Bliiaestlaal.
Uil de Provincie.
Boeren-waarsclmwing: Pas op of de kaf
fers jagen ons de zee in.
Men rekent uit hoe de bevolking er
over 50 jaar zal uitzien in Zuid-Afrika,
als zij op dezelfde wijze blijft toenemen
als in de nu afgeloopen 50 jaar. Er zijn
nu li/a millioen blanken en öVs millioen
kaffers. Gaat die ontwikkeling zoo door,
dan zullen er over 50 jaar 4 millioen,
in het allergunstigste geval 6i/2 millioen
blanken zijn tegenover 27 millioen kaffers.
Zoo redeneeren de Engelschen nu, en
in hun angst misschien wel wat in oveï-
drijving. Want wie zal zeggen of de Kaf
fers over een halve eeuw ook niet al
lang tot de neo-Malthusleer zullen zijn
bekeerd.
Maar goed, hqt is dan toch zoo, dat
de Engelschen zich na twintig jaar heb
ben opgewerkt tot het inzicht, dat de
Boeren al een halve eeuw en meer ge
leden, hadden. Ook in andere opzichten
zullen ze wel moeten erkennen, dat de
meening van Kruger c. s. nog zoo onjuist
niet was. Die waren de practische ken
ners van van den werkelijken toestand;
de anderen de Engelschen theoreti
seerden te veel of bekeken de dingen door
een gekleurd-en bril. En dat gaf natuurlijk
geen juiste voorstelling van den toestand.
Zoo wordt ook hier de wijsheid gerecht
vaardigd van haar kinderen.
De staatsgreep in Spanje.
Een correspondent van de „Petit
Pari si en" te Barcelona heeft tot den
grooteil man" van het oogenblik in
Spanje, kapitein-generaal Primo de
Rivera, kunnen doordringen, te wiens
paleize hij een belangwekkend on-
derhoud ihad. Eén der medewerkers
van Rivera vertelde den correspon
dent de werkelijk fantastische geschie
denis van den staatsgreep.
„Sedert vijf jaren", zoo zeide hij,
„was de ontevredenheid in Spanje
tegen het openbaar gezag steeds toe
genomen. Het autoriteitsbeginsel was
volkomen ondermijnd. De liberale en
de conservatieve partij, die beurte
lings aan het roer kwamen, hadden
alle prestige bij het volk verloren. In
het leger werd' de discipline door re-
geeringsorders verzwakt. In Marokko
werden de operaties op onverstan
dige wijze gevoerd. De syndicaten te
Barcelona van den anderen kant or
ganiseerden ongestraft een ware ter
reur en moordpartijen.
Primo de Rivera, die altijd be
schouwd werd als chef van de jonge
Spaansche militaire groep was door
dezen staat van zaken ten zeerste
verontrust. Op 22-jarigen leeftijd werd
hij tijdens de operaties 'tot kapitein
bevorderd. Tot commandant benoemd
op Cuba en later tot luitenant-kolo
nel op de Philippijnen, werd hij
in 1909 te Melilla tot generaal bevor
derd wegens oorlogsverdiensten. Zijn
populariteit nam steeds toe in het ko
loniale leger, waarvan de comman
danten doorgaans bejaard zijn, daar
de leeftijdsgrens 72 jaar voor de
korpscommandanten en 68 jaar voor
de divisie-generaals is. Rivera was
toen slechts 52 jaar oud.
Toen hij in Gatalonië arriveerde,
was hij ook daar dadelijk zeer popu
lair. Hij bewoog zich in alle krin
gen, van de meest aristocratische, tot
de meest nederige, bestudeerde de
economische behoeften der bevolking
in deze industriestreek. Niettemin
aarzelde hij nog, het vaandel van den
opstand té ontplooiïen, de druppel,
die den beker deed overloopen, was
de kwestie Van de hernieuwing der
handelsverdragen. Tijdens den oorlog
had de ravitailleering der gealliëer-
den de toen aan 't bewind zijnde mi
nisters in staat gesteld, zich op schan
dalige wijze te verrijken door het han
delen in uitvoervergunningen. Tus-
schenpersonen, die aan de geallieer
den waren met 100 pet. winst ver
kochten, lieten gaarne een commissie
loon van 10 percent aan de ministers
en hoogere functionarissen. Van hoog
tot laag vierde de corruptie hoogtij.
Rivera maakte zich tot tolk .der
genen, die klachten tegen Alba had
den in te brengen. De minister-presi
dent verklaarde hem, dat de geruch
ten ongegrond en overdreven waren
en weigerde zich van zijn medewer
ker los te maken. Rivera verklaarde
•hem toen openhartig, dat het leger
de schande niet meer zou verdragen.
De regeering te Madrid nam de be
dreigingen van Rivera niet ernstig op.
Men beschouwde ze als kinderach
tigheden. Hij zou geïsoleerd staan,
zeide men. Niemand zou hem volgen.
In drie dagen tijds had Rivera in het
geheim, zonder zijn medewerkers te
waarschuwen, zijn plan van actie op
gesteld. Met het vertrouwen, dat hem
zijn groote vaderlandsliefde inboezem
de, stelde hij in den nacht van 11 op
12 September een manifest op, dat
door de kleine militaire drukkerij,
waarover hij beschikte, inderhaast ge
drukt werd. Het was het sein van
den opstand. Rivera, zond zijn pro
clamatie, vergezeld van zijn visite
kaartje, aan alle generaals, die m
de verschillende districten het com
mando voerden. In den morgen van
den 12den ontbood hij zijn ordonnan-
ce-officier en gelastte hem de pro
clamatie van den staat van beleg voor
te bereiden, maar den datum van de
afkondiging der krijgswet oningevuld
te laten. In den namiddag ontving hij
een telegram van de officieren te Ma
drid, met het verzoek de beweging
te verhaasten, 's Avonds om 10 uur
riep Rivera op zijn bureau alle gene
raals en commandanten van legerste
den in Catalonië bijeen. Zij versche
nen allen in burgerkleeding, zonder
nog iets te bevroeden. Hij las hun de
proclamatie voor en beval hun, den
staat van beleg van 4 uur 's morgens
af te kondigen. Alle officieren betuig
den hun chef spontaan hun absolute
trouw. Zij keerden naar hun kazernes
terug om aan hun officieren de pro
clamatie van Rivera mede te deelen.
Om half 10 's morgens meldde een
telegram uit Madrid, dat het garni
zoen der hoofdstad de beweging
steunde en van dat oogenblik af was
liet. in het paleis van Rivera voort
durend een komen en ga,an van aller
lei delegaties, die haar steun kwamen
toezeggen. In twee dagen tijds had
hij het klaargespeeld, het land te win
nen voor de zaak, waarvan hij zich
tot kampioen had opgeworpen: de
regeneratie van Spanje.
Den daarop volgenden dag vertrok
hii naar Madrid, in antwoord op een
oproep van den koning. Hij had niet
zooals Mussolini, 1 egioenen achter
zich, die tevoren voor het werk van
zuivering en herstel waren georga
niseerd en geprepareerd, maar jvas
geheel alleeni Na zijn bezoek aan den
koning was de zaak beklonken.
Korte berichten.
Bij een ontploffing aan boord
van een visschersvaartuig zijn, naar uit
St. Sebastiaan wordt gemeld, zeven leden
van de bemanning gedood en acht ge
kwetst.
Uit Oost-Friesland vertrekken tal
van gezinnen, doch mede zeer vele on-
gehuwden, binnenkort naar Amerika.
Het staat wel vast, dat zij, die daarvoor
geld disponibel hebben, pogen nog dit
jaar den Oceaan over te steken: het emi-
greeren is weer iii vollen gang.
De revolutie in Trans-Jordanië
(Palestina) is door emir Abdullahs troe
pen onderdrukt. Alles is weer 'normaal.
Volgens de laatste berichten hadden de
revolutionnaire stammen Zondagmorgen
vroeg Amman omsingeld. De telefoon- en
telegraafverbindingen werden doorgesne
den. De aanvallers vluchtten na een hevig
gevecht naar het Zuiden in de richting
van Medeba, 82 dooden, waaronder eenige
leiders achterlatende.
Die groote bladen te New-York zijn
niet verschenen tengevolge van het uit
breken eener plotselinge druk-
kersstaking. Een loonkwestie is de
aanleiding van dit conflict.
Een ballon, die bij een feest te Pa
rijs was opgestegen, is bij een plaatsje in
Westfalen gedaald. De Duitsche autoritei
ten arresteerden den bestuur
der en passagiers van den ballon en con-
fisceerden dezen laatsten. Die Fransche
minister van .buitenlandscbe zaken is van
het geval verwittigd.
Het aantal ingeschreven w e r k -
loozen in Eenemarken is de vorige week
van 29225 tot 19514 verminderd. Ver
leden jaar bedroeg het in de correspoin-
deerende week 31500.
Die caféhouders in Keulen
hebben besloten om met 1 October te
sluiten, daar door de verhoogde belas
ting hun bedrijf niet meer loonend is.
Is dat waar?
Uit Kerkrade wordt gemeldDoor werf-
agenten van een onzer particuliere mijnen
werden in de Duitsche grensgemeenten
Duitsche arbeiders genomen voor die mijn;
deze Duitschers, onder wie er zijn, die
als kopstukken van de communisten in
hel; Wurmremin bekend zijn, verkregen
werk als sleeper, terwijl de eigen werk-
loozen geen werk konden bekomen.
W aarsc huwing.
De hoofdcommissaris van politie te
's Gravenhage, die indertijd gewaar
schuwd heeft tegen het koopen van obli
gaties in het Emissiehuis Die Goudmijn,
waarvan directeur was G. W. J. Rosier,
Hoogstraat 125, Rotterdam, wijkt er Op,
dat deze „maatschappij:" thans verplaatst
is naar Ridderkerk.
D)e opening der Kamers.
Hieromtrent vernemen wij' nog
Met heldere s em, op sommige woor len
hijzonderen nadruk leggende, las de Ko
ningin de korte troonrede voor. In enkele
minuten was de lezing geëindigd. Toen
hief de heer Diuymaer van Twist een
„leve de Koningin" aan, dat dooir de
aanwezigen driemaal werd herhaald.
Hierop werd nog een „leve de Koningin
Moeder" en „leve de Prins" aangeheven.
Op dezelfde wijze begeleid als bij. Haar
komst, verlieten de Vorstelijke personen,
voorafgegaan en gevolgd door een bree-
de rij hofdignitarissen, terwijl ook de
Indische prinsen deel van het gevolg
uitmaakten, de Ridderzaal.
't Was ongeveer kwart voor twee, toen
schetterende fanfares de terugkeer van
den stoet aankondigden. Die eerewacht
voor het paleis presenteerde het geweer,
de Kon. Militaire Kapel van bet Binnen
hof teruggekeerd, zette het Wilhelmus
in, en de wachtenden hieven een luid
hoerageroep aan, toen de statiekoets voor
reed en de Koninklijke Familie buigend
en wuivend de buide in ontvangst nam.
Van een der vensters van den rechter
vleugel sloeg de Prinses, eerst achter
een der gordijnen verborgen, het tafereel-
gade. Daarna voegde zij Zich bij Koningin,
Koningin-Moeder en Prins, die voor een
der vensters het Wilhelmus aanhoorden,
dat de Kapel opnieuw had ingezet, en
vandaar de ovaties van het publiek in
ontvangst namen. Ook later vertoonden
de Majesteiten en de Prinses zich nog
een oogenblik voor de vensters.
De „Tel." meldt, dat de Koningin niet
reed, zooals gebruikelijk in de gouden
koets, maar in een fraaie hofcalèche, be
spannen met acht paarden. Dat was een
teleurstelling voor de buitenmenschen. De
gouden koets bleef opgeborgen en de
koninklijke familie reed in de glazen
koets, ook een pronkjuweel, met de
gouden kroon bovenop met groote ver
gulde wielen en geschilderde paneélen,
maar de gouden koets was het toch
niet. Het is vele jaren niet voorgekomen
dat de Koningin niet in de gouden koets
naar de Ridderzaal reed en dus maalde
deze verandering in liet program wel in
druk, vooral bij experts, die van meening
waren, dat de opening van de Staten-
Generaal persé in een gouden koets moet
geschieden. Koning Willem III moet vroe
ger in deze glazen koets steeds de Staten-
Generaal geopend hebben.
De kapel, die voor het paleis was
opgesteld, was in snellen marsch naar
het binnenhof gemarcheerd om ook daar
het Wilhelmus bij aankomst van den
stoet te doen hooren. Door de afvloeiing
■had men niet de beschikking ditmaal over
twee corpsen en wist men op de gemelde
wijze de moeilijkheden te omzeilen. De
muziek speelde na terugkeer uit de Rid
derzaal het „Wilhelmus" en marcheerde
daarna weer af naar het paleisom
zich daar opnieuw verdienstelijk te ma
ken Dieze maatregel verwekte nog al
vroolijkheid onder het publiek.
Zwaardere heffing op tabak,
bier en thee.
In de troonrede wordt gezegd dat ver
schillende wetsontwerpen ingediend zul
len- worden tot liet brengen van wij
zigingen in het belastingstelsel. Hierbij
wordt gedoeld op indirecte heffingen
en wel naar de „Standaard" vernam,
op verzwaring van heffingen op tabak,
bier en thee.
De postchèque- en girodienst.
De achterstand bij het Centrale girokan
toor wordt met kracht ingehaald. De
afrekeningen van 10, 11 en 12 September
j.l. zijn voor zooveel mogelijk, verzonden
en aan de verzending van de afreke
ningen van 13, 14 en 15 Sept. wordt
gewerkt. Wat de data's van 17 en 18
Sept. betreft, deze volgen geleidelijk. Ver
trouwd wordt, dat de vertraging in de
afdoening der giro-opdrachten zoo lang
zamerhand tot het verleden zal behooren.
Ingrijpende maatregelen zijn genomen, tot
verbetering' van in verband met de cen
tralisatie voorgekomen misvattingen.
Di e Vlootwet.
Bij den voorzitter der Tweede Kamer
is ingekomen een brief van de Ministers
van Marine, van Koloniën en van Finan
ciën met betrekking tot de Vlootwet,
waarin de regeering op grond van de
motieven uit het Vlootwetrapport als haar
meening te kennen geeft, dat verdere op
schorting der vlootplannen onverantwoor
delijk zou zijn. De regeering is wel na ge
zette overweging tot de overtuiging geko
men dat de toestand zoowel van de
Nederlandsche als van de Indische finan
ciën het noodzakelijk maakt, nog eenige
verdere verlichting van den voor het
oogenblik aan de uitvoering der vloot
plannen verbonden financieelen druk, te
aanvaarden en de inwerkingtreding te
verschuiven tot 1924, hetgeen vooral voor
de Indische financiën een beduidend ver
schil geelt. Voorts is de Regeering van
meening, dat afgescheiden van deze
verschuiving ten aanzien van het
vlootbasisfonds nog iets verder moet
worden gegaan, door de lasten over een
langer tijdperk te verdeelen en in de
eerste jaren slechts geringe bedragen te
verwerken.
Nadrukkelijk wenscht de Regeering
hierbij te verklaren, dat met het aanbren
gen van bezuinigingen als door de
Vlootwet-commissie bedoeld, op dit ge
bied de limiet niet is bereikt en dat
verdele maatregelen getroffen zullen wor
den, om, zonder de gevechtskracht van de
vloot en de verdediging van de vloot-
basis te schaden, de directe en indirecte
■exploitatiekosten tot een zoo laag moge
lijk. peil te brengen. Naar de meening
van de regeering, is de VlooLwetcotmmis-
sie door het stellen van den eisch ten
aanzien van het algemeen Regeerings-
beleid (ri.l. de overlegging van een uitge
werkt plan tot het sluitend maken van het
-Staatsbudget op het oogenblik, waarop de
Vlootwet in behandeling wordt genomen)
buiten het raam van de haar verstrekte
opdracht getreden. Het sluitend maken
van het Staatsbudget, zoowel voor Ne
derland als voor Indië, is een plicht,
die de Regeering evenzeer moet nakomen
indien van het jt.ot stand komen der
Vlootwet geheel zou worden afgezien.
De regeering is van meening, dat
deze aanvulling der eerder naar voren
■gebrachte argumenten ter verdediging van
het ontwerp-Vlootwet de verdere open
bare behandeling van. dit wetsontwerp
mogelijk maakt.
'Van voorouders.
In de N. R. Ct. wordt uitgerekend dat
tot de illustre voorouders onzer Ko
ningin onder anderen behooren Maria
Stuart en Peter de Groote.
Eerstgenoemde was door haar zoon
Jacobus I grootmoeder van Elisabeth,
zuster van Karei I, en deze laatste was
op haar beurt weer grootmoeder van
George I, den stamvader van het re-
geerend koningshuis in Engeland. Onze
stadhouder Willem IV nu huwde met
Anna, dochter van George II en klein
dochter van George I, terwijl zijn zoon
Willem V huwde met Wilhelmina, een
kleindochter van Friedrich Wilhelm I,
die de vader was van Frederik den
Grooten en gehuwd was met de dochter
van George I. Zoowel van vaders- als van
moederszijde dus was Koning Willem
I een afstammeling' van George I, ter
wijl hij daarenboven nog huwde met
zijn nicht van wie hetzelfde gold.
Maria Stuart was dus de achterover-
grootmoeder van George I en deze we
der de achterover-grootvader van Koning
Willem I. Bijigevolg is onze Koningin
een afstammelinge van Maria Stuart in
den llden graad, in denzelfden graad
waarin zij het is van Admiraal de Co-
ligny. Zij deelt die afkomst met den
huidigen koning van Engeland en met den
ex-keizer van Dluitschland, met den eer
ste van welke beiden zij1 daardoor ver
maagschapt is in den 12den graad.
Eenvoudiger is de afstamming van Pe
ter tien Grooten. Koning Willem II huw
de met een zuster van Tsaar Nicolaas
Ien van deze grootmoeder der Ko
ningin was Peter de Groote de achterover-
grootvader, zoodat wij' hier slechts met
een afstamming in den 6den graad te
doen hebben.
Dieze opsomming is volkomen juist.
Toch zegt zij weinig, althans wat Rusland
aangaat. Aan de hoven te Moskou heeft
sedert eeuwen in ergerlijke mate de zon
de geheerschtgeschiedschrijvers verha
len dan ook, dat niet Gzaar Paul 1
de overgrootvader van onze Koningin
ip, maar een zekere Saltikof, hij is na
melijk geboren uit een liaison van Ka-
tharina II met evengenoemden Saltikof.
Is dit zoo, dan komt aan Peter den
Groote de eer niet toe van het stamvader
schap noch van de Koningin noch van
een der tegenwoordige vorsten en vor
stinnen op onzen aardbol!
Tweede Kamer.
Met het gebruikelijke ceremonieel is
gisteren weer het nieuwe zittingsjaar der
Staten-Generaal geopend en is de werk
tijd voor de Kamerleden weer aangebro
ken. Een periode, die weinig anders dan
sombere perspectieven biedt, is aangevan
gen.
Wat de opening' betreft meldt 'de
„Msb." hog, dat een 'der leden van de
roede fractie welke uit „beginsel'' aan
de plechtigheid niet wenscht deel te ne
men, ioimdal'J dhr Duyrnaer van Twist na
het voorlezen der troonrede een „leve de
Koningin" pleegt aan te heffen met
vrouw en kroost door de Kamergebou
wen doolde, terwijl 't. socialistische hoofd
orgaan zich bij: de officieele gebeurtenis
zelve liet vertegenwoordigen. Een begin
van toenadering?
Te drie uur ving de gewone zitting
der Tweede Kamer aan en nu waren de
socialisten natuurlijk present. Eerst bood
minister Colijn, daartoe door de Konin
gin gemachtigd, aan de Kamer de lang
verbeide staatsbegrooting voor 1924 aan
met de bijbehoorende Memorie van Toe
lichting (de. z-.g. milioenennota). Wfiar wij
gisteren reeds in staat waren, hieraan
het voornaamste te ontleenen, volstaan wij
nu met de vermelding.
Daarna volgde het opmaken van de
nominatie voor het voorzitterschap. Van
de 76 stemmen "kreeg "dhr Kooien er '70.
Een mooie uitslag voor dezen zoo be
kwamen voorzitter. Evenals voor de pas
gesloten zittingsperiode kwam de anti
revolutionaire heer de Monté ver Loren
als no. 2 de vrijheidsbonder Visser van
IJzendoorn, no. 3, respectievelijk met 48
en 45 stemmen. Alleen de socialisten
sputterden nog wat tegen en gaven bij
de tweede en derde stemming aan collega
Schaper de voorkeur.
Opmerking verdienden zegt de „N.
R. Crt" de heer Juten, de eenige, die
zijn .mooi pakje van de openingsplechtig
heid aangehouden had, en hoe lief en
stemmig het dochtertje van den Christe-
Iijk-Historischen afgevaardigde Wieitkamp
dat in de voorzittersloige prijkte, er in
haar Overijaelschcn boer.innekap uitzag.
'Aardig, dat op dezen dag van traditie
haar vader, de stoere plattelander, op
deze wijze de traditie vhoog houdt! Als
mede, dat een sociaal-democraat IJzer
man, aangewezen is, evenals het vorig
jaar, de nominatie voor het voorzitter
schap aan de Koningin mee te gaan aan
bieden.
"Nadat nog twee nieuwe leden waren
beëedigd, de heeren Leenstra en Loerak
ker, onderscheidenlijk opvolgers van mi
nister Colijn en den overleden Katholie
ken afgevaardigde Moerel was 't alweer
gedaan tot ;a.s. Donderdag.
Faillissementen. Failliet ver
klaard M. Padmos Mzn., landbouwer te
Bruinisse en A. Huisson, koopman in
manufacturen te Borssele.
Onbewaakte overwegen.
„De Zoom" schrijft:
Onder de wachtposten die thans aan
de beurt van opheffing komen zijn er
ook enkele aan de Zeeuwsche lijn ge
legen, o.a. wachtpost 20A nabij het sta
tion Rilland. Zij die pier rijwiel, motor
of auto een toertje maken naar Zeeland,
zullen deze wachtpost wel kennen, het
is de laatste voor het station Rilland.
Het verkeer met motorrijtuigen vooral
is langs deze wachtpost enorm groot,
het uitzicht komende van den dijk in
kronkelende richting uiterst gevaarlijk
reeds, zal waar alleen 100 auto's ge
middeld per dag hier langs rijden, wan
neer het een stille overweg wordt, nog
gevaarlijker worden, zoodat wij1 vertrou
wen, dat de Maatschappij' zich nog eens
nader zal bedenken om tot uitvoering
hiervan* over te gaan. De zuinigheid zou
hier de wijsheid bedriegen.
Bij Kon. besluit zijn benoemd bij" liet
wapen der infanterie tot eerste luitenant
de tweede luitenant H. J. Hubregtse van
het wapen, thans non-actief; en bij de
administratie de tweede luitenant Th.
Franse, van dat dienstvak. En is voor den
tijd van 8 jaren benoemd bij' het reserve-
personeel der landmacht tot reserve-paar
denarts der 2de kl. de heer Di. de Put
ter, vee-arts.
Herbenoemd tot burgemeester van
Sint Philipsland L. Nilant, en tot lid
der Rijkscommissie voor de keuring van
trekpaarden C. A. de Bruyckere te Bres
keus. Benoemd tot commissaris van het
loodswezen, de bctoiming, bebakening en
verlichting, tevens ontvanger der loods
gelden ter Nederlandsche loodsstand-
plaats Antwerpen de commissaris van het
loodswezen enz., tevens ontvanger der
loodsgelden te Neuzen H. J. Iloogen
Stoevenbeld en tot commissaris van het
loodswezen, de betoiming, bebakening en
verlichting, tevens ontvanger der loods
gelden te Neuzen, de commissaris van het
loodswezen enz:, tevens ontvanger der
loodsgelden te Vlieland II. W. Balfoort,
Te 's 'Gravenhage is opi 56-jarigen
leefiijd overleden de heef dr-mr W. Diote.»?,
advocaat aldaar.
Die heer Dicke was van 1895 tot 1900
advocaat en- procureur te Goes, en van
1897 tol 1900 lid van den gemeenteraad
aldaar. Hij vestigde zich in laatstgenoemd
jaar in zijn geboortestad Dordrecht.
Middelburg. Het Lep' tegen 2 uur toen
Dinsdagmiddag d'e kinderen van alle
scholen zich in troepen vereenigden bij
hun school en onder medevoering van
tal van fraai versierde fietsen en karren,
ja zelfs poppenwagens, en andere versie
ringen, als een baldakijn boven het por
tret van de Koningin, bogen, opschriften,
gekleed in japonnen en pakjes met
oranje, sjerpen om en oranje mutsen
op, vele met zich dragende een vlag
in de Nationale kleuren, oprukten naar
het gemeentelijk sportterrein. Dit terrein
had hier en daar nog al geleden van de
hevige regens, die gelukkig ophielden te
gen 2 uur en wegbleven tot tegen het
einde van het féést, waaraan ruim 2990
kinderen deelnamen. Afwisselend konden
de 'kinderen genieten bij' een der beide
goochelaars of bij de ouclerwetsche pop
penkast, om ook een bezoek te brengen
aan het uit marktkramen samengesteld
■buffet, waar rappe dameshanden onop
houdelijk Ranja inschonken, terwijl bij'
ieder glas Ranja een koekje werd aan
geboden. De 'kinderen bleven schooils-
gewijze bijteen en deden ook nog een of
ander spelletje. In een woord de kin
deren genoten volop'. Al blijft het jammer,
dat het mooie weder, dat tot nu toe de
feesten te Middelburg had begunstigd, ook
niet nog Dinsdag zich handhaafde, toch
mag ook dit door den gemeenteraad mo
gelijk gemaakte feest geslaagd worden ge
noemd. O.a. mevrouw Quarles van Ufford
echtgenoote van den Commissaris der Ko
ningin, die zelf verhinderd was, en de
burgemeester van Middelburg met me
vrouw D'umon Tak, brachten een bezoek
aan het feestterrein, waar zij door den
voorzitter van Uit het VolkVoor het
Volk, den heer J. N. Pattist werden
rondgeleid, terwijl de heer L. K. v. d.
Harst J.Jz., die zoo lang de vereeniging
leidde en nu haar eere-voorzitter is£
den geheelen middag het gebeuren gade
sloeg. Aan ieder der meisjes werd als
herinnering een jubileumbroche uitge
reikt evenals aan de dames, die zoo
welwillend waren te helpen bij de trac-
taties, en aan de jongens een jubileum-
beker.
Tijdens het korte maar hevige on
weer dat h edenmorgten woedde, is vol
gens ooggetuigen de bliksem geslagen in
den bliksemafleider der Rj.E. Kerk, ter
wijl verschillende telefoontoestellen on
klaar geraakten en ook hier en daar de
electrische leiding "defect was. Zoo kun
nen o.a. drie kronen in 'de Nieuwe kerk
niet branden en was ook de Provinciale
griffie van licht verstoken.
Vlissingen. De heer dr A. Starerman
heeft de meening van B. en W., volgens
welke hij geen raadslid kan zijn, aan
de beslissing van den raad onderworpen.
Wenveldir.ge. Dinsdagmiddag werd het
visschersvaartuig Bru 113, schipper Vij
verberg, geladen met mosselen en be
stemd naar België, bij het laveeren in de
Witte tonnen vlei door een Groninger
tjalk, schipper Nachtegaal, aangevaren,
dat het roer en achtersteven van het
schip werden gerukt. Met veel moeite is
het hun gelukt het Kanaal te bereiken.
Van gemelde tjalk werd, volgens verkla
ring van de opvarenden van de Bru
113 niet de minste notitie van hen geno
men.
lerseke. Met. ingang van 1 December
a.s. is benoemd tot Rijksveldwachter te
lerseke dhr. J. Roose, thans te Kedicbem.
Ovezand. Maandag j.l. hield de Ove-
zandsche Burgerwacht een onderlinge
wedstrijd op een personeele baan met
marga, maximum 120 punten. De prijzen
bestonden uit kunstvoorwerpen. De uit
slag was als volgtl'e prijls M. Rijk
109 p., 2e A. van Steenbergen 104 p.,
3e G. Raas 103, 4e A. van Zunderen 97,
5e Jan Maat 97, 6e F. Koens 94, 7e Jan
de Jonge 94; 8e F. de Koning 93, 9e
A. v. d. Velde 91, 10e C. Bakker 87,
lie P. de Meij1 86, 12e F. van Steen
bergen 84, 13e A. van Loenhoud 80,
14e Jac. Timmerman 79, 15e Jan West-
dorp 78; 16e C. Schijf 75, 17e M. Som-
meijer 75, 18e Jan Kopmels 72, 19e
P. Daalman 69, 20e Wi. Pantus 69, 21e