DE ZEEUW
TWEEDE BLAD.
Buitenland.
Binnenlanil.
VAN
WOENSDAG 3 OCT. 1923. No. 3
De wederopbouw van België.
(Slot.)
Die stad, die ook weer in den strijd van
1914 tot 1918 het meest geleden heeft,
is Nieuwpoort. Ook al zijn dan thans
van de 961 verwoeste woningen weer
623 opgebouwd, het zal nog jaren duren
eer de zeedijk weer geheel hersteld is.
Alle groote gebouwen aan den zeekant,
als hotels, e.a., liggen in puin en met het
op'ruimingswerk zal nog geruimen tijd ge
moeid zijn. Een buitengewone prestatie
leverde de bouwmeester Wiierin, die de
geheel vernielde kerk, een prachtig ge
bouw uit de dertiende eeuw, binnen negen
maanden heeft weten te doen opbouwen.
In dorpjes als Ramscapelle en Pervyse
is het herstellingswerk eveneens in vol
len gang.
Be optuimingswerken in Dixmuiden
leverden groote moeilijkheden op, door
dat het Diuitsche leger daar alle verster
kingen in beton had uitgevoerd. Alle
kelders waren herschapen in ware forten.
Hel opruimen van al die betonnen bouw
werken was een schier bovenmenschelijke
taak. Maar de taaie volharding en de on
buigzame wil van de Belgen, om het vre
deswerk in het belang van het herstel van
hun zoo ernstig geschonden land binnen
den kortst mogelijken tijd te verrichten,
overwonnen ook hier alle moeilijkheden
en zie hier het resultaat:
Tot dusver werden opgeruimd 20.000
kub. M. betonmassa's, terwijl 195.000 kub.
M. aarde met spade en houweel werden
omgewoeld. Verzameld werden 16 mil-
lioen baksteenen, afkomstig uit de puinen,
alsmede 35000 kub. M. steengruis, 3Ö00 ton
ijzer, 500 ton granaten en kartetsen en
6000 kub. M. brandhout. En intusschen
werden in dit pllaatsje met een bevolking
van 3700 inwoners, waarvan tot lieden
2500 zijn teruggekeerd, 235 woningen van
de 990 opgebouwd, terwijl 307 in aan
bouw zijn.
Die meeste inwoners van Dixmuiden
zijln ondergebracht in barakken, 't Moet
daar in de Yserstreek een ware hel
geweest zijn en het valt licht te begrij
pen, dat daar het herstel niet zoo snel
vordert als in het overige deel van
Vlaanderen.
Drie honderd meter ten Zuiden van de
brug over den Yser, over welke onze
auto's voeren, zagen we de beruchte
„Mineauterie", waarop de Buitschers in
191 öhadden postgevat en op een afstand
van 1,5 K.M. van de Yserbrug verwijderd,
strekt zich de beruchte „doodsgang" af
„boyau de la mort" uit.
Ook al zou ons geheugen ons hier in
den steek hebben gelaten, hetgeen niet
het geval is, daar wij ons de leger-
berichten uit die bloedige Yserdagen nog
levendig herinneren, dan nog zouden we
nu door ons bezoek volkomen ervan door
drongen zijn geworden, dat daar bij Dix
muiden en Glercken en de vele andere
plaatsen vlak bij den Yser liggend, die
wij passeerden, de meest onmenschelijke
strijd gestreden is.
Een stad als Roesselaere, ooik nog be
kend uit de legerberichten, is nagenoeg
geheel weer opgebouwd en hoe meer
wij de kust bij Ostende naderen, hoe
meer wij kunnen constateeren, met welk
een buitengewone inspanning' gearbeid
wordt om daar vredelievend Werk te her
stellen wat het oorlaglswerk heeft ver
nield en verwoest.
D;at werk der Belgen dwingt diepe eer
bied en groote bewondering af! Blijkens
de officieele gegevens, welke ons op den
tocht verstrekt werden, zijn van de
100.000 vernielde woningen 85000 opge
bouwd of hersteld.
Meer dan 1200 arbeiderswoningen wer
den opgericht, hetzij in permanente hetziji
in semi-permanente huizen, om vooral
de arbeiders in het bouwbedrijf een on
derdak te verschaffen. Dlaarenboven wer
den er ongeveer 11.000 noodwoningen,
bekostigd uit het Koning Albertfonds in
elkaar gezet.
De Diienst der Verwoeste Gewesten (D.
V.G.) heeft aan dit herstellingswerk van
particuliere woningen reeds meer dan 725
millioen francs besteed en daarin zijn
natuurlijk niet begrepen de sommen dooir
particulieren uitgegeven voor herstel op
eigen initiatief.
Niet minder dan 1000 öptenbare gebou
wen werden hersteld en ongeveer 250
gemeentescholen en 125 vrije scholen wer
den opigeb'ouwd.
Dank zij de energieke maatregelen, die
getroffen werden om aan de inwoners
©en voorloopig onderkomen te verschaf
fen (o.a. door het bouwen van ettelijke
duizenden barakken) en om de terugkee-
rende vluchtelingen bij te staan (door
het verstrekken van premiën, het ver
zorgen van meubelen, beddegoed, huis-'
raad, enz.) klom het bevolkingscijfer zien-
deroog.
West-Vlaanderen telde vóór den 00Hog
ongeveer 318.000 inweners, ,op 31 De
cember 1919 waren er slechts 189.225
en op 30 Juni 1923 was dit cijfer al weer
boven de 285.000 gestegen.
Tot 1 Juli 1923 gaf België, door be
middeling van het Ministerie van Econo
mische Zaken een bedrag uit van 17,5
milliard (17.500.000.000) francs voor het
herstel, en in dit cijfer is nog niet be-
grepien het herstel der Staatsspoorwegen,
(ongeveer 2,5 milliard) en ook niet de
uitgaven voor Kunstwerken, als het her-
■stel van bruggen, sluizen en wegen van
Staat en Provincie.
Alleen de opsomming van "deze cijfers
reeds !zou voldoende zijn om een voor
stelling te geven van den reusachtigen
omvang der herstellingswerken, maar wie,
zooals thans een aantal Nederlandsche jour
nalisten, een gedeelte van dit reuzenwerk
heeft gezien, die moet vol bewondering
zijn voor de ongeloofelijke werkkracht, wel
ke aan den dag is gelegd door het Bel
gische volk, onderleiding van zijn talent-
vollen minister van "Economische zaken,
den heer Van de Vyvere en diens bewon-
derenswaardigen, onvermoeiden en door
tastenden „Kabinetsoverste" den heer Ch.
Mechant, aan wien de Nederlandsche jour
nalisten steeds de aangenaamste herinne
ringen zullen bewaren.
1
Een tocht als thans door de Nederland
sche journalisten is gemaakt en de wijze
waarop van Belgische overheidswege de
'gasten zijn ontvangen, moet onvermijdelijk
leiden tot een hechten band tusschen Bel
gië en Nederland.
Bat men in België naar de spoedige
tot stand koming van een inniger verbroe
dering tusschen de beide naties verlangend
uitziet is gedurende den korten tijd, wel
ken de Nederlandsche journalisten in
Vlaanderen doorbrachten, ondubbelzinnig
gebleken.
Be burgemeester van Antwerpen, de
heer Van Cauwelaert, schroomde er zelfs
niet voor terug, om tijdens een toespraak
aan het banquet in het Antwerpsche Stad
huis, met ontroering in zijn stem uit te
roepen: „dat als regeeringen dan niet
in staat zijn de beide volken dichter tot
elkander te brengen, het vrije initiatief een
taak op dit gebied moest vervullen" en
minister Van Vyvere gewaagde er zelfs
reeds van, dat hem de samenkomst der
Nederlandsche journalisten in het Ant
werpsche Stadhuis scheen te duiden op
een blijvende toenadering van de beide
naties.
En de vriendelijke bejegening ten op
zichte van de Nederlandsche journalisten
bleek ook aan het slot van de reis, toen
Ostende met Blankenberghe met elkaar
wedijverden om de Nederlandsche gasten
het hartelijkst te ontvangen.
Zoo is dan met deze reis een tweeledig
doel bereikt, want het Nederlandsche volk
weet thans, dat de Belgen, die hun leven
veil hadden voor de verdediging van hun
vaderland in oorlogstijd, thans hun ver
nuft en werklust volledig in dienst stellen
van het vredeswerk van datzelfde vader
land en bovendien heeft de Hollandsche
jabuur thans vernomen, dat de Belgen
met onuitwischbare gevoelens van dank en
erkentelijkheid bezield zijn voor de groote
hulp, door Nederland tijdens den oorlog
aan de Belgische vluchtelingen bewezen
en vervolgens in Belgenland in het alge
meen den wensch leeft tot het verkrijgen
van de best mogelijke verstandhouding
tusschen België en Nederland.
(Persbureau V. DO
Na de aardbeving.
Een te Cherbourg aangekomen Fransch-
man, de lieer du Pac de Marsoulies, ad
vocaat te Shanghai, die zich den lsten
September j.l. naar Yokohama begeven
had, vertelde bij zijn aankomst in Frank
rijk aan een verslaggever van een Fransch
blad het volgende:
Even vóór 12 uur 's middags had hij
zijn hotel te Yokohama verlaten om eenige
inkoopen te doen in een tegenover het
hotel gelegen winkel. Terwijl hij eenige
artikelen .uitzocht werd hij plotseling van
den grond gelicht en neergesimakt. Een
glazen kast viel in scherven op den grond.
De winkelbediende had zich inmiddels
plat op den grond geworpen onder de
toonbank. Instinctief wierp ook de Fransch-
man zich plat ter aarde.
Een dof gerommel steeg uit den grond
op. Het tweetal werd heftig heen en weer
geschud. Deze verschijnselen duurden
naar schatting een 4550 seconden. Daar
na werden beide personen onder een mas
sa puin bedolven. Het winkelgebouwtje,
uit bamboe en lichte steen opgetrokken
en twee verdiepingen hoog, stortte in
elkander.
Er heerschte volslagen duisternis. Na
verloop van een twintig minuten begon
het beven van den bodem opnieuw en
had tot merkwaardig gevolg, dat het puin,
hetwelk de twee mannen bedekte, werd
verwijderd, zoodat het tweetal zich in
veiligheid kon stellen. Al de klanten,
alsmede 'de overige bedienden, die zich
in den winkel bevonden, warén gedood.
De heer du Pac had nog het mooie
Japansche doosje in de hand, dat hij
wenschte te koopen. Toen speelde zich
het volgende vermakelijke tooneel af: De
Japansche bediende, die den Franschman
geholpen had, stelde zich, geheel bedekt
met. het stof van kalk en steen, weef
laconiek in de postuur van verkooper en
zeide in het Fransch: „U hebt nog niet
betaald, niet waar?"
„Ik zal u in mijn hotel betalen", ant
woordde de heer du Pac. Maar tot zijn
niet geringe verbazing ervoer hij, dat het
hotel niet meer bestond. Het was in een
paar seconden in puin gevallen en in
eenige minuten in een vlammenzee op
gegaan.
De Franschman wilde zich naar het
Fransclie consulaat begeven; het was er
niet meer. Het gebouw stond in vlammen,
de consul was gedood. Tenslotte kon de
Fransche advocaat het stoomschip „Em
press of Australia" bereiken, aan hoord
waarvan het gevaar van de brandende
olie op het water hem kwam bedreigen
en verschrikken. Met veel moeite slaagde
de kapitein van het schip er in, dit in
veiligheid te Jmengen. Tien minuten later
was de plaats, waar het gelegen had,
een vlammenzee.
Sovjet-wraak.
De ]iaat, welken de bolschewiki aan
het. vroegere tsaristische regime toedra
gen, schijnt onverdelgbaar te zijn. Als
uitvloeisel van dien haat is de ter dood
veroordeeling aan te merken, welke door
het districtsgerechtshof van Moskou werd
uitgesproken tegen een zekeren Gorbunoff,
eertijds een hooggeplaatst beambte bij
den tsaristischen geheimen dienst: de
Ohkrana. Bij het uitbreken der bolsche-
wistische revolutie sloot Gorbunoff zich
bij de communistische partij aan en deed
zijn familie in stilte een veilig heenko
men zoeken. Hij kreeg een betrekking
in communistischen dienst en verrichtte
zes jaar lang nauwgezet zijn werk in het
commissariaat van onderwijs té Moskou.
Een jong lid van de Tscheka het ge
heime bolschewistische tribunaal die
Gorbunoff's oudste dochter het hof maak
te, vernam het verleden van haar vader,
dien hij daarop deed arresteeren. Wanho
pig loopt het meisje nu door Moskou's
straten rond en, door wroeging verteerd,
werd haar minnaar, toen hij dit vernam,
plotseling krankzinnig en moest naar een
gesticht worden vervoerd. Maar de wraak
der sovjet-regeering is volkomen.
De Gentsche Hoogeschoolkwestie.
Dinsdag 9 October begint het nieuwe
collegejaar te Gent. De „plechtige ope
ning", waar allerlei verslagen worden
voorgelezen en de rector een rede houdt,
zal alvast zeer belangwekkend zijn. Vol
gens de nieuwe wet is de officieele taal
der universiteit namelijk het Vlaamsch.
Zullen de oude professoren, waarvan de
groote meerderheid zeer Franschgezind is,
zich aan de wet houden en wat zal
de houding zijn der studenten zelf? Er
worden voor dien dag incidenten ver
wacht.
Tot nog toe is geen enkel Vlaamsch
hoogleeraar benoemd. Ongeveer 80 van de
oude hoogleeraren hebben zich bereid ver
klaard in het Vlaamsch te doceeren: 68
van die 80 professoren zijn tevens lid
van de strijdorganisatie tegen de ver-
vlaamsching. Enkelen hunner hebben zelfs
uitdrukkelijk verklaard, dat zij slechts aan
genomen hebben in 't Vlaamsch te do
ceeren, ten einde te voorkomen, dat er
Vlaamschgezinden zouden benoemd wor
den. Ook is nog niet vastgesteld, welke
Vlaamsche en welke Fransche colleges
verplicht zijn.
Het Vlaamsch studentenverbond heeft
besloten de Nolf-universiteit, zooals de
Gentsche hoogeschool voortaan zal hee-
ten, naar den naam van den minister van
onderwijs, te boycotten. Een aantal ge
matigde leiders der Vlaamsche beweging
betreuren echter ten zeerste, dat dit be
sluit genomen is nog voor het kon blijken
of de regeering inderdaad een ernstige
poging wil doen om de wet ten minste
zoo goed mogelijk uit te voeren. In die
kringen begint men nu echter ook aan
den goeden wil der regeering te twijfelen
en de Standaard, het orgaan van de
groep van Cauwelaert, had Maandag een
artikel waarin het dreigt met een nieuwe
campagne voor een Vlaamsche hooge
school, ditmaal gepaard gaande met een
beweging voor Vlaamsch zelfbestuur, in
geval er geen behoorlijk Nederlandsch
hooger onderwijs te Gent wordt inge
richt.
Een teekenend proces.
Teekenend noemen wij het proces-von
Kaehne, dat gisteren te Potsdam begonnen
is, omdat het nog een kijkje geeft in het
verdwijnend© Pruisisch „Jonkerdom". Von
Kaehne werd beschuldigd zekeren Laase
vermoord te hebben. Indertijd leverde ech
ter 'het onderzoek in deze moordzaak
niets opi. Toen echter van Kaehne ver
leden jaar een arbeider, die hout sprok
kelde, met revolverschoten zwaar ver
wondde, werd de moord op Laase opL
nieuw ter sprake gebracht, met het ge
volg, dat von Kaehne zich thans voor
de rechtbank te verantwoorden heeft. Er
bestond voor dit proces een buitengewoon
groote belangstelling, doich er werden
slechts 50 nieuwsgierigen in de zaal toe
gelaten. Von Kaehne, een echte Junker,
treedt heel zeker en zelfbewust op, zoo
meldt de N. R. Ct. Men zou niet zeggen,
dat hij. reeds meer dan 60 jaar oud
is. Tijdens zijn verhoor erkent hij!, dat
hij als jeugdig officier eens een soldaat
met zijn sabel heeft geslagen, omdat, de
man, die de wacht had, zich niet be
hoorlijk gedroeg. Ook in 1910 heeft hij
hen schot gelost op zekeren Nietert, dien
hij bij het stroopen snapte, Dat was
zelfverdediging, merkte beklaagde hier
bij op, waarop de president hem eraan
herinnert, dat hij! reeds vroeger wegens
tnishandeling was veroordeeld. Oolk vroeg
de voorzitter of het juist is, dat hij
eens- tot een arbeider zou hebben gezegd
„Als ik je nog eens snapi, tref ik je
beter dan Nietert". Von Kaehne: „Dat
zal ik wel gezegd hebben, dat was mijn
goed recht".
Nu komt de doend van lactase ter sp'ruke.
Hoewel duidelijk was gebleken, dat deze
doodgeschoten was, had von Kaehne
rondgestrooid, dat Laase zelfmoord had
gepleegd. De voorzitter vindt dit zeei
zonderling. Die boschwachter, die bij het
vinden van het lijk tegenwoordig was,
had een aantal vragen tot von Kaehne
gericht, maar deze wilde niet antwoor
den, omdat, naar hij Verklaarde, de toorn
van den boschwachter niet die was waar
op een gewezen onderofficier tot een
gewezen officier diende te spreken. Be
zwarend is ook, dat uit het dagboek van
den houtvester van von Kaehne de blad
zijden verdwenen zijn, die betrekking heb
ben op- de ontdekking van het lijk. Von
Kaehne zegt, dat hij niet begrijpt, waar
deze bladzijden kunnen zijn gebleven.
Een arbeider vertoefde op den dag van
den moord met Laase op het goed van
von Kaehne. Hij had Laase bij het sprok
kelen uit het oog verloren. Plotseling viel
j een schot. Toen getuige het bosch ver-
liet ontmoette hij den heer von Kaehne.
I De volgende getuige, een stalmeester,
heeft aan von Kaehne gemeld, dat er
een lijk in het bosch was gevonden. Von
Kaehne antwoordde: „Laat maar liggen,
laat de zwijnen het maar opvreten". Ge
tuige voeg'de eraan toe, dat in het bosch
wilde zwijnen rondliepen.
De hetze tegen de Vlootwet.
De hetze tegen de Vlootwet, zegt de
Standaard, brengt sommige menschen tot
razernij.
Zoo lezen we in Het Volk, dat eenige
soc.-dem. 'leden van den Raad der ge
meente Goor bij dien Raad een voorstel
hebben ingediend om op 11 October, den
dag, waarop de Tweede Kamer de Vloot
wet in behandeling zal nemen, gedurende
een uur de doodsklok in den gemeente-
toren te luiden.
Het Volk is blijkbaar heel ingenomen
met dit voorstel. Het zet met groote vette
letters boven dit bericht: De doodsklok
bij de Vlootwet.
De doodsklok
Is het niet weerzinwekkend?
De doodsklok te willen verlagen tot
politiek strijdwapen, het is afschuwe
lijk!
Hoe zoo iets in iemands hoofd kan op
komen!
Toch hebben de mannen, die op dit
lugubere idee kwamen, niet de grootste
schuld. Neen, de grootste schuld rust
op hen, die de hetze tegen de Vlootwet
op zulk een kookpunt hebben gebracht,
dat de mensqhen niet meer weten wat
ze doen. k
Goor.
Het goor gedoe tegen het ontwerp Vloot
wet heeft te Goor zijn toppunt bereikt
door bovengenoemd doodsklok-voorstel.
Een rijmelaar wraakt dit gore voorstel
in de Nieuwe Leidsche met een vers,
waarin de agitatie tegen „de Vlootwet"
wordt afgekeurd. Nu, zoo ver gaan wij
niet. Het is in ieder geval nog maar een
wetsontwerp, agitatie daartegen is
derhalve geoorloofd; maar de logen- en
lastercampagne, het goor gedoe, dat. ver
foeien wij.
Intusschen nemen wij twee regels over
uit bedoeld vers:
Voorts mijn kompliment aan de be
doelde leden,
Dat ze den naam van hun plaats geen
oneer aandeden.
Wij herinneren er tevens aan, dat Goor
de eerste plaats in den lande is geweest,
waar een sociaal-democratische gemeen
teraad tot stand kwam, en tevens de eer
ste waar de sociaal-democratische meer
derheid als regeers- en bestuursmacht
een mislukking is gebleken, en de kiezers
over bedoelde meerderheid de doodsklok
hebben geluid.
De Postchèque- en Girodienst.
Mr G. H. M. Delprat heeft Maandagmid
dag aan den minister van waterstaat mon
deling zijn advies over den Postchèque-
en Girodienst uitgebracht. De minister
van waterstaat heeft zich gistermiddag
persoonlijk, daarbij vergezeld door mr Del-
prat, op de hoogte gesteld van den stand
van zaken bij den Postchèque- en Giro
dienst in het gebouw aan het Spaarne-
plein te 's-Gravenhage. Na beraadslaging
met den directeur van. dien dienst zal de
minister zijn beslissing nemen.
Belasting-navordering te
Waalw ij k.
Door den gemeente-ontvanger te Waal
wijk zijn dezer dagen een 360-tal aan
slagbiljetten uitgereikt voor de plaatse
lijke inkomsten-belasting alle tot navor
dering van te lage aanslagen over het
dienstjaar 1921. Aanleiding tot deze na
vordering was het rapport van de raads
commissie tot nazien der gemeente-reke
ning over 1921 van de voormalige ge
meenten Waalwijk, Baardwijk en Besoijen,
in welk rapport de aandacht werd geves
tigd op de zeer opvallende afwijkingen in
de belastingaanslagen van den Hoofde-
lijken Omslag en de rijksinkomStenbelas-
ting. Het navorderingskohier is door Ged.
Staten van Noord-Brabant goedgekeurd bij
besluit van 5 September 1.1. Het totaal
der geschatte inkomens van de nagevor
derde personen bedraagt: le volgens1 e
kohieren der voormalige gemeeutenBaard-
wijk en Besoijen f571.700, 2e. volgens
de kohieren der Rijksinkomstenbelasting
f 776.153, wat dus een verschil geeft van
f 204-453. Het grootste verschil voor één
persoon bedraagt f 7750.
Het eigenaardige van deze navordering
is, dat het alleen ingezetenen betreft uit
de voormalige gemeenten Baardwijk en
Besoijen, die tot voor 1 Januari 1922 zelf
standige gemeenten waren, waarbij vooral
laatstgenoemde met de samenvoeging der
gemeenten 'tot Groot-Waalwijk, met een
aanmerkelijk nadeelig saldo dienstjaar
1921 is overgekomen.
Een soc."dem. raadslid op een
feesthal.
Het „Handelsblad" had 12 Sept. het
volgend bericht:
„Als een bijzonderheid meldt onze cor
respondent te D'oetinchem, dat een der
vooraanstaande sociaal-democratische
raadsleden uit die gemeente, heeft deel
genomen aan het feestbetoon bij de Ko-
ninginnefeesten. Toen hij 's avonds ook
deelnam aan het feesthal, nam het ove
rig publiek hem in den kring en voerde
een rondedans om hem uit".
Naar aanleiding van dit bericht gaf
de correspondent van „Het Volk" een te
genspraak, waarin, na een weinig vlei
ende karacteristiek van den „Handels-
blad'Vcorrespondent, den heer Themans,
diens bericht „een leugen, anders niet"
genoemd werd. Daarop ontving „Het Volk"
van den heer Themans een schrijven, waar
in Qaij niet alleen zijn bericht volhoudt,
maar er ook allerlei bijzonderheden aan
toevoegde, waaruit moet blijken, dat be
doeld raadslid op het bal tamelijk uitge
laten wa«j |g„eweest. „Het Volk" zond dit
schrijven aan het betrokken raadslid Spijk-
man en ontving daarop van dezen een
antwoord, waaruit bleek, dat hij .tijdens
het jubileumfeest op de danspartij aan
wezig geweest is en met twee dames uit
zijn gezelschap gedanst heeft. Hij ont
kent echter bijzondere vroolijkheid geuit
te hebben en in een kring genomen en
toegezongen te zijn; dat hij zijn jasje uit
trok en afklopte geschiedde slechts om
dat men hem opmerkte, dat het stoffig
was. Was dus, naar deze verklaring, net
bericht van den „Handelsblad"-correspon-
.dent wat sterk gekleurd, de hoofdzaak
er van blijkt toch juist, zoo moet „Het
Volk" nu bekennen.
Het ernstig woord.
Het „ernstig woord" in ons vorig nö.
was ontleend aan „De Heraut".
Zondagsheiliging.
In de „Ned." schreef Prof. Slótettiakêr
de Bruine als volgt: -
De jaarbeurs te Utrecht zou ditmaal
duren van 12 tot 26 September, maar
in dat tijdvak drie dagen gesloten zjjn,
namelijk op Zondag 16 en Grooten Ver
zoendag 20 en op Zondag 23 September.
I Niets dan lof voor het bestuur dézer
zakelijke, kaufmannische, economische,
materieele, mammonistische inrichting,
dat aldus de geestelijke overtuiging van
Jood en Christen ontziet. Maardat
kan dus? Is het dus niet waar, dat zulk
een zaak mislukt, wanneer ze in veertien
dagen driemaal wordt gesloten?
Prachtig. Dan kan het elders ook.
Wat de Algemeene Lands-
drukker ij ons kost.
Bij het snuffelen in de cijfers voor hét
dienstjaar 1924 kwam de Rott. er töe,
eens tegenover elkander te zetten de cjj-
fers van de posten, aangevende de uit
gaven voor Jiet drukken van de Neder
landsche Staatscourant, de Handelingen
der Staten-Generaal en het Staatsblad,
en de cijfers van de posten uit de mid
delenwet, die de opbrengst van bedoelde
stukken aanwijzen.
De vierde.afdeeling van de begrooting
voor Binnenlandsche Zaken en Landbouw
noemt onder de artikelen 69 t. m. 76 als
kosten voor het drukken en uitgeven van
de Nederlandsche Staatscourant en Van
de Handelingen van de Staten-Generaal
een bedrag van f335.000 en als kosten
voor het drukken en uitgeven van het
Staatsblad met het daarbij béhoorendé
register een som van f42.000. Voegt mén
daarbij de kosten van het personeel, Vóór
het drukken en uitgeven benoodigd, én
de bureel- en lokaalkosten, dan komt rtien
tot een totaal bedrag van f424.262. Blij
kens de posten S. 106 en 107 van dö
middelenwet voor 1924 staat hiertegen
over een bedrag van f 233.000 voor dé
opbrengst van de Ned. Staatscourant en
het verslag der Handelingen en een bedrag
van f47.000 voor de opbrengst van het
Staatsblad, totaal een som van f 280.0ÖÖ.
Wij leggen derhalve op het drukken toe
een bedrag van f 424.262 min f 280.000,
dat is f 144.262.
Nemen wij nu voorts in aanmerking, dat
blijkens post S. 109 ygn de middelenwet
de winst op het Staatsbedrijf der Al
gemeene Landsdrukkerij op f 25.000 wordt
geraamd, dan komen wjj dus tot de con
clusie, dat de heele zaak ons op ruim
f 119.000 komt te staan.
Wij teekenen hierbij ten slotte nog aan,
dat de uitkomsten van het Staatsbedrijf
der Landsdrukkerij over vorige jaren
waren
1921: winst f89.381, 1922: verlies
f69.389; 1923: geraamde winst f25.587.
Tegen de rijwielbelasting-
Bioor het bestuur van het b^e^1V1ï*f
Sociale actie ten dienste van
ziaers en handelsagenten m Nederland. is
een adres a"n de regeering verzonden,
waarin wordt aangedrongen bij het ont
werpen van het voorstel tot heffing van
een ca'wielbelasting', het zoodanig te doen,
dat zij, die een rijwiel voor de uitoefening
van het beroep noodig hebben, hetgeen
voornamelijk bij handelsreizigers het ge
val is, in elk geval van belastingbetaling
worden vrijgesteld. Voor handelsreizigers
klemt dit verzoek om vrijstelling te meer,
omdat zij. van alle groepen van werknemers
die een rijwiel gebruiken, de eenige zul
len zijn, die reeds zooveel betalen voor
hun rijwiel. De jaarlijksche lasten, <ïis
de bevrachting per spoor van "net rijwiel
voor hen meebrengt, drukken thans reeds
zwaar op het bestaan van den handels
reiziger.
Opleiding verlofskader.
Tot nu toe werden de in te lijven dienst
plichtigen met de geschiktheid voor oplei
ding tot reserve-Officier ingedeeld bij' be
paalde ploegen en werd aan degenen, die
na opkomst onder de wapenen vóör
die opleiding werden aangewezen, eefi na
der uitstel verleend; zij werden dus naar
huis gezonden tot 1 October, 11.1. tót den
datum van aanvang van bedoelde Oplei
ding aan de scholen voor verloife-ofHcie-
ren. Haddërt zij hiertegen bezwaren, dan
konden zij onder de wapenen blijven en
werd met hun opleiding Onmiddellijk aan
gevangen. Dit gaf echter bij de scholen
aanleiding tot ernstige bezwaren.
Middelen werden gezocht om een zoo-