64
Donderdag 13 December 1923
36»* 4aarpa{
LEVENSLEED.
NIEUWJAARS'ADVERTENTIËN.
FEUILLETON.
•rukkers-Exploitanten
©OSTERBAAN LE COINTRE GOES
Bureaux: Lange Vorststraat 6870, Goes
Tel.: Radactie no. 11; Administratie no. 58
Postrekening No. 36000.
Bijkantoor te Middelburg:
Firma F. P. DHUIJ, L. Burg. Tel. no. 259
TkZeetiw
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAC.
Abonnementsprijs:
Por 3 maanden, franco per post, f3.—
Losse nummersfl.lS
Prijs der Advertentiën:
14 regels f 1.20, elke regel meer 30 ®t
Bij abonnement belangrijke korting.
We herinneren er aan, dat Nieuwjaars-
arivertentiën bij vooruitbetaling moeten
■worden voldaan (voor advertentiën ter
grootte van 5 regels fl.elke regel
meer f 0.20voor namen onder den Alge-
meerven Nieuwjaarswensoh f0.20). Adver
tentiën, waarvoor het bedrag niet vooruit
per postwissel of in postzegels wordt
ïbetaalri, kunnen niet worden geplaatst.
DE ADMINISTRATIE.
DE NIEUWE WERELDGEEST.
De heer Colijn heeft in zijn be
kende rede in tie Raamkerk onlangs
terloops 'herinnerd aan den nieuwen
wereldgeest. Verdraagzaamheid al-
omme en internationale vriendschap,
geen hebzucht meer en eigenliefde,
riet. zal worden een toestand, waarin
ieder het goed heeft en niemand het
beter zal hebben dan een ander. Ieder
zal in zijn naaste huldigen een god-,
beid op aarde. Nietwaar, zoo onge
veer schilderden in kleuren en verzén
de dichters, de toek'omstzieners den
toestand der menschheid. Het mensch-
dom zou zijn menschheid begrijpen!
Blijven rondzien kan ernstig zelf
bedrog voorkomen. Goed in de we
reld rondzien behoedt voor gevaar
lijke luchthartigheid.
in zijn boodschap aan het congres
wees de president der Vereenigde Sta
ten van Noord-Amerika op het feit
dat sinds eenige jaren het personeel
van leger en vloot tot een gevaarlijk
punt verminderd was; „deze beide
diensten (leger en vloot) behooren
eer sterker "dan zwakker te worden
gemaakt. Amerika wenscht geen oor
log meer, maar het wenscht ook
geen zwakte, die overweldi
ging' u i tl ok t. D-uikbooten en vlieg
tuigen zijfi noodig voor de marine
en de verdediging van Panama, moet
worden vervolmaakt". Aldus de pre
sident der machtige republiek in het
verre Westen. Nevens Frankrijk en
België landen tot de tanden gewapend
en Engeland, dat onder toejuichingen
des volks zijn ministers hoorde zeg
gen, dat er verscheidene kruisers op
stapel gezet waren dezer dagen, is
ook1 Amerika's houding ten dezeneen
waarschuwend voorbeeld aan licht-
zinnigen, die het in dit opzicht ook
aangaande de defensie van Indië niet
zoo nauw meer nemen, blijkens hun
daden. Niet uit het oog mag worden
verloren bovendien, dat al deze lan
den voor tamelijke, moeilijkheden zit
ten betreffendede geldmiddelen. En
niettegenstaande dat: de weerkracht
van de natie op peil houden! Ook
in Italië baren de financiën zorg, naai'
de uiteenzetting daarvan door den
Minister van Financiën de Stefani,
te oorüeelen. Alles behalve rooskleu
rig staat het er voor, groote tekor
ten op de Staatsbegrooting, als ten
onzent. En toch voor leger, vloot
en luchtstrijdkrachten niet minder dan
3.200.000.000 lire uitgetrokken, noo-
d i g door den h u i d i g e n verwar
den toestand in Europa, dit
bedrag zal verminderen als alles tot
rust. komt.
Wij echter zouden behooren na te
laten onze deur te grendelen, ons
voor te bereiden op de bescherming
4).
Opnieuw heerschte rust in het kleine,,
'donkere dorp.
Maar dagen en weken konden Edna de
tragische gebeurtenissen niet doen ver
geten, die het eerste groote tijdperk van
haar eentonig leven hadden afgesloten.
Zij bad een zenuwachtige rusteloosheid, zij
weigerde de oude kamer weer te bewonen
en stond er op, te slapen op een matras
aan het voeteneinde van haar grootvaders
bed.
Edna Earl had haar ouders vroeg ver
loren, zij kon zich geen van beiden herin
neren. Haar moeder was de eenige doch
ter van Aaron Hunt, de dorpshoefsmid en
haar vader, die een veelbelovende, ver
standige timmerman was, viel door een
ongeluk van het dak van het huis, dal
hij repareerde en overleed aan de gevol
gen.
Zoo werd Aaron Hunt, die al bijna tien
jaar weduwnaar was, belast met de zorg
voor een kind van slechts zes maanden,
Zijn dochter had hem nooit verlaten en
na haar dood drukte hem de eenzaamheid
v»n het huis en voor het welzijn van zijn
en verdediging van huis en haard,
den vaderlandschen bodem. Het heel,
dat wij moeten voorgaan in ontwape
ning. anderen zullen, ons voorbeeld
ziende, volgen.
Een voorbeeld volge om aan te too-
nen hoe veel waarheid in deze rede
neering schuilt.
Er is gezongen in ons parlement
toen de 8-urendag wettelijk was vast
gelegd hoog opgegeven werd in het
buitenland van wat w ij gedaan had
den wij waren alle andere volken
vooruit. Volgden nu al de andere
volken V Niet een.
Ons leger en onze vloot verk'eeren
beide in een toestand, die groote
voorzichtigheid, doch ook onafgebro
ken opbouw vordert. Hebben andero
volken zich beijverd ons te volgen
op het pad van ontwapenen en mini-
mumlijden? Geen enkel volk.
De linkgche heeren, de toeteraars
van de vrijzinnigheid hebben zoozeer
hun best gedaan anderen te doen ge-
looven dat ons volk' van leger noch
vloot iets moet hebben, ze zijn op
merkelijk rustig geworden in de laat
ste weten. Vermoedelijk zal dat „hee-
le volk" in massa den heeren niet
meegevallen zijn.
■Het, Nederlandsche volk intusschen
blijve waakzaam en late zich door
den tijdgeest, „den nieuwen wereld
geest" niet van de wijs brengen. Wil
men dan niet meer luisteren naar
wat 'n Vari Karnebeek', 'n Colijn te
zeggen hebben. Men zie onbevoor
oordeeld naar het buitenland. Alen
zal moeten erkennen, dat 't er niet,
beter op wordt. Men hoede zich voor
den nieuwen wereldgeest!
„Oliedomme staatslieden".
„Die Tijd" bevat een, misschien wel van
goed ingelichte zijde ontvangen, mede-
deeling omtrent de „feiten en gesten"
der crisisactie. Aan hetgeen 't blad om
trent de pogingen van Jhr Belaerts schrijft
'ontleenpn wij het volgende:
„Hij' is begonnen met het zoeken van
zijn medewerkers. Er werd toen zeer sterk
gedacht aan een aanbieden van het mini
sterie van landsverdediging aan den heer
Colijn. Voo-r die opdracht waren van het
standpunt van den heer Beelaerts zeer
goede redenen. Zij, die tegen de vlootwet
stemden, omdat- deze bezuiniging op Ma
rine èn Oorlog zou verhinderen, zijn
oliedomme politici geweest. Men
kan zich geen Minister van Financiën den
ken, die met meer autoriteit bezuiniging
op militaire uitgaven tegenover de beide
colleges ken bepleiten dan hij en men
kan zich geen ministers van Oorlog en
Marine denken, die daarbij ooit sterker
hadden gestaan tegen hun ambtenaren en
deskundigen dan zij, die achter zich zou
den gehad hebben den Minister van Fi
nanciën, dien men aan de beide defensie
departementen vertrouwde en van wier,
men ook daar wist, dat hij met geen
kluitje in het riet was te sturen. Het ka-
binet-Ruys had -daarom zeer tactisch
gehandeld door de Vlootwet te laten voor
gaan, omdat-, de Vlootwet aangenomen,
daardoor gebleken zou zijn van de zorg
van het kabinet, met inbegrip van den
minister van Financiën, voor de defensie,
en de Minister van Financiën
dan p a s r e c h t d e h a n d e n h a d v r ij-
geikregen, om op de defenste-
uitgaven a a n t e vliegen.
De heer Beelaerts, die niet voor niets
kleinkind besloot hij opnieuw te trouwen.
De weduwe van middelbaren leeftijd, die
hij nitkoos, was een goedhartige en edel
moedige vrouw, maar traag, dom en ont
zettend opvliegend, en daar zij de kleine
wees, die aan haar zorg toevertrouwd was,
werkelijk lief had, probeerde zij de ban
den van liefde tusschen haar man en hei-
kind te versterken. Daar zij een buiten
gewonen bemmnelijken en gelijkvormigen
aard had, maakte Edna vrouw Hunt zel
den boo-s en deze liet haar meer en meei
toe o-m haar eig'en inzichten en invallen
te volgen en zijl stelde zich er mee te
vreden, om een zeker deel van het dage-
lijksch werk van haar te eischen. Als Bdna
dit verricht had, stond zij- haar to© te 'doen
naar haar kinderlijke verlangens.
Er waren geen kinderen van haar eigen
leeftijd in de buurt en dus groeide zij
op- zonder eenig ander gezelschap dan
dat van haar grootvader, die haar bo
ven alles lief had. Hij zou haar heelemaal
hebben bedorven, als zij niet een karaktei
had gehad, dat een groote mate van
vrijheid van handelen kon verdragen
Voor zij- nog kon loopen, nam hij' haai
reeds mee naar de smidse en daar lag zij
dan urenlang in een hoek op een .scha
penvacht, terwijl zij' met kinderlijk ple
zier keek naar het gloeiende vuur en de
regen van vonken, die van het aambeeld
spatien. Dikwijls sliep zij daar ook, in
aan het departement van den heer Van
Karnebeek, die dit alles wist, is verbon
den, heeft langs finderen, weg dit resultaat
hopen te bereiken, cloar den heer Colijn
als minister van defensie te vragen. Aan
den heer Palijh „Financiën" aanbiedende,
re'kënde bij, dat de plannen van den
heer Colijn gemakkelijk hier en-daar kon
den worden gewjjjlzigd, dan wanneer dit
door don vader zeiven moest geschieden.
De oude Vlootwet zau dan opnieuw zijn
ingediend, in hoofdzaak ongewijzigd; al
leen had men vermoedelijk wat bezuinigd
opi de kosten van de vlootbasis en zou
het steunpunt Itiouw zijn Vervallen. De
invoering der Vlootwet zou echter zijn
uitgesteld, 'in overeenstemming met het
advies, door den heer Patijn, den voor
zitter der VlootcQmrnissie, gegeven."
Tot zoover „Die Tijd".
Gelijk men 'weet, is de poging niet
doorgegaan dewijl jhr. R. weigerde te
berusten in 't stopzetten van het stichten
van kleine (bijzondere)scholen, hetwelk
mr Patijn als voorwaarde gesteld had
voor de aanneming der portefeuille van
imanciën.
Wij vinden echter in de mecledeelingen
wel -een en ander dat instemming: ver
dient. Van da:ir ons opschrift „Olie
domme staatslieden"; een kWalificéering
die wij veel te scherp en oppervlakkig
achten, doch waarin cle kern van waar
heid niet ontbreekt, voor wie de toe
lichting na de betiteling leest.
Onnuttig of misdadig.
De heea- P. .1S. Serrarens, een dei-
leiders ten onzent in de internationale
R.-K. vakbeweging, verweert zich in de
„Nieuwe Rotterdammer" tegen scheeve
voorstellingen van zijn mededeelingen aan
een Franschman (L'Evolution sociale aux
Pays-Bas, door G. H. Bousquet) verstrekt
in zake de vakbeweging in Nederland.
Hij schrijft in genoemd liberaal blad
onder meer:
Ik had opgemerkt, dat de leiders van
tiet Vakbureau wel wisten, datmeer
directe voordeelen te behalen zouden
zijn, als zij zich hij een socialistische
revolutie zouden aansluiten, maar dat
zij, overtuigd van de onnuttig-
h e i d e e n e r omwenteling, een
stemmig en vastberaden besloten, de
bestaande Staatsorde te steunen.
Overtuigd van de onnuttigheid eener
omwenteling!
Hierin wordt te veel of te weinig ge
zegd.
Te veel, wanneer men let op het er aan
voorafgaande, waaruit ongeveer het tegen
overgestelde u tegenklinkt.
Te weinig, wanneer men er de moti
veering der protestantsch-Chr. organisa
ties mee vergelijkt. Deze toch .bedoelden
in de eerste plaats de majesteit van het
slaalp gesust door het eentonig geluid
van den hamer.
Ofschoon onwetend en ongeletterd, was
Aaron Hunt een man met een warm,
teeder gemoed en een zeldzaam nobele
natuur. Hij betreurde het, "dat zijn ar
moede hem had l>elet zich veer te ont
wikkelen en terwijl hij 'Edna leerde le
zen, schrijven en rekenen, liet hij1 nooit
na haar het besef bijl te brengen, welk
een groot voordeel verstandelijke ontwik
keling biedt. Of het zijn invloed was,
die bij haar de eerste sporen van eerzucht
deden opkomen, of: dat haar verlangen
naar kennis spontaan en onweerstaanbaar
in haar opwelde, wist hiji niet. Wel was
het een feit, dat zich reeds heel vroeg
een lust om te leeren hiji haar open
baarde, waaraan hij voldeed voor zoover
dit maar eenigszins in zijn vermogen
lag.
De bibliotheek van den smid bestond
uit den ouden familie-Bijbel, Bunyan's
Christenreize, een deel van Irving's
„Prceken en Gelijkenissen" en enkele klei
nere stichtelijke boeken. Bovendien waren
er nog twee boeken, die het eigendom
waren geweest van een reizend predikant,
die wel eens in de buurt preekte en dio
ze eens daar had achtergelaten. Het wa
ren Plutarchus' levensbeschrijving van
groote mannen en een half versleten
exemplaar van een Latijinsch woorden-
Goddelijk gezag en de bevestiging van
den troon van Oranje.
Zooals het in het schrijven van het
R.-K. vakbureau aan de regeering luidde:
„dat wij betfeid zijn tot den grootst mo
gelijken steun tot handhaving van orde
en gezag".
Had de heer Serrarens in zijn gesprek
met evengenoemden Franschman dezen
beweeggrond tot het weerstand bieden)
onzer jongens in 1918 aan Troelstra's
revolutionair wanbedrijf hem voorge
houden, in plaats van den hierboven
door ons gewraakte, dan ware er op dit
principieel® punt geen misverstand ge
rezen.
Alle werklieden, die niet leven uit de
socialistische gedachte, behooren er van
doordrongen te zijn, dat niet de onnut
tigheid maar de misdadigheid eener revo
lutie motief moet zijn van krachtig verzet.
Actie van de Zeeuwsche Plattelands
gemeenten.
Hedenmiddag had in de sociëteit St.
Joris te Middelburg de bijeenkomst plaats,
waartoe de heeren J. W. van 't Hoff,
Wethouder van St. Laurens, en M. J.
Verhorst, burgemeester van Wissenkerke,
de plattelandsgemeenten van geheel Zee
land hadden uitgenoodigd ter bespreking
Aan een actie tegen de wetsbepalin
gen, vaststellende het deel, dat de platte
landsgemeenten moeten betalen in de kos
ten van hooger, middelbaar en nijver
heidsonderwijs in andere, meestal groo-
tere gemeenten.
De vergadering werd geopend door den
heer van 't Hoff, die zijn voldoening uit
sprak over het groot aantal aanwezige
vertegenwoordigers van gemeenten, uit
alle deelen van Zeeland en die wees op
het groot aantal ontvangen betuigingen
van instemming. Na mede namens den
lieer Verhorst alle aanwezigen te heb-
ben welkom geheeten, zeide de heer van
't Hoff, dat de heeren zich niet ontvein
zen, zich voor een moeilijke taak te heb
ben geplaatst. Zij hopen, dat de hier
begonnen actie zich zal voortplanten door
het geheele land, en regeering en volks
vertegenwoordiging zullen erkennen, dat
wat gevraagd wordt, niet alleen billijk is,
maar voor vele gemeenten zelfs een le
venskwestie. Spr. legt er den nadruk op,
dat het hier niet is een strijd van het
platteland tegen de stad. Geen verschui
ving van lasten wordt gevraagd, maar een
andere verdeeling. De actie spruit slechts
voort uit plichts- en verantwoordelijk
heidsgevoel. Allen hebben in de een of
andere functie den eed afgelegd, dat zij
de hun toevertrouwde belangen zullen be
hartigen en zij zouden zich schuldig ma
k-en aan meineed als zij langer in den
bestaanden toestand berusten. Na een op
wekking zicli bij de te voeren discussies
te bekorten, gaf de heer van 't Hoff het
Woord aan den heer Verhorst, 'die het
doei der vergadering nader zon| uiteen
zetten.
De heer Verborst wees op de verplich
ting, aan de Nijverheids- en Handelsonder
wijsinrichtingen in 1919 opgelegd om de
salarissen der leeraren te verhoogen, van
welke verhooging het rijk de helft zou
betalen, terwijl men maar moest zien van
provincie of gemeenten de andere 50 pet.
te .krijgen. De Staten van Zeeland wezen
het verzoek van enkele der betrokken
schoolbesturen van de hand en namen
bovendien nog het besluit, bij het in wer
king treden der wet op het nijverheids-
boek en voor Edna was deze letterkundige
schat een onuitputtelijke bron van de
hoogste waarde. Liefde vöior de natuur-,
liefde voor de boeken, een ernstige, diepe
vroomheid en godsdienstzin waren de
hoofdtrekken van dit edele, jonge ka
rakter.
HOOFDSTUK H.
Het kind en haar grootvader.
In een der staten van Noord-Amerika,
Tennessee, bijha een mijl van het kleine
onaanzienlijke dorp Chattanooga stond de
werkplaats van Aaron Hunt, overscha
duwd door eiken en kastanjeboomen, die
groeiden op het kruispunt van twee we
gen. Zooals de meeste hoefsmidwerkplaat-
sen aan kruispunten van wegen, was het
een lage, kleine ruimte vol stof en rom
mel, met oude Wagenraderen en nieuwe
dis'selboomen, gebroken ploegen en ka
potte Wagens, die op reparatie wachtten.
Iets verder stond een kleiner afdak, waar
een oud grijs paard gewoonlijk rustig
stond te eten, wachtend om zijn meester
naar huis te dragen, zoodra de zon
was ondergegaan achter den dichtstbij-
zijnden berg. Die hoefsmid woonde op
een afstand van eenige mijlen.
In het begin van den winter, toen hij
liet eens erg druk had, verliet Aiiroii
Hunt op zekeren morgen haastig zijn
huis en vergat daarbij zijn emmertje mee
onderwijs, zich le ontdoen van de sub
sidies aan die scholen, wat voor de pro
vincie een belangrijke bezuiniging betee-
kende. Over 1919 was f 46.500 voor zulke
subsidies uitgetrokken.
Waar hij de behandeling der kwestie
in de Staten er op gewezen werd, da<
het eigenlijk de buitengemeenten waren,
die de ellende veroorzaakten of althand
hielpen vergrooten, waar zij zich voor
't meerendeel met een Jantje van Leiden
van de zaak afmaakten of een subsidie
betaalden, die in geen enkele verhouding
stond tot het aantal leerlingen, dat van
harentwege van dat onderwijs gebruik
maakte, meent spr. dat er. wellicht ge
meentebesturen zijn die in deze niet ge
heel vrijuit gaan.
De besturen der scholen trachtten toen
gedaan te krijgen de dorpsgenieenten,
die kinderen naar hun scholen zonden,
naar verhouding te doen bijdragen in de
kosten dier scholen. Hetzelfde beginsel
dus als thans in de wet is vastgelegd.
Maar direct voelde men toen de bezwaren
voor die kringgemeenten, oiqdat ze zou-'
den 'komen te staan voor onbegrensde
mogelijkheden, die al heel spoedig ia
onbegrensde moeilijkheden zauden ont
aarden, omdat buitenstaanders over de
gemeentegelden zouden gaan beschikken.
Men weigerde dan ook algemeen voorstel
len in dezen geest aan cle gemeenteraden
te doen, en toen men dus ook' langs
dien weg niet uit de impiasse geraakte,
heeft de Minister de kibbelende partijen
bij cle kraag gepakt om ieders aan
deel in de wet vast te leggen. De mi
nister maakte echter den toestand nog
donkerder door de financieele regeling uit
te breiden tot voorbereidend hooger en
middelbaar onderwijs. Toen de vorde
ringen daarover bij de gemeentebesturen
binnenkwamen werd allerwege verzet,
merkbaar. Zelfs gingen er in enkele raden
bleef echter biji veruzchtingen en men
bleef echter bij verzuchtingen en men
pakte de zaak niet voldoende aan; men
blafte wel, maar men beet niet. Als
met liet er over eens is, dat ter bescher
ming van de financiën der plattelands
gemeenten dringend noodig: is de ge
wraakte wetsbepalingen gewijzigd te krij
gen., dan moet cle zaak anders worden
aangevat. De regeering zal moeten hegriji-
pfen, dat de draagwijdte cler wet niet is
voorzien en de financiën van de bedoelde
gemeenten hopeloos in de war zullen
loopen wanneer deze regeling niet wordt
gewijzigd, die in sommige gemeenten een
belastingverhooging van 20 tot 30 pet. be-
teekent.
Hoe kan men op' die .wijze sluitende
begrootingen maken en wat blijft er oever
van de autonomie der gemeenten?
Hoe men het woord autonomie ook uit
legt, zeker is het, dat men thans ver
schillende staatsbemoeiingen van den
laatsten tijd voelt als een aantasten van
de vrijhoidssfeer cler gemeenten, vooral
wanneer dat, ingrijpen van het centraal
gezag voor de gemeenten belangrijke fi
nancieele verplichtingen met zich brengt,
en aan degenen, die met veel zorg1 en
moeite dat financiëel beheer in evenwicht
trachten te houden, allen invloed daarop
wordt onthouden. Als de klachten kans
'krijgen -eenig effect te sorteeren, dan
zullen zij moeten worden samengevoegd
tot een machtig koor dat ter bestemder
plaatse kan doordringen. Spr. acht het
niet onbillijk dat de gemeentebesturen
verplicht Worden iets hiji te dragen als
'kinderen uit hun gemeente een school
elders bezoeken, althans als het kinderen
van mingegoed-en zijn, maar nu betreft het
te nemen, waarin hij gewoonlijk zijn mid
dageten meedroeg'. Edna werd hem nage
zonden om het verzuim te herstellen.
Gewend om alleen dooir de bosschen
te dwalen liep zij heel op haar gemak
langs het rotsachtige piad, zwaaiend met
het tinnen emmertje in de eene hand. Nu
en dan stond zij stil om naar de schuwe
roodborstjes te kijken, die als kleine
dwaallichtjes in en uit de b'oomen vlo
gen. als zij er langs 'kwam'. De ',pn-
verbroken stilte van aarde en hemel,
de koude stille atmosfeer en de vredige
zonneschijn vervulden haar hart met een
gevoel van kalm, blij geluk en half on
bewust begon ziji een gezang aan te hef
fen, dat haar grootvader dikwijls zong, ge
bogen over zijn aambeeld.
„Heer, in den morgen klinkt mijn stem,
Naar Uwen hemelboog,
Naar U stijgt smeekend mijn gebed,
Mijn oog blinkt naar omhoog."
Voor het eerste vers was geëindigd,
werd haar gezang verstoord door den
hoefslag van een paard en zij keek op
toen een ruwe stem ongeduldig vroeg
„Ben je stokdoof? Ik vroeg of er hier
een hoefsmid in de buurt is?"
(Wördt vervolgd).