No 88 Maandag 14 Januari 1934 38e Jaargang LEVENSLEED. Buitenland. FEUtLLËTQSM. A A öit tien Goeschen Raad. Drukkers-Exploitanten OOSTEROAAN LE COINTRE GOES Bureaux: Lange Vorststraat 68—70, Goes Tel.: Redactie no. 11; Administratie.no. 58 Postrekening No. 36000. Bijkantoor te Middelburg: Firma F. P. DHUIJ, L. Burgi Tel. no. 259 VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG. Abonnementsprijs: Per 3 maanden, franco per post, ii. Losse nummersf 0.0S Prijs der Advertentie»: 14 regels f 1.20, elke regel meer 30 et Bij abonnement belangrijke korting DE REDE VAN MR TROELSTRA. In de Zaterdag te 's-Gravenhage ge houden protestmeeting van de S. D. A. P. en liet N. V. V., bij welk laatste verbond pok de Bond van Nederlandsclie Onder wijzers is aangesloten, is door de hee- ren Troelstra, Wibaut en Stenhuis de rich ting aangegeven waarin de agitatie tegen het Kabinet, tot steun van de interpella ties tegen morgen van die zijde en van die der Bolsjewieken aangekondigd, moet gestuurd worden. Terecht beroemde eerstgenoemdeer zich op, dat door meetings en adresbewe ging hunnerzijds de sociaal-democraten de verwerping der vlootwet en het ontslag der ministers hebben 'bewerkt. Terecht, zeggen wij, want daardoor kon den de. tien Roomsche Kamerleden, hetzij door instemming met de soc.-dem. bewe ging geleid, hetzij door vrees voor ver sterking der soc.-dem. gelederen gedre ven (Engels) in de Kamer zich aan hunne )zijde scharen, en de moeilijkheden helpen voorbereiden, waarin door de roode actie Kroon en Kabinet en Natie werden gé bracht. Overigens is er in het verslag van de agitaüe-speeclies der genoemde drie soc.- dem. staatslieden niet veel, waarmede wij kunnen instemmen. Bepalen wij ons tot de rede van mr Troelstra. Mr Troelstra zei: wij hebben na de Crisis een program ontworpen, dat ook bezuiniging op de begrooting zou hebben gebracht, en tegelijk de sociale en cul- tureele ontwikkeling niet stop zet. Aangetoond is echter dat ook waar mr T. zelf erkende slechts geleidelijk tot afschaffing van leger en vloot te kunnen ■overgaan dit. program geen noe menswaardige bezuinigingen bevatte, zoo dat er geen ander bezuinigingsplan over bleef dan dat van minister Colijn, die trou wens ten onrechte hier beschuldigd wordt van stop zetten der sociale en cultureele ontwikkeling. Verder zei mr T., die van meening is dat een beetje inflatie van den gulden nóg zoo kwaad niet is: „Wij zijn uit gegaan van het standpunt, dat wij nog een paar jaar in het moeras zullen moe ten blijven zitten." Wat dat „een paar jaar" beteeken f in den mond van een staatsman, die oen bezuinigingsplan indient, hetwelk geen be zuiniging brengt, en van inflatie niet zoo bang is, zullen wij maar niet uitzoeken. Niet minder onjuist is de uitspraak van mr. T., dat deze crisis een conflict is geweest tusschen de Kamer met haar kiezers, wijl deze laatsten in 1922 niet aan de behandeling van de Vlootwet heb ben gedacht of geloofd. Althans de anti revolutionairen, ook in onze provincie, hebben „er aan gedacht en geloofd", dit is met de stukken bewijsbaar. Wij zullen binnenkort wel gelegenheid krijgen op deze rede in te gaan, wijl zCj 'in hoofdtrekken wel in de Kamer (naar soc.-dem. opvatting immers de tribune, van waar een S.D.A.P.'r tot het volk spreekt) zal worden herhaald. Doch wij vestigen bereids nog de aandacht op een drietal uitlatingen van den ge- vierden spreker. lo. „Als wij," aldus mr. Troelstra, „op 23 Sept. den boel niet op stelten hadden -gezet, dan zoji de Vlootwet zlj'n aan genomen. En als wij den boel niet verder op stelten blijven zetten, zijn wij redde loos verloren voor de reactie." 2a. „De sterke man in ons land moet zijn het bewuste, strijdende proletariaat." 3d „In „Het Volk" heb ik herhaaldelijk de vraag gesteld: welke machten zijn 24). „Ik zou mijzelf niet welopgevoed vinden #als Ik geen Griekisoh en Latijn kon lezen 'en bovendien, ik zou willen lezen wat Solon, Pericles en Demosthenes in hun eigen taal schreven". „Zoo, en wat weet je van die mensahen?'' „Alleen wat Plutarchus zegt". „Welke soort boeken lees je het liefst?" „Geschiedenis en reisbeschrijvingen". „Houdt je ook van rekenen?" „Neen, mijnheer". „Maar om les te geven zul je meer aan rekenkunde hebben dan aan Grieksch". „Ik zou denken, dat ik wel beide zou kunnen leeren; ik heb nog een heel leven voor mijen zelfs, al zou ik ,er geen nut van hebben, schade zal het mij1 toch zeker niet doen het te kunnen lezen. Kennis staat iemand noodt in den weg, is 'tniet?" „Zeker niet zoo dikwijls als onwetend heid. Nu goed, je kunt Grieksoh leeren, zoo spoedig als je maar wilt. Ik zou je graag eens iets hooren lezen. Hier is Gold smiths' „Het verlaten dorp". Wil je eens ■er (bij do Koningin) aan het werk. Daarin wil ik mij nu niet meer verdiepen. Die Koningin is krachtens de Grondwet niet verantwoordelijk en de grondwettelijke positie in deze is, dat wij het zittende ministerie hebben aan te spreken. Wij' zul len ons niet den weg laten opdrijven van een aanval op de persoon van de Koningin. Onder onze ergste tegenstan ders zoiu men jïit wel willen. Doch dit zal niet gebeuren, want deden wij het dan zou Colijn een mooie kans krijgen." In no. 1 spreekt de Politicus; in no. 2 de Agitator; in no. 3 de Aspirant-mi- nister. Diezelfde staatsman, die zich zioo mo- nigmaal, ook nog in 1918 heeft vergist, toejn (hij de Koningin wilde verwijderen en,' echt-revolutionair als hij' is, greep naar dén Staatsteugel, springt nu naar voren om het grondwettig Koningschap en de rechten der Kroion te dekken met zijn revolutionaire schild. In welke Tan deze drie posities, lezer, acht gij1 hem het gevaarlijkst? Sterke wanverhouding. Wanneer men een poging waagt om de belangstelling te schatten,"die tot heden in Zeeland bestond voor de Vereeniging van Nederlandsclie Gemeenten, komt men tot allerbedroevendste resultaten. Van de 110 Zeeuwsche gemeenten wa ren er slechts 27, wier bestuur de be- teckenis dezer organisatie erkende door toe te treden als lid. In het vorige jaar kwam zelfs in den- stand van liet ledental voor onze pro vincie niet de minste wijziging. Houdt men rekening met het getal in woners van ons 'gewest, dan behoort daarvan slechts 44" pet. tot gemeenten, die lid der Vereeniging zijn. Een cijfer, dat wel bijzonder schril af steekt tegen het percentage, dat voor het geheele land geldt en niet minder dan 86 pet. bedraagt. Waarlijk, hier is weinig reden tot zelf verheffing 1 Hier moei gesproken van een wanver houding, die hoe eer hoe beter dient weggewerkt. Toch bereid. Het zijn niet de heteekenendste en flinkste leden eener vakorganisatie, die het oprichten en instandhouden aan an deren overlaten en pas dan toetreden, wanneer een loonsverlaging of andersoor tige vermindering dreigt. Toch handelt ten aanzien van de Ver eeniging van Nederlandsclie Gemeenten het gros der gemeentebesturen niet veel anders. Nog niet een vierde deel der Zeeuwsche gemeenten achtte het van belang om daadwerkelijken steun te verleenen aan een orgaan, dat een positie van betee- kenis erlangde en getoond heeft pal te staan voor de gemeentelijke belangen. Naar echt-Zeeuwsche gewoonte liet men het vormen van een organisatie ®n het voeren van actie aan anderen over. Dat spaart geld uit, en bovendien, bereiken die anderen een succes, dan valt er nog mee van te profitéeren ook! Deze en dergelijke overwegingen heb ben ongetwijfeld velen verre gehouden van het lidmaatschap der Vereeniging. Totdatde van hooger hand op gelegde lasten te zwaar bleken om te dragen en de zwaar beproefde vroede vaderen in vergadering te Middelburg te hoop liepen om op middelen ter verlich ting te zinnen. een stukje er van lezen? Begin hier maar: „Zoet was het geluid". Zij las het gedeelte, dat hij aangaf, en toen hij haar zijn tevredenheid betuigde, zeide mevrouw Murray: l „Ik geloof dat het kind een verstokt boekenwurm is, zotoals ik er nog nooit één gezien heb; maar lieve mijnheer Ham mond, maak alsjeblieft geen blauwkous van haar". „Ellen, heb je ooit een echte blauwkous gezien?" „Ik ben Ij^el blij te kunnen zeggen, dat ik nooit hei ongeluk gehad heb". „Mijnheer, ik zou graag de beteekenis van het woord „blauwkous" willen weten; zou u zoo goed willen zijn mij1 dat uit te leggen", zei Edna. „Jij bent mooi op pad om het te begrij pen als je Grieksch gaat leeren", antwoord de mevrouw Murray lachend over het ont hutste gelaat van het meisje. De heer Hammond lachte en hernam1: „Een blauwkous, lieve kind, wordt ge woonlijk verondersteld te zijn een dame, die niet jong meer is en in de meeste ge vallen ongetrouwd, maar die bits, scherp en onaangenaam is; onbekend met alle huishoudelijke zaken, die de ware vrou welijke eigenschappen en bekwaamheden mist en gaarne vocnr geleerd wil doorgaan. Welnu, op dat historisch moment was het de Directie der Vereeniging van Ne derland schc Gemeenten, die zich op maakte om hulp te bieden en geen mid del Ier redding onbeproefd wilde laten. Hoewel jarenlang van velerlei zijde mis kend, verklaarde zij zich toch bereid om de gemeentelijke belangen ook in Zeeland te dienen. 't Is niet zonder opzet, dat wij enkele dagen gewacht hebben met het schrijven van ons overzicht van de laatste Raads vergadering. De zitting was zóó be langrijk, het verslag zóó uitvoerig, de be langstelling onder de burgerij zóó leven dig, dat wij het beter achtten te wach ten, tot de indrukken wat meer gevestigd en de gemoederen gekalmeerd waren. We zijn nu beter dan Donderdag in staat het geheel te overzien en de lezers zul len zeker ook voorzichtiger in hun oor deel zijn dan onmiddellijk na de span nende vergadering. Dhr. Labrijn, de voornaamste woord voerder der financieele commissie, is vooral in deze vergadering op den voor grond getreden. Nu zouden we niet gaarne alle door hem geuite 'beweringen voor onze rekening nomen, maar toch mag hem de eer niet onthouden worden, dat hij durft zeggen, wat door zeer vele bur gers al geruimen tijd gefluisterd of open lijk te kennen gegeven werd: dat wij hier in Goes op te grooten voet leven met onze gemeente-huishouding. En nu is dhr. La brijn er de man niet naar, om hiermede iets onaangenaams te zeggen aan het adres van B. en W. en de gemeente secretarie (meerendeels partijgenooten van hem) neen, hij 1) e w ij s t ook met cijfers en gegevens, wat hij naar voren brengt. En dat hij in de statistieken' thuis is als weinigen, bewezen op een kleine fout na, die in een haastig oogenblik werd, begaan de rapporten der financieele commissie, waardoor we vergelijkingen kregen, die we in Goes tot heden nog altijd gemist hadden. En dat ondervonden ook de sociaal-democraten, die met, ver ouderde cijfers kwamen en daardoor vrij wel een modderfiguur maakten, om het maar eens onparlementair te zeggen. Dhr. Labrijn spaarde allerminst B. en W. Ieder onbevooroordeeld lezer zal na kennisneming van zijn magistrale rede wel moeten erkennen, dat er van de rede neering van B. en W. niet heel veel is overgebleven. De vergelijking met 't rijks personeel viel al bijzonder ongelukkig uit voor B. en W„ temeer daar dit personeel al lang 8i/o pet. pensioenpremie moet betalen en straks nog wel meer zal moe ten bloeden, terwijl het Damocles-zwaard van ontslag velen boven het hoofd hangt. (Wij hoorden dan ook, dat verscheidene rijksambtenaren, in Goes woonachtig, al lerminst tevreden warpn over den afloop der Raadsvergadering.) De beide wethouders moesten zich. na zulk een vernietigende redevoering dan ook wel bepalen tot een verdediging van hun beleid in het algemeen. Ze gingen op de details maar niet meer in. Nu, iemand zal ze verdenken van opzettelijk de belas tingen omhoog gejaagd te hebben. En ieder zal ook wel willen aannemen, dat ze op deze begrooting gepoogd hebben hier en daar wat te schrappen. Maar ze hadden mèèr kunnen doen en zeker had den -ze kunnen nalaten, wat dhr. v. d. Bout deed, nl. ontkennen, dat de belas tingen, hier zeer hoog zijn. Zeker, er mogen enkele belastingen zijn, Een vrouw, wier vingers' meer versierd zijn met inktvlekken, dan met den vinger hoed; die het voeren van een huishouden minderwaardig vindt, en steeds luide con verseert over politiek, wetenschap en fi losofie, die geleerd, maar leelijk en on handelbaar is, wier haar nooit aardig op gemaakt is en wier kleeding nooit verzorgd is. Heb ik ze nu niet goed geteekend, Ellen?" „Even goed als een van Brady's illustra ties. Wiees gewaarschuwd, Edna". „De naam blauwkous", vervolgde de dominé, „vindt zijn oorsprong eigenlijk in een grap van vele jaren geleden, toen in het huis van mevrouw Vesey te Lon den een kring van vooraanstaande mannen in politiek en wetenschap zijn bijeenkom sten hield, en waar dan de elegante wereld kwam, om naar hen te luisterenden van hen te leeren. Een van deze heeren, Shil- lingfleet' die altijd blauwe kousen droeg, was voor al de aanwezigen zoo beminnelijk en tegelijk leerzaam in den omgang, dat, als hij er bij toeval eens niet was, het gezelschap de bijeenkomst eigenlijk niet volmaakt vond, zonder dat de blauwe kous er bij was. Een Franschman, die van dit geval hoorde, gaf daarna aan deze bijeen komsten den naam van „blauwe kous"; en dus zie je, dat de humoristisch bedoel- die we hier gelukkig niet kennen, maar de laatste statistiek liegt niet en zegt in dit verband genoeg! Goes staat zoo ongeveer in Zeeland aan de spits met z'n belastingen Minder kiesch zal wellicht menigeen het gevonden hebben, dat door weihou der Van den Bout zoo scherp positie ge kozen werd tegenover de heeren Labrijn en Goedbloed, toen deze een matige ver laging van het wethouderssalaris voor stelden. Waar de wethouders in alle Zeeuwsche gemeenten, enkele dan uit gezonderd, door Ged. Staten zoo bedui dend in hun salaris zijn gekort, hoewel ook daar het werk toch niet noemens waard zal zijn verminderd, en waar een voorbeeld tot bezuiniging dikwijls zoo heilzaam werkt, om het lagere personeel in vermindering te doen berusten, daar zal het zeker velen bevreemden, dat de financieele nood van Goes nog zóó wei nig tot de wethouders is doorgedrongen, dat ze zelfs van een verzoek aan Ged. Staten in dezen niets weten wilden. Den heer Goedbloed mogen wij, even als trouwens al onze Prot. Chr. Raads leden, niet onvermeld laten. Zijn rode over dreigende inflatie en noodzakelijke belasting- en salarisverlaging zat zóó goed in elkaar, dat ze door de tegen standers van de pensioenkorting ook niet aangevallen is. Wanneer al de Raadsleden zich zóó hun verantwoordelijke positie bewust waren, zou het belastingbiljet in Goes er wel een weinig anders uitzien. We konden niet vermoeden, toen we een vorig maal yroegen: of er Raads leden zouden zijn, die meenden, dat met de Goessche belastingen nog wel een poosje op den ouden voet kan worden voortgegaan, dat onder dezulken behalve de heide wethouders, de beide S. D. A. P.'ers, en dhr. de Looff ook dhr. Vie- nings zou behooren. Volgens hem behoort Goes nog niet tot de gemeenten, die be rucht zijn vanwege haar hooge belas tingen! Trouwens, zijn houding is toch onbegrijpelijk. Met groote woorden ver klaarde hij, dat men onrecht doet, door de ambtenaren van boog tot laag aan te pakken en dat hij belastingverlaging niet met onrecht koopen wil en even later is hij vóór het plan-van Poelgeest om niet een pensioenkorting, maar te zijner tijd een s a 1 a r i s-ve r 1 a g i n g in te voeren! Tableau! Blijft onrecht geen onrecht, ook al pleegt men het over drie of zes maan den? En is salarisverlaging volgens hem geen dubbel onrecht? Hoe het zij dhr. v. Poelgeest, die eigenlijk verder wilde gaan dan de fin. commissie, is oorzaak geworden, dat de pensioenkorting verworpen is, wat naar onze meening nog de minst gevoelige aderlating voor het gemeente-personeel was. Maar de ambtenaren kunnen elkaar toch moeilijk met dezen uitslag felici- teeren, want gebleken is, dat er een meer derheid (76) voor bezuiniging in dezen is. „Het Volk" zag dat ook in en sprak van een „uitstel van executie". We hoo ren er dus nog wel meer van. Ook voor bezuiniging ter gemeente secretarie was een meerderheid (alweer 76). Alleen wil men hier den meest kieschen vorm nemen. Ook hier moeten B. en W. nog aan het werk. Met de politie is het eigenaardig ge- loopen. De meest overtuigende statistie ken waren hier toch wel geleverd. Zonne klaar bleek, dat Goes veel te veel politie heeft. Voor de secretarie wil men wel een nader vergelijkend onderzoek, maar voor de politie niet. 't Zou anders leerzaam zijn! De houding van wethouder v. d. Bout was ook hier onbegrijpelijk. B. en de naam, die toen gegeven werd aan een aangenaam man in de conversatie, nu wordt gebezigd voor vervelende, verwaan de en onaangename dames". Toen zij naar huis reden vroeg Edna: „Heeft mijnheer Hammond ook vrouw en kinderen?" „Neen hij heeft zijn vrouw en kinderen al jaren geleden verloren. Maar hoe kom je aan die vraag?" „Omdat ik geen dame gezien heb, en er mij over verbaasde, hoe in zijn huis alles zoo keurig onderhouden was". „Hij heeft een trouwe dienstbode, die goed voor zijn huishouding zorgt. Denk er om, dat je mijnheer Hammond nooit over zijn huiselijke aangelegenheden spreekt". Mevrouw Murray keek het meisje ern stig onderzoekend aan, alsof zij haar ge dachten wilde peilen; en daarop haar hoofd achterover werpend op die eigenaardige trotsche wijze zooals Edna het al opge merkt had in Norman Arthur, klemde zij haar lippen op elkaar, trok -haar sluier neer, en bleef zwijgend en afgetrokken totdat zij thuis waren gekomen. Dte studie, door Edna zoo begeerig be gonnen, verschafte haar het geestelijk voed sel, waarnaar zij zoo lang hunkerend had uitgezien en gaf haar gelegenheid haar van nature reeds goed verstand voortdu- W. verklaarden in hun prae-advies de ver gelijkende staten ongeveer waardeloos e» toch kwam weth. v. d. Bout in den Raad met het Middelburgsche voorbeeld aan dragen Even inconsequent als toen B. en W. beweerden, dat met de cyclostile nog wei meer gewerkt zou worden, indien niet het gevaar bestond, dat de Goessche typo grafen met werkloosheid zouden worde» bedreigd, terwijl ze de gemeente-begroo ting lieten drukken inAlfen aan den Rijn! De bezuiniging is dus nog lang niet van de baan. De zaak moet nog warm gehouden worden. De A.-R. en C.-H. Raadsleden wij zeiden het reeds hebben het hunne er aan gedaan. Of de houding der R.-K. Raadsleden alle JEt.-K. kiezers ook de middenstanders onder hen zal bevredigen, wagen wjj niet te beoordeelen. Van de sociaal democraten had niemand zeker iets be ters verwacht. En de Vrijheidsbond? De' eenheid is daar wel hopeloos zoek tea' aanzien van de bezuiniging. In dat op zicht zei de socialist C-rucq ware woor- a™ Wees liever verstandig dan spijtig; waarom niet heden een flacon Foster's Maagpillen gekocht? Dit geneesmiddel wekt de lever op, regelt de vloeiing der gal, draagt zorg voor goede spijsvertering en houdt de ingewanden werkzaam. Dit beduidt reiner bloed, betere zenuwen en een helderder hoofd. Prijs per flacon van vijftig versuikerde pillen f 0.65; in apo theken en drogistzaken. (10) Zimmerman bij Poincaré. De „Europe Nouvelle" vertelt: Eenige dagen voior Kerstmis, beklom een heer van middelbaren leeftijd, met een streng voorkomen, geheel in zwart gekleed, zijn parapluie onder den arm houdend, de stoepi van de Quai d'Orsay en vroeg Poincaré te spreken. Hij' werd onmiddellijk toegelaten en bleef gedurende een vol uur i n gesprek met den Franschen premier, in diens, met de door Rubens ontworpen wandtapijten versierd hei ligdom. Deze voorname en discrete bezoeker was de heer Zimmerman, oud-burge meester van Rotterdam, tegenwoordig dic tator voor de Oostenrijfcsche "financiën, voor rekening van den volkenbond. Nu de redding van Oostenrijk bijna vol bracht is, is ook de taak van Zimmer man eenvoudiger geworden. Zij bestaat thans uit„neen" te antwoorden aan Kien- boeck, den 'Oostenrijkschen minister van financiën, zoovaak laatstgenoemde om geld vraagt. Zimmerman volbrengt deze ondankbare taak met evenveel hoffelijkheid als vast beradenheid, welke hem echter niet vol komen in beslag neemt en hem in de gelegenheid stelt am van tij'd tot tijd een uitstapje te maken tot Genève of zelfs tot Parijs. Ondertusscben had- Zimmerman noig geen contact gehad met de Fransche re geering. Volgens voorspellingen uit Ge nève zou de "Weensche dictator Poincaré van eenige koelheid ten opzichte van de» Volkenbond verdenken en zou Poincaré, aan zijn 'kant, eenig wantrouwen in Zim merman hebben, aangezien hij laatstge noemde voor weinig Fransch-gezind hield. Indien deze wederzijdsche vooroordee- len inderdaad eenmaal bestonden, heeft rend te scherpen. Inplaats van vlug enkele handboeken te doorloopen, die de herse nen volproppen met wetenschappelijke tech niek en filosofische uitdrukkingen, strek ten haar studiën zich uit tot wijder kring omvattend, bij het ouder worden, de toe passing van die groote beginselen, die aan de moderne wetenschap ten grondslag liggen. 1 Eioininé Hammond veroorloofde zijn leer ling eiken tak van wetenschap te bestu- deeren, die zij verkoos, en trachtte haar onder den indruk te brengen van de groote waarde van haar verschillende studievak ken in onderling verband te zien. De uitgebreide bibliotheek op „Le Bo- cage" en de waardevolle collectie boeken in de pastorie, konden gerust de proef van een speurenden geest doorstaan. En met een grenzenlooize ambitie, slechts ge ëvenaard door haar geduldig doorzettend werkvermogen, wijdde Edna zich aan het verkrijgen van kennis en verbaasde haar onderwijzer over de snelheid van haar vorderingen en de kracht en origina liteit van haar rusteloos verstand. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1924 | | pagina 1