V» 77
Maandag 31 December 1933
38e Jaargang
EERSTE BLAD.
LEVENSLEED,
Buitenianl
Dit nummer bestaat uit twee bladen
Zeeuwsciie Stemmen.
FEU ALSTON.
Uit den GoesGiiea Raad.
Drukkers-Exploitanten
OOSTERBAAN LE COINTRE GOES
Bureaux: Lange Vorststraat 68—70, Goes
Tel.: Redactie no. 11; Administratie no. 58
Postrekening No. 36000.
Bijkantoor te Middelburg:
Firma F. P. DHUIJ, L. Burg. Tel. no. 259
„De Zeeuw" zal morgen (Nieuwjaars
dag) niet verschijnen.
Elk rechtgeaard Zeeuw 'moet wel het
•schaamrood op de kaken krijgen als' hij
in een rustig uurtje overleest wat Smalle-
gange in zijn Kroniek over „Aert ende
inborst van de Zeelanders" mefnde te
moeten boekstaven. Zelden las ik een
zoo op-en-top gunstige karakterschets als
•de hier bedoelde, welker auteur blijk
baar geen enkele feil wist aan te wijzen
in het karakter van de Zeeuwen. Of hij
heeft door een heel bijzonderen bril dat
volkje bekeken, een bril die nu uit de
.mode is geraakt, óf het is er met onze
provincie niet beter op geworden in den
loop der, eeuwen.
Als het waar is, dat het Zeeuwsche
volk in vroeger jaren inderdaad in me
nigerlei opzicht heeft uitgeblonken boven
de andere Nederlanders, dan moeten wij
wel besluiten, dat het veel van zijn
karakteradel heeft ingeboet.
Laten wij, bij 'wijze van balans; op
maken bij: de jaarwisseling, eens ha-
gaan wat de Zeeuwen waren en wat
zij hu schijnen te zijn.
Eerstens wordt hun door Smallegange
lof gebracht voor hun Godvruchtigheid.
..Al eerlijts bleek hare Godtvruchiig-
lieit hier uit, dat sijf in het uitgeven
van landen, om te bèdijfcken, bespraken
eenen acker voor Godt, en de armen,
dien ik Godts acker in oude brieven
genoemt vinde."
Wij willen de goeden niet te na spre
ken, doch, in gemoede, zou ditzelfde
nóg va.n het Zeeuwsche volk getuigd kun
nen worden? Als werkelijk nergens meer
gesprok tusschen God en de menschen
werd gevoerd dan hier, dan zou de vrucht
daarvan toch gezien moeten worden in
den bloei van kerkelijk en gezond maat
schappelijk leven. Wat ontbreekt, daaraan
veel! I-Iet gaat maar al te vaak om
het materieele en om de belangen van
een menschenziel schijnt men soms niet
te malen. Hoevelen van het opkomende
geslacht loopen om de kerk heen en ge
voelen zich beter thuis in de herberg,
in de danszaal of op' de kermis.
„Hare leeraers verdienen bij'haer, en
genieten de vol'komene achting van ge
santen en taelmannen van den aller
grootsten Konink."
O zeker, onze predikanten van nu ver
dienen dezelfde achting over 't algemeen
gelukkig mag .dit onomwonden gezegd
worden maar af ze die achting aller
wegen genieten moet ernstig betwijfeld
worden. Gevallen als te Nijtehqrne, waar
tden rechtzinnigen dominee zuur ge
maakt wordt als nergens elders, ko
men hier misschien niet voor, doch hier
en daar is de verhouding tusschen pre-,
dikant en gemeente allesbehalve een aan
gename. En dat treft men toch niet
aan in een gemeente, waarvan gezegd
moet warden dat „nergens de opgaendo
of nederdalende sqnne meer gebogen
knien of gevouwen handen' (siet)".
In 1582 lieten de Zeeuwen een penning
slaan, voorstellende een teer, rank boom
pje, waarnaar een hand uit den hemel
ter bescherming werd uitgestrekt. Het op
schrift luiddeConfirma Diamine opus
tuum (Heere stel uw eigen werk vast).
In 1595 kwam een penning "uit met deze
woorden: Hi in curribus, hi in equis;
nas autem in nqmine Jehovae Dei
14).
Mevrouw Murray moest lachen en
streek zachtjes door het zijdeachtig
zwarte haar van het meisje.
„Waar haal je zulke trofeche denkbeel
den vandaan? Mij betalen, werkelijk, dat
is 'goed. HaHa! IJa 1 Nu goed, je mag
het doen, als het je plezier doet, wanneer
je er toe in staat bent; maar die tijd is
nu op het oogenblik nog te ver weg om
dat te bepalen. Maar, je moet nu ophouden
met treuren over het verleden en alleen
er over denken, hoe jejezelf het spoe
digst beter kunt maken. Ik houd niet van
sombere gezichten, en ik verwacht van je,
dat je een vroolijk, tevreden en gehoor
zaam meisje zult zijo. Hagar is bezig met
kleeren voor je te maken, en dan hoop
ik, dat je er altijd 'netjes uit zult zien.
Ik zal je een kleinere kamer geven dan
deze die aan de kant van de hal; daar
kun je dan al je boeken bergen en ook
je lessen leeren. Op andere tijden kun je
in mijn kamer komen, of jezelf amuseeren
zooals je maar wilt; en als ik hier bezoek
heb, denk er dan aan, dat ik gaarne heb,
Ve Zeeuw
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs:
Per 3 maanden, franco per post, f3.
Losse nummersf0.05
Prijs der Advertentien:
1—4 regels f 1.20, elke regel meer 30 at
Bij abonnement belangrijke korting.
y i -_•!
nostri. (Dézen vertrouwen op wagenen,
anderen op paarden, maar wij op den
naam van Jehova onzen God).
Êen vraag1 slechts: Zou de 2dstc eeuw
rijp zijn vooi' dergelijke openlijke uitin
gen van Godsvertrouwen? Blijkt dal ook
bij de stembus, als 't gaat om 'de be
ginselen, waarnaar ons land geregeerd
zal worden?
„Dien bodem van Nederland werd ner
gens betreden van vreedsamer Borge-
j'on; vreemt van tweesp'alticheit.
We zullen deze lofspraak niet voor
een andere provincie opeischen, doch
met schaamte moet erkend, dat twist en
tweedracht in menige plaats schering en
inslag zijn. Ytolg jc krant maar en ge
weet ai genoeg. En de pters maakt dan
nog slechts openhaar wat toch niet meer
geheim kan blijven of reeds lang een
publiek geheim was. Hoeveel tweespalt
is er niet. Wat maken de menschen
liet elkaar soms danig lastig. Ik denk
bijv. aan de minder oorbare wijze waar
op de autobusdienstondernemers
wat 'n mond vol! elkander soms dur
ven beconcurreer©)!
„Die inwooinderen zijn ook goetaerdig,
rond en oprecht vair gemoed".
Vandaar hot spreekwoord: Goed rond.
goed Zéeuwsch, als men iemand toit
openhartigheid en ongeveinsdheid wilde
aanmanen.
„Dese aangeboren deugt maekt haer
goede kenners, en onversoenelijke ha
ters van alle pluimstrijkers."
Maar nu? Hielenlikkerij en pluimstrij
kerij treft men nog maar al té zeer
onder de rasechte Zeeuwen fen maar
al te vaak worden die onwaardige han
delingen nog beloond ook.
De juistheid van bovengenoemd spreek
woord is trouwens al lang ontkend. Men
vond het zeker al te vleiend voor de
Zeeuwen. Volgens anderen toch moet het
eigenlijk zijn: Goed zeesch, goed rond,
waarmede ons zeemansvolk de lof der
rondheid wordt toegezwaaid.
„Niettemin zijn sy seer vernuftig en
verstandig."
Inderdaad mogen de Zeeuwen vooï
een groot deel in dit opzicht met eere
genoemd worden, doch ik zou dit woord
toch niet gaarne zonder voorbehoud on
derschrijven..
Grootë monden genoeg, doch verstand,
belezenheid, enz. man'keerén blijkbaar nog
al eens.
Tenslotte Wordt hun moed ten voor
beeld gesteld. Eerst ging het tegen de
Vlamingen, die telkenshun invallen
deden, later bevochten zij de Spanjaarden.
Het zijn Zeeuwen, Vlissingers, geweest,
die het eerst hun hals aan het Spaansche
juk onttrokken en den Spanjaarden het
hoofd geboden hebben.
Hunne „kromme staven" en „baerd-
sen" waren geduchte wapenen indien
strijd.
Hier nu is vergelijking met het heden
onmogelijk. Ik weet wel, toen in 1914
de mobilisatie gelast werd bleven de
Zeeuwsche soldaten niet achter en in
1918 maakten zij een goed figuur in de
Residentie, doch de omstandigheden wa
ren toen zoo geheel anders dan die van
vroeger.
Laat ons hopen, dal zij nimmermeer
met. de wapenen hun kloekmoedigheid
hebben te toonen.
Er is al strijd genoeg. Hel wordt nu
tijd, dat we onze geestelijke wapenen,
voor zoover die ongebruikt liggen, voor
den dag halen. Wij leven in een gewel
digen tijd, waarin het vooral op die wa
penen aankomt.
Als ieder in zijn kring eens den strijd
aanbond tegen Godverzaking, stofvergo-
dat je er stil bij komt- zitten om te luiste
ren naar de conversatie, want er is niets
beters voor jonge meisjes, dan te kunnen
verkeeren in een werkelijk beschaafd ge
zelschap. Ik zal je ook pianoles laten ne
men en studeeren kun je dan op de piano,
in de bibliotheek. En dan nog één ding;
als je iets noodig hebt of begeert, kom
dan bij1 mij om het te vragen; en praat niet
met het personeel, en laat niet toe, dat
zij met jou praten, want dat zou mij heel
onaangenaam zijn. Nu hebben we alles af
gesproken, en ik 'hoop, dat je hier geluk
kig zult zfju en op een geschikte manier
van de voordeelen, die ik je kan laten ge
nieten, gebruik zult maken".
Edna bracht een harer witte handen
aan haar lippen en fluisterde:
Dank u dank u. U zult nooit reden
hebben tot spijt voor uwe goedheid: en uw
wenschen zullen mij altijd tot gids zijn".
„Goed, goed. Ik zal deze belofte ont
houden en ik hoop, dat ik je er nooit aan
zal behoeven te herinneren. Ik geloof wel
te durven verwachten, dat wij goed met
elkander zullen kunnen opschieten. Nu
behoef je me niet nog eens te bedanken
en nu spreken wij nooit meer hierover".
Mevrouw Murray boog zich over het
kind en kuste voor de eerste maal haar
ding, miskenning van. onze geestelijke
leidslieden, tweedracht, hielenlikkerij, on
verstand, beginselloosheid en beginsellos
heid, dan zal Smallegange's attest nog
wel wal al te gunstig zijn. doch dan
zou er heel wat. meer gracht van ons
uitgaan, op kerkelijk, zoowel als maat
schappelijk en staatkundig terrein.
Do klokken luiden den nieuwen tijd
kring in. Ze hebben ons toch wel wat te
zeggen
Laat ons er niet over twisten o£ mijn
bril soms' ook wat te donker gekleurd
was. De tijd is te kostbaar.
'1 Is de oude taak, die eiken morgen
Ons in den nieuwen jaarkring wacht;
Maar de oude. God ook, die wil zorgen
koor nieuw geloof en nieuwe kracht.
't Is de oude strijd en 't zelfde donker,
Waaronder 't hart angstvallig beeft;
Maar ook het oude stargeflonker,
Dat ons geloof en hoop hergeeft,
't Is de oude God, die door die lichten,
Het oog bij 't bidden opwaarts trekt
En weer in 't hart, als 't dreigt Ie
[zwichten,
Blijmoedigheid en veerkracht wekt.
KEES VAN DER MEER.
Ultimo Dec. 1923.
Vóór de Raad de begrooting onder han
den neemt de behandeling daarvan
kan ditmaal eerst plaats hebben, als het
dienstjaar reeds zal zijn aangevangen
is hij nog eenmaal in het oude jaar hijeen'
geweest om in een zitting van bijna vier
uren het restant van 1923 af te werken.
Als de Raadsleden strak's bij de begroo
ting de sluizen der welsprekendheid
even wijd openzetten, als ze nu bij de
werkverschaffing deden, kunnen we niet
anders dan mei: een angstig voorgevoel
denken aan liet aantal en den duur der
alsdan te houden zittingen!
Toch is het' niet gelukt om de aanhangig
gemaakte voorstellen nog alle in 1923 af
te doen. De bouw van een café-restaurant
in Bouwplan I komt straks opnieuw aan
de' orde. De houding, welke B. en W. i.n
dezen aannamen, kan moeilijk worden ge
prezen. De heer Goedbloed wees er in
zijn wei-gedocumenteerd betoog terecht op,
dat in dit voorstel veel is, wat niet bevre
digt. Het vorig jaar mocht een auto-
garage in de buurt van de Rimmeland-
straat niet gebouwd worden, want zoo'n
garage was hinderlijk voor de omwonen
den en bovendien (we herinneren ons
nog zeer wel, dat dit toen door den voor
zitter werd gezegd) de verzekering was
aan verschillende koopers van bouwgrond
gegeven, dat Nieuw-Goes uitsluitend een
woonwijk zou blijven. En „pu het niet de
Rimmelandstraat, maar het meest Ooste
lijk deel van Bouwplan I betreft, nu is
er bij B. en W. geen enkel bezwaar, om
die aan bouwgrond-koopers gegeven ver
zekering te negeeren! Onverklaarbaar!
Dhr. Blanker kon eenige jaren geleden
in Bouwplan I geen café gevestigd krijgen,
naar hij aan den Raad schreef. Aan een
ander persoon willen B. en W. nu toe
stemming geven. Even onverklaarbaar!
Uit tweeërlei oogpunt was het voorstel
van B. en W. dus onbillijk en inconse
quent. En toch zwegen ze in alle talen
om dit hun voorstel te verdedigen. Niets
hoorden we daarvan! Een bewijs van
zwakheid? JVIaar dan zou de Raad toch
goed doen, niet in zulk een voorstel te
bewilligen en zeker niet zich accoord te
verklaren met de sophistische redenee
ring van den heer Vienings, als zou Nieuw
Goes in hoofdzaak en voor zoo-
Mant voorhoofd; en Edna voelde in zich
een hevig verlangen opkomen om met
haar armen die statige figuur te omvat
ten, maar het zekere voorname, dat van
deze verschijning uitstraalde, schrikte"
haar eenigszins af en weerhield haar uiting
te geven aan de opwelling van teedere
'gevoelens.
Voordat zij nog iets kon zeggen, en op
het oogenblik, dat mevrouw Murray zich
al naar de deur wendde, werd deze open
gegooid en een heer stond op den drem
pel. Bij het zien van Edna bleef hij daar
staan en zijn weitasch op den vloer gooi
end, vroeg hij. op ruwen toon:
„W,at heeft dat te beteekenen?"
„Mijn zoon! Ik'hen zoo blij, dat je weer
thuis bent. Ik vond het erg vervelend, dat
je zoo lang wegbleef. Dit is een van de
slachtoffers van dat vreeselijk spoorweg
ongeluk; 't is hier in de buurt vol van
gewonden en lijdenden. Ga mee naar mijn
kamer. Wanneer ben je aangekomen?"
Zij legde haar arm in den zijnen, nam
de weitasch op en voerde hem zoo naar
de aangrenzende kamer en sloot de deur.
Edna was door dit tooneel pijnlijk ge
troffen en een onbeschrijflijke angst be
kroop haar en een gevoel van naderend
onheil 'kon zij niet meer van zich afzet-
vcel m o ge 1 ij k een woonwijk moeten
blijven.
Wij laten ons niet uit over liet al of
niet juiste van het oude standpunt van
B. en W. Maar wel mag aangedrongen
op consequentie. En men kan er zeker
van zijn, dat .er wel meer aanvragen bij
den Raad zullen inkomen, als het een
maal ingenomen standpunt wordt ver
laten.
Wat de discussies over de werkver
schaffing en enkele andere voorstellen
betreft, valt het op, dat' men voor de
bezuinigingsoverwegingen der financiëele
commissie nog weinig oor heeft, al mo
gen wij hierbij terstond voor onze beide
Anti-Rev. Raadsleden een uitzondering
maken. Het is natuurlijk uiterst gewaagd,
om uit deze discussies een conclusie te
trekken voor de a.s. behandeling der be
grooting, waarbij het er op aan zal ko-
knen, of men hier en daar het mes er in
durft zetten. Maar bepaald moedgevend
was loch deze vergadering in dit opzicht
niet. Zouden er werkelijk Raadsleden zijn,
die meenen, dat met de belastingen nog
wel een enkel jaartje'op 'den ouden voet
kan worden voortgegaan
Nu is het buiten kijf, dat er voor dei
werkloozen gedaan moet worden, wat mo
gelijk is. Maar liet is niet aangenaam
om het te moeten concludeeren van
den uiterst precaiyen financieelen toe
stand, waarin de gemeente verkeert, werd
weinig gerept. Er is een grens aan de'
draagkracht van de bevolking van een
stadje, dat voor een groot deel uit mid
denstanders en arbeiders bestaat en dat
het aantal „groote inkomens" bedenkelijk
ziet slinken. Had de financieele commissie
geen recht, om te vragen, dat alleen z ij
geholpen zouden worden, die tot d e
crisis werkloozen belmoren Daar
moeten we toch heen en niet zij moeten
gesteund, die weigeren werk buiten de
stad te zoeken, omdat men „bij de werk
verschaffing zoowat evenveel verdient" of
die er alvast maar op rekenen, dat in den
Winter „de gemeente wel voor hen zal
zorgen" en dus maar niet ernstig naai
werk zoeken. Ook niet direct zij, die
bekend staan als „krukken" in het werk
of die invalide zijn.
Men moge het hard vinden om dit te
moeten zeggen de socialist Buis wond
zich nogal op over .enkele uitlatingen der
financieele commissie men vergeet,
dal de werkelijkheid van de hooge belas
tingen óók hard is. De gemeente moet)
geen zaak ter hand nemen, die (strikt
genomen) tot liet Burg. Armbestuur be
hoort. Tn dien geest moest ook de heer
Wibaut ,(soc.-dem. wethouder van Am
sterdam) zich uitlaten, waaraan de heer
Eckhardt. terecht nog eens even her
innerde. Maar dan zwijgt men natuurlijk
in den rooden hoek, omdat men de wer
kelijkheid niet aan durft.
De c r i s i s-w e r k 1 o o z e n, zij moeten
geholpen worden. Voor hen moet de ge
meente doen, wat zij kan. Welnu, de hier
voor benoemde commissie kan spoedig
aan den arbeid. Wij betreuren het alleen,
dat niet een der heeren v. Poelgeest en
Labrijn daarin opgenomen werd. Wij wen
schen de commissie intusschen op haar
moeilijken arbeid succes toe!
Als ge geen eetlust hebt, ge u humeu
rig en 'terneergeslagen voelt, dient gij
Foster's Maagpillen te gebruiken. Dit ge
neesmiddel werkt rechtstreeks op de
lever, regelt de gal, helpt de spijsvertering
en voorkomt verstopping. Het geheele
gestel wordt versterkt door het gebruik
van Foster's Maagpillen. Prijs per flacon
van vijftig ver suikerde pillen f 0.65in
apotheken en drogistzaken. (10)
ten. Dit was de zoon van haar weldoen
ster en op het eerste gezicht boezemde
hij haar oogenblikkelijkeen groeten af
keer in. Het waarom kon zij zichzelf niet
duidelijk maken. Hij was een lang gespierd
man en zag er niet bepaald jong, maar
toch ook niét oud uit, een geheel aparte
verschijning, terwijl nog geen enkele grijze
haar in zijn dikke golvende lokken te
ontdekken viel, het zware en voortdurend
fronsen van zijn hooig voorhoofd had
evenwel diepe voren daarin geploegd, zoo-
als anders alleen de ouderdom zich tot
stempel kiest. Zijn trekken waren krach
tig, maar zeer regelmatig; de doordrin
gende staalgrijze oogen buitengewoon
groot en prachtig overschaduwd door lan
ge, zwarte oogharen, maar stootten af
door hun koude, verachtelijke uitdrukking,
en om den fijngevormden mond, die een
wondere bekoring aan het gelaat had kun
nen geven, had zich een barbaarsehe
grijns gezeteld, zoodat het scheen, alsof
die mond enkel geopend kón worden om
te spotten en te vloeken.
Klaarblijkelijk was dit gelaat eens zeld
zaam schoon geweest in zijh vroege
jeugd, toen zijn moeder nog een nachtkus
drukte op zijn jongensvoorhoofd, en het
gebed, in de kinderkamer geleerd, nog
Duitschers naar Cayenne verbannen?
Twee onheilspellende geruchten zijn in
Berlijn de meer optimistische stemming
komen verstoren. Volgens liet eene zou
Frankrijk geheel afwijzend geadviseerd
hebben op de Duitsche nota van dei*
24en j.l.
Ecu ander bericht wil, dat de Fran-
schen van plan zijn, voorloopig 3 Duit
schers uit het Roergebied naar Cayenne
te verbannen. Dit gerucht is niet het
eerste van dien aard. Al maanden lang
zijn er soortgelijke geruchten opgedoken.
Uit het Ruhrgebied.
Vrijdag is de nieuwe werktijd in het
Ruhrgebied ingevoerd en gebleken is dat
de arbeiders er zich bij neerleggen. Vol
gens een ander bericht toont zich de
uitwerking van den langeren werktijd in
den mijnbouw reeds daardoor, dat in de
afgeloopen week in het Gelsenkirchenen
kolengebied bijvoorbeeld een grootore op
brengst te constateeren valt, nl. 109.000
ton tegen 85.200 ton in de voorgaand®
week. De opbrengst van cokes is even
eens gestegen on wel van 3844 ton op
4792 ton.
Er is een verbetering merkbaar in den
economischen toestand in de Roer, zoo
schrijft men van Fransche zijde; op de
markten en in de winkels .stroomen de
levensmiddelen rijkelijk toe en de prijzen
dalpn. De ^tegenwoordige salarissen stel
len de arbeiders in staat in hun levens
onderhoud te voorzien en de duurtehijslag
is van 25 tot 10 pet. gedaald. Aan de
„Bochumer Verein" zijn 2500 arbeiders
weder in dienst gesteld. Twee hoogovens
werden aangestoken. Aan de „Rombacher
Hutte" werken 600 arbeiders ten einde
de mijn weder in een normalen toestand,
te brengen.
Vermoedelijk zal tegen 15 Januari a.s.
het werk algemeen hervat zijn.
Korte berichten.
Vijftien groote juweelen, die, naar
men gelooft, behoord hebben tot de Rus
sische kroonjuweelen, zijn te New-York
aangevoerdom getaxeerd en verkocht to
worden. Prins Joessoepoff, wien men
naar den oorsprong der juweelen vroeg,
verklaarde, dat do tsarin ze verscheidene
malen bij officieele plechtigheden gedra
gen heeft.
Ondanks het nijpende kastekort en
de groote moeilijkheid, om de beambten
op tijd te betalen, heeft de Duitsche re-
geeriag Zaterdag besloten, vooral om de
hangende onderhandelingen met Frankrijk
niets in den weg te leggen, jle bezettings-
kosten te betalen, zoolang tenminste de
aanwezige geldmiddelen zulks maar eenigs
zins toelaten.
Te Londen is Vrijdagavond draad
loos paai' een concert te Pittsburg in de
Vereenigde Staten geluisterd. Ofschoon at
mosferische storingen eenigszins hinder
lijk waren, werd het ten gehoore ge
brachte over het algemeen met verwon
derlijke duidelijkheid gehoord.
Uit geheel Zuid-Slavië komen berich
ten over hevige sneeuwstormen, die hier
en daar noodzaakten tot stopzetting van
ihet spoorwegverkeer. In Bosnië ontspoor
de een trein; een locomotief en zeven
wagons weyden vernield. In het hooger
gelegen deel van Montenegro ligt het ver
keer geheel stil. Ook in Slowakije en in de
Woudkarpathen moesten eenige Iocaal-
spoorwegen het bedrijf staken.
over zijn reine lippen welde; maar nu
waren de fijn besneden trekken verdorven
door uitspattingen, en werd zij'n blik ver
duisterd .door den verderfelijken gloed
eener vurige, hartstochtelijke natuur, en
een rusteloos, scherp1, maar ongeheiligd
verstand. Zijn kleeding was kostbaar,
maar verwaarloosd, en de roode vlek op
zijn jas deed zien, dat zijn jacht niet
vruchteloos Was geweest.
Waarom bracht deze norsche man, de
zoon van haar weldoenster, haar de wóór
den van haar grootvader voor den geest:
„Hij is een ruw, zondig, godslasterlijk
man?" Zij had het gelaat van den be
Zoeker in de smidse niet heel duide
lijk 'gezien; maar iets in den ongeduldi-
gen, ontevreden toon, in den haastigen
aanmatigenden stapi, en het trotsch ver
heffen van 't hoofd, herinnerde haar
pijnlijk aan hem, wiens drieste onbe
schaamdheid zoo buitengemeen de gram
schap' van Aaron Hunt's anders zoo gelijk
matige en vriendelijke natuur had opge
wekt. Terwijl zij' over deze onverklaarbare
overeenkomst lag na te denken, troffen
stemmen uit de aangrenzende kamer haar
oor, want door de open ramen kon bct
geluid naar binnen dringen.
(Wordt vervolgd).