No 86
Zaterdag 10 November töSS
38e JtiArgan^
EERSTE BLAD.
Buitenland.
BluealaiHi.
Öit nummer bestaat uit twee bladen
PruKkers-Expioitanten
QOSTERBAAN LE COINTRE GOES
Bureaux: Lange Vorstsfraat 68—70, Goes
Tel.: Redactie no. 11; Administratie no. 58
Postrekening No. 36000.
Bijkantoor te Middelburg:
Firma F. P. DHUIJ, L. Burg. Tel. no. 259
*p'rarina>'~«—<w—rmr wwiwwmww»
INTERRUPTIES.
[>e dagen en uren, die de afstem
ming der Vlootwet voorat gingen, zijn
dagen en uren van spanning geweest.
Dit bleek vooral uit de interrupties.
Schier niemand van rechts kon rus
tig doorspreken; zelfs mej. Katz werd
lastig gevallen6ri Idle ministers werf
den ook herhaaldelijk' gestoord, en de
opmerkingen waren niet altijd van de
vriendelijkste. Ketelaar, Marchant, Hu
genholtz' en Dnvs waren niet van de
minste.
Zoo vonden wij in de „N. R, C." dit
moment weergegeven
Minister Cohjn was aan het. woord.
Iiij zei:
De beslissing inzake de uitvoering
per 1 Januari 1924 is genomen vóór
de minister van financiën in het Ka
binet trad. (Groot, tumult).
De heer Duys: Maar gij hebt uw
'invlded laten 'gelden.
De Minister: Ik heb tevoren met
niemand over deze wet gesproken.
Maar met voile overtuiging is spr.
vóór de Vlootwet. Als mandataris voor
de wereld over Indië moeten wij on
ze taak zoo vervullen,, dat daarop
geen aanmerkingen zijn te makten. (Ap
plaus en hoongeroepj:
De Minister van Buitoiilandsc.be Za
ken, de heer Van Kamebeek', zal zich,
ofschoon de zaak omvangrijk is, m
zijn beschouwingen beperken. De 'be
schouwingen van den heer van Rave-
steyn waren van speculatieven a,ard.
De heer Hugenholtz (s. d.) interrum
peert.
De voorzitter verzoekt den heer Hu
genholtz niet. te interrumpeeren.
De. heer De Wilde (ia', r.l: Die inter
rupties hebben toch niets te beduiden.
De heer Van den Tempel (s. d.j
komt hier tegen op.
De voorzitter roept den heer Hugen
holtz tot de orde.
De heer WijnkoopHet lijkt hier
wel een schooltje. Gewoonweg idioot.
(Misschien had deze communist al
leen het aan 't. rechte eind.)
een:
II.
Minister Westerveld zei in een van
zijn redevoeringenDe critiek is trou
wens gekomen van hen, die óf reeds
jaren de marine hebben verlaten, óf
nooit een verantwoordelijke betrek
king hebben bekleed.
De heer MarchantHoe ver ligt ook
alweer Riouw van Singapore? Van
•deskundigen gesproken.
De heer Westerveld, Minister van
Marine zegt, dat het hem aangenaam
zou zijn lals de heeren niet zoo her
haaldelijk wilde interrumpeeren; hij
kan daarop toc'h niet ingaan.
De heer Marchant: Hoe dikwijls is
hel mistig in Indië ?(l)
De voorzitter vraagt of de heer
Marchant uitgeinterrumpeerd is
De heer Marchant: Ja, Mijnheer de
Voorzitter. Het is voorloopig vol
doende.
Nog zoo een.
III.
De minister zei o.a.
Door den heer Troelstra is gevraagd
of de berekeningen ya,n den heer
Koolemans Beynen voor marinewer
ven, vliegtuigen en personeel juist wa
ren en of hij zou hebben gezegd', dat
de gegevens der Regeering te wen-
scheïi overlaten. Diaarop zou spre
ker het volgende kunnen antwoorden.
Die heer Marchant: Dat interessert
ons niet.
De heer Westerveld, Minister van
Marine, zal er dan niet verder over
spreken.
(Een grove beleediging aan het
adres van 'den minister).
Nog één.
1) Deze interruptie werd later door Hu
genholtz herhaald
Hugenholtz: Hoe staat het met den mist?
Waarop de Minister antwoordde, dat hij daar
over natuurlijk ook wel de noodige mede-
deelingen zou kunnen doen, want de gegevens
waarover' de heer Dresselhuys het had, be
troffen alleen Java, terwijl men ook daarbij
moet rekenen met de Chineesche zee, met
den toestand van den dampkring en met
de moeilijkheid van bij bewogen zee te kun
nen landen.
De hatelijkheid der interrupties van Mar
chant zat in de herinnering aan een paar
werkelijke of vermeende vergissingen door
■den minister gezegd.
2'kzeetiw
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs:
Per 3 maanden, franco per post, f 3.—
Losse nummersf 0.05
Prijs der Advertentiën:
14 regels f 1.20, elke regel meer 30 ot.
Bij abonnement belangrijke korting.
fivrtrr rvi rvi4ni*nan
IV.
De heer Rutgers zegt: Het vloot
wet-petitionnement is vergeleken bij
dat va.n 1878. Maar de onderteeke-
naa.rs van het petitionnement tegen
de wel-Kappeyne hebben zich daar
voor en daarna voortdurend voor hun
beginsel offers getroost.
De v.d. heer Ketelaar: En nu laten
zij den Staat betalen!
(Prachtige opvatting van recht, en
rechtsgelijkheid
En deze
V.
Onder een rede van den heer v.
Vuuien: Ook de rechterzijde stemt
niet voor haar plezier voor militaire
uitgaven.
De heer Ketelaar: Men schijnt dat
nu en dan toch wel voor zijn ple
zier te doen.
Nog meer.
VI
Als de heer Troelstra de versprei
de overdruk van de vlootwetartik'eleu
in zijn rede aanhaalt, roept, tie heer
Ketelaar: een mooi blaadje! En als
de minister in zijn rede aantoont,
dat, zoolang de ontwapening er niet
is de regeering zich van een mini
mum moet voorzien, dat echter niet
tot doel heeft oorlog te voeren, roept
deze zelfde heer Ketelaar weer„God
dank niet". Zoo ook wanneer minis
ter Colijn zegt, dat liet laatste woord
pver de- Indische financiën niet is
gezegd, roept de heer Ketelaar weer:
Zoo "zal de Graaff er ook nog eens
over spreken. En alles wordt gevolgd
door „gelach".
Nog zoo één.
VII.
De heer Oud houdt vol, dat de
raming voor de plannen blijkens
het rapport der Vlootwet-commissie
speculatief is. Dat de Minister daar
over anders denkt, overtuigt spr. niet.
De heer Albarda: Dat hoeft u niet.
te zeggende Minister van Marine is
er niet.
De heer Ketelaar: Die bewerkt den
heer v .Schalk. (Rumoer).
De heer Marchant: Het is van veel
meer belang, dat die wordt bewerkt.
De heer Hugenholtz: Wel allemach
tig hebt je ooit zoo iets bijgewoond,
dat is toch wel het toppunt.
De heer Oud: Ik zal even wachten
tot de Minister van Marine aanwe
zig is.
"De heer Duijs: Hij is nog niet klaiar
met van Schaik.
De Minister Van Marine even later
binnentredend wordt door de linker
zijde mei hoer,a-geroep begroet.
De heer Duijs: Op voor een zij
deur. (Gelach).'
De heer Oud zet. zijn rede voort.
(Aan onbeschaafde woorden als van
den heer Hugenholtz herkent men den
sociaal-democraat. Hugenholtz stamt
uit een eeuwenoud predikantenge-
slac'ht, is zelf do-miné geweest.
Trouwens hij is nog de ergste vloe
ker niet. Herhaaldelijk interrumpeert
Duijs onder de zwaarste vloeken. O.a.
deed hij 't in de Kamerzitting van
18 November 1913).
Ook nog dit.
VIII.
Reeds in de zitting van 17 Nov.
was 't onder de rede van den heer
v d ..Voort, van Zijp dat 't interrup
ties regende, wij zullen ze niet allen
overschrijven, van Dresselhuijs, Klee-
rekoper, Schaper, Marchant (toen
deze in terromp eerde, dat in de ver
kiezingsdagen door den spreker en
anderen - nimmer over de Vloot
wet gesproken werd, „toen loog hij)'.
Immers de spreker deed dit o.a. in
April 1922 in Zeeland'. Wij zelven
wijdden reeds 7 en 11 April artikelen
aan het ontwerp, Red.), Boon, Troel
stra, Ketelaar, Hugenholtz. Vooral de
interrupties van den heer Ketelaar
waren weinig degelijk; o.a. „Het zal
ii leelijk opbreken als den hond de
worst"; „Maar u kunt het toch niet
tegenspreken".
Wijnkoop schijnt 't zoo heel verniet
mis gehad te hebben: een schooltje;
men zou. haast zeggen, dat woord is
nog te mooi voor zulk een troep.
Moge het nieuwe kabinet en zijn
verdedigers bij de mannen van rechts
meer égards vinden!
Waarlijk, het werd tijd, dat, het ont
werp afgestemd werd. Als er toch
eens een ongeluk gebeurd was. Er
waren ook 'Dranken en zwakken aan
dien kant: v. Rappard, die aan geel
zucht lijdt, en v. Hall, die een hart
kwaal heeft, zooals men in de pers
van links heeft kunnen lezen.
Mr Marchant treft geen blaam.
Gisteren na de verschijning van ons
blad kwam een onzer lezers ons verzeke
ren, dat ook ons onderschrift onder het
stukske van mr Marchant onwaar is. De
gewraakte uitdrukking is volgens dezen
zegsman- niet door mr Marchant maar
door mr Pleijte gebezigd. Ofschoon ons
van meer dan -een zijde het tegendeel is
verzekerd en wij zelven zoo beslist moge
lijk van meening zijn dat 't wel zoo is,
rest ons na de tegenspraak van onzen
hoogst betrouwbaren laatsten zegsman
niets anrlers clan met onze driestar van
30 Oct. pok ons onderschrift; van gis
teren in te trekkenonder openlijke aan
bieding onzer verontschuldiging aan mr
Marchant voor onze onware' beschuldi
ging, die wèl een gevolg is van ons ons
ontrouw geworden geheugen, doch niette
min door onszelven 't meest veroordeeld
wordt.
Schade?
In „De Nederlander" schrijft de heer
Dorst o. a., dat de Clir.-HLst. Unie „veel
onberekenbare elementen bevat, die thans
een kans hebben de eenige kans die
zulke elementen hebben om de partij
innerlijk te schaden, maar ook, dat, hoe
zeer ook (die) partij op haar officieele
vertegenwoordigers kan rekenen, liet alles
behalve zeker is of zij óók rekenen kan
op allen, die zich thans onder haar banier
bevinden en derhalve de vlootwet-actie
(die) partij veel kwaad heeft gedaan, in
dien wij althans de kans op het tijdelijk
slinken van ons stemmenaantal een kwaad
mogen noemen. Misschien echter komt
ook uit dit kwaad het goede voort. De
maar half-geestverwante partijgangers zijn
niet van zoo grooten invloed op de we
zenlijke beteékenis der Chr.-Hist. Unie
dan zij zich misschien zelf inbeelden".
De schrijver heeft gelijk.
Wanneer Jiet tot een Kamerontbinding
moest komen, zou de A.-R. partij wel
een paar stemmen in de Kamer verliezen.
Doch veel grooter zou het verlies der
Chr.-Hist. Unie zijn. Er hebben toch op
die partij zeer velen gestemd die noch
Christelijk noch Historisch in den gang
baren zin zjjn; die zouden nu aan een
der iinksche partijen of aan een nieuw
te stichten partij ten buit vallen. Men
beluistere in die kringen maar de vreugde
stemmen over de verwerping der vloot
wet: de ambtenaars, de Unie van 'Chr.
Onderwijzers, met hun bloedverwanten,
vrienden en - kennissen.
Die zijn er ook onder de A.-R. zeer ze
ker, doch onder dezen spreekt tocli meer
't beginsel mee. Bovendien niet aan hen
maar aan de Chr.-Historischen zijn de
hulptroepen, vooral onder de vrouwen, uit
den liberalen hoek ten goede gekomen.
Overigens zijn ook wij van meening,
dat zulks voor geen dier partijen schade
zou zijn. Trouwens de Anti-Revolutionai
ren hebben van ouds geleerd hierop .en
met dezulken te rekenen. Niet dezen toch
inaken de kracht onzer partij uit. Zij
herinnert zich maar al te goed het woord
van dr A. Kuyper in een zijner deputaten-
reden: Ga daarom van ons uit alle man
die, enz.
Tegen wien?
De sociaal-democratische Spoorweg
ambtenaren hebben Zondag j.l. in Am
sterdam vergaderd en betoogd. Zij hebben
geprotesteerd tegen liet voornemen, dat
zou bestaan om hun loonpeil aan te tas
ten. Daartegen zouden zij zich heftig ver
zetten.
Wij vragen ons af: tegen wien is deze
betooging toch gericht?
Schijnbaar tegen het bestuur der Nederl.
spoorwegen. Maar dit zal een vergissing
zijn geweest.
Het. was toch de heer Troelstra, die
het onomwonden uitsprak: beteekent het
nu veel of de gulden al iets daalt! Daling
van den gulden wil zeggen, dat men er
minder voor koopt.
De ergste aantasting van het loonpeil,
dat zich denken laat. Dat zeide de Duit-
sche sociaal-democratische Minister Hil-
ïerding. En hij kon het weten.
Aantasting van liet loonpeil. Geen won
der, dat de spoorwegbeambten protesteer
den. Want deze aantasting is in haar
gevolgen niet te overzien.
Onze ambtenaren kunnen dan ook niet
verstandiger doen dan zich met alle krach
t-en tegen deze aantasting verzetten.
Maar dan moeten zij b-etoogen niet te
gen Minister Coljjn, maar tegen den heer
Troelstra. Die is hun groote vijand.
(Standaard.)
De staatsgreep in Beieren mislukt.
Het gebouw van het W-ehrkreiskom-
mando te Munchen is gistermiddag do-or
de rijksweer na een gevecht genomen.
Aan beide pijden zijn geringe verliezen
geledenLud e n d o r f f en II i 111 e r
zijn gevangen genomen.
Volgens een officieel communiqué is
de staatsgreep van Ludendorff en Hitier
reeds geheel onderdrukt. In den loop
van den namiddag hebben de troepten
van de rijksweerbaarheid het gebo-uw van
het districtscommanddo, waarin de na-
tionaal-socialsien zich hadden verschanst,
na een bloedigen strijd bestormd en
ingenomen.
Om 2 uur gistermiddag werd uit Mun
chen gemeld, dat het 19de regiment alle
openbare gebouwen in handen had en dat
nog slechts e-en bierkroeg en het mi
nisterie van oorlog door de Hitlertroepten
bezet waren. In een van deze beiden
moesten generaal Ludendorff en Hitlei
zich bevinden. Het ministerie kreeg een
uur bedenktijd om zich over te geven
Daarna werd het om half drie in den
namiddag bestormd en de beide mannen
gaven zich gevangen. De regeering zii
nu voor de moeilijke vraag, wat mei
generaal Ludendorff aan te vangen. Zij
heeft reeds verklaard tegen de raddraaiers
op de scherpste manier te zullen op
treden. Het „Acht Uhr Abendblatt" ju
belt reeds bij de gedachte, dat op Luden-
dorff's misdaad de doodstraf staat.
'De goede gang van zaken heeft de'
rijksrege-ering er toe genoopt de tegen
Beieren getroffen maatregelen gedeelte
lijk op' te h-effen. Die treinen rijden weei
en geld 'kan opnieuw worden overge
maakt.
Het aantal verliezen dei' nationaal-so-
cialisten is nog onbekend. Natioinaal-so-
cialistische troepen, die van ten Noorden
van den Dionau naar Munchen zouden
willen optrekken, worden tegengehouden
en ontwapend.
De tegenbeweging is zoo spoedig
geslaagd, 'dat von Poehner giste
renmorgen reeds in hechtenis kon wor
den genomen. De staatsgreep van Von
Hitier heeft dus tenminste dit goede ge
had, dat de eenheid van de rijksweer
weer mogelijk is geworden.
Sprinkhanenplaag.
In de Zuid-Aftikaanscho bladen wordt
gewezen op liet gevaar, dat de landbouw
dreigt door den sprinkhanenplaag voor
namelijk in den Vrijstaat, maar ook in
West Transvaal. Dieze plaag, aldus luiden
de berichten uit Bloemfontein, is de
grootste die in den Vrijstaat bekend is.
Op elke boerenplaats zijn reeds zwermen
uitgebroed, maar men is van oordeel
dat nog drie kwart der eieren onder
den grond zitten. De boeren doen al
het mogelijke om deze eieren te dooden
maar klagen steen en been over de laks
heid der regeering, die weinig moeite
doet om hen te helplen en om vergif
beschikbaar te stellen. Wanneer met de
eerste regens de eieren nog niet zijn
vernietigd, vreest rnen 'dat hetuitge
komen broedsel dan zooi groot zal zijn,
dat de plaag niet meer te bedwingen
zal zijn.
Amerika neemt niet tleel aan de com
missie van deskundigen.
De Vr. Staten van Amerika hebben be
sloten, niet aan de commissie van des
kundigen deel te nemen. Hughes heeft zijn
verwondering uitgesproken ,dat Frankrijk
aandringt op beperking van het onderzoek!
der deskundigen naar de schadevergoe
ding. Hughes bleef er bij, dat het nutte
loos voor de Ver. Staten zou zijn, eenig
plan „goed te keuren tot deelneming van
Amerikaansche onderdanen aan een onder
zoek van deskundigen, te houden wegens
de beperkingen van Poincaré. Frankrijk
smaakt nu de heerlijke voldoening ook
dit onderzoek weer ónmogelijk te hebben
gemaakt.
Het lijden van het Duitsche volk,
Lr John J. Killeen uit Chicago is van
zijn reis m E-uitschsland te Londen te
ruggekeerd. Gedurende zijn verblijf van
zes weken in dit land heeft dr Killeen den
medischen toestand bestudeerd. In een uit
voerig verslag da,t binnenkort zal worden
gepubliceerd, deelt dr Killeen het een en
ander omtrent de door hem opgedane er
varingen mede.
Hij begint dan te constateeren dat, onder hen
die in Duisckland de bevoegdheid bezitten
tot het uitoefenen der geneeskunde, thans
ook veel geleden wordt. Die geneesheeren
in Euitsr-hland worden door de tijdsom
standigheden belemmerd hun taak naar be-
hoeren te volbrengen. Zij hebben zei!
groote moeite en zorg zich staande te
houden en kunnen zich daarom niet geheel
meer geven.
Het E-uitsehe volk is reeds langen tijd
verzwakt door onvoldoende voeding. Ziek
ten breken overal uit en daar zij niet di
rect den vorm van een epidemie aannemen
slaat de buitenwereld weinig acht op die
ellende, die echter ongetwijfeld steeds groo
ter wordt. De lieer Killeen v ertelde ver
schillende staaltjes om aan te toornen, hoe
treurig het met de medische hulp in
Euitschland gesteld is. Voorts söhetst Kil
leen nog tal van gebeurtenissen, die op
de ellende, veroorzaakt door duurte, on
dervoeding, levensmiddelenschaarschte, enz
betrekking hebben. Het geboortecijfer is
volgens onlangs gepubliceerde statistieken
aanmerkelijk gedaald en nog altijd volgt
het sterftecijfer onder de jonge kinderen
een stijgende lijn. Killeen besluit zijn ver
slag met als zijn overtuiging uit- de spre
ken, dat, indien niet spoedig internationale
hulp aan het E'uitsche volk wordt verleend
het overgroote deel, dat lijidt aan tie 'huidi
ge critieke omstanuighfeden, zal 'ten on
dergaan.
Korte berichten.
Vólgens de jongste Opgave zijin aan
de vervlaamschte Universiteit te Gent
slechts 26 studenten ingeschreven in de
Vlaamsche afdeeling, Waarvan 20 in de
totaal vernederlandschte handelsschool en
6 in de gedeeltelijk* vernederlandschte
faculteiten. De boycotactie doo-r de
Vlaamsch-Nationalistische studenten ge
voerd tegen de onyaldoend-geachte ge
deeltelijke teruggave van de Gentsche
Universtieit aau de Vlamingen de
Vlaamsche studenten blijven vasthouden
aan den eisch: Gent geheel of niete
blijkt dus, voorloepig althans, volkomen
geslaagd te zijn.
'Jubilea.
Zaterdag 1 December hopen de hee
ren R. C. Verweyck („Bijltje") en H. L.
Baarbé, respectievelijk directeur-redacteur
en redacteur buitenland van „De Stan
daard" te herdenken, dat zij veertig jaar
geleden hun journalistieke loopbaan aan
dit blad begonnen. Er heeft zich een
eere-comité gevormd onder eere-voorzit-
t-erschap van den heer H. Colijn en onder
voorzitterschap van den heer W. de Vlugt,
burgemeester van Amsterdam. Van hel
uitvoerend comité is Ds T. Ferwerda, te