Dit De Provincie. vertrouwelijke verhouding aanleiding gal, dat de rijkswerklieden op den duur zelf niet wisten wie of nu eigen lijk hun baas was. Ook of zij in dienst van het rijk dan wel van den aannemer waren. Tot deze verwarring werd' te meer aanleiding gegeven, omdat men de door het rijk betaalde werklieden, niet eens maar meermalen, liet medewer ken tusscihen die van den aannemer in. De rijkswerklieden waren zich meermalen al te goed bewust, dat men hen werk liet doen, waarmede zij niet te maken hadden. Zoo zelfs, dat zij zich de kosten getroostten om zich' èen bestek aan te schaffen. Dat hen dan niet in het onzekere liet. Toch werd nimmer gehoord of het to taalbedrag der aan deze menschen als rijkswerkman door het rijk betaalde lóonen in mindering van de aanne mingssom werd gebracht. Van het meeste belang is, dat de positie tusschen aannemer en hem of hen die toezicht moeten uitoefenen, niet door in het oog loopende amicaliteit worde vertroebeld. Het moet niet mogen voorkomen, dat aannemers van rijkswerken in kof fiehuizen en andere publieke locali- teiten goeden sier maken met hen, door wie ze gecontroleerd moeten wor den. 't Is ons bekend, dat de betrok ken autoriteiten in den loop der jaren niet eens maar meermalen van een en ander op de hoogte zijn gebracht en namen werden aangeduid, zonder dat er zelfs op werd ingegaan. De Arbeidswet. De Minister van Arbeid heeft goed- tevonden: dat in het tijdvak van 20 ugustus tot en met 23 September 1923 in broodbakkersondernemingen, in verband met feesten ter viering van het regeeringsjubileum van H. M. de Koningin, arbeid wordt verricht als volgt: a. in de gevallen, dat op een dag, waarop in de gemeente feestelijkheden als bovenbedeld plaats vinden, in een broodbakkersonderneming niet gebak ken en niet bezorgd wordt, mag in of voor die broodbakkerij op den voor- afgaanden dag, in afwijking van het bepaalde bij de artikelen 35, tweede lid, en 36," derde lid, der Arbeids wet 1919 arbeid worden verricht vol gens de regeling, die op de arbeids lijst voor den Zaterdag, respectievelijk voor den dag, voorafgaande aan den Sabbath, is vermeld; b. in de gevallen, dat op een dag, waarop in de gemeente feestelijkheden als bovenbedoeld plaats vinden, in een broodbakkersonderneming wel ge bakken of bezorgd wordt, mag: le. in die broodbakkerij alle bak- kersarbeid twee uren vroeger aanvan gen dan ingevolge de artikelen 35, tweede lid, en 36, derde lid, der Ar beidswet 1919 voor dien dag is toe gestaan 2e. het in die onderneming na 3 uur des namiddags van den vorigen dag gebakken of opgewarmde deeg of brood van 7 uur des voormiddags uit het gebouw met aanhoorigheden, waarin zich de broodbakkerij bevindt, worden vervoerd, en van 8 uur des voormiddags af worden verkocht of geleverd. Een Amerikaansche pers stem over het optreden van minister Colijn en de Vloot wet. De New York Times van Vrijdag had een lang hoofdartikel: De Neder- landsche financiën en de vloot, waar van we hier uit de „N. R. C." een samenvatting geven. De heer Colijn., die aan het hoofd jvan het ministerie van financiën ge komen is, nadat de heer De Geer was afgetreden, aldus het blad, wordt ge- fzegd evenzeer te streven naar bezui niging, als naar het bouwen van een Vloot en zal z'n doel niet zonder moei lijkheden bereiken, al zullen die ook iniet zoo groot zijn als van radicale en, socialistische zijde wordt voor speld. De heer Colijn is, uit hoofde van de partij, waar tóe hij behoort, als [vanzelf spreekt, bij de socialisten niet gewild, maar dat is niet zoozeer een reden tot opgewondenheid, als zijn relaties met de petroleum-industrie, die den socialisten aanleiding geven te spreken van een „olievloot", be stemd om de Nederlandsche en En- gelsche belangen te beschermen te gen een Amerikaansdhen aanval. Een dergelijke interpretatie gaat te .ver. De Amerikaansche protesten ter zake van de Djambi-concessie willen (toch zeker niet zeggen, dat Amerika (Engeland den oorlog zou willen ver klaren, om deze velden te krijgen, tals sommige opgewonden Nederland sche dagbladschrijvers schijnen te Idenken. Zeker is de heer Colijn niet van die meening. Als een van de beste koloniale specialiteiten, met lan ge ondervinding in het Verre Oosten, ziet hij vooruit naar de uiteindelijke lautonómie van Oost-Indië, onder de Nederlandsche Kroon, hoewel het nauwelijks te verwachten is, dat de inboorlingen in de eerste tientallen ja ren daartoe geschikt zullen zijn. Als man van de practijk weet hij, Idat de rijke bezittingen van een klein land aan den anderen kant van de .wereld niet steeds veilig zijn. In 1922 en 1913 heeft hij het Nederlandsch leger helpen versterken, welk leger in den grooten oorlog de Nederland sche neutraliteit heeft beschermd. Het zou niet onbegrijpelijk zijn, als Colijn inzag, dat m geval van oorlog een Zuidzeevloot met Soerabaya als basis oofe weer andere mogendheden ervan zou kunnen laten afschrikken Nederland te dwingen partij te kiezen of, indien het slimste gebeurde, Ne derland in staat zou stellen partij te kiezen met een soortgelijk beslissend resultaat als van Roemenië te Plewna. Het is waar, er zijn petroleumter- reinen in Nederlandsch .Jndië en Co lijn en anderen, zoowel als het volk in het algemeen, hebben belang bij hun behoud. De socialisten zeggen, dat er geen „volk" is. Het proletariaat heeft mets te verliezen, dan zijn aan spraken. Maar zelfs onder de socia listen zijn er twijfelaars. Op socialis tische betoogingen ziet men borden en doeken met het opschrift: vWelke zijde zal Nederland kiezen in den komenden oorlog?" Het zou echter juister zijn te vragen hoe Nederland uit den komenden oorlog zal blijven, als deze zich om den Grooten Oceaan afspeelt. Waarschijnlijk komt er geen Zuidzeeoorlog. In' ieder geval is er niets wat wijst op een Engelsch Amerika ansehen oorlog over de pe- troleumterreinen op Djambi. Het Vier- mogendhedenverdrag geeft min of meer een waarborg dat er geen over haaste oorlog uit zal breken bij on geluk, zonder dat vooraf een poging is gedaan tot een internationale op lossing van de aanhangige vraagstuk ken en geen enkel land zal op hol slaan als Oostenrijk en Duitschland in 1914. Wat de marineverdragen be treft, bestaat er geen twijfel aan hun beteekenis. De Amerikaansche maritieme actie zal feitelijk beperkt zijn tot de wate ren oostelijk van Hawai, de Britsche maritieme actie tot de wateren be westen Singapore. De bepalingen van de te Washing ton tot stand gekomen verdragen heb ben er veel toe bijgedragen een goede gezindheid te bevorderen aan weers zijden van het Kanaal. De Japansche regeering, onder lei ding van admiraal Kato, handelt eer lijk in den geest van de verdragen, en de geest van imperialisme in Japan is klaarblijkelijk aan het verflauwen. Niettemin is het duidelijk dat de ver dragen Japan den machtigsten staat in Azië en de Aziatische wateren laten blijven, tenminste tot tijd en wijle Rusland zich zal herstellen. Dit zijn de politieke en strategische (staat- èn krijgskundige) feiten, waar op de Nederlanders hun vlootpolitiek moeten baseeren. Uit de Haagsche telegrammen valt af te leiden, dat de Katholieken het vlootontwerp zullen steunen. In samenwerking met de anti-revolutionairen kunnen zij het waarschijnlijk aangenomen krijgen. Dit te doen en tegelijkertijd de bezuiniging in de financiëele huishouding haar beslag te doen krijgen, zal de moei lijkste taak zijn, waarvoor de nieuw- opgetreden minister van financiën zich gesteld ziet. Leve Co 1 ij n en de Vloot. „De Maasbode", een blad, dat voor Colijn is en voor de Vlootwet, bevat het volgende spotvers, hetwelk blijk baar de strekking heeft 't optreden van Colijn af te keuren en de Vlootwet in discrediet te brengen. Al kost 't den ambt'naar zijn brood, Al knabbelt hij 't vel van zijn poot En hongert hij langzaam-aan dood. Zijn kinderkens worden tóch groot En nemen wel dienst op De Vloot Om, ladend kanonnen met lood En zwaaiend met 't Blauw, Wit en Rood. Te vechten voor Indiëns nood! Het Vadertje sterft wel zijn dood, En ligt hij niet stijf in de goot, Dan rusten zijn bibbetjes bloot Op planken van grenen, Geen nood Dus leve Colijn en de Vloot! Hoe komt die nonsens dan in „D'e Maasbode" Het is een „Hors d'oeuvre"laat dit de redactie mogen verontschul digen! Allerlei. De uitvoer van steenkolen en steen koolbriketten uit België is onder worpen aan een vergunning van on zen minister van nijverheid en arbeid. Voor het rijkspersoneel is 6 Sep tember een vrije dag. Met het oog op mogelijke gebeur tenissen aan de Duitsche grens zijn de le en 3e compagnie wielrijders uit 's Hertogenbosch per rijwiel en per trein naar Maastricht en Nijmegen vertrokken. He t v e r d \v ij n e nd e B a g ij n - li of te Middelburg. Nu Vrijdag a.s. de aanbesteding plaats heeft door de Algemeene Woningbouwvereeniging van een 80-tal woningen opi 'liet nog restee- rende deel van het voormalige begijnen hof te Middelburg, en daarmede een historische p'lek te Middelburg zal ver dwijnen, is er zeker alle aanleiding! toe, eens te memoreeren wat het bagijnhof is geweest. Volgens oude teekeningen en gegevens omvatte het Bagijnhof vroeger een veel grooter deel van Middelburg en wel, dat aan de overzijde van de Bree, welke straat toen nog niet bestond, het ter rein waar nu de Luthersche kerk en de Rijschool gevestigd zijn en de daarach ter gelegen gronden, alles grenzende aan den tegenwoordigen tuin van de socië teit St. Joris, en eerder nog loopende van de Koningstraat tot de Spunjaard- straat. Thans en dit blijkt ook reeds ten tijde van de republiek zoo te zijn, geweest ligt het Bagijnhof, ingesloten tusschen Bree en Koningstraat, cn do naar den Zuidsingel loopende straatjes hebben hun eigen naam gekregen. Op het oude Bagijnhof waren behalve het St. Aagtenhuis, verschillende kleine wonin gen, waar de arme begijnen in woonden. Vermogende jonkvrouwen hadden ook haar intrek in het bagijnhof en veronder steld woidt, dat die jonkvrouwen zamen hebben gewoond in het St. Aagtenhuis. De instelling der bagijnen te Middelburg is zeer oud; men vindt zie reeds in het begin der 13e eeuw. Met de stadsregee-1 ring stonden zij' in zieer nauwe be trekking; de regeering toch had met den abt het toezicht over het hof. de aanstelling van de beide meesteressen en de voorstelling van den pasloor; aan de regeering met den abt en den gardiaan der minder broeders werd de rekening gedaan en ook op den gix>nd schijnt de regeering rech ten te hebben uitgeoefend, waarmede de jaarlijksche opbrengst van kapoenen, aan de stadsregeering, waartoe de hagijuen, blijkens de oudste stadsrekeningen, ver plicht waren, waarschijnlijk in verband stond. Gemeld wordt, dat de grond door de stad gebruikt werd lot wegherging van materialen, naderhand annexeerde de stad een gedeelte van hot hof, ge deeltelijk tot het maken van een plat vorm, ten deele lot inrichting van het Schuttershof van den voetboog (St. Joris). In het bagijnhof was een school, aan. de scholieren werd jaarlijks tegelijk met die van de groote school, van stads wege wijn geschonken. Na de overgave der stad aan den Prins van Oranje, werd het bagijnhof door de stadsregeering in bezit genomen, de arme bagijnen moch ten evenwel in hare huisjes blijven wo nen. De kerk is eerst in 1587 afgebroken. Dit alles ontleenen wij aan een be schrijving in den catalogus van de Ze- landia Illustrata, van de heeron mr M. F. Lantslieer en F. Nagtglas. Aan de beschrijving van kloosters en abdijen in do voormalige graafschappen van Holland en Zeeland van dr R. G. M. Bomer, ontleenen wij nog de volgende bij zonderheden. Men vindt aangeteekend, dat het be gijnhof ten jare 1208 bestond, al moet men in het aannemen van zulke opgaven zeer voorzichtig izlijn. De jaren, die verliepen tusschen het tij'dstip, waarop Paus Clemens het vonnis over de kettersche Begijnen uitsprak en dat, waarop zijn opvolger dat vonnis voor de niet-kettersche bagijnen schade loos trachtte te maken, waren ook voor- die te Middelburg moeilijke jaren. Geluk kig, voor haar, dat zij bij haogere en lagere bestuurders bijstand vonden. Graaf Willem III herstelde haar in 1325 in staat en goed, handhaafde haar bij' hare vrijheden en bepaalde, dat het inwendige beheer aan twee jonkvrouwen, te kie zen door den abt van Middelburg, stads- schepenen en de oudste en vroedste der medebagijöen zou zijn opgedragen, die bij het uitwendige 'beheer door twee man nen, van stadswege benoemd en onder verplichting tot verantwoording aan den genoemden abt, ondersteund moesten worden. De stedelijke regeering nam hare ver dediging tegenover het decreet van het hoofd der kerk cup zich, verklaarde haar voor onschuldig en keurde haar ver blijf onder het genot van al hare voor rechten binnen hare stadsvesten ghed.. In weerwil van deze gunstige stemming der bestuurders en de aanstelling van den abt van Middelburg tot rechter in het Hof, bloeide het niet. Het verkeerde in ■een staat van onrust „bi versumenisse van beleide". Een middel tot herstel meende Graaf Willem daarin te vinden, dat liij verlof .gaf tot de verkiezing van een overmeasteres en twee meesteressen, die het beheer zouden voeren en rekening doen aan 'den abt en den leesmeester, der Minderbroeders en dat hij tevens den laatstgenoemde machtigde om met raad als anderzins de Bagijnen bij te staan. In 1390 werd de laatste grafe lijke beschikking betreffende het Begijn hof uilgtevaardiigd en wel door Albrecht van Beieren, die de bewoonsters in be scherming nam, en haar veroorloofde scholieren, d!e dagelijks te koo; gingen en mitsdien telkens in de kerk moesten wezen, „van het goed des huizes te helpen". Uit het verdere, wat dr Römer om- het hof schrijft, blijkt, dat Graaf Willem III niet duldde, dat de bagijnen zich onbehoorlijk gedroegen, en dat hij eischte dat de liuizen van schuldigen werden verkocht en zij uit het hof verwijderd. Het kwaad, dat de bagijnen pleegden, blijkt uit hetgeen de Graaf aan haar die in het hof wilden wonen, voor schreef, luidende; „dat si met genen mannen, es hi Pape es hi knape en ghaen op solre, in camere of in steden die te begripen sien ende dat si noch kno- piede mouwen noch karspadaeken, noch bonte vederen, noch beckende mauwen en dragen noch ghene stuefcen en hantie- ren,die oneersamelicken sien in ghees- teliken steden." Na de 16e eeuw ligt de geschiedenis der Middeleeuwsche bagijnen in het duister. De sergeant machineschrijver J. v. d. Reest wordt overgeplaatst van de „Van Speijk" naar het wachtschip te Vlissin- gen. Door den Minister Van Arbeid is ten behoeve van woningbouw (premie- bouw) toegekend aan de gemeenten: O. en W. Souburg, f2100 voor 7 wonin gen van G. F. de Grave. Hulst, f600 voor 2 woningen van A. A. Biesbroeck. Het stoomloodsvaartuig No. 13, dat op 's Rijkswerf te Hellevoetsluis in re serve lag, is uit Rotterdam te Vlissingen aangekomen en zal daar blijven tot uit breiding van den loodsdienst, in verband met de concurrentie van den Belgischen loodsdienst. Het telegraaf- en telefoonstation te Lamswaarde, zal op werkdagen worden opengesteld, v.an 8V2I2V2, van 2-l1/, en C7Va uur. Op Zon- en feestdagen geen dienst. Tot directeur der Glasfabriek te Sas van Gent is met ingang van 1 Sept. e.k. benoemd de heer Le Bel, thans directeur der glasfabriek te Maassluis. De officier van administratie le klasse A. van Hou te ,is ter beschikking gesteld. De malaise in de mossel- visscher-ij. Te Bruinisse is een ver gadering gehouden waartoe alle mossel- visschers waren opgeroepen en waarin o.a. de heer J. M. Krijger, lid van de Tweede Kamer, aanwezig was. Het doel was de bespreking van den slechten toe stand, waarin het mosselbedrijf is geraakt. De voorzitter, de heer Vijverberg, zette uiteen hoe Bruinisse reecls voor 7/s in den grond is geboord. Spr. bracht dank aan den heer Krijger voor hetgeen hij reeds voor de visscherij'1 heeft gedaan. De heer Krijger' zeide niet namens een partij te komen, maar alleen als Kamer lid en hij vroeg of, waar door do Zui- derzeemosseleu aan den Zeeuwschen mossolhandel zeer veel concurrentie wordt aangedaan, het ook wenschelijk zou zijn, dat de regeeriftg een retributie van den verkoop der Zuklerzeemosselen gaat heffen, om de Zeeuwsche vïsschers te steunen. De voorzitter meende, dat dit dan 50 cent per ton zou moeten zijn. Do oorzaken voor den 'achteruitgang ging spr. na. Hulp zal in vele gevallen thans reeds te laat komen. Op een desbetreffende vraag van dhr. Krijger bleek niemand tegen een mobiel pachtstelsel te zijn. Ook wees het Ka merlid er op, dat eensgezindheid drin gend noodig is en betreurde hij het, dat er te Bruinisse twee vereenigingen bestaan. De voorzitter bracht ten slotte dank aan den lieer Krijger en aan de in grooten getale opgekomen visschers. Bij de Ned. Spoorwegen is be noemd tot adj. ingenieur bij! den dienst van materiaal en werkplaatsen en der electrisehe tractie de asp.-adj.-ingenieur 11. v. d. Hoek, aan het hooifd-administra- 'tiebureau 'te Utrecht. Door den minister van financiën zijn verplaatst met 1 Sept. a.s. de kom mies 2e 3d. A. Jonkheer van Vlissingen haven naar Achtmaal, en de konnniezen le ld. W. Span van Axel naar Amster dam en F. H. Cappendij k van Terneuzen naar Rotterdam. Onder de kommiezen die voldeden aan Het examen voor kommies le kl. zijn o.a.: M. J. de Laat, Hontenisse; J. H. Minor, Vlissingen; C. P. Bogte, Aarden- burg; A. Walraven, Hansweert; J. Buur- jstra, Hans weert; J. F. Bruggemau, Sluis; W. P. Verkamman, Aardenburg;; A. 1. de Bert, Sluis; A. Emmerzaal, Hansweert; G. J. Noordzij, Zuiddotrpe; A. H. van Wijck, Aardenburg. Dhr. M. v. d. Griendt, stations chef Noord Kraaijert, oprichter en secre taris van den Bond van Harmonie- en 'Fanfare-gezelschappen in Zeeland, is met 1 Sept. overgeplaatst naar Helvoort (N.-Br.) Middelburg. Vrijdag a.s. geeft het Mid- delb'urgscli muziekkorps weder een uit voering op het Molenwater. Rechtsingang is verleend met ge vangenhouding tegen A. B., 38 jaar, schip per, Zluid-Beijerland, gedetineerd ter zake van brandstichting op het schip „De 6 Gebroeders" onder Wemeldifige, benevens tegen H. J„ 38 jaar, reiziger te Roosen daal, gedetineerd ter zake van oplichting te Krabbendijke en Kruinineen op 25 Mei 1923. Vlissingen. Het tegenwoordig college van wethouders bestaat uit een vrijheids- bonder, een vrijzinnig-democraat, en een anti-revolutionair. De nieuwe raad telt 9 leden links (3 S.D'.A.P.-ers, 2 S.P.-ers, 2 vrijz.-dem.) en 2 vrijheidshonders), en 9 leden van rechts (4 anti-revolutionai ren, 3 christelijk historischen en 2 katho lieken), terwijl de 19de plaats wordt in genomen door den heer dr A. Staver- rnan, onafhankelijk democraat, die tot eind Maart als vrijzinnig-democraat zit ting had, doch toen ontslag heeft genomen en zijn mandaat in handen der kiezers heeft gesteld. Bij de periodieke verkie zingen kreeg de lijst-Staverman het groot ste aantal stemmen en had zelfs recht op 4 zetels, hoewel alleen dr Staverman zelf op deze lijst voorkwam. Het gevolg hiervan is geweest, dat verschillende par tijen met luttele resten een zetel meer hebben gekregen. Nu is het evenwel de vraag of dr Staverman zitting zal kunnen nemen als lid van den raad, omdat hij is benoemd tot chirurg van het gasthuis en het dubieus is of deze functie ver- eenighaai' is met het lidmaatschap van den raad. Zou dr Staverman geen zitting kunnen nemen dan staat het bij de ver kiezing van wethouders 9 links tegen 9 rechts. Onder de 9 linksche behooren ech ter de 2 S.P.-ers, die gewoonlijk aan de verkiezing van wethouders niet deel nemen. Hoedekenskerke. Vrijdagnamiddag ver gaderde de Raad. Afwezig met kennis geving dhr. Den Dekker, zonder deze dhr. Chamulcau. üc burgemeester voor zitter. De voorzitter deelt mede, dat door Ged. Staten is goedgekeurd het Raadsbe sluit tot het aangaan eener geldleening van f22.000. Namens de commissie voor het onderzoek der rekening 1922' brengt dhr. Bal daarna rapport uit, concludeeren- de tot goedkkeuring, waarmede do Raad zich vereenigt en wordt derhalve de re kening voorloopig vastgesteld. Verder wordt aangeboden de gemeentebegroolïng voor 1924 111 ontvang en uitgaaf op f40618.89, in ontvang en uitgaaf met een post van f 1274.58V2 onvoorziene Uit gaven en f 10.000 voor plaatselijke in komstenbelasting evenals voor 1923. Op voorstel van B. en W. wordt daarna goedgevonden aan den tegenwoordigen pachter van den tuingrond gelegen ach ter de speelplaats der openbare school, wiens pacht met 31 Dec. a.s. eindigt, deze opnieuw de pacht onderhands voor 7 jaar te vergunnen voor de tegenwoor dige pachtsom van f 5. Bij de rondvraag verlangt niemand het woord. De voorzit ter dankt daarna de scheidende leden Timmerman, Bal, Den Dekker en Jas- perse, wethouder der gemeente, voor de vele diensten door hen als raadslid be wezen en voor de steeds aangename sa menwerking en wenscht hen voor het vervolg alles goeds toe voor h'unzelven, hun gezinnen en hun zaken, daarbij nog een bijzonder woord van dank voegende aan wethouder Timmerman -voor zijn diensten ook als wethouder en waarne mend burgemeester bewezen. Weth. Tim merman bedankt de leden, den secre taris en den voorzitter voor de vele medewerking en gezelligen omgang, van allen steeds ondervonden. Daarna sluiting. lerseke. Hedenmiddag heeft een de putatie uil de burgerij den met pensioen gaanden rijksveldwachter J. Bakker, een gouden horloge met dito ketting en in scriptie aangeboden. De burgemeester, de heer J. Sinke, was zeker de tolk van Ierseke's ingezetenen toen hij woorden van afscheid sprak, getuigde van den jarenlangen aangenomen omgang en hoopte dat hij als ambteloos burger nog vele rustige jaren mocht beleven. Dhr J. J .van der Peij'l, zich bij den vorigen spreker aansluitende, sprak de hoop uit, dat hij rustend, toch nog toil nut en heil der burgerij mocht werkzaam zijn. Hansweert. Het motorschip „Kardi naal van Roissum", dat op de Vonde lingenplaat bij Wemeldinge omhoog zat, is, na een groot gedeelte der lading gelost te hebben door de sleepboot „Co- mines" vlot gesleept en behouden te Wemeldinge binnengebracht. Het is dooi den Deurwaarder aan den ketting gelegd, namens de reederij der sleepboot, wegens verleende hulp:. Wissenkerke Woensdag had het af scheid plaats van den majoor der rijks- veldwacht te Kortgene, en wel in te genwoordigheid van de op het eiland Noord-Beveland gestationeerde rijles'veld wachters, eenige gemeenteveldwachters en liet dagelijksch bestuur der gemeente Kortgene. De rijksveldwachter brig.-tit. P. Verton te Geersdijk richtte tot den heen- gaanden majoor, onder het aanbieden van een wandelstok met zilveren knop, een hartelijk afscheidswoord en Uitte den wensch, dat hij na een diensttijd van 45 jaar nog menig jaar van zijn wel verdiende rust mag genieten. De ge meenteveldwachter Van de Vreugde te Kamperland sloot zich onder het aanbie den van een tabakspijp in étui bij de woorden van den vorigen spreker aan. Ten slotte dankte de wild. burgemeester, dhr. Dorst, namens het bestuur der ge meente den heengaanden majoor voor al hetgeen hij heeft gedaan in het belang der gemeente, hem tevens toezeggende, dat ook het bestuur der gemeente hem een blijvend aandenken hoopt aan te bieden. Ten slotte dankte de majoor allen voor de blijken van belangstelling bij zijn vertrek en inzonderheid voor de ca- deanx, die hem tor hand werden gesteld, den wensch uitsprekende, dat het ook hun op hun levensweg wel mag gaan. Biggekerke. Toen Zondagmorgen het 14-jarig dochtertje van den landbouwer Jobannis van S. alleen met een paar kin deren thuis was, kwam een persoon, die naderhand een zekere Di. uit Mid delburg bleek te zijn den weg vragen naar Westkapelle. Even later, toen de deur reeds gegrendeld was, wist bedoeld persoon zich door de deur toegang te verschaffen, waarop hij het meisje, met wclkje bedoeling is niet zeker vast te stellen, tegen den grond sloeg. D. koos het hazenpad, toen het meisje riep, dal het kerkvolk kwam. Die politie, hiervan verwittigd, wist D. te Westkapelle op te sporen. _D. is daarna weer vrij ge laten. Arnemuiden. Zaterdagavond bracht de muziekvereeniging een serenade bij dhr. D'. van Belzen alhier, ter gelegenheid van zijn 35 jarig huwelijksfeest. Nadat de muziekvereeniging enkele stukjes voor de woning van den jubilaris had gespeeld, trok men al spelende doar de gemeente. Een en ander bracht heel wat volk op- de been. Biggakerke. Als hooge uitzondering mag wel worden gemeld, dat de landbouwer Pieter V., alhier, 1066 schooven goudgerst van eèn halfgemet land heeft gesneden. Domburg. Door het Comité ter her denking van het regeeringsjubileum van H. M. de Koningin zijn thans de plan nen definitief vastgesteld. De feestdag zal 31 Aug. gehouden worden. Ook is nog door de bewoners van de Oost straat een buurtc-oinmissie gevormd me'' het doel die straat geheel te versieren en te verlichten. Behalve klokgelui, waar-

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1923 | | pagina 2