DE ZEEUW TWEEDE BLAD. Buitenland. Binnenlanil. VAN WOENSDAG 3 OCT. 1923. No. 3 De wederopbouw van België. (Slot.) Die stad, die ook weer in den strijd van 1914 tot 1918 het meest geleden heeft, is Nieuwpoort. Ook al zijn dan thans van de 961 verwoeste woningen weer 623 opgebouwd, het zal nog jaren duren eer de zeedijk weer geheel hersteld is. Alle groote gebouwen aan den zeekant, als hotels, e.a., liggen in puin en met het op'ruimingswerk zal nog geruimen tijd ge moeid zijn. Een buitengewone prestatie leverde de bouwmeester Wiierin, die de geheel vernielde kerk, een prachtig ge bouw uit de dertiende eeuw, binnen negen maanden heeft weten te doen opbouwen. In dorpjes als Ramscapelle en Pervyse is het herstellingswerk eveneens in vol len gang. Be optuimingswerken in Dixmuiden leverden groote moeilijkheden op, door dat het Diuitsche leger daar alle verster kingen in beton had uitgevoerd. Alle kelders waren herschapen in ware forten. Hel opruimen van al die betonnen bouw werken was een schier bovenmenschelijke taak. Maar de taaie volharding en de on buigzame wil van de Belgen, om het vre deswerk in het belang van het herstel van hun zoo ernstig geschonden land binnen den kortst mogelijken tijd te verrichten, overwonnen ook hier alle moeilijkheden en zie hier het resultaat: Tot dusver werden opgeruimd 20.000 kub. M. betonmassa's, terwijl 195.000 kub. M. aarde met spade en houweel werden omgewoeld. Verzameld werden 16 mil- lioen baksteenen, afkomstig uit de puinen, alsmede 35000 kub. M. steengruis, 3Ö00 ton ijzer, 500 ton granaten en kartetsen en 6000 kub. M. brandhout. En intusschen werden in dit pllaatsje met een bevolking van 3700 inwoners, waarvan tot lieden 2500 zijn teruggekeerd, 235 woningen van de 990 opgebouwd, terwijl 307 in aan bouw zijn. Die meeste inwoners van Dixmuiden zijln ondergebracht in barakken, 't Moet daar in de Yserstreek een ware hel geweest zijn en het valt licht te begrij pen, dat daar het herstel niet zoo snel vordert als in het overige deel van Vlaanderen. Drie honderd meter ten Zuiden van de brug over den Yser, over welke onze auto's voeren, zagen we de beruchte „Mineauterie", waarop de Buitschers in 191 öhadden postgevat en op een afstand van 1,5 K.M. van de Yserbrug verwijderd, strekt zich de beruchte „doodsgang" af „boyau de la mort" uit. Ook al zou ons geheugen ons hier in den steek hebben gelaten, hetgeen niet het geval is, daar wij ons de leger- berichten uit die bloedige Yserdagen nog levendig herinneren, dan nog zouden we nu door ons bezoek volkomen ervan door drongen zijn geworden, dat daar bij Dix muiden en Glercken en de vele andere plaatsen vlak bij den Yser liggend, die wij passeerden, de meest onmenschelijke strijd gestreden is. Een stad als Roesselaere, ooik nog be kend uit de legerberichten, is nagenoeg geheel weer opgebouwd en hoe meer wij de kust bij Ostende naderen, hoe meer wij kunnen constateeren, met welk een buitengewone inspanning' gearbeid wordt om daar vredelievend Werk te her stellen wat het oorlaglswerk heeft ver nield en verwoest. D;at werk der Belgen dwingt diepe eer bied en groote bewondering af! Blijkens de officieele gegevens, welke ons op den tocht verstrekt werden, zijn van de 100.000 vernielde woningen 85000 opge bouwd of hersteld. Meer dan 1200 arbeiderswoningen wer den opgericht, hetzij in permanente hetziji in semi-permanente huizen, om vooral de arbeiders in het bouwbedrijf een on derdak te verschaffen. Dlaarenboven wer den er ongeveer 11.000 noodwoningen, bekostigd uit het Koning Albertfonds in elkaar gezet. De Diienst der Verwoeste Gewesten (D. V.G.) heeft aan dit herstellingswerk van particuliere woningen reeds meer dan 725 millioen francs besteed en daarin zijn natuurlijk niet begrepen de sommen dooir particulieren uitgegeven voor herstel op eigen initiatief. Niet minder dan 1000 öptenbare gebou wen werden hersteld en ongeveer 250 gemeentescholen en 125 vrije scholen wer den opigeb'ouwd. Dank zij de energieke maatregelen, die getroffen werden om aan de inwoners ©en voorloopig onderkomen te verschaf fen (o.a. door het bouwen van ettelijke duizenden barakken) en om de terugkee- rende vluchtelingen bij te staan (door het verstrekken van premiën, het ver zorgen van meubelen, beddegoed, huis-' raad, enz.) klom het bevolkingscijfer zien- deroog. West-Vlaanderen telde vóór den 00Hog ongeveer 318.000 inweners, ,op 31 De cember 1919 waren er slechts 189.225 en op 30 Juni 1923 was dit cijfer al weer boven de 285.000 gestegen. Tot 1 Juli 1923 gaf België, door be middeling van het Ministerie van Econo mische Zaken een bedrag uit van 17,5 milliard (17.500.000.000) francs voor het herstel, en in dit cijfer is nog niet be- grepien het herstel der Staatsspoorwegen, (ongeveer 2,5 milliard) en ook niet de uitgaven voor Kunstwerken, als het her- ■stel van bruggen, sluizen en wegen van Staat en Provincie. Alleen de opsomming van "deze cijfers reeds !zou voldoende zijn om een voor stelling te geven van den reusachtigen omvang der herstellingswerken, maar wie, zooals thans een aantal Nederlandsche jour nalisten, een gedeelte van dit reuzenwerk heeft gezien, die moet vol bewondering zijn voor de ongeloofelijke werkkracht, wel ke aan den dag is gelegd door het Bel gische volk, onderleiding van zijn talent- vollen minister van "Economische zaken, den heer Van de Vyvere en diens bewon- derenswaardigen, onvermoeiden en door tastenden „Kabinetsoverste" den heer Ch. Mechant, aan wien de Nederlandsche jour nalisten steeds de aangenaamste herinne ringen zullen bewaren. 1 Een tocht als thans door de Nederland sche journalisten is gemaakt en de wijze waarop van Belgische overheidswege de 'gasten zijn ontvangen, moet onvermijdelijk leiden tot een hechten band tusschen Bel gië en Nederland. Bat men in België naar de spoedige tot stand koming van een inniger verbroe dering tusschen de beide naties verlangend uitziet is gedurende den korten tijd, wel ken de Nederlandsche journalisten in Vlaanderen doorbrachten, ondubbelzinnig gebleken. Be burgemeester van Antwerpen, de heer Van Cauwelaert, schroomde er zelfs niet voor terug, om tijdens een toespraak aan het banquet in het Antwerpsche Stad huis, met ontroering in zijn stem uit te roepen: „dat als regeeringen dan niet in staat zijn de beide volken dichter tot elkander te brengen, het vrije initiatief een taak op dit gebied moest vervullen" en minister Van Vyvere gewaagde er zelfs reeds van, dat hem de samenkomst der Nederlandsche journalisten in het Ant werpsche Stadhuis scheen te duiden op een blijvende toenadering van de beide naties. En de vriendelijke bejegening ten op zichte van de Nederlandsche journalisten bleek ook aan het slot van de reis, toen Ostende met Blankenberghe met elkaar wedijverden om de Nederlandsche gasten het hartelijkst te ontvangen. Zoo is dan met deze reis een tweeledig doel bereikt, want het Nederlandsche volk weet thans, dat de Belgen, die hun leven veil hadden voor de verdediging van hun vaderland in oorlogstijd, thans hun ver nuft en werklust volledig in dienst stellen van het vredeswerk van datzelfde vader land en bovendien heeft de Hollandsche jabuur thans vernomen, dat de Belgen met onuitwischbare gevoelens van dank en erkentelijkheid bezield zijn voor de groote hulp, door Nederland tijdens den oorlog aan de Belgische vluchtelingen bewezen en vervolgens in Belgenland in het alge meen den wensch leeft tot het verkrijgen van de best mogelijke verstandhouding tusschen België en Nederland. (Persbureau V. DO Na de aardbeving. Een te Cherbourg aangekomen Fransch- man, de lieer du Pac de Marsoulies, ad vocaat te Shanghai, die zich den lsten September j.l. naar Yokohama begeven had, vertelde bij zijn aankomst in Frank rijk aan een verslaggever van een Fransch blad het volgende: Even vóór 12 uur 's middags had hij zijn hotel te Yokohama verlaten om eenige inkoopen te doen in een tegenover het hotel gelegen winkel. Terwijl hij eenige artikelen .uitzocht werd hij plotseling van den grond gelicht en neergesimakt. Een glazen kast viel in scherven op den grond. De winkelbediende had zich inmiddels plat op den grond geworpen onder de toonbank. Instinctief wierp ook de Fransch- man zich plat ter aarde. Een dof gerommel steeg uit den grond op. Het tweetal werd heftig heen en weer geschud. Deze verschijnselen duurden naar schatting een 4550 seconden. Daar na werden beide personen onder een mas sa puin bedolven. Het winkelgebouwtje, uit bamboe en lichte steen opgetrokken en twee verdiepingen hoog, stortte in elkander. Er heerschte volslagen duisternis. Na verloop van een twintig minuten begon het beven van den bodem opnieuw en had tot merkwaardig gevolg, dat het puin, hetwelk de twee mannen bedekte, werd verwijderd, zoodat het tweetal zich in veiligheid kon stellen. Al de klanten, alsmede 'de overige bedienden, die zich in den winkel bevonden, warén gedood. De heer du Pac had nog het mooie Japansche doosje in de hand, dat hij wenschte te koopen. Toen speelde zich het volgende vermakelijke tooneel af: De Japansche bediende, die den Franschman geholpen had, stelde zich, geheel bedekt met. het stof van kalk en steen, weef laconiek in de postuur van verkooper en zeide in het Fransch: „U hebt nog niet betaald, niet waar?" „Ik zal u in mijn hotel betalen", ant woordde de heer du Pac. Maar tot zijn niet geringe verbazing ervoer hij, dat het hotel niet meer bestond. Het was in een paar seconden in puin gevallen en in eenige minuten in een vlammenzee op gegaan. De Franschman wilde zich naar het Fransclie consulaat begeven; het was er niet meer. Het gebouw stond in vlammen, de consul was gedood. Tenslotte kon de Fransche advocaat het stoomschip „Em press of Australia" bereiken, aan hoord waarvan het gevaar van de brandende olie op het water hem kwam bedreigen en verschrikken. Met veel moeite slaagde de kapitein van het schip er in, dit in veiligheid te Jmengen. Tien minuten later was de plaats, waar het gelegen had, een vlammenzee. Sovjet-wraak. De ]iaat, welken de bolschewiki aan het. vroegere tsaristische regime toedra gen, schijnt onverdelgbaar te zijn. Als uitvloeisel van dien haat is de ter dood veroordeeling aan te merken, welke door het districtsgerechtshof van Moskou werd uitgesproken tegen een zekeren Gorbunoff, eertijds een hooggeplaatst beambte bij den tsaristischen geheimen dienst: de Ohkrana. Bij het uitbreken der bolsche- wistische revolutie sloot Gorbunoff zich bij de communistische partij aan en deed zijn familie in stilte een veilig heenko men zoeken. Hij kreeg een betrekking in communistischen dienst en verrichtte zes jaar lang nauwgezet zijn werk in het commissariaat van onderwijs té Moskou. Een jong lid van de Tscheka het ge heime bolschewistische tribunaal die Gorbunoff's oudste dochter het hof maak te, vernam het verleden van haar vader, dien hij daarop deed arresteeren. Wanho pig loopt het meisje nu door Moskou's straten rond en, door wroeging verteerd, werd haar minnaar, toen hij dit vernam, plotseling krankzinnig en moest naar een gesticht worden vervoerd. Maar de wraak der sovjet-regeering is volkomen. De Gentsche Hoogeschoolkwestie. Dinsdag 9 October begint het nieuwe collegejaar te Gent. De „plechtige ope ning", waar allerlei verslagen worden voorgelezen en de rector een rede houdt, zal alvast zeer belangwekkend zijn. Vol gens de nieuwe wet is de officieele taal der universiteit namelijk het Vlaamsch. Zullen de oude professoren, waarvan de groote meerderheid zeer Franschgezind is, zich aan de wet houden en wat zal de houding zijn der studenten zelf? Er worden voor dien dag incidenten ver wacht. Tot nog toe is geen enkel Vlaamsch hoogleeraar benoemd. Ongeveer 80 van de oude hoogleeraren hebben zich bereid ver klaard in het Vlaamsch te doceeren: 68 van die 80 professoren zijn tevens lid van de strijdorganisatie tegen de ver- vlaamsching. Enkelen hunner hebben zelfs uitdrukkelijk verklaard, dat zij slechts aan genomen hebben in 't Vlaamsch te do ceeren, ten einde te voorkomen, dat er Vlaamschgezinden zouden benoemd wor den. Ook is nog niet vastgesteld, welke Vlaamsche en welke Fransche colleges verplicht zijn. Het Vlaamsch studentenverbond heeft besloten de Nolf-universiteit, zooals de Gentsche hoogeschool voortaan zal hee- ten, naar den naam van den minister van onderwijs, te boycotten. Een aantal ge matigde leiders der Vlaamsche beweging betreuren echter ten zeerste, dat dit be sluit genomen is nog voor het kon blijken of de regeering inderdaad een ernstige poging wil doen om de wet ten minste zoo goed mogelijk uit te voeren. In die kringen begint men nu echter ook aan den goeden wil der regeering te twijfelen en de Standaard, het orgaan van de groep van Cauwelaert, had Maandag een artikel waarin het dreigt met een nieuwe campagne voor een Vlaamsche hooge school, ditmaal gepaard gaande met een beweging voor Vlaamsch zelfbestuur, in geval er geen behoorlijk Nederlandsch hooger onderwijs te Gent wordt inge richt. Een teekenend proces. Teekenend noemen wij het proces-von Kaehne, dat gisteren te Potsdam begonnen is, omdat het nog een kijkje geeft in het verdwijnend© Pruisisch „Jonkerdom". Von Kaehne werd beschuldigd zekeren Laase vermoord te hebben. Indertijd leverde ech ter 'het onderzoek in deze moordzaak niets opi. Toen echter van Kaehne ver leden jaar een arbeider, die hout sprok kelde, met revolverschoten zwaar ver wondde, werd de moord op Laase opL nieuw ter sprake gebracht, met het ge volg, dat von Kaehne zich thans voor de rechtbank te verantwoorden heeft. Er bestond voor dit proces een buitengewoon groote belangstelling, doich er werden slechts 50 nieuwsgierigen in de zaal toe gelaten. Von Kaehne, een echte Junker, treedt heel zeker en zelfbewust op, zoo meldt de N. R. Ct. Men zou niet zeggen, dat hij. reeds meer dan 60 jaar oud is. Tijdens zijn verhoor erkent hij!, dat hij als jeugdig officier eens een soldaat met zijn sabel heeft geslagen, omdat, de man, die de wacht had, zich niet be hoorlijk gedroeg. Ook in 1910 heeft hij hen schot gelost op zekeren Nietert, dien hij bij het stroopen snapte, Dat was zelfverdediging, merkte beklaagde hier bij op, waarop de president hem eraan herinnert, dat hij! reeds vroeger wegens tnishandeling was veroordeeld. Oolk vroeg de voorzitter of het juist is, dat hij eens- tot een arbeider zou hebben gezegd „Als ik je nog eens snapi, tref ik je beter dan Nietert". Von Kaehne: „Dat zal ik wel gezegd hebben, dat was mijn goed recht". Nu komt de doend van lactase ter sp'ruke. Hoewel duidelijk was gebleken, dat deze doodgeschoten was, had von Kaehne rondgestrooid, dat Laase zelfmoord had gepleegd. De voorzitter vindt dit zeei zonderling. Die boschwachter, die bij het vinden van het lijk tegenwoordig was, had een aantal vragen tot von Kaehne gericht, maar deze wilde niet antwoor den, omdat, naar hij Verklaarde, de toorn van den boschwachter niet die was waar op een gewezen onderofficier tot een gewezen officier diende te spreken. Be zwarend is ook, dat uit het dagboek van den houtvester van von Kaehne de blad zijden verdwenen zijn, die betrekking heb ben op- de ontdekking van het lijk. Von Kaehne zegt, dat hij niet begrijpt, waar deze bladzijden kunnen zijn gebleven. Een arbeider vertoefde op den dag van den moord met Laase op het goed van von Kaehne. Hij had Laase bij het sprok kelen uit het oog verloren. Plotseling viel j een schot. Toen getuige het bosch ver- liet ontmoette hij den heer von Kaehne. I De volgende getuige, een stalmeester, heeft aan von Kaehne gemeld, dat er een lijk in het bosch was gevonden. Von Kaehne antwoordde: „Laat maar liggen, laat de zwijnen het maar opvreten". Ge tuige voeg'de eraan toe, dat in het bosch wilde zwijnen rondliepen. De hetze tegen de Vlootwet. De hetze tegen de Vlootwet, zegt de Standaard, brengt sommige menschen tot razernij. Zoo lezen we in Het Volk, dat eenige soc.-dem. 'leden van den Raad der ge meente Goor bij dien Raad een voorstel hebben ingediend om op 11 October, den dag, waarop de Tweede Kamer de Vloot wet in behandeling zal nemen, gedurende een uur de doodsklok in den gemeente- toren te luiden. Het Volk is blijkbaar heel ingenomen met dit voorstel. Het zet met groote vette letters boven dit bericht: De doodsklok bij de Vlootwet. De doodsklok Is het niet weerzinwekkend? De doodsklok te willen verlagen tot politiek strijdwapen, het is afschuwe lijk! Hoe zoo iets in iemands hoofd kan op komen! Toch hebben de mannen, die op dit lugubere idee kwamen, niet de grootste schuld. Neen, de grootste schuld rust op hen, die de hetze tegen de Vlootwet op zulk een kookpunt hebben gebracht, dat de mensqhen niet meer weten wat ze doen. k Goor. Het goor gedoe tegen het ontwerp Vloot wet heeft te Goor zijn toppunt bereikt door bovengenoemd doodsklok-voorstel. Een rijmelaar wraakt dit gore voorstel in de Nieuwe Leidsche met een vers, waarin de agitatie tegen „de Vlootwet" wordt afgekeurd. Nu, zoo ver gaan wij niet. Het is in ieder geval nog maar een wetsontwerp, agitatie daartegen is derhalve geoorloofd; maar de logen- en lastercampagne, het goor gedoe, dat. ver foeien wij. Intusschen nemen wij twee regels over uit bedoeld vers: Voorts mijn kompliment aan de be doelde leden, Dat ze den naam van hun plaats geen oneer aandeden. Wij herinneren er tevens aan, dat Goor de eerste plaats in den lande is geweest, waar een sociaal-democratische gemeen teraad tot stand kwam, en tevens de eer ste waar de sociaal-democratische meer derheid als regeers- en bestuursmacht een mislukking is gebleken, en de kiezers over bedoelde meerderheid de doodsklok hebben geluid. De Postchèque- en Girodienst. Mr G. H. M. Delprat heeft Maandagmid dag aan den minister van waterstaat mon deling zijn advies over den Postchèque- en Girodienst uitgebracht. De minister van waterstaat heeft zich gistermiddag persoonlijk, daarbij vergezeld door mr Del- prat, op de hoogte gesteld van den stand van zaken bij den Postchèque- en Giro dienst in het gebouw aan het Spaarne- plein te 's-Gravenhage. Na beraadslaging met den directeur van. dien dienst zal de minister zijn beslissing nemen. Belasting-navordering te Waalw ij k. Door den gemeente-ontvanger te Waal wijk zijn dezer dagen een 360-tal aan slagbiljetten uitgereikt voor de plaatse lijke inkomsten-belasting alle tot navor dering van te lage aanslagen over het dienstjaar 1921. Aanleiding tot deze na vordering was het rapport van de raads commissie tot nazien der gemeente-reke ning over 1921 van de voormalige ge meenten Waalwijk, Baardwijk en Besoijen, in welk rapport de aandacht werd geves tigd op de zeer opvallende afwijkingen in de belastingaanslagen van den Hoofde- lijken Omslag en de rijksinkomStenbelas- ting. Het navorderingskohier is door Ged. Staten van Noord-Brabant goedgekeurd bij besluit van 5 September 1.1. Het totaal der geschatte inkomens van de nagevor derde personen bedraagt: le volgens1 e kohieren der voormalige gemeeutenBaard- wijk en Besoijen f571.700, 2e. volgens de kohieren der Rijksinkomstenbelasting f 776.153, wat dus een verschil geeft van f 204-453. Het grootste verschil voor één persoon bedraagt f 7750. Het eigenaardige van deze navordering is, dat het alleen ingezetenen betreft uit de voormalige gemeenten Baardwijk en Besoijen, die tot voor 1 Januari 1922 zelf standige gemeenten waren, waarbij vooral laatstgenoemde met de samenvoeging der gemeenten 'tot Groot-Waalwijk, met een aanmerkelijk nadeelig saldo dienstjaar 1921 is overgekomen. Een soc."dem. raadslid op een feesthal. Het „Handelsblad" had 12 Sept. het volgend bericht: „Als een bijzonderheid meldt onze cor respondent te D'oetinchem, dat een der vooraanstaande sociaal-democratische raadsleden uit die gemeente, heeft deel genomen aan het feestbetoon bij de Ko- ninginnefeesten. Toen hij 's avonds ook deelnam aan het feesthal, nam het ove rig publiek hem in den kring en voerde een rondedans om hem uit". Naar aanleiding van dit bericht gaf de correspondent van „Het Volk" een te genspraak, waarin, na een weinig vlei ende karacteristiek van den „Handels- blad'Vcorrespondent, den heer Themans, diens bericht „een leugen, anders niet" genoemd werd. Daarop ontving „Het Volk" van den heer Themans een schrijven, waar in Qaij niet alleen zijn bericht volhoudt, maar er ook allerlei bijzonderheden aan toevoegde, waaruit moet blijken, dat be doeld raadslid op het bal tamelijk uitge laten wa«j |g„eweest. „Het Volk" zond dit schrijven aan het betrokken raadslid Spijk- man en ontving daarop van dezen een antwoord, waaruit bleek, dat hij .tijdens het jubileumfeest op de danspartij aan wezig geweest is en met twee dames uit zijn gezelschap gedanst heeft. Hij ont kent echter bijzondere vroolijkheid geuit te hebben en in een kring genomen en toegezongen te zijn; dat hij zijn jasje uit trok en afklopte geschiedde slechts om dat men hem opmerkte, dat het stoffig was. Was dus, naar deze verklaring, net bericht van den „Handelsblad"-correspon- .dent wat sterk gekleurd, de hoofdzaak er van blijkt toch juist, zoo moet „Het Volk" nu bekennen. Het ernstig woord. Het „ernstig woord" in ons vorig nö. was ontleend aan „De Heraut". Zondagsheiliging. In de „Ned." schreef Prof. Slótettiakêr de Bruine als volgt: - De jaarbeurs te Utrecht zou ditmaal duren van 12 tot 26 September, maar in dat tijdvak drie dagen gesloten zjjn, namelijk op Zondag 16 en Grooten Ver zoendag 20 en op Zondag 23 September. I Niets dan lof voor het bestuur dézer zakelijke, kaufmannische, economische, materieele, mammonistische inrichting, dat aldus de geestelijke overtuiging van Jood en Christen ontziet. Maardat kan dus? Is het dus niet waar, dat zulk een zaak mislukt, wanneer ze in veertien dagen driemaal wordt gesloten? Prachtig. Dan kan het elders ook. Wat de Algemeene Lands- drukker ij ons kost. Bij het snuffelen in de cijfers voor hét dienstjaar 1924 kwam de Rott. er töe, eens tegenover elkander te zetten de cjj- fers van de posten, aangevende de uit gaven voor Jiet drukken van de Neder landsche Staatscourant, de Handelingen der Staten-Generaal en het Staatsblad, en de cijfers van de posten uit de mid delenwet, die de opbrengst van bedoelde stukken aanwijzen. De vierde.afdeeling van de begrooting voor Binnenlandsche Zaken en Landbouw noemt onder de artikelen 69 t. m. 76 als kosten voor het drukken en uitgeven van de Nederlandsche Staatscourant en Van de Handelingen van de Staten-Generaal een bedrag van f335.000 en als kosten voor het drukken en uitgeven van het Staatsblad met het daarbij béhoorendé register een som van f42.000. Voegt mén daarbij de kosten van het personeel, Vóór het drukken en uitgeven benoodigd, én de bureel- en lokaalkosten, dan komt rtien tot een totaal bedrag van f424.262. Blij kens de posten S. 106 en 107 van dö middelenwet voor 1924 staat hiertegen over een bedrag van f 233.000 voor dé opbrengst van de Ned. Staatscourant en het verslag der Handelingen en een bedrag van f47.000 voor de opbrengst van het Staatsblad, totaal een som van f 280.0ÖÖ. Wij leggen derhalve op het drukken toe een bedrag van f 424.262 min f 280.000, dat is f 144.262. Nemen wij nu voorts in aanmerking, dat blijkens post S. 109 ygn de middelenwet de winst op het Staatsbedrijf der Al gemeene Landsdrukkerij op f 25.000 wordt geraamd, dan komen wjj dus tot de con clusie, dat de heele zaak ons op ruim f 119.000 komt te staan. Wij teekenen hierbij ten slotte nog aan, dat de uitkomsten van het Staatsbedrijf der Landsdrukkerij over vorige jaren waren 1921: winst f89.381, 1922: verlies f69.389; 1923: geraamde winst f25.587. Tegen de rijwielbelasting- Bioor het bestuur van het b^e^1V1ï*f Sociale actie ten dienste van ziaers en handelsagenten m Nederland. is een adres a"n de regeering verzonden, waarin wordt aangedrongen bij het ont werpen van het voorstel tot heffing van een ca'wielbelasting', het zoodanig te doen, dat zij, die een rijwiel voor de uitoefening van het beroep noodig hebben, hetgeen voornamelijk bij handelsreizigers het ge val is, in elk geval van belastingbetaling worden vrijgesteld. Voor handelsreizigers klemt dit verzoek om vrijstelling te meer, omdat zij. van alle groepen van werknemers die een rijwiel gebruiken, de eenige zul len zijn, die reeds zooveel betalen voor hun rijwiel. De jaarlijksche lasten, <ïis de bevrachting per spoor van "net rijwiel voor hen meebrengt, drukken thans reeds zwaar op het bestaan van den handels reiziger. Opleiding verlofskader. Tot nu toe werden de in te lijven dienst plichtigen met de geschiktheid voor oplei ding tot reserve-Officier ingedeeld bij' be paalde ploegen en werd aan degenen, die na opkomst onder de wapenen vóör die opleiding werden aangewezen, eefi na der uitstel verleend; zij werden dus naar huis gezonden tot 1 October, 11.1. tót den datum van aanvang van bedoelde Oplei ding aan de scholen voor verloife-ofHcie- ren. Haddërt zij hiertegen bezwaren, dan konden zij onder de wapenen blijven en werd met hun opleiding Onmiddellijk aan gevangen. Dit gaf echter bij de scholen aanleiding tot ernstige bezwaren. Middelen werden gezocht om een zoo-

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1923 | | pagina 5