\o 4 Donderdag 4 October 1023 38e Jaargang Binnenland. Drukkers-Exploitanten OOSTERBAAN LE COINTRE GOES Bureaux: Lange Vorststraat 68—70, Goes Tel.: Redactie no. II; Administratie no. 58 Postrekening No. 36000. Bijkantoor te Middelburg: firma F. P. DHUIJ, L. Burg. Tel. no. 259 Ve Zeeuw VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG Abonnementsprijs: Per 3 maanden, franco per post, f 3.— Losse nummersf 0.05 Prijs der Advertentiën: f—4 regels f 1.20, elke regel meer 30 cL Bij abonnement belangrijke korting. Vergelijking van de Begrooting van de Staats-uitgaven voor de jaren 1S23 en 1924. Met het oog op de beschouwingen over lands financieelen toestand, die thans aller hoofd en hart bezig houden, meeneu wij goed te doen het onderstaand overzicht hier ie doen afdrukken. Hoofd stukken BENAMING DER HOOFDSTUKKEN I. II. III. IV V A. VI. VII A. VII B. VIII. IX. X. XI. XII. Huis der Koningin De hooge Colleges van Staat en het Kabinet der Koningin Departement van Ruitenlandsohe Zaken Departement van Justitie Departement van Binnenlandsche Zaken en Landbouw Departement van Onderwijs, Kunsten en Wetenschappen Departement van Marine Nationale Schuld Departement van Financiën Departement van Oorlog Departement van Waterstaat Departem. van Arbeid, Handel en Nijverheid Departement van Koloniën Onvoorziene uitgaven Totaal GERAAMD voor 19-24 TOEGESTAAN voor 1928 f 1700.000,- 2.119.894,49 4.477 549,— 29.973 566.— 21 547 440,— 15G.921 42 884 100 932 141.898 63.129 120 435 73.076 6.208 50 .036 013 .134,55 012,86 739 317. 598,— .745 oco,~ f 765.264 044,90 f 1700.000,— 2.119.905,95 4 790 381 30 539.853,33 23.028.857,34 lil 548 113, 48 486.108 107.534.068,55 221.757.278,935 63.136 893,— 88.375 268,— 67.883.927 6.469.667,— 50.000,— f817 420.321,10; VERSCHIL tusschen de raming voor 1924 en het bedrag, toegestaan voor 1923. Meer f 5.372923,- 32.060.049,- 5.192.671,- f 42.625 643,- Minder 11,46 312.832,— 566.287,33 1571.417,34 5.602.095 6 601.934,— 79.859.266,075 7 154,— 260.922,- f 94.781.919,20s De raming voor 1924 blijft dus beneden het bedrag, toegestaan voor 1923, met f 52.156 276,20s. Uit dit overzicht blijkt, dat alleen voor de Departementen van Onderwijs, Waterstaat en Arbeid voor 1924 meer is geraamd, dan voor 1923 is toegestaan, en wel tot een gezamenlijk bedrag van ruim 42 millioen, voor alle andere Departe menten is voor 1924 minder geraamd, dan voor 1923 is toegestaan, en wel tot een gezamenlijk bedrag van ruim 94 millioen; waaruit als eindresultaat volgt, dat de totale begrooting voor 1924 ruim 52 millioen gulden iager is, dan voor 1923 totaal is toegestaan Die van Financiën alleen is 80 m llioen lager. Ofschoon de juiste beteekeuis der onderscheiden ci)fers uiteraard, zonder nadere toelichting, niet geheel tot haar recht kan komen, zoo zegt dit overzicht, mede lettend op de toeneming der bevolking, toch wèl, dat, reeds zonder de bezuinigings maatregelen, in de millioenen nota besproken, ernstig is gestreefd naar beperking der Staatsuitgaven. (Nederlander Voor Elberfeld. Ontvangen van N f2,50, F. te G. f2.50. Hartelijk dank. Zie „De Zeeuw" van Maan- •dag en van gisteren. Aiemaria Victrix. (Van Alkmaar begint de victorie!) Onder dezen titel schrijft de (liberale) professor P. J. Blok: „H'et beleg en ontzet van Alkmaar is een dier grootsche gebeurtenissen uit den heldentijd onzer volkshistorie, die verdienen ook in onze dagen in herinnering te worden gehouden. De tijden zijn veranderd en het is niet waarschijnlijk meer te achten, dat on verdedigde landsteden een beleg zullen hebben te doorstaan. Maar 'de moge lijkheid is volstrekt niet uitgesloten, dat het vaderland opnieuw met alle be schikbare middelen verdedigd zal moe ten worden tegen een buitenlandschen vijand. M-oge in zulk een geval het voorbeeld van Alkmaar in 1573 in herinnering brengen, dat het ook voor een zwakke_ macht mogelijk is zulk een vijand ge- ruimen tijd te weerstaan, als maar ieder bereid is om tot het laatste zijn krach ten te wijden, zich de zwaarste op offeringen te getroosten ten behoeve van het groote doel: behoud der vrij heid, der onafhankelijkheid van land en volk." Tegenover het dwaze zeggen der twin- tigste-eeuwsche lamlendigheid van soci'- -aal-democraten en anarchisten, met of zonder booze strekking ook onder ons ge lanceerd, dat wij ons met zoo weinig ma terieel (toch niet kunnen verdedigen, is dit woord van Nederlands groofen histo riekenner een verkwikking. Het moge ook tegenover hen die onder het voorwendsel van ontoereikendheid en nutteloosheid in een eerstvolgend oor logstijdperk, waaraan wij wie weet noe dicht reeds genaderd zijn, tegen het vloot- bouwplan storm loopen, voor velen onder ons een spoorslag zijn om den weifelenden broeder te overtuigen dat ook met een kleine vloot, onze natie tegen de over macht eener groote vloot in onze Indische wateren, in de kracht Gods nog groote dingen Iran doen. Mits maar het geloof hetwelk onze. va deren bezielde, ook in ons moge ge vonden worden. 'Een luguber werk. De Msb. geeft een beschrijving van het opgraven van de lijken der in den laatsten oorlog in België gesneuvelden. Men was bezig' met de ontgraving1 van gesneuvelde Engelsche militairen. Tusschen de talrijke kruisen, waarvan enkele nog den naam vermeldden van den ongelukkige, die in hun schaduw lag, waren Indische soldaten bezig met schop pn houweel hun gevallen krijgsmakkers te ontgraven om hun een waardiger graf te geven op een der vele, onder 's Rijks toezicht geplaatste kerkhoven der stad. Gravershielden stil bij' een gebroken zwart kruis, waarop' een verroeste, stukge schoten helm hing. D!e arme kerel daaron der mocht niet ongestoord den eeuwi gen slaap der dooden rusten, want reeds begonnen de houweelen den grond open te rijten en in rhythmischen cadans wier pen schop en spade de losgekomen aarde wat verder op een hoop'. D;e zon overgoot het landschap met een koesterende warmte; de wind speelde zacht tusschen de elegante „polder-kaar sen" en de miniatuur water-lelies in de zompige granqattrechtershier en daar zong een vogel. Alles ademde leven en kracht. Het was een dag om zich over gelukkig te gevoelen, ware het niet, dat het nijdig happen van houweel en het snerpend steken van schop' ons aan de kille realiteit van dood vastkluisterde en de oogen, als gefascineerd, op den steeds dieper wordenden kuil gevestigd hielden. Die doodgravers spraken geen woord. Vijftig centimeters diep Niets Zes tigen nog'steeds niets!Zeven tig centimeters. D:aar Kwam een ver roeste gesp van gordelriem te vaorschijii en wat later een lap van uniformjas. Schop en houweel werden opzij geworpen Een Indiër drukte even den burnous vas ter op het hoofd, ging op de knieën ■Zitten en begon met de hand voorzichtig de aarde te verwijderen. Geleidelijk namen wij een menschelijke gedaante waar. Aan de vergane beenen hingen nog bijna ongeschonden laarzen; de borstkas was ingedrukt. Wij ontbloot ten hel. hoofd. Het. geraamte werd uit den kuil gelicht en op een primitieve draag baar: twee met dwarslatjas en stukken zeil verbonden lange stokken, gelegd en naar den wagen gebracht bij de andere lijken, waar het met een groote, vuil geworden vlag werd bedekt. Wat verder was men bezig aan den anderen kuil. Een doordringende lijfcen- 'geur kwam ons tegeng'ewaaid. Die gravers droegen gasmaskers, snoven af en toe aan een flesch en besproeiden het lichaam met carbol. Dit lijk was nog bijna geheel gekleed. In weer een anderen kuil zagen wij een half vergaan lichaam. De ruggegraat was middendoor gebroken, waarschijnlijk door een zware granaat scherf. Eén lijk was er, dat geheel groen Was uitgeslagen en g'een enkel spoor van ver wonding vertoonde. Dat was het over schot van een soldaat, die was «nage komen bij een gas-aanval. Als de wagen vol was, staken de gra vers sterk riekende Engelsche cigaretten op en dronken een teug whisky. En dan reed men in volle vaart naar een der in de omgeving van Yperen liggende talrijke Engelsche kerkhoven, waar de opgegraven lijken opnieuw aan de aarde werden toevertrouwd, de meeste voor altijd; enkele, die door familieleden der gesneuvelden waren opgevorderd, voior slechts korten tijd, om even later den grooten slaap in dear bid England te gaan rusten Op een dezer kerkhoven telden wij 14 rijen van 153 lijken. Zoodat alleen op die plaats reeds 2142 lijken van in den bloei des levens gevallen jonge man nen lagen. Naar schatting van menschen, .die het kunnen weten, zouden alleen in en rond Ypieren ruim 100.000 gealli eerde soldalen begraven zijn! Voorwaar, de Diood van Yperen heeft zich niet onbetuigd gelaten Korte berichten. Te Parijs is, 81 jaar oud, overleden Charles de Lesseps, zoon van Ferdinand de Lesseps, wiens .naam verbonden is aan den bouw van het Kanaal van Suez. Die Fransche krijgsraad heef't Dr Raschig, den voorzitter van de democra tische partij' in de Paltz, bij: verstek tot vijf jaqr gevangenisstraf ver oordeeld. De chemische fabriek Raschig had van de Duitsche spoorweg'-directie twee locomotieven gehuurd, welke bij1 de bezetting op het terrein Aran de fabriek achtergebleven waren. D>e Franschen za gen daarin een daad van „heling". De Franschen hebben bij twee be ambten van de Goede-Hoop-mijn te Gel- senkirchen 238 milliard aan loongelden in be-'slag genomen en op een andere mijn twee milliard loongelden. Een correspondent van de „Tel. Union" heeft een onderhoud gehad met Bergman n, den directeur van de Duit sche Bank te Amsterdam, naar aanleiding van de berichten in verschillende bladen, als zotu (hij aangezocht zijn, voor den post van gezant te Parijs. Bergmann heeft ver klaard, dat hij er niet aan denkt, een rol in de politiek te gaan spelen. Mr. J. P. R. Tak van Poortvliet. In een polemiek van „Het Vaderland" met Mr Marchant omtrent diens kijk op hel karakter van het kabinet Van Tien hoven—Tak (189T—1894) herinnert de schriiVer (de heer Roodhuij'zen) &an twee fouten van mr Tak', n.l. dat hij' aan mi v. Tienhoven de leiding liet, en aan Pierson de vrije hand met diens belasting wetten. En dan vervolgt hij: „Tak! Was meer democraat met het hoofd dan met het hart. Hij was en bleef in zijn hart de deftige Nederlander, die wel het volk wilde geven wat het toekwam, maar zich dan verder daarvan liefst op een. afstand Jiield. Zoo zijn in 1894 alle pidgingen vruchteloos geweest joim hem na de ont binding er toe te bewegen zelf een paar koeren in het land opl te treden om de beteekenis van zijn Kieswet uiteen te zetten. De minister hoort niet in de volks- meeting, bleef zijn uitvlucht." Tot zoover „Het Vaderland". Ja, 1894 heeft heel wat onwaarachtig heid aan het licht gebracht; menschen met democratische aangezichten, terwijl zij van binnen minstens erg conservatief waren; en echte democraten, die men ge drongen zag in den conservatieven hoek. En menschen, die eerlijk waanden demo craten te zijn, doch, gelijk Tak, het slechts waren in het hoofd en niet in het hart; bij wie, gelijk men dat noemt, de democratie een voet te hoog zat. Trou wens Tak zelf, zoo verzekerde men ons in die dagen, had aan de formuleering van het amendement de Meijier meege werkt; eerst na de aanneming, opi aan drang van Kerdijk en anderen koos de zwakke staatsman positie er tegen en pro voceerde hij de Kamerontbinding, die hein zeiven, als minister, ten val bracht en zijn positie als Kamerlid voor goed verzwakte. Bezuiniging. Men schrijft aan de N. R. Ct. De conclusie van het laatste rapport der Bezuinigingscommissie welke o.a. ook inhoudt „dat bij de departementen van algemeen bestuur nog steeds niet de overtuiging bestaat van een onafwijsbare noodzakelijkheid van bezuiniging" moet op iederen niet-ambtenaar een verbijste- renden indruk maken en menigeen oor deelt thans dat het goed is dat de amb tenaren eens zelf aan den lijve voelen dat er bezuinigd moet worden. Toch baart ook aan vele ambtenaren het door de commissie geconstateerde feit geen ver rassing en wel van diegenen die hun nen werkkring niet binnen de departemen tale bureaux hebben. Men doet goed, de ambtenaren te ver doelen in twee categorieën en wel die werkzaam zijn in de Haagsche bureaux (de binnendienst) en die daarbuiten hunne functies, over geheel Nederland ver spreid, vervullen (de buitendienst). Tus schen beide soorten bestaat eene groote tegenstelling. De eersten, van jongsaf in een bureau stoel gezeten en automatisch van klerk opgestegen tot adjunct-cotmmies, commies, enz. enz. vormen een afzonderlijke kaste, zij verbeelden Zich dat alleen zij' het we ten en dat de andere slechts werktuigen in hun hand zijn. Er moge al eens een vreemdeling in verdwalen, deze is, voordat hij op de hoogte is, reeds lang hesmet door de anderen. Zij beheerschen van hunne schrijftafels af Nederland, voe len zich van af adjunct-commies als „de" ambtenaar bij' uitnemendheid. Zij1 roesten vast, in alle ambtelijk© gewoonten en hebben slechts één streven „.uitbreiding van hunne afdeeling" daar zij weten hier door automatisch hooger te stijgen. Zoo lang al die bureau-koninkjes daar hun scepter blijven zwaaien, zlullen er nooit in grijpende veranderingen en bezuinigingen worden ingevoerd. Slechts één middel kan hier helpen; in die rijen van stoel- zittende bureaucraten moet telkens op groote schaal nieuw leven gebracht wor den. Om de zooveel jaren imoet men in de Haagsche bureaux vele nieuwe gezich ten ziep. Dit kon voor zeer vele z;oo niet alle takken van dienst zeer eenvoudig. Men plaatse telkenmale in grooten ge tale de bureaumenschen over in den buitendienst, en omgekeerd. Het gevolg zal zijn dat een groot deel der Haagsche bureau-ambtenaren menschen zullen zijn, die zoo uit het volle menschenleven ko men, die doorkneed zijn in de praktijk, die met een nieuwen kijk op cle dingen al spoedig de sleurfouten zullen ontdek ken, en inderdaad eene reformatie kun nen teweegbrengen. En de bureau-men- schen zullen in de praktijk van het leven nieuwe indrukken opdoen, die hen .later weer te stade kunnen komen. Bij het. lezen van dit denkbeeld zullen wenkbrauwen gefronst wbrden en het woord „'Onmogelijk" zal uit alle departe mentale hoeken gehoord worden; een hoongelach zal er opgaan bp het en- beeld dat deze Haagsche njtebestierdere in de provincie zouden moeten ^>aan werken. Laat men zich daardoor nu eens niet doen afschrikken en laat men b.v. eens aan één departement een proef ne men. Straatschenderij en bal- dadigheid. In het „Soerab- Hbld." schrijft een redacteur in zijn „Brieven van Buiten- Indië" O'.a. het volgende, waaruit blijkt dat er gelukkig nog menschen zijn, die vinden, dat op een harden knoest een scherpe bijl past, waaraan men wel eens zou kunnen gaan twijfelen, gegeven de vele klachten over baldadigheid Toen ik pias in Holland was, betrapte ik op een middag twee veertienjarige jongelieden op het laten leegloopen van pet benzine-reservoir van een wachtende auto. Ik heb op die beide aanvallige knap'en mijn wandelstok stukgeslagen. Waarschijnlijk hebben ze daarvan eenige dagen last gehad. Ze verdwenen gillend en schreeuwend. Maar toen kwam natuurlijk het publiek! ©en ambtelijk meneer, een juffrouw uit een kiosk, twee arbeiders en de rest. Het werd bijna een relletje. Bijna want ik kan, Goddank, de taal van Jan Fuselier spreken. En dat helpt tegen den Hollandschen „man van de straat" altijd. Die is hem te schilder achtig en te rijk. Wat i'k zei, kan ik niet neerschrijven. Maar de juffrouw van de kiosk kreeg er een kleur van en de arbeiders zeiden alleen„het most mij!n kind niet benne" en gingen heen. Zonder Jan Fuselier was ik geschoren; geweest En dat is het risico. Geef hier een baldadigen schooier een aframmeling, help een politieagent het kost je tien tegen één een jas en een broek. Zonder vechten loopt het dan niet af. D;at wij thans zeventig duizend gulden per jaar mogen betalen als gevolg van baldadigheid en straatschenderij is de schuld van ouders en onderwijzers. 1) Het is ook eenigszins de schuld van Öe politie. Het is misschien de schuld van den tijdgeest. Maar het is voor alles de schuld van het publiek. Sla een bal dadigen hengel een blauw zitvlak. Breng] hem naar een politieagent. Zorg er voor, dat de schade wordt •opgenomen en ten laste van de ouders wordt gebracht. Je zult pa eens hoaren; kraaien en zien slaan, zoodra hij betalen moet. Help de politie. Maar tracht de oplossing niet te vinden door de „schooljeugd te wijzen op het in elk opzicht afkeurenswaardige en diep betreurenswaardige van dergelijke feiten! 1 Want dan lacht de lieve jeugd zich een 'kriek. En het volgende jaar mogen wij dertig •duizend gulden méér betalen voor „toe gepaste baldadigheid en straatschenderij!" (Hand.) 1) Dit slaat op de klacht van den hoofdcommissaris van politie in Den Haag. Niet op Zondag maar op Za- terd ag. Diezer dagen hebben wij1, naar aan leiding van een illustratie met onder schrift in de „Telegraaf" burgemeester de Vlugt en hoofdcommissaris Marcusse jte Amsterdam beschuldigd van Zondags- techenni's wegens hun tegenwoordigheid "bij! een politiesportdemonstratie opi Zon dag. Thans blijkt ons dat bedoeld onder schrift, en daardoor ook onze conclusie onjuist was. Hoofdcommissaris Marcusse toch schrijft ons, dat noch hij', noch de burgemeester ooit spotrtdemonstraties op .Zondag bijwoont en dat de door de ^Telegraaf' vereeuwigde politie-spiortde- rnonstratie niet op: Zopdag doch op Z a- terdag gehouden is. Royaal bedacht. Een Rijksinstelling te Utrecht, die ge woonlijk bij den Postcheque- en Giro dienst een saldo heeft loopen van onge veer f 16.000 heeft ïn een der vorige weken van dezen dienst bericht ontvan gen, dat haar saldo- ruim 6 millioen] Mer ton bedroeg. W,aar dit cijfer blijkbaar op een fout bij den Poptchèque- en Giro dienst berustte, heeft het bestuur der .instelling in een ernstig 'kabinet-schrijven 'aan den directeur-generaal van dien (Dienst op- deze grove foiut gfeweZen. Taal noch toeken werd echter op dezen brief vernomen, maar wel heeft de Utrecht- ische instelling dezer dagen een rueu.Tf 'afrekening ontvangen waarbjf he s was gebracht van 6 £^wilIigheid 'millioen 9 tonve mede te werken aan een goede functio nering van den Postcheque- en Giro dienst werd dus blijkbaar beloond met een douceurtje vah 4 ton! Nog meer v r K o o p( i n g e n. Die meest interessante executoriale ver koop te Zaandijk had gisteren plaats bij, de firma v. d. Woude en Dekker. Genoem de firma was rijk gesorteerd in toegift- artikelen, die tegen betrekkelijk lagen prijs aan het publiek werden gelaten o.a. nieu we fietsen voor f 40, p'rachtpotp'pen voor f3 a f4. Gok de cacaopoeder in sier lijke bussen ging a 50 cent per 2 k.g1. van de hand. D|e verkoop had reeds f 500 opgebracht, toen de afslager bemerkte, dat hij ruim over het benoodigde bedrag heen was. De publieke belangstelling was Wederom zeer groot. Geen domper. In de „N. Rott. Crt" had N. N. 'verteld, dat actieve officieren moeilijk tegen „de vlootwet" kunnen schrijven, want dat de hoG^s keeren dat beletten en bestraffen, daarbij beroept hij zich op 't spreekwoord: „Slecht kerseneten met hoogie heeren". Hiertegen komt een zee-officier, jhr G. L-. Schorer in datzelfde blad met kracht •op. „Het is (zoo schrijft hij) het is in de marine van algemeene bekendheid, dat het voor actieve officieren heelemaal niet moeilijk is tegen departementale vloot- plannen in te schrijven. Het is tallooze malen geschied en de schrijvers hebben

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1923 | | pagina 1