TWEEDE BLAD.
M
teil
ruim WoonMis,
itte Dienstbode.
LEED.
LEVE N
iLLEGANGE,
lel, Terneuzen.
I.A. Bouwland
hand te koop
E KOOP:
rd Vracht-Auto,
een Kalikoe,
ioe te koop,
sen Meid
Gemeenteraad van Goes.
ïiedt «iet, zoo-
Alleea Jezus
u Ibse» maakt
sndste deel va«
betere lerens-
zettende» tijd,
.taal in 't bloed
hij niet onder-
tus is de ware
's-Gravenhage
len ran de kwa-
nnis in de door
et hof rerwezen
Jzn., kuiper te
antongerecht te
50 cent boete,
Het hof kwali-
klaarde als „het
rening, liggende
dijken Tan een
lerseke, deze
iris ,T. C. Paap
openbaar ver-
jizen en erven.
Lerlijfe boven-
laan de Coosje
groot 188 c.A.
lir H. M. van
[ooper dezelfde
de Palingstraat
IA. Hoogste in-
Ice voor f2017.
Ie en L. Dekker
den Kouden-
U c.A. Hoogste
Mommaas voor
,T. .Toosse qq.
IIE ZEEUW
VAN
DONDERDAG 10 JAN. 1924. No. 85
-1.50
-1,40
- 1.10
koppen
*rzaden«
vrfcj van warkruid.
In zuiverheid gegaran
Inder A. H. V. Z.
Roode Klaver, alge-
ïde soort p K.6 f 1.60
|a grove soort
Maasklaver
erne, de echte
bïtnporteerde
len gevraagd. "Wl
ijsing te pachten
ige (Ruisweg).
|óór 16 Januari,
VEREEKE, Kapelle.
waterleiding en regen
den tuin, staande aan
fe B 77, Krabbendqke.
Igen bij J. HOÜGE-
67, Krabbendijke.
'vermogen Billijke pr
[Smederij, N.-Kraaijert.
Januari, bij
WISSE Sz Domburg
?ebrua.'i Be kalf.
KOENE, Biggekerke.
Irt een Arbeider «net
lezin gevraagd. Woning
D. BLOK, Rilland
tegen Mei
lerendienstbode
JOLElJ, Landbouwer,
middelbaren leeftijd,
kunnende werken, bij de
jE KEIJZER te Mehs-
rIOOLE Dekkek, Korte
ïddelmirg, vraagt wegens
er tegenwoordige
(Vervolg.)
4. Verzoek van den heer J. H. Jacobs
om toestemming tot het bouwen van een
café-restaurant op den hoek van de Wil-
helminastraat en de Voorstad.
Ingekomen is nog een schrfjjven van de
Nat. Chr. Geh. Onth. Vereen, om het
verzoek van dhr. Jacobs niet in te wil
ligen. Dhr. Goedbloed is met de nadere
toelichting van B. en Wi. niet tevreden.
Zijn B. en W. nu vóór of tegen het toe
staan van het verzoek? Laat de Raad
•weten war hij doet. Wordt dit verzoek
toegestaan, dan zullen meerdere verzoe
ken van dergelijlken aard volgen. We
staan voor allerlei consequenties. En
eenmaal is het standpunt ingenomen: In
Bouwplan I niet anders dan woningen.
Wil de Raad dat standpunt verlaten, dan
zou Spr. gegadigden voor dit stukje bouw
grond willen oproepen. Misschien waren
dan nqg wel gunstiger voorwaarden te
•bedingen. En laat men in geen geval
incidenteel op dit verzoek ingaan.
De heer Labrijn acht het bedoelde punt
het uiterste van de woonwijk. En daarom
zou spr. over dit bezwaar wel willen
heenstappen. Maar spr. meent, dat inder
tijd de grand is onteigend op voorwaarde,
dat hier alleen woningen zouden verrij
zen. Weth. v. d. Bout zegt, dat in Afwij
kende gevallen de Raad beslist.
Dhr Eckhardt blijft bij' zijn standpunt:
als men den één iets weigert, moet men
het den ander ook doen. Dlhr Vienings
legt er den nadruk op, dat het hier
hoofdzakelijk een stille woonwijk zou
zijn en dat, in elk ander geval de Raad
heeft te beslissen. Maar nu betreft het
hier de uiterste punt van de woonwijk
en daarom zou. spr het verzoek willen toe
staan. Het betreft hier alleen een melk-
salon, Vraar geen vergunning voor sterken
drank zal worden verleend. Dhr v. Melle
zegt, dat op serieuse gronden tegen het
Voorstel kan worden gestemd. Wat we in
het algemeen van melksalons w-eten is niet
zoo onschuldig. Ze leveren voor de jeugd
een zeer ernstig gevaar op. Dihr Flink
vraagt, waarom B. en Wi. telkens spreken
van café-restaurant, daar toch een melk-
salon bedoeld wordt? De voorz. zegt, dat
in het stuk, dat de grondoommissie gehad
heeft, sprake is van een café-restaurant.
Weth. Stieger erkent, dat in het nadere
prae-advies van B. en Wi. geen conclusie
voorkomt. Zij dachten er eerst niet aan,
dat het stuk grond behoorde bij Bouwplan
I. En ook hadden ze niet gedacht aa* het
indertijd gedaan verzoek van dhr Blanker,
dat geweigerd is. B. en Wl meenen nu
tegen inwilliging van het verzoek te moe
ten stemmen. Dhr Goedbloed geeft ook de
andere heeren in overweging tegen te
Stemmen. Dhr v. Vloten vraagt, of het
gevaar voor het verkeer afgewend is. De
voorz. zegt, dat daar in ieder geval voor
gezorgd zal. worden.
Dhr. Crucq zal ook vóór het verzoek
stemmen, omdat het hier een perceel be
treft eigenlijk in de Voorstad gelegen, mits
geen „vergunning" verleend wordt. De
voorz. zegt, dat dit laatste uitgesloten is.
Op het verzoek van den heer Jacobs
wordt gunstig beschikt met 7 tegen 6 st.
Tegen dhrn Stieger, Goedbloed, Eckhardt,
Flink, v. d. Bout, v. Melle.)
5. Voorstel van de heeren P. C. Labrijn,
J. A. Flink en J. M. van Bommel van
Vloten om vanaf 1 Januari 1924 op het
personeel der gemeente verhaal van pen
sioensbijdragen toe te passen tot een be
drag van 8^/2 pet. van den pensioens
grondslag.
Dhr. Labrijn erkent, dat de fin. com.
aan het slot van haar betoogover de j
begrooting verkeerde cijfers van de be- i
lasting in Goes heeft gebruikt. Spr. heeft j
dit in een haastig oogenblik gedaan en
biedt daarvoor zijn excuus aan.
Tevens protesteert spr. tegen een on
waardige bestrijding der fin. com. in de
Nieuwe Zeeuwsche Crt., als zouden de
cijfers van de fin. com. sprekend, doch1
«iet welsprekend zijn.
Verder merkt Spr. op, dat het belasting
staatje van B. en W. nog niet zoo onschul-
FEUILLETON.
El).
"„Ik vond het. waar u het verloor
op het grasveld naast de smidse van een
hoefsmid".
„Be smidse van een hoefsmid I Waar
ergens?"
„Dicht bij Chattanooga, Kunt u zich
nog wellicht het bordje onder die paar
denhoef herinneren, boven de deur, waar
op geschilderd stond: Aaron Hunt?"
„Neen, maar wie was Aaron Hunt?"
Een oogenblik had Edna moeite om
kalm te blijven, maar snel keek zij hem
aan en zeide met bevende stem:
„Hij was mijn grootvader -de eenige
persoon in de wereld, waar ik van hield
of die mij liefhad en mijnheer -"
„Nu, ga door?"
„U schold en vloekte hem uit, omdat
hij uw paard, dat zijn hoefijzer verloren
had, niet in enkele minuten beslaan kon".
„Och kom!"
Er was een oogenblik benauwende stil
te. Norman Arthur Murray beet zich op
de lippen en fronste de wenkbrauwen; ein
delijk kreeg het meisje haar zelfbelieer-
scbiug terug en voegde er aan toe:
dig is, als het er uit ziet. Iemand, die in
1914 f2000 inkemen had, was veel rijker
dan iemand, dis het nu heeft. Ook waren
toen de kohieren van de gemeente-belas
tingen zeer onbetrouwbaar. Er werd
schandelijk geknoeid. En nu zijn ten over
vloede de rijksbelastingen zeer zwaar, on
gerekend nog de gemeentelijke opcenten
op de vermogensbelasting en de grond
belasting.
Nu komt Spr. tót het eigenlijke prae-
advies van B. en W.
(Reeds gisteren in een gedeelte der
(oplaag geplaatst.)
Het prae-advies van het D|agel. Bestuur
ap1 het voorstel der Fin. Comm.acht Spr.
in haO'ge mate teleurstellend. Het is één
zijdig, hier en daar misleidend en zelfs
opi een cardinaal punt onjuist. Het ad
vies zou het betoog, kunnen zijn van een
betaald propagandist van de eene qf
andere ambtenaarsvereeniginghet mist
diepte en ruimte en gemis aan inzicht
in de financieele toekomst onzer stad.
Het toont, geen hart voor een leed dat in
ruimen kring geleden wordt, het leed
van het aanslagbiljet. Het doet niet be
seffen, dat in honderden gezinnen zorg,
ontbering, moedeloosheid heerscht, om
dat de belasting óf in het geheel niet,
óf slechts ten koste van kapitaal of
spaarpenningen betaald kan warden.
Tiet Dag. Best. is blind voor alles,
behalve voor het heiligdom van den ge
meente-ambtenaar, het salaris! W'illen
R. en W. dan niet zien, wat ieder ge
meentenaar buiten den raad ziet, n.l.
dat hier' opi tè grooten voet geleefd werd
en w q r d t en dat de zware lasten nóg
ondragelijker zullen worden dan zij reeds
zijn?. Spr. wijst op: lo: de stijgende
hooige bedragen voor z.g. werkloosheids
bestrijding, waarvan de omvang niet te
Vtoorzien is; 2o. de uitgaven voor den
stoomtram door Zuid-Beveland, dat
prachtige, moderne en bijzonder levens
vatbare vervoermiddel; nu reeds voor
bijna f3000 jaarlijks op de begrooting, in
verwachting van verdere offers; 3o. de
stichting van een ruim modern ziekenhuis
binnen onze ^gemeente, waarvoor stellig
een ferm, jaarlijiksch subsidie gevraagd,
zal worden, omdat zonder dit de exploi
tatie onmogelijk zal zijn; 4e. de elec-
trificatie van stad en land, api den duur
niet te vermijden.
Reeds nu vlucht het Gaessche kapi
taal en het vreemde mijdt onze stad.
Niemand laat zich anders dan noodge
dwongen door hooge belastingen uit
plunderen. Heeft het Dagl. Best. nog
nimmer daarvan gehoord?
Men zou zeggen, dat B. en Wi. ziende
blind zijn, wanneer men het star verzet
van het college waarneemt tegen 'iedere
pioging tot bezuiniging of versobering,
welke de Fin. Comm. in overweging
geeft. Niet alleen het nageslacht, maar
ook het thans levende geslacht zal een
gemeentebestuur verwenschen, dat als
erfenis ondragelijke belastingen en een
drukkenden schuldenlast achterlaat. Al
les tot glorie van groot-Goes!
Wat is het antwoord van B. en Wl
idpi het klemmende argument in ons be
toog, n.l. dat de in het hausse-jaar 1920
vastgestelde gemeente-salarissen niet meer
in overeenstemming zijn met het gemid
deld 20 pet. 'gedaalde levenspeil? In de
eerste plaats wordt de onjuistheid gelan
ceerd, dat in de aangehaalde index-cijl-
fers huishuren en belastingen „en derge
lijke" (wat dergelijke?) niet verwerkt zou
den zijn. Iloe hu? Heeft men dan in zijn
haast lOtm toch maar vast te houden
aan te hooge salarissen, zóó slecht ge
lezen? Ik verwïjis naar blz. 53/9 van afl.
1 der uitgaaf van het Centraal Bureau
voor de Statistiek, waar over duidelijk te
zien is, dat huren en belastingen wel
degelijk in de budgetten verwerkt zijn.
Zulke fouten mochten in een prae-ad
vies, waarvoor men rustig den tijd heeft
gehad, niet voorkomen.
Tegenover de wetenschappelijke gege:
vens van het Statistiek-Bureau stelt het
Dag. Best.de piraktijk! Wat is nu
de praktijk? Dat is de menschelijkei
eigenschap' om bij ruimer inkomsten, zich
de veroverde weelde snel aan te passen.
Behoeften uit te breiden, ongemerkt maar
zeker, en dan ach en wee roepen wan
neer men er op gewezen wordt dat de
wereld inmiddels veranderd 'is, goedkoo-
per geworden. Dat is de hooggeroemde
„praktijk", en het is wel teekenend, dat
tegenover de niet weg te praten daling
van het levenspeil, het Dagel. Best. geen
waTgyijuiii'i u in—i.
„U legde uw sjaal met het boekje op
den grond, en toen u vertrok, vergat u
het. Ik riep u achterna en reikte uw
das aan, maar ik zag uw hoekje niet,
voordat u al een eindweegs weggereden
was".
„Ja, ja, ik herinner mij nu het geval.
Vreemd, dat ik je niet herkend heb. Maar
hoe wist je, dat dit boekje van mij! was?"
„Ik wist het ook niet, voordat ik door
dat noodlottig ongeval kwam en mevrouw
Murray uw naam hoorde noemen. En ook
herinnerde ik mij toen uw gelaat en uw
stem".
Wederom zwegen beiden, en Edna, mee-
nende haar opdracht volbracht te hebben
wilde heengaan.
„Blijf nog even. Waarom heb je 't mij
niet dadelijk gegeven, toen je hier was?"
Zij gaf hem geen antwoord en terwijl
hij zijn hand op haar schouder legde, als
om haar tegen te houden, zeide hij vrien
delijker, dan zij hem ooit tot iemand had
hooren spreken:
„Wias het. omdat je van het boekje wa.s
igaan houden en er niet gaarne afstand
van deed; of vras de reden, dat je niet
wilde spreken tot een man, die je zóó
haatte? Wees waar!"
Nog bleef zij zwijgen, en haar hoofd
met zijn hand opheffend, ging hij op den
énkel steekhoudend argument wist te
plaatsen. Mijnheer de Voorzitter, het
nioiet gezegd, het ptrae-advies van B. en
W. riekt zeer bedenkelijk naar het muffe
bureau.
Ik volg nu verder plunten, zooals zij
in dat stuik zijn gesteld.
Ad 1|Q. Vóór alles wordt er aan her
innerd, dat de loonen van het lagere
Rijks-personeel werden geregeld bij het
Bezold. Besl. Rijks-ambtenaren 1920, in
den hoera-tijd, toen men in geld dacht
te Waden en nog een stille herin
nering had aan de roode vertooning No
vember 1918! Vooral vele lagere ambte
naren, die toen het hardst schreeuwden,
ontvingen salarissen vèr boven de waarde
van wat zij tegenover de gemeen schap
praesteerden. En wie niet schreeuwden
van de laveren, bracht men het thuis,
opdat zij niet zouden schreeuwen. Wan
neer men dus onder de laagst bezoldig
den te hooge loonen treft, is het zaak,
een weinig voorzichtig te zijn met verge
lijkingen. Niet alleen is hierbij de groot
ste omzichtigheid geboden, maar boven
dien zal wel niemand er aan twijfelen,
dat de Rijksloonen en salarissen eerst
daags een sterke aderlating zullen onder
gaan. Dat is hard voor de betrokkenen
maar het is noodzakelijk en onvermijde
lijk voor de gaafheid van onzen gulden
Vergelijk ik nu verder de salarissen
der Rijksveldwachters met die onzer
agenten, dan zie ik niet zulk een wan
verhouding als B. en W. De eersten ont
vangen thans, na pensioen-aftrek, netto
van f1320 tot f1756; onze agenten van
f1400 tot f1700, waarbij ik de ruimer
vergoeding voor kleeding en uitrusting
buiten beschouwing laat. De werkkring
van 'den Rijksveldwachter, die bij nacht
en ontijden het vrije veld in moet, óp
jacht naar stroopers en misdadigers,
schijnt mij aanmerkelijk gevaarlijker dan
die onzer stads-agenten, die als regel
patrouille-werk doen binnen onze rustige,
veilige stad.
Intusschen wil ik wel zeggen, dat ik
voor mij persoonlijk de voorkeur geef
aan een klein, goed betaald en
uitgerust corps agenten, mits het
mannen zijn, op wie mej zonder voor
behoud rekenen kan, mannen die het wet
tig gezag onder alle omstandigheden
krachtdadig steunen.
Ook de vergelijking van het Goessche
Sas-personeel met het sluispersoneel te
Wemeldinge en Ilansweert zegt m. i. wei
nig. Men zou óók moeten weten wat in
normale tijden aan een zee-kanaal met
druk internationaal transito-verkeer aan
arbeid wordt geleverd in vergelijking met
den dienst aan de Goessche binnen
haven. Als men toch vergelijken wil,
waarom dan niet met den arbeid en de
betaling van een boeren-arbeider, die met
hard werken tegenwoordig f 12 tot f 14
per week verdient. De loonen van f 18
tot f 20 per week voor het gemakkelijke
en simpele werk aan het Goessche Sas,
waarbij men stokoud kan worden, steken
hiertegen gunstig ai.
En wat de Rijksarbeiders betreft, hun
netto-belooning beweegt zich thans, na
pensioen-aftrek, tusschen f1061 en f1582,
de loonen der gelneente-werklieden tus
schen f 1248 en f 1456. Werkelijk geen
verschillen om veel van te zeggen. Waar
om ook hier den hard werkenden boeren
arbeider niet aangehaald? Waarom im
mer naar hooger, nooit naar lager be
loonden gezien? Zoodra de 10 pet. aftrek
komt, die.ook reeds voor de spoorweg
arbeiders is ingevoerd, boven en behalve
81/2 pet. pensioen-aftrek, zullen de Goe-
sche gemeente-loonen naar verhouding
hoog worden.
Ik kom nu tot de hoogere ambten en
moet dan al dadelijk met eeiTige ver
bazing constateeren, dat de positie van
burgemeester en secretaris op één lijn
wordt gesteld met die van fiscale hoofd
ambtenaren. Het moet spr. van het hart,
dat de ambten van burgemeester en se
cretaris op een kleine plaats als hier,
kunnen worden en zijn waargenomen door
personen met bescheiden school-onder-
wijs, gevolgd door practisch werken op
een dorps-secretarie als klerk of volon
tair. Neem nu hiertegenover de oplei
ding tot fiscaal "hoofd-ambtenaar. Men
begint met eind-examen H. B. S. 5-jarigen
cursus of gymnasium, gevolgd door een
sterke selectie (vergelijkend examen).
Hierna wordt men toegelaten tot een kost
bare, wetenschappelijke studie van on
geveer vier jaren. Na surnumerairs- en
ontvangersjaren wordt men door een be
noeming bij keuze inspecteur.
Bovendien is de gemaakte salaris-ver
gelijking ten deele onjuist. B. en W. ver
zwijgen n.l., dat èn bairgemjeester èn
secretaris nog andere baten uit de ge
meentekas genieten voor werkzaamheden;
welke in „gemeente-tijd" worden verricht.
Ik bedoel de functiën van ambtenaar van
den burgerlijken stand en correspondent
der gemeentelijke arbeids-bemiddeling.
Voegt men de hieruit verkregen voordee-
len bdj die van de hoofdambten, dan ziet
men, da,t de burgemeester f5490 en de
secretaris £5100 uit de gemeentekas trekt,
welk laatste bedrag kan stijgen tot f 5600.
De ontvanger der directe belastingen op
een 2e klas kantoor als Goes verdient
netto van f3905 tot f5068, d.i. bedui
dend minder dan burgemeester en secre
taris alhier. Bedenkt men, dat deze sala
rissen binnenkort stellig met een aanzien
lijk percentage zullen worden verminderd,
dan schijnen de gemeente-salarissen hier
naast zéér hoog.
Toegegeven moet worden, dat, zoolang
de tijdelijke kinder-toelagen nog" door de
Rijksambtenaren worden genoten (hoe
lang nog?), dit voor personen met ette
lijke jonge kinderen een voordeel is. Maar
ieder 1 weet, dat, zoodra binnenkort de
groote aderlating der Rijks-traktementen
haar beslag krijgt, de Goesche gemeente
salarissen daiarnaast hoog zullen schij
nen. Spr. zou gaarne nog een vergelijking
maken tusschen het secretarie-personeel
en het kantoorpersoneel bdj de dir. belas
tingen. T'er secretarie worden salarissen
genoten van f 1300 tot f 3200het per
soneel ter inspectie en ten ontvangkantore
ontvangt netto f 1062 tot f 2695 (dit laatste
na 20 jaren dienst). Verdere bijverdienste
is uitgesloten, wat ter secretarie niet het
geval is. Ook hier zijn de Rijksambtenaren
in ongunstiger conditie dan het Goesche
secretarie-personeel, niettegenstaande het
Rijk twee examens vergt vóór de rang
van adjjunct-commies kan worden be
reikt. Komt eerlang de groote aftrek, dan
wordt de positie ter secretarie vergelijken
derwijs schitterend, hoezeer een examen
daar niet verplicht is.
Spr. handhaaft daarom nadrukkelijk de
stelling der Fin. Comm., dat de Goesche
gemeente-salarissen in het algemeen voor
die van het Rijk zeker niet onderdoen.
Ook doet Spr. dit op punt 2o. van het
prae-advies, n.l. de stelling, dat inhou
ding der pensioenbijdrage door vele ge
meenten wordt toegepast. Wie de laatste
maanden de dagbladen heeft gevolgd, kon
besluiten van gemeenteraden uit alle dee-
len van het land aantreffen, waarbij tot
inhouding werd besloten. Dat Ged. Sta
ten, gezien den toestand der belastin
gen in sommige gemeenten, niet al deze
besluiten goedkeuren, ligt voor de hand,
of zij het voor Goes niet zullen doen,
dient afgewacht. Weigeren zij goedkeu
ring, dan blijft beroep op de Kroon moge
lijk. In ieder geval is de Raad m.i. niet
verantwoord, wanneer hij van zijn kant
geen besluit tot inhouding neemt, terwijl
de nood dringt.
Over punt 3 zal spr kort zijn 11a het
geen sub 1 is betoogd. Het salaris in 1920
was voldoende of het was het niet. Was
het in 1920 voldoende voor deze gemeente
en niemand heeft het tegendeel durven
beweren dan is het nu stellig te hoog,
gezien de daling der kosten van levens
onderhoud. Hierop komt het aan en alle
spitsvondigheden doen daaraan niet te
kort. B. en W. willen practisch de loonen
bevriezen, hoezeer het hun ook hekend
moet zijn, dat de uitgaven om te leven zijn
verlaagd.
Van punt 4 zal spr weinig zeggen, om
dat het weinig ter zake doet. Slechts dit:
in 1913 verdienden de burgemeester en
secretaris f 1800. Zij hebben destijds vrij
willig naar deze ambten gesolliciteerd en
konden niet verwachten, dat hun bedui
dend hooger traktement zou worden toe
gekend. Rekent men de koopkracht van
den gulden destijds om naar die van te
genwoordig, dan zouden burgemeester en
secretaris thans ongeveer f 3000 moeten
verdienen. Waar zij echter beiden de 5000
gulden zijn gepasseerd, meen ik, dat zij
wel buitengewoon voorspoedig zijn ge
weest en dat er geen enkele reden is, waar
om zij de zeer bescheiden korting van
voor hen nog geen 5 pet van hun salaris
niet kunnen missen. Immers wordt van
salaris boven f 3000 geen korting voor
weduwen-pensioen meer ingehouden. In dit
zelfden zachten toon voort, waarvan zij
maar nauwelijks kon gelooven dat die
van hem uitging.
„Ik wacht op je antwoord, en verlang
dat te hebben.
Haar groote, zachte oogen waren vol
van kostelijke herinneringen, en zij sloeg
ze vastberaden maar hem op om de zijne
te - ontmoeten en antwoordde:
„Mijn grootvader was een edel en goed
man, en hij was alles, wat ik in deze
wereld had".
„En daarom kun je een man, die ruw
en onbeschaamd tegen hem optrad, niet
vergeven?"
„Mag ik nu gaan, mijnheer Murray? Ik
heb u het boek gegeven en dus de taak,
die ik mij voorgenomen had, volbracht".
„Wat zooveel wil zeggen, dat je bang
voor mij bent, en je graag uit mijn nabij
heid weg wilt gaan, is 'tniet?"
Zij sprak het niet tegen, maar een pijn
lijke blos kleurde haar wangen.
„Edna Earl, je bent tenminste deugd
zaam en eerlijk, en dat wordt tegenwoor
dig niet zooveel aangetroffen. Ik dank
je wel voor het bewaren van mijn Dante,
en dat ik het nu weer van je terug beb
mogen krijgen. Heb je er iets van ge
lezen?"
„Ja mijnheer, ik heb liet geheel gelezen.
Goeden nacht, mijnheer".
„Wacht nog een oogenblik. Wanneer
is Aaron Hunt overleden?"
„Twee maanden, nadat u hem gezien
hebt".
„En heb je geen familiebetrekkingen:
geen neels, ooms of tantes?"
„Niet naar ik weet. Maar nu moet ik
gaan, mijnheer".
„Goeden nacht, kind. Als je soms nog
eens lust hebt om in het park te gaan
liggen op het gras, vergewis je dan eerst
dat mijn wolfshond Ali aan den ketting
ligt, of je zult er spijt van hebben, dat
ik hem vanmiddag niet heb doodgeslagen,
zooals ik nog steeds van plan ben".
Zij sloot de deur en lietp vlug de ro
tonde door en na haar eigen kamer be
reikt te hebben, voelde zij zich onuitspre
kelijk opgelucht, dat deze vuurproef* waar
aan zij zich had te onderwerpen, nu voor
bij was er in de toekomst geen verdere
reden zou bestaan om den man aan te
spreken, wiens stem haar reeds huiveren
deed, en wiens aanraking haar een trilling
van afschuw door de leden deed golven.
Toen de echo van haar verdwijnenden
voetstap weerklonk, wierp Norman Arthur
zijn sigaar uit het raam, en wandelde de
mooie, elagante kamer op en neer, wier
fantastische kostbaarheden, voortbrengse-
licht gezien, maakt het geweeklaag over
korting op de hooge gemeente-salarissen
al een zéér poveren indruk.
Nu de „algemeene opmerkingen" van het
Bag. Bestuur. Allereerst herhaalt spr hier
zijn scherp protest tegen hun poging, de
aangehaalde index-cijfers te verdoezelen
en de daarbij begane fout. Het schijnt
spr een goedkoope methode van bestrijding
tegenover wetenschapelijk becijferde sta
tistische gegevens laag-bij-de-grondsche
algemeenheden te plaatsen. Het bestuur
der Ned. Spoorwegen dat het gansche
land overziet, neemt in deze een ruimer
standpunt in.
Tenslotte meent spr den Raad te moeten
wijzen op den bijzonderen ernst zijner be
slissing over dit voornaamste bezuinigings
voorstel der Fin. commissie.
Het gaat er nu om, of men met de starre
afwijzing van iedere bezuiniging door het
dag. Bestuur meegaat.
Een afstemming van dit voorstel der
Fin. Comm. zal bij het overgroote deel
der burgerij verontwaardiging opwekken.
Niet alleen omdat de eerste en belangrijk
ste poging tot bezuiniging den hals wordt
omgedraaid, maar omdat algemeen beseft
wordt, dat met het voorstel aan niemand
'onrecht wordt gedaan. De leden hier, die
zich blind toonen voor wat haast een
ieder als rechtvaardig en noodzakelijk ge
voelt, mogen er zich van bewust zijn, dat
zij bij1 verwerping van het voorstel het
rechtsgevoel van de groote meerderheid
der bevolking kwetsen.
Dhr Crucq verklaart het goeddeels eens
te zijn met het prae-advies vair B. en Wl
Spr onderstreept de meening van B. en Wi.
dat de loonen van het gemeentepersoneel
eigenlijk onvoldoend'e geweest zijn. En toch
stemden indertijd ook de wethouders te
gen de voorstellen-De Die tot salaris-
verhooging.
Die levensstandaard is niet noemenswaar
dig gedaald. De index-cijfers stijgen de
laatste weken weer. Alles is nog even duur
zooals kleeding en schoolgeld, huishuur,
enz. De belasting is hoog, maar, naar spr
meent, niet te hoog. Goes kan de verge
lijking met andere plaatsen doorstaan. Spr
heeft gegevens van het Centraal Bureau
voor de Statistiek, waaruit spr er vele
voorleest. Spr. betoogt, dat van de 109
gemeenten in Zeeland er 18 lager zijn dan
Goes met de belasting en 90 hooger zijn.
(Dhr Labrijn interrumpeert: de cijfers zijn
onjuist, ze zijn verouderd. De belastingen
in Goes zijn met 50 pet verhoogd).
In Goes wordt, vervolgt spr, geen te
hooge belasting betaald. Wanneer de Fin.
comm. niet bang is voor woordbreuk, dan
is er meer te bezuinigen, b.v., door lee
ningen te converteeren in die met lagere
rente. 1
Spr acht de 8V2 pet aftrek onbillijk,
omdat van inkomens bove/i f 3000 geen
weduwenpensioienpremie wordt betaald.
Dhr Labrijn zegt, dat de loonen volgens
de socialisten nooit op peil zijn. Het peil,
dat die heeren wensehen, is nooit te be
reiken. Werden de door hen gewenschte
loonen uitgekeerd, dan ging de maatschapij
bankroet. Wat de cijfers, door dhr Crucq
genoemd betreft, deze zijn absoluut on
juist. Ze zijn van het vorige jaar en nu
is de belasting in Goes inmiddels met
50 procent gestegen. Spreker 'kan de
intrekking van dé pensioenpremie niet
onbillijk vinden, omdat de hooge inkomens
ook niet in de voordeelen van het wedu-
wenpensioen deelen. Dat de hoogere in
komens in Goes, beter uit zijn met de be
lasting dan de lagere, is een aperte on
juistheid. Wie hebben hier een progressief
tarief. Spr weet tenslotte niet of conversie
van leeningen mogelijk is.
Weth. v. d. Bout protesteert- tegen en
kele uitdrukkingen van dhr Labrijn. B.
en Wl. dienen evenals andere raadsleden
de belangen van de gemeente en de ge
meentenaren. Spr gaat acooord met de
fin. comm. om te bezuinigen. Dat hebben
Bi. en Wl. getoond. Anders had de fin. com.
wel op meer slakjes zout kunnen leggen.
B. en Wl zijn uitvoerders van den wil van
den Raad. Maar men moet billijk zijn en
blijven. Spr erkent, dat er vroeger met
de opgaven der gemeentebelasting veel
geknoeid werd.
Maar niet door de ambtenaren en
werklieden. Hun inkomens waren pre
cies bekend. Spr. ontkent, dat de belas
tingen hier zoo ontzettend hoog zijn. Spr.
heeft herhaaldelijk menschen gesproken,
die hier kwamen wonen, en wien de be
lastingen in Goes meevielen. Spr. her
haalt, dat met het premievrij pensioen
len van exotische cultuur beten." pasten
in het zomerhuis van een Oosterschen
vorst, dan in het landhuis van het repu-
blikeinsche Amerika. De vloer, in den
winter overdekt met een dik Turksch kar
pet, was van wit en zwart geblokt marmer
en nu :glad gewreven als een spiegel,
zoodat zij de figuur van den eigenaar
weerkaatste. Ovale koperen tafeltjes, met
paarlemoer ingelegd, stoeltjes en kastjes
overladen met kostbare steenei), en ver
dere bijzonderheden, bijeenvergaard door
Norman Arthur op zijn zwerftochten door
de wereld. De met zorg gekozen voor
werpen gaven telkens blijk van den buiten
gewonen en oudheidkundigen smaak van
den eigenaar. Verscheidene sierlijke kast
jes van rozenhout stonden vol met mooie
en zeldzame boeken twee in een In
dische taal geschreven V, eeuwen oud;
en verscheidene, al met door de mot
geschonden banden in perkament en car
ton, herinnerden aan de dagen van ster
renwichelaars en alchemisten en aan de
sombere mysteriën van geheime genoot
schapen. Onder meer stond op een éta
gère een Peruviaansche kruik, die, wan
neer men haar met water vulde, de lucht
ontsnappen deed onder het geluid vim
de kreten van het beest, dat in die kruik
gegrift stond. (Wiordt vervolgd).