Uit de Provincie. Kerknieuws. Ingezonden Stukken. Leestafel. Land- en Tuinbouw. keurig en moet die dus verkregen hebben of bemachtigd van iemand, die in nauwe betrekking staat tot de examencommissie. D(e bezuiniging. Op last van den minister van Justitie is aan de tewerkgestelde arbeiders aan de rijkswerkinrichtingen te Veenhuizen het werk opgezegd. Wegens bezuiniging zullen de verdere werkzaamheden aan gedetineer den worden opgedragen, terwijl de fabrieks arbeid tijdelijk zal worden stopgezet, Subsidie- en salaris vermindering. Volgens de „N. R. Grt" zal aan instel lingen, welke uit 'sRlijiks schatkist sub sidie genieten, door de regeering de eisch worden gesteld, van 1 Jan. 1924 af de salarissen van het personeel dier instel lingen op dezelfde wijze te verminderen als waartoe voor de rijksambtenaren is be sloten. De subsidiebedragen zullen dan met- het bedrag der 10 pet salarisvermindering worden verminderd. A1 k m a a r 's ontzet-feesten. Het was gister 350 jaar geleden, dat bij Alkmaar de victorie begon. Drie en een halve eeuw zijn verloopen, toen Alva op den 8sten October 1573 voor het eerst zijn hoofd stootte voor de muren van het stadje in het noorderkwartier. Zutphen en Naarden moesten hun poorten openen voor den Spaanschen landvoogd en ondergingen een vreeselijk lot. Haarlem hield lang stand maar moest zich tenslotte ook overgeven. Maar Alkmaar hield den strijd vol, den vreeselijken, strijd, aangevoerd door man nen als burgemeester Ploris van Teylin- gen, Dirk .Duivel, Ruichaver en Labelian bij Alkmaar begint de victorie! Dit jaar was het de Koninklijke Marine kapel uit Den Helder, wier muziek in de vroegte door Alkmaar's straten daverde. Een koor van vijfhonderd jongens en meis jes zong vaderlandsche liederen. Tegen half tien begaven vele Alkmaar- ders zich naar de Groote Kerk, waar een- herdenkings-godsdienstoefening plaats had die geleid werd door Minister Dr J. Th. de Visser. Na den kerkdienst begaven zich velen in de richting van het station of schaar den zich langs de straten, waardoor de Koningin na ha:ar aankomst in Alkmaar zou rijden. Om 11 uur stoomde de salon- trein van de Koningin het station binnen. Op het perron werden Hare Majesteit en Z.K.H. Prins Hendrik ontvangen door den burgemeester. Zoodra de vorstelijke gas ten het- stationsplein betraden, werden zij toegejuicht dooi' de wachtende menigte. In de Spoorstraat werden de Koninklijke bezoekers toegejuicht door de Alkmaarsche schoolkinderen, die daar opgesteld ston den. En overal verder langs den weg ston den vele menschen, die de Koningin toe juichten. Om ongeveer half twee hadden velen zich weer langs den weg geschaard. Want de Koningin reed naar het gemeentelijk' Sportpark, waar een Riddertournooi zou plaats vinden. De Koningin volgde met belangstelling de spelen. D1 a. t kan mooi worden. Uit Den Haag wordt bericht, dat er bij het afdeelingsonderzoek van de Staats- begrooting zeer uitvoerige beschouwingen zijn gehouden. In een der afdeelingen waren de gehouden redevoeringen zoo uit voerig, dat .deze afdeeling met het onder zoek niet is gereedgekomen en dit onder- Zoek deze week zal worden voortgezet. On getwijfeld mag men dit tot nu toe niet voorgekomen feit als een aanwijzing be schouwen, dat ook de openbare debatten zeer langdurig zullen zijn. Arme stenografen! Slachtoffers van de komende .spreekwoede. Jaarlijks een millioen verspild. Jaarlijks zou ongeveer een millioen ver loren gaan, doordat de werkgevers mee- rendeels (naar schatting voor driekwart) verzuimen de loonlijsten en rentekaart-en bij de Raden van Arbeid in te leveren. De heeren Walraven Roissevain, vice-voor- zitter der Ned. Mij voor Nijverheid en Handel; P. H. van Groningen, voorzitter van het Departement Deventer dier Mij en G. S. de Glërq, algemeen secretaris, hebben den Raden van Arbeid hun mede werking toegezegd, ten einde te verkrij gen, dat aan deze geldverspilling een einde komt. („Vad.") Allerlei. De HollandAmerikalijn te Rotterdam en de Red Star Line aldaar, hebben een overeenkomst van belangen aangegaan, waarbij overeengekomen is, dat ze om de beurt wekelijks zullen uitvaren, daar een wekelijksche afvaart uit ieder der beide havens niet .voldoende winstgevend blijkt te zijn. Nog deze maand, op 20 of 22 October, zal de electrisohe lijn SittardHeerlen officieel worden geopend. Het is de eerste electrische lijn in Limburg. Naar wij vernemen is de heer Henri ter Hall, algevaardigde van den Vrijheidsbond ter Tweede Kamer, herstellende van een ernstige ziekte, een hartaiandoening, welke nog tot voor enkele dagen voor zijn leven heeft doen vreezen. Een gelukkige keer geeft thans hoop op herstel, al is de lijder voorloopig! nog volstrekte rust voorge schreven. Bij koninklijk besluit is aan den hoofdcommissaris van politie te Middel burg, den heer A. ten Harmsen v. d. Beek met ingang van 1 Jan. a.s. eervol ont slag verleend op zijn verzoek als zoo danig. Met ingang van 15 dezer worden de luitenants ter zee 2e klasse W1 F. H. Backer en J. Callenfels geplaatst bij de onderzeedienstkazerne te Willemsoord en H. T. de Booy aan boord van de Z 4. Ter openbare terechtzitting voor burgerlijke zaken der rechtbank te Mid delburg van gisteren, werd de heer Mr J. Erasmus, wonende te Oostburg, be- eedigd als advocaat en procureur bij die rechtbank. Zondag is, 78 jaar oud, overleden de heer Henricus Mattheus Horrix, kunst schilder te Den Haag. De heer Horrix heeft menig zomerseizoen op Zuid-Beve land doorgebracht, voornamelijk te We- meldinge, aan welks omgeving verschil lende schilderstukjes van hem hier en in het buitenland herinneren. De voorgenomen verplaat sing der Marine. Maandagavond hield de vereeniging „Vlissingen Vooruit" te Vlissingen een vergadering, waarin be sproken werd de aangekondigde verplaat sing van de marine van uit Vlissingen. Aangenomen werd de volgende motie: Gezien de dagbladberichten, dat het in de bedoeling der regeering zou liggen om de marine uit Vlissingen terug te trekken; overwegende dat Vlissingen is het be langrijkst strategische punt van Neder land, wat betreft de handhaving van de neutraliteit, zooals ook weder ten duide lijkste is gebleken in den laatsten wereld oorlog, toen een zeer groot deel van de Nederlandsche vloot te Vlissingen werd samengetrokken; overwegende dat de ha ven van Vlissingen1 volop gelegenheid geeft voor het stationeeren van oorlogs schepen, dat de zeegaten, die naar die haven leiden in alle opzichten het veilig in- en uitloopen van schepen verzekeren, en bij uitstek geschikt zijn voor het hou den van oefeningen; overwegende dat ten dienste van de marine te Vlissingen voor vele duizenden guldens is verbouwd; overwegende dat de aanwezigheid van de werf- en machinefabriek der Kon. Mij. „de Schelde" een spoedig herstel van aan de oorlogsschepen voorkomende man kementen verzekert; overwegende dat in Vlissingen ruimschoots plaats is A-oor goede woningen voor officieren en min deren; overwegende dat uit de statistiek blijkt dat Vlissingen een der gezondste plaatsen van Nederland is, Avaardoor de gezondheidstoestand van het marineper soneel in hooge mate wordt gewaarborgd; spreekt als haar meening uit, dat Vlis singen behoort te worden behouden als een belangrijk marinestation en .dat eer der vermeerdering dan vermindering van de vloot te Vlissingen wenschelijk is; verzoekt de regeering eerbiedig, van de voorgenomen verplaatsing af te zien. Vlissingen. Zondagavond is tijdens de afwezigheid der bewoners ingebroken in een woning in de St. Jacobstraat. Met een valschen sleutel heeft men zich toe gang verschaft tot een kast, en daaruit geld ontvreemd. De politie stelde in de omgeving op daken en in pakhuizen een onderzoek in, zonder het geAvenschte re sultaat echter. Hansweert. Bij het gehouden examen voor commies-verificateur slaagde onze vroegere dorpsgenoo't dhr. A. den Hol lander. Ellewoutsdijk. Gisterenavond vergader de de gemeenteraad voltallig. Na de le zing der notulen brengt dhr. Meulenberg een kleine rectificatie aan in verband met een door hem genoemd benoeanings- geval, dat zich te Wolf aartsdijk zou heb ben voorgedaan. Hij heeft zich hierin ©enigszins vergist. Dhr. Meulenberg zegt, dat nog resten de notulen van 30 Au gustus, zijnde de laatste vergadering van tden ouden raad. Die voorz. zegt, dat deze raad niet over die notulen kan oordeelen. Kunnen B. en W[. deze notulen niet vast stellen? Dhr. Meulenherg vraagt, hoe dat in an dere gemeenten geschiedt. De voorz. zegt, dat hem dit onbekend is. Hij Avil de no tulen wel doen voorlezen, maar deze raad kan er niet over oordeelen. Bedoel de notulen Avorden alsnog gelezen. De voorz. zegt niet te kunnen vragen, ,of iemand aan- of optaerkingen heeft. Dhr. Meulenherg wil er toch wel Avat van zeg gen en wel betreffende het gezegde over de sollicitatie van den heer Jansen Ver plante. D'aar wordt een conclusie in ge trokken, die er niet in thuis hoort, als zou spr. toen in gebreke gebleven zijn, de be weringen van den voorzitter te weer leggen. De voorz. resumeert deze geschiedenis. Sp'r. is zich niet bewust over dhr. Jansen Verplante iets gezegd of geschreven te hebben in strijd met de waarheid. Dhr Meulenherg zegt: dit heb ik ook nooit beweerd. De voorz. antwoordt: die in- drujr is toch gevestigd. Dhr. Meulenherg zegt: met indrukken 'moet men altijd voorzichtig zijn. En wat een onderhoud met den burgemeester van Kap'elle betreft, hij heeft dezen zeker in geen twee jaar gesproken. De A-oorz. zegt, dat dan toch in 't verslag in „De Zeeuw" hem iets is aangewreven, dat in strijd is met de waarheid. Het ambt is door Spr. nooit misbruikt om iemand in zijn carrière te benadeelen. Bij de ingekomen stukken wordt mede gedeeld, dat dhr. Kole zijn benoeming tot schatter der belastingen niet heeft ■aangenomen. De verlegging of het aan brengen van een brandkraan Avordt op voorstel van B. en W. tot nader order uitgesteld. Besloten werd, het vervolgonderwijs op te heffen, in verband met de kosten. Het Hoofd der School gaf in overweging la ter b.v. een cursus voor meisjes in hand werken te steunen. Aan de orde was het verzoek Meulen herg Tot intrekking van de benoeming van de heeren J. Nieuwenliuize en Di. Zoeter tot leden van het Burg. Armbe stuur. De voorz. Avijst er op», dat dit niet de weg is om te geraken tot vernieti ging dezer benoeming. De raad mist de bevoegdheid om een benoeming ongedaan te maken. Deze bevoegdheid hebben Ged. Staten en de Kroon. Bet voorstel is informeel en daarom geeft spr. den jieer Meulenherg in overweging zijn ver zoek in te trekken. Enkele raadsleden hebben zich gewend tot Ged. Staten en de Kroon, om bedoelde benoeming te vernietigen en dit resultaat dient afge wacht. Dhr. Meulenherg zegt. dat intrekken van zijn verzoek een berusten zou wez.'en in iels, waarin niet mag worden berust. Door den ouden Raad is door deze benoeming tekort gedaan aan de bevoegd heid van den nieuwen raad. Bij een verwisseling van den raad is de be noeming \-an leden van 't B. A. nim mer door den ouden Raad geschied. En bovendien het reglement gelast het an ders. De zaak was te doorzichtig. Er moest binnengehaald worden Wat nctg kon en daarom moesten de bevoegdheden van den nieuwen raad verkort. Die heeren Smallegange, Zoeter en Ver- heijfce verlaten de vergadering, als over het voorstel-Meulenberg wordt gestemd. Het voorstel-Meulenberg wordt aangeno men met 4 stemmen voor (de heeren Meulenherg, v. d. Velde, Rinders en Bruinooge). De voorzitter zal nu gebruik moeten maken van de bevoegdheid in art. 70 der gemeenteAvet en zal dit besluit niet uitvoeren. Dhr. Meulenherg zegt: dat is een meten met twee maten. Die voorz. 'sluit hierover de discussie en gaat naar de deur, zeggende tot de drie vertrokken leden: ,,de heeren kunnen binnenkomen". Dhr. J. C. P. Jansen Verplanke vraagt ontslag tegen 1 Diet, als hoofd der open bare School, wegens zijn benoeming te Kruiningen. Met alg. st. verleend. Daarna A'olgt behandeling gemeentebegrooiting 1924. D:e voorz. zegt, dat deze begrooting Staat in het teeken van bezuiniging. Ze Avordt daarna artikelsgewijze behandeld. Dhr. Meulenherg vindt den post klok luiden en -schoonmaken onnoodig. Dat kan de gemeentewerkman toch Aviel w!or- den opgedragen. De voorz. zegt, dat de jaai'Avedden daarnaar geregeld zijn. D'hr. Meulenherg Avil den gemeentewerkman alle gemeentelijke werkzaamheden doen vervullen en hem één, vast salaris ge ven. Spr. heeft bezwaar tegen al die kleine postjes. De zaak wordt echter na toelichting door den voorzitter, zoo gelaten. Dhr .Meulenherg meent, dat de post schoolbehoieften, enz. te laag is geraamd Bij den post subsidie vervoermiddelen zegt de voorz. dat het hebben van dezen post nog niet zegt, dat de subsi die voor autdbusdienst en spoorweg ook moet Avorden uitgekeerd. Daarover kan later beslist Ook betreffende de spioonveg- subsidie is nooit een besluit genomen om deze subsidie geregeld toe te kennen. De posten zijn alleen op de begroeting gebracht, om eventueel fondsen te heb ben, als later een besluit Avordt geno men. De gemeentelijke inkomstenbelas ting wordt geraamd op f4109 (vorig jaar f3000). Die voorz. geeft nog in over weging de havengelden (geraamd op f5500) f500 hooger te ramen en de inkomstenbelasting met dat bedrag te ver lagen. D|hr. Meulenberg raadt aan hier- jnede toch erg voorzichtig te zijn, gezien de ervaringen van de laatste jaren. Er kunnen ook nu weer pasten zijn, die te- gerrvallen. Ook het perspectief va,n de rijksinkomstenbelasting is niet bijzonder gunstig. Dhr. Rinders zegt, dat nogal eens geklaagd wordt door de landbou wers .over hooge havenrechten. Dieze klacht wordt door enkele andere leden gedeeld. Dhr. Meulenberjg acht hooge ha- 5rengelden niet onbillijk. Ze zijn in 't fcelang van de gemeente in haar geheel, wat de heeren toegeven. Dhrn. Meulen berg en Smallegang'e achten den post voor bestrating Avat laag geraamd. Na eenige discussie wordt het bedrag voor havengelden en belasting zoo gelaten, AAraarna de begrooting w'ordt Arastgesteld in ontvang en uitgaaf op f27351.97. In de vacature-H. Kole wordt tot lid Vier schattingscommissie benoemd dhr. Joh. Verheijke. B,. en W. worden gemach tigd een opir-oep te doen van sollicitanten ■voor de betrekking van hoofd der school. 'fc, Naaj aanleiding van het voorlaatste raadsverslag vraagt dhr Rinders naai' bewijzen, dat dhr. Jansen Verplanke, .hoofd der school, zich tegen het bur gerlijk gezag heeft gesteld. Ook dhr. ■Meulenherg acht dit een grievende be schuldiging voor den heer J. V. De voorz. ontkent ten stelligste die uitdruk king gebezigd te hebben. Hetgeen spr. :over dhr. J. V. gezegd heeft, is in de krant uit zijn verband gerukt. Was er teen juist resumé geplaatst, dan zou blij ken, dat niets beleedigends over dhr. J. V. was gezegd. Al die dingen worden geëxploiteerd tegen den burgemeester. Het is nu eenmaal het systeem in Ellewouts dijk, om den burgemeester een hak te jzetten, Niettegenstaande er voor den heer >J. V .alle reden was om dankbaar te zijn Voor de wijze Av'aarqp hij indertijd is be handeld, nam hij tegenover B. en W. en speciaal tegenover Spr. een gansch an dere houding aan. D'hr Meulenberg1 houdt staande, dat de voorzitter bedoelde uitlating wel degelijk heeft gebezigd, Avaarop de voorz. vraagt: „Moet het hier nu voortdurend zóó gaan, dat aflos uit oude vergaderingen wordt opgerakeld, wat- dienen kan, om mij aan de kaak te stellen? Wianneer men mij een hak wil zetten, dan moet men dit maar overlaten aan menschen, die daarin be hagen scheppen. Laten we liever alles maar met den mantel der liefde bedekken Er zijn in een der vorige A ergaderingen door de heer Meulenberg verkeerde uit drukkingen gebezigd en daardoor liet spr zich de uitlating ontvallen van „Christe- lijken grijnslach op het gelaat van dezen Chr. Geref. man". Al neemt spr deze uit lating nog voor zijn rekening, toch be treurt hij ze. Dhr Meulenberg: „het was beter, dat U dan uw excuus aanbood". De voorz. zegt verder: „Ik heb den heer Jansen Verplanke op alle mogelijke wijze geholpen, anders was hij toch zeker niet in Kruiningen benoemd, al zal hij mij daar voor niet komen bedanken. Dhr J. V. heeijt zelfs gezegd: „moest ik hier blijven, dan zal ik mijn gedragslijn tegenover U wij zigen". Dhr. Meulenberg meent, dat de voorz. in al deze kwesties ambt en persoon niet voldoende gescheiden heeft. De voorz. antwoordt, dat de wijze, waarop dhr. J. V. tegen hem is opgetreden, veel te wen- schen overliet, .maar dat spr. hem in geen enkel opzicht onaangenaam is ge weest. Nogmaals handhaaft dhr. Meulenberg daarbij gesteund door den heer Bruin ooge, de bewuste passage in het verslag in „de Zeeuw". De voorz. antAvoordt, dat men de verslagen moet beschouwen in het licht, Avaarin ze zijn geschreven. Die uitlating van mij, aldus spr., Avas alleen vermeld, om er een berichtje van te kun nen maken. Dhr. Meulenberg vraagt nog maals beAvijzen, dat dhr. J. I'. zich tegen het burgerlijk gezag gesteld heeft. De voorz. zal overwegen, of hij hierop schrif telijk zal antwoorden. Mondeling zal hij 't nu niet doen. Dhr. v. d. Velde vraagt bij de woning van 't hoofd der school een lantaarn. De voorz. zegt, dat dit duur zal ?ijn. B, en AA', zullen verplaatsing van lantaarns aldaar overwegen. Dhr. Meulenberg vraagt wanneer de herziening der verordeningen zal plaats hebben en Avil ieder Raadslid een exemplaar ter hand stellen. Na eenige discussie wordt besloten, dat B. en W. zich aan de herziening zullen zetten. Den heer Rinders wordt nog medegedeeld, dat het 'havenkantoortje ten gebruike is af gestaan aan den hoofdagent van den heer Pilaar. Daarna sluiting. Naschrift. Het spijt ons, dat 'de t voorzitter ons noopt in een naschrift op te komen tegen enkele beweringen, door hem in deze vergadering geuit. Allereerst verklaren Avij pertinent, dat de door ons Aveergegeven woorden aangaande den heer Jansen Verplanke, in de Augustus-verga- dering door den voorzitter zóó zijn gebe zigd. Toen wij in bedoelde vergadering bemerkten, dat de voorz. een .persoon lijk feit ging bespreken, namen wij expres- selijk woordelijk op, Avat door hem ge sproken werd. Wij handhaven dan ook ons verslag zoo positief mogelijk, al moge dan de beer v. d. Bent op. andere plaatsen en ook nu weer in <len Raad gezegd heb ben, dat Avij zijn woorden uit hun ver band rukten (wat dan tocli zou inhou den, dat ze gebezigd zijn). Het kan Avel zijn, dat dhr. v. d. Bent inziet, .te veel gezegd te hebben, het kan ook zijn, dit is menschel'ijk dat hij in drift iets heeft gezegd, wat hij zich later niet meer herinneren kan, maar hij beschuldige dan den verslaggever niet van onwaardige practijken. Ook werpen 'wij verre van ons de .per fide beschuldiging, als zouden \vij ons verslag in zeker licht schrijven, met de bedoeling er later een artikeltje over te schrijven. Nu leveren in den regel de Raadsvergaderingen van E. stof genoeg op voor artikelen en menigmaal heeft ons de lust bekropen ook eens iets te zeg gen van de partijdige wijze, waarop de voorzitter Raadsverslagen voor enkele andere bladen doet opstellen, maar wij verklaren zoo stellig mogelijk, dat wij onze verslagen zuiver objectief opstellen (ook bovenstaand verslag, met de insinuatie aan ons adres.) Verslaggever. Ned. Herv. Kerk. Aangenomen naar Everdingen door H. N. Fruyt te Erichem. Beroepen te Amsterdam J. van Duyven- booden te Rotterdam en P. Schumacher te Uelsen (graafschap Bentheim). Geref. Kerken. Beroepen te Heerenveen W. Steunenberg te Heemse; te Oosterend-Hijdaard H. de Zwart, cand. te Hallum; te Dedemsvaart J. S. Schaafsma te Gasselternijeveen. Broeders. Spurgeon vertelt Toen ik nog jong was, en ter kerke ging, dacht ik, dat iedereen meende, wat hij zeide, en als ik den evangeliedienaar hoorde zeggen: „Broeders", dan dacht "k dat ik werkelijk zijn broeder moest zijn, want ik was in de kerk opgenomen. Eens zat ik naast een heer bij het nachtmaal des Heeren aan, en wij ont vingen samen het brood en den wijn; ook hü noemde mij daarbij „broeder" en den kende, dat hij dit in oprechtheid meende, richtte ik in het vervolg mijn gedrag naar die meening. Ik had in dc stad, waar ik mij op hield geen enkelen vriend, en toen ik op zekeren tijd wandelde, zag ik dienzelfden heer en zei tot mezelf: „Welnu, hij noemde mij broeder, ik weet, hij is een veel grooter heer dan ik, maar dit behoeft mij niet te be kommeren". Ik ging naar hem toe en zeide: „Hoe vaart gij, broeder?" „Ik heb het ge noegen niet, u te kennen", was zijn ant woord. Ik hernam: „Ik zag u laatstleden Zondag aan de tafel des Heeren, mijnheer, en u noemde mij broeder". „Welaan" zeide hij, „het is aangenaam, in dezen tijd iemand te zien, die de dingen ernstig opneemt, konj binnen". En sedert dien tijd zijn wij steeds de vertrouwdste en warmste boezenwrienden geweest; want hij zag, dat ik hem aan zijn woord hield, en dat ik geloofde, dat hjj meende, wat hij zei. (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.) Belijdenis doen. Geachte Redacteur, Beleefd A-erzoek ik U een plaatsje voor onderstaande. Toen ik in „De Zeeuw" van 3 October las over belijdenis doen, kwam bij mij Aveer de gedachte op: heb ik het nu toch waarlijk mis of hoe is dat nu? Men schijnt algemeen van de gedachte uit te gaan niet uit te spreken: de zaligheid te zoeken; en te begeeren is niet gezegd dezelve te bezitten of te verkrijgen. Ik vat dat niet, want een van drie: men moet twijfelen aan de beteekenis der belofte of aan de trouw van den belover of aan de oprecht heid Aran het zoeken en begeeren. Zit de zwarigheid in het laatste geval, hoe kan men dan ja zeggen op de schijnbaar toe schietelijke yraag en dat in zoo een ern stig oogenblik? Mij wil het altijd voor komen, Avie durft zeggen te zoeken en te begeeren wat hij verloren heeft maar weder aangeboden wordt omdat een an der het voor hem gevonden heeft, kan,, mag en moet zeggen gevonden te hebben of althans te zullen vinden; dus verzeke ring, al is het geen gevoelige. Of dan de gestelde belijdenisvragen te zwaar of te licht zijn? Om daarop in te gaan is hier misschien de plaats niet of de tijd voorbij of nog niet gekomen. Biggekerke, 5 October 1923. JOB WISSE Mz. (De veronderstelling va n den geachten (schrijver is juist: daarvoor is ons blad de plaats niet; maar de zaak, Avaar 't om gaat, is belangrijk genoeg om haar elders te behandelen. Red.). Kuyper Bibliographie, door J. C. Rullmann. Met een inleidend woord van Minister Colijn. Deel I (1860— 1879). 's-Gravenhage, J. Bootsma. Slechts weinigen bezitten al de Aver- ken van dr Kuyper vau welke reeds de opgave alleen der titels een heel boek deel vormt. En zeer enkelen zijn in staat hun uitgebreiden boekenschat wat Kuy- pers werken aangaat alsnog te comple- teeren. Ds Rullmann heeft begrepen dat deze schat nimmer mag verloren gaan. Doch opdat 't bezit er van voor velen geen onmogelijkheid zij, hetzij door geld-, of door plaatsgebrek, heeft hij zich gezet tot de uitgaaf van deze Kuvper-Biblio- graphie, waarin hij naar tijdorde de- ver schillende boeken en vlugschriften van dr Kuyper vermeldt en toelicht en in korte samenvatting Aveergeeft of op het meest belangrijke de aandacht vestigt. Voor hen die, gelijk wij; meer dan een halve eeuw, zich in de geschriften van dr K. vermeid hebben, en onder zijn lei ding den strijd voor de Vrije School, de Anti-Revolutionaire Staatkunde en de Vrije Kerk in den Vrijen Staat hebben mee gemaakt, zal dit eerste deel een verkwikking zijn. Met genoegen verwijlden wij in deze bladzijden, op ieder van welke men als 't ware de hand van den ge liefden schrijver voelt rusten. Wie beter dan zijn oud-leerling, de Utrechtsche pre dikant en bibliograaf Rullmann was tot deze belangrijke taak der ordening en belichting en omlijsting van dr Kuyper» werk in staat? Dat is de indruk.waarmee men na de lezing van dix eerste deel het boek sluit om met belangstelling het vervolg tegemoet te zien. Doch niet alleen de ouden genieten bij deze lezing, doch ook de jongeren, die den strijd in kerk en staat van en met en om Kuyper niet hebben mee gemaakt, zullen gaarne imet dit overzicht in kort bestek van dr K.'s geschriften kennis maken, ten einde op de minst moeilijke en kostbare wijze bekend te worden met zijn leven, arbeid en strijd. Dat Minister Colijn, Kuy- pers vriend en opvolger een Voorwoord schreef Arerhoogt de beteekenis van deze Uitgaaf ten zeerste. Voor wie 't niet wist zij gemeld, dat ds Rullmann, wat hij hier geeft en ver der geven zal, eerst in „De Reformatie" plaatste en voortgaat te plaatsen, zoo dat wie vlug het vervolg lezen wil, in genoemd weekblad terecht kam. Een reproductie van de teekening,,Dr Kuyper aan zijn schrijftafel" is aan deze uitgaaf toegevoegd. Den uitgever Bootsma komt lof toe voor de uitnemende uit voering, en ds Rullmann hartelijke dank voor zijn moeizamen arbeid. Een geneesmiddel tegen mond- en klauwzeer? Dr D. M. Hoogland, veearts te Breukelen, meent een geneesmiddel tegen het mond en klauwzeer te hebben gevonden. Hij heeft een groot aantal personen uitgenoodigd tot bijwoning van een demonstratie van z(jn ge neesmiddel, o.w. de heer A. van Wijnen, Aroor- zitter van den Bond van Kaasproducenten te Gouda. Aan diens verslag in het weekblad De Producent ontleenen wij het volgende: Voorop moet worden gesteld, d^t Dr Hoog land geen voorbehoed-* maar een genees middel demonstreerde. Volgens zijn mede- deeling vóór den aanvang der proef zou zijn behandeling bestaan in het ziek maken der dieren, door besmetting, om ze daarna door de behandeling in korten tijd door de ziekte heen te helpen zonder dat er na-gerolgen als kwade pooten en uiers overbleven.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1923 | | pagina 2