SJit de Pro?inck Kerknieuws. de schrijver zeer gezond uit. Geen spoor van den uit verschillende foto's be kenden strengen blik. Lachend dreigde hij met de vuist en zeide: „Wianneer u mij over de politiek wilt uithooren, dan zit er wat op!'' „Dat zal wel onvermijdelijk zijn, ge zien de geruchten over samenzweringen, nachtelijke bezoeken..." „Ja ja, u hebt gelÜk, daar heb ik natuurlijk van gelezen. Maar wie kan mij kwalijk nemen, dat ik mijn kinderen op bezoek ontvang? Gunt men den kroonprins dan niet dat hij zoo xui en dan zijn een zaam eiland verlaat om hier wat verstrooi ing te zoeken? Diat hij in den laatsten tijd bezoeken heeft ontvangen, is waar. Iemand, dien hij niet van vroeger kende, graaf Rotenburg, legde met zijn jacht aan den oever aan. Ook twee stoombooten van een Duitschc Vereen, te Rotterdam deden dat. Wiat dje heeren daar hebben samengezworen kan ik niet beoordeelen. In ieder geval moet het er verschrikkelijk nauw geweest zijn, toen die paar honderd dames en heeren in de pastorie aan het conspireeren waren. En dan (met komieke ontsteltenis) vindt u het niet merkwaardig, dat men .altijd kletspraatjes houdt over junkers, die den kroonprins per stoom boot of luchtschip willen ontvoeren? Hij praat daar op Wieringen toch dikwijls met de bemanning van Duitsch© sleepboot-en uit Emden, waschechte socialisten en anar chisten. Maar ik heb nog nooit gelezen, dat deze lieden een poging hebben gedaan om hem op hun sleepbooten mede te nemen. Het bericht, dat de kroonprins Caci- lienhof verkocht heeft, is gelogen. Mijn zoon Eitel is ook verscheidene malen hier geweest. Ook is waar dat dr. Helfferich on bovendien nog eenige profes soren mij hebben bezocht. Geestelijken en kunstenaars, die mij wenschten te spreken, heb ik gaarne ontvangen. Is het dan een misdaad, wanneer ik met zulke lieden den toestand in Diuïtschland bespreek? Wil men mij dan ten slotte ook nog hot recht bene men mij' te interesseeren voor wat er in Duitschland geschiedt? Doorn is een glazen kastje, waar ieder naar binnen kan kijken. Wie er komt en gaat, wordt bekend. Daarom ben ik ver baasd, dat men hier ook Stinnes heeft wil len zien. Ik ken mijnheer Stinnes niet per- sownlijk. Van bekenden heb ik intusschen gehoord, dat hij zich voor politiek slechts matig kan interesseeren. Of hij een vriend of ee-n tegenstander van mij1 is, weet ilc werkelijk niet. Wierkelijk ben ik met mijn vrouw in Noord wijk geweest, natuurlijk met toe stemming der Nederlandsche regeering. ,We hebben graaf Bentinck bezocht en Ilse- mann, die op het oogenblik aan geelzucht lijdt. Tennis heb ik er niet gespeeld en dus er ook geen prijs gewonnen. Diat Zijn zoo van die kleine verdachtma kingen, die eigenlijk niet waard zijn be sproken te worden. Eigenlijk zou ik hier een heel persbureau kunnen inrichten om alle klet-spraatejs tegen te spreken. Maar dat zou zonde van het geld Zijn. Het is opmerkelijk, dat juist in den laat sten tijd de aanvallen tegen mijn persoon en tegen den kroonprins zoo veelvuldig worden en dat het aantal in Doorn en om geving rondloopende buitenlandsche jour nalisten zoo sterk -toeneemt. Kort ge leden ga ik met mijn vrouw in Doorn wan delen, toen er een Engelsch sprekende da me, lang en dun als een boonestaak, op mij toekomt, haar potlood te voorschijn haalt en mij vraagt: „Bent U de keizer?" Toen ik haar vraag bevestigend had beant woord, zeide zij: „Ik zou graag uw oor deel over de royalistische beweging we ten". Dat was mij1 toch wel te sterk. Ik antwoordde haar dan ook: „Ik woon in Doorn en wil rust hebben, mijn naam is Wilhelm en ik weet van niets." Welke igteruchten over een samenzwering deze dame uit die woorden heeft samengc- weven, weet ik niet. Haar blikken verrie den echter niets goeds. Mijn vraag besluit de heer Prell of hij met het schrijven van een boek bezig was, beantwoordde de keizer ontkennend. Hij leest veel binnenlandsche en buitenland sche kranten, voorziet artikels, die hem be lang inboezemen, van aanteekeningen en praat er over met zijn omgeving. Nog sprak de keizer ten slotte over de aangename betrekkingen, die hij' met ver scheidene Hollandsche families onderhoudt en over het welwillende optreden der be volking in de buurt van lloorn. Bij koninklijk besluit is aan de re serve eerste-luitenants K. J. Boeijinga van hei; 14e regiment infanterie en P. Wessels van het regiment vestingartillerie op hun verzoek een eervol ontslag uit den mili tairen dienst verleend. Voorts is benoemd bij het reservepersoneel der landmacht tot reserve-officier van gezondheid 2e klasse de arts J. M- Timmermans. Luitenant ter zee 2e kl. van de kon. marine-reserve F. W. Hagedoorn wordt wegens het eindigen van den voorgeschre ven oefeningstijd van zijn plaatsing bij den onderzeedienst te Vlissingen ontheven. Officier van den marine-stoomvaartdienst 2e kl. K. G. J. Lugten wordt te Vlissin gen geplaatst om dienst te doen aan boord van Hr. Ms. onderzeeboot K IX. Middelburg. Alhier is den officier van justitie voorgeleid 3. ten H., £4 j., schip- tier, gedom. te Terneuzen, verdacht van verduistering, gepleegd te Wemeldinge op 28 Juli j.l. De verdachte is na verhoor door den rechtercommissaris overgebracht «aar het huis van bewaring. Vlissingen. Door Burg. en Weth. is een waarschuwing, als bedoeld in de Ge meentewet, toegezonden aan den heer dr A. Staverman, om hem, mede in verband met het door het college ingewonnen ju ridisch advies, er op te wijzen, dat het chirurgschap van liet gemeentelijk Gast huis een betrekking is, die het niet toe laat tevens lid van den raad te zijn. De heer Staverman heeft nu 8 dagen tijd om bij den raad in beroep te gaan. Goes. Het Centraal Stembureau ver klaarde gisteren benoemd tot lid van den (nieuwen) Raad in de vacature-J. de Die, die wegens vertrek naar Haarlem bedankt heeft, dhr. A. Buijs. Zooals in een advertentie in dit nr wordt medegedeeld, wordt ter gelegenheid van de jubileum-feesten aan hen, die zich daarvoor opgeven, krentenbrood met kaas verstrekt. Het Comité is daartoe door extra giften in staat gesteld. Deze uitreiking draagt echter in geen geval liet karakter van „bedeeling". Hansweert. Gisterenmiddag werd hier door de sleepboot Charles behouden bin nengebracht het Nederlandsche zeilschip „Dankbaarheid", schipper van Dam, die bij den Zimmermanpolder (Westerschekle) met gebroken zwaard ronddreef en niet verder zeilen kon. Het Nederlandsche motorschip „Kar dinaal van Rossum", hetwelk hier aan den ketting is gelegd vanwege de reederij der sleepboot voor verleende hulp, is thans na borgstelling weder vrij gegeven en zal zijn reis verder voortzetten. Schore. Maandag vergaderde de Raad. Afwezig de voorzitter. De heer Jolis. Gle- rum fungeert als voorzitter. Ingekomen o. a.Rekening vleesclikeuringsdienst kring Itruiningen over de laatste 3 maan den van 1922. Wordt goedgekeurd in ont vangst f 1330, in uitgaaf f 1225,80, goed slot f74,20. De begrooting van dezen dienst over 1924 in ontvang en uitgaaf van f 5816,50, wordt aangehouden tot een volgende vergadering, daar de stemmen staakten over de verhooging van salaris a f 300 voor den hulpkeurmeester en f 150 verhooging per jaar voor diens motor rijwiel. De begrooting 1924 van 'het Burg. Armbestuur wordt goedgekeurd in ont vang en uitgaaf op f 6604,16. De Minister van Waterstaat keurt goed, dat aan de Scïiorebrug een bord geplaatst wordt met opschrift: „Verboden staanplaats voor woonwagens". De rekening der gemeente over 1922 wordt voorloopig vastgesteld op f 27.173,32 in ontvang en f 29.021,29 in uitgaaf, alzoo een nadeelig slot van f 1847,97. De commissie tot nazien dei- rekening sprak haar ongenoegen uit dat een belangrijk bedrag aan schoolgeld en belasting over 1922 niet was geind. Dhr. Verhaagen had gaarne gezien dat cle com missie ook hdar ongenoegen had uitge sproken over het. belangrijke bedrag dat nog geind moest, worden over 1921, n.l. f50,17 wegens schoolgeld en f434,75i/2 van belastingen. De voorzitter zeide, dat door B. en W. de deurwaarder de Kok te Goes, nogmaals was aangeschreven om die achterstallige belasting onverwijld te innen, hetgeen deze beloofd had. Verder merkte de heer Verhaagen op, dat blijk baar niet altijd met beleid de zuinigheid was betracht. Dit bleek duidelijk uit de quitantiën 234 en 235. De eene vermeldt 10 ILL. steenkolen, kostende f2 perH.L. en de andere f 2.35, terwijl door B. en W. of den burgemeester nog kolen waren gekocht van een opkooper, die ook duur der waren dan in den handel en totaal onbruikbaar bleken te zijn, tenminste vol gens het rapport van het hoofd der school. Deze had slechts eenmaal goede steen kool gehad en juist die kolen waren van de vereeniging geweest en waren het goedkoopste. De voorzitter zegt: de wethouders we ten van dergelijke zaken niets af; dat doet de burgemeester alleen, zonder de wethouders daarin te kennen. De heer Verhaagen zegt nog, dat hij niet opkomt voor eenigen handelaar, maar hoopt dat de gemeente voortaan daar zal koopen waar zij het best en goedkoopst terecht kan. De begrooting der gemeente voor het jaar 1924 wordt den raad aangeboden in ontvang en uitgaaf met f 26.423,12 met een post H.O. ad f5300 en een post onvoorziene uitgaven van f484,86. Bij de rondvraag wenscht niemand het woord, waarna de voorzitter o. a. het vol gende zegt: Naar alle waarschijnlijkheid is dit de laatste vergadering in deze vier jarige periode. Zoo rust dan op mij de taak om een woord te spreken tot diet heeren, die bij de samenstelling van den nieuwen raad niet meer hun zetel zullen innemen. Ik dank voor al het goede dat in al de jaren door u als raadsleden is gepresteerd. Daar de meeningen nog al eens ver uiteen liepen, had dit tengevolge dat de besprekingen somtijds niet direct aange naam konden genoemd worden, maar dat is voor mij geen reden om hetgeen gij hebt helpen verrichten tot welvaart dezer ge meente niet op hoogen prijs te stellen. De heer Verhaagen dankt den voorzitter voor 't gesprokene. Dat de discussies somtijds niet aangenaam waren, is voor de ouderen best te begrijpen; zij weten maar al te goed hoe het vroeger hier ging. Hield een raadslid er een andere kneening op na dan de voorzitter, dan werd hem botweg het woord ontnomen en daaraan ga'f de raad meestal zijn goed keuring, doch door 't aanhoudend recla meeren bij hoogere machten moest onze voorzitter eindelijk toegeven en ieder lid zijn meening laten uitspreken. Het gaat nu in den laatsten tijd beter en ik hoop dat de nieuwe raad zich het recht van spreken niet zal doen ontnemen. Daarna sluiting. (Voor dit verslag moesten wij 10 cent strafport betalen. Wij verzoeken ónze cor respondenten dringend, toch voldoende te frankeeren, daar heffing van strafport voor ons nigt alleen kostenbetaling maar ook vertraging in de bestelling beteokent. Red. Z.). Kamperland. J.l. Zondagnacht heeft men in de weide van den heer de Feijter van i twee runderen de pezen der pooten af gesneden. Het is te hopen, dat de po- litie de ontaarde daders spoedig opspoort. (M. Ct.) St. Maartensdijk. Na een spreekbeurt i van zendeling Blinde is te Scherpenisse j de vroeger bestaande stuiverscollecte ten bate van de samenwerkende zendings- vereenigingen weer opgericht. Ongeveer §0 contribuanten sloten zich aan. •AtPAufTuvMffvr tiat.'V m* nam; m Lt.w>AMiiwi»vir.tiu»'«s« wae u.nwv* .Ned. Herv. Kerk. Beroepen te Baarn A. Adriani te Utrecht en I. Kievit te Lunteren. Geref. Kerken. Tweetal te Kommerzijl S. v. d. Wal te Minnertsga en H. van den Elskamp, cand. te Kampen. Te Vlaardingen D. J. Cou- vee te 'Meppel en dr E. D. Kraan te Zuilen. Beroepen te Brouwershaven II. van den Elskamp, cand. te Kampen; te Jutrijp- Hommerts J. Schelhaas, cand. te Hooge- veen. Chr. Ger. Kerk. Beroepen te Hillegom A. Zwiep, cand. J te Rotterdam. Doopsgezinde Gem. Bedankt voor Akkrum door M. Onnes te Westzaan. i R.-K. Kerk. Die bisschop van Haarlem heeft benoemd tot leeraar aan het Klein Seminarie Hage- veld te Heemstede P. J. A. Juffermans, kapelaan te Vlissingen. Benoemd tot kape- laan te Vlissingen de heer A. J. M. v. d. Burg, te Middelburg de heer M. G. van i Rijn en te 's-Heerenhoek de heer H. J. van Dieurssen. Synode Geref. kerken. Aan I den vooravond der 12e generale synode 1 der Geref. kerken te Utrecht had Maandag in de Westerkerk een bidstond plaats, •waarbij ds J. D. v. d. Munnik, emeritus- pred. te Zeist en voorzitter der Leeuwar der synode van 1920, voorging, met Efezen 4:14 tot tekst. Dinsdagmorgen werd in de Oosterkerk de openingszilting gehouden. Ds J. C. Rullmann sprak de openingsrede. Behalve al de primi-afgevaardigden, op ds Klaar hamer na, die door zijn secundus vervan gen was, waren ook onderscheidene rap porteurs en vertegenwoordigers van bui tenlandsche kerken aanwezig, van deze laatsten onder meer: James Macdonald Webster van de United Free Church of Scotland, E. Kolthoff van de Alt Reformirte Kirche in het 'Graafschap Bentheim en Oost-Friesland, dr Henry Beets van do Christian Reformed Church of North Ame rica, dr J. Sebestyèn, redacteur van de Hongaarsche Heraut en Kalvinista Szemke. De credentiebrieven werden nagezien door de predikanten Kunst en A. M. Donner. Nadat alle leden hun instemming had den betuigd met cle drie formulieren van eenigheid, werd een moderamen ge kozen. Na twee vrije stemmingen werd tot praeses gekozen Ds Landwehr te Rotter dam, met 26 stemmen. Dr de Moor had 20 stemmen. Wegens gezondheidsredenen verzocht Cs Landwehr ontheffing dezer benoeming, waarna met 25 van de 48 stemmen Dr de Moor werd benoemd. Ds de Geus had nu 22 st- Tot assessor werd daarna Ds de Geus acffigewezen met 34 stemmen, tegen 11 op Ds Landwehr. Ie scriba werd Dr G. Keizer van Tiel, die 31 stem men ontving. Voor '2e scriba volgde nog een herstemming tusschen Dr K. Dijk te Den Haag en Ds J. G. Kunst te Arnhem, waarbij laatstgenoemde gekozen werd met 25 stemmen, tegen 21 op dr Dijk. Tot adviseerende leden werden de zen delingen dr Esser en Zuidema en de predikanten der ontvangende gemeente, dr II. Kaajan, J. C. Rullmann en dr R. E. van Arkel benoemd. Aan ds .1. P. Klaarhamer te Dokkum, die zijn 25-jarig ambtsjubileum viert, werd een telegram van gelukwensch gezonden. De voorzitter dankt, als het moderamen zitting "heeft genomen, ds v. d. Munnik voor zijn voorgaan in den bidstond, ds Rullmann voor zijn openingswoord en aanvankelijke leiding der eerste zitting; heet prof. Hepp voor het eerst als advi seur welkom, begroet cle buitenlandsche gasten en herdenkt de overleden broeders dr A. Kuyper Sr. en dr H. Bavinck. "Mede gedeeld wordt, dat de professoren Ho nig, v. Gelderen en Geesink verhinderd zijn ter vergadering te komen. Benoemd werden tot pers-commissie de predikanten A. H. van Minnen te 's-Gra- venzande en H. Meijering te Katwijk aan den Rijn, en de werkzaamheden verdeeld over een vijftal commissies, die allen be noemd werden, alsmede cle verschillende preadviseurs. Besloten werd te vergaderen van 912 en H/241/2 uur en de vergaderingen toegankelijk te stellen voor alle belijdende leden der kerken. Besloten werd, op 31 Aug. wel, doch in de officieele feestweek in September niet te vergaderen. Heden '(Woensdag) geen zitting. Na het zingen van Ps. 8112 sloot de president dezen eersten zittingsdag met dankzegging. Omtrent den te Kampen overleden emeritus-predikant K. G. M. Westerbeek van Jierten, van Tienhoven, meldt „De Standaard", dat tijdens de doleantie, waar mee hij meeging, de ruwe en onhebbelijke houding van sommigen uit die gemeemte, die hem zijn „doleeren" uitermate kwa lijk namen, zijn zenuwgestel zoodanig ha;d geschokt, dat hij voor verdere ambtsver vulling ongeschikt werd. 's-Heer Arendskerke. Zondagavond hield ds J. de Voogd, Ned. Herv. predikant al hier, in verband met zijn 25-jarig jubileum als predikant een rede voor een overvolle? kerk, naar aanleiding van Psalm 103:15;. Onder de aanwezigen waren vele predi kanten uit den ring Goes, terwijl ook per sonen aanwezig waren uit zijn eerste ge meente Rats en omliggende gemeenten. Na de predikatie werd de jubilaris toe gesproken door ds Mol van Kats, die hem namens die gemeente geluk wensch- te. Verder voerde het woord ds Kamsteeg van 's-Heer Hendrikskinderen, namens den kerkeraad, namens den ring en ook voor zichzelf. Ten slotte werd ds De Voogd' staande toegezongen Psalm 121 vers 1. (M. C.). i Die Utrechtsche Synode. In verband met de onzekerheid die hier -en daar wordt gevonden omtrent het al of niet wonschelijke van een doorwerken in de (richting welke aanvankelijk door de Synode van Leeuwarden werd aangegeven, schrijft Bb. J. C. de Moor in de „Utr. Kerkbode" oen artikel waaraan wij het Volgende ont- feenen: B e 1 jj d e n is v r age n. Aan D-eputaten was opgedragen, „enkele vragen te con- cipieercn, welke aa.11 de Kerken zullen worden aanbevolen om bij het afleggen der openbare belijdenis te worden ge bruikt". Nu geldt de critiek lang niet alleen de voorgestelde vragen, doen van verschillende zijden hoort men ook: wij- wil len liever onze eigen vragen houden. Die zijn beter voor onzen kring dan de thans voorgestelde. Vragen, die in Utrecht vol doen, zullen mogelijk in Friesland onge- wenscht zijn. Het gaat nu alles goed; ieder heeft ook zijn eigen manier; waarom moet dat nu altemaal uniform gemaakt worden? Men zal moeten toestemmen, dat zulke critiek zich niet richt togen Deputaten, doch tegen hun lastgevers, in casu de Synode van Leeuwarden. Het is jammer, dat men hun zooveel vergeefsch werk heeft laten doen; doch wanneer deze ge dachte vrij sterk in de Kerken leeft, is het beter, het Leeuwardensch besluit te rug te nemen, en niet een concept aan de Kerken te geven, dat door het meeren- deel ervan toch niet gebruikt zal worden. Ik zeg niet let weldat naar mijn inzicht de Synode zoo zal moeten be sluiten maar wel, om veel verwarring te voorkomen, eerst de praelabele quaestie zal moeten stellen: blijven we .bij het Leeuwardensch besluit of niet? Indien neen dan kan alle discussie over den tekst der vragen vermeden worden. Indien ja, dan zal men pas eraan too k'ijn, dien zoo goed mogelijk te redigeeren of dat werk aan nieuwe Doputaten op te dragen, die, rekening houdende met de uitgebrach te critiek, voorstellen in gereedheid bren gen voor de Synode van 1926. Liturgische orde. Te Leeuwar den is er zeer op aangedrongen, dat nu eens voorstellen gedaan zouden worden om eenheid te verkrijgen in de orde van den ©eredienst, in de inrichting der godsdienst oefeningen. Laat alle critiek rusten, die op de door D'eputaten voorgestelde Liturgi sche orde b.v. op de schuldbelijdenis -en de methode van collecteeren, is uitgebracht dan blijft- nog over, dat velen zeggen: waarom die uniformiteit? laat de Kerken zulke ondergeschikte dingen toch inrichten zoo-als zij zelf ooirdeelen, dat het meest tot hare stichting kan dienen. Men ziet, dat deze critiek weer verder gaat dan tot deputaten en zich richt op hun lastgever, n.l. de Synode van Leeuwarden. Gevoelt de meerderheid der Kerken niet voor &en model-liturgische orde en is dus niet te verwachten, dat zij dio zullen invoeren wanneer de Synode haar aanbeveelt dan kan men beter de bespreking sparen over den inhoud van dat model, indien iinen de zaak zelve niet wil. „Eeni ge Gezangen". Aan 3eze Dieputaten was o.a. ook opgedragen, „den bundel „Eenige Gezangen" te overzien en voorts te trachten dien uit te breiden met eenige andere berijmde of onberijmde ge deelten der H. Schrift, welke het den Kerken vrij- zal staan, nevens de Psal men in den ©eredienst te gebruiken". Laat ons dadelijk aannemen, dat hetgeen Diepu taten voorstellen zeer gebrekkig en ver werpelijk is; dan blijft t-och nog over, dat van allerlei zijden de opmerking komt: Wie moeten aan de „Eenige Gezangen" niets veranderen en ook geen enkel nieuw eraan toe voegen. Het eerste niet, om den zwakken band, die ons daarin o.a. nog met de Hervormden samenhoudt, niet te verbreken. Het tweede niet, om den vrede en de rust in de Kerken te bewaren. Ik beoordeel thans de juistheid dezer argumentatie niet; doch het staat Vast, dat wie zoo redeneert zich nier richt tegen het werk van Dieputaten, die eenvoudig uitvoerden wat hun was opge dragen, maar tegen de Synode van 'Leeuwarden, wier besluiten men dien weg uit wil. Indien men bij nadere overwe ging eigenlijk niet voor herziening en "(of) toevoeging gevoelt, dan is het practischer, dat eerst uit te maken. Daarna kan men dan zonder bespreking de voorstellen van Deputaten plechtig opbergen in het Kerke lijk archief. Na deze voorbeelden genoemd te heb ben, zegt Dr. de Moor, dat wanneer er geen helderheid bestaat over de vraag of men al dan niet don Leeuwarer koers wil 'blijven vólgen, veel tijdverspilling en verwarring het noodzakelijk gevolg zal zijn. In elk geval zal het nu noodig zijn, principieele beslissingen te nemen en niet alTeen practise he. In de Gezangen-quaes- lie b.v. blijkt zelfs een besluit als van Leeuwarden over het opnemen van be rijmde Schriftgedeelten allerminst geheel te voldoen. Do tegenstanders v;un Gezan gen vinden ook die beslissing verschrikke lijk. De voorstanders van Gezangen zijn allerminst .tevreden gesteld. De „rust en de vrede der Kerken" spefen een groote roi in dit geding. Laat de Synode dan nu eens zulk een quaestie voor jaren uitma ken. Of als dat te veel gevraagd is, .een commissie benoemen, die een beslissing in dezen tegen 1926 voorbereidt en mo gelijk maakt; zooals reeds in Den Haag in 1914 werd voorgesteld. Al is het na tuurlijk ondoenlijk, hierin allen te Bevre digen, we weten dan toch als Kerken, waaraan we voorloopig toe zijn. En dat js om allerlei redenen zeer wenschelijk. P ie i'son's afscheid te Zetten. In het jaar 1914, enkele weken voor liet uitbreken van den wereldoorlog, nam ds Pierson op 80-jarigen leeftijd afscheid van zijn geliefde stichtingen. In de Bode der Heldring-gestichten geeft Mej. M(aclaine P(onl), een roerende schilde ring van dat afscheid, dal we hieronder laten volgen. „Hoe klemde hij zich vast aan het werk, dat één geworden was met zijn leven; hij kon er niet van scheiden en niet -gaarne zou ik beweren, dat zijn hooge leeftijd hem on geschikt had gemaakt langer zijne taak te vervullen. Want waar het op het geven van (een advies of het verdedigen van een be ginsel aankwam, daar was de dominé nog de wakkerste en de scherpzinnigste van allen. Maar zijn geheugen liet hem meer en meer ito den steek en dat gaf aan zijne gedachten ifels verwards en onzekers, waaronder hij «elf het moesie leed. Daarom had hij zijn 1 anderen beloofd, op zijn 80sten geboorte dag zijn taak neder te leggen, dun zouden i'.ij nog wat. van hem kunnen genieten. He liaas I hoezeer werden zij teleurgesteld! Den l.Oden Juni 1914 werd dc tachtigste verjaar dag gevierd, dus kort voor het uitbreken vjan den oorlog, kort voor de vreescljjke verwarring, die alles met zich sleepte! Van zijline kinderen in het buitenland geheel ge scheiden, konden die in Nederland hem dik wijls ook moeilijk bereiken en de eone tegen slag volgde op de andere. tjn dat laatste jaar was zijn aanraking met de gestichten ook langzamerhand minder ge- woiiden, omdat alles hem te zeer vermoeide. Het was alsof wij van elkaar moesten af werpen. O'olc de kinderen zagen hem minder, zeer tot hun leedwezen, want Ds Pierson was een groot kindervriend en de roepde dominé komt! was altijd de aankondiging van veel vreugde en vroolijkheid. De catechisaties, al tijd met zooveel opgoweldheid gegeven, werden dooi(" de directrice overgenomen, maar dat was toch het zelfde niet, al namen de meis jes het voor lief, en groot was dan ook de opge wondenheid, toen ik op een dag aan- kondligde: „De dominé wil vanavond weer komen, en de schoolkinderen mogen er bij zijn",, welk bericht gevolgd werd door de noodiige aanmaningen tot kalmte en orde. Du s werd dien avond alles voor de gewone ontvajigst in orde gebracht, en op den ge zetter 1 tijd kwainen ook de schoolkinderen binno 11, met Zondagsche jurken, witte schorten en gi -oote strikken aan de stijve, korte vlecht jes. „Zij hadden allen als altijd haar brei werk bij zich, want zij zouden, zooals de groote u om de tafel zitten met haar handwerk, dus fin een hartverheffende deftigheid. De stemming onder de kinderen was vroolijk, zij wa i:en zoo blijde, dat alles weer zoo was, net als vroeger, en waarom zou het niet zoo blljjven? De dominé kwam terug, hij was weer beter, alles was in orde. De dominé echter zag er slecht uit, hjj was vermoeid en hij wist zeer goed, dat deze avond zijn afscheid was van de kin deren, idie zooveel van hem hielden. Hij wilde echter niet, dat er op gedoeld werd, nog een is wilde hij vroolijk zjjn met de kin deren, nis blijde met de blijden, levende bij hel. «ogenblik. De aaillgezichtjes straalden, de domino had weer zoo-ps vroeger, allerlei grapjes en kleine plagerijen.. Het zwart lederen taschje kwam te voorschijn, de wonderbare, nooit uitgeputte bergplaats van raadsels, kunstjes en strik vragen. Maar di en avond had de oude man zijne krachten civerschat. De tegenstrijdige aandoe ningen ver-warden zijn geest. Zjjn geheugen begaf hom. Zijn groote zelfbeheersching scheen verdwenen. Telkens gaf hij dezelfde raadsels op- en luisterde met genoegen naar de antwoorden van de kinderen die natuurlijk altijd ook dezelfde waren. Het was pijnlijk voor ieder, die daarbij alleen dacht aan achteruitgang van dat kostelijk denkvermogen, niet aan diie onnaspeurlijke stroom van ge dachten etn herinneringen, die aan het waar nemingsvermogen ontsnappen en die tenslotte aan de stremming van den geest hare richting geven. De geest verkeert lin een droomtoestand, waarop de werkelijkheid geen indruk maakt. Bij mij was de vraag overheerschend, wat zullen de kinderen er van denken? Zullen zij alleen het oog hebben voor den achter uitgang v;in die schitterende geestesgaven? En als dan telkens het raadsel herhaald werd, dan vroeg ik mezelven af: waarom zijn zij zoo vroolijk, waarom la chen zij zoo Zij moeten toch het groote verschil zien tusschen nu en vroeger! Het is onmogelijk, dat zij niets, voelen van de tegenstelling tusschen vroeger en nu! Den volgenden dag beisloot ik eens voor zichtig te polsen, bij een kind, bijna een jong meisje, dat mij zeer lief was om haar verstand en fijn gevoel. Wat of zij toch wel dacht De lieve blauwe ooge-n zagen mij wat verwonderd aan. De dominé? VeranderdWel dat vond zij niet. Hij was nog net zoo aardig als vroeger. En !uj vond het weer zoo prettig om bij ons to zijn! En dat hü zoo dikwijls hetzelfde zei, wat gaf dat? Dat deden oude menschen ienmers wel meer? Ik had verteld, dat hijzoo treurig kon zijn en zoo dikwijls hoofdpijn ,'had, zij hadden dat

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1923 | | pagina 2