SJit de Pro?inck
Kerknieuws.
de schrijver zeer gezond uit. Geen
spoor van den uit verschillende foto's be
kenden strengen blik. Lachend dreigde
hij met de vuist en zeide: „Wianneer u
mij over de politiek wilt uithooren, dan
zit er wat op!''
„Dat zal wel onvermijdelijk zijn, ge
zien de geruchten over samenzweringen,
nachtelijke bezoeken..."
„Ja ja, u hebt gelÜk, daar heb ik
natuurlijk van gelezen. Maar wie kan mij
kwalijk nemen, dat ik mijn kinderen op
bezoek ontvang? Gunt men den kroonprins
dan niet dat hij zoo xui en dan zijn een
zaam eiland verlaat om hier wat verstrooi
ing te zoeken? Diat hij in den laatsten
tijd bezoeken heeft ontvangen, is waar.
Iemand, dien hij niet van vroeger kende,
graaf Rotenburg, legde met zijn jacht
aan den oever aan. Ook twee stoombooten
van een Duitschc Vereen, te Rotterdam
deden dat. Wiat dje heeren daar hebben
samengezworen kan ik niet beoordeelen.
In ieder geval moet het er verschrikkelijk
nauw geweest zijn, toen die paar honderd
dames en heeren in de pastorie aan het
conspireeren waren. En dan (met komieke
ontsteltenis) vindt u het niet merkwaardig,
dat men .altijd kletspraatjes houdt over
junkers, die den kroonprins per stoom
boot of luchtschip willen ontvoeren? Hij
praat daar op Wieringen toch dikwijls met
de bemanning van Duitsch© sleepboot-en
uit Emden, waschechte socialisten en anar
chisten. Maar ik heb nog nooit gelezen, dat
deze lieden een poging hebben gedaan
om hem op hun sleepbooten mede te nemen.
Het bericht, dat de kroonprins Caci-
lienhof verkocht heeft, is gelogen.
Mijn zoon Eitel is ook verscheidene
malen hier geweest. Ook is waar dat dr.
Helfferich on bovendien nog eenige profes
soren mij hebben bezocht. Geestelijken en
kunstenaars, die mij wenschten te spreken,
heb ik gaarne ontvangen. Is het dan een
misdaad, wanneer ik met zulke lieden den
toestand in Diuïtschland bespreek? Wil men
mij dan ten slotte ook nog hot recht bene
men mij' te interesseeren voor wat er in
Duitschland geschiedt?
Doorn is een glazen kastje, waar ieder
naar binnen kan kijken. Wie er komt en
gaat, wordt bekend. Daarom ben ik ver
baasd, dat men hier ook Stinnes heeft wil
len zien. Ik ken mijnheer Stinnes niet per-
sownlijk. Van bekenden heb ik intusschen
gehoord, dat hij zich voor politiek slechts
matig kan interesseeren. Of hij een vriend
of ee-n tegenstander van mij1 is, weet ilc
werkelijk niet.
Wierkelijk ben ik met mijn vrouw in
Noord wijk geweest, natuurlijk met toe
stemming der Nederlandsche regeering.
,We hebben graaf Bentinck bezocht en Ilse-
mann, die op het oogenblik aan geelzucht
lijdt.
Tennis heb ik er niet gespeeld en dus
er ook geen prijs gewonnen.
Diat Zijn zoo van die kleine verdachtma
kingen, die eigenlijk niet waard zijn be
sproken te worden. Eigenlijk zou ik hier
een heel persbureau kunnen inrichten om
alle klet-spraatejs tegen te spreken. Maar
dat zou zonde van het geld Zijn.
Het is opmerkelijk, dat juist in den laat
sten tijd de aanvallen tegen mijn persoon
en tegen den kroonprins zoo veelvuldig
worden en dat het aantal in Doorn en om
geving rondloopende buitenlandsche jour
nalisten zoo sterk -toeneemt. Kort ge
leden ga ik met mijn vrouw in Doorn wan
delen, toen er een Engelsch sprekende da
me, lang en dun als een boonestaak, op
mij toekomt, haar potlood te voorschijn
haalt en mij vraagt: „Bent U de keizer?"
Toen ik haar vraag bevestigend had beant
woord, zeide zij: „Ik zou graag uw oor
deel over de royalistische beweging we
ten". Dat was mij1 toch wel te sterk. Ik
antwoordde haar dan ook: „Ik woon in
Doorn en wil rust hebben, mijn naam is
Wilhelm en ik weet van niets."
Welke igteruchten over een samenzwering
deze dame uit die woorden heeft samengc-
weven, weet ik niet. Haar blikken verrie
den echter niets goeds.
Mijn vraag besluit de heer Prell
of hij met het schrijven van een boek bezig
was, beantwoordde de keizer ontkennend.
Hij leest veel binnenlandsche en buitenland
sche kranten, voorziet artikels, die hem be
lang inboezemen, van aanteekeningen en
praat er over met zijn omgeving.
Nog sprak de keizer ten slotte over de
aangename betrekkingen, die hij' met ver
scheidene Hollandsche families onderhoudt
en over het welwillende optreden der be
volking in de buurt van lloorn.
Bij koninklijk besluit is aan de re
serve eerste-luitenants K. J. Boeijinga van
hei; 14e regiment infanterie en P. Wessels
van het regiment vestingartillerie op hun
verzoek een eervol ontslag uit den mili
tairen dienst verleend. Voorts is benoemd
bij het reservepersoneel der landmacht
tot reserve-officier van gezondheid 2e
klasse de arts J. M- Timmermans.
Luitenant ter zee 2e kl. van de kon.
marine-reserve F. W. Hagedoorn wordt
wegens het eindigen van den voorgeschre
ven oefeningstijd van zijn plaatsing bij den
onderzeedienst te Vlissingen ontheven.
Officier van den marine-stoomvaartdienst
2e kl. K. G. J. Lugten wordt te Vlissin
gen geplaatst om dienst te doen aan
boord van Hr. Ms. onderzeeboot K IX.
Middelburg. Alhier is den officier van
justitie voorgeleid 3. ten H., £4 j., schip-
tier, gedom. te Terneuzen, verdacht van
verduistering, gepleegd te Wemeldinge op
28 Juli j.l. De verdachte is na verhoor
door den rechtercommissaris overgebracht
«aar het huis van bewaring.
Vlissingen. Door Burg. en Weth. is een
waarschuwing, als bedoeld in de Ge
meentewet, toegezonden aan den heer dr
A. Staverman, om hem, mede in verband
met het door het college ingewonnen ju
ridisch advies, er op te wijzen, dat het
chirurgschap van liet gemeentelijk Gast
huis een betrekking is, die het niet toe
laat tevens lid van den raad te zijn. De
heer Staverman heeft nu 8 dagen tijd
om bij den raad in beroep te gaan.
Goes. Het Centraal Stembureau ver
klaarde gisteren benoemd tot lid van den
(nieuwen) Raad in de vacature-J. de Die,
die wegens vertrek naar Haarlem bedankt
heeft, dhr. A. Buijs.
Zooals in een advertentie in dit nr
wordt medegedeeld, wordt ter gelegenheid
van de jubileum-feesten aan hen, die
zich daarvoor opgeven, krentenbrood met
kaas verstrekt. Het Comité is daartoe
door extra giften in staat gesteld. Deze
uitreiking draagt echter in geen geval
liet karakter van „bedeeling".
Hansweert. Gisterenmiddag werd hier
door de sleepboot Charles behouden bin
nengebracht het Nederlandsche zeilschip
„Dankbaarheid", schipper van Dam, die
bij den Zimmermanpolder (Westerschekle)
met gebroken zwaard ronddreef en niet
verder zeilen kon.
Het Nederlandsche motorschip „Kar
dinaal van Rossum", hetwelk hier aan
den ketting is gelegd vanwege de reederij
der sleepboot voor verleende hulp, is
thans na borgstelling weder vrij gegeven
en zal zijn reis verder voortzetten.
Schore. Maandag vergaderde de Raad.
Afwezig de voorzitter. De heer Jolis. Gle-
rum fungeert als voorzitter. Ingekomen
o. a.Rekening vleesclikeuringsdienst
kring Itruiningen over de laatste 3 maan
den van 1922. Wordt goedgekeurd in ont
vangst f 1330, in uitgaaf f 1225,80, goed
slot f74,20. De begrooting van dezen
dienst over 1924 in ontvang en uitgaaf
van f 5816,50, wordt aangehouden tot een
volgende vergadering, daar de stemmen
staakten over de verhooging van salaris
a f 300 voor den hulpkeurmeester en f 150
verhooging per jaar voor diens motor
rijwiel. De begrooting 1924 van 'het Burg.
Armbestuur wordt goedgekeurd in ont
vang en uitgaaf op f 6604,16. De Minister
van Waterstaat keurt goed, dat aan de
Scïiorebrug een bord geplaatst wordt met
opschrift: „Verboden staanplaats voor
woonwagens". De rekening der gemeente
over 1922 wordt voorloopig vastgesteld
op f 27.173,32 in ontvang en f 29.021,29
in uitgaaf, alzoo een nadeelig slot van
f 1847,97. De commissie tot nazien dei-
rekening sprak haar ongenoegen uit dat
een belangrijk bedrag aan schoolgeld en
belasting over 1922 niet was geind. Dhr.
Verhaagen had gaarne gezien dat cle com
missie ook hdar ongenoegen had uitge
sproken over het. belangrijke bedrag dat
nog geind moest, worden over 1921, n.l.
f50,17 wegens schoolgeld en f434,75i/2
van belastingen. De voorzitter zeide, dat
door B. en W. de deurwaarder de Kok
te Goes, nogmaals was aangeschreven om
die achterstallige belasting onverwijld te
innen, hetgeen deze beloofd had. Verder
merkte de heer Verhaagen op, dat blijk
baar niet altijd met beleid de zuinigheid
was betracht. Dit bleek duidelijk uit de
quitantiën 234 en 235. De eene vermeldt
10 ILL. steenkolen, kostende f2 perH.L.
en de andere f 2.35, terwijl door B. en
W. of den burgemeester nog kolen waren
gekocht van een opkooper, die ook duur
der waren dan in den handel en totaal
onbruikbaar bleken te zijn, tenminste vol
gens het rapport van het hoofd der school.
Deze had slechts eenmaal goede steen
kool gehad en juist die kolen waren van
de vereeniging geweest en waren het
goedkoopste.
De voorzitter zegt: de wethouders we
ten van dergelijke zaken niets af; dat
doet de burgemeester alleen, zonder de
wethouders daarin te kennen. De heer
Verhaagen zegt nog, dat hij niet opkomt
voor eenigen handelaar, maar hoopt dat
de gemeente voortaan daar zal koopen
waar zij het best en goedkoopst terecht
kan. De begrooting der gemeente voor het
jaar 1924 wordt den raad aangeboden in
ontvang en uitgaaf met f 26.423,12 met
een post H.O. ad f5300 en een post
onvoorziene uitgaven van f484,86.
Bij de rondvraag wenscht niemand het
woord, waarna de voorzitter o. a. het vol
gende zegt: Naar alle waarschijnlijkheid
is dit de laatste vergadering in deze vier
jarige periode. Zoo rust dan op mij de
taak om een woord te spreken tot diet
heeren, die bij de samenstelling van den
nieuwen raad niet meer hun zetel zullen
innemen. Ik dank voor al het goede dat
in al de jaren door u als raadsleden is
gepresteerd.
Daar de meeningen nog al eens ver
uiteen liepen, had dit tengevolge dat de
besprekingen somtijds niet direct aange
naam konden genoemd worden, maar dat
is voor mij geen reden om hetgeen gij hebt
helpen verrichten tot welvaart dezer ge
meente niet op hoogen prijs te stellen.
De heer Verhaagen dankt den voorzitter
voor 't gesprokene. Dat de discussies
somtijds niet aangenaam waren, is voor
de ouderen best te begrijpen; zij weten
maar al te goed hoe het vroeger hier
ging. Hield een raadslid er een andere
kneening op na dan de voorzitter, dan
werd hem botweg het woord ontnomen
en daaraan ga'f de raad meestal zijn goed
keuring, doch door 't aanhoudend recla
meeren bij hoogere machten moest onze
voorzitter eindelijk toegeven en ieder lid
zijn meening laten uitspreken. Het gaat
nu in den laatsten tijd beter en ik hoop
dat de nieuwe raad zich het recht van
spreken niet zal doen ontnemen. Daarna
sluiting.
(Voor dit verslag moesten wij 10 cent
strafport betalen. Wij verzoeken ónze cor
respondenten dringend, toch voldoende te
frankeeren, daar heffing van strafport
voor ons nigt alleen kostenbetaling maar
ook vertraging in de bestelling beteokent.
Red. Z.).
Kamperland. J.l. Zondagnacht heeft men
in de weide van den heer de Feijter van
i twee runderen de pezen der pooten af
gesneden. Het is te hopen, dat de po-
litie de ontaarde daders spoedig opspoort.
(M. Ct.)
St. Maartensdijk. Na een spreekbeurt
i van zendeling Blinde is te Scherpenisse
j de vroeger bestaande stuiverscollecte ten
bate van de samenwerkende zendings-
vereenigingen weer opgericht. Ongeveer
§0 contribuanten sloten zich aan.
•AtPAufTuvMffvr tiat.'V m* nam; m Lt.w>AMiiwi»vir.tiu»'«s« wae u.nwv*
.Ned. Herv. Kerk.
Beroepen te Baarn A. Adriani te Utrecht
en I. Kievit te Lunteren.
Geref. Kerken.
Tweetal te Kommerzijl S. v. d. Wal te
Minnertsga en H. van den Elskamp, cand.
te Kampen. Te Vlaardingen D. J. Cou-
vee te 'Meppel en dr E. D. Kraan te Zuilen.
Beroepen te Brouwershaven II. van den
Elskamp, cand. te Kampen; te Jutrijp-
Hommerts J. Schelhaas, cand. te Hooge-
veen.
Chr. Ger. Kerk.
Beroepen te Hillegom A. Zwiep, cand.
J te Rotterdam.
Doopsgezinde Gem.
Bedankt voor Akkrum door M. Onnes
te Westzaan.
i R.-K. Kerk.
Die bisschop van Haarlem heeft benoemd
tot leeraar aan het Klein Seminarie Hage-
veld te Heemstede P. J. A. Juffermans,
kapelaan te Vlissingen. Benoemd tot kape-
laan te Vlissingen de heer A. J. M. v. d.
Burg, te Middelburg de heer M. G. van
i Rijn en te 's-Heerenhoek de heer H. J. van
Dieurssen.
Synode Geref. kerken. Aan
I den vooravond der 12e generale synode
1 der Geref. kerken te Utrecht had Maandag
in de Westerkerk een bidstond plaats,
•waarbij ds J. D. v. d. Munnik, emeritus-
pred. te Zeist en voorzitter der Leeuwar
der synode van 1920, voorging, met Efezen
4:14 tot tekst.
Dinsdagmorgen werd in de Oosterkerk
de openingszilting gehouden. Ds J. C.
Rullmann sprak de openingsrede. Behalve
al de primi-afgevaardigden, op ds Klaar
hamer na, die door zijn secundus vervan
gen was, waren ook onderscheidene rap
porteurs en vertegenwoordigers van bui
tenlandsche kerken aanwezig, van deze
laatsten onder meer: James Macdonald
Webster van de United Free Church of
Scotland, E. Kolthoff van de Alt Reformirte
Kirche in het 'Graafschap Bentheim en
Oost-Friesland, dr Henry Beets van do
Christian Reformed Church of North Ame
rica, dr J. Sebestyèn, redacteur van de
Hongaarsche Heraut en Kalvinista Szemke.
De credentiebrieven werden nagezien
door de predikanten Kunst en A. M.
Donner.
Nadat alle leden hun instemming had
den betuigd met cle drie formulieren van
eenigheid, werd een moderamen ge
kozen.
Na twee vrije stemmingen werd tot
praeses gekozen Ds Landwehr te Rotter
dam, met 26 stemmen. Dr de Moor had
20 stemmen.
Wegens gezondheidsredenen verzocht
Cs Landwehr ontheffing dezer benoeming,
waarna met 25 van de 48 stemmen Dr
de Moor werd benoemd. Ds de Geus had
nu 22 st- Tot assessor werd daarna Ds
de Geus acffigewezen met 34 stemmen,
tegen 11 op Ds Landwehr. Ie scriba
werd Dr G. Keizer van Tiel, die 31 stem
men ontving. Voor '2e scriba volgde nog
een herstemming tusschen Dr K. Dijk te
Den Haag en Ds J. G. Kunst te Arnhem,
waarbij laatstgenoemde gekozen werd met
25 stemmen, tegen 21 op dr Dijk.
Tot adviseerende leden werden de zen
delingen dr Esser en Zuidema en de
predikanten der ontvangende gemeente,
dr II. Kaajan, J. C. Rullmann en dr R. E.
van Arkel benoemd.
Aan ds .1. P. Klaarhamer te Dokkum, die
zijn 25-jarig ambtsjubileum viert, werd
een telegram van gelukwensch gezonden.
De voorzitter dankt, als het moderamen
zitting "heeft genomen, ds v. d. Munnik
voor zijn voorgaan in den bidstond, ds
Rullmann voor zijn openingswoord en
aanvankelijke leiding der eerste zitting;
heet prof. Hepp voor het eerst als advi
seur welkom, begroet cle buitenlandsche
gasten en herdenkt de overleden broeders
dr A. Kuyper Sr. en dr H. Bavinck. "Mede
gedeeld wordt, dat de professoren Ho
nig, v. Gelderen en Geesink verhinderd
zijn ter vergadering te komen.
Benoemd werden tot pers-commissie de
predikanten A. H. van Minnen te 's-Gra-
venzande en H. Meijering te Katwijk aan
den Rijn, en de werkzaamheden verdeeld
over een vijftal commissies, die allen be
noemd werden, alsmede cle verschillende
preadviseurs.
Besloten werd te vergaderen van 912
en H/241/2 uur en de vergaderingen
toegankelijk te stellen voor alle belijdende
leden der kerken.
Besloten werd, op 31 Aug. wel, doch
in de officieele feestweek in September
niet te vergaderen.
Heden '(Woensdag) geen zitting.
Na het zingen van Ps. 8112 sloot de
president dezen eersten zittingsdag met
dankzegging.
Omtrent den te Kampen overleden
emeritus-predikant K. G. M. Westerbeek
van Jierten, van Tienhoven, meldt „De
Standaard", dat tijdens de doleantie, waar
mee hij meeging, de ruwe en onhebbelijke
houding van sommigen uit die gemeemte,
die hem zijn „doleeren" uitermate kwa
lijk namen, zijn zenuwgestel zoodanig ha;d
geschokt, dat hij voor verdere ambtsver
vulling ongeschikt werd.
's-Heer Arendskerke. Zondagavond hield
ds J. de Voogd, Ned. Herv. predikant al
hier, in verband met zijn 25-jarig jubileum
als predikant een rede voor een overvolle?
kerk, naar aanleiding van Psalm 103:15;.
Onder de aanwezigen waren vele predi
kanten uit den ring Goes, terwijl ook per
sonen aanwezig waren uit zijn eerste ge
meente Rats en omliggende gemeenten.
Na de predikatie werd de jubilaris toe
gesproken door ds Mol van Kats, die
hem namens die gemeente geluk wensch-
te. Verder voerde het woord ds Kamsteeg
van 's-Heer Hendrikskinderen, namens den
kerkeraad, namens den ring en ook voor
zichzelf. Ten slotte werd ds De Voogd'
staande toegezongen Psalm 121 vers 1.
(M. C.). i
Die Utrechtsche Synode. In
verband met de onzekerheid die hier -en
daar wordt gevonden omtrent het al of niet
wonschelijke van een doorwerken in de
(richting welke aanvankelijk door de Synode
van Leeuwarden werd aangegeven, schrijft
Bb. J. C. de Moor in de „Utr. Kerkbode"
oen artikel waaraan wij het Volgende ont-
feenen:
B e 1 jj d e n is v r age n. Aan D-eputaten
was opgedragen, „enkele vragen te con-
cipieercn, welke aa.11 de Kerken zullen
worden aanbevolen om bij het afleggen
der openbare belijdenis te worden ge
bruikt". Nu geldt de critiek lang niet
alleen de voorgestelde vragen, doen van
verschillende zijden hoort men ook: wij- wil
len liever onze eigen vragen houden. Die
zijn beter voor onzen kring dan de thans
voorgestelde. Vragen, die in Utrecht vol
doen, zullen mogelijk in Friesland onge-
wenscht zijn. Het gaat nu alles goed; ieder
heeft ook zijn eigen manier; waarom moet
dat nu altemaal uniform gemaakt worden?
Men zal moeten toestemmen, dat zulke
critiek zich niet richt togen Deputaten,
doch tegen hun lastgevers, in casu de
Synode van Leeuwarden. Het is jammer,
dat men hun zooveel vergeefsch werk
heeft laten doen; doch wanneer deze ge
dachte vrij sterk in de Kerken leeft, is
het beter, het Leeuwardensch besluit te
rug te nemen, en niet een concept aan
de Kerken te geven, dat door het meeren-
deel ervan toch niet gebruikt zal worden.
Ik zeg niet let weldat naar
mijn inzicht de Synode zoo zal moeten be
sluiten maar wel, om veel verwarring te
voorkomen, eerst de praelabele quaestie
zal moeten stellen: blijven we .bij het
Leeuwardensch besluit of niet? Indien neen
dan kan alle discussie over den tekst
der vragen vermeden worden. Indien ja,
dan zal men pas eraan too k'ijn, dien
zoo goed mogelijk te redigeeren of dat
werk aan nieuwe Doputaten op te dragen,
die, rekening houdende met de uitgebrach
te critiek, voorstellen in gereedheid bren
gen voor de Synode van 1926.
Liturgische orde. Te Leeuwar
den is er zeer op aangedrongen, dat nu
eens voorstellen gedaan zouden worden om
eenheid te verkrijgen in de orde van den
©eredienst, in de inrichting der godsdienst
oefeningen. Laat alle critiek rusten, die op
de door D'eputaten voorgestelde Liturgi
sche orde b.v. op de schuldbelijdenis -en
de methode van collecteeren, is uitgebracht
dan blijft- nog over, dat velen zeggen:
waarom die uniformiteit? laat de Kerken
zulke ondergeschikte dingen toch inrichten
zoo-als zij zelf ooirdeelen, dat het meest
tot hare stichting kan dienen. Men ziet,
dat deze critiek weer verder gaat dan tot
deputaten en zich richt op hun lastgever,
n.l. de Synode van Leeuwarden. Gevoelt
de meerderheid der Kerken niet voor &en
model-liturgische orde en is dus niet te
verwachten, dat zij dio zullen invoeren
wanneer de Synode haar aanbeveelt
dan kan men beter de bespreking sparen
over den inhoud van dat model, indien
iinen de zaak zelve niet wil.
„Eeni ge Gezangen". Aan 3eze
Dieputaten was o.a. ook opgedragen, „den
bundel „Eenige Gezangen" te overzien en
voorts te trachten dien uit te breiden met
eenige andere berijmde of onberijmde ge
deelten der H. Schrift, welke het den
Kerken vrij- zal staan, nevens de Psal
men in den ©eredienst te gebruiken". Laat
ons dadelijk aannemen, dat hetgeen Diepu
taten voorstellen zeer gebrekkig en ver
werpelijk is; dan blijft t-och nog over,
dat van allerlei zijden de opmerking komt:
Wie moeten aan de „Eenige Gezangen"
niets veranderen en ook geen enkel nieuw
eraan toe voegen. Het eerste niet,
om den zwakken band, die ons daarin
o.a. nog met de Hervormden samenhoudt,
niet te verbreken. Het tweede niet, om
den vrede en de rust in de Kerken te
bewaren. Ik beoordeel thans de juistheid
dezer argumentatie niet; doch het staat
Vast, dat wie zoo redeneert zich nier
richt tegen het werk van Dieputaten, die
eenvoudig uitvoerden wat hun was opge
dragen, maar tegen de Synode van
'Leeuwarden, wier besluiten men dien weg
uit wil. Indien men bij nadere overwe
ging eigenlijk niet voor herziening en "(of)
toevoeging gevoelt, dan is het practischer,
dat eerst uit te maken. Daarna kan men
dan zonder bespreking de voorstellen van
Deputaten plechtig opbergen in het Kerke
lijk archief.
Na deze voorbeelden genoemd te heb
ben, zegt Dr. de Moor, dat wanneer er
geen helderheid bestaat over de vraag of
men al dan niet don Leeuwarer koers
wil 'blijven vólgen, veel tijdverspilling en
verwarring het noodzakelijk gevolg zal
zijn.
In elk geval zal het nu noodig zijn,
principieele beslissingen te nemen en niet
alTeen practise he. In de Gezangen-quaes-
lie b.v. blijkt zelfs een besluit als van
Leeuwarden over het opnemen van be
rijmde Schriftgedeelten allerminst geheel
te voldoen. Do tegenstanders v;un Gezan
gen vinden ook die beslissing verschrikke
lijk. De voorstanders van Gezangen zijn
allerminst .tevreden gesteld. De „rust en
de vrede der Kerken" spefen een groote
roi in dit geding. Laat de Synode dan nu
eens zulk een quaestie voor jaren uitma
ken. Of als dat te veel gevraagd is, .een
commissie benoemen, die een beslissing
in dezen tegen 1926 voorbereidt en mo
gelijk maakt; zooals reeds in Den Haag
in 1914 werd voorgesteld. Al is het na
tuurlijk ondoenlijk, hierin allen te Bevre
digen, we weten dan toch als Kerken,
waaraan we voorloopig toe zijn. En dat
js om allerlei redenen zeer wenschelijk.
P ie i'son's afscheid te Zetten.
In het jaar 1914, enkele weken voor liet
uitbreken van den wereldoorlog, nam ds
Pierson op 80-jarigen leeftijd afscheid van
zijn geliefde stichtingen.
In de Bode der Heldring-gestichten geeft
Mej. M(aclaine P(onl), een roerende schilde
ring van dat afscheid, dal we hieronder
laten volgen.
„Hoe klemde hij zich vast aan het werk,
dat één geworden was met zijn leven; hij
kon er niet van scheiden en niet -gaarne zou
ik beweren, dat zijn hooge leeftijd hem on
geschikt had gemaakt langer zijne taak te
vervullen. Want waar het op het geven van
(een advies of het verdedigen van een be
ginsel aankwam, daar was de dominé nog de
wakkerste en de scherpzinnigste van allen.
Maar zijn geheugen liet hem meer en meer
ito den steek en dat gaf aan zijne gedachten
ifels verwards en onzekers, waaronder hij
«elf het moesie leed. Daarom had hij zijn
1 anderen beloofd, op zijn 80sten geboorte
dag zijn taak neder te leggen, dun zouden
i'.ij nog wat. van hem kunnen genieten. He
liaas I hoezeer werden zij teleurgesteld! Den
l.Oden Juni 1914 werd dc tachtigste verjaar
dag gevierd, dus kort voor het uitbreken
vjan den oorlog, kort voor de vreescljjke
verwarring, die alles met zich sleepte! Van
zijline kinderen in het buitenland geheel ge
scheiden, konden die in Nederland hem dik
wijls ook moeilijk bereiken en de eone tegen
slag volgde op de andere.
tjn dat laatste jaar was zijn aanraking met
de gestichten ook langzamerhand minder ge-
woiiden, omdat alles hem te zeer vermoeide.
Het was alsof wij van elkaar moesten af
werpen.
O'olc de kinderen zagen hem minder, zeer
tot hun leedwezen, want Ds Pierson was
een groot kindervriend en de roepde dominé
komt! was altijd de aankondiging van veel
vreugde en vroolijkheid. De catechisaties, al
tijd met zooveel opgoweldheid gegeven, werden
dooi(" de directrice overgenomen, maar dat
was toch het zelfde niet, al namen de meis
jes het voor lief, en groot was dan ook de
opge wondenheid, toen ik op een dag aan-
kondligde: „De dominé wil vanavond weer
komen, en de schoolkinderen mogen er bij
zijn",, welk bericht gevolgd werd door de
noodiige aanmaningen tot kalmte en orde.
Du s werd dien avond alles voor de gewone
ontvajigst in orde gebracht, en op den ge
zetter 1 tijd kwainen ook de schoolkinderen
binno 11, met Zondagsche jurken, witte schorten
en gi -oote strikken aan de stijve, korte vlecht
jes. „Zij hadden allen als altijd haar brei
werk bij zich, want zij zouden, zooals de
groote u om de tafel zitten met haar handwerk,
dus fin een hartverheffende deftigheid. De
stemming onder de kinderen was vroolijk,
zij wa i:en zoo blijde, dat alles weer zoo was,
net als vroeger, en waarom zou het niet
zoo blljjven? De dominé kwam terug, hij was
weer beter, alles was in orde.
De dominé echter zag er slecht uit, hjj
was vermoeid en hij wist zeer goed, dat
deze avond zijn afscheid was van de kin
deren, idie zooveel van hem hielden. Hij
wilde echter niet, dat er op gedoeld werd,
nog een is wilde hij vroolijk zjjn met de kin
deren, nis blijde met de blijden, levende
bij hel. «ogenblik.
De aaillgezichtjes straalden, de domino had
weer zoo-ps vroeger, allerlei grapjes en kleine
plagerijen.. Het zwart lederen taschje kwam
te voorschijn, de wonderbare, nooit uitgeputte
bergplaats van raadsels, kunstjes en strik
vragen.
Maar di en avond had de oude man zijne
krachten civerschat. De tegenstrijdige aandoe
ningen ver-warden zijn geest. Zjjn geheugen
begaf hom. Zijn groote zelfbeheersching
scheen verdwenen. Telkens gaf hij dezelfde
raadsels op- en luisterde met genoegen naar
de antwoorden van de kinderen die natuurlijk
altijd ook dezelfde waren. Het was pijnlijk
voor ieder, die daarbij alleen dacht aan
achteruitgang van dat kostelijk denkvermogen,
niet aan diie onnaspeurlijke stroom van ge
dachten etn herinneringen, die aan het waar
nemingsvermogen ontsnappen en die tenslotte
aan de stremming van den geest hare richting
geven. De geest verkeert lin een droomtoestand,
waarop de werkelijkheid geen indruk maakt.
Bij mij was de vraag overheerschend, wat
zullen de kinderen er van denken? Zullen
zij alleen het oog hebben voor den achter
uitgang v;in die schitterende geestesgaven?
En als dan telkens het raadsel herhaald werd,
dan vroeg ik mezelven af: waarom zijn zij
zoo vroolijk, waarom la chen zij zoo Zij
moeten toch het groote verschil zien tusschen
nu en vroeger! Het is onmogelijk, dat zij niets,
voelen van de tegenstelling tusschen vroeger
en nu!
Den volgenden dag beisloot ik eens voor
zichtig te polsen, bij een kind, bijna een
jong meisje, dat mij zeer lief was om haar
verstand en fijn gevoel. Wat of zij toch wel
dacht
De lieve blauwe ooge-n zagen mij wat
verwonderd aan. De dominé? VeranderdWel
dat vond zij niet. Hij was nog net zoo
aardig als vroeger. En !uj vond het weer
zoo prettig om bij ons to zijn! En dat hü
zoo dikwijls hetzelfde zei, wat gaf dat? Dat
deden oude menschen ienmers wel meer?
Ik had verteld, dat hijzoo treurig kon zijn
en zoo dikwijls hoofdpijn ,'had, zij hadden dat