Kerknieuws. Onderwijs. Land- en Tninbonw. maakt Macht" gehouden. De voorz.. spreekt een kort openingswoord en hoopt, dat de goede opkomst getuigt van trouw me deleven met de vereeniging. De secr., dhr Springvloed, leest de notulen der beide vorige vergaderingen. De laatste dier twee vergaderingen was speciaal belegd voor 'ie Kwestie rier bekende f 249, welk ge schil gerezen is tusschen den gemeente raad en de kolenvereeniging. Beide no tulen worden goedgekeurd. De voorz. deelt mede, dat tot bode is benoemd dhr M. v. Doorn en dat als vergoeding voor de anthraeiet is ontvangen f 25. Daarna ge schiedt rekening en verantwoording over het boekjaar 1922'23. Het totaal tegoed bedraagt f460.01Va. Die commissie van onderzoek zal bestaan uit de heeren J. C. P. Jansen Verplanke, P. Spruyt en M. Meulenberg Cz. De af tredende bestuursleden, dhrn E. Bakker en M. Verheijke, worden bij acclamatie herkozen. Van de firma Nijsink is f 5 te rugontvangen voor te veel stof in de eierekolen. Daarna komt jn bespreking de bekende kwestie der f 249 (van het Rijk ontvan gen toeslag) waarop het' gemeentebestuur meent aanspraak te mogen maken en die het bestuur der kolenvereeniging zegt niet ontvangen te hebben. Een commissie van onderzoek "hiervoor was ïn een vorige ver gadering benoemd, van welke dhrn Janse Verplanke en Beth aanwezig waren. De voorz. leest vele stukken, hierop betrek king hebbend, voor, zooals de rapporten der commissie, enkele brieven van R. en WL enz. In haar eerste rapport 8 Maart 1923 zegt de commissie, dat niet is komen vast te staan, aan welke commissie ge durende April 1919 de aankoop en dis tributie van brandstoffen was opgedragen, terwijl toch als vaststaande moet worden aangenomen, dat tot de f 249 slechts die commissie kan zijn gerechtigd, welke de bedoelde brandstoffen aankocht en in April 1919 distribueerde. Ook sprak zij uit, dat' waar de genoemde som van f 249 aan 5e kolenvereeniging in mindering werd ge bracht op een nog openstaande rekening, de uitgaven dier vereeniging volgens de boeken f 249 minder moeten zijn dan het gezamenlijk bedrag der ten laste der ver eeniging loopende nota's. De gemeenteraad achtte in zijn ver gadering van 19 Maart d.a.v. deze con clusie niet dubbelzinnig. De burg. schreef ook aan de kolenvereeniging, dat de hou ding van den secretaris-ontvanger der Vereeniging en de wijze, waarop hij de waarheid verdraait om eigen feilen te ver goelijken en zorgvuldig achterhoudt, wat de waarheid aan het licht kan brengen, verder ingrijpen noodig maakt. In het schrijvenvan het gemeentebestuur heette het, dat hij alleen de rekening van het kolenfonds wilde overleggen en weigerde andere bescheiden te overhandigen. Het gemeentebestuur dreigde met het zoeken van een oplossing langs een anderen weg. Inmiddels verscheen het tweede rapport der commissie. Daarin heette het o.a., dat uit de overgelegde bescheiden niet is ko men vast te staan, wanneer de brandstof fen, in April 1919 gedistribueerd, waren aangekocht, dat de secretaris der kolen vereeniging mededeelde, dat in April '19 een lading turf was afgeleverd, waarvoor moest worden betaald f 1561,76 en waar op 'door den staat een bedrag van f249 toeslag zou zijn verleend, dat -de commissie het vreemd vond, dat slechts 1/6 gedeelte van den prijs aan toeslag werd verleend, terwijl dit gewoonlijk Va tot 13 was, zoodat dus de mogelijkheid niet is uitgesloten, dat de f 249 restitutie niet betreft de ge melde turf, doch op nog aanwezige en in April 1919 gedistribueerde brandstof werd vergoed. Door het bestuur der kolenvereeniging is toen aan het gemeentebestuur gevraagd, een gecombineerde vergadering over deze kwestie, docli daarvan werd door het laatste het nut niet ingezien. Ook wordt voorgelezen een schrijven,van dhr Jansen Verplanke, lid der commissie van onderzoek, die de meening van den burg., als zouden de conclusies der com missie „niet dubbelzinnig" zijn, bestrijdt. De conclusies zijn juist zeer vaag en wei nig positief, ook, omdat het gemeente bestuur geen voldoende gegevens ver strekte. D>e burg. protesteert tegen dit laatste. Alle gegevens, die in zijn bezit waren, heeft hij overgelegd. Dhr L. A. Beth, verklaart onbekend te zijn met het schrijven van dhr Jansen Verplanke en eegt, dat B. en Wi. alle bescheiden over het tijdperk, toen zij de brandstoffen- commissie (B.-C.) vormden, hebben over gelegd. Die burg. zegt nog, dat op 1 Mei 1919 B. en W|. niet meer de brandstoffen- commissie vormden. De voorzitter leest nog voor een schrij ven der commissie van 19 Juli 1923, waarbij zij zich ontbonden verklaarde. De burgemeester geeft nu een uitvoe rige toelichting over deze kwestie en de kolendistributie. De f 249 is een toeslag op kolen die in April zijn afgeleverd. B. en W. hebben de kolenzaken gedaan van 1 Januari 1918 tot 1 Mei 1919. Ze voer den de geldelijke administratie. Het ko lenfonds distribueerde de kolen. Kwam er een lading kolen die b.v. f 1000 kostte, dan kreeg spr. van het kolenfonds f 800 als opbrengst der kolen, maar tevens een staatje, waarop hij van liet Rijk nog f 200 toeslag vorderen kon. Die toeslagen wer den niet altijd direct verrekend, daarmee fing wel eens eenige tijd heen. Met 1 Mei 919 kwam er een andere regeling. Toen behoefden B. en W. het niet langer te doen. Bij de afrekening over het tijdvak 1 Jan. Ï8—-1 Mei '19 kwam spr. f108 te kort, die de Gemeenteraad besloot te be talen. In Juni 1919 kwam van het Ver- rekenkantoor bericht, dat nog f249 toe slag te goed was, een bedrag, dat nog volgens B. en W. toekwam aan de oude B.C., zijnde de gemeente-kas, temeer, om dat door de gemeente ook de f 108 te kort was betaald. Dhr. Springvloed, hier mede in kennis gesteld, schoof de be taling Dp de lange baan én er werd geconfereerd tot in 't eindelooze. Had de kolenvereeniging reeds in 't begin B. en W. ongelijk gegeven, dan had de zaak veel vroeger aangepakt kunnen worden. Spr. heeft geen enkel stukje papier ach tergehouden. Dhr. Jansen Verplanke interrumpeert: „althans tof. en met Februari 1919", waar op de burgemeester antwoordt: „van la ter zijn er bij mij geen papieren". Dhr. Jansen Verplanke houdt vol, dat de opbrengst van de in April 1919 ge distribueerde kolen waar het juist op aankomt ontbreekt. De voorz. merkt nog op, dat de Brand stoffen-Commissie tot 1 Mei 1919 inder daad bestond uit B. en W., maar dat spr. daarin, als voorz. der kolenvereen., ook had moeten zitten. Men heeft hem ech ter geweerd. Ook zegt spr., dat er op 21 Maart nog een overschot was van pl. m. 153 eenheden. Daarvan is in Maart 141 maal 16 K.G. verstrekt, waarop dhr. Beth opmerkt: dus zijn er in April toch nog oude kolen gedistribueerd; B. en W. hadden dus in April nog ontvangsten moeten boeken. Spr. meent zelfs, dat aan B. en W. nog een bedrag van f 500 toe komt voor over April 1919 verkochte ko len, die op 1 April in 't pakhuis lagen. Dit puntje dient ook nog onderzocht te worden. Dhr. Springvloed, secretaris-ontvanger, krijgt nu het woord om de zaak toe te lichten en zijn houding te verdedigen. Spr. zet nog eens duidelijk «uiteen, dat Gemeentebestuur, Brandst.-Comm. en Ko lenvereeniging drie lichamen zijn, die niets met elkaar te maken hebben en goed on derscheiden moeten worden. Aan spr. zijn in 't begin van het onderzoek gevraagd de bescheiden van de kolenveree niging, die op de za a'k betrek king hadden. Die heeft hij gegeven. In zijn persoonlijk bezit bad hij nog wel enkele andere bescheiden, maar die was hij niet verplicht af te geven. Sterk komt spr. op tegen de z. i. onjuiste conclusie in het eerste rapport der commissie, als zou de f 249 toeslag in mindering ge bracht zijn van de kolenvereeni ging. Dit is onjuist en onwaar. Dat moet zijn: van de Brandstoffen-Com missie, getuige een brief van de Brand stoffen-Commissie te Goes. (Dhr. Jansen Verplanke erkent deze onjuistheid, dhr. Beth noemt het muggenzifterij.) Daar zat de fout, zegt dhr. Spring vloed. Op een nota van de kolenvereen. is nooit toeslag in mindering gebracht. Dat kon niet, want het kolenfonds was geen Brandst. Com. Heel het. verhaaltje van de f 249 is daarom volgens spr. een verzinsel. En toch beschuldigde de burgemeester hem van allerlei slechte praktijken. (De burgemeester protesteert, hij heeft nooit personen gezocht.) De heer Jansen Verplanke meent,, dat de administratie te vroeg door B. en W. is afgesloten. De f249 had op' de reke ning der oude B. O. moeten voorkomen, maar ook de ontvangst van de distributie der oude kolen in April. Op een vraag van den heer Meulenberg zegt dhr. Springvloed, dat de f249 zijn verrekend in de administratie der B. 'C. De burgemeester: dat had u veel eer der moeten zeggen, dan zijn alle kwesties nu opgelost. Als u tenminste dat maar kunt laten zien. Dhr. Springvloeddaar moet u niet voor bij mij zijn. Ik ben de Brandst. Com. niet. Wel zegt spr. dat de f 249 zit in de verrekening der Nationale Bank. De burgemeester noemt dat een ver draaien van feiten. Dhr. Springvloed her haalt de fout zit in het begin, toep men kolenvereeniging en Brandst. Com. verwarde. Dhr. Beth zegt: de fout zit bij het lichaam, dat na 1 Mei de distri butie deed Dhr. Springvloed constateert: le. de rekening der kolenvereeniging is goedgekeurd; 2e. idem die der Br. Com., waarin de f249 zit en 3e in de verreke ning der Nat. Bank zit ook de f249. De heer Meulenberg: Goedkeuren van rekeningen zegt nog niets. Een ac countant zoekt alleen naar ïouten in een rekening, maar kan niet weten, of een post niet verantwoord is. Op een vraag van den heer Meulenberg zegt dhr Beth, dat de commissie de rekening na April nooit heeft gehad. Dhr. Springvloed zegt: daarvoor moet u bij de Br. C. zijn. De kolenvereen. is geen Brandst. C. Dhr. Jansen Verplanke vraagt perti nent: wie moest de rekening doen van Mei 1919 tot eind van dat jaar? De bur gemeester antwoordt: de kolenvereeni ging. De voorz. en dhr. Springvloed ant woordden: de Br. C. Dhr. Jansen Ver planke vraagt verder: wie voerde de ad ministratie? Dhr. Springvloed antwoordt: dhr. v. Doorn, die was secretaris der Br. Com. De burgemeester ontkent dit. Die moest alleen den eindstaat van verstrekte hoeveelheden opmaken. De voorz. zegt: Dhr. v. Doom streek het geld op, maar dhr. Springvloed hielp hem, omdat hij het werk niet kon, maar verantwoordelijk was van Doorn. Uit de verdere discussie bleek, dat als dhr. Springvloed voor dhr. v. Doorn geld ontving, hij dit direct over droeg, hetzij' aan de Br. Com., hetzij aan de Nat. Bank, alsmede, dat v. Doom voor het werk betaald werd en dhr. Springvloed van v. Doorn slechts een fooi ontving, voor de hulp. Dhr. Springvloed zegt' nog, dat hij, om dat hij dhr. v. Doom hielp, natuurlijk van de administratie wel op de hoogte Was, maar dat die gegevens zijn persoon lijk eigendom zijn. Hij is niet de verant woordelijke man. Wel wil hij in de com missie, als die nog eens wil vergaderen, op verzoek die inlichtingen geven en aantoonen, dat de f 249 door de Br. Com. is verantwoord. Maar het verwijt is ongegrond, dat hij inlichtingen heeft geweigerd. Hij heeft van de kolenvereeni ging alles overgelegd. Ten slotte wordt besloten, dat de com missie zoo spoedig mogelijk nogmaals, maar nu met den heer Springvloed zal vergaderen, om te trachten een oplossing te vinden. Driewegen. In de raadsvergadering van Vrijdag werd besloten tot opheffing van bet vervolgonderwijs. De pensioensbijdra gen voor de gemeente-ambtenaren zullen van 1 Januari 1924 af 6 pet. .bedragen. Een suppletoir kohier bondenbelasting werd opgemaakt op f2. Een wijziging in de armenbegrooting over 1923 werd goed gekeurd, terwijl de gemeentebegrooting voor 1923 en 1924 werd gewijzigd. Tot armmeester, periodieke aftr. W. van 'Loo, werd benoemd J. G. Nieuwenhuize; tot lid der Comm. v. Toez. op het Lager onderwijs de heer H. Goetheer. Besloten werd, de raadsvergaderingen voortaan te doen aanvangen en eindigen met gebed; tegen J. Timmerman en J. G. Nieuwen huize. Adhaesie werd betuigd aan het adres van Wymbritseradeel tot invoering van een rijksvloekverbodtegen C. Rijk, J. Timmerman en J. G. Nieuwenhuize. Vóór C. de Jager, P. Koeman, W. .Noels en M. Nijsse. Voor herstelling van den' toren werd een geldleening aangegaan ad f650 tegen een annuïteitsrente van 5 pet. Hansweert. Be Belgische sleepboot „Ma rie", kap. Smits, voer Zaterdagmiddag na bij Borssele omhoog, waar zij bleef zitten. Daar genoemde boot alle Peeënschepen in en uit de havens sleept, was dat voor vele schippers een tegenvaller, die nu een paar dagen moesten wachten, alvorens te kunnen gaan laden of naar een fabriek om te lossen. Vermoedelijk zal deze boot he dennacht met hoog water vlot gekomen zijn. Zaterdagnamiddag werd het Neder- landsche zeilschip „Cornelia" schipper Be- det, komende met een lading steen van Antwerpen, voor de Kruispolder nabij Bath door een zoo hevige stormbui overvallen, dat de giek door midden brak en het schip hulpeloos ronddreef. De sleepboot „Scal- dis" heeft het schip opgepikt en hier be houden binnengebracht. De Ned. zeesleepboot „Friesland" van de reederij Wijsmuller, komende met twee lichters op sleeptouw van Engeland naar Antwerpen, voer Zaterdagmorgen bij Bath omhoog, waar zij bleef zitten. Des avonds met hoog water heeft de belgiscfie sleepboot „Charles" de lichters vlot ge bracht en naar Antwerpen gesleept. De „Friesland" is Zondagvoormiddag op eigen kracht vlot gekomen en passeerde alhier naar zee. De goederenboot „Telegraaf 5", kap. Huijbrechts, komende met een lading stuk goederen van Rotterdam en bestemd naar Antwerpen, verloor op de Wester-Schelde zijn schroef, waardoor genoemde boot ten anker moest komen. Door een Belgische sleepboot is „De Telegraaf" naar Antwer pen gesleept. Wemeldinge. Zaterdagmiddag woei, ten gevolge van den hevigen wind, het groote zeil van het ijzeren aakschip „Maria Anna" schipper D'e Ronde van Terneuzen, aan flarden. De schipper kon nog met eigen kracht het kanaal bereiken maar moest veruer per sleepboot „Tgerneuzen" de reis voortzetten. Westkapelle. Zondagmorgen om "7 uur ongeveer, is hier langs de kust gedreven een lichter, genaamd „Antoni", onbemand, het Noorden in en is door wind en getij tusschen Westkapelle en Domburg op het strand gezet. Die luiken zijn opgeborgen en de lichter is verankerd. (I11 't bericht van de loodsboot stond, vertoont twee zwarte „balken", enz. Dit moet zijn „ballen"). Zierikzee. Vrijdagavond is te Nieuwer- kerk de nieuwe landbouwschuur van J. Hanse met inboedel door brand vernield. Terneuzen. Heden en morgen brengt de heer Glaser, handelsattaché bij het Fransche gezantschap te Den Haag, bier een bezoek. Morgenochtend maakt de heer Glaser zijn opwachting bij het gemeente bestuur en de Kamer van Koophandel voor Zeeuwsch-Vlaanderen, terwijl hij ook personen, die hen wenschen te spreken over den handel met Frankrijk, zal ont vangen. Dit bezoek komt in de plaats van dat van den gezant, den heer Char les Benoist, die verhinderd is thans zijn ook reeds in het voorjaar uitgesteld be zoek aan Zeeuwsch-Vlaanderen te bren gen. Sas van Gent. In de wijk Zandstraat kregen twee vrouwen een hooggaande ruzie, waarbij de jongste de oudste met een bezemsteel te lijf ging, zoodat de hulp van den dokter moest worden in geroepen. De politie werd met het geval in kennis gesteld. (Zei.). Tegen Woensdagavond was een raadszitting belegd, o. a. 0111 te stemmen over het verzoek tot aansluiting bij de waterleiding voor Z.-Vlaanderen. Daar slechts drie leden aanwezig waren, kon de vergadering niet doorgaan. Hontenisse. De gemeenteraad heeft be sloten voorloopig geen beslissing te ne men inzake de waterleiding. Wel was door den ouden raad in beginsel beslo ten tot aansluiting en deze zaak aan den nieuwen raad ter definitieve beslissing over te laten, doch sindsdien zijn de omstandigheden zoodanig veranderd, dat B. en W. huiverig zijn tot deelname te adviseeren. De raad ging hierin met B. en W. mee en besloot met algemeene stemmen tot aanhouding dezer aangele genheid. Axel. Een jongetje van pl. m. 2 jaar trok In een onbewaakt oogenblik een bek ken kokend water om en kreeg den in houd ovep heel 't lichaam. Onder he vige pijnen is de kleine aan de gevolgen overleden. Ned. Herv. Kerk. Beroepen te Hijkersmilde A. N. Tons- beek te Kethel. Aangenomen naar Oegstgeest door T. J. Jansen Schoonhoven te Almen. Geref. Kerken. Beroepen te Suameer H. de Zwart, cand. te Hallum. Aangenomen naar Amerongen door G. Veenendaal te EIburg. Bedankt voor Bierum door I. K. Wes- sels te Veere; voor Oollgensplaatdoor M. A. van Pernis te Schoonrewoerd voor Jonre door D. v. Dijk te Groningen. Chr. Ger. Kerk. Bedankt voor Bussum door L. H. v. d. Meiden te Dordrecht. Vrouwen in kerke 1 ijk e kie s- c o 1 le ges. Het Prov. kerkbestuur der Ned. Herv. Kerk in Zeeland heeft de vraag van het classicaal bestuur van Goes of vrouwelijke lidmaten benoembaar zijn tot lid van liet kiescollege, bevestigend beantwoord. Baarland. Gisteren was het voor de Geref. Kerk alhier een gewichtige en blijde dag; nadat de gemeente 1V2 jaar vacant was geweest, werd des morgens cand. A. Wijngaarden in zijn dienstwerk bevestigd door Ds S. W. Bos, van Dok- kuin, welke lot. tekst gekozen had Joh. 1:43a: En bij leidde hem lot Jezus. Als hoofdgedachte had spr.de 'gezondenen van Jezus Christus' leidslieden tot Jezus Christus. Stond vervolgens stil bij: le. Welke genade aan de leidslieden wor'dL bewezen. 2e. Welk hun hoofdwerk is. 3e. Van welke verantwoordelijkheid zij zich daarbij bewust moeten zijn. 4e. Op welke wijze hun leidend werk moet wor den ontvangen. Na de bevestiging zong de gemeente staande haar leeraar toe Ps 134:3. Des namiddags verbond Z.Eerw. zich aan de gemeente mot een predicatie over 2 Tim. 3:1617, zijn gehoor bepa lende bijde beteekenis der H. Schrift en beschouwde le haar oorsprong; 2e haar nut3e haar doel. Na de predicatie richtte hij het woord tot den kerkeraad, de ca techisanten, het hoofd der Chr. school, Burg. en Weth., Ds Bos als bevestiger en voorts tot allen die aan den opbouw van 's Heeren Kerk meewerken. Ouder ling D. Meulenberg sprak daarna namens den kerkeraad, op wiens verzoek de ge meente haar leeraar toezong Ps. 134:3. Ds II. Brouwer ,van Driewegen, sprak namens de classis Goes, waarna gezon gen werd Ps. 20:1. Daarna sprak dhr. J. Bottenborg, hoofd der Chr. school ,en ten slotte dhr. J. de Koning, rustend hoofd der Chr. school van Krabbendijke, die herinnerde hoe 70 jaar geleden zijn vader als eerste predikant bevestigd werd aan de kerk van Baarland. Het was te vens zijn eerste gemeente. 'Op verzoek zong de gemeente Ps. 103:1, nadat hij ook gewezen had op het feit, dat de eerste doopelinge van zijn vader jn de godsdienstoefening aanwezig was. Vooral cles namiddags vulde een groote schare het kerkgebouw. Geslaagd te Den Haag voor het examen ziekenverpleging o.a. de da mes P. de Mul, I. J. Nolet, C. C. Pries ter en J. J. H. Wessels, allen van het Gem. Ziekenhuis aldaar. Te Breda voor de vrije- en ordeoefeningen de heer M. M. Goemans te Den Bosch. De intrekking der subsidie voor de paardenfokkerij. Donderdag vergaderde te Vlissingen in gecombineerde vergadering de pro vinciale regelingscommissie voor de paardenfokkerij in Zeeland, en het bestuur der afdeeling Zeeland van het Stamboek voor het Nederland- sclhe trekpaard. Op de agenda stond het eenige puntMoet er van de zijde der fokkers iets gedaan worden in verband met biet intrekken der sub sidie voor de paardenfokkerij? De vergadering was onverdeeld van oordeel, dat de intrekking der subsi die voor de paardenfokkerij in Zee land de nekslag zou zijn. Besloten werd een petitionnement aan de Tweede Kamer aan te bieden, waar door geheel Zeeland zich zal kunnen uitspreken tegen de intrekking dier subsidie. Bovendien zal met de licha men in de andere provincies overleg worden gepleegd, om ook daar hand- teekeningen op het petitionement te verkrijgen. Ook het Stamboek zal aan de actie deelnemen. Goes. Heden vergaderde m'et enkele ge- noodigden (o. a. de heeren Stevens, Zwa german, mr Zaaijer en v. d. Plassche) het Hoofdbestuur der Z. L. M. Het Kon. Ned. Landbouw-comité was met verte genwoordigd. De voorzitter, de heer mr I'. Dieleman, opent de vergadering. Met een kleine herinnering aan de politieke gebeurtenissen van de laatsje dagen zegt de voorzitter iq zijn openingswoord, dat onze 'toekomst niet ligt op het water, maar op het land, bijzonder op het platte land. Laten we dan ook in broederlijke eensgezindheid de belangen van den landbouw behartigen. Bij de ingekomen stukken wordt voor gelezen een schrijven van den heer J. de Putter, die via bet Hoofdbestuur vraagt een verzoek te richten tot de autoritei ten om ontheffing van de bepaling om met beslijkte wielen de wegen te berij den. Ook wil dhr. de Putter zien toe gestaan, dat men met drie'of meer paar den vóór den wagen pl. m. 50 M. van het land op den weg mag komen. Deze zaak wordt nog aangehouden. Dhr. v. Niftrik vraagt schriftelijk, of er opmerkingen zijn ten aanzien van de spoorwegdienstregelingen. Hierop zal zoo spoedig mogelijk worden geantwoord. De voorzitter doet daarna o. a. de vol gende mededeelingen Aan den Minister van Justitie is ver zocht te bevorderen, dat spoedig wordt' ingediend het wetsvoorstel om te komen tot een verkorte procedure. Pogingen op Noord-Beveland aangewend 0111 tot de oprichting van een nieuwen cursus voor huishoudondcrwijs te komen, hadden geen resultaat. Thans worden cursussen gegeven te Rilland, Wolfaarts- dijk en 's-Heer Arendskorke en in Wal cheren. Aangevraagd is subsidie voor 36 land- bouwwintercursussen, 7 tuinbouwcursus- sen, 7 cursussen voor volwassenen en 1 cursus voor paardenkennis. Via het K. N. E. C. is aan de Regeering kenbaar gemaakt, dat wij met het wets voorstel tot wijziging der aardappelwet accoord gingen. De actie is gesteund der Ver. Land en Tuinbou wonder wijzers om te komen tot wijziging der L. O.-wet met betrek king tot het vervolg-onderwijs. Ook is hierover geschreven aan het K. N. L. C.; gewezen is op de groote kosten die het Middelbaar Onderwijs voor de gemeenten te weeg brengt, betgeen een rem ïs voor het vervolgonderwijs. Een circulaire is tot de afdeelingen gericht met verzoek de gemeenten te bewegen bet onderwijs zelf te geven. Thans is hieromtrent sa menwerking gezocht met het Nut van het Algemeen. Het (Jagelijksch bestuur vereenigde zich met een adres van het. K. N. L. C-, waarin verzocht wordt van Regeoringswege een commissie aan te wijzen die bestudeeren zal de voor- en nadeelen aan zomer- en zonnetijd verbondon. De Minister beeft op dit verzoek echter afwijzend beschikt. Instemming is betuigd met een ver zoek van bet K. N. L. C„ een wetsvoorste' in te dienen, waarbij het verboden is bij openbare verkoopingen en verpach tingen andere premiën uit te loven dan de inzetpremie. Op verzoek van den kring Hulst is aan Ged. Staten verzocht het reglement op de wegen en voetpaden te wijzigen in dien zin, dat een voertuig in den ver volge met niet meer dan twee éénhoevige dieren hespannen mag zijn. Thans spreekt het reglement van twee paarden. Via het K. N. L. C. is geadviseerd aan de Regeering dat de fasant voor Zee land uitsluitend als schadelijk gedierte beschouwd moet worden. Adhaesie is betuigd in algemeenen zin aan een adres van den Bond van Redrijfs- autohouders om te komen tot verbetering van bet veer WolfaartsdijkKortgene. Instemming is betuigd met een adres win het K. N. L. C„ waarbij aan den Mi nister van Justitie verzocht wordt te be vorderen, dat de nolaristarieven voor het geheele land uniform worden geregeld. In verband met bet voornemen der pas afgetreden regeering om de gelden voor de paardenfokkerij met f 72.000 te verminderen, stelden wij ons in verbin ding met het Stamboek en de Prov. Reg. Commissie. Een gecombineerde vergade ring heeft plaats gevonden, waarbij de Z. L. M. niet was yitgenoodigd. De Re gelingscommissie wil een petitionnement in de provincie doen circuleeren en de Kamerleden persoonlijk bezoeken. Dhr. Hanken weet van een schrijven dezer Reg.-Com. niets. Anders was het wel licht in anderen vorm gegoten. Dhr. Zwa german zou een actie van het stamboek, gesteund door de landbouworganisaties, het meest logisch vinden. De voorz. meent toch, dat de Z. L. M. eerst de argumenten moet kennen, wil zij steun gaan verlee- nen. Dhr. Gast zou toch in principe steun willen toezeggen. De voorz. herinnert, dat de Z. L. M. juist deze zaak heeft aan gevat. Men moet alleen met de argumen ten wat voorzichtig zijn. De zaak wordt aan het dagelijksch bestuur overgelaten. Instemming is betuigd met een voor stel om de Regeering er op te wijzen, dat wanneer er sprake van beschermende maatregelen zal zijn. niet enkel de in dustrie beschermd moet worden, doch dan ook de landbouw. Daarna wordt de begrooting voor 1924 vastgesteld in ontvang en uitgaaf op f21.056,30. De voorzitter verwelkomt daarna Jhr. v. Vrede,nbtirch (eerelid). Het Dagelijksch Restuur stelt voor de contributieregeling voor 1923, ook voor 1924 te doen gelden. Deze regeling is als volgt: Alle leden betalen een vaste contributie van f 1bovendien wordt voor elke H.A. grondgebruik f0.15 betaald en voor elke H.A. grondbezit in de provincie Zeeland f0.07r/2. Leden-begunstigers be talen een minimum-contributie van f 1 In deze contribution is het abonnements geld voor het orgaan niet begrepen. Boven dien wordt voorgesteld dat voor echtge- nooten of inwonende familieleden van hen, die een landbouwbedrijf uitoefenen in de

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1923 | | pagina 2