Posterijen en Telegrafie.
it de Pers.
wel degelijk is gerekend bij de vaststel
ling van de salarissen. Wat het Rijk be
treft, ieder rijksambtenaar kon zien aan
komen, dat het premievrij pensioen er
zou afgaan. Maar volgens B. en W. is
het oogenblik nog niet daar, ,om voor de
gemeente de pensioenkorting in te trekken.
Spr. herhaalt de opmerking van B. en
W., dat de belastingen in 1923 voor de
kleinere inkomens niet hooger waren dan
in 1914. (Dhr. Labrijn interrumpeert: „en
dan de opcenten".) Weth. v. d. Bout er
kent, dat die verhoogd zijn. Maar de
kleinere inkomens hebben niet veel last
van opcenten op de vermogensbelasting.
We hebben in Goes geen opcenten op
de tantièmes, geen retributies op de be
drijven, geen zakelijke bedrijfsbelasting, en
geen straatbelasting. Daarmee moet men
ook rekenen.
Laatst werd in 's-Heer-Arendskerke een
gemeente-veldwachter opgeroepen op pen
salaris van f1490. Al gaat daar nu 81/2
pet. af, dan is zoo iemand niet veel slech
ter uit dan in Goes.
Spr. meent, dat intrekking van het pre
mievrij pensioen geen f 11.000, maar
f8000 voordeel zou opleveren. Het per
soneel van de gasfabriek zou toch onder
die korting niet mogen vallen.
Weth. Stieger wil nog enkele alge-
meene opmerkingen maken. Spr. dacht
bij het hooren van den "heer Labrijn aan
een officier van Justitie, terwijl dan B.
en W. de beschuldigden zijn. Spr. yoelt
zich echter niet schuldig. Spr. is over
tuigd zijn plicht gedaan te hebben. De
kreet van bezuiniging is ook tot B. en W.
doorgedrongen en zooveel mogelijk zou
den zij hieraan tegemoet wijjen komen.
Men zou door de vele lectuur der laatste
dagen gaan denken, dat B. en W. pro
centen of tantièmes van de belasting
krijgen. Spr. is ook niet in zijn nopjes
met de belastingen. Hij leest dat biljet
heusch niet met, hetzelfde genoegen als
een invitatie voor een diner. Maar het is
de taak van B. en W. toe te zien op de
arbeidsprestaties van het Gemeente-
personeel maar ook te zorgen, dat het
een menschwaardig bestaan heeft. En
daarom achten ze het tijdstip voor pen
sioenkorting nog niet gekomen. Tot deze
conclusie zijn ze na rijp beraad gekomen,
na de zaak van alle kanten bekeken te
hebben.
Dhr. Goedbloed is dankbaar voor de
kalme stemming, waarin de beide wet
houders gesproken hebben. Dat maakt
het Spr. gemakkelijk zijn stem te be
palen. Spr. kan zich vereenigen met het
voorstel der fin. commissie. De directe
belastingen in Nederland zijn veel te hoog.
Spr. weet geen land met zulke hooige
belastingen, al staat Engeland ongeveer
met ons gelijk. Een directe belasting,
waardoor men verplicht is 3 maanden
voor de publieke kassen te werken, drukt
de productie èn belet de kapitaalvorming.
Dat treft te meer en is dubbel erg, nu
we in de depressie komen. Die belas
tingen moeten omlaag en mogen beslist
niet omhoog. En dat laatste zouden we
krijgen, als we op denzelfden voet voort
gingen, temeer daar enkele hooge inko
mens Goes verlaten. De inflatie dreigt
van de zijde der publieke lichamen: rijk,
provincie en gemeenten. Nu kan Goes die i
inflatie alleen niet tegenhouden, maar
men kan ze zooveel mogelijk voorkomen,
door de belasting te verlagen. De infla
tie treft voornamelijk de arbeiders en
de middenstanders. Daarom is het eerste
plicht van een publiek college te zor
gen, dat de belasting omlaag gaat. Waai
de rijksbelastingen ook erg zijn verhoogd,
heeft de gemeente een dubbelen plicht,
daar de belastingen toch uit één porte-
monnaie moeten komen. Daarom zullen
we aan de pensioenkorting moeten ge-
looven. Spr. bestrijdt, dat pensioenkor-
ting juridisch niet toelaatbaar zou zijn.
B. en W. erkennen trouwens zelf, dat ze
niet voor bevriezing zijn, daar- ze later,
op gunstiger tijdstip, tot salarisvermin
dering willen overgaan. Als pensioenkor
ting in 1923 onbillijk is, is het ook in
1933. Rechtens geven B. en W. zich dus
gewonnen.
Nu de vraag of het billijk is. Spr. voelt
terdege het harde, gelegen in dezen maat
regel, en Spr. zegt niet, dat de salarissen
hier erg hoog zijn. Maar salarisverlaging,
dus belastingverlaging is ook in het be
lang der ambtenaren. Wat schiet tenslotte
een ambtenaar er mee op, of hij f 1 in
handen krijgt, als die maar f 0,80 of
f0.90 waard is. Dat is camouflage.
Gezien tevens het particulier bedrijf,
waar veel verlaging wordt aangetroffen,
kan Spr. meegaan met het voorstel der
fin. commissie.
Dhr. v. Melle wil bij het beoordeelen
van dit voorstel blijven binnen de gren
zen van Goes. Spr. vraagt, met welk
percentage het totaal inkomen der inge
zetenen gedaald is. Spr. weet van geval
len, waar het I2V2 pet. gedaald is. Daar
om kan Spr. niet inzien, dat het onbillijk
is, dat van. de tractcmenten der ambte
naren de pensioenpremie wordt afgetrok
ken. Voor ieder geldt het: zet de tering
naar de nering, andere krijgt de nering
de tering. Misschien zou er voor sommige
traktementen een herziening noodzakelijk
zijn, als de korting werd toegepast.
Dhr. Vienings zegt, dat eenige heeren
uit den Raad, gedreven door de bezui
niging, een blik hebben geslagen in de
ge mee nte h uish onding en voorstellen de
pensioenpremie ten laste der betrokkenen
te brengen. Wordt dit voorstel aangeno
men, dan beteekent dit in de praclijk
een loonsverlaging. De pensioenstorting
is geworden een inhaerent deel van de
salarisregeling, zooals die door den raad
is vastgesteld.- Indien de financieele toe
stand der gemeente wanhopig zou zijn
en de belastingdruk ondragelijk, dan zou
nood wet breken. Maar spr. heeft niet
de overtuiging, dat de fin. toestand wan
hopig is, en dat Goes behoort tot de
gemeenten, die berucht zijn vanwege haar
hooge belastingen. Splr. verdedigt, wat hij
in zijn kwaliteit als Redacteur van de
N. Zi. Ct. heeft gezegd, dat de cijfers
van de fin. cam. „sprekend, maar niet
'welsprekend zijn". De commissie maak
te, naar nu blijkt, toch een ver
gissing. Spreker zegt, dat men een
onrecht doet, door de gemeenteambtena.
ren van hoog tot laag aan te prikken.
Daartegen baten geen fraaie theorieën
van noodzakelijke belastingverlaging. Spr.
wil deze niet met onrecht koopen. Vol
gens spr. zijn de vergelijkingen met an
dere plaatsen niet overtuigend.
Tegenover den heer Labrijn wijst spr.
op de verantwoordelijke positie van den
Burgemeester. De gemeentebemoeiingen
in de laatste jaren hebben een geheel
ander en meer uitgebreid karakter gekre
gen. Daarom mag daarvoor het salaris
wel iets hooger dan vroeger zijn. Spr.
zal jegen het voorstel der fin. com.
stemmen
Weth. v. d. Bout erkent, dat de be
lastingen hoog zijn, maar een groot deel
der gemeente-belastingen komt door rijks-
maatregelen. Moeten nu de ambtenaren
en werklieden indirect betalen aan dia
rijksuitgaven^ zaoals b.v. voor 't onderwijs
Spr. noemt Intrekking van de pensioen
premie dubbele belastingbetaling dopr de
ambtenaren.
Dhr. v. Poelgeest vraagt aan B. en W.
als de Raad niet meegaat met het voorstel
der fin. comm., of dan B. en W. het
heele jaar aan de salarissen niets zul
len doen. De noodzakelijkheid van be
zuiniging dringt tot de openbare besturen
maar langzaam door. B.v.aan de Goes-
sche gasfabriek deed men alsof er geen
wettelijke verlenging van den arbeidstijd
was toegestaan. Spr. meent, dat de ge
meente geen jaar lang kan wachten met
bezuiniging. En zeker mag geen personeel
meer worden aangenomen op de oude
voorwaarden. Spr. vraagt van B. en W.
voorstellen, hoe de salarisregeling zal
moeten zijn, als er 10 pet. en hoe ze zal
moeten zijn, als er 20 pet. gekort wordt.
Die voorstellen zou spr. graag spoedig
zien. Spr. acht een pensioenkorting1 van
8,5 pet. onbillijk.
Als er gekort moet worden, dan niet
alleen op de pensioenpremie. Wanneer B.
en W. verklaren, dat zij spoedig de
door spr gevraagde voorstellen zullen in
dienen, is spr voor 't oogenblik tevreden.
Spr is er van overtuigd, dat die korting
van 10 of 20 pet zeer spoedig zal moeten
komen. Laten dan de betrokkenen tijdig
weten, welke hun verminderde salarissen
zullen zijn.
Op een vraag- van dhr v. d. Bout zegt
dhr v. Poelgeest nog, dat de werktijdver
lenging aan de gasfabriek ruim f 8000
besparing zal brengen. Maar dat men hier
mede IV2 jaar gewacht heeft, is voor
spr een bewijs van bevriezing.
Dlhr v. d. Bout zegt, dat b.v. de politie
60 uur per week werkt.
Dhr v. Vloten geeft aan dhr v. Poel- i
geest in overweging te stemmen voor het
voorstel der fin. comm. Hij is er immers
van overtuigd, dat de salarissen omlaag
moeten en het zal een geruimen tijd duren
eer de voorstellen van R. en W;. komen.
En komen die voorstellen, dan k'an er
gerekend worden met de toegepaste pen
sioenkorting.
Dhr v. Poelgeest vraagt aan B. en W.
indiening van de door hem gevraagde
voorstellen binnen drie maanden. En wordt
eerst de pensioenkorting toegepast, dan'
weten P. en W. daarmede misschien geen
raad bij hun voorstellen.
Dhr Goedbloed erkent, dat de intrekking-
van de pensioenpremie een stomme be
zuiniging is. Het gaat met hetzelfde per
centage. Maar is er een beter middel?
Spr roept in de herinnering van dhr v.
Poelgeest terug, de indertijd toegepaste
verhooging. Wat kostte dat een tijd en
moeite! Daarom kunnen B. en Wl geen
termijn noemen en beloven. Is de pensioen
korting ingevoerd, dan is dat misschien
een prikkel voo-r B. en Wl om spoedig
met voorstellen te komen.
Dhr. Vienings is het eens mét het idee-
v. Poelgeest.
Dhr Goedbloed zegt: Laten we ons
geen illusies maken, maar de Raad zal
altijd verschillen van meening over de
vraag, of het moment van bezuiniging is
aangebroken.
Dhr. Labrijn begrijpt den heer v. Poel
geest niet. De statistiekcijfers zeggen, dal
toch het leven pl.m. 20 pet. goedkoopei
is geworden. Is nu het moment vooi
verlaging niet gekomen? Er is maar één
plaats in Zeeland, waar de belastingen
hooger zijn en dat is Oostburg. Goes
is met de belastingen Den Haag, R'dam
en het goedkoop deel van A'dam reeds
Voorbij. D,e heer Labrijn noemt nog vele
cijfers. Dhr. v. d. Bout acht dit een goo
chelen met cijfers. Dhr. Labrijn: pardon,
dit is de waarheid.
Het voprstel der fin. com. om tot pen
sioenkorting over te gaan, wordt ver
worpen met 7 tegen 6 st. Tegen dbrn:
v. d. Bout, Stieger, v. Poelgeest, Vienings,
de Looff, Crucq en Buis. Vóór dhrn: v.
Melle, .Goedbloed, Labrijn, Eckliardt, v.
Vloten en Flink.
6. Behandeling van de gemeente-hegroo
ting voor 1924 met de bijbehoorende be-
drijfsbegrootingen.
Algemeene beschouwingen.
Dhr. Crucq werpt een terugblik op de
verkiezingen. De recbtsche Raad is ver
dwenen. Maar spreker wenscht niet bij
de linksche meerderheid ingedeeld te wor
den. Spr. ontkent de tegenstelling rechts-
links in den Gemeenteraad.
Spr. heeft van de rechtsche politiek
nooit veel gemerkt. Waarom geen afschaf
fing der kermis en uitvaardiging vloek-
verbod?
Van de liberale politiek verwacht spr.
ook niet veel. De Vrijheidsbond is een
verzameling van diverse pluimage. Van
den Bout moest er in, maar het was te
doen om andere heeren er in te brengen,
die hem zouden dwars zitten, die, vol
gens zijn eigen partijgenooten, te royaal
met het geld omspringt. Zóó zijn de libe
rale kiezers bedrogen.
Het gaat niet om rechts of links, maar
voor of tegen de arbeiders. Vele kiezers
hebben niet gestemd op den Vrijheids
bond, gaan met de beginselen dezer partij
niet accoord, maar stemden op den heer
v. d. Bout.
(De voorz. dringt aan om te komen tot
de begrooting 1924.)
Dhr. Crucq: dat komt straks. Deze
Raad is geen juiste afspiegeling van de
meening der kiezers.
Wat de financiën betreft, de belastin
gen zijn hier zoo hoog niet. Hot hardst
schreeuwen zij, die nu precies en juist
worden aangeslagen. Over 't algemeen is
de financieele toestand in Goes goed.
Spr. dringt aan op wederinvoering van
herhalingsonderwijs. Ook vraagt spr. of
er een plakverbod is? Bij de jubileum
feesten blijkbaar niet. Spr. betreurt verder
de afschaffing van het presentiegeld der
Raadsleden.
Dhr. Vienings vindt het voorbeeld van
dergelijke algemeene beschouwingen zeer
slecht. Spr. hoopt, dat dit voorbeeld niet
zal worden nagevolgd.
Spr. komt op tegen de bewering van dhr
Crucq, als zouden de S.D.A.P.'ers alleen
zijn de pleitbezorgers van de arbeiders
klasse. Volgens de Gemeentewet zitten
de leden hier voor het algemeen be
lang, hot belang der gemeente. Er zijn
ook nog middenstanders en andere ge
meentenaren. En wat hier gedaan is voor
de arbeidersklasse, is gedaan met de
medewerking van alle partijen. Spr. meent
verder te mogen concludeeren, dat het
financieele beleid van B. en W. en den
vroegeren Gemeenteraad geen blaam treft.
Wat betreft het presentiegeld der Raads
leden, gaat Spr. accoord met dhr. Crucq.
Dhr. Buis acht het rapport der fin.
com. meer winderig dan lijvig. Het is
persoonlijk, wat betreft de wethouders
salarissen. Waarom doet ze in dezen geen
voorstel? Spr. leest weer enkele cijfers
voor, waaruit volgens Spr. blijkt, dat Goes
niet zoo duur is. Blijkens het slot van
haar rapport, is de fin. com. onmachtig
lo bezuinigen. Spr. is er niet tegen, bij
iedere vacature te overwegen of voorzie
ning noodig: is. Spr. noemt verder als
bezuinigingsobjectenburgerwacht, bij
baantjes van secretarie-personeel in
diensturen, vreemdelingenverkeer, straat
werk, enz. Vóór beperking der politie
zou Spr. zijn, als hij was overtuigd, dat
het mogelijk was. Hij zou dan nog liever
bet afstervingssysteem willen toepassen
en dat willen bevorderen (algemeen ge
lach!)
Dhr. v. Poelgeest brengt een woord
van hulde aan de fin. com. voor haar
arbeid in zoo korten tijd. Spr. is tegen
vermeerdering van uitgaven als zieken
huis, electrificatie. Spr. zal dan ook tegen
elk voorstel stemmen, dat vermeerdering
van uitgaven beoogt. Spr. is geschrok
ken van het bedrag, dat liet hoofdstuk
Onderwijs kost. Het vraagt bijna 1/4 van
alle uitgaven (f 66.600). Ook de volks
huisvesting kost f 10.300. Daarvoor heb
ben we gekregen een uitbreiding van 300
woningen, alzoo een betere woningtoe
stand. De hoofdelijke omslag bedraagt
f 163000. Gelukt het dus f 1630 te be
zuinigen, dan zal nog maar 1 pet. op de
belasting gekort kunnen worden.
Dhr. Goedbloed brengt eveneens dank
aan de fin. com., maar uit haar rapport
volgt tevens een huldiging van B. en
W. en den ouden Raad, want haar be
zuinigingssommen zijn niet hoog. Spr. had
wel gaarne gezien, dat de fin. com. ook
haar aandacht had geschonken aan de
volkshuisvesting. De loonen dalen, dus
de huren zullen ook naar beneden moeten.
Dan zullen de woningbouwvereenigingen
zich niet meer kunnen bedruipen en
is de gemeente aansprakelijk. Kunnen de
bouwvereenigingen geen huizen verkoo-
pen, desnoods met eenig verlies?
Dhr. Labrijn merkt nog op, dat de
heeren S.D.A.P.'ers voortdurend komen
met gegevens, die „oue kost" zijn. Dat is
een bewust uitspelen van onware ge
gevens. Dat is misleiding. De nieuwe cij- j
fers zijn gansch anders. Ook zegt Spr.,
dat de volkshuisvesting in Nov. reeds
door de fin. com. ter sprake gebracht j
is en zijn verliezen voorspeld. Ook Spr. j
brengt een woord van hulde aan B. en W., j
wat niet uitsluit, dat er hier en daar j
nog niet meer te bezuinigen zou zijn.
Wel wil Spr. zich de hulde aan het
vroeger beheer voorbehouden.
Daarna wordt de vergadering geschorst
tot 's avonds half 8.
dorp in de buurt van Toulouse (Fr)
de politie. Een onderzoék heeft aan het
licht gebracht, dat de 65-jarige in den
'oudejaarsnacht door zijn vrouw was ver
moord; het lijk heeft zij met een bijl
in stukken gehakt. Op nieuwjaarsmorgen
was zij gezien, een plak op een handwagen
Voortduwend. Hoewel de omstandigheden
op .overstelpende wijze tegen de vrouw
getuigen, blijft zij ontkennen. Die bijl, veel
bloedvlekken en sporen van menschelijke
hersens zijn in de woning van den ver-
mioorde gevonden.
Een beer verbrand. Bij het
te Zeist gehouden gecostumeerd avond-
ijsfeest vloog bij een der deelnemers,
de als beer verkleede heer S., de lampion
in brand. Bij het uitslaan van de lampdon
vatte plotseling het berencostuum vlam.
Gelukkig schoten dadelij|k verschillende
'toeschouwers te hulp; en wisten door het
aftrekken van de brandende ptels erger
te voorkomen. Behalve inet den hevigen
schrik en een verbrande pols kwam de
heer S. er gelukkig zonder verdere ern
stige gevolgen af. Een troostprijs, den
heer S. aangeboden, was wel op z'n
plaats.
Verstikking. Die gezusters Ju
lienne en Lucie Janssens, 80 en 70 jaar
oud, woonden verscheidene jaren in een
huisje te Duinkerken. Vrijdag kwam een
neef hun nieuwjaar we'nsohen, doch tot
zijn verwondering vond hij de deur ge
sloten. Niemand van de buren had de
oudjes dien dag gezien. Men sloeg een
ruit in, en drang d© woning binnen.
In de slaapkamer vond men het lijk van
Julienne Janssens. In de keuken lag
haar zuster bewusteloos. De oude vrouw
werd in zargwekkenden toestand naar
het ziekenhuis gebracht. De gaskraan
stand geheel open.
Goes. Het Rijkstelegraafkantoor alhier
behandelde in de maand Decembe r 1923
Telegrammenverz. 1049 ontv. 1038
overgen 1684 totaal 3771.
Gesprekkenverz. 4553 ontv. 3381
overgen. lokaaltotaal 7934.
Voorts werden door de Hulpkantoren
op Zuid- en Noord-Beveland behandeld
Telegrammen.
Kantoren.
Baarland
Biezelinge
Borsseleu
Colijnsplaat
Driewegen
Ellewoutsdijk
's Gravenpolder
's Heer Arendskerke
's Heerenhoek
's Heer Hendriksk
Heinkenszand
Hoedekenskerke
Kamperland
Kapelle
Kats
Kloetinge
Kortgene
Kruinmgen
Kwadendamiue
Nieuwdorp
Nisse
Oudelande
Ovezande
Rilland
Schore
Waarde
Wissenkerke
Wolf aartsdijk
G e s p r e 1
Kantoren.
Baarland
Biezelinge
Borsselen
Colijnsplaat
Driewegen
Ellewoutsdijk
's-Gravenpolder
's-Heer Arendskerke
's-Heerenhoek
Heinkenszand
Hoedekenskerke
Kamperland
Kapelle
Kats
Kortgene
Kruiningen
Kwadendamme
Nieuwdorp
Nisse
Oudelande
Ovezande
Rilland
Scbore
Waarde
Wissenkerke
Wolfaartsdijk
Kloetinge
Verz. Ontv.
Tot.
3
G
9
13
18
31
56
38
94
38
32
70
6
12
18
11
7
18
15
26
41
12
23
35
22
24
46
4
3
7
7
29
36
9
18
27
38
31
64
41
49
100
6
15
21
19
40
59
42
33
75
54
62
116
6
13
19
21
32
53
6
4
10
9
21
30
15
17
32
28
35
63
24
12
36
12
22
34
27
20
47
32
41
73
ken.
Verz.
Ontv.
Tot.
16
13
29
105
58
163
213
211
424
132
87
219
268
292
560
204
233
437
68
59
127
108
89
197
231
137
368
288
319
607
71
32
103
307
258
565
317
279
596
39
30
69
55
81
136
63
47
110
156
138
289
190
175
365
85
65
150
20
2
22
Minister Ca 1 ij<n lid der
financieele commissie. In den
gemeenteraad van Posterholt werd het
belangrijk besluit genomen om een com
missie voor de financiën in te stelten.
Een snuggere onder de vroede vaderen
martelde zijn hersens af aai een goeden
candidaat te Vinden en potloodde ten
slotte peinzens-mcede den naam van Mi
nister Co'ijn op het stembriefje. Die pu
blicatie daarvan bracht natuurlijk alle
lachsp'eren in beweging,
V r e e s e 1 ij k. Ongerust, omdat hij
sedert een week zijn vader, een bejaar
den man van 65 jaar niet gezien had,
waarschuwde een man te Lavardac, een
Onze Pers en de Crisis.
De Standaard (a.-r.) begint een
reeks artikelen over de crisis, waarvan
het eerste „Terugblik" is getiteld. Hier
aan is het volgende ontleend:
Dat er ten slotte geen andere uitweg zou
overblijven dan de zittende ministers te dwin
gen om te blijven zitten, daaraan zal op
26 October en kortdaarna wel haast nie
mand geloofd hebben.
Toch is dit bijna ondenkbare geval, her
haling van hetgeen in 1907 met het kabinet-
De Meester geschiedde, nu een- feit geworden.
Dat deze oplossing een goedeis, zal wel
door niemand worden staande gehouden, maai
de vraag is, of er ten slotte een betere
te vinden ware geweest.
De ervaring dei- laatste 2^' maand geeft
niet veel uitzicht op een bevestigend antwoord.
Het blad treedt dan in de geschiedenis
en het verloop van de crisis. Over de
opdracht aan de rechterzijde schrijft het
blad:
Naar den vorm ongewoon, was er toch
misschien wel meer van te maken geweest
dan nu geschied is. De opdracht hield in
elk geval een duideljjken wenk in en, indien
er maar waarlijk eenheid aanwezig ware ge
weest, zou reparatie aan den vorm, vóór het
tot formatie kwam, nog wel mogelijk zijn .ge
bleken.
Tot dat stadium is het evenwel niet geko
men. Naar de bladen meedeelen, heeft een
der 3 groepen besloten tot het zenden van
een afzonderlijk antwoord, zoodat de twee
overige geen aanleiding hadden om verder
te beraadslagen.
De Stand, herinnert dan aan de consul
tatie van mr Cort van der Linden en
de wqigering, enkele dagen daarna van
de ontslagaanvrage van het kabinet.
Men fs wellicht geneigd om tusschen die
twee feiten verband te leggen, om' het tweede
te beschouwen als gevolg van het door den
heer Van der Linden uitgebracht advies.
Toch zouden we willen raden om liever
geen conclusies van dien aard te trekken.
Het advies van Cort van der Linden is uiter
aard geheim. Maar niet onmogelijk is het,
dat er over enkele weken een en ander
uit openbaar wordt. En dan is het maar
beter zich thans niet te verdiepen in gis
singen, doch af te wachten of er straks open
baarheid zal worden gegeven aan de gedu
rende den loop der crisis uitgebrachte ad
viezen.
Wat openbaar werd, kan besproken worden.
Voor het overige beide men den juisten tijd.
R. (mr V. H. Rutgers) in De Rotter
dammer is van oordeel, dat wij in een
constitutioneel niet-onbedenkelijken toe
stand zijn geraakt.
Het zou weinig beteekenen, grieven tegen
het Kabinet te formuleeren wegens zijn aan
blijven. Want grieven tegen een Kabinet moe
ten, als zij wèl iets beteekenen, leiden tot
het aftreden van het Kabinet; en aftreden
heeft het juist willen doen, doch- niet kunnen
doen.
Het Kabinet is nu in de exceptioneele
positie, dat liet niet ten val kan worden
gebracht. Voor het Kabinet moge dit een
kracht zijn (of schijnen I), voor de betee-
kenis en positie van het parlemeü( is het
een ernstige verzwakking. En het onverant
woordelijke bedrijf van 26 October treedt
thans wel in het helderst licht.
Van den toestand zal nu moeten gemaakt
worden wat ervan te maken is.
Wat regeering en Sta ten-Generaal thans aan
juiste constitutioneele positie te kort komen,
zal moeten worden aangevuld door dubbel
besef van verantwoordelijkheid in dezen zorg-
vollen tijd bij het hanteeren hunner constitu-
tionqale bevoegdheden, hij het nastreven van
's lands welzijn.
Uit de N. Haag sche Crt. (a.-r.):
Voor wal ons betreft zien we in het Kabinet-
Ruys niet meer het Kabinet der rechter
zijde, in den zin zooals het dit tot 26
October 1923 was. Los van de parlementaire
coalitie tot tijd en wijle van de zijde, dia
het accoord verbrak, de grondslagen vooi
het onderling vertrouwen zullen zijn her
steld gevoelen we ons ook vrijer tegenovei
het Kabinet, al zullen we onze eigen par
lementaire en politieke verantwoordelijkheid
in verband met de belangen des lands geen
oogenblik uit het oog verliezen.
Voor zoover het zal behartigen hetgeen
in de bestaande omstandigheden voor allo
dingen klemtherstel van het economisch
leven en voorzorgen tot het weren van den
vTeemden meester voor het grondgebied dos
Rijks zoo in Europa als in Azië, zijn we,
zonder ons recht tot critiek geheel prijs to
geven, tot loyalen en warmen steun bereid.
Ook waar het Kabinet nog gelegenheid
mocht vinden de geestelijk-zedelijke volksbe
langen te behartigen, zal het ons aan zijn
zijde vinden.
Overigens behouden we ons ton volle onzo
vrijheid voor, ook al blijft het Kabinet ons
in het algemeen en in sommige zijner leden
bijzonder sympathiek.
.Mocht om een voorbeeld to noemen
straks opnieuw de dubbele diplomatieke ver
tegenwoordiging op Italiaansch grondgebied
aan een beslissing gorden onderworpen, dan
ware het niet onmogelijk te achten, dat, op
grond van gewijzigde omstandigheden en ver
houdingen, ten aanzien van één dier posten
nadere overweging wijziging in ons vroeger
oordeel kan brengen.
Dat intusschen het Kabinet bij het „za
ken doen" het gemakkelijk zal hebben ge-
looven we niet.
Begrootingen en bezuiniging moeten nu snel
worden afgedaan en geëffectueerd. En dal
zal niet gaan langs een pad met rozen. Daai
zullen, trots alles, de mannen van de ne
gatieve en destructieve politiek wel vooi
zorgen.
Maar dan voorzien we, waarop we reeds
meermalen doeldenKamerontbinding.
En dan is te verwachten, dat de uitspraak
van het Nederlandsche volk vernietigend zal
zijn voor allen, die het Kabinet-Ruys ovex
de Vlootwet hielpen struikelen, in de hoop
het daarmede tevens doodeljjk iu zijn be-
zuinigingsstreven te treffen.
Zoover is het echter nog niet.
Wellicht komt bij sommigen de wijsheid,
als Zij de door hen aangerichte schade zullen
hebben aanschouwd.
Dan komen er weer nieuwe mogelijkheden
en zal het politiek kunnen der rechterzijde
niet langer in zijn ontplooiing worden belem
merd door allerlei andersoortig streven, waar
door het vanuit het niet-protestantsche deel
der parlementaire coalitiein de laatste jaren
gekruist werd, maar waarbij gemis aan po
litieke bezonnenheid geleidelijk do noodza
kelijkheid van nieuwe oriëntatie in eigen kring
voor aller oog heeft duidelijk gemaakt.