No 43
Zaterdag VS November 11133
38e Jaargang"
EERSTE BLAO.
Buitenland.
Een ontdekte samenzwering
Binnenland.
Bit de Provincie.
Dit nummer bestaat uit twee bladen
FEUILLETON.
(1623),
Drukkers-Exploitanten
00STERBAAN LE COINTRE GOES
Bureaux: Lange Vorststraat 6870, Gees
Tel.: Redactie no. 11; Administratie no. 58
Postrekening No. 36000.
Bijkantoor te Middelburg:
Firma F. P. DHUIJ, L. Burg. Tel. no. 259
Crisis in de Entente?
In verband met de door Baldwin
in het nu ontbonden lagerhuis geuite
waarschuwing met betrekking tot hel
gevaar, waarin de entente verkeert,
meldt de „Daily Express" dat de
entente de meest acute crisis beleeft,
welke zij ooit heeft doorgemaakt. In
regeeringskringen te P|a,rijs zou men
zich bijgevolg zeer ongerust maken
en den internationalen toestand als
hoogst ernstig beschouwen.
De terugkeer van den ex-kroonprins
is misschien geen zaak van groote
beteekenis en zelfs die vlaai den kei
zer zou het wellicht niet zijn, doch
in verband met de weigering van
Duitschlamd om de controle door de
intergealliëerde militaire controlecom
missies te laten uitoefenen, is die
terugkeer een duidelijk bewijs, v:ain
wat men reeds lang wist, n.i. dat
Duitschland vast besloten is het vre
desverdrag niet uit te voeren, tenzij
het er toe gedwongen wordt. De ge
allieerden staan dus tegenover het
vraagstuk, of zij Duitschland tot iets
kunnen dwingen. 'De laatste uitlatin
gen van sir John Bradbury op de
bijeenkomst der herstelcommissie en
dè erkende bedoeling van Duitschland
om het Roergebied' te laten hangen,
in de hoop, dat het om Frankrijke
nek zal hangen als een molensteen,
doen nog meer uitkomen, dat de cri
sis haai' hoogtepunt nad'ert.
Havas meent te weten, dat de En-
gelsche gezant in opdracht van zijn
regeering den raad de instructies mee
deelde, volgens welke Engeland zich
van deelneming aan eiken stapi in
Duitschland inzake den kroonprins of
den keizer zou wenschen te onthou
den.
Nopens de militaire controle in
Duitschland zou Engeland tegen elke
sanctie gekant zijn, doch bereid zijn
zich aan te sluiten bij een stap1, welke
beoogt een hervatting van de controle
te verkrijgen
Engeland interesseert zich niet zeer
voor de quaestie van den ex-kroon
prins. Hoe wilt ge nu, zoo redeneert
hek uitlevering of berechting gaan
vragen, nadat we ons vijf jaar lang
niet met hem hebben geoccupeerd! en
terwijl ge anderen, als den kroon
prins van Beieren, met rust, laat? Liaiaifc
hem stil zitten.
Spoorwegramp.
Op de lijn UnterTiirkheimKorii-
westheim (Duitschland) heeft Döirder-
dagavonu een ernstig spoorwegonge
luk plaats gehad. Een goederentrein
Ee walmende olielampjes en vetkaarsen
verspreidden een spookachtig licht, toen
in den laten namiddag- van 4 Februari
162-3 een bootsgezel een herberg in Den
Haa,g binnentrad.
Behoedzaam had hij de deur geopend,
zag rond en vond alras in een hoek bij
een tafeltje nog een drietal bootsgezellen
zitten bij wien hij zich voegde.
Weldra zijn ze in een druk gesprek
gewikkeld en aan de enkele uitdrukkingen
die we opvangen, is het te bemerken, dat
zij ietwat ongerust zijn.
De laatst aangekomene in de herberg,
waar „Die Helm" uithangt, deelde mede,
dat ook in „Het Zotje" op het Achterom
een viertal matrozen zijn, die mede in
het .complot- betrokken zijn.
Zelf heeft- hij een zware kist hier in
„Die Helm" gebracht, en sinjeur Van Dijli
die hem in ontvangst nam, scheen goed
gemutst, hij had hem althans een flink
drinkgeld gegeven.
't Gesprek fluisterend gevoerd, wordt
afgebroken. De matrozen schijnen tot
een besluit te zijn gekomen. Er zou, zoo
veel bleek wel, een aanslag worden onder
nomen, wien dit gold of wie, dat wisten
ze niet doch den volgenden dag, 5 Febr.
zop liet moeten gebeuren. Vier mannen,
zoo v/as hun medegedeeld, moesten op
den uitkijk staan, o. a. Jan Klaasz, Herman
Hermanz en Dirk Leendertz, terwijl vier
anderen de daad zouden volbrengen.
'tWias dit viertal: Jeroen Rwouts, Jan
Faassen, Pieter Broek en Jan Engelen,
wier gefluister we opmerkten.
die op een verkeerd spoor gekomen
was, liep op een trem met arbei
ders, welks twee eerste wagons in
elkaar schoven. Het eerste rijtuig was
een goederenwagen het tweede ech
ter een personenrijtuig waarvan de
meeste inzittenden gedood werden. 31
kwamen er met verwondingen af. Ook
de machinisten van beide treinen wer
den. Er zijn 10 reizigers gedood.
Korte berichten.
De „Matin" meldt uit Belgrado,
dat overeenstemming is be
reikt tussclhen Italië en Zuid-Sla-
vië nopens de quaestie van Fiume. In
Zuid-Slavische politieke klingen meent
men te weten, dat de overeenkomst
meebrengt de inlijving van Fiume bij
Italië en de inrichting van een Zuid-
Slavische zone in de haven van Fi
ume.
Gemeld wordt, da,t uit de ge
boorte- en sterf testatistiek yan
Duitschland een achteruitgang
van de toeneming der bevolking over
de eerste vier maanden van dit jaar
met, 50 pet. blijkt.
De rentemark is in de Fran-
sche zóne van het bezette gebied ver
boden.
Afgevaardigden van gemeente
besturen uit het bezette gebied! be
sloten, na de staking van den steun
aan werkloozen door het rijk', d e
werklo ozen te steunen uit de aan
hèt rijk te betalen belastingen.
Generaal Smuts is gister
ochtend' uit Londen vertrokken naar
Southampton om zich in te schepen
naar Zuid-Afrika.
Koning Alfons van Spanje
is in gezelschap van generaal Primo
de Rivera naar Valencia vertrokken,
waar zij zich zullen inschepen aan
boord van een Spaansoh oorlogsschip
voor hun bezoek aan het JJaliajanscihe
hof. u j
Het was Donderdag in Dussel-
dorf weer zeer onrustig. Radi
cale elementen trachtten de werkloo
zen op te hitsen. Een poging werd
gedaan om het magazijn van de orga
nisatie, die goedkoop levensmiddelen
aan de werkloozen verstrekt, te plun
deren. Deze poging kon echter tijdig
worden verijdeld. In andere stads
wijken 'kwam het eveneens tot plun
deringen, doch in de meeste gevallen
was de politie tijdig ter plaatse.
D'e Kabinetsformateur.
Mi' Kooien, de bekwame voorzitter der
Tweede Kamer, zal dan pogingen aan
wenden een ministerie te vormen. De
Rott. vestigt er echter de aandacht opi,
dat het door de A.R. Kamerclub vanaf
'den aanvang der crisis ingenomen stand
punt, dat zij onder de huidige omstandig-
En nu hadden zij kort en goed het be
sluit genomen om naar Prins Maurits te
gaan en te vragen, of hij iets van de zaak
wist.
Zij gaan naar Rijswijk, waar de Prins
verblijf houdt, en worden dadelijk door
hem ontvangen. Hier vertellen zij, dat
zij tot een onbekenden aanslag ten dienste
van het land zijn gehuurd; een koffer
in „Die Helm" hadden gebracht- en toonen
den Prins het ontvangen geld. Ook ver
tellen zij hem, dat nog een viertal andere
mannen tot hetzelfde doel gehuurd zijn,
die in „Het Zotje" toeback schuyven en
daar verblijven.
De Prins toonde zich zeer verwonderd
en gaf den mannen te kennen, niet langs
denzelfden weg, doch wel dadelijk naar
Den Haag te gaan en daar bij hem qp
het Hof te komen. Zelf gaat hij spoedig
ook naar Dien Iiaag, laat den voorzitter
en eenige leden van den Raad halen, en,
als de matrozen aankwamen, vinden zij
den Prins en deze lieden bij' hem, in wier
tegenwoordigheid opnieuw medegedeeld
wordt, tot welk doel zij gehuurd zijn.
Gerechtsdienaren worden uitgezonden om
de herbergen te bezetten, en vinden het
daar, zooals Jeroen Ewouts het verteld
had.
Van Dijk, de man, die de matrozen ge
huurd had, poogde nog spoedig den kof
fer of het daarin verborgen wapentuig
te verstoppen.
Doch merkende, dat dit onmogelijk was,
sloeg hij den mantel om, tot hoog over
de ooren, en liep stoutmoedig den officier
die bij de deur stond, voorbij1 en ging naar
buiten. Men liet hem gaan, meenende een
logeergast te zien.
Van Döjk waarschuwde Stoutenburg- en
spoedde zich naar Bleiswijk, terwijl Stou
tenburg zijn broeder Groeneveld het ge
vaar boodschapt-e, waarin hij' verkeerde.
lieden haar medewerking aan de vor
ming van een rechtsch Kabinet zonder
meer niet zal kunnen verleenen, nog altijd
geen wijziging heeft ondergaan.
Mr di- D. A. P. N. Kooien is 21
Januari 1871 te Utrecht geboren, waar
hij ook studeerde, in 1894 promoveerde
lot doctor in de rechts- en staatsweten
schappen op dissertatie „De Kapitaal
rente" en er zich als advocaat vestigde.
In 1897 werd rar Kooien benoemd tot
schoolopziener in het arrondissement
I.Tselstein en in 1899 gekozen tot lid
van den gemeenteraad van Utrecht, in
1903 volgde zijn benoeming tot lid van
den Centralen Raad van Beroepi en twee
jaren daarna deed liiji zijn intrede in de
Tweede Kamer als afgevaardigde voor
liet 'kiesdistrict Grave, welk mandaat in
1909 en 1.913 vernieuwd werd. Iu dien
tijd was mr. Kooien o.a. ook voorzitter
van den Algem. Bond van R. K. Kies-
vereenigingen in Nederland. Reeds in
1918, toen dr Nolens opdracht kreeg
een kabinet te vormen, was de keus
van den formateur gevallen op' mr. Koio-
len die zich echter opi het laatste oogen-
blik, wegens overwegende bezwaren tegen
het sociaal-program van de regeering,
terugtrok.
Ais opvolger van mr. Fact, die be
noemd werd tot Gouverneur-generaal van
Nederl.-Indië, is mr Kooien toen gekozen
tot voorzitter van de Tweede Kamer.
Naar eenige bladen al hebben weten
mede te deelen, zou dr Kooien in geen
geval zelf zitting willen nemen in een
pieuw Kabinet. Mochten echter deze be
richten niet juist zijn, mr Kooien wel
minister worden en als Kamerlid bedan
ken, dan is zijn opvolger de heer IJ. J.
Borgliols, waarmede de Katholieke candi-
datenlijst in den Kieskring Leiden is uit
geput (deze luidde: 1. Kooien; 2. Moerel;
3. Bronsveld-Vitringa; 4. Loerakker; 5.
Borghols.
Het y er trek van den o x-k r o o n-
pirins.
De Dluitsche ex-keizer heeft inzake het
vertrek naar Duitschland van zij'n zoon
bet volgende gepubliceerd
„De keizer is op 10 November 's mid
dags door een op' 8 November geschre
ven brief van den kroonprins van zijn
voorgenomen of bij ontvangst van den
brief reeds aangevangen reis naar
Duitschland in kennis gesteld. Het tijdstip
van zijp vertrek vernam de keizer uit
de Nederlandsche avondbladen van 10
November. De stap' van den kroonprins
is een gevolg geweest van zijp eigen,
vrijwillig besluit en is zonder voorken
nis van of overleg met den keizer ge
daan. De kroonprins had Z. M. ook niet
van te voren van de in den brief ge
noemde voorbereidende besprekingen met
de Duitsche rij'ksregeering in kennis ge
steld."
Naar aanleiding van de geruchten om
trent een voorgenomen terugkeer van den
ex-keizer naar Duitschland verneemt het
„Hbld." uit BerlijP, dat. de ex-keizer zich
hieromtrent tegenover zijn vertrouwelin
gen in volkomen afwij'zenden zin heeft
De vier in „Het Zotje" gevangen ge
nomen matrozen, noemden hun medeplich
tigen, die, de namen noemuen we reecis,
bleken de zonen van cfen onthalsden lands
advocaat Van O'Idenbarneveldt te zijn.
Dat de zonen van Van Oldeubarneveldt,
poogden liet verbeurd verklaarde goed
huns vaders terug te krijigen was recht
en zou niemand hun betwist hebben, in
dien het. langs wettigen en ordelijken weg
was gebeurd. Doch de weg dien de zonen,
Willem, heer van Stoutenburg en Reinier,
boer van Groeneveld insloegen, was; godde
loos, want beiden, in vereeniging mat
een gewezen remonstrantsch predikant van
Bleiswijk, Henrik Slatius, hadden het plan
Prins Maurits te dooden. Prins Maurits
was gewoon op den weg van Den Haag
en Rijswijk de koets te verlaten en een
gedeelte van den weg te wandelen, waar
bij hij zijn pages een ander pad liet
gaan. Dit wist men, en op dien weg
had de moordaanslag moeten gebeuren.
Als Maurits gevallen was moesten zijn
aanhangers in zijn val worden meege
sleept; de moord op Maurits, zegt een
schrijver, moest de. opening van een op-
roerstooneel zijn. Als „de dwingeland"
dood was, moest het oproer te Leiden,
Rotterdam en Gouda losbreken. Hier wa
ren de remonstranten het sterkst. Slatius
had daarom in een schotschrift de remon
stranten aangemaand, „om zich door de
verschrikkelijke wapenen hunner handen
te verlossen van den dwingeland en van
den goddelooozen hoep der tegenwoordige
regenten".
Slatius, die overhoop lag met de Re-
monstrantsche broederschap, die hem niet
voorthielp naar zijn. zin, hacl een propo
nent Jan Blansaert bewogen mee te doen,
doch het is niet gebleken, dat er, behalve
deze twee, meer Remonstrantsche predi-
uitgelaten. Zoo verklaarde hij tegenover
iemand uit de hofkringen te Potsdam,
die met hem in nauwe betrekking staat:
Mijn eer als monarch staat niet toe,
dat ik naar Duitschland kom. Ik kan
niet als particulier naar een land terug-
keeren, dat ik zelf dertig jaar in goede
en slechte tijden heb geregeerd.
Bezuiniging.
De „Indische Crt." meldt:
Luitenant-kolonel M., sedert twee maan
den geleden uit "Nederland gekomen, ter
wijl zijn vrouw nog in October komt,
gaat in December a.s. het leger met
pensioen verlaten.
Genoemde hoofdofficier heeft tevergeefs
in Nederland verzocht, in Nederland te
Worden gepensionneerd. De „bepalingen"
verzetten zich daartegen en „bepaalden"
dat het land een goede veertien mille
aan passagekosten moest betalen, hoewel
het absoluut niet nooidig was. Men weet
hier geen raad met de hoofdofficieren,
vooral bij het hotofdwapen.
Hetzelfde verging een onderluitenant,
die met een groot gezin met verlof in
Europa vertoefde. Bij zijn dienstvak was
eveneens een overcompleet, niettemin
werd hem niet vergund, de enkele maan
den ,die hij voor jpensioien te kort kwam,
uit te dienen bij de Koloniale Reserve,
hoewel daar juist een vacature was. Hem
werd aangezegd, met zij'n groot gezin zich
naar Indië te begeven. De man heeft
hier nog drie maanden medegeloopen en
zal dezer dagen repatrieeren.
D;e C h r A mster d amm er.
Donderdagavond yergaderden de abli-
gatiehouders van het dagblad de Chr.
„Ajnsterdammer". De ex-boekhouder van
dit dagblad, de heer Van Leeuwen en de
rechtskundig adviseur mr Rosenveldt
deelen mede, clat met alle middelen, ook
gerechtelijke vervolging zal worden ge
tracht om het verloren geraakte geld terug
te krijgen. De directie van „Die Stan
daard'" beloofde reeds f250.000 in 10
jaar te betalen, doch daarenboven zullen
de commissarissen voor f400.000 worden
aangesproken. De vergadering nam een
motie in dien geest met op 1 na al-
gemeene stemmen aan.
Allerlei.
Te Lichtevoorde heeft de gemeenteraad
de salarissen van de ambtenaren met
meer dan f2000 verminderd met 10 pet.
evenals van de wethouders met f 100 en
den gemeente-veearts met f300.
Te Culemborg besloot de raad de sa
larissen van het gemeentepersoneel met
1 Januari met 5 pet. te verlagen. De sa
larissen van den burgemeester, den secre
taris, den commissaris van politie en den
gemeente-ontvanger wenscht de raad ook
met, 5 pet. verlaagd te zien.
- Met ingang van 1 Dlecember a.s. ,is
overgeplaatst de kommies 2de klasse P.
la Gasse van Meliskerke naar Zoutelande.
kanten bij betrokken waren.
Van Dijk werd als boer verkleed te
Hazerswoudo gevangen.
Jan en Abraham Blansaert met Willem
Parthy, werden ook spoedig- gevonden.
Groeneveld, die aan het strand te Scheve-
ningen stond, kon niet besluiten de zee
over te steken en liep het strand langs tot
Petten om vandaar verder te gaan naar
Texel, vanwaar hij- naar Vlieland ging
waar hij, als visscher verkleed, gevangen
werd.
Stoutenburg zocht met Van der Dussen
naar het Kleefschc uit te wijken, wat hem
gelukte. De laatste werd door zijn vrouw
gevolgd, maar Walburg van Marnix, doch
ter van St. Aldegonde, bleef in het land
en meende de betrekking met een zoo
snood man als Stoutenburg bleek te zijn,
te moeten verbreken.
Stoutenburg werd later Roomsch.
Groeneveld, Van Dijk, Korenwinder wer
den met den zwaarde ter dood gebracht.
Henrik Sla.tius kwam 12 Februari naar
Amsterdam, voer van daar naar Harlin-
gen, en verder naar Leeuwarden en Gro
ningen, vanwaar hij naar Liragen wilde
uitwijken.
In Rolde echter vertoefde hij in een
herberg om zijn dorst aan een potteken
hier te laven. Juist kwamen hier eenige
soldaten uit het garnizoen te Koevorden
binnen, die een levendig gesprek voerden.
Dit gesprek beangstigde Slatius, zoodat hij
peinsde op een gelegenheid om te ontko
men. Toen de sergeant zich een ooigen-
b(ik verwijderde, nam Slatitis de beenen.
Als de sergeant terugkeert, het glas bier
ziet, en den boer niet, hoort, dat deze
zijn bier wèl betaald heeft, dan krijgt hij
argwaan. Nu verlaat hij met twee soldaten
de herberg en had weldra Slatius inge
haald, die nu naar Koevorden geleid werd,
en vandaar te water naar Amsterdam
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG
Abennementsprijs:
Per 3 maanden, franco per post, f 3.
Losse nummersf 0.05
Prijs der Advertentiën:
1—4 regels f 1.20, elke regel meer 3« ct.
Bij abonnement belangrijke korting.
Over Vlissingen. Het Vad.
schrijft
We hebben er onlangs de aandacht op
gevestigd, dat Vlissingen weer in den
hoek wordt gedrongen. De Kamer had het
er flink tegen den minister van Waterstaat
voor opgenomen en verlangd, dat de ha
venwerken zouden worden uitgevoerd.
Daar is men toen ook aan begonnen en
men was al een goed stuk opgeschoten*
maar nu zette de minister den aanleg
van de kaai weer stil. i
Maar het is niet de minister van Water
staat alleen, die Vlissingen niet welgezind
was, Ook de ministers van Oorlog en Ma
rine hadden er, indien we het hardnekkige
gerucht mogen aannemen en daar is
reden voor hooze plannen mee.
Vooreerst zegt men, dat het garnizoen
infanterie zou worden overgebracht naar
Middelburg. Wat zou daarvan het gevolg
zijn? Dat, wanneer weer, als tijdens den
wereldoorlog, het gemobiliseerde leger te
Vlissingen post moet vatten, daar geen
kazernes meer zouden zijn voor de solda
ten en geen woningen voor officieren
en onderofficieren. Het heet, dat de ver
plaatsing naar Middelburg een bezuiniging
zou zijn, maar is niet het tegendeel het
geval? Te Vlissingen heeft men drie flinke
kazernes, die alleen eenige verbouwing
noodig hebben. Te Middelburg is er
slechts één, die aanmerkelijk zou moeten
worden vergroot. Vlissingen heeft drie
wapenkamers, Middelburg heeft er geen.
Te Vlissingen zijn er thans verscheiden
onderofficiers-woningen, te Middelburg
slechts enkele.
Naar het gerucht wil, is er overwogen
om te Vlissingen een compagnie vesting
artillerie te leggen. Dat is juist gezien. Als
garnizoen voor kustartillerie biedt de stad
door haar ligging veel voordeelen. Maar
men handhave er ook de infanterie. Want
men houde in het oog, dat Vlissingen
in onze verdediging een bij uitstek be
langrijke plaats is. Het is dit eeuwen lang
geweest, en toen tijdens den wereldoorlog
gevaar voor ons dreigde, bleek aanstonds
het groote gewicht van dezen sleutel van
ons land.
Daarbij is 'took am algemeen politieke
redenen gewenscht, dat we de waarde
van de Schelde voor ons land laten
uitkomen door Vlissingen aan de mon
ding een voorname plaats in onze verde
diging te laten bekleeden. Daartoe hoort
een flink garnizoen.
En dan wou de minister van marine
nog den onderzeedienst van Vlissingen
naar den Helder overplaatsen. Dat zou
toch zeker de zuinigheid niet dienen.
Voor meer dan drie ton aan gehouwen
zou ei' in Vlissingen om wotrden verlaten,
en wat zou het weer kosten om den
dienst in den Helder in te richten! Bo
vendien is er op de ree van Vlissingen
veel beter gelegenheid tot oefenen dan
in de open zee bij! den Helder. Voeg
daarbij den woningnood in den Helder
en ge hebt een aantal min of meer
belangrijke redenen, Waarom het geraden
is dezen dienst in Vlissingen te hou
den.
wordt overgebracht waar hij 12 Maart
aankwam.
Erg teerhartig was men in die dagen
met de gevangenen niet. Slatius wordt
althans hier in Amsterdam door KJaas
Janszoon Visscher in zijn boerekleeding
geteekend, in 't koper geëtst, en de afdruk
ken ten bate der armen verkocht.
Trouwens Jan Blansaert en twee andere
schuldigen, die naar Oostfriesland gevlo
den waren, kwamen eind Februari in Am
sterdam terug. Eer men ze naar Den
Haag bracht, werden ze eenigen tijd in
de boeien gehouden en voor een groote
menigte van nieuwsgierigen, die men een
schelling ten behoeve der armen liet. be
talen, te kijk gezet.
Abraham en Jan Blansaert waren stil en
gelaten als zij voor de rechters versche
nen, zco lezen wij, Willem Parthy dron
ken, en Slatius ergerlijk brutaal. Een pre
dikant wilde hij niet bij zich hebben;
van schuldbelijdenis sprak hij niet, zóó
ging deze voorganger de eeuwigheid in.
Anderen, die in den aanslag betrokken
waren, door het geven van geld of die
er kennis van droegen zonder aangifte
gedaan te hebben, werden later omstreeks
'Mei en Juni berecht.
De matrozen, die de zaak aan liet licht
brachten, kregen van de Staten elk een
gift van f600 benevens verhoogde gage,
en van den prins een gouden penning en
zilveren zijdgeweer.
Alleen van één moeten wij nog melding
maken. Jeroen Ewoutszoon, de man die
'tstuk uitbracht, deze werd door Prins
Maurits bevorderd en voortgeholpen. Hij
werd kapitein op een oorlogsjacht, en
placht van Amsterdam uit te varen den
vijand tegemoet. (Amst.).