de Rijksregeering voor een tekort van 130 miljoen, dat gedekt moet, zal Neder land Duitschland niet achterop gaan, of, om te beginnen, krijgen de ellende, waar België en Frankrijk nu al midden in zitten. Zouden do sociaal democraten, die min der Vliegen en Wibaut, dan Troelstra en Stenhuis gelooven, zouden ook onze eigen menschen, voo-rzoover zij nog aan geloofs vertrouwen en geloofsgehoorzaamheid doen, niet enkele der waarschuwingen van den soe.-dem. wethouder, die wij zooeven* citeerden, willen overwegen. Het gaat toch niet aan te zeggen: ik ben voor bezuiniging, mits ik zelf er maar buiten blijf. I li I i 111,11 De geestelijke vraagstukken. Nooit mogen, ook met- in ftjd van nood, ie geestelijke vraagstukken van den dag achter de stoffelijke geschoven worden, Het is nu eenmaal zoo, en dat is maar gelukkig ook, dat de mensen bij brood alleen niet leven zal; en onze Heiland in het Onze Vader ons geleerd heeft in de eerste plaats te bidden om de heiliging van 's Heeren Naam., en eerst in de vierde plaats om ons dagelijksch brood. Wie dit toestemt, zal 't genoegen doen, dat de voorzitter der A. R. Kamerclub inr Ru tigers in de Kamerzitting van Woens dag dit de Regeering ernstig onder het oog heeft gebracht, in 'verband met de bezuinigingsplannen, i In liet algemeen, zoo eindigde hij dit deel van zijn betoog, steunen wij de Re geering in haar financieele politiek, om dat wjj ons daartoe verplicht achten. „Maar zoo vervolgde hij toch kla gen wij over één ding. hierover n.l., dat (kor den loop der dingen andere zaken dan de financieele toestand van het Rijk op den achtergrond dreigen te geraken. Re denk daarbij met name aan punten, „Je zult me zeer verplichten door zorg vuldiger te zijn in de keuze van je woor den, Estelle, daar het geen mooi compli ment tegenover mij is op te merken, dat een man zich zou vernederen door een meisje te huwen, dat ik heb opgenomen en opgevoed en haar zoo goed onderwijs heb doen geven, als ware zij' mijn eigen doch ter. Ondanks haar geringe afkomst is Ed na even waardig de vrouw van Gordon te zijn, als een van die verwende poppen, die in Clara Inge's salon ronddrentelen en ik zal niet nalaten haar dit te zeggen, als zij ooit in mijn tegenwoordigheid liet "woord „mésalliance" durft bezigen". „In dat geval zal zij zeker antwoorden door u te vragen op haar hoffelijke en welgemanierde wijze, of u van plan bent uw toestemming te geven aan Edna's hu welijk met mijn neef Norman Arthur". Mevrouw Murray bleef plotseling staan en haar nicht strak aanziende zei-de rij streng: „Wat bedoel je, Estelle Harding?" „Lieve tante, de goedheid van uw hart heeft u wonderlijk verblind voor het ka rakter van het meisje, dat u in huis hebt genomen en geëerd met uw vertrouwen en liefde. Heb geduld met mij, als ik deze geslepen, kleine intrigante voor u ont masker. Zij is arm en onbekend en als zij uw huis verlaat, zooals zij voorgeeft van plan te rijn, moet rij werken voor haar waarin de Antirevolutionaire Partij steeSs een bijzonder belang heeft gesteld. Wanneer de Regeering afschaffing der Staatsloterij in het vooruitzicht stelt, wordt dat door ons met ingenomenheid vernomèn, maar er zijn ook andere pun ten aan de orde, waarvan ik gaarne zou zien, dat zij niet als gevolg- van de financieele politiek die gevoerd wordt, van de agenda zouden verdwijnen. Ik denk daarbij aan de regeling, die ten opzichte van de crematie noodig is, omdat op dat punt nog steeds een bedenkelijke lacune in onze rechtsregeling bestaat. Ik denk voorts aan het bioscoop gevaar, waarvan de beteugeling nog altijd urgent blijft. Ik denk hierbij nog aan de Zondagswet, welker vervanging door een nieuwe wet al meer noodig is. Ik hoox> en vertrouw, dat de Regeering de mogelijkheid in het oog zal houden om deze zaken, ik spreek met cpzet alleen van reeds voor behandeling gereed zijnde wetsontwerpen, met de Staten-Generaal af te handelen. Voor <]e Antirevolutionaire Partij staat de invloed der Christelijke beginselen op het Staatsbestuur in het centrum van haar politiek. Met het oog daarop zijn in stad en land de Antirevolutionaire mannen en vrouwen gemobiliseerd, sinds de stichting van de Partij. Dat. neemt niet weg, dat op dit mobili- seeren ter verdediging en ter bevestiging van de Christelijke grondslagen van ons volksleven is gevolgd een politieke opvoe ding van lange jaren, die er toe geleid heeft, dat de antirevolutionaire Partij de verantwoordelijkheid niet schuwt en ook, zoo noodig, bereid is het odium voor wat 'zij in gemoede noodzakelijk acht, te dra gen. De Antirevolutionaire Kamerleden zijn gelukkig, om daarbij de Antirevolu tionaire Partij achter zich te weten. Dat mag intusschen ons niet er van af houden, uit te zien naar de mogelijkheid om ook in het vervolg en ook in de om standigheden, waarin wij nu verkeeren, den invloed van het Christelijk beginsel op het Staatsbestuur te bevestigen en te versterken." Tot zoover deze Kamerrede. De heer Rutgers deed hier een snaar trillen in de harten van allen, die zich nog rekenen tot het Christenvolk, dat de goedertierenheden des Heeren prijst „dat (zij) nog niet vernield zijn". vKPwrug>'w:<.'<j'ii<wsic*r-cwi'wx«»aw*twao»BJ3B3noMaiuT»Tii m l Het begin der Hervorming op Walcheren. II. Bij de terechtstelling van een veroor deelde wegens het geloof willen wij een oogenblik stilstaan. In Februari 1562 W i 11 e b o o r t „C o r n e 1 i s van 0 o s t- k a p e 1 i e veroordeeld om onthoofd te worden (gecondempneert te worden met den zwaerde). Hij was te Middelburg op 's-Gravensteen gevangen gezet. Men trachtte hem terug te doen keeren tot de Roomsche kerk, maar te vergeefs. Acht maanden lang werd hij gevangen gehouden, .voordat men tot zijn terecht stelling overging. Men durfde hem niet openlijk op de markt onthoofden, zooals het de gewoonte was, want „groot (d. i. veel) volck was in roeren". Daarom zou het in een der kelders van 's-Gravensteen geschieden en bovendien des nachts, mede uit vrees voor het volk. De scherprechter Mr Pie t er L annoy heeft op 26 Octo ber des nachts het vonnis voltrokken. Hiervoor kreeg hij de som van 20'schel lingen (f6) en nog 6 sch. 8 gr. (f2) voor zijn ordinaire schotelspijze. Zijn werk heeft hij blijkbaar met geen vaardige hand gedaan, want hij is 2 nachten met eigen onderhoud, wat niemand ooit zou doen uit vrije verkiezing, als er een kans van een weelderig leventje van gemak bin nen zijn bereik ligt. Meneer Leigh is heel knap, heel aardig, rijk en intelligent en wordt beschouwd als een schitterende par tij -voor ieder meisje; en toch wijst uw be schermelinge hem op de meest besliste ma nier- af, als reden opgevend, dat zij- hem niet liefheeft en de voorkeur geeft aan hard werken als onderwijzeres boven de prachtige positie, die zij als rijn vrouw kan innemen. Dat zij zulk een schitterend aanbod kan afslaan schijnt u ongeloofelijk maar ik wist van het begin af, dat zijf het niet zou aannnemen. Mijn lieve tante El len, Zij streeft naar de eer uw schoondoch ter te wioirden ©n zijl ka.n gemakkelijk me neer Leigh's aanzoek afwijzen, 'als zij hoopt meesteres van „Le Rocage" te worden. Zij is mooi en dat weet zij en de slimme wij-ze, waarop zij de kaarten hanteert, zou mij werkelijk interesseeren en amuseeren als ik geen verdriet had van de teleur stelling die zij u bereidt. Het heeft mij, -dat moet ik eerlijk bekennen, met uw bui tengewone scherpzinnigheid in andere din gen, zeer verbaasd, dat u zoo blind ge bleven is voor de machinaties, die dit meisje in uw eigen huis op touw zet. Kunt u niet zien hoe mal zij Norman tracht te vleien door zich te verdiepen in zijn -duffe handschriften en door te doen, als- de executie bezig geweest, daar hij het „den eerstén nacht niet kon volbrengen" en toch had hij helpers genoeg. De die naars van den rentmeester kregen 4 sch. 2 gr. (1.25) om Cornelis ter executie te helpen brengen „om de groote yan zorge in dien geleden". Jan Joose, de cnape> of knecht van 's-Gravensteen, kreeg 12 gr. (f 0.75) voor het schoonmaken van de kelders. Hugo Willemse, de steen- Waerder of cipier ontving 10 sch. (f3) voor zijn kaarsen, vuur, bier en 't eten, gegeven aan de dienaars en den patiënt (den terechtgestelde). Het lichaam werd op een rad en het hoofd op een staak gesteld buiten de Noorddampoort. De be zittingen van W. Cornelis werden gecon fisqueerd (verbeurd verklaard). Doordat koning Filips 18 bisschoppen aanstelde (aam eiken bisschop waren nog 2 inquisiteurs toegevoegd) kon strenger tegen de hervorming worden opgetreden. In 1559 was tot bisschop te Middelburg benoemd Nicolaas de Castro of van der Burg, sedert 1556 inquisiteur en voor dien tijd kannunik te 'Utrecht. Het duurde nog 3 jaar, voor hij het ambt aanvaardde. Op 26 Dec. 1562 werd hij ingewijd door den bekenden kardinaal Granvelle. Over den bisschop zullen wij later meer hooren. In 1563 kwamen nieuwe bevelen tot stipte uitvoering en tot vernieuwde af kondiging van 't plakkaat van 1556. De vroedvrouwen moesten beëedigd worden om de geboren kinderen te doen doopen naar de gebruiken der Roomsche kerk. Om de 3 maanden werden de huizen der boekverkoopers gevisiteerd om te zien of zij geen verboden boeken hadden. Men ging voort met „halsstraffen" uit f.e oefenen. De j'aren 1566 en 1567 waren in ons land voor de Hervorming van groote be- teëkenis. Het Verbond der Edelen, waar van zoowel strenge Katholieken als meer gematigde personen lid waren, had aan de landvoogdes oen smeekschrift aan geboden tot verzachting der plakkaten. De landvoogdes begon wat bevreesd te worden voor deze organisatie en stelde haar antwoord uit. Hierdoor werden de Hervormers vrijmoediger, vooral die in Vlaanderen. Van groote bteteekenis, maar minder geruchtmakend was een ander verband, n.l. het verbond der Kooplieden, tot handhaving der bedreigde rechten en vrijheden. Op Pinksteren 1566 besloot de Kerke- raad van Antwerpen niet meer in 't ge heim samen te komen, maar in 't open baar. Den 14en Juni van 't zelfde jaar werd de eerste hagepreek te Oudenaar den gehouden. Nog geen 3 weken later of ook op Walcheren was er een hagepreek. Zooals 't woord aanduidt, was het een piredicatie in 't open veld. Den 30en Juni 1566 werd onder Koud e kerke bij de duinen de eerste hagepreek gehouden. Tidritt waren Hervormers in Walcheren reeds 2 j'aren vroeger in de open lucht samengekomen. Den 30en Juli 1564 n.l. werd de stadhouder Turk op- verzoek van den Bisschop- naar Ritthem gezonden, omdat daar in een boschken van Arent Boon, dijkgraaf van de Zuid-Watering, een vergadering van sectarissen werd gehou den. D;e hagepreek ouder Koudekerke werd gehouden omtrent Dishoek in Slabber- duin. De naam van den prediker is niet bekend, alleen weten wij', dat hij een kuiper van zijn ambacht was en afkomstig van Vlissingen. Hfij Werd beschermd door „een goet getal van personen met wapenen en ge weer". Voor 't uiteengaan zongen zij den 118den Psalm Diavids. Nauwelijks had de rentmeester iets ge hoord van deze hagepreek of hij zond zijn stadhouder met dienders, «benevens een notaris (d.i. een schrijver) naar Slab- berduin, doch zijl kwamen te laat. Die hagepreek was geëindigd en de bezoekers waren reeds uiteengegaan. Bij omwonen den werd nauWkeurg navraag gedaan en de notaris stelde dit alles op schrift. Twee dagen later (2 Juli) werd wteer een hagepreek gehouden en Wel te Brigdamme. Hier waren 2 ministers (predikers) n.l. Gelei n Jansz d' lloorne van Middelburg en A d r i a- nus Obry van Veere. Waren er bij Dishoek een 300 personen, hier was het aantal 5 maal zoo- groot. Uit ge heel Walcheren, vooral uit de steden, waren de Hervormers samengekomen. of zij groote belangstelling heeft voor zijn geliefkoosde schrijvers? Uw eigen ver stand zal u zeggen hoe onnatuurlijk het is, dat een aardig jong meisje, als Edna zoo volkomen de abnormale neigingen en lief hebberijen van mijn neef zou, deelen. Eer ik vierentwintig uur in dit huis was ge weest, doorzag ik het spel, dat zij zoo handig speelde en ik was alleen verbaasd, dat u het slachtoffer zou worden van de geslepenheid van het kind, dat u met zoo veel vriendelijkheid en goedheid heeft overladen. Beschouw slechts de feiten. Zij heeft zeer zeker geweigerd om met me neer Leigh te trouwen, en hoe kunt u in haar plaats dit feit verklaren door een andere oplossing, dan die ik' er aan heb gegeven en die, naar ik u kan verzekeren, iedereen helder voor ooigen staat, behalve u-zelf". Pijnlijke verwondering deed mevrouw Murray eenige ©ogenblikken het zwijgen bewaren. Tenslotte schudde zij het hoofd en riep uit: „Ik geloof er geen woord va,n! Ik ken haar veel beter, dan jij' haar bij' mogelijk heid kunt kennen en verre van met m'ijn zoon te willen trouwen, is zij bang van hem, en zij heeft zelfs een afkeer van hem. Haar duidelijke antipathie heeft mij zelfs verdriet genoeg gegeven en van tijd tot tijld behandelden zij elkaar minder goed dan de .gewone hoffelijkheid toelaat. Zij De vroedschap1 van Middelburg, vree- zendo v,oor verdere uitbreiding der her vorming in de stad zelve, verbood de poorters het bezoeken van hagepreeken. De burgemeesters en de pensionaris gin gen zelfs de 2 predikers opzoeken en verbaden het verdere prediken. Zij Wezen op het gevaar, waarin zij zichzelven en het land brachten en vele „onnoozele" menschen zouden storten in verdriet en ellende. Zij vreesden ook voor inkwar tiering. De predikers verklaarden echter niet te zullen ophouden, omdat zij „meer moeste obidieeren (d.i. gehoorzaam zijn) aan God dan aan de menschen". Al verbe-od de magistraat van Middel burg het prediken, toch wilde zij het plakkaat des Konings, dat de rentmeester in de stad wilde publiceeren, niet afkon digen, daar zij zelf heer en meester wil de blijven. Ook de andere Walchersche steden weigerden, omdat Middelburg het ook niet deed. Zelfs wilde men den deur waarder Hendrik van Bekerke niet toe laten Op 't platteland werd natuurlijk het plfkkaat afgekondigd. Toch gingen d i „sci tarissen" door met hun samenkom- st„n in hét open veld. Er zijn nog hage- prseken ge"!-roden aan den Abeele, lij den West-Fcrburgschen molen en aan de Vhsj.pgscho poort. Wel zond de rentmees ter ziir. dienaadp er heen, maar hun werd gedteigd, dat zij gedood zouden worden, als zij dicht bij kwamen. Het is dan ook ou Walcheren nooit gelukt een prediker gevangen te krijgen. Als de predikatie af- gelcopen was, ging het volk in groepjes uiteen en wel langs verschillende wegen. De prediker sloot zich bij een der groe pen aan, zoodat men niet wist, waarheen hij zich begeven had. Door deze vrijheid in 't open veld, be gonnen de Hervormers ook vrijmoediger te worden in de stad. Bouwen de Ma kelaar heeft in zijn woning in de Lange Giststraat het eerst samenkomsten doen houdeu- Daar werden psalmen gezongen, gepredikt .gedoopt, belijdenis gedaan. Avondmaal gehouden, getrouwd, aalmoezen verzameld en kerkeraad gehouden. Het aantal breidde zich aanmerkelijk uit. ook regeeringsperso-nen sloten zich aa.n. De particuliere woningen werden te klein. Den llden Augustus 1566 zou gepre dikt worden even buiten Middelburg bij de KÜn'kheule. Het was „kwaad en on tijdig weer", daarom besloot men samen te komen in het pakhuis van „De Gouden Leeuw", toebehoorende aan Jacob Jan sen van der Meersch, schoonzoon van Pieter Haeck, oud baljuw der stad, beide groote voorstanders der Her vorming. i 1 i%i i '!JH 11 jfj Bij deze prediking waren bijna 1000 per sonen tegenwoordig. In tegenstelling met vroegere somenkomsten waren ei- nu ook veel bezoekers van het platteland. Zij wa ren gewapend met zinkroeren, rappieren en ander geweer. Prediker was de meer malen genoemde Gelein Jansz d'Hoorne, zittende op een hooge ton. Onder de Hervormers te Middelburg ware?: er 2 consistories. De oude consi st .ne, een hoop rabbauwen en vuile per sonen, die niets te verliezen hadden en de nieuwe consistorie, onder leiding van d'Hoorne. Tot de laatsten Dekoorden voor name personen uit de sta J, zelfe leden van de vroedschap. De eerste ging weldra te niet. Uit haar kwamen later voornamelijk de personen voort, die later het meest de hand hebben gehad in den beeldenstorm D'e laatste breidde zich belangrijk uit en hield zich kalm en 'bedaard. Ritthem. B. J. DE MED. (Slot volgt). Helnkenszand. De jongelingsvereeniging „Wiaakt en Bidt" hield Donderdagavond met begunstigers en genaodigden in het lokaal „Rehoboth" haar 16e jaarvergade ring. De voorz., J. de Ronden, opent de vergadering op de gebruikelijke wijze, leest Ps. 111 en spreekt naar aanleiding daarvan zijn openingswoord. Hierna vol gen de verslagen door secr., penn. en bibliothecaris, uit welke 'bleek, dat de vereeniging 10 leden telt, de kas een batig saldo aanwijst en de boekenkast 133 nrs bevat. Een drietal onderwerpen worden behandeld, een over „Jezus' ge tuigenis van Johannes den Dooper", een over „Art 20 van ons Program" en een mijdt hem stelselmatig en dikwijls, wan neer ik haar gevraagd heb een boodschap aan hem over te brengen, heb ik zelfs ge lachen can de uitdrukking van haar gelaat en haar pogingen om een plaatsvervanger te vinden. Neen, neenl zij is te eerlijk om een masker te dragen. Je moet je vinding rijkheid scherpen op een betere oplossing". „Zij is slim genoeg om te zien, dat Nor- man verzadigd is van eer en vleierij'; zij denkt, dat scherpheid en krenking alleen de deur kunnen openbreken, die toegang geeft tot de citadel van Zijn hart- en haar tentoongespreide afkeer is niets dan een krijgslist. Mijn arme tante! Ik beklaag de teleurstelling en het verdriet, waaraan u zult worden blootgesteld, als u ontdekt, hoe volkomen het bedrog is, dat zijl uit oefent". I „Ik zeg je, Estelle, dat ik noch blind, noch kindsch ben en dat meisje heeft even min de bedoeling om D:e deur ging open en meneer Murray kwam binnen. Met één blik overzag hij de kamer en merkte de plotselinge stilte, die bij zijn binnenkomen intrad, onmiddellijk op. Hij zag ook bet roode, opgewonden gelaat zijner moeder en haar booze oogen en bet valsche glimlachje zijner nicht. Een spottend glimlachje speelde om zijh mond toen hij op de sofa ging zitten. :^L" T pB (Wórdt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1924 | | pagina 5