No 88
Maandag 14 Januari 1934
38e Jaargang
LEVENSLEED.
Buitenland.
FEUtLLËTQSM.
A
A
öit tien Goeschen Raad.
Drukkers-Exploitanten
OOSTEROAAN LE COINTRE GOES
Bureaux: Lange Vorststraat 68—70, Goes
Tel.: Redactie no. 11; Administratie.no. 58
Postrekening No. 36000.
Bijkantoor te Middelburg:
Firma F. P. DHUIJ, L. Burgi Tel. no. 259
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs:
Per 3 maanden, franco per post, ii.
Losse nummersf 0.0S
Prijs der Advertentie»:
14 regels f 1.20, elke regel meer 30 et
Bij abonnement belangrijke korting
DE REDE VAN MR TROELSTRA.
In de Zaterdag te 's-Gravenhage ge
houden protestmeeting van de S. D. A. P.
en liet N. V. V., bij welk laatste verbond
pok de Bond van Nederlandsclie Onder
wijzers is aangesloten, is door de hee-
ren Troelstra, Wibaut en Stenhuis de rich
ting aangegeven waarin de agitatie tegen
het Kabinet, tot steun van de interpella
ties tegen morgen van die zijde en van
die der Bolsjewieken aangekondigd, moet
gestuurd worden.
Terecht beroemde eerstgenoemdeer
zich op, dat door meetings en adresbewe
ging hunnerzijds de sociaal-democraten de
verwerping der vlootwet en het ontslag
der ministers hebben 'bewerkt.
Terecht, zeggen wij, want daardoor kon
den de. tien Roomsche Kamerleden, hetzij
door instemming met de soc.-dem. bewe
ging geleid, hetzij door vrees voor ver
sterking der soc.-dem. gelederen gedre
ven (Engels) in de Kamer zich aan hunne
)zijde scharen, en de moeilijkheden helpen
voorbereiden, waarin door de roode actie
Kroon en Kabinet en Natie werden gé
bracht.
Overigens is er in het verslag van de
agitaüe-speeclies der genoemde drie soc.-
dem. staatslieden niet veel, waarmede wij
kunnen instemmen.
Bepalen wij ons tot de rede van mr
Troelstra.
Mr Troelstra zei: wij hebben na de
Crisis een program ontworpen, dat ook
bezuiniging op de begrooting zou hebben
gebracht, en tegelijk de sociale en cul-
tureele ontwikkeling niet stop zet.
Aangetoond is echter dat ook waar
mr T. zelf erkende slechts geleidelijk tot
afschaffing van leger en vloot te kunnen
■overgaan dit. program geen noe
menswaardige bezuinigingen bevatte, zoo
dat er geen ander bezuinigingsplan over
bleef dan dat van minister Colijn, die trou
wens ten onrechte hier beschuldigd wordt
van stop zetten der sociale en cultureele
ontwikkeling.
Verder zei mr T., die van meening is
dat een beetje inflatie van den gulden
nóg zoo kwaad niet is: „Wij zijn uit
gegaan van het standpunt, dat wij nog
een paar jaar in het moeras zullen moe
ten blijven zitten."
Wat dat „een paar jaar" beteeken f in
den mond van een staatsman, die oen
bezuinigingsplan indient, hetwelk geen be
zuiniging brengt, en van inflatie niet zoo
bang is, zullen wij maar niet uitzoeken.
Niet minder onjuist is de uitspraak
van mr. T., dat deze crisis een conflict
is geweest tusschen de Kamer met haar
kiezers, wijl deze laatsten in 1922 niet
aan de behandeling van de Vlootwet heb
ben gedacht of geloofd. Althans de anti
revolutionairen, ook in onze provincie,
hebben „er aan gedacht en geloofd",
dit is met de stukken bewijsbaar.
Wij zullen binnenkort wel gelegenheid
krijgen op deze rede in te gaan, wijl
zCj 'in hoofdtrekken wel in de Kamer
(naar soc.-dem. opvatting immers de
tribune, van waar een S.D.A.P.'r tot het
volk spreekt) zal worden herhaald. Doch
wij vestigen bereids nog de aandacht
op een drietal uitlatingen van den ge-
vierden spreker.
lo. „Als wij," aldus mr. Troelstra, „op
23 Sept. den boel niet op stelten hadden
-gezet, dan zoji de Vlootwet zlj'n aan
genomen. En als wij den boel niet verder
op stelten blijven zetten, zijn wij redde
loos verloren voor de reactie."
2a. „De sterke man in ons land moet
zijn het bewuste, strijdende proletariaat."
3d „In „Het Volk" heb ik herhaaldelijk
de vraag gesteld: welke machten zijn
24).
„Ik zou mijzelf niet welopgevoed vinden
#als Ik geen Griekisoh en Latijn kon lezen
'en bovendien, ik zou willen lezen wat
Solon, Pericles en Demosthenes in hun
eigen taal schreven".
„Zoo, en wat weet je van die mensahen?''
„Alleen wat Plutarchus zegt".
„Welke soort boeken lees je het liefst?"
„Geschiedenis en reisbeschrijvingen".
„Houdt je ook van rekenen?"
„Neen, mijnheer".
„Maar om les te geven zul je meer aan
rekenkunde hebben dan aan Grieksch".
„Ik zou denken, dat ik wel beide zou
kunnen leeren; ik heb nog een heel leven
voor mijen zelfs, al zou ik ,er geen nut
van hebben, schade zal het mij1 toch zeker
niet doen het te kunnen lezen. Kennis staat
iemand noodt in den weg, is 'tniet?"
„Zeker niet zoo dikwijls als onwetend
heid. Nu goed, je kunt Grieksoh leeren,
zoo spoedig als je maar wilt. Ik zou je
graag eens iets hooren lezen. Hier is Gold
smiths' „Het verlaten dorp". Wil je eens
■er (bij do Koningin) aan het werk. Daarin
wil ik mij nu niet meer verdiepen. Die
Koningin is krachtens de Grondwet niet
verantwoordelijk en de grondwettelijke
positie in deze is, dat wij het zittende
ministerie hebben aan te spreken. Wij' zul
len ons niet den weg laten opdrijven
van een aanval op de persoon van de
Koningin. Onder onze ergste tegenstan
ders zoiu men jïit wel willen. Doch dit
zal niet gebeuren, want deden wij
het dan zou Colijn een mooie kans
krijgen."
In no. 1 spreekt de Politicus; in no. 2
de Agitator; in no. 3 de Aspirant-mi-
nister.
Diezelfde staatsman, die zich zioo mo-
nigmaal, ook nog in 1918 heeft vergist,
toejn (hij de Koningin wilde verwijderen
en,' echt-revolutionair als hij' is, greep
naar dén Staatsteugel, springt nu naar
voren om het grondwettig Koningschap
en de rechten der Kroion te dekken met
zijn revolutionaire schild.
In welke Tan deze drie posities, lezer,
acht gij1 hem het gevaarlijkst?
Sterke wanverhouding.
Wanneer men een poging waagt om de
belangstelling te schatten,"die tot heden
in Zeeland bestond voor de Vereeniging
van Nederlandsclie Gemeenten, komt men
tot allerbedroevendste resultaten.
Van de 110 Zeeuwsche gemeenten wa
ren er slechts 27, wier bestuur de be-
teckenis dezer organisatie erkende door
toe te treden als lid.
In het vorige jaar kwam zelfs in den-
stand van liet ledental voor onze pro
vincie niet de minste wijziging.
Houdt men rekening met het getal in
woners van ons 'gewest, dan behoort
daarvan slechts 44" pet. tot gemeenten,
die lid der Vereeniging zijn.
Een cijfer, dat wel bijzonder schril af
steekt tegen het percentage, dat voor het
geheele land geldt en niet minder dan
86 pet. bedraagt.
Waarlijk, hier is weinig reden tot zelf
verheffing 1
Hier moei gesproken van een wanver
houding, die hoe eer hoe beter dient
weggewerkt.
Toch bereid.
Het zijn niet de heteekenendste en
flinkste leden eener vakorganisatie, die
het oprichten en instandhouden aan an
deren overlaten en pas dan toetreden,
wanneer een loonsverlaging of andersoor
tige vermindering dreigt.
Toch handelt ten aanzien van de Ver
eeniging van Nederlandsclie Gemeenten
het gros der gemeentebesturen niet veel
anders.
Nog niet een vierde deel der Zeeuwsche
gemeenten achtte het van belang om
daadwerkelijken steun te verleenen aan
een orgaan, dat een positie van betee-
kenis erlangde en getoond heeft pal te
staan voor de gemeentelijke belangen.
Naar echt-Zeeuwsche gewoonte liet
men het vormen van een organisatie ®n
het voeren van actie aan anderen over.
Dat spaart geld uit, en bovendien,
bereiken die anderen een succes, dan
valt er nog mee van te profitéeren ook!
Deze en dergelijke overwegingen heb
ben ongetwijfeld velen verre gehouden
van het lidmaatschap der Vereeniging.
Totdatde van hooger hand op
gelegde lasten te zwaar bleken om te
dragen en de zwaar beproefde vroede
vaderen in vergadering te Middelburg te
hoop liepen om op middelen ter verlich
ting te zinnen.
een stukje er van lezen? Begin hier maar:
„Zoet was het geluid".
Zij las het gedeelte, dat hij aangaf, en
toen hij haar zijn tevredenheid betuigde,
zeide mevrouw Murray:
l „Ik geloof dat het kind een verstokt
boekenwurm is, zotoals ik er nog nooit
één gezien heb; maar lieve mijnheer Ham
mond, maak alsjeblieft geen blauwkous
van haar".
„Ellen, heb je ooit een echte blauwkous
gezien?"
„Ik ben Ij^el blij te kunnen zeggen, dat
ik nooit hei ongeluk gehad heb".
„Mijnheer, ik zou graag de beteekenis
van het woord „blauwkous" willen weten;
zou u zoo goed willen zijn mij1 dat uit te
leggen", zei Edna.
„Jij bent mooi op pad om het te begrij
pen als je Grieksch gaat leeren", antwoord
de mevrouw Murray lachend over het ont
hutste gelaat van het meisje.
De heer Hammond lachte en hernam1:
„Een blauwkous, lieve kind, wordt ge
woonlijk verondersteld te zijn een dame,
die niet jong meer is en in de meeste ge
vallen ongetrouwd, maar die bits, scherp
en onaangenaam is; onbekend met alle
huishoudelijke zaken, die de ware vrou
welijke eigenschappen en bekwaamheden
mist en gaarne vocnr geleerd wil doorgaan.
Welnu, op dat historisch moment was
het de Directie der Vereeniging van Ne
derland schc Gemeenten, die zich op
maakte om hulp te bieden en geen mid
del Ier redding onbeproefd wilde laten.
Hoewel jarenlang van velerlei zijde mis
kend, verklaarde zij zich toch bereid om
de gemeentelijke belangen ook in Zeeland
te dienen.
't Is niet zonder opzet, dat wij enkele
dagen gewacht hebben met het schrijven
van ons overzicht van de laatste Raads
vergadering. De zitting was zóó be
langrijk, het verslag zóó uitvoerig, de be
langstelling onder de burgerij zóó leven
dig, dat wij het beter achtten te wach
ten, tot de indrukken wat meer gevestigd
en de gemoederen gekalmeerd waren. We
zijn nu beter dan Donderdag in staat
het geheel te overzien en de lezers zul
len zeker ook voorzichtiger in hun oor
deel zijn dan onmiddellijk na de span
nende vergadering.
Dhr. Labrijn, de voornaamste woord
voerder der financieele commissie, is
vooral in deze vergadering op den voor
grond getreden. Nu zouden we niet gaarne
alle door hem geuite 'beweringen voor
onze rekening nomen, maar toch mag
hem de eer niet onthouden worden, dat
hij durft zeggen, wat door zeer vele bur
gers al geruimen tijd gefluisterd of open
lijk te kennen gegeven werd: dat wij hier
in Goes op te grooten voet leven met onze
gemeente-huishouding. En nu is dhr. La
brijn er de man niet naar, om hiermede
iets onaangenaams te zeggen aan het
adres van B. en W. en de gemeente
secretarie (meerendeels partijgenooten van
hem) neen, hij 1) e w ij s t ook met cijfers en
gegevens, wat hij naar voren brengt. En
dat hij in de statistieken' thuis is als
weinigen, bewezen op een kleine fout
na, die in een haastig oogenblik werd,
begaan de rapporten der financieele
commissie, waardoor we vergelijkingen
kregen, die we in Goes tot heden nog
altijd gemist hadden. En dat ondervonden
ook de sociaal-democraten, die met, ver
ouderde cijfers kwamen en daardoor vrij
wel een modderfiguur maakten, om het
maar eens onparlementair te zeggen.
Dhr. Labrijn spaarde allerminst B. en
W. Ieder onbevooroordeeld lezer zal na
kennisneming van zijn magistrale rede wel
moeten erkennen, dat er van de rede
neering van B. en W. niet heel veel is
overgebleven. De vergelijking met 't rijks
personeel viel al bijzonder ongelukkig uit
voor B. en W„ temeer daar dit personeel
al lang 8i/o pet. pensioenpremie moet
betalen en straks nog wel meer zal moe
ten bloeden, terwijl het Damocles-zwaard
van ontslag velen boven het hoofd hangt.
(Wij hoorden dan ook, dat verscheidene
rijksambtenaren, in Goes woonachtig, al
lerminst tevreden warpn over den afloop
der Raadsvergadering.)
De beide wethouders moesten zich. na
zulk een vernietigende redevoering dan
ook wel bepalen tot een verdediging van
hun beleid in het algemeen. Ze gingen op
de details maar niet meer in. Nu, iemand
zal ze verdenken van opzettelijk de belas
tingen omhoog gejaagd te hebben. En
ieder zal ook wel willen aannemen, dat
ze op deze begrooting gepoogd hebben
hier en daar wat te schrappen. Maar ze
hadden mèèr kunnen doen en zeker had
den -ze kunnen nalaten, wat dhr. v. d.
Bout deed, nl. ontkennen, dat de belas
tingen, hier zeer hoog zijn.
Zeker, er mogen enkele belastingen zijn,
Een vrouw, wier vingers' meer versierd
zijn met inktvlekken, dan met den vinger
hoed; die het voeren van een huishouden
minderwaardig vindt, en steeds luide con
verseert over politiek, wetenschap en fi
losofie, die geleerd, maar leelijk en on
handelbaar is, wier haar nooit aardig op
gemaakt is en wier kleeding nooit verzorgd
is. Heb ik ze nu niet goed geteekend,
Ellen?"
„Even goed als een van Brady's illustra
ties. Wiees gewaarschuwd, Edna".
„De naam blauwkous", vervolgde de
dominé, „vindt zijn oorsprong eigenlijk in
een grap van vele jaren geleden, toen
in het huis van mevrouw Vesey te Lon
den een kring van vooraanstaande mannen
in politiek en wetenschap zijn bijeenkom
sten hield, en waar dan de elegante wereld
kwam, om naar hen te luisterenden van
hen te leeren. Een van deze heeren, Shil-
lingfleet' die altijd blauwe kousen droeg,
was voor al de aanwezigen zoo beminnelijk
en tegelijk leerzaam in den omgang, dat,
als hij er bij toeval eens niet was, het
gezelschap de bijeenkomst eigenlijk niet
volmaakt vond, zonder dat de blauwe kous
er bij was. Een Franschman, die van dit
geval hoorde, gaf daarna aan deze bijeen
komsten den naam van „blauwe kous";
en dus zie je, dat de humoristisch bedoel-
die we hier gelukkig niet kennen, maar
de laatste statistiek liegt niet en zegt
in dit verband genoeg! Goes staat zoo
ongeveer in Zeeland aan de spits met z'n
belastingen
Minder kiesch zal wellicht menigeen
het gevonden hebben, dat door weihou
der Van den Bout zoo scherp positie ge
kozen werd tegenover de heeren Labrijn
en Goedbloed, toen deze een matige ver
laging van het wethouderssalaris voor
stelden. Waar de wethouders in alle
Zeeuwsche gemeenten, enkele dan uit
gezonderd, door Ged. Staten zoo bedui
dend in hun salaris zijn gekort, hoewel
ook daar het werk toch niet noemens
waard zal zijn verminderd, en waar een
voorbeeld tot bezuiniging dikwijls zoo
heilzaam werkt, om het lagere personeel
in vermindering te doen berusten, daar
zal het zeker velen bevreemden, dat de
financieele nood van Goes nog zóó wei
nig tot de wethouders is doorgedrongen,
dat ze zelfs van een verzoek aan Ged.
Staten in dezen niets weten wilden.
Den heer Goedbloed mogen wij, even
als trouwens al onze Prot. Chr. Raads
leden, niet onvermeld laten. Zijn rode
over dreigende inflatie en noodzakelijke
belasting- en salarisverlaging zat zóó
goed in elkaar, dat ze door de tegen
standers van de pensioenkorting ook niet
aangevallen is. Wanneer al de Raadsleden
zich zóó hun verantwoordelijke positie
bewust waren, zou het belastingbiljet in
Goes er wel een weinig anders uitzien.
We konden niet vermoeden, toen we
een vorig maal yroegen: of er Raads
leden zouden zijn, die meenden, dat met
de Goessche belastingen nog wel een
poosje op den ouden voet kan worden
voortgegaan, dat onder dezulken behalve
de heide wethouders, de beide S. D.
A. P.'ers, en dhr. de Looff ook dhr. Vie-
nings zou behooren. Volgens hem behoort
Goes nog niet tot de gemeenten, die be
rucht zijn vanwege haar hooge belas
tingen! Trouwens, zijn houding is toch
onbegrijpelijk. Met groote woorden ver
klaarde hij, dat men onrecht doet, door
de ambtenaren van boog tot laag aan te
pakken en dat hij belastingverlaging niet
met onrecht koopen wil en even later
is hij vóór het plan-van Poelgeest om niet
een pensioenkorting, maar te zijner tijd
een s a 1 a r i s-ve r 1 a g i n g in te voeren!
Tableau! Blijft onrecht geen onrecht, ook
al pleegt men het over drie of zes maan
den? En is salarisverlaging volgens hem
geen dubbel onrecht?
Hoe het zij dhr. v. Poelgeest, die
eigenlijk verder wilde gaan dan de fin.
commissie, is oorzaak geworden, dat de
pensioenkorting verworpen is, wat naar
onze meening nog de minst gevoelige
aderlating voor het gemeente-personeel
was. Maar de ambtenaren kunnen elkaar
toch moeilijk met dezen uitslag felici-
teeren, want gebleken is, dat er een meer
derheid (76) voor bezuiniging in dezen
is. „Het Volk" zag dat ook in en sprak
van een „uitstel van executie". We hoo
ren er dus nog wel meer van.
Ook voor bezuiniging ter gemeente
secretarie was een meerderheid (alweer
76). Alleen wil men hier den meest
kieschen vorm nemen. Ook hier moeten
B. en W. nog aan het werk.
Met de politie is het eigenaardig ge-
loopen. De meest overtuigende statistie
ken waren hier toch wel geleverd. Zonne
klaar bleek, dat Goes veel te veel politie
heeft. Voor de secretarie wil men wel een
nader vergelijkend onderzoek, maar voor
de politie niet. 't Zou anders leerzaam
zijn! De houding van wethouder v. d.
Bout was ook hier onbegrijpelijk. B. en
de naam, die toen gegeven werd aan een
aangenaam man in de conversatie, nu
wordt gebezigd voor vervelende, verwaan
de en onaangename dames".
Toen zij naar huis reden vroeg Edna:
„Heeft mijnheer Hammond ook vrouw en
kinderen?"
„Neen hij heeft zijn vrouw en kinderen
al jaren geleden verloren. Maar hoe kom
je aan die vraag?"
„Omdat ik geen dame gezien heb, en er
mij over verbaasde, hoe in zijn huis alles
zoo keurig onderhouden was".
„Hij heeft een trouwe dienstbode, die
goed voor zijn huishouding zorgt. Denk er
om, dat je mijnheer Hammond nooit over
zijn huiselijke aangelegenheden spreekt".
Mevrouw Murray keek het meisje ern
stig onderzoekend aan, alsof zij haar ge
dachten wilde peilen; en daarop haar hoofd
achterover werpend op die eigenaardige
trotsche wijze zooals Edna het al opge
merkt had in Norman Arthur, klemde zij
haar lippen op elkaar, trok -haar sluier
neer, en bleef zwijgend en afgetrokken
totdat zij thuis waren gekomen.
Dte studie, door Edna zoo begeerig be
gonnen, verschafte haar het geestelijk voed
sel, waarnaar zij zoo lang hunkerend had
uitgezien en gaf haar gelegenheid haar
van nature reeds goed verstand voortdu-
W. verklaarden in hun prae-advies de ver
gelijkende staten ongeveer waardeloos e»
toch kwam weth. v. d. Bout in den Raad
met het Middelburgsche voorbeeld aan
dragen
Even inconsequent als toen B. en W.
beweerden, dat met de cyclostile nog wei
meer gewerkt zou worden, indien niet
het gevaar bestond, dat de Goessche typo
grafen met werkloosheid zouden worde»
bedreigd, terwijl ze de gemeente-begroo
ting lieten drukken inAlfen aan den
Rijn!
De bezuiniging is dus nog lang niet
van de baan. De zaak moet nog warm
gehouden worden. De A.-R. en C.-H.
Raadsleden wij zeiden het reeds
hebben het hunne er aan gedaan. Of
de houding der R.-K. Raadsleden alle
JEt.-K. kiezers ook de middenstanders
onder hen zal bevredigen, wagen wjj
niet te beoordeelen. Van de sociaal
democraten had niemand zeker iets be
ters verwacht. En de Vrijheidsbond? De'
eenheid is daar wel hopeloos zoek tea'
aanzien van de bezuiniging. In dat op
zicht zei de socialist C-rucq ware woor-
a™
Wees liever verstandig dan spijtig;
waarom niet heden een flacon Foster's
Maagpillen gekocht? Dit geneesmiddel
wekt de lever op, regelt de vloeiing der
gal, draagt zorg voor goede spijsvertering
en houdt de ingewanden werkzaam. Dit
beduidt reiner bloed, betere zenuwen en
een helderder hoofd. Prijs per flacon van
vijftig versuikerde pillen f 0.65; in apo
theken en drogistzaken. (10)
Zimmerman bij Poincaré.
De „Europe Nouvelle" vertelt:
Eenige dagen voior Kerstmis, beklom
een heer van middelbaren leeftijd, met
een streng voorkomen, geheel in zwart
gekleed, zijn parapluie onder den arm
houdend, de stoepi van de Quai d'Orsay
en vroeg Poincaré te spreken. Hij' werd
onmiddellijk toegelaten en bleef gedurende
een vol uur i n gesprek met den Franschen
premier, in diens, met de door Rubens
ontworpen wandtapijten versierd hei
ligdom.
Deze voorname en discrete bezoeker
was de heer Zimmerman, oud-burge
meester van Rotterdam, tegenwoordig dic
tator voor de Oostenrijfcsche "financiën,
voor rekening van den volkenbond. Nu
de redding van Oostenrijk bijna vol
bracht is, is ook de taak van Zimmer
man eenvoudiger geworden. Zij bestaat
thans uit„neen" te antwoorden aan Kien-
boeck, den 'Oostenrijkschen minister van
financiën, zoovaak laatstgenoemde om
geld vraagt.
Zimmerman volbrengt deze ondankbare
taak met evenveel hoffelijkheid als vast
beradenheid, welke hem echter niet vol
komen in beslag neemt en hem in de
gelegenheid stelt am van tij'd tot tijd
een uitstapje te maken tot Genève of
zelfs tot Parijs.
Ondertusscben had- Zimmerman noig
geen contact gehad met de Fransche re
geering. Volgens voorspellingen uit Ge
nève zou de "Weensche dictator Poincaré
van eenige koelheid ten opzichte van de»
Volkenbond verdenken en zou Poincaré,
aan zijn 'kant, eenig wantrouwen in Zim
merman hebben, aangezien hij laatstge
noemde voor weinig Fransch-gezind hield.
Indien deze wederzijdsche vooroordee-
len inderdaad eenmaal bestonden, heeft
rend te scherpen. Inplaats van vlug enkele
handboeken te doorloopen, die de herse
nen volproppen met wetenschappelijke tech
niek en filosofische uitdrukkingen, strek
ten haar studiën zich uit tot wijder kring
omvattend, bij het ouder worden, de toe
passing van die groote beginselen, die
aan de moderne wetenschap ten grondslag
liggen. 1
Eioininé Hammond veroorloofde zijn leer
ling eiken tak van wetenschap te bestu-
deeren, die zij verkoos, en trachtte haar
onder den indruk te brengen van de groote
waarde van haar verschillende studievak
ken in onderling verband te zien.
De uitgebreide bibliotheek op „Le Bo-
cage" en de waardevolle collectie boeken
in de pastorie, konden gerust de proef
van een speurenden geest doorstaan. En
met een grenzenlooize ambitie, slechts ge
ëvenaard door haar geduldig doorzettend
werkvermogen, wijdde Edna zich aan het
verkrijgen van kennis en verbaasde
haar onderwijzer over de snelheid van
haar vorderingen en de kracht en origina
liteit van haar rusteloos verstand.
(Wordt vervolgd).