IIE ZEEUW TWEEDE BLAD. IN OEN MAALSTROOM. Uit lie Provincie. FEUILLETON. VAN V/OENSDAG 5 SEPT. 1923. No. 281. ACHTURENDAG. Daar wordt gewrikt van alle zijden aan den adhturendag. En daar wordt gestreden met ernst en met hartstocht voor het behoud van dit ongetwijfeld beteekenend goed. De achturendag moge als leuze nooit groote bekoring voor .ons heb ben gehad; en het getal acht geen magische beteekenis, de verkorting van den arbeidsdag, 't komen tot nor male werkdagen, stond sinds lang op het program onzer Christelijke vak beweging. Natuurlijk om geheel andere rede nen dan het geval was, bij de Mo derne Vakbeweging. Er zijn menscihen die zoo gemakkelijk alle vakbeweging vereenzelvigen, maar dit blijkt telkens weer onjuist. Als Dt Gorter in zijn klein Helden dicht een der spreeksters op den 1 Mei-dag tot de vergaderde vrouwen laat zeggen: „Wij eischen den acht urendag, omdat gij en ik moeten ma ken lichamen van menschen, die de bezitters bestrijden", dan gevoelt ge, dat hier een ander levensbeginsel dan het onze tot uiting komt. Diaarvoor vroegen wij de beperking van den arbeidsduur niet, daarvoor verdedigden wij nu niet behoud voor het verkregen©, zoo lang het maar eenigszins ka,n. Hier komt in het ge ding, onze beschouwing van den mensch, en v!a,n den arbeid. Men ziet de vraagstukken van loon- en arbeids duur wel eens uitsluitend materialis tisch. Ma,ar zoo eenvoudig ligt de zaak niet. Wij zien den arbeider als een mensch Gods. Geroepen om in li chaam en ziel, in heel zijn levens openbaring en ontplooiing God1 te ver heerlijken. In dien mensch, zoowel in den individueelen arbeidersmensch, als in den arbeidenden stand gezien als maatschappelijke groep, heeft God gaven, krachten en talenten gelegd. De ontwikkeling vian al die gaven en krachten tot verheerlijking van Hem, die ze schonk, is plicht. God vraagt niet de verschrompelde lichamen en ineengegroeide zielen. God wil iets anders dan een verkom merde en versloofde maatschappelijke groep. Hij eischtj d,a,t Zijn schepselen zul len 'uitgroeien tot' volkomen men- scihen. De armen moeten gerekt, zoo ver het kan, en de arbeidersklasse moet mee, aan ons volksgeheel schen ken, de volle som v,a,n haar bezit aan geestelijk kapitaal. Deze roeping wijst er reeds op;, dat het dagelij ksch beroep nooit zoozeer beslag mag leggen op den mensch, dat de lichamelijke of geestelijke uitgroei in het gedrang komt. Die dienstknecht, die zijn talenten verbergt in een zweetdoek, wordt, boos en lui ge noemd. Welnu, de maatschappij, die dit stelselmatig bevordert, die de le vensontplooiing zou tegenhouden, is schuldig voor God. Het is daarom niet materialistisch, doch veeleer Christelijk, als ons Chris tenvolk meewerkt, ,aan het scheppen van de materiëele voorwaarden, dip dezen volkomen uitgroei mogelijk maken. Daar is nog een andere kant aan de kwestie. De arbeid om brood, is een taak, die God ons te doen gaf. Aa,n een ieder in verband met gaven en talenten. Bij niet elkeen komt het evenzeer uit, 'niet elke arbeid staat geestelijk even hoog. Maar principi eel staat toch alle eerlijke economi sche arbeid gelijk. Welnu, in den meest eenvoudigen fabriekmatigen arbeid moet God ge diend. Niet enkel in het gewillig doen van den niet altoos verheffenden ar beid, doch ook in het resultaat. Naar 53). „Diaar zullen we dadelijk over praten Steven. Ik neb mijn vriend niet na vijf jaar teruggevonden om nem zoo gemak kelijk weer te laten gaan". Hij antwoordde niets, maar zijn nand greep mijn arm stevig vast en nield die omklemd, tot bet rijtuig voor mijn "huis stil stond. Twee minuten fater bevonden wij ons samen in een- kleine Ttamer, die ik mijn studeerkamer noemde en waar ik gewoonlijk mijn avonden doorbracht, als ik alleen was Ik schoof oen clubfauteuil btf het vuur en 'geleidde hem daarheen. Hij hield zijn koude handen boven het 'gloeiende vuur en genoot zichtbaar van de hitte. „Ik zal een kop koffie voor je be stellen, Steven", zei ik. „Ik ben dadelijk terug". Ik ging voorbij de kamer van mijn Tader. „Ben jij, daar, Dian?" „Wiat, bent u nog niet in bed gegaan, vader? Ja het is in orde. Ik heb hem gevonden. Morgenochtend vertel ik er u meer van". Ik haastte mij naar de keuken en vroeg een oude dienstbode, die ik' had gevraagd het Goddelijk voorbeeld, moeten wij alles goed doen. En waar mogelijk, moeten wij iets va;n onszelf leggen in het werk, dat onze handen vervaar digen. Deze plicht stelt hooge eischen aan den arbeid en de arbeiders. Eischen, die.ook raken den arbeidsduur. Want wil het werk goed zijn, dan dient de geest helder, het oog scherp, en de hand vast te wezen. Wanneer door te groote inspanning, door overver moeidheid, ons werk in kwaliteit ver mindert, dan bewijst dit, dat de ar beidsdag te lang is, en dan moet ook om Gods wil actie gevoerd voor verkorting van arbeidstijd. Daar is meer nog. Er is ook een taak naast den arbeid om brood. Een taak, die weder verband houdt met de geschonken gaven, en die voor den èèn ligt op kerkelijk terrein en voor en ander weer elders. Ook voor dit werk moet overblijven tijd, lust en energie. Wie daarvoor geen tijd vrij maken wil, ontneemt aan Kerk en Volk een schat van ga ven. Die werkt mee aan de gees telijke verarming van een volk en van een tijdvak. Er zijn economische grenzen, wij stemmen jhet I°e- Maar er is ook gemis laan bergen-verzettend geloof. („Amsterdammer.' ■■■II —I—wii——«ui Het regeeringsjubheum der Koningin. Het is vandaag voor Amsterdam de groo.e dag, de dag van den intocht. Maan den achtereen is hierover geconfereerd. Zelfs beeft men uitgemeten den intochts- weg in de lengtezoowel als in de breedte. Er moest immers berekend worden hoe veel menschen zich in het geheel achter den Koninklijken Stoet zouden kunnen aansluiten. 't. Is reeds vroeg vol in de geheelo stad. De politie is druk in de weer, vooral bij het punt van aankomst, het station Willemspark, orde te brengen in de steeds aangroeiende menigte. Aan de vereenigingen, die met hun vaandels langs den weg zullen geschaard staan, worden hun plaatsen aangewezen. Ongeveer één uur wordt overal het rijverkeer langs den intochtsweg stopgezet. Alle vensters in den omtrek worden bezet; zelfs op do daken der huizen hebben lieele koloniën zich genesteld. Het geheele perron van liet Station Willemspark is in een bloemenprieel lier- schapen. De gangen, waar de Koninklijke stoet uittreedt, zijn met bloemen, planten en dundoek versierd. Op het perron be vinden zich verschillende autoriteiten, o.w. de Burgemeester van Amsterdam, de heer W. de Vlugt, in ambtsgewaad. 't Is tien minuten over tweeën. Het sein van aankomst wordt gegeven. Even is alles stil! En als dan eenige secondeil daarna de koninklijke trein, waarop de Koninklijke Standaard wappert, het sta tion komt binnenrollen, zet .het „Amster- damsche Politie-Muziekgezelschap", het Wilhelmus, de oude toonzetting, in. Als de tienduizenden, die buiten op lint Sta tionsplein de eerste tonen van de muziek hooren, 'ten teeken, dat de Koningin is gearriveerd, klinkt een levendig hoera geroep, dat tot op het perron doordringt. Hare Majesteit stijgt uit en wordt ver welkomd door den Burgemeester, die ver volgens den Prins en Prinses Juliana har telijk begroet. Korten tijd onderhoudt de Koninklijke Familie zicli met de aanwezige autoriteiten. Dan begedft Hare Majesteit zich naar de met planten en bloemen versierde 2e klasse-wachtkamer, waar de leden van de Huldigings-commissie aan de Koninklijke Familie worden voorgesteld. De deuren gaan open. Er komt plotse ling eenige beweging buiten. Tusschen de planten en bloemen wordt de Koningin zichtbaar. Aan alle zijden klinkt hoera geroep. Hare Majesteit, buigt naar alle zijden en dan klinkt over het plein de zang van Apolto „Geuzenvendel op den Thuis- marsch" van F. L. Hemkes. Wanneer de laatste tonen van den zang zijn weg gestorven stapt de Koningin onder luid gejuich in de witte calèche, hetzelfde rij tuig waarin zij' naast Haar Moeder geze ten, voor 25 jaren Haar intocht deed. Nu neemt naast Haar plaats Haar Gemaal op te blijven, om wat ververschingen bij de deur van mijn studeerkamer te bren gen en toen ging ik terug naar Steven. Ik vond hem nog altijd bezig zijn handen te warmen boven het vuur, ofschoon hij zenuwachtig rondkeek, toen- ik binnen kwam. „Zeg Dan, hoe heb je mij gevonden?" „Dat komt er niet op aan", zei ik, „daar zullen wij straks wel over praten. Het was een lfoude rit en wij' zijn beiden tot op onze botten verkleumd. Maar het is hier lekker warm en je moest je overjas uit doen". Hij deed de kale jas uit en stond nu in een grijsachtig, versleten pakje. „Ik was dwaas, dat ik mij hierheen liet brengen", zei hij. „Ik 'pas niet bij je". „Straks zullen we praten, als we eerst wat gegeten .hebben, beste Kerel," ant woordde ik, en deed wat meer kolen op hpt vuur. „Ah, daar hoor ik al wat komen". „Maar ik kan niet eten. Als je een .glas cognac voor mij: had!" „Koffie met melk is beter dan cog nac", antwoordde ik. „Ik ben dokter, dus dat moet je mij laten beoordeelou". Ik' "ging naar de deur en haalde hét blad zelf naar binnen en zette een scho tel met koude kip en ham voor hem neer en een kop dampende, versch ge zette koffie. en 'tegenover het Koninklijk Echtpaar Hun dochter. Om en achter het rijtuig van de Konink lijke Familie heeft zich de ecrewacht ge schaard. Nu komt eerst de versiering op de Koninginneweg goed tot haar recht. Op korte afstanden van elkander zijn oranje velums gespannen, en op kruisingen met andere straten is de reeks velums afge broken door palen met oranje doeken naar Japansch model. Langzaam rijdt de stoet voorwaarts en enthousiast klinken overal de toejuichingen, welke de Konin gin en de Prinses, wuivende met d„e han den, vriendelijk in ontvangst nemen. Op de balcons der heerenhuizen en voor de vensters verdringt men zich, om mede te jubelen bij het voorbijtrekken van den jubelstoet. Voor het huis van den Burgemeester wordt halt gehouden. Een meisjeskoor, bestaande uit 160 personen, zingt hier voor het Koninklijk Gezin enkele liederen. Ook heeft enkele malen een bloemen hulde plaats. Alle langs de wegen opgestelde depu taties van verschillende vereenigingen met hunne vaandels, banieren en vlaggen, heb ben zich dan achter den stoet aangeslo ten. Het zijn in hot geheel ruim 400 vereenigingen, die ieder een deputatie van zes personen hebben kunnen laten 'deel nemen en als het. Koninklijk rijtuig den Dam opzwaait, bevindt de staart van den stoet, zich nog op de Keizersgracht. Als het Paleis bereikt wordt, is de eerewacht in het geweer gekomen; de muziek heft liet Wilhelmus aan. Do eere wacht van burgers schaart zich en haie, Hare Majesteit betreedt, het Paleis, waar op nu de Koninklijke Standaard wordt geheschcn. Nog eenige oogenblikken, dan gaan de balcondeuren open en treedt de Konink lijke Familie op liet balcon, terwijl de militaire muziek nogmaals speelt. Intus- scben komen de vertegenwoordigers der ruim 400 vereenigingen met hun banieren, vlaggen en vaandels den Dam opgemar cheerd. Het duurt heel lang voor allen er zijn en telkens weer klinkt gejuich. H u 1 d e b 1 ij k. In onze modedeélin- ;gen betreffende 'net Zeeuwsche album voor H.M. de Koningin is ©en storende fout geslopen. Er is geen sprake van een Igieventikerden rand, do-ch van een ge- pointiieerden rand. Jubilea. Zaterdag herdachten de heeren A. J. Louwers te Kats en Jacob Schrier te Colijnsplaat den dag, waarop zij 40 jaar geleden hun betrekking aan vaardden bij de Waterkeering van den calamiteuzen Leendert Abrahampolder; de eerste als Waterbouwkundig Ambtenaar, de tweede als kantonnier. Door de 3 jongste leden van den Dijlcraad werden de jubilarissen afgehaald aan de woning van den heer Louwers en naar het gewone vergaderlokaal geleid. De voorzitter, de heer E. C. Priester, heette hen welkom. Hij schetste in korte trekken de ver diensten van den heer Louwers als Water bouwkundig Ambtenaar en sprak de hoop uit, dat deze nog vele jaren zijn ambt «moe dezelfde lust en opgewektheid als tot nu toe zou mogen vervullen. Namens Dijk- raad en Bestuur bood hij den heer Lou wers als souvenir een gouden horloge met ketting aan. Ook de heer .'Schrier moest de gelukwenschen in ontvangst ne men van Bestuur en Dijlcraad. Als kan- tonnier heeft hij getoond een ijverig, vak kundig dijkwerker te zijn, die steeds de belangen der Waterkeering heeft behar tigd. Als souvenir bood de voorzitter hem een crapaud aan. Dat de autoriteiten zijn verdiensten zeer op prijs stellen, blijkt uit hun bemoeiingen tot het verkrijgen eener Koninklijke onderscheiding. Door H. M. de Koningin is hem de eere-medaille in brons, verbonden aan de Orde van Oranje- Nassau, verleend. Do heer Van der Maas, dijkgraaf van den Cats-Polder, complimen teerde den heer 'Louwers met het feit, dat hij met 1 September gedurende 35 jaar de betrekking had vervuld van technisch ambtenaar van dien polder. Aan de doch ten van den heer Louwers en aan de echtgenoote van den heer Schrier, die de plechtigheid hijwoonden, werd ean In het begin kon hij niets eten, maar langzamerhand haalde ik hem er toe over. Ik zag, dat het gezonde voedsel een goede uitwerking op hem had en toen wij ons souper hadden geëindigd, .leek hij 'wat meer op den Steven van ouds. „Nu", zei ik, de stoelen bij ,het vuur schuivend, „laten we nu wat praten. Je bent een rooker en ik heb een paar uit stekende sigaren hier. Steek eens op". Hij nam met bevende handen een s'igaar en begon te rooken, terwijl ik hem treu rig aankeek. Hij was een wrak van wat 'hij igeweest was. Zijn schouders waren gebogen, zijn handen beefden, zijn gelaat was ongezond bleek 'en zijn heele gestalte tenger. Hij zag er ook vuil en ongekamd uit en elk zijner bewegingen verraadde, dat hij nauwelijks meer eenig zelfrespect had. Toch zag ik, dat hij zich bewust was van zijn toestand, maar dit bewustzijn drukte zich niet uit in een gevoel van schaamte, maar in bitterheid en boosheid. „Je hebt goede zaken gedaan, mijn waarde dokter", zei hij, plotseling. „Ja, het is mij vrij goed gegaan, Ste ven". „Je moet heel wat gelogen en bedro- igen hebben om in staat te zijn er een huis als dit op na te houden". „Ik geloof het niet". „Bah", zei hij met een bitteren hoon lach, „ik ken jongens, die tienmaal meer hersens hebben dan jij; en die geen k'war- bloemstuk aangeboden door Maatje Leijnse De heer Flipse, opzichter v. d. Prov. Waterstaat te Kolijnsplaat, schetste de verdiensten van beide ambtenaren, inzon derheid wat den teclmischen dienst be treft. In de weinige jaren, die hij met Louwers en Schrier had gearbeid, was hem al spoedig gebleken hoe nauwkeurig door de samenwerking van die beide amb tenaren alle werken aan den polder wer den uitgevoerd. Het stond niet in hun macht den Leendert-Abrahampoldej voor oiiheilen te vrijwaren, doch zij hebben •steeds op de bres gestaan voor liet behoud van den polder. Er is een tijd van komen en van gaan en eenmaal zal ook het tijdstip aanbreken, dat beide jubilarissen hun ambt moeten neerleggen. Mogen zij dan de rust genieten, die zoo zeer verdiend is, te midden van allen, die hun lief zijn. Beide jubilarissen brachten daarna hun dank aan Bestuur en autoriteiten voor de felicitaties en de geschenken en verder aan allen, die hadden meegewerkt dezen dag voor hen onvergetelijk te maken. De voorzitter brachf daarna een heildronk uit op het welzijn van de jubilarissen en hun familie, waarna men nog eenigen tijd gezellig bijeen bleef. Van verscheidene corporaties en particulieren ontvingen de jubilarissen gelukwenschen. Middelburg. De commissie voor den Veerschen Singel en den Veerschen Weg deelt ons mede, dat beide weg'en zullen worden versierd; eerepoorten zullen wor den geplaatst op den Veerschen Weg en bij de Kocpoortbrug. Alles wordt op Woensdag 12 September verlicht. Zater dag 15 September heeft voer de kinde ren uit de buurt, waaronder die uit „Kinderziorg", op de weide van dhr Stroo aan den Veerschen Veg een feest plaats, bestaande uit wedstrijden met versierde fietsen, houtjes rapen, mastklimmen, mast loopen, hindernislooipen, aakkenloopen, koekhappen, kaas uit het water happen, Die feestelijkheden worden opgeluisterd door het muziekkorps van den Houthan del „Walcheren". Die kinderen worden ge- tracteerd. Goes. Die firma A. S. J. Diekker en de Ijeeren J. G. de Biuck, ,f. Torbijti, A. Oosterkerk, Jacob Snoodijk en M. Rot tier hebben zich alsnog aangemeld als deelnemers aan den Etalage-wedstrijd. Het aantal deelnemers bedraagt thans 58. Dpior de vele medailles welke van belangstellende zijde werden toegezegd, heeft de commissie aan de aanvankelijk vastgestelde groepiep. nog drie groepen kunnen toevoegen, zoodat thans in de volgende groepen kan meegedomgen wor den: A meest smaakvol; B meest vérkoct- pelijk, C meest typische, meest recla- memakende, E meest feestelijk, F. meest fraai in bescheiden ruimte. Op de Goudsche Land- en Tuin bouwtentoonstelling behaalde de Fa. P. de Jongh, alhier, met haar stand een zilveren medaille. Wolfaartsdijk. Gistermorgen 9 uur ver gaderde de Raad. Na het afleggen der gebruikelijke 'eeden, wenscht© de voorz. de oude leden geluk met hun herbenoe ming en d© loden die voor het eerst aanwezig' waren met hun benoeming als lid van den raad. en beval de belangen der gemeente ten zeerste bij- hun aan. Als wethouder werd herkozen mot 6 van de 7 st. dhr Valkier, die- met een woord van dank voor het vertrouwen in hem gesteld de benoeming aanvaardde. Geko zen werd dhr Di. P. Goetheer met 4 van de 7 st. (2 op dhr A. C. J. Notebooim en 1 st. op J. van Wiel). Dnr Goetheer zeide huiverig te zijn, de benoeming aan te nemen, omdat hij zich bewust was nog te onervaren te z'ijn voor deze taak, doch gezien het vertrouwen, dat de gemeentc- in nem stelde^ de benoeming aan te ne men. Dia voorz. wondde zien met een woord van dank tot den niet nerbenoem- den wetn., dhr Noteboom, voor alles wat nij in zlijn 4-jarige period© als weth. voor de gemeente neeft gedaan. Dihr Noteboom danikte den voorzitter voor deze woor den en zeide, dat het menigmaal was voorgekomen, dat net opofferingen van tijd bad gekost de vergaderingen bij te wonen, doch dat hij altijd volgens zijn beste weten de belangen der gemeente als wethouder heeft helpen behartigen. Als oommissie tot nazien der begroo- tje kunnen verdienen voor een bed en igeen stuiver voor een kop koffie". „Maar kom, wat geeft het om zoo te praten. Wlij waren kameraden jaren ge leden en ik hoorde beleefder te zijn, in- plaats van mijn gastheer te beschimpen. Maar ik heb vergeten, hoe men "beleefd moet zijn". „Ja, wij: waren vrienden, jaren geleden" antwoordde ik. „Ik ben daar blij om en "wfj zijn nog vrienden'". Hij keek mij koel en wantrouwend aan. „Je hebt mij' meegesleept van mijn eigen terrein, Dan", zei hij. „Ik was wat van streek, toen ik je daar zoo plot seling ziag, anders zou ik het z-eker niet goed gevonden hebben. Maar nu ik een maal hier ben, zul je mij straks een plaats moeten wijzen om mij neer te leggen want ik ben niet erg geschikt voor een schoon bed. Je zult een rijtuig voor mij moeten betalen en mij 'in den morgen te rug moeten zenden, want ik ben slecht bij kas, als gewoonlijk". „Natuurlijk zul je ©en bed hebben, het beste in het heele huis, maar ik ben niet van plan, je morgen ochtend terug te sturen. Jij en ik zullen nu eens een prettigen tijd hebben samen". „Bedoel je, dat een zondaar als ik hen bij jou moet blijven?" „Ja, natuurlijk. Dienk je, dat ik je zóó ■gemakkelijk zal laten gaan? Neen man, je hebt een ellendigen tijd achter den I ting 1924 werden benoemd dhrn Note boom, Lindenbergh en Van Strien. Bij de rondvraag stelde dhr Van Strien voor een post beschikbaar te stellen voor het geven van ©en aandenken aan het 25-jarig jubileum aan de schoolkinderen, welk voor stel dhr Lindenbergh ondersteunde. Het werd echter verworpen, (voor M. v. Strien, J. Lindenbergh ©n N. Valkier; tegen J. 'van Wel, L. Overbeeke, D,. Goetheer en Noteboom. Daarna sluiting. .Bij het uit de sloot helpen van een veulen, kwam de zoon van den landbouwer S. J. Klompe Maandag j.l. zo-o ongeluk kig' te vallen, dat hij1 een zijner armen bij den pols brak. Geneeskundige hulp „werd verleend door dr Preuninger. Nieuwdorp. In de op 4 September 1923 gehouden vergadering van Ingelanden van den Noord-Kraaiertpólder wefflen op den staat van aanbeveling voor de benoeming van ©en gezworene geplaatst de heeren: I. Diekker, P„ Ricmij'n en D>. Goense, allen wonend© te Nieuwdorp. Die vacature ont stond .tengevolge van de benoeming van dhr G. de Jager tot dijkgraaf. Borssele. In de Dinsdag gehouden raads vergadering worden de nieuw© leden dhrn ■Nijsten ien Diekker beëedigd. Tot wethou ders werden gekozen dhrn Bruinooge en Rottier. De raad besluit een gift te geven van f 100 aan de feestcommissie, voor een aandenken aian het jubileum voor de leer lingen der (openbare school en bewaar school. Van het bestuur der Chr. School was bericht ingekomen, dat ze geen ge bruik wenschte te maken van eenige bij drage voor tractatie der schoolkinderen. Dhr D|e Rpgt was tegen het geven van ©enige gift, daar z.i. de gemeente-finan- ciën liet niet toelieten. Bij hem sloot zich aan dhr v. Overbeeke. De voorz,. deelde mede, dat geen toestemming was verleend de boomen opi het dorpsplein t© rooien. Wiel mogen aan den Monsterweg een 40- tal hoornen worden gerooid. Getracht zal worden van hoog'er hand gedaan te krij gen, dat all© boomen aan den Monster- weg gerooid mogen worden, teneinde een goede nieuwe beplanting te krijgen. Daar na sluiting. Rilland-Bath. Gistermorgen vergaderde de Baad. Na opening door den voorzitter heeft de beëedigiing plaats der nieuw- gekozen leden. Allen leggen den eed af, behalve dhr P, A. van Boven, die ver klaart de belofte te willen afleggen. Daar na heeft de installatie der nieuwgekotzienen plaats met ©en toesjpraak van den voorz. De notulen der laatste vergadering; worden vervolgens gelezen en onveranderd vast gesteld. Tot- wethouders worden .gekozen dhm A. Blok Jzn., en J. D|eurloo, met elk 4 st., terwijl dhr P. A. van Boven beide kecren 3 st. op zich vereenijgd zag. In de' vacature F, M. Boot wordt toit afge vaardigde naar de vergaderingen van de 'Waterleidingmaatschappij, benoemd weth. A. Blok Jzn, tot plaatevervangers dhrn J, Deuiio© en P. Bruijnaeel. Tot lid der comm. Van Toezicht op de gasfabriek wordt in de Vacature F. M. Boot gekozen A. Blok Jzn, tot plaatsvervanger J. Dieur- loo. Aan liet einde der vergadering deelt de voorz. neg mede, dat met ingang van 1 Sepit. door Bi. en W|. tot ambtenaar ter secretarie is benoemd dhr Chr. van Boven die eveneens is aangesteld tot corres pondent der Arbeidsbemiddeling. D|at na overleg mot Ged. Staten door het ge meentebestuur met B. en Wl van Goes een gemeenschappelijke regeling is ge troffen, krachtens welke de huurcoimm. te Goes ook zal worden ingesteld voor hier. Het tijdstip zal nader worden vastgesteld, en op dien datum zal de Huurcomm. alhier worden opgeheven. Het [gevoelen van den voorz., die dhr 'Inspecteur dc-jr directe belastingen heefi inedegedeeld, dat naar ziijin meening- ei geen gemeentebelang betrokken was bij het maken van een nieuwe trap aan de Schelde vooir de kommiezen, wordt dooi den raad gedeeld. Op een vraag van dhi Van de Sand©, hoe het vragenrecht dor Raadsleden 'werkt, deelt de voorz. mede, dat dit wordt begrensd door art. 183 der gemeentewet, hetwelk hij- toelicht. Daarna sluiting met dankzegging. 's-Heer Arendskerke. In de Dinsdagmor gen gehouden raadsvergadering; had de installatie en beëediging plaats van de rug. Nu zal het beter worden. Je moet bij mij blijven, tot de zon weer voor je gaat schijnen en je weer flink op weg bent om de positie te krijgen, die je jaren geleden had". „Je kunt -evengoed tegen een lamme zeggen, dat hij' moet zwemmen". „Onzin", antwoordde ik. „Je bent nog een jonge kerel nog. geen dertig. Je kunt nog een prachtige positie krij!gen als je het wilt probeeren". Hij, sprong oip en greep imiji bij den arm. r „Dian", zei hij op heeschen toon, „je weet het niet, je kimt je niet voorstellen, •wat ik jgedaan heb, wat ik geweest ben, wat ik ben. W©1 man, ik heb 'gewaad door de modderpoelen van Londen. Ik ben een uitgestootene, een verworpeling". „Misschien valt het nog wat mee", wag mijn antwoord. „Vertol mij ©r alles van, beste kerel". „Het geeft toch niets. Laat mij gaan, Dian, mijn waarde vriend. Ik zal je al leen maar ellendig maken, door je te Vertellen van het verongelukken van mijn leven". 'tl; „Misschien helpt het wel. Ik geloof ze ker, dat het goed is mij alles te vertellen,. Ik geloof, dat je nog weer een man zal 'worden". (Wordt vervolgd). .1 i J -

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1923 | | pagina 5