'PEN
ELIJK
DE ZEEUW
SRStïs
TWEEDE BLAD.
LEVENSLEED.
Buitenland.
et duidelijke
Zelfonder-
modellen,
nstbode
Meid
Meid
FEUILLETON.
A
A
oogvoaderbak.
trooi aangevraagd.
toOGVOEDERBA^
[ruim 200 per
e beste en meest
voederbak Nog
i of waren mijn
eer eieren.
voedervermor-
ik. Gezonde
Burgemeester,
•gsmeal voldoet
de kippen goed
r dag raap van
nid hebben,
lij goed en vind
jloopende oude
klaring gemist
8 pCt. Vet, is
te spoorstation
.postwissel of
Dranje Droog-
man zal gaarne
meisje, die alles
dt dan deze Bon
SANQ, Haarlems
anco
ines Boven- en
Heeren Jas en
apparaat, waar
ook zij die niets
nen, zonder reke-
in 17 maten zoo
unnen maken als
lig tot 26 Jan. a.s
f 2.—.
OOP:
SWelkscSiaap.
oudorp,
N. Vliss. weg-
LOCJWERSE,
ïkerke (W
FISSE NIJSSEN,
elle.
jk er tegenwoor-
raagd.
AN DE GUCHTË
kerke.
VAN
ZATERDAG 19 JAN. 1924. No. 93
NOG EENS DE ELECTRIFICATIE DER
MIDDENGROEP.
(Vervolg.)
Er zal dus over het eerste jaar een
exploitatietekort zijn van afgerond f 60.000
en er zal geen dividend uitgekeerd kunnen
worden op de aandeelen A, waarvoor, te
gen 6,6 pet., afgerond, nog f 10.500 noo-
dig zou zijn.
ifu kan een reservefonds te hulp ko
men. Hieruit zal dus voor 'hot eerste
jaar f70.500 geput moeten worden. Maar
'hoeveel voor de volgende jaren? Als
men aanneemt dat de vermeerdering van
ontvangsten in alle opeenvolgende jaren
even groot is in den aanvang zal de
vermeerdering grooter zijn dan het ge
middelde, later kleiner dan zal zij
lusschen het eerste en het tiende jaar,
volgens de bovenstaande berekeningen,
bedragen afgerond f25.000 per jaar. Uit
het reservefonds zou dus over het tweede
jaar nog f45.500 genomen moeten wor
den en over het derde jaar f 20.500.
Aan het einde van het vierde jaar zouden
de ontvangsten toereikend zijin om, be
halve de bedrijfskosten, alsmede onder
houd en de annuïteit der obligatie-leo-
ïning A, ook het dividend op de aandee
len A te betalen. Zoo- gezien zou dus
liet reservefonds aanvankelijk f70.500 -(-
f45.500 f20.500 f136.500 groot
moeten zijn.
Maar n:u is nog niet gerekend op
den bouwtijd. Aannemende dat de stor
tingen op de aandeelen A en de obli-
gatiën A achtereenvolgens naar behoefte
schieden, maar dat over het volle bedrag
van f800.000 gemiddeld één jaar annu-
iteit en dividend verschuldigd zal zijn,
voordat het eerste bedrijfsjaar begint,
moet nog f52.800 uit bet reservefonds
geput bunnen worden. Ten slotte moet
aan de gemeenten in eenigen vorm, zegge
als verhoogd dividend op de aandeelen,
ook 6.6 pet. o-ver het als reservefonds
bijeengebrachte kapitaal zelve uitgekeerd
worden. Dit alles berekenende, komt men
tolt de slotsom dat het wensehelijfc zal
zij'n het reservefonds aanvankelijk te bren
gen op f 328.000, makende 200 pet. op
de aandeelen A.
Ik zeide zooeven dat ik de raming der
Société -omtrent het stroomverbruik in het
eerste jaar te laag acht. Ik zal nu zeggen
waarom. En ik voel miji verplicht dan
tevens eenige kritiek te oefenen op de
cijfers, welke in de laatstelijk -gepubli
ceerde bijlage na 3 e aan de Staten wor
den aangeboden.
Tegenover de ramingen der Société stel
ik de in 1923 in Voorne en Putten ver
kregen uitkomsten. Herinnerd zij', dat o-p
Voiorne en Putten de aanleg ongeveer in
Maart 1922 geheel gereed kwam, zoo-
dat 1923 het eerste volle exploitatiejaar is
geweest en ook dat, hoewel kortheids
halve van Voiorne en Putten wordt ge
sproken, daartoe ook belmoren Rozen
burg en de vier, op West-IJsselmonde
gelegen gemeenten Pernis, Rholo-n, Poor-
tu-gaal en Hoogvliet.
Op- Voorne en Putten dan waren, o-p
48.000 inwoners aan het einde van 1923
afgerond 2.800 aansluitingen (p-recies ge
teld 2.780). Laat ons aannemen dat deze
alle -over het volle jaar stroom hebben
afgenomen, wat eigenlijk eene te gunstige
onderstelling is. Verkocht is 'in Voorne
en Putten in 1923, tegen lichttari-ef af
gerond 236.000 K.W.U. (p'recies '235.978,
behoudens dat de cijfers over Dlecember
geschat zijn). Dat maakt per aansluiting
ongeveer 84 K.W.U. Verko-cht is aldaar
tegen 'klein-kracht-tarief, dus zonder dat
hierbij ©enige levering aan de Marinewerf
te Hellev-aetsluit of aan poldergemalen
is -opigeteld gew-orden, ongeveer 77.000
K.W.U. (precies 76.830, behoudens schat
ting over December, zoo-als boven is
gezegd). Dit maakt ongeveer 27,5 K.W.U.
per aansluiting. Volledigheidshalve zij' ten
slotte -ook nog' gezegd, dat de levering
•v-opr kracht tegen grootv-erbruikerstarief
heeft bedragen 237.281 K.W.U.
29).
'Aarzelend en eigenlijk tegen zijn zin
stemde hij toe en vertelde haar later, dat
hij een anderen leerling had, die ook
met Heb-reeuwsch hego-n, en dus wilde
hij hen tesamen les geven. Dieze nieuwe
leerling was mr Gordon Leigh, een ad
vocaat uit de stad en een rijk man van
hooge positie in de maatschappij. Hoewel
hij nog erg jong was, onderscheidde hij
zich reeds in zijn bero-ep. Die predikant
mocht hem erg graag en noemde hem den
"meest o-precfiten en voor'beeldigen jongen
man onder zijn kennissen. Edna had hem
een enkele maal aan een diner van me
vrouw Murray gezien. Maar ofschoon ze
hem erg voorkomend, beleefd en aange
naam vond, had ze hem altijd als een
vreemde beschouwd, totdat ze bij
de lessen in de pastorie elkaar onn den
anderen dag ontmoetten. Ze begonnen te
gelijk met de taal, maar Edna wist, hoe
hij algemeen geacht was en kon de ver
leiding niet weerstaan, zijn verstand met
het hare te meten en zij dreigde spoedig
hem voorbij te ko-men in den wedren naar
den Talmud. Gekrenkte trots en kloeke
standvastigheid spoorden hem aan met
Als men nu bedenkt dat het aantal
inwoners van Walcheren, buiten Middel
burg en Vlissing-en, met Westelijk Zuid-
Beveland en Noord Beveland te samen
ongeveer 65.000 bedraagt, dan mag, de
in Voorne en Putten verkregen ervaring
tot uitgangspunt nemende, over het eerste
volle bedrijfsjaar in de Middengroep, be
halve Oostelijk Zuid-Beveland, toch wel
een verkoop van ongeveer 320.000 K.W.U.
voor licht en 104.000 K.W.U. voor klein-
kracht worden verwacht.
Dan zouden evenwel de ontvangsten
over het eerste jaar reeds bedragen:
320.000 X 30 cent f96.000
104.000 X 13 cent f 13.520
Samen f 109.520
Voor het tiende jaar zouden de ont
vangsten zijn
700.000 X 30 cent f210.000
550.000 X 13 cent f 71.500
Samen f281.500
De hier door mij, op -grond van ervarings
cijfers, berekende 424.000 K.W.U. wijken
aanmerkelijk af van de 229.000 K.W.U.,
welke -de Société, volgens Gedeputeerde
Staten (zie bijlage no-. 3b, bladzijde 4)
voor het -eerste jaar raamt. 'Maar schril
ler nog wordt de tegenstelling als men
m -de laatstelijk verschenen bijlage no. 3e,
in de op de bladzijden 4 en 5 afge
drukte exploitatiebegrooting, aangenomen
ziet voor het eerste jaar een verkoop
van slechts 90.000 K.W.U. voor licht en
60.000 K.W.U. voor kracht, dus te sa
men slechts 150 000 K.W.U. Deze opgaven
van 229.000 K.W.U. en 150.000 K.W.U-
kloppen niet. De Société schijnt met Je
cijfers uit liet rapport van Prof. Feldmann
te rekenen. Van wie is dan de andere
raming?
De exploitatiebegrooting neemt voor het
tiende jaar een verkoop aan van 1.150-000
K.W.U. Dit is dus weder een andere
hoeveelheid, dan waarvan dusver werd
gesproken. Wij hebben reeds gehad, zie
boven, 1.250.000 K.W.U.; 1.200.000
K.W.U. en. 1.247.000 K.W.U.
Nu ik toch de exploitatierekening
hespreek, 'nog het volgende. Een
voudig verbijsterend is het. als men in die
exploitatierekening het volgende ziet.
Door mij is geraamd voor 'algemeen© be
drijfskosten in het eerste jaar f 50.000
en daarnevens voor onderhoud f 23.000,
te samen f73.000. Ik heb er op gewezen
dat deze posten zullen stijgen in latere
jaren. Welnu do eenige post in de exploi
tatierekening, zooals deze in bijlage n-o. 3 e
wordt gegeven, die met de door mij ge
noemde posten gelijk -gesteld kan worden
is de post „Distributie- en perceptiekos
ten" en deze staat voor het eer
ste jaar uitgetrokken op f20.000
en voor het twaalfde jaar op
f38.000. Men moge nog zoo hoog op
geven van de bezuiniging, die bereikt
zal worden omdat de Société reeds een
directeur, een boekhouder en klerken, enz.,
heeft, -maar dit gaat toch te ver. Er zal
toch minstens wel één bedrijfsingenie'ur
aangesteld moeten worden vo-o-r het in
goeden toestand onderhouden van zoo
veel K.M. hoogspanningsleidingen en zou
veel laagspanningsnetten; er zullen mon
teurs noodig zijn, die- over het gro-ote
verzorgingsgebied, -dat ten deele zoo
moeielijk bereikbaar is, verspreid wonen,
er zullen nie-teropnemers en geldophalera
noodig zijner zullen op het bureau
meer klerken noodig zijn; er zal met
automobielen en andere vervoermidde
len gereden moeten worden en dio
zullen onderhouden, m-oeten worden,
er zal nog zooveel meer zijn. En
dan het het onderhoud en de vernieu
wing? Nog in het twaalfde ja-ar is daar
blijkbaar geen cent voor uitgetrokken.
Moet dat een ernstig stuk werk heeten
iof is het een paskwil? D|it m-öge een scher
pe vraag zijn, maar ik meen ze tenslotte
'te moeten stellen.
Thans verder gaande met mijn schets
©ener distributiemaatschappij, vind ik
vooralsnog vrijheid om mijne, op
mijne ervaring gegronde berekeningen
te handhaven tegenover -die der P.Z.E.M.
en de-r Société. Als de door mij geraamde
verkoop- in het eerste jaar ongeveer wordt
bereikt, -dan zal dus het reservefonds na
genoeg niet aangesproken -behoeven te
worden. Maar, -dan komt ook vrijwel dade
lijk de Provincie aan de beurt om betalin
gen te ontvangen op hare obligatiënB en
haar gelijk te blijVen en de eerwaardige
leeraar keek naar den eerlijken Wedstrijd
en had er schik in. Hij zag, hoe een ern
stige vriendschap zich ontwikkelde tus-
schen de twee mededingers en hij wist,
dat in Gordon Leigh's edel karakter geen
spoor was, dat eenig bezwaar kon vor
men tegen deze vriendschap, waartoe hij
den weg geopend had.
Vier maanden na het begin van de
nieuwe studie stond Edna 's morgens vroeg
o-p oim eenige oefeningen te maken, die
zij den vorigen avond vergeten had en
zoodra zij klaar was, ging zij naar beneden
o-m bloemen te plukken. Het was de prach
tige morgen van haar zeventiende verjaar
dag en toen zij geraniums, jasmijn en ijzer
kruid plukte, dacht zij aan de goede jaren,
toen de oude grijze hoefsmid haar jonge
leven had gadegeslagen met trots en lieve
woorden van aanmoediging. Zij zag in
gedachten haar grootvader voor zich, zijn
pijpje ronkende op de stoep, die uitkeek
op den grooten berg. Zij hoorde weer de
woorden, die hij- met een zachten glim
lach op het gelaat dien laatsten namiddag
tegen haar had gesproken, kort voor hij
met zijn voorvaders vereenigd werd: „Ik
zal later trotsch op je zijn, mijn kleine
lieveling, als je groot genoeg zult zijn
om te onderwijzen en vo-o-r mij' te zorgen
want dan zal ik te ou-d zijn can te 'werken"..
Na, na verloop van jaren, nu haar
iets later ook op hare aandeelen B. Aan
het eind van het tweede bedrijfsjaar zou
haar reeds f 25.000 uitbetaald kunnen
worden; aan het einde van het derde jaar
f 50.000; aan het einde van het vierde
jaar f 75.000 en aan het einde van het
vijfde jaar f 100.000 -of wel de volle 6.6
pro-cent oiver haar geheelen inbreng
van f 1.500.0C0. Tenminste indien, ook
bij' hoo-ger begin, de gemiddelde vermeer
dering der ontvangsten in elk der eerste
vijf jaar f 25.000 zal bedragen; wat ik
nog alleszins aannemelijk acht.
Als men aanneemt, dat ook de Provincie
haren inbreng geheel zal hebben gestors
gemiddeld één jaar voordat de bouw zal
zijn voltooid, dan zal zij dus aan annuïtei
ten op de ob-ligatiën en aan dividend op
hare aandeelen B, derven f 100.000 -|-
f 100.000 f 75.000 -f f 50.000
f 25.000, dus te samen f 350.000.
Zou 'tot dekking dezer bedragen geen
reservefonds B gevormd kunnen worden?
Ik acht dit zeker mogelijk. Want zoo de
ontvangsten der distributiemaatschappij'
bij de dusver besproken prijzen te laag
mochten zijn om al die annuïteiten te dra
gen, naast de directe uitgaven en het
onderhoud, dan kunnen die ontvangsten
zonder bezwaar voldoende worden op
gevoerd om, naast al het andere, ook de
annuïteiten over het bedrag van dit re
servefonds B, dat hij het begin ongeveer
f 600.000, dus 200 pet. van het totaal be
drag der aandeelen B, groot zou moeten
zijn, to betalen. Alle berekeningen immers,
welke ik hiervoor gaf, zijn opgezet met
als uitgangspunt een stroomverkoopprijs
voor licht van 45 cent, omdat dit bedrag
door Gedeputeerde Staten is genoemd.
Maar deze zeggen zelf dat dit bedrag
het laagste is, waarvoor in eenige gemeen
te vpn Zeeuwsch-Vlaanderen lichtstroom
wordt verkocht. Meestal is de prijs hoo-
ger. En veel ook. Als ik goed hen inge
licht, onderhandelt de gemeente Hoek, bij
voorbeeld, thans met de P.N.E.M. over
eene overeenkomst op zoodanige voor
waarden, dat de prijs aldaar, voor de in
gezetenen zal bedragen 75, zegge vijf en
zeventig, cent per K.W.U. Kan dan niet,
indien daardoor de geheele electrificatie
van de Middengroep op de door mij aan
gegeven wijze mogelijk blijkt zonder dat
van Provincie of gemeenten offers
worden gevorderd, die prijs bijvoorbeeld
hij zou nader berekend moeten wor
den op 50 en 30 cent kunnen worden ge
bracht? Dat is nog laag voor buiten
gemeenten. Het debiet zal er niet van
beteekenis door worden belemmerd. Ik
moge er op wijzen, dat de door mij meer
malen aangehaalde gunstige uitkomsten
der maatschappij Voorne en Putten zijn
bereikt bij -een verkoopprijs van aanvanke
lijk 60, later, zoodra dit mogelijk bleek,
55 cent per K.W.U. voor lichtstroom en
30 'cent voor klein-kracht-stroom.
Ik -geef u slechts een schematisch beeld.
Misschien zullen enkele onderdeden aan
gevallen kunnen worden. In enkele dagen
kVm ik, tusschen mijn andere werk door,
geene uitvoerige berekeningen maken. Ook
ontbreken mij daartoe vele gegevens.
Maar toch meen ik dat het wellicht nut
tig kan zijn als gij ook dit nog aan uwe
lezers ter overweging aanbiedt. Ik hoop,
dat men mijne critiek als opbouwend zal
willen erkennen. i
Nog ééne opmerking. Vastgesteld zij' dat
ik de raming van verschillende posten heb
aangehouden, zooals zij in de Staten-
stukken voorkomen. Mijne- ramingen in
de artikelen, die ik dezen zomer aan de
zaak wijdde, zijn ten deele anders. Maar
daarover behoeft nu niet te worden gè-
discussiëerd.
Naschrift. In het -eerste gedeelte
opvoeding bijna voltooid was, herinnerde
zij zich elk woord, eiken b-lik, elke han
deling; zelfs de huivering, die zij vo-elde,
toen zij de lippen kuste, die de dood
een uur te voren bezegeld had. Droevig
was de herinnering aan haar tienden ver
jaardag, toen hij voor haar een blauw
'haarlint en een kotp en scheitel van chi-
neesch porselein gekocht had. Tranen kwa
men in haar oogen, toen zij fluisterde:
„Ik heb hard gewerkt en ben o-p 'tpunt
goed te slagen, maar nu is er niemand
c-m trotsch o-p- mij te zijn! O, grootvader!
als u terug kon komen bij mij, uw kleine
lieveling. Het is zoo treurig, alleen te
zijn in deze gro-o-te wereld; zoo hard,
te weten, dat niemand er zich wat van
aantrekt of ik leef of sterf; of ik slaag
of schandelijk misluk. Ik hoef slechts voor
mijzelf te leven; ik heb ïiiets dan mijn
eigen hart en wil om mij te ondersteunen".
Door de acacia's, die met hun lange bla
den tegen de ramen van de broeikas
waaiden, scheen de gouden zonneschijn
over het vlugge, lenige figuurtje van de
wees over het jonge gezicht met zijn
fijne gelaatstrekken en de warme, ge
zonde kleur. Vier jaren hadden van het
aardige kind een mo-o-ie vrouw gemaakt,
met een hart vol eerlijke, onopgesmukte
vroomheid, een helder verstand, gewend
aan studie en met liefde vo-or elk achtens
waardig werk, dat b-innen haar bereik lag.
werd de vraag gesteld of het verschil tus
schen de raming der Société van f 1.200.000
voor het hoogspanningsnet tegen f 1.500000-
van de P.Z.E.M. wellicht daardoor werd
veroorzaakt dat deze laatste raming ook
betrekking had op Oostelijk Zuid-Beveland.
Dit kan evenwel niet het geval zijn. Com
missarissen der P.Z.E.M. hebben immers
voorgesteld om aan de Société het bedrag
van f 1.500.000 te leenen alleen voor den
aanleg in Walcheren, Noord-Beveland en
liet Westelijk deel van Zuid-Bevelaud.
Duidelijk is de zaak nog niet. Waarom
wordt voorgesteld aan de Société f 300.000
meer te leenen dan hare eigen hegrooting
bedraagt? (Wordt yervolgd.)
Een vriend des volks.
De leiders der Sociaal-Democratie po
seeren gaarne als de volksvrienden
b ij uitnemendheid.
Hun hoogste ideaal bestaat daarin, dat
zij het geluk van het volk zoeken te ver-
hoogen en de arbeidsvreugd vermeer
deren.
Tot degenen, die gaarne overluid ge
tuigen van hun opofferend pogen om de
verdrukte proletariërs te voeren tot het
geluk, behoort ook de heer Stenhuis, de
bekende voorzitter van het N. V. V.
Luister slechts, hoe deze voorbeeldige
volksleider bij het zoeken naar het volks
geluk zich een geheel eenige wijze van
zeggen wist eigen te maken.
De heer Stenhuis was het, die destijds
met blij genot wist te profeteeren, dat
het jaar 1922 zou worden e e a jaar
van stakingen bij uitnemend
heid en zich bij de gedachte daaraap
de handen wreef.
De heer Stenhuis was het die, toen
ten vorigen jare een protestvergadering
werd gehouden om te hetoogen tegen de
werktijdverlenging aan de firma Wilton,
zeide dat het moest gaan stormen
a 1 s i n 1918.
En de heer Stenhuis was het weer, die
bij de pas gehouden protestmeeting van
S. D. A. P. en N. V. V. tegen hel aanblij
ven van het Kabinet-Ruijs den arbeiders
dezen vriendschappelijken raad gaf:
„En tot u zeggen wij, dat gij thans
op fabrieken en werkplaatsen en overal
waar gij kunt een geest van on
rust en zenuwachtigheid hebt
te g,a a i e n, opdat het onmogelijk zal
blijken dit parlement in stand te
houden."
Hier beluistert ge de kalme stem van
een eerwaardig senator, die na rijp over
leg en puttend uit zijn rijke ervaring voor
het volk van Nederland het goede zoekt
Senator Stenhuis de Vader des Va
derlands van den modernen tijd!
De daad 'bij het woord!
Het spreekt vanzelf dat, nu de actie
voor de plattelandsgemeenten door de
directie der Vereeniging van Ned. gemeen
ten zal worden ter hand genomen, voor
de Zeeuwsche besturen daarmee de zaak
niet uit is.
Wie te Middelburg wel wist te klagen
en ook dankbaar was over het aanbod
der Vereeniging, zal thans weten wat hem
te doen staat.
Parasiteeren op de offervaardigheid en
activiteit van anderen is een eigenschap
die niemand siert, doch allerminst de
gemeentebesturen.
Daarom dus aangepakt!
Laat zoo spoedig mogelijk in die ge
meenteraden, die nog niet besloten om
als lid toe te treden, het lidmaatschap
een feit zijn.
Naarmate het. aantal gemeenten, uit
wier naam de Vereeniging optreedt, groo
ter is, naar (lie mate zal men meer
kracht aan haar actie kunnen bijzetten
en zal haar beteekenis rijker zijn.
Onze raadsleden moeten 'thans toonen
ook iets meer te kunnen dan protes
teeren.
Bij de woorden van klacht dient
de daad van toevreding gevoegd.
Een onderhoud met mr Zimmerman.
De correspondent te Weenen van het
Persbureau Vaz Dias heeft een onder-
Toen Edna zich omkeerde om de broei
kas te verlaten, hoorde zij een hoefslag
o-p den rotsigen weg en even daarna gaf
Mr Leigh zijn paard aan den tuinman en
kwam o-p haar toe.
„Goeden morgen, juffrouw Edna. Daar
ik een boodschap van mijn zuster aan me
vrouw Murray moet overbrengen, heb ik
mijzelf voor het ontbijt uitgenoodigd".
„U staat vroeger op dan ik dacht,
mijnheer Leigh, daar gij altijd erg klaagt
over uw taaloefeningen".
„Ik kan niet ontkennen, dat ik er van
hond 's morgens flink te slapen en ge
woonlijk dat ook doe. Weet je wel, dat
wij vandaag beiden een feestdag hebben?"
„Neen, mijnheer, waarom?"
„Ik b-en vandaag jarig, evenals u, en
daar mijn zuster, mevrouw Inge, vanavond
een feestje geeft, ter eer daarvan, bén
ik gekomen, om mijn medeleerling daar
voor uit te no-odigen. Mevrouw Inge gaf
mij de opdracht te zeggen, dat zij' uw
tegenwoordigheid op haar partij zeer op
prijs zou stellen".
„Dank u, ik! ga nooit naar feesten".
.„Maar die slechte gewoonte mag u niet
langer volhouden. Als u er op staat thuis
te b-lijven, zal ik niet veel plezier heb-ben
vanavond, want in mijn tafeldame zal ik
mij verbeelden u te zien, meteen oefening
in de eene hand en een Hjebreeuwsché
spraakkunst in de andere. Maar wat ik
houd gehad met den Commissaris-Gene
raal van den Volkenbond voor Oostenrijk,
mr A. R. Zimmerman, die zich over het
werk, dat Oostenrijk in het jaar 1924
wacht, als volgt uitliet:
„Vat men de tot dusver verkregen re
sultaten omtrent de uitvoering van het
saneeringsprograin voor Oostenrijk sa
men, dan kan men met tevredenheid con-
stateeren, dat de algemeene indruk
gunstig is en blijft.
Ik verheug mij in het bijzonder over
het onverwacht hooge bedrag der staats
inkomsten. Dit duidt ongetwijfeld op een
economischen vooruitgang van Oostenrijk,
zonder welken zulk een resultaat niet
mogelijk zou zijn geweest. D-erhalve ga
ik met go-ede hoop het tweede jaar van
het saneeringsproigram in, hoewel ik niet
mag verhelen, dat er in 1924 nog gewich
tige en -groot© vraagstukken zijn op te
lossen en gro-otere inspanning, van de
zijde van de regeering en het parlement
geboden zal zijn, oin het gestelde doel
werkelijk te bereiken.
Men mag ook niet vergeten, dat dit
doel niet slechts is: het evenwicht in
het budget weer hersteld te krijgen, maar
dat het speciaal den garandeerenden sta
ten begrijpelijkerwijs niet onverschillig
kan zijn, op welke basis het evenwicht
verkregen wordt.
De garandeerende staten hebben zich
voor Oostenrijk geïnteresseerd, en daar
tegenover heeft Oostenrijk zich verplicht
zijn geheele staatshuishouding op een veel
eenvoudiger grondslag te stellen, 't Komt
dus niet alleen aan op- het evenwicht
in de hegrooting, maar op- de hervormin.
gen, die aanvankelijk door de Oosten-
rijksche regeering en het Oostenrrjksche
parlement in het vooruitzicht zijn ge
steld. Ten opzichte van de doorvoering
dezer hervormingen zal in het jaar 1924
nog veel te doen zijn.
Regeering: en parlement hebben een
bepaald program aangenomen voor do
afvloeiing der staatsambtenaren en vo-or
do bestuurshervorming. Aan deze ver
plichting is in den omvang, zooals men
zich voorgesteld heeft, noig niet voldaan.
Zoowel de afvloeiing der Bondsambtena-
ren, welke ik niet uit het oog zal ver
liezen, als ook de doorvoering van de
bestuurshervorming wijzen op een belang
rijken achterstand.
Ik we-e-t, dat in de hoofdsteden van
de garandeerende Staten dit deel van
het saneeringsprogram met groot© aan
dacht gevolgd wordt. Ook is opgevallen,
dat tot nu toe vo-or de laatste verhooging
der ambtenarensalarissen door het Par
lement no-g geen dekkingsmiddelen zijn
aangewezen.
Vervolgens heeft in het buitenland een
zeer ongunstige uitwerking gehad het feit,
dat in den loop van weinige maanden
het Post- en Telegraafpersoneel eerst lij
delijk verzet en. daarna een staking heeft
geproclameerd, waardoor aan de Sta
ten, die Oostenrijk de helpende hand heb
ben toegestoken, buitengewone schade is
berokkend. Dit zijn verschijnselen, welke
het saneeringswerk verstoren.
Men kan slechts hopen, dat het der
Regeering, gesteund door alle betere ele
menten der bevolking, vooral door het
Parlement en door de p-ers, moge ge
lukken, in het jaar 1924 al datgene te
kunnen doorvoeren, waartoe de Regee
ring en h-et Parlement zich tegenover
de garandeerende Staten en den Volken
bond verplicht hebben. Als dit bereikt
wordt, twijfel ik er geen oogen hl ik aan,
dat Oostenrijk een welvarend land in het
centrum van Europa zal worden en blij
ven, dat niet slechts Weenen de bemid
delaarsrol tussch-en Noord en Zuid en
Oost en West steeds meer zal kunnen
spelen, maar ook dat de financieele draag
kracht van Weenen weer in een groot
deel van Midden- en Zuid-Oost-Europa
van invloed zal kunnen zijn en dat ook
buiten Weenen -een groote opleving zal
komen.
Ik hen ervan overtuigd, dat de Regjee-
ring ook bij de bevolking van het platte
land zal kunnen rekenen op een goede
gezindheid en den vasten wil, om het
saneeringswerk uit te voeren en dat de
Regie-e-rinig nimmer tevergeefs een beroep
op -deze plattelandsbevolking zal behoe
ven te doen, als zij haar steun voor
de voltooiing van het groote werk moc-ht
noodig hebben.
zeggen wilde, mijnheer Hammond vertelde
mij, dat hij u niet verwachtte vandaag,
maar u vanavond wel zou zien hij mevrouw
Inge. U hoeft niet meer te probeeren te
weigeren, want ik zal alles wel afspreken
met mevrouw Murray. Wjilt u mij ter eere
van mijn verjaardag niet een paar mooie
b-lo-emen geven uit uw mand?".
Zij gingen op de trap van de eetkamer
zitten en Edna zocht een fijne kamper
foelie uit en gaf die haar vriend.
Toen hij het takje in zijta knoopsgat
gestoken had, nam hij' een klein doosje uit
zijn zak en zei:
„Ik merkte verleden week, toen mijn
heer 'Hammond vertelde van Arabische
kunst, -dat u eenige nieuwsgierigheid aan
den dag legde voor amuletten en mytische
steenen. Toen vele jaren geleden mijn
oom als zendelingd in Arab-ië was, redde
hij -den zoon van een rijken sheik het
leven. De sheik gaf hem toen, als teeken
van -dankbaarheid, een eigenaardigen ring
die, zooals de overlevering luidt, aan een
kalief behoorde en gevonden is bij de
ruinen van Chilminar. Hij liet mij den ring
na, die waarschijnlijk, de eenige echt-an-
tieke is uit die streek. We verbeelden ons
in Bagdad te zijn onde<r 3e gezegende
regeering
i .In het gouden tüdperk' van den
go-eden Haroen Al Raschid".
(Wiordt vervolgd).)