Mi
V
Versch gekarnd
honéin ron/c
'v
Eén prijs -Eénverpak
Kinderen houden van een boterham
met veel boter. In het koude jaargetijde
is het van het grootste belang, dat ge
Uw kinderen een zeker weerstandsver
mogen verschaft en daarom is het zeer
zeker nuttig en noodig, dat ge de kin
deren geeft wat zij vragen.
Een dik gesmeerde boterham is thans
geen bezwaar meer. De versch ge
karnde Blue Band is laag in prijs.
Bovendien merken wij nog op, dat de
licht-verteerbaarheid van Blue Band
onomstootelijk vast staat.
v W
'i'ï
iv
ste helft van zijn ambtelijk leven heeft
gediend, zullen deze predicatie allicht
gaarne bezitten als een liefelijk aanden
ken aan den beminden leeraar.
Niets menschelijks vreemd, door
Runa, vertaald door Joh. Worm-
ser Kampen J. H. Kok.
Runa heeft veel geschreven, mooi en
minder mooi; doch tot de beste rekenen
wij dezen roman, waarin zij de worsteling
van zoekende zielen, de beteekenis van
den strijdom in te gaan, het groote
gevaar van het Moot aangeleerde geloof
en den weg der bekeering als geloofsdaad
en als eisch van dagelijkschen strijd ge
durende het gansche leven als noodzake
lijk en ook in zijn heerlijke vrucht teekent.
Dit komt het schoonst uit in de karakter-
teekening van Anna Warenheim, de predi
kantsdochter, die hare idealen leerde be
graven nadat zij het Ideaal gegrepen
had, en zoo: gezegend leh zegen werd.
Het verwondert ons niet dat dit boek
een derden druk beleeft.
4*
H. Colijn. Levensbericht van Dr
A. Kuyper. Kampen J. H. Kok.
Deze brochure is overgedrukt uit de
levensberichten van de Maatschappij der
Nederlandsche Letterkunde te Leiden,
19221923.
In de volgende bewoordingen geeft min.
Colijn een beknopt algemeen beeld van
den grooten staatsman:
„Het kan mijn taak niet, zijn, in de
weinige bladzijden, die mij voor dit le
vensbericht zijn toegemeten, een volledig
verslag van Kuyper's» levensloop en le
vensarbeid te geven. Ik meen daarom
goed te doen mij te bepalen tot het naar
voren brengen van Dr Kuyper's invloed op
ons nationale leven en wel zoo, dat zich
daaruit èn de sympathie èn de antipathie
ten opzichte van zijn persoon en werltj
zielkundig laat verklaren. Het Gerefor
meerde volksdeel ten onzent ziet hem
als den Leider, aan wien het zijn bewust
wording dankt van de ideëele cultuur
goederen, die het, zonder dat het er zich
bewust van was, in zijn Religie bezat;
de Religie, welke hij het heeft doen ver
staan als „het Christendom van groote
keur". Het liberale volksdeel ten onzent
ziet hem als den Demagoog, die, exclusief
partijman en gedisciplineerd partijregeer
der, toen het aan het liberale régime
gelukt, was de in onze volkshistorie ge
gronde veelvormigheid van ons nationale
leven al meer te nivelleeren en dat natio
nale leven het stempel der eenvormigheid
op te drukken, er dat stempel af heeft
gerukt en daardoor in den juichtoon der
neutraliteit een wanklank heeft gebracht.
Doch hoe men hem ook beschouwt van
de ééne of van de andere zijde, altijd
staat hij, door zijn invloed op ons natio
nale leven, voor ons als een nationals
figuur. En dat niet slechts in dien zin,
dat zijn arbeid tenslotte het nationale
leven verrijkt heeft, maar ook zóó, dat
Kuyper zelf van het nationaal karakter
van zijn levenswerk nimmer diep over
tuigd is geweest. Wellicht wekt deze uit
spraak verwondering. Ten onrechte ech
ter. Dat zijn tegenstanders, bij zijn leven,
hem het nationaal karakter van zijn werk
betwistten, is niet onbegrijpelijk. Doch, is
het te veel gevergd, nu deze machtige
strijder tot zijn rust is ingegaan, ook voor
hein een ruimere beoordeeling van zijn
levenswerk te vragen, dan hem in de
hitte van den strijd is te beurt gevallen;
een ruimere waardeering te verlangen dan
tot uitdrukking komt in het zoo va'ak ge
hoorde: „partij-formeerder en partij-regeer
der?" Zonder twijfel: Kuyper was beide.
Zoo goed als Thorbecke. Zoo goed als
elk Staatsman, die in de geschiedenis
van zijn volk een spoor nalaat. Doch het
is het gevolg van bekrompenheid daarvoor
het nationale in Kuyper's persoonlijkheid
voorbij te zien. Het is dit nationale in
Kuyper, niet ondanks maar krachtens zijn
arbeid als partijman, dat ik in de volgende
regelen wil trachten- te doen uitkomen".
Hartelijk zij de lezing van deze brochure
aanbevolen
De Bioscoop, zijn wezen, geschie
denis en beteekenis voor onze sa
menleving, door J. Kruithof, hoofd
der Dr Kuyperschool te Rotterdam.
Rotterdam Uitgeversmaatschap
pij Unitas H. Diemer en J. H.
Donner.
Over de Bioscoop is al veel geschreven,
ook in onze kerkelijke en opvoedkundige
bladen en tijdschriften. Het waren dan
echter steeds kortere of langere opstel
len voor en tegen; de vraag: mag een
Christen naar Bioscoop-voorstellingen
gaan zien? Zijn Schoolbioscopen aan te
bevelen? werd bevestigend of ontkennend
beantwoord, al naar het standpunt of de
meerdere of mindere breedte van 'den
gezichtskring of de al dan niet opgedane
ervaring van den beoordeelaar. Doch aan
een dege studie van dit belangrijke vraag
stuk had onder onze voormannen tot nog
toe, zoo wij wèl zien, niemand zich ge
waagd. Hier is nu eens een boek dat aan
het verlangen naar een dergelijke, dege
lijke, behoorlijk gedocumenteerde behan
deling van het Bioscoop-vraagstuk beant
woordt. De heer Kruithof heeft het he
rproef d, en hij is er naar onze meening
uitnemend in geslaagd. Christenouders en
-opvoeders 'kunnen en mogen er hem
dankbaar voor zijn. Wie zijn artikelen in
„De Rotterdammer" gevolgd hebben, zui
den 't meest met zijn beschouwingen in
vlugschriftvorm ingenomen zijn. De schrij
ver is in zijn beoordeeling vrij gebleven
van eenzijdigheid; hij durft het kind bij
zijn naam noemen, en zegt dan ook aan
wie reeds over .de Bioscoop en met name
over de School-bioscoop schreven, op me
nig punt de waarheid. Hij heeft het vraag
stuk alzijdig bestudeerd, en daarom luis
teren wij gaarne naar zijn uiteenzetting.
Het boek beslaat ver over de honderd
bladzijden; toch zal niemand hem in zijn
uiteenzetting saai of taai vinden. Alleen
is het jammer dat hij bij wijze van noten
aan den voet der bladzijden enkele aan
halingen in vreemde talen niet vertaald
heeft, vooral ook voor Christenouders,
die alleen hun moedertaal spreken. Docb
allicht is er in 't dorp of in de stad een
vriend, die aan dit euvel tegemoet komt.
Wij hopen dan ook, en wij verwachten,
ring dat hij bij zijn drukken schoolarbeid
nog den tijd uit te koopen wist om het
resultaat er van op te stellen en in
't licht te „geven. Té meer wanneer men
de breede lijst van geschriften, achter
zijn brochure afgedrukt, beziet, een lijst,
waarvan de titels alleen zes volle blad
zijden beslaan; wel zullen niet alle daar
genoemde werken zijn bestudeerd of na
geslagen; toch blijkt uit het vlugschrift
wèl dat van zeer vele een dankbaar ge
bruik moet zijn gemaakt.
van Genesis met prachtige platen ver
lucht. De Val. De offeranden van Kaïn en
Abel. Noachs offer. Ee torenbouw. Abra
hams en Sara's ontmoeting in de tent.
Abraham en lzak. Eliëzer en Rebekka.
Niet alleen de gekleurde, maar ook de
zwarte platen zijn schoon van teekening.
Ook de tekstkaartjes zijn prachtig: een
tekst met een plaatje. De weekkalender is
een sieraad voor het tafeltje onzer kin
deren in de slaapkamer of in de «huis
kamer; voor iedere week een teksT, ter-
*20?
'H-i
■-•- A.-
V v r
V» u A/W
dat onze Jongelingsvereenigingen, Kerke-
raden, Leesgezelschappen, Kiesvereeni'
gingen en Studieclubs dit vlugschrift zul
len lezen en bespreken; en dat velo
ouders, die belang stellen in de Chr.
opvoeding, en voornamelijk de onderwij
zers en predikanten dit boek zullen wil
len bezitten. In geen jaren toch raakt
het Bioscoop-vraagstuk, evenmin als het
Tooneel-vraagstuk, van de baan. I<aat men
zich derhalve haasten zich een goed denk
beeld omtrent dit vraagstuk te scheppen.
Aan de hand van dezen schrijver zal dit
niet moeilijk zijn.
Hij heeft aanspraak op aller dank voor
zijn doorwrochte studie, en op bewonde
Evangelisatie-Bibliotheek. De
heer J. N. Voorhoeve te Den Haag zond
ons de derde (of laatste van dit jaar)
zending van genoemde Bibliotheek over
1923. Het bestaat uit een Bijbelsch Pren
tenboek; een Weekkalender voor 1924;
20 keurige, gekleurde tekstkaartjes in om
slag; 20 traktaten van vier bladzijden;
en een verhaal van lól bladzijden „Op
de Keien" door Labor. Over elk van deze
een enkel woord:
Het Bijbelsch Prentenboek is no 1 van
een reeks bij dezen zelfden uitgever ver
schenen. Het is getiteld „Heel lang ge
leden" en behandelt op bevattelijke wijze
de verhalen uit de eerste hoofdstukken
wijl er nog een kleine ruimte voor aan-
teekeningen overschiet. Alles is bijzonder
geschikt voor uitdeeling of belooning voor
scholen en Zondagsscholen. Voor uitdee
ling op reis zijn bijzonder geschikt de
traktaatjes met pakkende opschriften: Nie
mand die bidden kon. Hij gaf zijn leven.
De orde van Jezus Christus. Spel en
leven. En wat het verhaal aangaat, wij
nieenen niet beter te kunnen 'doen, dan
de beoordeeling af te drukken, geschreven
door een man die zijn volk en inzonder
heid den arbeider liefheeft en die 't vér-
haal met zijn pakkende titelplaat, waarin
het gansche verloop van een fabrieks-
staking wordt geschilderd, gelezen heeft.
Ik heb, zoo schrijft hij, dit boek met
groote belangstelling gelezen. En ik heb
gedacht: dat zijn toch eigenlijk helden,
die mannen, die in onze fabrieken en
werkplaatsen pal staan tegenover revolu-
tionnaire ophTtsers on misleidende leuzen,
en die in al hun doen en laten naar den
Bijbel wenschen te handelen en te leven.
Het lijkt wel eenvoudig, maar het is het
geenszins, om als goed Christen-arbeider
den strijd te strijden en te midden van
haat en vijandschap vast in de schoenen
te staan en uit te komen voor zijn mee
ning. Dit boek zal don lezer meer doen
meevoelen met den arbeider; maar het
zal ook den arbeider zelf belangrijke les
sen leeren, en het moge menigeen, die
door zijn handelingen op de keien staat
of gevaar loopt er te komen staan, op de
knieën brengen.
Wij voegen hieraan toe dat de schrijver
van dit verhaal, die zich onder den schuil
naam Labor (werkman) aandient, een man
uit het volk is, staande in het volle ar
beidsleven, en een teekening geeft van
de verhouding tusschen patroon en werk
man, gelijk die vroeger was en nu werd
of dreigt te worden, waartoe hij ons in
leidt in het gezin van den „werkgever"
zoowel als van den „werknemer". Moge
de lezing en het gebruik van een en
ander tot zegen zijn; en mogen velen
deze schoone onderneming „Evangelische
Biblotheek" en haar tot zoo goedkoopen
prijs aangeboden uitgaven steunen 1
Luther onze Huisvriend, door
Paul Seheurlen. Bruinisse J.
v. d. Wal.
Van dit degelijke boekwerk, dat in
Duilschland zeer druk is verspreid ge
worden, werd een Nederlandsche verta
ling bezorgd, waarvan de heer v. d. Wal
te Bruinisse de uitgave welwillend op
zich nam. Onder de eerste inteekenaren
behoorde H. M. de Koningin-Moeder.
Thans verscheen de zesde van zeven af
leveringen. Een gekleurd portret van Lu
ther, met titel, enz. wordt den inteekena
ren gratis verstrekt.
Zondagsschool en Huisgezin.
De uitgever J. N. Voorhoeve te 's-Gra-
venhage voorzag met 't. oog op de fees
ten zijn clientèle weer van een ruime
keuze wandalmanakken, weekkalenders,
Bijbelsche prentenboeken, kinderboeken
en belooningskaai'tjes. Gaarne vestigen
wij hierop de aandacht. De wandahnanak
is een uitnemend wandsieraad en prac-
tisch er bij, wijl er ook de Chr. Feest
dagen en de Verjaardagen van het Ko
ninklijk Huis op staan. Bovenaan prijkt
het woord van Jozua: „Kiest u heden,
wien gij dienen zult". In het midden een
natuurgetrouwe, in zachte kleuren weer
gegeven teekening „Op den tweesprong",
de aandoenlijke geschiedenis uit Ruth I
Orpa kuste haar schoonmoeder (vaarwel I)
doch Ruth kleefde haar aan". De Week
kalender is zoo ingericht, dat hij staan
kan en iedere datum van aanteekeningen
kan voorzien worden. De drie Bijbelsche
Prentenboeken zijn eenig mooi. Wij kun
nen ons voorstellen, wanneer zij met hun
keurige groote titelplaten 'bij den boek
handelaar uitgestald liggen, dat de kin
deren ze met gretige oogen zullen aan
kijken, en zoo ook van onze grooteren
de aandacht zullen trekken. De titels zijn
„Heel lang geleden" (de geschiedenissen
uit Genesis, van Adam tot Rebekka);
„Vaders liefste zoon" (Jozef) en „Van
een oud volk" (Mozes, Israël, Jozua). De
platen, voorzoover gekleurd, trekken aan
door kleurenzachtheid, maar ook de on
gekleurde zijn duidelijk. Toch veroorloven
wij ons wat de juistheid aangaat, bij
sommige een vraagteeken te zetten. Zou
op de titelplaat van Jozef die grijsaard
met zijn Neptunuskop Pharao kunnen zijn.
Is er niet meer aanleiding om hem ons
meer jeugdig voor te stellen? Is de ge
schiedenis van Jacobs bedrog wel juist
geteekcnd. Herkent, men in de bij 't bedrog
aanwezige vrouw (waartoe aanwezig?) de
betrekkelijk oude Rebekka en is de 60-
jarige" man Jacob ook niet wat jong,
om van Ezau, den „harigen man", maar
te zwijgen (Gen. 27:11). En heeft de
„nieuwe aanvoerder" in „Van een oud
volk" niet meer van een. blootgebeenden
uhlaan dan van Jozua? Doch deze kleine
vlekjes verhinderen ons niet om deze
prachtboeken zoo door de kinderlijke ver
tellingen als door de aantrekkelijke pla
ten als feestgeschenken hartelijk aan te
bevelen.
Wat de kinderboeken aangaat, die zijn
niet minder keurig uitgevoerd. Er zijn er
elf van 10 cent, met twee of meer zwarte
plaatjes, en een plaatje op den titel dat
tot lezen dringt; vijf van 25 cent met
gekl. titelplaat en een of meer zv^arte
plaatjes. Het zijnGrootmoeders verhaal,
liet profetenkamertje. Op de reede van
Batavia. Dubbel wedervinden en Oude Ba
rend; 6 a 35 cent: Het matrozenkind.
Carola. Toe moeder ga ineel (een aangrij
pend verhaal). Gestolen appelen. Het on
geloof overwonnen. De Bijbel in de hout
vesterswoning; alles met prachtige plaat
jes. Nog mooier (en dikker en met meer
plaatjes) zijn twee van 50 cent: Eriks
blijde boodschap en Arme Dotje. En ein
delijk zes Chineesche Kinderboekjes. Wie
van wat „waar gebeurd is" houdt en
hart voor de Zending heeft en om de
komst van het Godsrijk Bidt, die moet
door deze lieve boekjes geboeid worden.
Trouwens dat doet dat lieve 'Chineesje
op den titel al. Wie „Kleine martelaars in
China" leest (volgens den schrijver Sin-
nim uit Jesaja 49:12) die moet de Zen
ding in China evenzeer lief hebben als
die in onze Koloniën.
Alles saam genomen: wij hebben groo
ten lof voor deze uitgaven.