Bliiaestlaal. Uil de Provincie. Boeren-waarsclmwing: Pas op of de kaf fers jagen ons de zee in. Men rekent uit hoe de bevolking er over 50 jaar zal uitzien in Zuid-Afrika, als zij op dezelfde wijze blijft toenemen als in de nu afgeloopen 50 jaar. Er zijn nu li/a millioen blanken en öVs millioen kaffers. Gaat die ontwikkeling zoo door, dan zullen er over 50 jaar 4 millioen, in het allergunstigste geval 6i/2 millioen blanken zijn tegenover 27 millioen kaffers. Zoo redeneeren de Engelschen nu, en in hun angst misschien wel wat in oveï- drijving. Want wie zal zeggen of de Kaf fers over een halve eeuw ook niet al lang tot de neo-Malthusleer zullen zijn bekeerd. Maar goed, hqt is dan toch zoo, dat de Engelschen zich na twintig jaar heb ben opgewerkt tot het inzicht, dat de Boeren al een halve eeuw en meer ge leden, hadden. Ook in andere opzichten zullen ze wel moeten erkennen, dat de meening van Kruger c. s. nog zoo onjuist niet was. Die waren de practische ken ners van van den werkelijken toestand; de anderen de Engelschen theoreti seerden te veel of bekeken de dingen door een gekleurd-en bril. En dat gaf natuurlijk geen juiste voorstelling van den toestand. Zoo wordt ook hier de wijsheid gerecht vaardigd van haar kinderen. De staatsgreep in Spanje. Een correspondent van de „Petit Pari si en" te Barcelona heeft tot den grooteil man" van het oogenblik in Spanje, kapitein-generaal Primo de Rivera, kunnen doordringen, te wiens paleize hij een belangwekkend on- derhoud ihad. Eén der medewerkers van Rivera vertelde den correspon dent de werkelijk fantastische geschie denis van den staatsgreep. „Sedert vijf jaren", zoo zeide hij, „was de ontevredenheid in Spanje tegen het openbaar gezag steeds toe genomen. Het autoriteitsbeginsel was volkomen ondermijnd. De liberale en de conservatieve partij, die beurte lings aan het roer kwamen, hadden alle prestige bij het volk verloren. In het leger werd' de discipline door re- geeringsorders verzwakt. In Marokko werden de operaties op onverstan dige wijze gevoerd. De syndicaten te Barcelona van den anderen kant or ganiseerden ongestraft een ware ter reur en moordpartijen. Primo de Rivera, die altijd be schouwd werd als chef van de jonge Spaansche militaire groep was door dezen staat van zaken ten zeerste verontrust. Op 22-jarigen leeftijd werd hij tijdens de operaties 'tot kapitein bevorderd. Tot commandant benoemd op Cuba en later tot luitenant-kolo nel op de Philippijnen, werd hij in 1909 te Melilla tot generaal bevor derd wegens oorlogsverdiensten. Zijn populariteit nam steeds toe in het ko loniale leger, waarvan de comman danten doorgaans bejaard zijn, daar de leeftijdsgrens 72 jaar voor de korpscommandanten en 68 jaar voor de divisie-generaals is. Rivera was toen slechts 52 jaar oud. Toen hij in Gatalonië arriveerde, was hij ook daar dadelijk zeer popu lair. Hij bewoog zich in alle krin gen, van de meest aristocratische, tot de meest nederige, bestudeerde de economische behoeften der bevolking in deze industriestreek. Niettemin aarzelde hij nog, het vaandel van den opstand té ontplooiïen, de druppel, die den beker deed overloopen, was de kwestie Van de hernieuwing der handelsverdragen. Tijdens den oorlog had de ravitailleering der gealliëer- den de toen aan 't bewind zijnde mi nisters in staat gesteld, zich op schan dalige wijze te verrijken door het han delen in uitvoervergunningen. Tus- schenpersonen, die aan de geallieer den waren met 100 pet. winst ver kochten, lieten gaarne een commissie loon van 10 percent aan de ministers en hoogere functionarissen. Van hoog tot laag vierde de corruptie hoogtij. Rivera maakte zich tot tolk .der genen, die klachten tegen Alba had den in te brengen. De minister-presi dent verklaarde hem, dat de geruch ten ongegrond en overdreven waren en weigerde zich van zijn medewer ker los te maken. Rivera verklaarde •hem toen openhartig, dat het leger de schande niet meer zou verdragen. De regeering te Madrid nam de be dreigingen van Rivera niet ernstig op. Men beschouwde ze als kinderach tigheden. Hij zou geïsoleerd staan, zeide men. Niemand zou hem volgen. In drie dagen tijds had Rivera in het geheim, zonder zijn medewerkers te waarschuwen, zijn plan van actie op gesteld. Met het vertrouwen, dat hem zijn groote vaderlandsliefde inboezem de, stelde hij in den nacht van 11 op 12 September een manifest op, dat door de kleine militaire drukkerij, waarover hij beschikte, inderhaast ge drukt werd. Het was het sein van den opstand. Rivera, zond zijn pro clamatie, vergezeld van zijn visite kaartje, aan alle generaals, die m de verschillende districten het com mando voerden. In den morgen van den 12den ontbood hij zijn ordonnan- ce-officier en gelastte hem de pro clamatie van den staat van beleg voor te bereiden, maar den datum van de afkondiging der krijgswet oningevuld te laten. In den namiddag ontving hij een telegram van de officieren te Ma drid, met het verzoek de beweging te verhaasten, 's Avonds om 10 uur riep Rivera op zijn bureau alle gene raals en commandanten van legerste den in Catalonië bijeen. Zij versche nen allen in burgerkleeding, zonder nog iets te bevroeden. Hij las hun de proclamatie voor en beval hun, den staat van beleg van 4 uur 's morgens af te kondigen. Alle officieren betuig den hun chef spontaan hun absolute trouw. Zij keerden naar hun kazernes terug om aan hun officieren de pro clamatie van Rivera mede te deelen. Om half 10 's morgens meldde een telegram uit Madrid, dat het garni zoen der hoofdstad de beweging steunde en van dat oogenblik af was liet. in het paleis van Rivera voort durend een komen en ga,an van aller lei delegaties, die haar steun kwamen toezeggen. In twee dagen tijds had hij het klaargespeeld, het land te win nen voor de zaak, waarvan hij zich tot kampioen had opgeworpen: de regeneratie van Spanje. Den daarop volgenden dag vertrok hii naar Madrid, in antwoord op een oproep van den koning. Hij had niet zooals Mussolini, 1 egioenen achter zich, die tevoren voor het werk van zuivering en herstel waren georga niseerd en geprepareerd, maar jvas geheel alleeni Na zijn bezoek aan den koning was de zaak beklonken. Korte berichten. Bij een ontploffing aan boord van een visschersvaartuig zijn, naar uit St. Sebastiaan wordt gemeld, zeven leden van de bemanning gedood en acht ge kwetst. Uit Oost-Friesland vertrekken tal van gezinnen, doch mede zeer vele on- gehuwden, binnenkort naar Amerika. Het staat wel vast, dat zij, die daarvoor geld disponibel hebben, pogen nog dit jaar den Oceaan over te steken: het emi- greeren is weer iii vollen gang. De revolutie in Trans-Jordanië (Palestina) is door emir Abdullahs troe pen onderdrukt. Alles is weer 'normaal. Volgens de laatste berichten hadden de revolutionnaire stammen Zondagmorgen vroeg Amman omsingeld. De telefoon- en telegraafverbindingen werden doorgesne den. De aanvallers vluchtten na een hevig gevecht naar het Zuiden in de richting van Medeba, 82 dooden, waaronder eenige leiders achterlatende. Die groote bladen te New-York zijn niet verschenen tengevolge van het uit breken eener plotselinge druk- kersstaking. Een loonkwestie is de aanleiding van dit conflict. Een ballon, die bij een feest te Pa rijs was opgestegen, is bij een plaatsje in Westfalen gedaald. De Duitsche autoritei ten arresteerden den bestuur der en passagiers van den ballon en con- fisceerden dezen laatsten. Die Fransche minister van .buitenlandscbe zaken is van het geval verwittigd. Het aantal ingeschreven w e r k - loozen in Eenemarken is de vorige week van 29225 tot 19514 verminderd. Ver leden jaar bedroeg het in de correspoin- deerende week 31500. Die caféhouders in Keulen hebben besloten om met 1 October te sluiten, daar door de verhoogde belas ting hun bedrijf niet meer loonend is. Is dat waar? Uit Kerkrade wordt gemeldDoor werf- agenten van een onzer particuliere mijnen werden in de Duitsche grensgemeenten Duitsche arbeiders genomen voor die mijn; deze Duitschers, onder wie er zijn, die als kopstukken van de communisten in hel; Wurmremin bekend zijn, verkregen werk als sleeper, terwijl de eigen werk- loozen geen werk konden bekomen. W aarsc huwing. De hoofdcommissaris van politie te 's Gravenhage, die indertijd gewaar schuwd heeft tegen het koopen van obli gaties in het Emissiehuis Die Goudmijn, waarvan directeur was G. W. J. Rosier, Hoogstraat 125, Rotterdam, wijkt er Op, dat deze „maatschappij:" thans verplaatst is naar Ridderkerk. D)e opening der Kamers. Hieromtrent vernemen wij' nog Met heldere s em, op sommige woor len hijzonderen nadruk leggende, las de Ko ningin de korte troonrede voor. In enkele minuten was de lezing geëindigd. Toen hief de heer Diuymaer van Twist een „leve de Koningin" aan, dat dooir de aanwezigen driemaal werd herhaald. Hierop werd nog een „leve de Koningin Moeder" en „leve de Prins" aangeheven. Op dezelfde wijze begeleid als bij. Haar komst, verlieten de Vorstelijke personen, voorafgegaan en gevolgd door een bree- de rij hofdignitarissen, terwijl ook de Indische prinsen deel van het gevolg uitmaakten, de Ridderzaal. 't Was ongeveer kwart voor twee, toen schetterende fanfares de terugkeer van den stoet aankondigden. Die eerewacht voor het paleis presenteerde het geweer, de Kon. Militaire Kapel van bet Binnen hof teruggekeerd, zette het Wilhelmus in, en de wachtenden hieven een luid hoerageroep aan, toen de statiekoets voor reed en de Koninklijke Familie buigend en wuivend de buide in ontvangst nam. Van een der vensters van den rechter vleugel sloeg de Prinses, eerst achter een der gordijnen verborgen, het tafereel- gade. Daarna voegde zij Zich bij Koningin, Koningin-Moeder en Prins, die voor een der vensters het Wilhelmus aanhoorden, dat de Kapel opnieuw had ingezet, en vandaar de ovaties van het publiek in ontvangst namen. Ook later vertoonden de Majesteiten en de Prinses zich nog een oogenblik voor de vensters. De „Tel." meldt, dat de Koningin niet reed, zooals gebruikelijk in de gouden koets, maar in een fraaie hofcalèche, be spannen met acht paarden. Dat was een teleurstelling voor de buitenmenschen. De gouden koets bleef opgeborgen en de koninklijke familie reed in de glazen koets, ook een pronkjuweel, met de gouden kroon bovenop met groote ver gulde wielen en geschilderde paneélen, maar de gouden koets was het toch niet. Het is vele jaren niet voorgekomen dat de Koningin niet in de gouden koets naar de Ridderzaal reed en dus maalde deze verandering in liet program wel in druk, vooral bij experts, die van meening waren, dat de opening van de Staten- Generaal persé in een gouden koets moet geschieden. Koning Willem III moet vroe ger in deze glazen koets steeds de Staten- Generaal geopend hebben. De kapel, die voor het paleis was opgesteld, was in snellen marsch naar het binnenhof gemarcheerd om ook daar het Wilhelmus bij aankomst van den stoet te doen hooren. Door de afvloeiing ■had men niet de beschikking ditmaal over twee corpsen en wist men op de gemelde wijze de moeilijkheden te omzeilen. De muziek speelde na terugkeer uit de Rid derzaal het „Wilhelmus" en marcheerde daarna weer af naar het paleisom zich daar opnieuw verdienstelijk te ma ken Dieze maatregel verwekte nog al vroolijkheid onder het publiek. Zwaardere heffing op tabak, bier en thee. In de troonrede wordt gezegd dat ver schillende wetsontwerpen ingediend zul len- worden tot liet brengen van wij zigingen in het belastingstelsel. Hierbij wordt gedoeld op indirecte heffingen en wel naar de „Standaard" vernam, op verzwaring van heffingen op tabak, bier en thee. De postchèque- en girodienst. De achterstand bij het Centrale girokan toor wordt met kracht ingehaald. De afrekeningen van 10, 11 en 12 September j.l. zijn voor zooveel mogelijk, verzonden en aan de verzending van de afreke ningen van 13, 14 en 15 Sept. wordt gewerkt. Wat de data's van 17 en 18 Sept. betreft, deze volgen geleidelijk. Ver trouwd wordt, dat de vertraging in de afdoening der giro-opdrachten zoo lang zamerhand tot het verleden zal behooren. Ingrijpende maatregelen zijn genomen, tot verbetering' van in verband met de cen tralisatie voorgekomen misvattingen. Di e Vlootwet. Bij den voorzitter der Tweede Kamer is ingekomen een brief van de Ministers van Marine, van Koloniën en van Finan ciën met betrekking tot de Vlootwet, waarin de regeering op grond van de motieven uit het Vlootwetrapport als haar meening te kennen geeft, dat verdere op schorting der vlootplannen onverantwoor delijk zou zijn. De regeering is wel na ge zette overweging tot de overtuiging geko men dat de toestand zoowel van de Nederlandsche als van de Indische finan ciën het noodzakelijk maakt, nog eenige verdere verlichting van den voor het oogenblik aan de uitvoering der vloot plannen verbonden financieelen druk, te aanvaarden en de inwerkingtreding te verschuiven tot 1924, hetgeen vooral voor de Indische financiën een beduidend ver schil geelt. Voorts is de Regeering van meening, dat afgescheiden van deze verschuiving ten aanzien van het vlootbasisfonds nog iets verder moet worden gegaan, door de lasten over een langer tijdperk te verdeelen en in de eerste jaren slechts geringe bedragen te verwerken. Nadrukkelijk wenscht de Regeering hierbij te verklaren, dat met het aanbren gen van bezuinigingen als door de Vlootwet-commissie bedoeld, op dit ge bied de limiet niet is bereikt en dat verdele maatregelen getroffen zullen wor den, om, zonder de gevechtskracht van de vloot en de verdediging van de vloot- basis te schaden, de directe en indirecte ■exploitatiekosten tot een zoo laag moge lijk. peil te brengen. Naar de meening van de regeering, is de VlooLwetcotmmis- sie door het stellen van den eisch ten aanzien van het algemeen Regeerings- beleid (ri.l. de overlegging van een uitge werkt plan tot het sluitend maken van het -Staatsbudget op het oogenblik, waarop de Vlootwet in behandeling wordt genomen) buiten het raam van de haar verstrekte opdracht getreden. Het sluitend maken van het Staatsbudget, zoowel voor Ne derland als voor Indië, is een plicht, die de Regeering evenzeer moet nakomen indien van het jt.ot stand komen der Vlootwet geheel zou worden afgezien. De regeering is van meening, dat deze aanvulling der eerder naar voren ■gebrachte argumenten ter verdediging van het ontwerp-Vlootwet de verdere open bare behandeling van. dit wetsontwerp mogelijk maakt. 'Van voorouders. In de N. R. Ct. wordt uitgerekend dat tot de illustre voorouders onzer Ko ningin onder anderen behooren Maria Stuart en Peter de Groote. Eerstgenoemde was door haar zoon Jacobus I grootmoeder van Elisabeth, zuster van Karei I, en deze laatste was op haar beurt weer grootmoeder van George I, den stamvader van het re- geerend koningshuis in Engeland. Onze stadhouder Willem IV nu huwde met Anna, dochter van George II en klein dochter van George I, terwijl zijn zoon Willem V huwde met Wilhelmina, een kleindochter van Friedrich Wilhelm I, die de vader was van Frederik den Grooten en gehuwd was met de dochter van George I. Zoowel van vaders- als van moederszijde dus was Koning Willem I een afstammeling' van George I, ter wijl hij daarenboven nog huwde met zijn nicht van wie hetzelfde gold. Maria Stuart was dus de achterover- grootmoeder van George I en deze we der de achterover-grootvader van Koning Willem I. Bijigevolg is onze Koningin een afstammelinge van Maria Stuart in den llden graad, in denzelfden graad waarin zij het is van Admiraal de Co- ligny. Zij deelt die afkomst met den huidigen koning van Engeland en met den ex-keizer van Dluitschland, met den eer ste van welke beiden zij1 daardoor ver maagschapt is in den 12den graad. Eenvoudiger is de afstamming van Pe ter tien Grooten. Koning Willem II huw de met een zuster van Tsaar Nicolaas Ien van deze grootmoeder der Ko ningin was Peter de Groote de achterover- grootvader, zoodat wij' hier slechts met een afstamming in den 6den graad te doen hebben. Dieze opsomming is volkomen juist. Toch zegt zij weinig, althans wat Rusland aangaat. Aan de hoven te Moskou heeft sedert eeuwen in ergerlijke mate de zon de geheerschtgeschiedschrijvers verha len dan ook, dat niet Gzaar Paul 1 de overgrootvader van onze Koningin ip, maar een zekere Saltikof, hij is na melijk geboren uit een liaison van Ka- tharina II met evengenoemden Saltikof. Is dit zoo, dan komt aan Peter den Groote de eer niet toe van het stamvader schap noch van de Koningin noch van een der tegenwoordige vorsten en vor stinnen op onzen aardbol! Tweede Kamer. Met het gebruikelijke ceremonieel is gisteren weer het nieuwe zittingsjaar der Staten-Generaal geopend en is de werk tijd voor de Kamerleden weer aangebro ken. Een periode, die weinig anders dan sombere perspectieven biedt, is aangevan gen. Wat de opening' betreft meldt 'de „Msb." hog, dat een 'der leden van de roede fractie welke uit „beginsel'' aan de plechtigheid niet wenscht deel te ne men, ioimdal'J dhr Duyrnaer van Twist na het voorlezen der troonrede een „leve de Koningin" pleegt aan te heffen met vrouw en kroost door de Kamergebou wen doolde, terwijl 't. socialistische hoofd orgaan zich bij: de officieele gebeurtenis zelve liet vertegenwoordigen. Een begin van toenadering? Te drie uur ving de gewone zitting der Tweede Kamer aan en nu waren de socialisten natuurlijk present. Eerst bood minister Colijn, daartoe door de Konin gin gemachtigd, aan de Kamer de lang verbeide staatsbegrooting voor 1924 aan met de bijbehoorende Memorie van Toe lichting (de. z-.g. milioenennota). Wfiar wij gisteren reeds in staat waren, hieraan het voornaamste te ontleenen, volstaan wij nu met de vermelding. Daarna volgde het opmaken van de nominatie voor het voorzitterschap. Van de 76 stemmen "kreeg "dhr Kooien er '70. Een mooie uitslag voor dezen zoo be kwamen voorzitter. Evenals voor de pas gesloten zittingsperiode kwam de anti revolutionaire heer de Monté ver Loren als no. 2 de vrijheidsbonder Visser van IJzendoorn, no. 3, respectievelijk met 48 en 45 stemmen. Alleen de socialisten sputterden nog wat tegen en gaven bij de tweede en derde stemming aan collega Schaper de voorkeur. Opmerking verdienden zegt de „N. R. Crt" de heer Juten, de eenige, die zijn .mooi pakje van de openingsplechtig heid aangehouden had, en hoe lief en stemmig het dochtertje van den Christe- Iijk-Historischen afgevaardigde Wieitkamp dat in de voorzittersloige prijkte, er in haar Overijaelschcn boer.innekap uitzag. 'Aardig, dat op dezen dag van traditie haar vader, de stoere plattelander, op deze wijze de traditie vhoog houdt! Als mede, dat een sociaal-democraat IJzer man, aangewezen is, evenals het vorig jaar, de nominatie voor het voorzitter schap aan de Koningin mee te gaan aan bieden. "Nadat nog twee nieuwe leden waren beëedigd, de heeren Leenstra en Loerak ker, onderscheidenlijk opvolgers van mi nister Colijn en den overleden Katholie ken afgevaardigde Moerel was 't alweer gedaan tot ;a.s. Donderdag. Faillissementen. Failliet ver klaard M. Padmos Mzn., landbouwer te Bruinisse en A. Huisson, koopman in manufacturen te Borssele. Onbewaakte overwegen. „De Zoom" schrijft: Onder de wachtposten die thans aan de beurt van opheffing komen zijn er ook enkele aan de Zeeuwsche lijn ge legen, o.a. wachtpost 20A nabij het sta tion Rilland. Zij die pier rijwiel, motor of auto een toertje maken naar Zeeland, zullen deze wachtpost wel kennen, het is de laatste voor het station Rilland. Het verkeer met motorrijtuigen vooral is langs deze wachtpost enorm groot, het uitzicht komende van den dijk in kronkelende richting uiterst gevaarlijk reeds, zal waar alleen 100 auto's ge middeld per dag hier langs rijden, wan neer het een stille overweg wordt, nog gevaarlijker worden, zoodat wij1 vertrou wen, dat de Maatschappij' zich nog eens nader zal bedenken om tot uitvoering hiervan* over te gaan. De zuinigheid zou hier de wijsheid bedriegen. Bij Kon. besluit zijn benoemd bij" liet wapen der infanterie tot eerste luitenant de tweede luitenant H. J. Hubregtse van het wapen, thans non-actief; en bij de administratie de tweede luitenant Th. Franse, van dat dienstvak. En is voor den tijd van 8 jaren benoemd bij' het reserve- personeel der landmacht tot reserve-paar denarts der 2de kl. de heer Di. de Put ter, vee-arts. Herbenoemd tot burgemeester van Sint Philipsland L. Nilant, en tot lid der Rijkscommissie voor de keuring van trekpaarden C. A. de Bruyckere te Bres keus. Benoemd tot commissaris van het loodswezen, de bctoiming, bebakening en verlichting, tevens ontvanger der loods gelden ter Nederlandsche loodsstand- plaats Antwerpen de commissaris van het loodswezen enz., tevens ontvanger der loodsgelden te Neuzen H. J. Iloogen Stoevenbeld en tot commissaris van het loodswezen, de betoiming, bebakening en verlichting, tevens ontvanger der loods gelden te Neuzen, de commissaris van het loodswezen enz:, tevens ontvanger der loodsgelden te Vlieland II. W. Balfoort, Te 's 'Gravenhage is opi 56-jarigen leefiijd overleden de heef dr-mr W. Diote.»?, advocaat aldaar. Die heer Dicke was van 1895 tot 1900 advocaat en- procureur te Goes, en van 1897 tol 1900 lid van den gemeenteraad aldaar. Hij vestigde zich in laatstgenoemd jaar in zijn geboortestad Dordrecht. Middelburg. Het Lep' tegen 2 uur toen Dinsdagmiddag d'e kinderen van alle scholen zich in troepen vereenigden bij hun school en onder medevoering van tal van fraai versierde fietsen en karren, ja zelfs poppenwagens, en andere versie ringen, als een baldakijn boven het por tret van de Koningin, bogen, opschriften, gekleed in japonnen en pakjes met oranje, sjerpen om en oranje mutsen op, vele met zich dragende een vlag in de Nationale kleuren, oprukten naar het gemeentelijk sportterrein. Dit terrein had hier en daar nog al geleden van de hevige regens, die gelukkig ophielden te gen 2 uur en wegbleven tot tegen het einde van het féést, waaraan ruim 2990 kinderen deelnamen. Afwisselend konden de 'kinderen genieten bij' een der beide goochelaars of bij de ouclerwetsche pop penkast, om ook een bezoek te brengen aan het uit marktkramen samengesteld ■buffet, waar rappe dameshanden onop houdelijk Ranja inschonken, terwijl bij' ieder glas Ranja een koekje werd aan geboden. De 'kinderen bleven schooils- gewijze bijteen en deden ook nog een of ander spelletje. In een woord de kin deren genoten volop'. Al blijft het jammer, dat het mooie weder, dat tot nu toe de feesten te Middelburg had begunstigd, ook niet nog Dinsdag zich handhaafde, toch mag ook dit door den gemeenteraad mo gelijk gemaakte feest geslaagd worden ge noemd. O.a. mevrouw Quarles van Ufford echtgenoote van den Commissaris der Ko ningin, die zelf verhinderd was, en de burgemeester van Middelburg met me vrouw D'umon Tak, brachten een bezoek aan het feestterrein, waar zij door den voorzitter van Uit het VolkVoor het Volk, den heer J. N. Pattist werden rondgeleid, terwijl de heer L. K. v. d. Harst J.Jz., die zoo lang de vereeniging leidde en nu haar eere-voorzitter is£ den geheelen middag het gebeuren gade sloeg. Aan ieder der meisjes werd als herinnering een jubileumbroche uitge reikt evenals aan de dames, die zoo welwillend waren te helpen bij de trac- taties, en aan de jongens een jubileum- beker. Tijdens het korte maar hevige on weer dat h edenmorgten woedde, is vol gens ooggetuigen de bliksem geslagen in den bliksemafleider der Rj.E. Kerk, ter wijl verschillende telefoontoestellen on klaar geraakten en ook hier en daar de electrische leiding "defect was. Zoo kun nen o.a. drie kronen in 'de Nieuwe kerk niet branden en was ook de Provinciale griffie van licht verstoken. Vlissingen. De heer dr A. Starerman heeft de meening van B. en W., volgens welke hij geen raadslid kan zijn, aan de beslissing van den raad onderworpen. Wenveldir.ge. Dinsdagmiddag werd het visschersvaartuig Bru 113, schipper Vij verberg, geladen met mosselen en be stemd naar België, bij het laveeren in de Witte tonnen vlei door een Groninger tjalk, schipper Nachtegaal, aangevaren, dat het roer en achtersteven van het schip werden gerukt. Met veel moeite is het hun gelukt het Kanaal te bereiken. Van gemelde tjalk werd, volgens verkla ring van de opvarenden van de Bru 113 niet de minste notitie van hen geno men. lerseke. Met. ingang van 1 December a.s. is benoemd tot Rijksveldwachter te lerseke dhr. J. Roose, thans te Kedicbem. Ovezand. Maandag j.l. hield de Ove- zandsche Burgerwacht een onderlinge wedstrijd op een personeele baan met marga, maximum 120 punten. De prijzen bestonden uit kunstvoorwerpen. De uit slag was als volgtl'e prijls M. Rijk 109 p., 2e A. van Steenbergen 104 p., 3e G. Raas 103, 4e A. van Zunderen 97, 5e Jan Maat 97, 6e F. Koens 94, 7e Jan de Jonge 94; 8e F. de Koning 93, 9e A. v. d. Velde 91, 10e C. Bakker 87, lie P. de Meij1 86, 12e F. van Steen bergen 84, 13e A. van Loenhoud 80, 14e Jac. Timmerman 79, 15e Jan West- dorp 78; 16e C. Schijf 75, 17e M. Som- meijer 75, 18e Jan Kopmels 72, 19e P. Daalman 69, 20e Wi. Pantus 69, 21e

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1923 | | pagina 2