\o 16 Donderdag 18 October 1923 38e Jaargang INDIEN UW MAAG U PIJN DOET. PROBEERT DIT. Siaten-Generaal. AART DE MESMAAKER, FEUILLETON» DE BUSSCHIETER VAN MIDDELBURG. Gemeenteraad van Goes. Drukkers-Exploitanten OOSTERBAAN LE COINTRE GOES Bureaux: Lange Vorststraat 6870, Goes Tel.: Redactie no. 11; Administratie no. 58 Postrekening No. 36000. Bijkantoor te Middelburg: Firma F. P. DHUIJ, L. Burg. Tel. no. 259 VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG. Abonnementsprijs: Per 3 maanden, franco per post, f 3. Losse nummersf 0.05 Prijs der Advertentiën: 14 regels f 1.20, elke regel meer 30 oit. Bij abonnement belangrijke korting. Tweede Kamer. Ter wille van de vele liaadsver slagen in dit nummer moet ons Ka meroverzicht vandaag kort zijn. Van rechts voerden gisteren drie sprekers het, woord over de Vlootwet, nl. de heeren Romans (R.-K.), v. d. Voort v. Zijp (A. R.) en bnoeck Henke- mans' (C. H.). De beide taats-ten ver dedigden hel ontwerp, maar de eer ste ontpopte zich, gelijk van dezen z.g.n. democratischen Roomsch-Katho- liek wel te verwachten was, als een tegenstander. Er is nu eenmaal onder de Roomsöhen, ook onder de Kamer leden. een groep, die in de wande ling als de „rooie Roomscihen" wordt betiteld. Dhr Bomans heeft al meer malen getoond in militaire zaken een eigen standpunt in te nemen. Zijn marine-ideaal is: de marine in Ne derland als onderdeel der kustverde diging en voor deze laatste (de ma rine dus incluis) een jaarliiksch bud get van plus minus 20 millioen. Aan gezien de marinebegrooting voor Ne- nèrland alleen reeds 't dubbele hiervan overschrijdt en de Vlootwet dit bedrag voor een' reeks van jaren wil vastleg gen, ziet de heer Bomans geen kans aan' de wet zijn stem te geven. De socialisten waren natuurlijk blij uit den Roömschen hoek zulk een geluid (e hooren. Zooals we zeiden, verdedigden de heeren Snoeck Henkemans en v. d. Voort v. Zijp het ontwerp. De eerste trad vooral in een bestrijding van de overdreven becijferingen van den heer Dresselhuys en diens „eeuwigduren- den vioolbouw". Ook toonde hij aan, dal men in Indië blij zou zijn, als er eindelijk eens een vloot kwam, die dien na,am waard is. De beslissing, die thans zal worden genomen, is van zeer groot belang bok voor de toekomst. Wie tegen stemt, weet niet wat voor plannen ons in de loekomst zullen worden voorgelegd. Met verwerping zou onze koloniale positie een einde nemen. Dhr v. d. Voort v. Zijp onderwierp vooral de socialistische actie aan scherpe critiek. Het gaat met deze actie als met de actie, loen de anti- revolutiewet in de Kamer kwam! Het zal wel net zoo kalm afloopen als met die volksbeweging. De sociaal democraten in Indië denken er anders over dan hier. Daar ziet men het na derend gevaar en doet men wat men kanhier blijkt men dat verantwoor delijkheidsbesef niet te bezitten. Geen wonder, dat het interrupties regende onder deze rede. De held Hugenholtz riep o.a.„We hebben al genoeg mil- iioenen uitgegeven voor die blaaska kerij Mej. v. Dorp, die zwaar verkouden was, deelde mede, fe zullen tegen stemmen. Zij acht deze halve vloot beslist onvoldoende voor de defensie. Mej. Groeneweg hield een echte mee ting-speech tegen de Vlootwet, ver heerlijkte het petitionnement en meen de; dat ook de rechtsclie, zelfs de Gereformeerde vrouwen tegen de Vlootwet zijn. Ook onder ha,ar rede knetterde het interruptie-vuurtje. I I i i i ill-!!'". Een vernaai tijdens het beleg van Middelburg door de Watergeuzen. (1572—1574). door CHR. HONDIUS. (Auteursrecht voorbehouden.) 11). Maar nu richtte hij zijn boot naar de vloot en vraagt naar zijn stadgenoot Tres long en wordt door dezen naar den admi raal Lumey gebracht. In den moedigen schipper zagen de Geu zen spoedig den man, die hen in Den Briel kon brengen en met Treslongs zegelring als geloofsbrief bij zich, wordt hij .naai den Baad gezonden om de overgave van de stad te eischen. Mes zou niets te vreezen hebben: de Watergeuzen kwamen om hen te verlossen van Alva's dwingelandij en den tienden penning. Naar Koppelstok meldde, was de vloot met 5000 koppen bemand. De Vroedschap was radeloos; men was wel gezind om eenigen hunner naar de Geuzen af te vaardigen, maar niemand had den moed daartoe. Eindelijk verklaarden twee leden zich (Slot.) Betreffende den vleeschkeurihgsdienst deelt dhr. v. d. Bout nog het volgende mede Het aantal keuringen over 8 maanden bedroegrunderen 729, varkens 11.80, paarde.i 119, veulens 62, geiten 23,'scha pen 75, kalveren 182, wat neerkomt op 3003 keuringen por jaar. Daarbij komen nog de administratieve werkzaamheden. Dhr. Goedb'.oed is dankbaar voor deze cijfers, maar het spijt hem, dat die niet eerdei- ter beschikking van de Raadsleden zijn gesteld. Daarom stelt spr. aanhouding voor, om alles nog eens rustig te bezien. Dhr. v. d. Bout meent, dat dhr. Goed- bloed wel gerust kan zijn. De buitenge meenten gaan in den regel niet over ijs van één nacht eu die keurden dit voor stel Toch ook goed. De voorz. heeft be zwaar tegen aanhouding. Dhr. Goedbloed zou willen weten, wat de directeur en wat de keurmeester precies doet. Ook dhr. v. Melle is niet in staat hierover goed te oordeelen. Er wordt door de slagers veel geklaagd over het te hooge traktement van den directeur. Ook dhr. Vicnings acht, dat het door B. en Wi. verspreide licht niet voldoende is. Voortdurend warden' de geruchten hardnekkiger, dat de directeur veel te weinig doet vooir zijn salaris. Meer gegevens hadden juist die geruch ten kunnen bevestigen of weerspreken. Ook aan de vaste aanstelling kan spr. zijn stem nog niet geven. Dhr. Goedbloed stelt dan voor dit voorstel te renvoyeeren naar B. en W. met verzoek om meer inlichtingen. Dit voorstel wordt aange nomen met 7 tegen 4 st. (tegen dhrn v. d. Bout, v. Bommel v. Vloten, Flink, de Looff). Dhr. Eckhardt trekt zijn voor stel in. Het voorstel van B. en W. wordt dus aangehouden, evenals het volgende punt, n.l. een: Voorstel tot het verleenen eener vaste aanstelling aan den directeur-veearts van den keuringsdienst van vee en vleesch. 10. Voorstel tot het toekennen eener gratificatie van f 25 aan den agent van politie P. Zandee. De fin. commissie betreurt het, dat het toekennen van een gratificatie bij het 25- jarig ambtsjubileum van een gemeente ambtenaar in den vorm van een vast bedrag, gewoonte is geworden. Men komt daardoor lot de consequentie, dat ook aan een slecht ambtenaar deze gratifica tie wordt toegekend. De mate van waar- deei'ing van een ambtenaar hij zijn 25- jarige ambtsjubileum komt bovendien door het geven van een vast bedrag in het geheel niet tot uiting. Indien de wijze waarop door een ambtenaar zijn plicht gedurende 25 jaar wordt waargenomen aanleiding geeft tot een huldiging, kan voor ieder geval afzonderlijk door de hul digende personen bepaald worden in wel ken yorm de huldiging plaats dient te hebben. Voor het onderhavige geval heeft de financieele commissie geen "bezwaar tegen het toekennen van de gratificatie, vooral omdat deze volgens de couranten berichten reeds in uitzicht is gesteld. Dhr. Labrijn dringt er nog eens op aan, van deze gratificaties niet langer een gewoonte te maken. Dan „wordt het een verkapte loonsverliooging. Het voor stel wordt aangenomen. (Reeds in een gedeelte der vorige oplaag geplaatst.) VoorloDpige vaststelling der gemecn- bereid buiten de poort te gaan om met Lumey te overleggen. Zij ontvingen van Lumey den eisch om de stad 'binnen twee uren over te geven. Intusschen was het- van ongeduld bran dende volk uit de schepen aan land ge- gekomen en trok' met vliegende vaandels op de stad aan. Terwijl dit aan de Noordpoort geschied de, vluchtten de burgers door de Zuid- poort uit de stad. Doch cak daarheen begaf zich een deel der Geuzen onder Treslong) om "de vluch tenden fe stuiten. Terwij! steeds het antwoord der Vroed schap uitbleef, hadden de Watergeuzen allerlei brandstof bij de Noordpoort op gestapeld en in brand gestoken, maar aan gezien de vlammen de poort niet vlug genoeg openden, werd deze door een mast open gerammeid. Al "ras stond ook de Zuidpoort in brand, maar inu gaf de Vroedschap toe en opende de poorten voor de Geuzen, die des avonds tusschen 8 en 9 uur meester van de stad waren. Niemand der burgers was gedood en de brand was spoedig gebluscht". Men kan zich voorstellen, dat dit ver haal met belangstelling werd aangehoord en tot drukke gesprekken aanleiding gaf. Op de meeste aanwezigen maakt het gerucht blijkbaar een gunstigen indruk, U-rekening over 1922 niet do bijbehooren- de bed rijf srekeningen Dhr. Labiijn wil. namens de finan cieele commissie, aan de schriftelijke be let-. omvingen dezer commissie nog een en ander toevoegen. De gemeentelijke! directe belastingen op liet inkomen te Goes zijn thans gestegen toe boven het peil van Middelburg en komen de legen darisch Uooge 'tarieven van Vlissingen zeer naLij. Die tarieven van Dien Haag, Rotterdam en hot goedkoopere deal van Amsterdam laten de Goesche tarieven reeds ver achter zich, terwijl het bekend hooge tarief van Utrecht bijna bereikt is. Rekent men met de opcenten, die Goes op de grondbelasting, enz. heft, en met de hooge opcenten der provincie, dan kan men zonder overdrijving zeggen, dat de belastingdruk hier onevenredig zwaan, is. Die inkomens van een deel der burge rij gaan in dalende lijn, terwijl de ge meenteuitgaven zich in tegenovergestelde richting bewegen, waarvan Spr. de vol gende voorbeelden geeft: In 1912 werd uitgegeven voor het personeel, dat den secretaris bijstaat f3050, in 1921 f16990; voor het geheele gemeentebestuur in 1912 f 11665, in 1921 f38322, voor de politie in 191.2 f6875, in 1921 f31045. In 191.2 waren er 8 agenten, in 1921 16 agenten. Ook de gemeentelijke garanties voor den woningbouw kunnen, als de inkomens en daardoor de huren blijven dalen, nog verrassingen brengen. Gaan we dan ook voort op- den ingeslagen weg, dan komt er een noodtoestand, zoo die reeds niet is ingetreden. Op blz. 14 van hel sympathieke recla meboekje voor Goes wordt gezegd, dat men voortdurend streeft Goes als woon plaats aantrekkelijk te maken. Indien dit ook de meening van het college van B. en W. is, dan heeft Spr. respect voor dit gezonde optimisme, maar dit neemt niet weg, dat wanneer iemand zich in een bepaalde plaats wil gaan vestigen, hij het eerst vraagt: hoe staat het daar met de belasting? Is die hoog, dan vestigt men zich er niet, ook al is die plaats aog zoo aantrekkelijk. Naar aanleiding van een voorloop'ig onderhoud tusschen de financieele com missie en B. en W. kreeg de eerste den in druk, dat B. en W. het rapport dei- commissie als een onvriendelijke daad, als een uitdaging beschouwden. Daarente gen wil de commissie in 't openbaar veiklaren, dat niets minder juist is dan een dergelijke opvatting. Die commissie waardeert hoogelijk den arbeid en de voortvarendheid van B. en W., maar vraagt of nu' krachtige zelfbeperking niet meer geboden is dan voortvarend heid Ener.giek moet er over de geheele lijn worden bezuinigd en de commssiie acht het haar duren plicht het geheele gemeentebestuur grondig te loeren kennen en de mogelijkheid van versobering te overwegen. Daartoe dringt de nood en daartoe doet zij een ernstig beroep op B. en W„ de zuster-commissies en de hoofdambtenaren der gemeente. De com missie werp't deze allen niet den hand schoen toe, maar steekt de vriendenhand uit in de hoop, dat die zal worden, gegrepen. Dhr. Vienings prijst het in de fin. com missie, dat zij zoo haar taak opvat en dat zij speurt naar bezuinigingsmogelijkheden, maar toch denkt spr. aan het spreek woord: De jongste schepenen vellen de zwaarste vonnissen. De conclusie der fin- al durfden zij dit niet openlijk te laten blijken. Dan, opeens werd de aandacht afgeleid door het geluid van een ruiter, die in volle galop van den Vlissingschen weg naderde en in de richting der stadspoort rende. Het paard schuimbekte en toch scheen het den berijder nog niet vlug genoeg te gaan, want steeds dreef hij het dier tot meerderen spoed aan. Die dolle haast van dezen ruiter bleef niet onopgemerkt bij de bezoekers der taveerne: sommigen ijlden de deur uit om hem na te pogen, maar het mocht hun niet gelukken hunne iiieuwsgierigheid be vredigd te zien. Zonder den portier eenig naricht om trent zijn komst te verstrekken, was de ruiter de stad binnengereden. Maar nog méér steeg de verbazing der iaanwezigen in „De gouden Helm", toen zich korten tijd daarna op 'de houten poort-brug wederom het geluid van na derende ruiters deed hooren. Te midden van eenige gewapende rui ters herkende men al 'ras den gouverneur van Zeeland, heer Antonie van'Bourgondië Heer van Wacken§, die zich in allerijl naar Vlissingen begaf. Dat deze tocht in verband stond met den koerier, die kort geleden in haastigen draf de stad was binnengereden, liet zich bevroeden. Maar niet lang behoefde men in on- commissie had minder categorisch moe ten zijn. Ze heeft niet voldoende de koor den van het verleden in handen. Ook wijst spr. op de vele lasten, door liet rijk op de gemeenten geschoven. Spr. betreurt het, dat reeds een bericht in de N. R. C. heeft gestaan, naar aanleiding van het voorloopig rapport der fin. com missie, welk bericht niet anders dan on gunstig werken kan, terwijl toch het oor deel der commissie nog slechts voor loopig is. Men vestigt zoo een opinie naar huiten omtrent Goes, die ongunstig is. Waar is de belasting tegenwoordig niet hoog, vraagt spr. Ja, er zijn wel gemeenten van ongeveer gelijke grootte, waar de belastingen veel hooger zijn. Spr. denkt aan Edam en Wageningen. Men moet niet alleen wat cijfers naast elkaar zetten, men moet ze ook weten te ver klaren. In sommige opzichten is Goes toch ook weer niet duur. B.v. de cokes en het gas kosten veel minder dan in Rotterdam. Daarom acht spr. de conclusie in het rapport te categorisch en te boud, vooral voor een commissie, die voor 't meerendeel uit nieuwgekozen Raadsleden bestaat. Dhr. Goedbloed nam ctok met groote belangstelling kennis van het rapport dei- fin. com. Vooraf wil spr. zeggen, dal men aan hel berichtje in de N. R. Ct, niet te groote waarde moet toekennen en men mag ei- zeker de fin. comra. geen verwijt van maken. Verder meent spil-, dat de beschouwingen der fin. commissie wellicht daarom zoo donker gekleurd zijn, omdat juist dit jaar de gemeentelijke belasting moest verhoogd worden. Een vorig jaar zou de fin. cojmm. niet zoo geschreven hebben. Spif. gteeft tenslotte de fin. comm. in overweging het voorstel betreffende de ptensioenkorting tijdig bij B. en W. om pirae-advies in te dienen. Dan, kan het gelijk met de begrooting behandeld worden. Maar tocli wil Spr. er aan herinneren, dat deze kwestie ook het vorig jaar besproken is. Dhr. Crucq meent, dat men met deze discussies vooruit loopt op de begrooting. Daarom acht hij het rapport der fin. com. voorbarig. Zeker, de belastingen zijn te hoog, maai' percentsgewijze betalen de werkmensche» meer belasting dan zij, die een groot inkoimen hebben. Er is niet genoeg progressie in de belasting. En wat de piensioenfcorting aangaat, merkt spr. op, dat het tegenwoordige personeel aangenomen is op .voorwaarde vari premievrij pensioen. En wat de groote uitgaven betreft, zegt Spr., datemen voor werkloosheidsbestrijding geen geld over had. Die werken, die men liet uit voeren, waren hoog noodig. Dhr. Labrijin wil nog opmerken, dat men den druk der belastingen wel kennen kan, ook al is men jeugdig raadslid. Verder deelt Spr. mede, dat de fin co man. vóór de indiening' dei begrooting een voorstel zal doen betreffende pensioen- k o r t i n g. Weth. v. d. Bout merkt o-pt, dat do belastingen in heel Nederland hoog zijn Dat Goes zoo bijzonder duur is, is niel juist.'Bijzonder iaag zijn de belastingen wel niet, doch aan statistieken word! door sommigen te veel waarde gehecht Van de nooduitkeering van het Rijk over 1923 zullen alleen trekken die gemeenten, welke een hoog belastingpercentage hef fen. Waar nu Goes waarschijnlijk niets krijgt (het staat nog beneden die gtens), is de belasting dus hier nog zoo hoog niet zekerheid te verkeeren. Terwijl men zich nog verdiepte in al lerlei gissingen, wordt eensklaps de deur der herberg geopend en Rvee mannen, die blijkbaar geen onbekenden waren, tra den binnen en zetten zich op schabellen nabij de tafel. „Twee kannen Brabantsch", klonk 'het bevel van één hunner, die zich het zweet van het gelaat wischte. Aller oogen waren op hen gevestigd. Inmiddels had Ewouts twee kroezen met schuimend bier voor hen geplaatst en na dat zij zich met een teug van het frissche vocht gelaafd hadden, waagde het één der aanwezigen een gesprek met hen aan te vangen. „Ge schijnt een haastigen tocht gemaakt te hebben; daarvoor moet wel een buiten gewone oorzaak bestaan op een feestdag als dezen, jiu ieder zijn dagelijksch werk laat rusten". „Daarvan zult ge spoedig meer hooren" klonk het antwoord, „maar ik moë't u ra den op uw hoede te zijn, want te Vlissin gen gebeuren wonderlijke dingen". Men kan begrijpen^ dat de nieuwsgierig heid door deze woorden ten zeerste werd opgewekt. Al spoedig had zich een kring van manneln rondom de beide varensgezellen gevormd en nadat de spreker van zooi- even den beker geheel'geledigd'had, be gon hij: Indien U lijdt aan dyspepsia, slechte spijsvertering, pijn na het gebruik van voedsel, maagontsteking, liartbranding of aan welke andere maag-aandoening ook, welke het gevolg is van aciditeit of van gisting van het voedsel en meer dan negentig percent van alle maag-aandoenin gen zijn het gevolg dezer oorzaken be geeft U dan naar Uw apotheker en schaft U een flacon zuiver Gebismureerd Magnesium aan. Wanneer U dan weder voedsel nut tigt of pijn in Uw maag opmerkt, gebruikt dan een half theelepeltje van dit middel in een beetje warm water en let dan eens op, hoe snel alle pijn en ongemak verdwijnen. Scheikundigen verklaren dat het bijna onveranderlijke succes van dit mid del te wijten is aan het feit dat doot Gebismureerd Magnesium het overmatig, zuur onmiddellijk onschadelijk wordt ge maakt en 'de gisting van het voedsel onmiddellijk wordt gestuit en zoodoende een gezonde, natuurlijke spijsvertering wordt, bevorderd. Daar het beslist onscha delijk en goedkoop is, behoort dit een voudig geneesmiddel in voorraad te wor den gehouden door alle personen die zuinigheid wenschen te vereenigen mét goede gezondheid. Weigert allo vervangingsmiddelen. Let er op dat gij het echte Gebismureerd Magnesium krijgt. Op de pensioenkorting zal spr. nu niet dmpi ingaan, maar Spr. is er niet voor, de groote uitgaven door een zekere groep van menschen te laten betalen. Dhr. Vienings heeft de fin. com. geen verwijt gemaakt van het bericht in de N. R. Ct„ maar betreurt het alleen, dat zooiets voorbarigs de rondte doet De voorz. wil alleen dit zeggen, dal het werkelijk bezwaarlijk gaat, een ver gelijking te treffen Jcusschen 1912 en 1921; zulk een vergelijking is niet ta maken, omdat sinds 1912 het werkmeei dan verdubbeld is. Spr geeft de fin. corn, in overweging, niet met voorstellen t6 komen, 'tvóór ze de ontwerp-begrooting heeft ingezien. Op een vraag van den heer Labrijn zegt de voorz., dat het drukken van hel gemeente-verslag dit jaar nog moet door gaan, omdat de opdracht reeds naar den drukker is. Hierna wordt de gemeente* rekening goedgekeurd. Bij1 de rondvraag ko-mt dhr Vienings te weten, dat de wijziging in de Bouw verordening nog steeds bij de gezond heidscommissie is. die reeds een enkele maal hiervoor aangepord is. Dhr Goed bloed wijst op den hinder, door de markt kooplieden ondervonden van het circus, dat wegens staking niet op tijd vertrok. Spr igeeft B. en W|. in overweging, in het contract voortaan een boetebeding voor dergelijke gevallen op te nemen of zulk een inrichting een andere plaats te geven. Verder vraagt dhr Goedbloed, of B. en Wt de kwestie van de electrificatie reeds in studie hebben genomen (verwonderde uitroepen van weth. v. d. Bout) Diie zaak is toch van groote beteekem's, gezien de persartikelen hierover geschreven. Kan et „Dat Den Briel door de Geuzen veroverd is. zal u allen zeker reeds bekend zijn, maar dat ook Vlissingen het voorbeeld van Den Briel heeft gevolgd, zal zeker nieuws voor u wezen". „Zijn de Geuzen te Vlissingen?" vroeg men als uit één mond. „Dat juist niet, malar Vlissingen is bij de Geuzen". „Maar val mij" niet in de réde, en 'Iaat mij vertellen, wat we gezien hebben. Toen we heden ochtend van 'Sluis ko mende de haven van Vlissingen wilden binnenzeilen, ontwaarden we op den wal een buitengewone drukte. Een groote menigte volks had zich bij het rondeel verzameld en tuurde naar een vloot van 17 Spaansche schepten, die Ter reede gekomen was en ztich evenals wij: gereed maakten de haven binnen te zeilen. Aan wal gekomen, bemerkten wij al spoedig, wat er gaande was. Diaar bevond zich een groote menigte volks, die toegesproken werd door een edelman, Heer van Cuijck, onlangs uit Brielle aldaar aangekomen. Hij verhaalde hetgeen in Dien Briel ge schied was en ried den Vlissingers, dit voorbeeld te volgen, terwijl hij waarschuw de voor het gevaar, dat de stad bedreig de, indien men de Spanjaarden toestond binnen 'te komen. '■(Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1923 | | pagina 1