Binnenland. Dit de Provincie. Briefwisseling. Ingezonden Stukken. Leestafel. rijf dagen, tweemaal tegen pest is im- jeëat. Reeds des avonds verscheen de eerste Turk met het verlangde certificaat, getee- kend door een Turkschen dokter. Even later kwam nummer twee met een certificaat, waarop vermeld stond, dat „het hart mijns vriends te zwak was om ingeënt te worden." Mr Romans en „Het Vaderland". De redactie van „Het Vaderland" zegt van bovengenoemd katholiek Kamerlid, dat hij intermitteerende (tusschenpoozende) vlagen heeft van politieke vallende ziekte. Een euphemistisch verwijt van onvastheid, beginsellosheid, politiek onbetrouwbaar heid? Van Limburg Stirum en Treub. Nog een ondergrondsch verwijt! De oud-minister Treub is naar Indië geweest en schreef naar aanleiding daarvan een boek vol zakelijkheid en humor; doch een enkele maal schijnt een klein hatelijkheidje tusschen de regels door te komen kijken. „(Het Vaderland" diepte er eentje op, namelijk deze; „Jammer genoeg heeft de vorige land voogd de beroemde Waringinlaan, die tot de merkwaardigheden van den Planten tuin (te Buitenzorg) behoort, laten kap pen. Niet de eenige minder geslaagde ver andering, die men op het debet der ba lans van zijn bewind heeft te boeken!" Euphemistische herinnering aan door den graaf gemaakte flaters? Vrijzinnig democratischeBond. In de Zaterdag en Zondag gehouden ver gadering van bovengenoemden bond zijn na een opwekkende rede van mr H. P. Marchant met algemeene stemmen aange nomen de volgende Resolutie: I. De lasten, die de dekking van het tekort op de Staats begrooting veroorzaakt dienen naar draagkracht over het geheele volk te worden verdeeld, en mogen der halve niet onevenredig zwaar op een enkele categorie drukken. II. De bezuiniging, die moet worden aangebracht tot herstel van het evenwicht in de staatsfinanciën, wordt in de eerste plaats gevonden, door de militaire uit gaven ingrijpend te verlagen. Deze bezuiniging is voorwaarde voor de medewerking der V.D. partij aan andere beperking van uitgaven en aan het op leggen van nieuwe lasten, en aan zoo danige beperking van uitgaven, waardoor de ontwikkeling der volkskracht kan wor den geschaad. De garantie van de op 1 Juli 1922 genoten wedden, door den Staat gegeven aan zijn ambtenaren, die op dat tijdstip in dienst waren, heeft een verbintenis ge schapen, waarvan de Staat zich niet een zijdig kan ontheffen, zonder het rechts bewustzijn van het volk ernstig te schaden en het vertrouwen in de overheid te onder mijnen. Wanneer het herstel van ht financieele evenwicht in hpt staatsbudget dit eischt, is te verwachten, dat de vertegenwoordi gers van de ambtenaren in het Georga niseerd 'Overleg hun medewerking zullen verleenen om den Staat van die verbin tenis te ontheffen, mits de wedden slechts worden verlaagd, in zoover zij, in ver band met een behoorlijk levenspeil en de verleende dienstprestatie, te hoog «moch ten zijn gebleken. Moties: le. van mevrouw Rakker-Nort: De vergadering, enz. verklaart op te komen tegen den aan slag op de rechtspositie van de vrouwe lijke ambtenaren door het consept-K. B., zooals dat in de pers is gepubliceerd, bepalende, dat de vrouwelijke ambtenaar als regel bij huwelijk zal worden ont slagen en betreurt, dat deze gewichtige kwestie zal worden geregeld, inplaats van bij de# wet, door een Koninklijk Besluit. 2e. 'van de afdeeling Arnhem: De Vrijzinnig-Democratische Partij is van oordeel, dat bezuiniging op de amb tenaarssalarissen moet gezocht worden in de eerste plaats door de inkrimping van het aantal ambtenaren en eerst daarna door verlaging van het salarispeil. Met twee maten? „Het Vaderland", een blad dat zoo on genadig geeselen kan wat van de tegen partij komt flees maar de politieke hoofd artikelen!) noemt „La Garconne", het schunnige boek van Victor Marguerittey waarin allerlei sexueele viesheden en on- gerecl) tigheden gerealiseerd en vergoelijkt worden, een „opzienbarend" boek! Zie daar de tegenstelling. Wat als goddeloos vergif diende gesignaleerd te worden, al leen maar opzienbarend; en wat op poli tiek terrein verkeerd toeschijnt uitmeten! Kloetlnge. Er is bericht ingekomen van het overlijden van den heer J. G. Moojen, geboren alhier, te Makasser (Celebes), assistent-resident van Bonthain, Zuid-Ce lehes. Hij was in 1913 de candidaat der vrijzinnige concentratie in het kiesdistrict Goes voor de Tweede Kamer tegenover den heer jhr mr A. F. de Savornin Loh- man en bekwam toen 3206 van de 7452 stemmen. In 1922 was hij de candidaat in onzen kieskring van „heft comité voor de verkiezing van onafhankelijke Kamer leden", doch zijn lijst met jhr mr E. A. v. Beresteijn als no. 1 kreeg over heel 'tland slechts 15252 st. en kwam derhalve voor een afgevaardigde niet in aanmerking. Hij zelf verkreeg 385 voorkeurstemmen, meest uit onze provincie. Te Kloetinge 61. Ktpellft. De kommies le kl. dhr. J. Maring alhier is tot standplaats aange wezen Rotterdam> met ingang van 16 Jan. e.k. Hoedekenskerke. De opbrengst collecte voor den nood in Duitschland in deze gemeente bedraagt f289,40Vo. Wemeldinge. Hedennacht is het weke lijks van Rotterdam naar deze gemeente varende kolenscheepje „YE 108", schipper J. Nieuwenhuize, wonende te Ierseke, ten gevolge van een aanvaring met een ander schip in het kanaal alhier, geladen met steenkolen, gezonken. De schipper en knecht van het motorschip „Pieternella". heeft het scheepje met zijn schip gelicht en gesleept naar den nieuwen loswal, waar het is leeggepompt en een noodrepa- ratie is aangebracht. Persoonlijke onge lukken hadden niet plaats. Wolphaartsdijk. Maandag vergaderde de Raad. Tegenwoordig alle leden. De reke ning van den keuringsdienst over het afgeloopen jaar werd goedgekeurd met een batig slot voor deze gemeente van f51. Aan dhr. Fliprse, onderwijzer aan de openbare school te Oostkerke werd op zijn verzoek eervol ontslag verleend met ingang van 1 Februari a.s. Dhrn. Valkier en Lindenbergh wor den herbenoemd als afgevaardigden naai de Waterleiding-Mij. Zuid-Beveland. Dhr, W. A. v. Wijk wordt herbenoemd als lid der schoolcommissie. Aan de rijkspolitie Wordt weer een gratificatie van f 30 ver leend voor buitengewone politie-diensten. Het verzoek van ds Mantz, oim gebruik te mogen maken van 'teen leegstaand schoollokaal tot het doen geven van on derwijs aan de in Januari verwacht wor dende Hongaarsche kinderen, wordt met algemeene stemmen toegestaan. Ook zal voor verwarming van het lokaal gezorgd Worden. B. en Wi. stellen voor twee lantaarns te plaatsen in Oud-Sabbinge, kostende per stuk f 60. Dhr. v. Overbeeke voelt daar voor niet veel, gezien de groote kosten. Ze hebben het daar hu al zoo lang zon der gedaan. Spr. wil wachten tot de lantaarns wat goedkooper zijn. Dhr. v. Strien zou om de laatste reden ook willen wachten met plaatsing tot a.s. najaar, maar bewilligt, na toelichting door den voorz. en weth. Valkier in het voor stel van B. en Wi. dat met 6 tegen 1 st. (tegen dhr. v. Overbeeke) wordt aan genomen. Tot spoedige aanschaffing der lantaarns werd dan ook besloten. Inzake den bouw van het nieuwe Raadhuis is van Ged. Staten een brief ontvangen, rechtstreeks aan den Raad gericht. Daarin wordt er op gewezen, dat nog niet lang geleden belangrijke onder houdswerken aan het oude Raadhuis zijn gedaan. Ged. Staten vragen of de Raad wel ten volle van de noodzakelijkheid van nieuwbouw overtuigd is en of besten diging van den bestaanden toestand werkelijk onmogelijk is.- De voorz. maakt melding van den eersten brief van Ged. Staten toen aan B. en W. gericht en leest voor het antwoord, door B. en W. daarop gegeven B. en W. wezen in dat schrij ven op den slechten toestand van het dak en de zoldering en op de vochtige muren, waaronder het archief lijdt. Reeds in 1919 was dringende voorziening ver- eischt, maar toen besloot men te wachten, tot de bouwkosten wat gedaald waren. Nu dit het geval is. is besloten tot nieuwbouw. Die raming bedraagt f27500, maai' B. en W. meenen, dat de kosten daar wel "beneden zullen blijven. "En na dit schrijven van B. en W. volgt nu deze brief van -Ged. Staten aan den Raad. De voorzitter meent, dat het wel een beetje ver gaat om te vragen aan den Raad, of hij' wel weet, wat hij eigenlijk gedaan heeft. B. en W. hadden liever gezien, dat Ged. Staten zelf een onderzoek hadden ingesteld of een deskundige hadden gezonden. Vol gens Spr. is de Raad toch niet geroepen in te gaan op hetgeen door derden ano niem bij Ged. Staten is gezegd of ge schreven. Daarom stellen B. en W. voor niet meer op1 deze zaak in te gaan en •aan Ged. Staten te schrijven, dat de Raad zich zeer wel bewust is geweest van zijn handelen, dat ook het nader rapport van den gemeente-bouwkundige er op' wijst, dat grondig 'herstel van het oude Raadhuis onmogelijk is, dat de Raad ook nu nog op hetzelfde standpunt staat, maar dat de Raad geen lust heeft, zich tegen de wijze waarop1 Gedep. Sta ten, in dit geval meenen te moeten wa ken voor de belangen dezer gemeente, dooi' te luisteren naar hetgeen derden, wellicht anoniem, aanbrengen, te verde digen en dat daarom het Raadsbesluit tot den bauw van een nieuw Raadhuis wordt ingetrokken. Dhr v. Strien had gedacht, wanneer Ged. Staten hier den boel eens kwamen opnemen, zij zich een idee hadden kun nen vormen .van den toestand. De voorz. merkt op, dat het niet op den weg van den Raad ligt Ged. Staten den weg te wijzen. De Raad staat nog op< hetzelfde standpunt, maar nu ligt het aan Ged. Staten om zelf een onderzoek in te stel len. De Raad dient toch te hoog te staan om telkens te antwoorden opi opmer kingen van derden. Ook weet de voorz. niet, welke die groote onderhoudskosten zijn, die Ged. Staten bedoelen. Dhr. Noteboom gaat mee met de over wegingen van B. en W-, maar is niet voor intrekking van het Raadsbesluit. Laten dan Ged. Staten handelen, zooals ze willen, laten ze desnoods den post van de begrooting schrappen, dan is de verantwoording voor hen, ook voor de ongelukken, die er machten plaats heb- ben. C(ij handhaving van het eerstge- nomen besluit verzetten we ons meer tegen Ged. Staten, dan bijl aanneming van het voorstel van B>. en Wl De voorz. antwoordt: 'tgaat er niet om, zich te verzetten tegen Ged. Staten, maar tegen de handelwijze om het oor te leenen aan personen van buiten af, die niet ter verantwoording kunnen wor den geroepen. Dhr. v. Overbeeke is er oofc tegen, dat Ged. Staten zich aan praatjes van derden storen, maar blijft toch tegen den bauw van een nieuw Raadhuis. Weth. Goetheer verdedigt het voorstel van B. en W. De Raad heeft zich dan op waardige wijze verantwoord en misschien hebben Ged. Staten nu lust om de zaak eens te onderzoeken. Dhr. Noteboom blijft tegen intrekking van het Raadsbesluit, temeer omdat het geld er voor er nu is. Na nog eenige discussie wordt het voorstel van Bf. en W'. aange nomen met de stem van den heer Note- hoolm tegen. Nu volgt behandeling van het door weth. Goetheer schriftelijk ingediende voorstel om voortaan de Raadsvergade ringen met gebed te optenen. In zij® voorstel had dhr. Goetheer ook ingelascht een concept-formuliergebed. De voorzitter merkt op, dat deze kwestie ook is be handeld in B. en Wl., maar de meerder heid kon er zich niet mee vereenigen. Het kwam de meerderheid voor. dat de Raads zaal niet de plaats is om te bidden. Wanneer er echter leden zijin die kracht wenschen te piutten uit het gebed, dan kan dat beter thuis in de binnenkamer geschieden, dan dat hier een dor for muliergebed wordt voorgelezen, misschien nog wel met bitterheid in het gemoed. Dhr. Noteboom zegt, dat het nog nooit gebleken is, dat dhr. Goetheer hoewel hij al 4 jaar Raadslid is hier gebeds behoefte had. Verder vraagt splr.hoe wil de voorsteller dit gebed doen aanhoo- ren: staande, zittende of knielende? En dan: welk resultaat verwacht hij1 van dit gebed, dat door drijvers, door partij leiders is opgesteld? Jezus zegt in Matth. 65, hoe we niet moeten bidden, n.l. niet, om van de menschen gezien te worden en niet als de geveinsden op' "de hoeken der straten. Splr. zegt, dat hij invoering van dit gebed het zal zijn een gebed van geveinsden en om van de menschen .gezien te wórden. Spr. zal zich steeds aan zocu'n gebed ergeren en geeft in overweging dit voorstel in te trekken of te verwerpen. Laat' men desnoods een ka mer van het gemeentehuis beschikbaar stellen voor hen, die willen bidden,'maar niet andersdenkenden dwingen tot gebed. A\'eth. Goetheer verdedigt zijn voorstel. Dit is niet ingediend om van de men schen gezien te worden. Het Raadsgebed is spr. een behoefte des harten. Als personen bidden wij thuis, maar één p'ersoan vertegenwoordigt den Raad niet. En juist als Raad moeten wij bidden. Als wij in meerderheid aannemen, dat alle gezag van God afdaalt, dan hebben wij ons ook voor Hem te buigen en te toonen. dat wij alle kracht van Hem verwachten. Laat dat ons niet te veel zijn. Dhr. Lindenbergh verwacht ook van zoo'n gebed niets, 't Is een vertooning. Reeds meermalen is gebleken, dat de politiek hier haar intrede gedaan heeft en daardoor worden de belangen yan de gemeente voorbijgezien. Dit gebed is niet anders dan een uiting van politiek gedoe. Dhr. Valkier vindt het gebed te heilig om dat overal maar in te voeren. Een gebed moet uit het hart opkomen. In een gebed uit dwang ziet Spr. geen heil. Hij' 'kan voor dit voorstel niet stemmen. Dhr. v. Strien vindt het wel een be zwaar, dat de voorzitter op; een ander standpunt staat dan de Raadsmeerder- heid, maar dit belet hem niet vóór het voorstel te stemmen. Het Raadsgebed is een erkenning van de souvereiniteit Gods De voorz. zegt, principieel bezwaar té hebben tegen het Raadsgebed, dat hij „een beetje ontheiliging van Gods Naam" vindt. Het zal voor Spr. altijd een on plezierig oogenblik zijn de vergaderingen op deze manier te openen. Weth. Goet heer verdedigt nog nader zijn voorstel en toont nader aan, dat de Overheid tot plicht heeft openlijk te erkennen, dat zij' behoefte heeft aan Gods hulp. Het Raadsgebed was ook bij onze vaderen lang in eere. In Amsterdam is het zelfs lang gehandhaafd, toen de meerderheid links was. Wat het z.g.n. ergeren betreft, dat is wederkeerig. Een Christen kan er zich aan ergeren, als het gebed wordt nagelaten. Dat spr. het Raadsgebed niet eerder heeft voorgesteld, is verklaarbaar. De tijd moest er ook hier eerst rijp voor zijn. Dhr. v. Wel betoogt, dat juist de hee- ren Noteboom en Lindenbergh bij deze kwestie de politiek gebracht hebben. Hij juicht het voorstel toe. Dhr. v. Strien merkt nog op: ér zitten 5 rechtsche leden in dezen Raad. Wanneer nu iemand onze vergaderingen bijwoont, zal hij dat tot heden niet kunnen merken. De recht sche leden hebben in dezen een plicht te vervullen, te meer, daar de leden bij het afleggen van den eed in de eerste vergadering Gods Naam hebben aange roepen. Dhr. Noteboom meent, dat dan ook poldervergaderingen, enz. met gebed moeten worden geopend. Het voorstel-Goetheer in stemming ge bracht, wordt aangenomen met 4 tegen 3 stemmen. Vóór stemden de hee- ren v. Wel en v. Strien (beiden Chr. Hist.), Goetheer (A.R.) en v. Overbeeke (Stk. Geref.) Tegen de heeren Noteboom en Lindenbergh (beiden Vrijheidsbond) en Valkier (Chr. Hist.) Dhr. Noteboom vraagt, hoe het Raads gebed moet. warden aangehoord. D'hrn. Goetheer en v. Strien willen dit liever aan de beleefdheid van de leden over laten. Daarna sluiting. Hetftkeaszaiid. le Kerstdag gaf de zang- vereeniging „Ons Genoegen" alhier een welgeslaagde uitvoering. Wiat de vereen, had verloren aan ledental, werd vergoed door vooruitgang in den zang. Wérd in het begin weifelend gezongen, allengs werd dit beter en zuiverder en met meer ge voel voorgedragen. In no. 9: „Hoe zjjt gij zoo bedrukt mijn ziel" (duet voor so praan en alt) werd iets moois bereikt. Ook in de nrs 3: „Opwekking tot een wandeling" en 8: „De jaargetijden" en 14: „Die twee jagers", werd blijk gegeven van ernstige studie en goede leiding. De di recteur, dhr H. Wolzak, gaf ook een paar solo's ten beste, wat benevens het ook door dezen gegeven orgelspel, tot het welslagen belangrijk bijdroeg. Krabbendijke. Aan den avond van den len Kerstdag gaf de Chr. Zangvereeniging „Halleluja" een openbare uitvoering. Ds De Jonge, de eere-voorzitter, wees bij zijn openingswoord op drie belangrijke zaken: le de groote opkomst (het gebouw was propvol); 2e de bijzonderheid, dat dit ge bouw nu voor het laatst werd gebruikt (de oude Geref. kerk) en 3e dat in den zang bijzonder zou worden gewezen op het Kind van Betlehem. Onder leiding van den directeur, dhr M. Waterman, werd het programma vlot afgewerkt en de pauzen werden door solozang van Mej. P. Voge laar met orgelbegeleiding van dhr J. F. Allaart mooi gevuld, zoodat dank werd geoogst en vooruitgang te merken was. Schore. Door dhr J. Verhaagen is ont slag genomen als lid en voorzitter der commissie tot wering van schoolverzuim, ingaande 1 Januari a.s. Wij ontvingen een geteekend stuk van den voorzitter van een onzer Kiesvereeni- gingen naar aanleiding van de afstemming van het vloekverbod. Schr. wraakt het, dat een a.-r. voorman en een staatk.-ger. tegen stemden; en acht 't tijd om óp dergelijke dissidente broederen aandrang uit te oefenen hun plaats aan anderen af te staan. Ook noodigt hij de Kies- vereenigingen uit, wèl bij 't candideeren te letten op beginselvastheid. Men heeft als werkgever het recht en den plicht het vloeken te verbieden. Wat dit laatste aangaat zijn wij het hartelijk met den schrijver eens. Maar wij doen beter zijn klacht te bewaren tot wij uit de notulen der Statenvergade ring vernemen wat door den a.-r. voor man, door schr. bedoeld, letterlijk is ge zegd. Zonder diens argumenten 'te ken nen gaat '1 niet aan, hem wegens minder beginselvastheid op stal te zetten. En wat de St. Geref. leden betreft, die heb ben allen vóór het vloekverbod gestemd. (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.) Gebroken levens. Er werd er een kindje geboren, Een kindeke, rozig en fijn; Met haarkens zou goud als het koren, En oortjes, als schelpjes zoo klein. [Het spartelde met zijn beentjes, En zwaaide zijn armpjes in 't rond; En stopte zijn mollige teentjes Zoo maar pardoes in zijn mond. Ei- was niemand om het te wasschen, En niemand gaf het een zoen; Niet één om op 't kindje te passen En warm in de kleertjes te doen. Er was niemand, die zich verheugde, Ede blij was, dat 't kindeke kwam; Ex was voor dit kleintje géén vreugde, Niet één, die 't als peetkindje nam. Want Moederke was van ellende En naarheid ten grave gedaald; En vader, verwenschend de bende, Liet borrels zijn keelgat doorgaan ,S. FRANKE. Treffend schoon, levenswaar, ontrolt de dichter ons, als een met eigen oog gezien en eigen hart doorvoeld, levensbeeld een ongelukkige, willoos werktuig van den demon alcohol, verwekker van een name loos leed, ondergaande in onze veralcoho- liseerde samenleving. We denken aan gebroken beloften, huw- lijkstrouw, teleurgestelde hoop, moeite en strijd eener vrouw, aan verwaarloozing en ellende ten prooi, aan den uitgang des levens, zonder een woord van boete of berouw van hem, die eenmaal haar echt vriend was, bitterlijk gescheiden voor tijd en voor eeuwig. Geven wij ons rekenschap van onzen weerzin, voor dezen harteloozen, zelfzuch- tigen, groven, ruwen, niets ontzienden drankslaaf, die liefdeloos in zijn ouderhart, geen ontroering kende in het aangezicht van den dood. Wij denken aan tijden van nog zedelijk bewustzijn, nuchtere oogenblikken dezer levenswrakken, en wie zal beschrijven den geweldigen strijd, innerlijk gevoerd, waar in is gebeden, verafschuwend en verwen- schend het onwaardig gedrag. Eenmaal in de greep van Alcoholicus, den moor denden duivel, moesten zij drinken, om dat zij het niet laten wilde n, toén zij er nog de macht toe hadden. Onze gedachten verwijlen bij de kinderen, en volle belangstelling vraagt onze aandacht deze kleine, zoo gevoelvol, zoo met tee- derheid door den dichter geteekend. On bewust voor gevaren, vol vertrouwen, met onschuldige blikken rondwarend, onbekend met de raadselen des levens, zien wij dezen kleine voor wie echter het toe komstig bestaan is, als een duistere nevel zonder lichtstraal voor wie het woord vaderliefde een wreede bespotting zijn zal. Met siddering vreeaen wfi, dat de goede kiemen van het goede zaad, door de verstikkende jenever-atmosfeer, in het kinderhart zullen worden gedood. Het lij densbeeld echter is nog niet voltooid. Lte ijzeren wet der erfelijkheid eischt ook hier haar deel. De lange lijst van concrete ge vallen, uitgedrukt in eentonige cijfertaal van verschillende onderzoekers, doet hui veren voor de verschrikkelijke verantwoor ding der ouders, voor de zwaar-belaste wezentjes, die een felle aanklacht zijn tegen het alcoholisme en drankstelsel,, waarvan de handhaving door ons volk, een beschuldiging beteekent, tegen dat volk en allen, die tot nog toe in ge breke gebleven zijn, hun schouders te zet ten, tot bevrijding uit de macht van den drankdemon. Laat in ons de nevel van zelfzucht en verleiding optrekken, voor de zon der algemeene menschenliefde en dan strekke deze liefde zich het eerst, over eigen gezin en kinderen en onzen zwakken broeder ten zegen. Afd. Goes der Natie Ghr. Geh. Onth. Goes, December 1923. Hulp aan Gereformeerd Duitsch land. In 't afgeloopen najaar weid. onder voorzitter schap van de heeren Colijn en Idenburg, op gericht het „Comité tot Ondersteuning en Ver sterking van het Gereformeerd leven in Duitsch land". Doel van dit nieuwe instituut is de in standhouding van de kerkelijke instituten der Gereformeerden by onze Oostelijke naburen, zooals de kerkelijke pers, de scholen, de semi- nariën, de bijzondere leerstoelen en opleidings instituten, hel onderhoud der kerkgebouwen, de verzorging van de ouden van dagen, de betaling van de tractementen der predikanten, enz. enz. In Duitschland werd eenzelfde organisatie gesticht om voor de juiste en behoorlijke verdeeling der ingezamelde gelden te zorgen. Na enkele maanden van noodzakelijke voor bereiding is dat Comité de vorige maand met den arbeid begonnen. Aan alle Gerefor meerde Kerken in Nederland is een circulaire gezonden, met het verzoek den arbeid hetzij door het houden van een collecte, hetzij op andere wijze te steunen. Reeds werden meer dere duizenden guldens bijeengebracht, en naar Duitschland doorgezonden. De bedoeling is, elk jaar- minstens zeventien duizend gulden bijeen te brengen. Deze som is, gezien de behoeften, in overleg met het Duit- sche Comité vastgesteld. Gaven kunnen worden ter hand gesteld aan de plaatselijke kerkeraden, doch kunnen ook rechtstreeks worden gezonden aan 3en Al- gemeenen Secretaris-Penningmeester Mr A. van der Deure te Bennekom. Menigerlei genade. Kampen J. H. Kok. Wij vestigen nog eens de aandacht op deze reeks van wekelijksche predicatiën van gereformeerde predikanten onder re dactie van dr de Moor en dr Wielenga. Deze predicatiën hebben sinds lang het burgerrecht verkregen, en worden in de samenkomsten der gemeenten 'en in vele Woningen, ook door kranken en zwak ken met belangstelling gelezen, en weke lijks tegemoet gezien. Zij voorzien dan ook in een behoefte. Cijfers en Feiten. N. V. Graafschap, Aalten. Deze uitgave is een „ids voor het Po litieke en Sociale Leven". Ofschoon hij steeds meer belangstelling ontmoet in onze kringen, mocht die belangstelling toch wel wat grooter worden. Vooral nu wij weer midden in den winter zitten en de clubs en kiesvereenigingen weer uit hun zomerslaap ontwaakt zijn, behoort van de velerlei leesstof die hij biedt een veelvuldiger en dankbaarder gebruik ge maakt te worden. Het Decembernommer bevat weer heel wat dat met vrucht kan bestudeerd en besproken worden. Onder anderen „De Moraal van het gegeven woord" door mr Z. v. d. Bergh, een libe raal. „Weerloosheid en neutraliteit". „Wat het kabinet voor den woningnood deed". „Een valsche vergelijking". „De beken tenis". „Wetsovertreding" (in zake Lijk verbranding), enz. enz. De Dokter in Huis. Uitg. La Rivière Voorhoeve, Zwolle. De Dokter in Huis raakt ook al meer onder ons ingeburgerd. Hij heeft zijn vier den jaargang met eere volbracht. Het Decembernummer bevat weer veel waar mee onze gezinnen in plaatsen waar men geen homoeopatisch arts heeft, of waar Énen. den dokter, welken ook, niet zoo spoedig in huis heeft als op een oogen blik gewenscht is, hun voordeel mee kun nen doen. De hoofdredacteur, dr J. Voor hoeve, en zijn medewerkers, zorgden ook nu weer voor aangenaam afwisselende lectuur, o. a.Kunstmatige ziekte als ge neesmiddel, Eenvoudige middelen tegen koude voeten, Ervaringen in twintig jaar door dr Hoffman verkregen met tuborcu- li'ne-inspuitingcn bij tuberculose, Voorko ming van besmettelijke ziekten (Influenza, Diphteritis, Malaria), Eerste hulp hij plot selinge ongevallen. En dan de Medische Brievenbus, waar iedereen liet eerst in kijkt, of er iets voor hem bij is. Er word* in dit nonimer weer heel wat aangekon digd wat door den hoofdredacteur en de doctoren die hem ter zijde staan (Hoff mann, Sieburgh, Morn, Dupont, e. a. in den vijfden jaargang (die binnen enkele dagen begint) zal worden ten beste gege ven. Een ieder stelle zijn vrienden daar van op de hoogte! De vierde jaargang sluit weer met een alphabetiscli regis ter, zoo eerwaardig lang, dat zij bij do inzage zich zeer zullen verbazen.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1923 | | pagina 6