DE ZEEUW
TWEEDE BLAD.
LEVENSLEED.
Cemeigl Nieuws.
Ingezonden Stukken.
FEUILLETON.
VAN
ZATERDAG 9 FEBR. 1924. No. 111
De S. D. A. P. gewraakt.
Minister Aalberse beeft gewaagd',
maar niet gewonnen.
Het ging niet met den oorspronke-
ijken grootschen opzet van de Ar
beidswet.
Het welvaartsleven werd zoo zwaar
getroffen, dat de wet in baar oor-
spronkelijken vorm niet kon worden
gehandhaafd.
In 1922 kwam de wijziging, die den
81/2 urigen arbeidsdag bracht, en bo
vendien de mogelijkheid voor afwij
kingen der wet door gemeenschappe
lijk overleg van de organisaties van
patroons en arbeiders vastlegt.
Merkwaardig is nu, dat Dr Gou-
driaan, die zoogenaamde Verslechte
ring van de achturenwet door verlen
ging van den arbeidstijd als volko
men natuurlijk voorstelt.
Letterlijk zegt hij„Van een bevoor
rechte, van een bijzonder gunstige po
sitie van Nederland in vergelijking
met zijn naburen, is op 't oogenblik
geen sprake meer. Dit op zichzelf was
al een volkomen afdoend motief om
de vooruitgeschoven stelling van de
45-urenweek terug te trekken op! 48
uur".
Alleszins gerechtvaardigd wordt al-
zoo de verlenging geheeten.
Merkwaardig, omdat Dr Goudriaan
is een der vooraanstaande sociaal
democraten, die o.m. bij de samen
stelling van het Socialisatie-rapport
belangrijke arbeid verrichtte.
Merkwaardig, omdat destijds bij de
totstandkoming dezer novelle de so
ciaal-democratie brieschte van veront
waardiging over Aalberse's verraad.
In de Tweede Kamer gingen de lieer
Schaper en zijn partijgenooten ald'us
te keer: „De Minister heeft de deur
opengezet van alle beminnaars van
kapitalistische winzucht en van de
meest erge exploitatie van arbeids
kracht". „Bij de arbeiders zal hij voor
taan te boek staan, met de meerder
heid, die deze wetswijzigiag wil, als
de trouwelooze aan de sociale wetge
ving". „Hij heeft zijn hoogste punt
bereikt in November 1918; nu is 'hij
weer degeen van 20 jaar terug, dé
slappeling, die zijn werk in de steek
laait".
„1-Iet Volk" teekende een plaat met
een kruis, waaraan een arbeider hing,
met het opschrift: „Bij het christen
dom hoort een kruis voor de ar
beiders".
Op deze weerzinwekkende wijze
werd de agitatie gevoerd tegen een,
wetswijziging, thans door eigen par
tijgenoot alleszins gerechtvaardigd ge
heeten.
Door die houding is de sociaal-de
mocratie bij de beoordeeling dezer
dingen ten eenenmale gewraakt,
Ook thans, nu d'oor de verdere
ontwrichting van ons economisch le
ven het onveranderd voortbestaan der
Arbeidswet ernstig aan de orde k'omt.
„Rotterdammer".
en handelt desgelijks.
Daar zijn er die niet zelf de kracht be
zitten om een zaak naar haar innerlijke
verdiensten te beoordeelen, doch op liet
voorbeeld van anderen besluiten.
Dezulken treft men ook in onze ge
meenteraden aan.
Welnu, wie zijn stem. inzake toetreden
tot de Vereeniging van Ned. Gemeenten
wenscht afhankelijk te stellen van het
antwoord op de vraag, hoe door anderen
werd gehandeld, kan niet lang in het
onzekere verkeeren.
Reeds werd opgem'erkt, hoe op 1 Ja
nuari dezes jaars 27 gemeenten in ons
gewest konden wijzen op hun lidmaat
schap dier vereeniging.
Sinds men daarna oog .kreeg voor de
gevaren, die de plattelandsgemeenten ten
44).
Hij boog en gaf den ring terug. Edna
keerde zich Urn, om de bibliotheek te
verlaten.
„Voor je weggaat, kijk eens even naar
dit ding."
^Hiji haalde een fluweelen doosje uit
zijn vestzak. Biaarin ^at een graote ring,
Am by in haar hand legde.
.Hij was versierd met een Ovalen hya
cinth met een pirachtigen donfcerrooden
V eerglans er in, als het licht erop scheen,,
en rondom bezet met diamanten, die
heel kostbaar en schitterend waren; De
™d §een inschrift, maar iri den
nyacinth was een vrouwenhoofd gegra
veerd, Omslingerd door eikenbladeren,
waartusschen slangen kronkelden. Het
kleine, maar plrachtig uitgesneden gelaat
was woest, ontevreden, treurig en er
schenen vurige stralen uit de meedoogen-
laoze oogen te flikkeren.
„Is hét een Medusa?"
„Neen."
„Hij is waarlijk heel mdoi, maar ik
herken het gelaat niet. Wat stelt het
voor,?"
gevolge der laatste onderwijswetten drei
gen, was sneller toevloed waarneembaar.
Binnen een maand tijds traden toe
Biervliet, Ellewoutsdijk, Ouwerkerk, Rit-
them, St. Maartensdijk, Stoppeldijk en
Wissenkerke, terwijl mogelijk de lijst reeds
weer nadere aanvulling behoeft.
Reeds vernamen wij dat ook Kloetinge
is toegetreden.
Wie dus gaarne naar anderen ziet,
richte den blik om die eerbiedwaardige
rij van voortvarende gemeentebesturen,
die de beteek'enis der Vereeniging van
Ned. gemeenten ook voor hun eigen dorp
of stad toonden te beseffen.
Wie daarop acht slaat, zal met zijn
besluit niet lang dralen.
Hij brengt zijn stem uit en handelt
desgelijks.
V
THOOLSCHE BRIEVEN.
Het is wel lang geleden sinds ik voor
't laatst een briefke schreef. Veel is se
dert geschied. Een oud jaar verzonk in
der eeuwen nacht. Een nieuw begon.'
Reeds braoht het nieuwe kommer en zor
gen en smart en moeite en verdriet. En
het leven gaat voort. Al maar voort, even
als het kabbelend beekje gestadig voort
vloeit en do golven al maar aanrollen
op het strand aan den oever der zee. Is
men als het mij ging voor eenigen tijd
buiten Tholen en men komt er weer
terug, dan kan men met nauwkeurig luis
teren en scherp toezien de vergroeiing, de
verandering, in- en uitwendig der Thool
sche samenleving bespeuren. Ditmaal heb
ik gemeend, dat ik 't buiten Tholen be
leefd heb te schouwen. Gezeten in een wei-
verwarmden trein met honderden reizi
gers, welke met pak en zak beladen wa
ren, snorde ik door wit-besneeuwde land-
streken. Steden langs en door, dorpen
voorbij, rivieren over, tusschen hoogten
door en over vlakten, bosschen, in
dustriestreken werden gepasseerd, Uren
lang met groote snelheid, 't Oog werd
van 't opnemen vermoeid. Gaf 't einde
lijk op. En daar begon het! 'n Reiziger
stapt bij zeker station»in en wendt zich
tot mij. Ziet sterk op mij en vraagt: U
hier en niet op Tholen? Niet op Tholen
waar men een brug gaat bouwen in alle
eendracht over de Eendracht. Er is een
vergadering geweest binnen Tholen's mu
ren. Alle Thoolsche gemeenteraden wa
ren aanwezig. Ook de hoofdingenieur van
den Prov. Waterstaat en namens Ged.
Staten van Zeeland twee leden. Enkele
Tweede Kamerleden woonden even sens
de vergadering bij en het gemeente
bestuur yan Bergen op Zoom. Wie de
voorzitter was aldus mijn medereiziger
weet ik niet.
Rikketikke, rikketilck^ rikketikke zong
de trein, die steeds jneer schik in zijn
vaart scheen te krijgen. Mijn reisgenoot
vertelde verder ononderbroken door van
het verloop dier vergadering toen hij be
greep, dat ik met veel belangstelling luis
terde. Zoó was mijn houding wel, dat.
hij dit Vrijelijk kon vaststellen. Hij scheen
een groote voorstander van den brug-
bouw te zijn en het kwam mij voor,
't meest uit zijn tent gelokt, te zijn toen ik
meewarig de schouders ophaalde bij zijn
mededeeling omtrent de eendracht der
Thoolsche gemeenten. Ik ken daar geen
voorbeelden van. Wel van het tegendeel.
„Samenwerken in eikaars belang, men-
schen houdt op!" riep ik intuïtief uit.
„Elkaar miskennen en vliegen afvangen
en dwars zitten en meer van dat soort
liefhebberijen van de beneden middel
maat'". ,,'t Verheffen tot ponden van wat
er niet toe te verheffen valt". „Persoon
lijke" ijdeltuiterij". Zóó riep ik wreed en
zweeg verder om niet de mededeelingen
van mijn reisgenoot mij te laten ontgaan.
Do voorzitter leidde zeer' kort de be
sprekingen in. Eigenlijk te kort, omdat
de beknoptheid schade deed aan de dui
delijkheid. Zelfs belangrijke punten waren
in de inleiding niet aangeroerd, zoodat
later in de vergadering gevraagd werd
waarom deze verzwegen waren, immers
hoe deskundiger de inleiding des te
meer kans op vruchtbare discussie en
goede resultaten, 't Liep in de inleiding
hoofdzakelijk over het „offer van Tho
len". Doch mijn reisgenoot was van oor
deel, dat naast het goedbedoelde offer
ook nog iets anders dient te worden be-
„Het is de verpersoonlijking van een
boosaardige macht, die men noemen kan
zooals men wil."
„Ik heb u den ring nooit zien dragen."
„Dat zul je ook niet."
„Hij is schitterend."
Edna hield hem naar den haard, liet
de vlam nu eens hier, dan weer ergens
anders .op vallen, en gaf hem toen terug
aan den eigenaar.
„Edna, ik kocht dien ring in Napels,
met het plan, dien jou. te geven; als
toeken van waardeering voor de zorg
voor bet gouden sleuteltje, onder
voorwaarde, dat je je aan je belofte
gehouden zou hebben. Na de uitsptraak
van zooeven behoef ik mijzelf de moeite
niet meer te geven je dien aan te bieden.
Bovendien- kon Gordon er bezwaar tegen
hebben, dat zijn smaragd overschaduwd
zou worden door dezen onvergetelijken
hyacinth. Je teeder geweten zal je zeker
niet toestaan dezen ring te dragen."
„Dank u, meneer Murray. Die ring js
verreweg de mooiste, dien ik ooit gezien
heb, maar ik kan hem zeker niet aan
nemen."
Meneer Murray stiet een kort, klankloos
lachje uit, zoo dat Edna een paar stap
pen achteruit deed.
Hij hield den ring hqog boven zich
en zei toen:
„Ik geef je _over aan het verterende
zien, b.v. het offer van Provincie en Rijk
en de vraag wat de gevolgen kunnen wor
den voor heel het eiland van die offer-
partij.
Toen de voorzitter had uitgesproken
en de gelegenheid gaf tot discussie, stond
er een op en zeide ongeveer 't volgende:
Als ik 't goed begrijp, zijn wij hier bij
een om de duiten bij elkaar te scharre
len om Tholen in staat te stellen tot
offeren. Tholen wil offeren en wij moeten
er voor opdraaien. Waarom is 'Tholen
niet vooraf bij ons gekomen en kunnen
wij nu pas, nu de z;aak in gemeente en
provincie reeds beklónken is, mee over
leg plegen. (Interruptie: Tholen wil baas
blijven in eigen huis.) Ja, zoo vervolgde
het kleine manneke, dat aan 't woord
was, baas in eigen huis van het geld
der gemeenten op Tholen. Tholen wil
geen gemeenschapsbrug, maar een eigen
brug met een winstzekerheid van eenige
duizende guldens uit de achtergelegen ge
meenten, die verder niets te doen hebben
dan bijdragen. Doch dit lijkt ook reeds
iets op een gemeenschapsbrug met dit
verschil, dat zes gemeenten meebetalen en
niets hebben in te brengen. Waarom is
tevoren over den vorm niet gesproken.
Eigen brug of gemeenschapsbrug? Bo
vendien ziet Tholen er blijkbaar wel wat
in om tot den bouw over te jgaan. Tholen
is zeer goed bekend met de steeds toe
nemende verkeersdrukte over de Een
dracht en weet ook wel dat, wanneer er
eenmaal een brug ligt, dit er niet minder
op zal worden.
En nu zijn wij uitgenoiodigd om hiel
over de subsidie te komen praten, maar
wij weten van niets. Geen kaarten, geen
berekeningen, geen toelichting, en toelich
tende s.taten. Er is slechts een voordeel
aan vast. Nu behoeven wij1 dat Mies niet
te bestudeeren, doich dit weegt volstrekt
niet :öp' tegen de vele nadeelen. Alleen
openhartige behandeling kan gunstige ge
volgen hebben. Onze raden moeten pTe-
cies kunnen beoordeelen waaraan ze toe
zijin. Ik zou daarom willen dat wiji ge
legenheid krijgen 0111 de noodige stukken
te bestudeeren en dat wij over enkel©
weken praten. (Applaus.)
Een tweede spreker vroeg waarom de
waterschapsbesturen "niet, zijn uitgenoio
digd ter vergadering en de Z.L.M. Die
waterschappen zouden toch ook iets.
kunnen bijdragen, zoo oordeelde deze
meelevende.
Weer stond iemand op!'die begon met
de verdienste van Thoilen te prijlzen om
het initiatief tot de zaak. Een zaak,
voor Tholen van veel belang en ook voor
de andere gemeenten op! 't "eiland Tho
len. Hij hoopte, dat, waar Bergen op
"Zoom reeds een goed voorbeeld had ge
geven, de gemeenten op Tholen dit voor
beeld zouden volgen. Mogelijk zou Ber
gen tdp Zoom zijn bijdragebesluit nog,
kunnen herzien en het bedrag, verheugen.
Deze spreker kou zich wel vereenigen
met het idee van pondspondsgewijze om
slaan over de gemeenten van Tholen van
het bedrag dat nqodig .geacht wordt om
Tholen den bouw mogelijk te maken.
Want begreep hiji het goied, de bouw
hangt af van dei hulp die Tholen krijgt
van gemeenten, provincie en rijk. Nu
zoude deze woordvoerder zich er mee
kunnen vereenigen bijt te dragen, onder
.beding, hiervan, dat over de bruggel
den door de bijdragende gemeenten zoo
goed als door Tholen en de Provincie
gelijkelijk werd beschikt. (M.a.w. elk
lichaam een stem en bijl meerderheid
van stemmen vaststellen der bruggelden.
(Instemming.)
'n Stemdan is het ook niet een
Thoolsche brug.
Eergen pp1 Zoom wil kortelijks mede-
deelen, zoo ging mijn reisgenoot voort,
dat het zijh besluit tot bijdrage en zijn
bedrag voiorloopig niet kan herzien, aan
gezien Bergen op' Z,oom eerst wenscht
af te wachten wat de rest van het
eiland donkt te doen. Eerst daarna .is
met Bergen op „Zoom te praten.
Dan, zooi keuvelde mijn zegsman ver
der, terwijl de trein als een bezetene
scheen te willen voprtijlen, steden, bos
schen, dorpen langs, bruggen over en hel
lingen, dan stopd er nog iemand op,
die zeide, dat hij wel wilde weten of dit
het goedkoopste plan was en of er niet
andere brugpilannen verkieselijker waren.
Hij zeide van meening te izijn, dat wij hier
eigenlijk niet kunnen beoordeelen, wat het
vnnr, mijn kostbaar kleinood!"
En terwijl hij over den haard heenbóog,
wierp hij den ring in de gloeiende
'kolen.
„0 meneer Murray, haal hem er toch
uit!"
Zij greep de tang en sprang naar
voren, maar hij hield haar tegen.
Blijf daar op zij staan, alsjeblieft. Cleo-
patra dronk vloeibare parels, ter eere
van Antonius. Ieder zijn smaak! Als ik
er zin in heb om een diamant te ver
branden ter eere van mijn beschermgodin,
wie heeft dan het recht mij dat te ver
hinderen? Waarlijk, zulke kostbare ple
ziertjes zijn zleldzlaam geweest sinds de
dagen van ouds. Kijlk eens wat een bruine
nijdige vlammen van mijn koninklijken
hyacinth stralen. Die oude heks voelt
zich thuis daar in die verterende vlam
men."
Met zijn arm hield hij Edna tegen,
die den ring wilde redden en met de
andere leunde hij op den schoorsteen
mantel; hij keek overmoedig in het
vuur.
.Voor Edna van haar verbazing beko
men was,1 ging de deur apen en Henry
keek naar binnen.
„Meneer Leigh is in de spreekkamer
'en vraagt naar juffrouw Edna."
Verwonderd, besluiteloos en half boos
keek Edna naar de raode kolen; na
beste is, daarvoor zou hiji prijs stellen op
deskundige berekeningen. Want als wij!
nu bijdragen zouden geven voor iets
waarvan niet vaststaat of het 't beste
en meest geschikte is, zouden wij' dan
niet verkeerd "doen. De. belangen en het
offer van Tholen achtte deze splreker
sterk overdreven. Waarom zijn de ge
meenten niet vooraf geraadpleegd, 'n
Stem: Sphinx. Interruptie: Wij moeten
hier, pok al kunnen wij! ons niet bin
den, ronduit zeggen waar we voor of
tegen zijn. (Slot volgt).
Het laatste,
Is er niemand meer die van je houdt?
Is er niemand meer dien je vertrouwt?
Ging de zon van je weg
Werd het donkerder zeg;
Schoven wolken voor 't stukje, dat
blauwt?
O, hoor me dan; wanhoop nog niet!
Er is ééne die liefde je biedt
Er is één plaats voor jou,
Waar je vlucht uit die kou;
Dreigt de wereld vol haat en bedrog;
Je moeder, die is er toch nog!
Of ging die óók al van je heen?
Ben je eenzaam, wanhopig alleen?...
Is er niets dat om je geeft;
Niets dan voor jou slechts leeft
Voelt en lijdt er met jou ook niet één?
Ach toe, strijdt dan toch nog maar door!
Want je weet immers nog wel waarvoor?
Er is iets nog op aard
Dat het strijden is waard.
Iets, dat dapper en eerlijk is toch:
Kind, heb je je zelve niet nog?
En ben je ook die zekerheid kwijt;
Heb je van je bestaan ook zelfs spijt?
Walg je, omdat je je kent,
Voos en wrak als je bent
Is het dat, waar je 't meest onder lijdt?
Ach wil dan tóch blijven bestaan!
Doe jë best om niet onder te gaan
Klem je, drenkeling, vast,
Als de vloed om je wast.
Voed nog hoop, blijf nog boven in 't zog
Want voorzeker, je God is er. nog!
(Blauwe Vaan.)
Te Gibraltar heeft een ontzettend
stormweer gewoed. De storm ging met
zulke hevige hagelbuien gepaard, dat op
sommige plaatsen de Dagellaag vier voet
dik was. Er werd veel schade aangericht.
Bij Mc Donald opi bezoek- Te
midden van de 'drukke werkzaamheden
heeft premier Ramisay Mc. Donald Dins
dag enkele aardige oogenblikken beleefd.
In den loop van -den avond vervoegde zich
een 8-jari'ge boy aian Diowningstreet 10
en vroeg schuchter mr Ramsay Mc. Dionald
te spreken Hij had ©en pakje bij zich
dat hij volgens zijin zeggen op verzoek
van zijn broer aan 'den premier moest over
handigen. Miss Rose Rosenberg, des pre
miers geheime secretaresse, bracht dé
boodschap over. de jongen werd toegela
ten. De knaap opende dan het pakje, het
welk een knap uitgesneden kapstok bevatte
met een spiegel in het midden. Hij' zeide,
dat zijn broer hem had gevraagd, de hoop
uit te drukken, dat mr Mc Dionald noig
langen tijd gebruik .daarvan zou maken.
De minister-president dankte voor het ge
schenk, onderhield zich enkele oogenblik
ken en gaf den bezoeker een geteebendé
fotografie van zichzelf. In fiere houding,
het portret onder den arm, verliet daar
op de boy met een good-bye", sir liet
ministerieel bureau.
Een vriendelijke hand. De
vorige week heeft zich op het perron
te Assen het volgende voorgedaan:
Een moeder bracht haar gehuwde doch
ter naar den trein, die uit Assen ver
trekt in de richting van Zwolle. Be
doelde trein komt binnen, vlug inge
stapt, bagage geborgen, dochter met
haar kleine kinderen wisselen nog een
laatsten groiet met de achterblijvenden
en de deuren worden gesloten. Maar, .0
rampi, terwijl de trein zich in beweging
zet, komt de moeder 'tot de ontdekking
dat ze haan dochters handtasch nog aan
den arm heeft hangen. Zenuwachtig tracht
ze de aandacht van haar dochter te trek
ken, ja zelfs de deur van de coupé te
een korte stilte, glimlachte Murray en
keek haar aan.
„Laat i!k je alsjeblieft niet ophouden en
weps verzekerd, dat ik je besluit wel
begrijp'. Je hebt jezelf in een icnfloordring-
bare zwijgzaamheid teruggetrokken en je
banier uitgehangen met het opschrift
Kruidje-roier-mij1-niet". Haal je banier
maar weer in. Ik zal je niet belegeren
noch bestormen. Goeden morgen. Laat
De Guérin maar op tafel liggen; het boek
is na vandaag tot je beschikking."
Hlij stak een sigaar aan en zij! ging
naar de spreekkamer.
Toen zij de deur achter zich bloot,
lachte hij ,en mompelde eenige onver
staanbare woorden.
HOOFDSTUK XIII.
De komst van E.ste 11 e.
Edna had haar lievelingsplan oim
^schrijfster te worden aangegrepen met een
volharding, die al het andere verdrong
en hoewel verlegenheid en een groote
angst voor mislukking haar weerhielden
om van haar voornemen te spreken, zelfs
tegen haar hoog vereerden leermeester,
zoo bleef zij het denkbeeld toch in het
.geheim koesteren en peinsde zij over een
middel om te slagen. Het schitterend doel,
dat haar voor oogen stond om een be
kwame en graag-gelezen schrijfster te
worden, scheen in haar oogen bijna even
Openen, want de tasch moet haar doch
ter hebben. Diaarin zijn immers de plaats
kaartjes en het repu voor den kinderwa
gen. Maar tevergeefs. D|qch daar buigt
zich uit denzelfden spoorwagen, doch één
coupé verder, een man, die schijnbaar de
situatie overziet en zegt met vriendelijk
gelaat: „Geef maar hier, juffrouw, ik
zal die tasch. wel even aan de juffrouw,
geven" en meteen gaat de tasch in de
zoo vriendelijk uitgestoken hand over.
Welk een ontsteltenis echter voor deze
moeder, toen den volgenden morgen haar
dochter schreef: „zend per omgaande
s.v.p. mijd tasch", gevolgd natuurlijk door
een uitlegging van den schrik en de
verlegenheid, waarin ze had verkeerd
bijl aankomst zonder kaartjes, enz. In
dezia groote bruine leeren damestasch'
bevond zich benevens het vorengenoemde
ook nog een trouwboekje en een portret,
alsook ruim 15 gulden.
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.)
Aan de oud-bezoekers der Tehuizen voor
Militairen!
De Nederlandsche Militaire Bond
hoopt D.V. in October 1924 zijn 50-,
jarig bestaan te herdenken. Vijftig ja
ren is door dezen Bond gewerkt voor
do oprichting gn instandhouding der
Tehuizen voor Militairen in ons Va
derland. Duizenden hebben in den
loop. dier jaren die Tehuizen bezocht
en daar hun tijdelijk Tehuis gevon
den. Geen onzer, hoe oud hij ook
moge worden, vergeet zijn diensttijd,
nog minder vergeten wij wat het Te
huis voor ons als Militairen geweest
is; daar vonden wij ons Christelijk!
gezinsleven, daar werden wij gees
telijk gesterkt.
Öndergeteeben'den, allen oud-bezoe
kers van onderscheiden Tehuizen,
hebben het plan opgevat te trachten
alle oud-bezoekers op te wekken om
gezamenlijk den Bona bij gelegenheid
van zijn jubileum een 'som in geld
als stoffelijk1 bewijs van erkenningen
dankbaarheid aan te bieden. Wij twij
felen niet of vele, ja alle oud-be
zoekers zullen deze gelegenheid met
ons aangrijpen om hunne dankbaar
heid te toonen en den Bond door
hun gaven te verrassen. Ook' de oud
bezoekers der tijdelijke Tehuizen voor
Militairen, welbekend uit den mo
bilisatietijd, mogen niet achterblijven.
De Bond hee±t 50 jaren in beschei
denheid en veelal met zorg gearbeid,
Laten wij het ons, als oud bezoe
kers, tot eer en plicht rekenen thans
iets voor dien arbeid te mogen doen;
niemand blijve hier in gebreke. Wij
kunnen elk oud bezoeker onmogelijk
persoonlijk bereiken, daarom komen
wij tot u langs dezen weg en ver
zoeken uwe medewerking
lo. in den vorm van een bijdrage.
2o. door in uwe omgeving uwe
vrienden en bekenden op te wekken
ook' een bijdrage te zenden.
De bijdragen gelieve men te zenden
aan het adres: Centraal-Comité Oud-
bezoekers der Tehuizen voor Mili
tairen, Wen. 3a, Utrecht. Te zijner
tijd zal in dit blad het totaal inge
komen bedrag worden medegedeeld.
Het Centraal-Comité: H. Kaldeway,
Huisv. Teh. v. Mil., Voorz.-Plenningm.,
Wed 3a, Utrecht; J. J, L. Dormaar,
Chef de Bur. N. B. D'. S., Secr.,
Coomhertstr. 51, Utrecht; Tj. de Boer
Szn., Oud-Serg., Cmdt. Bijz. Vrijw.
Landst., Oosthem b. Sneek; J. Faber,
Mr. Geweermaker, Amersfoort; Pi.
Hentzepeter, Genie-Sergeant, Utrecht;
Ds H. Janssen, Leger- en Vlootpr.
i. a. d., den Haag; J. de Jong, Res.
Ié Luitenant, Helder; J. H. Koole,
le Luitenant 14e R. I., Middelburg;
H. Kremer, Huisv. Teh. v. Mil., Ede;
D. Kuipers, Agent Ned! Mil. Bond,
Ede; W. J. van Onok, Sergt. Inf.
Ede; C. Oranje, Opz. v. Fortific.,
Gorinchem; D. A. van der Schans,
Gem.- Secr., Drongelen; R. Slingen-
berg, Boekdrukker, Hoogeveen; P. E.
Tameling, in Heeren-Modeart, Gro
ningen; J. Veldkamp, Verificateur I
en A., Venlo; L. Visscher, Boekbin
der, Zwolle; G. J. de Wal, Directeur
„Het Grijze Huis", Putten.
heerlijk en even onbereikbaar, als de
eeuwige en onbewoonde Himalaja-top
v,aor het een of andere Thibetaansche]
kind.
Er waren tijden, dat de pretentie om
binnen te dringen in den kring der let
terkundigen, haar onvergeeflijk aanmati
gend en vermetel leek. Wat kon zij, die
zelf nog struikelde over het a-b-c van
de wetenschap en kunst, geven aan haar
geslacht om het te veredelen en te ver
heffen? Was zij, een onwetend en on
ervaren meisje, waardig om bekleed te
worden met den mantel, die zoo koninklijk
door andere dienaren der letterkunde werd
gedragen?
Ernstig en biddend overwoog zij haar,
plan en toen zij eindelijk besloten had
een poging te wagen, keek zij vol ver
trouwen op naar God om hulp en ging
daarna ijverig aan haar werk.
Haar hooge opvatting van haar roeping
maakte, dat zij niet zou rusten, eer elk
boek van haar hand zóó was, dat het
den lezer gelukkig of wijzer, geduldiger
of hoopvoller moest maken. Zij wilde bo
vendien met de grootste nauwkeurigheid
te werk gaan en legde zich ijverig toe
op de taak om uit verschillende bronnen
de gegevens na te vorschen, die zij noo-
dig had voor het werk,, dat zij! van .plan'
was te schrijven.
"(Wlordt vervolgd).