urg
%o 30
Dinsdag- 33 October 1033
38e Jaargang
ni
BmtenlaiM.
Binnenland
Poeder-
Pakhuis of
Schuur,
Varken,
aad 45 -
id (Wauw)
kanai'ie-
251,55,
1,10,6400
K.G. Gro-
Eigenhei
Eigenhei
mers f 3,75
75, Zeeuw
iers f2,50
stuks.
i-Beveland".
Doyenne
oulême 32
mmontel 18
fleiperen 16
en Kroet-
ten 15—23;
e Bellefleur
lourt Pendu
Present van
Paradijs 11;
12Tuin-
ime d'Oranje
uismanszoet.
il- en Kroet-
draiven 56
iurken 0.40
stuks. Hazen
I per flacon,
in. „E.M.M."
Afval 35;
100 K.G. KI.
K.G-
n
Steenhoek
J. v. d.
lesten, 22. j.;
v. Heusden
imanse, z.
73 j. gehuwd
ERICHT.
n ochtend
door het
Üe Bilt.
8.8 té Biar-
shavn.
ran 23 Och:
westelijke tot
tot betrok-
regenbuien,
^noemde pleit-
|het Christelijk
[PORTRETTEN
iruk. De prijs
in lijst (buiten-
ïrpakt in kist,
'emballage,
iddellijk worden
LE COINTRE.
•aagd omgeving
f Brigdamme
reestalling en ber-
Jéns.
GEBEIL, Kromme-
Aanbiedingen de»
tegen half November
ADRIAANSE Pz.
mdknecht
FRANCKE, Ker-
laurens. Aan ket-
ilfvaarzen aan de
PP-
aan of met Mei
lankomende Meid
>n Knecht
KOOLE, Souburg
Meid
COPPOOLSE Pz-r
rerduin.
arstelling van stoa-
t Mei
Meid
J. MOENS, West-
Drukkers-Exploitanten
OOSTERBAAN LE COINTRE GOES
Bureaux: Lange Vorstsfraat 68—70, Goes
Tel.: Redactie no. 11; Administratie no. 58
Postrekening No. 36000.
Bijkantoor te Middelburg:
Firma F. P. DHUIJ, L. Burg. Tel. no. 259
De Zeeuw
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG.
Abonnementsprijs:
Per 3 maanden, franco per post, f 3.—
Losse nummers f 0.05
Prijs der Advertent I n
1—4 regels f 1.20, elke regel meer 30 ef*
Bij abonnement belangrijke korting.
WOORDEN! WOORDEN!
Het vlootwetdebat heeft tot hiertoe, zoo
wel van links voor een groot deel, als
van rechts voor een klein deel, niets dan
woorden gebracht.
En van vele dier woorden geldt, dat zij
zijn vuil gemaakt-
De kroniekschrijver onzer „Nieuwe Pro
vinciale" zocht er eenige uit het debat
der vorige week en 'kwa.ni tot de slotsom,
dat in de motieven de opponenten malkaar
en somwijlen ook zichzelf, vierkant tegen
spreken.
Van het eerste geval somt hij enkele
voorbeelden op.
Let toch op den volkenbond, zoo zegt
de een, en vertrouw op hem. Ik ben te
gen de vlootwet.
Die volkenbond is een /fiasco, hij. ver
mag niets, zoo roept de ander. Ik ben
tegen de vlootwet-
Er is geen gevaar voor oorlog, noch
hier, noch in het verre Oosten, declameert
de een. Ik ben tegen de vlootwet.
Plet gevaar voor den oorlog wordt én
hier, én in het Oosten met den dag' grea
ter, antwoordt de ander. Ik ben tegen
de vlootwet.
Ik wil geen Marine, verzekert de een.
Ik ben tegen de vlootwet.
Ik wil wel een marine, verzekert de an
der. Ik ben tegen de vlootwet.
Do vlootwet kost driehonderd, ja meer
millioenen. Dat hoort men, zeg, om twee
uur. Ik ben tegen de vlootwet.
De vloot kost niets naar de verzekering
der regeering, juicht men om 'drie uur.1,
Een kostelO'Oze vloot- Ik ben tegen de
vlootwet.
Gij noemt u Christenen, zegt de een, en
gij zijt voor den oorlog? Gij wilt een leger
en een vloot, kanonnen, bommen en stik
gassen? Gij noemt u, Christenen, maar hoe
kunt gij dat en toch voor de vlootwet zijn?
Gij zijt huichelaars.
Ik ben een christen. Ik 'durf mij zoo
noemen, want ik ben tegen de vlootwet.
Gij' noemt u Christenen en gij zijt voor
de vlootwet. Goed gezien, verklaart de
ander, want het christendom was altijd
oorlogzuchtig. Het bemint den oorlog en
haat den vrede.
■Ik ben geen christen. Ik haat de chris
tenen. En daarom ben ik' tegen de vloot
wet-
Ik wil uw halve vloot, niet, omdat ik
daarmee stem voor de heele vloot.' Ik
ben tegen de vlootwet.
Ik wil uw halve vloot niet, want alleen
de heele zou iets beteekenen. Die halve is
maar prutswerk. Ik ben tegen de vloot
wet-
Ha, roept de een, die vloot van u be-
teekent niets. D.e wereld lacht er om.
Zij kan geen oogenblik voor des vijands
aanval bestaan. Wie zou er mee rekenen?
Ik ben tegen de vlootwet.
Ik waarschuw u, meent de ander. Gij
maakt een vloot, en schept daardoor 'groot
gevaar, want men zal u nu gaan schuwen
als een gevaarlijken buurman. Ik ben te
gen de vlootwet.
Zoo verslindt het eene argument het
andere.
En wat het tweede geval betreft, dat
•dezelfde sprekers het eene 'oogenblik glad
vergeten zijn, wat zij in het andere op
merkten, zoodat zij, met volkomen recht,
na een paar uren te hebben geredevoerd,
met de zotheid uit Erasmus' bekende werk
konden zeggen: „Ik haat ,den hoorder,
die een goed geheugen heeft.'". Van deze
.gelden de volgende voorbeelden:
Daar staat de heer Diresselhuys, leider
van den Vrijheidsbond, een partij, die de
weermacht nog niet heeft afgezworen.
Hij spot met de bedoeling der regeering.
Hij, haalt alles naar beneden. Hij doet de
tegenstanders va,n onze weerbaarheid jui
chen, schaterlachen om de felle taal der
afbraak. Hij behaalt alleen succes in den
kring van hen ,die onze verdediging willen
breken. Hij toont een absoluten onwil, om
te verstaan. Hij' mist alle billijkheid in
het oordeel. En hij1 poseert tenslotte als
de man, die hart heeft voor de Marine.
Als zijn optreden eenige beduidenis. heeft
dan is deze precies 'omgekeerd aan het
geen hij dan had willen zeggen.
Hoe is het te verklaren? Hier is het
kluwen, waarvan het eind gevonden moet
worden, om de ontwarring te bereiken.
Schjjnt hij er zelf eenig' begrip van te
krijgen, als 'hij aan het eind van 'zijn rede
is gekomen? Hij sluit met het beeld eener
wonderlijke soepkokerij. Treffend voor
zeker.
Daar is een, die soep wil koken van
keisteenen.
Men zou haast zeggen: deze staatsman
heeft nog nooit wat anders gedaan.
Ais er iets van mijn ,soep komen zal,
zucht hij., dan zal een ander de groenten
en het vleesch moeten leveren.
Doe het niet, zou een verstandig mensch
zeggen, want het zal het beste zijn,
dien man uit de keuken te houden.
Laat hem daar staan, werpend met zijn
keien. Zij vallen toch het meest in zijn
eigen kamp. En jagen de leden van den
armen vrijheidsbond met schrik naar bui
ten.
Daar is de heer Marchant.
Met zijn hopelooze pogingen om waar
lijk geestig te zijn. Met zijn uitgezochte
hatelijkheden tegen de regeering en haar
plannen. Met al zijn oppervlakkigheden.
En hij eindigt met de Kamer en den minis
ters goeden raad aan te bieden. Hij wil een
uitweg wij'zen uit het moeilijke geval. Als
men maa,r naar hem luistert, dan gaat
alles wel goed.
Is het alles meer dan een grapje? Ver
moedelijk niet.
Daiar is de heer Troelstra, de man "der
ontwapening. Weg met leger en vloot.
Maar wie weet niet, wat zulks beduidt?
Juist het tegengestelde van wat de man
zegt. De man, die in dagen van grooï
gevaar om soldatenraden riep en die de
machteloosheid van het wettig gezag noo-
dig heeft om zelf zonder gevaar naar de
macht te grijpen.
Geen smet werp ik op uw naam of ka
rakter, zoo bazelt- hij.
E,n buiten de 'kamer waagt hij' 'de ellen
digste verwijten.
Hier wil hij, praten met de regeering.
En buiten werpt hij haar het „vervloekt"
toe.
Daar is om nu eens een der dames
ten tooneele te voeren daar is Suze.
Werp haar beeld op het doek voor deze
politieke bioscoop.
Daar staat zij, de revolutionaire furie
voor een opgezweepte volksvergadering.
Opstand predikt zij. Omkeering der dingen.
Als het kan, vreedzaam, zegt zij; maar
als het moet - en gij ziet een gelaat ver
wrongen van woede en gebalde vuisten
als het niet anders kan, dan er op
los.
Dat is het beeld dezer vrouw uit 1918.
dat gij niet licht vergeet.
Maar de explicateur verzekert: ziehier
dames en heeren: de pacifiste. Zij wil
vrede door ^echt. Zij1 staat daar als de
vertegenwoordigster der vrouw, "die het
geweld verafschuwt.
Suze, de vredelievende
Het kluwen lijkt onontwarbaarder dan
ooit.
En haa-r taal is het nog meer.
Gij, zoo roept zij de rechterzijde toe,
gij hebt in de verkiezingsdagen tegen ons
gewaarschuwd, omdat onze beginselen het
huwelijk ondermijnen en 'den huwlijksba.nd
verbreken.
Maar verbreekt uw oorlog den huwelijks
band niet?
Welk een onderscheidingsvermogen. Hoe
heerlijke logica.
Maar luister verder. Daar schetst zij
het groote oorlogsschip, dat voor de on
derzeeërs als „moederschip" dient.
Moederschip, smaalt Suz,e. En om haar
liefde voor de moeder te tóonen, toornt
zij: moederschip, "durft- men zoo'n moord
tuig te noemen.
Moederschip. Zou een vrouwenvergade-
ring niet in groote vefhntwaardiging uit
barsten, als dit haar werd voorgehouden?
De moeder zal door deze spreekster
worden hoog gehouden. En zij' spreekt
van haar als de „leverancierster" voor
de manschap, die de oorlogsschepen aal
bevolken
Maar ik ga verder.
Daar is de communistische dokter Van
Ravesteyn, de bewonderaar van Rusland.
Die man, die het toejuicht, dat Rusland
een flinke vloot heeft. De man, die de
wereldrevolutie wil. Die niet schroomt voor
een weg van bloed en tranen, als maar zijn
waandenkbeelden bevorderd kunnen wor
den.
En h ij spreekt voor den vrede. En
hij vindt het verschrikkelijk, dat de vloot
wet dien vrede zal weerstaan.
Ziehier enkele trekjes uit het vlootwet
debat, dat nog wel een week zal aanhouden
Gelukkig verneemt men te midden van
deze verwarring af en toe ook een rustig
woord van een, die wil verstaan, wat de
regeering noopte tot indiening van haar
plannen.
Maar dat het een van hen zal ge
lukken, de linkerzijde tot verstandig rede
neeren te brengen, is niet wel aan te
nemen.
De „olievloot"?
Geen giftiger middel, dat den politieken
strijd meer vertroebelt dan persoonlijke
verdachtmaking van den tegenstander,
zegt de „R.ott"
Van dat middel is bij de bestrijding
van de Vlootwet met meer dan gepaste
vrijmoedigheid gebruik gemaakt.
Weinigen deden dit op zoo grove wijze
als de ambtenaren-leider F. S. Noordhoff,
die behoorde tot de uitverkorenen, welke
in „Het Volk" tot verdediging van "het
petitionnement geroepen waren.
Hij decreteert, dat de „olie-vloot" er
niet mag komen en durft schrijven:
„Colijn laat hen allen praten.
Hij wensch t te bereiken, 'dat Neder-
landsch-ln®' stook-olic verbruikende oor
logsschepen krijgt, Jan kan de Bataafsche
Petrolcum-Maatschappij zich in volle ge
rustheid gaan toeleggen op een opvoering
der produktie cn op geweldige winsten.
Dit spel te doorkruisen, daaraan mag
geen enkele arbeider noch arbeidersvrouw
zich onttrekken.
Nog eens moeten de wisselaars uit den
tempel verjaagd worden!
Teekent het petitionnement!"
Veel te heftig is in de Kamerdebatten
tegen Colijn gesproken.
Maar een beschuldiging te uiten, in den
trant-van deze aanklacht, heeft niemand
aangedurfd.
Bij de replieken bestaat alsnog gelegen
heid.
Neemt geen zijner partijgenooten het
clan voor hem op, zoo bestaat alle recht
aan te nemen, dat zij zelven met deze
volk-vergiftigende lasterpraat verlegen
zitten.
De mislukte interpellatie.
Dat Mr Troelstra met zijn interpellatie
verre van gélukkig was, wordt vrij al
gemeen erkend.
De parlementaire redacteur van het li
berale „Utr. Dagblad" schrijft:
„Onze indruk is, dat do heer Troelstra
zelf wel gevoelde, niet sterk te staan.
Buiten de Kamer, op meetings en bij „de
monstraties" is hei, gemakkelijk schette
ren. In de Kamer dient men te komen
met argumenten, die steekhouden
Minister Ruvs de Beerenbrouck en ver
volgens Minister Colijn hebben den in-
terpellanl op afdoende wijze te woord ge
staan. Deze eerste dag van de interpel
latie is zeer stellig te beschouwen als
een succes voor de regecring. Vooral wat
Minister Colijn aanvoerde, was zeer over
tuigend
Daar stond de heer Troelstra en zijn
mede-agitators tegen de Vlootwet; het
krachtigste wapen er tegen was hem uit
handen geslagen. Daar stond hij, met den
mond vol tanden. Hij verzocht den voor
zitter de vergadering te verdagen, om de
cijfers eerst nader te kunnen beschou
wen! Ofschoon het pas even half vijf was,
werd deze wensch van den interpellant
met groote beminnelijkheid door den voor-
zitter ingewilligd. Wij zullen morgen dus
vernemen, wal: de heer Troelstra er op
gevonden heeft om met schijn van recht
te kunnen blijven volhouden, dat de Vloot
wet ingaat tegen het financieel belang
van Nederland en dat zonder die wet veel
minder zon behoeven te worden bezui
nigd.
Buiten de Kamer liepen nog eenige
mannen met roode strikjes rond. Het wa
ren „revolutionaire" arbeiders, die van
daag tegen de Vlootwet hadden gedemon
streerd. Vermoedelijk om daarmede in
druk te maken op Regeering en Kamer!
Iiet is toch waarlijk om medelijden te
hebben met al deze onnoozele werktuigen
van egn even domme als kwaadwillige agi
tatie, door eenige demagogen, die in troe
bel water hopen te visschen, op 'touw
gezet. Dat deze agitatie bij een betrekke
lijk talrijk deel van ons volk is ingeslagen,
is stellig te betreuren. Te verwachten valt
echter, dat de kennisneming van de Ka
merdebatten velen, de oogen zal openen
en 'dat menigeen er achteraf spijt van zal
hebben zich te hebben laten meesleepen
om het „volkspetitionnement" tegen de
Vlootwet te teekenen.
De kansen op aanneming der Vlootwet
zijn, wanneer althans mag worden aan
genomen, dat de Kamerleden, die nog wei
felen hoe zij zullen stemmen, voor argu
menten toegankelijk zijn, vandaag aanmer
kelijk gestegen. Het was een goede dag
voor de Regeering, een slechte dag voor
den heer Troelstra".
De Rijnland-republiek uitgeroepen.
De ernstige berichten uit hét Rijnland
die wijzen op de snelle ontwikkeling van
het ontbindingsproces in het Duitsche rijk,
zijn gisteren besproken in een kabinets
zitting, die zeer lang duurde. De rijks-
regeering maakt zich zeer ongerust over
de verdere gebeurtenissen in het Rijn
land, aangezien zij vreest dat de separa
tisten op steun van de Fransche en Bel
gische bezeftingsautoriteiten zullen kun
nen rekenen. Dat er verband bestaat tus-
schen deze jeheele beweging en de be
zetting, blijkt hieruit, dat precies twee
dagen voor den coup de invloedrijkste
arbeidersleiders waren uitgezet. Daar men
vreesde voor krachtigen tegenstand van
den kant der werklieden, had men nog
snel de leiders verwijderd, om de arbei
ders zonder voormannen te laten. De ge
wapende bedrijvigheid der separatisten
voltrekt zich onder de oogen der bezet
ting, die anders zoo gestreng optreedt
tegen het in bezit hebben van wapens
van revolvers lot zakmessen door de
bevolking.
Te Aken schijnen de separatisten het
pleit te hebben gewonnen, maar voor het
overige is de toestand in het Rijnland
nog uiterst verward. Te Düren werd op
het raadhuis de rood-wit-groene vlag dooi
de separatisten gehesclven. De openbare
gebouwen werden bezet. Ook te München-
Gladbach hebben de separatisten op het
raadhuis de rood-wit-groene vlag gehe-
schen. Aan de kranten is verboden te
verschijnen. Te Trier is de aanslag niet
gelukt. Daar waren de openbare gebouwen
te stevig gesloten. Ook te Mainz is de
poging mislukt.
Gisteren was het echter woeliger in
Aken. De arbeiders zijn niet van de sepa
ratisten gediend en 't is de vraag, of ze
niet zullen gaan staken. Tergend is ech
ter,- dat niemand wapenen mag dragen
dan de separatisten, die blijkbaar stiekem
gesteund worden door Franschen en Bel
gen, welke waarschijnlijk in hun vuistje
lachen, omdat nu hun wensch staat ver
vuld te worden.
In geheel Rijnland heerscht een paniek
stemming; de banken worden bestormd
om buitenlandsch geld te koopen, zoo
meldt .men aan de Tel. De arbeiders te
Duisburg hebben besloten zich tegen de
separatisten te verzetten. Groote groepen
studenten en opgeschoten jongens trek
ken door de straten, Duitsche volkslie
deren zingende.
In verband met den gespannen toe
stand in het Duitsche grensgebied, wordt
de Nederlandsche grens door politie eri
marechaussées uit Kerkrad? en Heerlen
streng bewaakt.
Korte berichten.
Op verlangen der Franschen heeft de
Rbeinische Metallwaren und Maschinen-
fabrik te Dusseldorf, die de vorige week
wegens de betoogingen en plunderingen
was stopgezet, liet b e d r ij f hervat. De
fabriek heeft voor drie dagen bruinkool
gekregen, welke voorraad door vrijen
aanvoer zal worden aangevuld. De direc
tie heeft een klein deel der kolenbelas-
ting, waarvan het bedrag nog niet vast
staat, doch die zeker 100.000 dollars zal
beloopen, betaald.
De Roto Fahne, die Zaterdag, na
twee weken to zijn verboden geweest,
opnieuw was verschenen, is thans weer
verboden, omdat het blad de arbeiders
had opgeroepen tot een algemeene politie
ke werkstaking.
Zaterdagavond om half zeven zijn
een achttal gemaskerde bandie
ten het kantoor van de Deutsch Ameri-
kanische Petroleum Gesellschaft te Span-
dau bij Berlijn binnengedrongen. De kas
sier, die onmiddellijk zelf een revolver te
voorschijn haalde, werd ontwapend. De
bandieten zijn er vandoor gegah.n met on
geveer acht milliard mark.
Te Hamburg zijn Zaterdag en Zon
dag d uurterelletjes voorgevallen.
De politie moest herhaaldelijk de menigte,
die winkels trachtte te plunderen, uit
eendrijven. Er zijn tal van gekwetsten.
Uit Kopenhagen wordt gemeld: Za
terdagavond is het tot botsingen ge
komen tusschen fascistische en commu
nistische studenten. Aan beide zijden
werden met stokken en' gummistokken
slagen uitgedeeld. De politie moest tus-
schenbeide komen en deed eenige arres
taties.
In Zuid-Servië zijn onlusten
uitgebroken. Gemeld wordt, dat een
afdeeling der gendarmerie naar de plaats
Donja Salja werd gezonden om de bevol
king, die in opstand was gekomen te
gen" de plaatselijke autoriteiten, te ont
wapenen. Toen de gendarmen de plaats
naderden, werden zij van alle kanten met
geweervuur ontvangen. De geheele pa
trouille, bestaande uit 12 man, werd ge
dood. Militairen zullen naar de streek
gezonden worden. Volgens nadere berich
ten van andere zijden zouden de onlusten
in Zuid-Servië een ernstiger karakter heb
ben aangenomen.
De Vlootwet.
Naar de N. R. ,C. uit parlementaire
kringen verneemt, wordt ter rechterzijde
in de Tweede Kamer verwacht, dat van
tie R.-K. fractie tenslotte alleen de hee
ren Bomans, .Bulten en Kuiper tegen de
Vlootwet zullen stemmen. De heer van
Schaik, die ernstige kritiek op hetont
werp heeft uitgeoefend, maar zich zijn
definitief oordeel voorbehouden heeft in
afwachting van de argumenten der re
geering, zal, naar wordt aangenomen, toch
nog vóór-stemmen. Men rekent erop, dat
zijn voorbeeld ook andere twijfelaars in
zijn fractie de zijde der regeering zal doen
kiezen.
De Jachtwet.
Op een vraag van liet lid der Tweede
Kamer, den heer Braat, betreffende het
tijdstip van inwerkingtreding der nieuwe
Jachtwet, heeft de minister van binnen-
landsche zaken en landbouw geantwoord:
Ten einde de voorschriften ter uitvoering
van de Jachtwet 1923 te kunnen doen
ontwerpen, is liet advies gevraagd yan
verschillende, organisaties op het gebied
van den land- en tuinbouw en van de
jacht en ten aanzien van enkele speciale
punten ook van andere deskundige Ver-
eenigingen. Zoodra deze adviezen zullen
zijn ingekomen en de uitvoeringsvoor
schriften zullen zijn vastgesteld, zal de
datum van inwerkingtreding der wet wor
den bepaald. Naar alle waarschijnlijkheid
zal deze inwerkingtreding in het begin
van het volgend jaar kunnen worden ge
steld.
Lijkverbranding.
Op vragen van het Jid der Tweede
Kamer den heer Scheurer, betreffende
vertegenwoordiging der regeering bij de
verbranding van het stoffelijk overschot
van wijlen mr A. ,T. Cnoop Koopmans,
heeft de minister van Waterstaat geant
woord, dat op het oogenblik, waarop hij
besloot zich bij de uitvaart van wijlen
mr Cnoop Koopmans te doen Vertegen
woordigen, niet bekend was, dat verbran
ding van het stoffelijk overschot zou
plaats vinden. Eerst toen deze had plaat»
gehad, heeft hij er uit de dagbladen ken
nis van genomen.
Het onwaardige verzinsel.
Het Vaderland handhaaft haar be
richt (in zake de regeering en de Chrj
protestantsche clubs bij eventueel met
Boomsche hulp te gebeuren verwerping
der vlootwet) behoudens één punt: de
mededeeling van den minister heeft niet
Vrijdag maar Donderdag plaats gehad; en
voegt er aan toe: „ook ware het formeel
juister geweest om te spreken van: t
de zienswijze van den Premier die ter
kennis van de Roomscli-Kathölieke Ka
merclub is gebracht".
De Nederlander daarentegen noemt
alles wat Het Vaderland schrijft on
waarheid.
Zij constateert als „onwaarheid":
Eerste onwaarheid: „Minister
Ruys de Beerenbrouck deed een mede
deeling aan de Roomsch-Katholieke Ka
merclub."
Tweede onwaarheid: „De verte
genwoordigers der Anti-revolutionaire en
Christelijk-historische partijen deden een
mededeeling aan den President-Minister."
Derde onwaarheid: „De Presi
dent-Minister sprak zich uit over de mo
gelijkheid of onmogelijkheid van de vor
ming van een nieuw Rechtsch Kabinet
na mogelijke verwerping van het ontwerp-
Vlootwet."
Vierde onwaarheid: „Deze rr^p-
dedeelingen van Minister Ruys maakten
Vrijdag 1.1. een onderwerp van beraad
slaging uit in de vergadering van de
Roomsch-Katholieke Kamer club."
En als „de naakte waarheid":
lo. Minister Ruys de Beerenbrouck
heeft oijer de Vlootwet geen enjcele mede
deeling 'aan de Katholieke Kamerclub ge
daan.
2o. Noch namens de Partijbesturen
noch namens de Kamerclubs, der A.-R.
Partij of der Chr.-Hist. Unie is eenige
mededeeling, in verband met de Vlootwet,
tot den Minister gericht.
3o. De Minister Ruys de Beerenbrouck
sprak zich in geen enkelen vorm uit over
mogelijkheden omtrent Kabinetsformee-
ring in de toekomst.
4o. De Roomsch-Katholieke Kamerclub
hield Vrijdag 1.1. geen vergadering.
Gelijk uit bovenstaande blijkt, heeft de
delinquent de juistheid van punt 4o er
kend, doch houdt op de drie overige
punten haar zienswijze vol; zulks op ge
zag van haar Roomschen zegsman, die,
gesteld dat zijn mededeelingen juist zijn,
de vieze Judasrol heeft gespeeld.
Onnoodig te zeggen, dat wij voorloopig
de tegenspraak van „De Nederlander" en
haar zegslieden (waarschijnlijk ministers
en Kamerleden) hooger stellen dan de
volgehouden tendentieuze beweringen van
den praatvaar van „Het Vaderland" en zijn
onbekenden Katholiek!
De leugen.
Maar hoe kwam deze leugen toch in
de wereld?
„De Nederlander" geeft op deze vraag
het volgende antwoord:
„Het kabinet-Ruvs ten val te brengen
is het begeerlijk wit. Zoo slechts een
tiental Roomsche. Kamerleden hun stem
uitbrachten tegen de Vlootwet, zoo ware
dit wit getroffen. Daartoe te geraken is