met Tuin
\o 265
Dinsdag 14 Augustus 1923
37e Jaargang
SE,
kweekerij,
Ibouwers.
Werkmeisje,
IN DEN MAALSTROOM.
Bnitenlaml.
EAU.
VI3AAGD.
a op
Zelfbinder,
5
[leverskerke.
GEVRAAGD
d-Huishoudster
houtermah,
irke (W.)
l of met October
houdster
nstbode
FEUILLETON.
iigere voor den
i k a p e li 1 e bij
kkes- la Zoute»
TTHIJSSE, Win.
cerke.
3 week aan ieder
lau Boodschappen
erd)
ioffie,
>ederchocolaad,
rafelrijsf, of een
oek van 't Sas
Markt, Middelburg.
JRMOND, West-
een groote partij
be Biggen.
JBsmarkt,
Middelburg.
280 Roeden Brug-
lant met 400
iet een onderbe-
uisbessen, Roode,
Aalbessen, Aard
ien Di;uivenserre
eidmet Huis,
g, Varkenshok-
id voor Eenden-
herij. Gemetselde
'erziksdiuttingen,
100 Roeden open
Zuidhelling voor bi
es is in volle op
een goed burger
er gunstig gelegen
kort bij tram,
aats en is geheel
sloot omgeven, als
dje vormend
letter K. W. aan
dit blad te Goes.
ND TE KOOP
ente Koudekerke
ïtingen bij de be-
OOP:
i twee Veulens
ie;, bij JOH. DE
rg-
ste Kalfvaarzen,
us- September.
(Karnemelkhoek)
OOP:
IR, Arnemuiden.
'Drukkers-Exploitanten
00STERBAAN LE COINTRE GOES
el en wit Raapzaad.
OREU, Land- en
Goes.
der tegenwoor-
■stond i
aar, bij een alleen-
lede getuigschrif-
richten aan den
NK, Schoolstraat,
's-Gravenhage in
met 3 kinderen,
mde werken, van
Wasch buiten
Goede behande-
g Bureau dezer
t October
ftfl ei d
EO OLE,
cheweg, Souburg-
itember
ej. goetheer,
ssingen.
nkomende JJIe"1
Wed. S. ABRA'
rens.
Bureaux: Lange Vorststraat 68—70, Goes
Tel.: Redactie no. 11; Administratie no. 58
Postrekening No. 36000.
Bijkantoor te Middelburg:
Firma F. P. DHUIJ, L. Burg. Tel. no. '259
De Zeeuw
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG
Abonnementsprijs:
Per 3 maanden, franco per post, f 3.
Losse nummersf 0.05
Prijs der Advertentiën:
14 regels f 1.20, elke regel meer 30 cL
Bij abonnement belangrijke korting.
JAN SALIE NAAR EEN HOFJE.
Wie kent niet de wondermooie schets
van Potgieter, waarin hij op den oude
jaarsavond van 1841 het geliefde Holland
in zijn tijd van verval uitbeeldde!
Daar waren ze bijeen Jan en Jannetje,
de stoere Hollanders met hun talrijk
kroost.
Jan had het zuur gehad onder de voog
dijschap van den Koning van Spanje.
Maar hoe krachtig had zich zijn karakter
ontwikkeld.
„Of ge potlood en papier ter hand liadt,
ik schreef hoe hij uit vrijén ging' in
liet schoone saizoen in een boeijer, maar
met een paar stukjes geschut aan boord;
in den barren winter op de schaatsen,
maar met de geladen buks op' zij; een
flinke borst die gaarne allerlei gevaar trot
seerde, om een uurtje met zijn liefje te
kouten. Een minder degelijk paar had,
onder omstandignhden als de hunne, het
huwelijk uitgesteld, tot heiden te oud wa
ren geworden om zich naar elkaar te
leeren schikken; maar welk een weerga's
wakker gezin was het zijne, onder on-
gehoorden wederspoed! Zoo ooit jonge
lui verdienden te worden voortgeholpen,
dan waren zij het - ik weet geen grooter
lof voor beiden, dan dat Willem van
Oranje er plezier in vond dit te doen!"
En dan teekent Potgieter Jannetje, het
kloeke wijf, met haar nadenkenden ernst,
haar rustige zielskracht, omringd van haar
dochters, die ze orde, spaarzaamheid,
liefhebberij in liet kraak-zindclijke, huise
lijkheid, deernis met armoede en vroom
heid van kindsbeen af heeft ingescherpt.
En dan komen de jongens, die Jan en
Jannetje zooveel vreugde bereidden.
Daar is Jan Maat, die toen onder de
Spaansche tiranny de nood tehuis te
hoog geklommen was, het beangste Jan
netje goeden dag kuste met een: „ik ga
van honk moederlief!" Janmaat die de
stormen tart, de vijanden overwint, die
uitvoer in een notendop1 om in een linie
schip terug te keeren.
Daar zijn Jan Contant en Jan Crediet,
die Holland groot maakten door liun ne
gotie en wier firma niet alleen „Europa,
maar ook in de beide Indien en zélf
tot in China zoo goed is als de Bankj
Daar is Jan de Poëet, Jan Cordaat de
fiere krijgsman en niet te vergeten Com
pagnie, die in Indië den naam van Holland
hoog hield.
Een kloek geslacht was het, de nakome-
lingschap van Jan en Jannetje.
Een geslacht om trotsch op te wezen.
Maar helaas, ieder huis heeft fijn kruis!
En hoever Jan en Jannetje het in de
wereld ook hebben gebracht, het hunne
bleet er niet van verschoond.
Ginds in een hoek zit een lange slun
gel, die slemp schenkt en slemp lept,
met zijn doffe oogen en zijn meelgezicht,
de jongste zoon van dit eerzame echt
paar, de patroon aller slaapmutsen, aller
soepjurken, aller sloffen te onzent: daar
zit Jan Salie.
Alles hpeft de sukkel, de durfniet, de
machtelooze voor Jan en de zijnen bedor
ven en hartgrondig moet het er op Hen
oudejaarsavond uit: Ik schaam me dat
ik zijn vader ben! Morgen moet Jan Salie
naar een hofje!"
Dat was op den oudejaarsavond van
1841.
Maar het vonnis is niet uitgevoerd of
Jan Salie is in het hofje niet gebleven, in
elk geval, nog altijd loopt hij onder ons
rond.
En het is meer dan tijd dat opnieuw een
37).
„Misleid mij niet, Dan. Je weet, dat
daar ginds in Edgcumbe Hall, oom Lukas
mijn hart nooit kon overtuigen, al moest
mijn verstand voor hem zwijgen. Mijn hart
bleef vasthouden aan mijn idealen. In den
laatsten tijd echter, nu alles verkeerd is
gegaan, denk ik aan wat zij' geleerd heb
ben over eer en deugd, over trouw en
reinheid^ der vrouwen. En ofschoon ik
oog altijd vasthoud aan wat ik hoop,
ben ik niet meer zoo .zeker als vroag'er".
„Er gijn jjdele, .zwakke, dwaze vrou-
,wen, zonder twijfel," zlei ik, „sommigen
Zijn zelfs nog erger dan ijdel en zwak en
dwaas; vele vrouwen zijn slecht en on
waardig; maar er zijn veel meer goeden
dan slechten, Steven, meer reinen dan
verdorvenen".
werkelijk, Dan, werke-
llJKi
„Ik geloof het vast, Steven".
„ik wil er ook aan vasthouden en het
w-1 mu helpen. Je weet, Dun, hoe ook
mijn geloof aan het wankelen is gebracht
1S gemakkelijk te gelooven in
Gods goedheid en wijisheid als de grond
onder iemands voeten schijnt weg te ain-
ontbanningsbesluit wordt genomen en dat
Jan Salie nu voorgoed naar een hofje
wordt verwezen.
Immers hij is de man die alles wat hij
aanraadt bederft.
Overal sluipt hij rond.
Altijd ziet hij bezwaren.
We vinden hem in de vakbeweging, of
liever naast de vakbeweging. Nog nooit
is de organisatie-geest over hem vaardig
geworden, altijd weet hij zich .te onttrek
ken, behalve dan wanneer er vruchten ge
pinkt kunnen worden.
Ook in de sociale en staatkundige actie
loopen de Jan Salie's in den weg.
'Die zaken flink aanpakken, de organi
satie sterken, propaganda maken, toonen
dat we er zijn, dat we een eigen beginsel
hebben, dat op elk terrein tot uiting moet
komen, Jan Salie voelt er niet voor.
Het geeft toch ijpmers niets! We zullen
maar schrammen en blauwe plekken op-
loopen, waartoe al die drukte!
Onze pers er bovenop brengen, vech
ten voor onze pers dat de vonken er af
stuiven, en tot. we overal met eere kun
nen worden genoemd, Jan Salie denkt
er niet a,an. Hij ziet er toch niet in en
van de noodzakelijkheid is hij nog vol
strekt niet overtuigd.
En zoo gaat het op elk gebied.
Overal loopt Jan Salie zijn kornuiten in
den weg; altijd heeft hij een domper bij
de hand om het vuur dat er nog oplaait
te dooven.
Jan Salie met zijn doffe oogen, zijn
slappe handen en zijn knikkende knieën,
we vinden hem helaas, ook in onze
kringen.
En er is maar één oplossing, de Jan-
tnaats of de Jan Cordaats, de zonen en
dochteren van Jan en Jannetje ze moeten
een kloek besluit nemen, en dien ver-
derfelijken Jan Saliegeest uitbannen.
Naar het hofje, met den ontaarden
zoon
En dan als de lucht gezujverd is, aan
gepakt.
Getoond dat ook de echte nazaten van
het oude voorgeslacht nog niet zijn uitge
storven, maar dat liet vuur van onze be
ginselen nog brandt in de harten, dat het
nog gloed in het oog weet te brengen, eh
kracht in de spieren, dat het nog kan
prikkelen tot daden.
Niet tot vermeerdering van eigen roem
en glorie.
Maar tot roem en prijs van den Naam
onzes Gods.
Minister Colijn en de Antirevolutionairen
Wij hoorden dezer dagen een vooraan
staand man in de a.-r. partij, die veel
met ons a.-r. volk in aanraking komt,
beweren, dat de benoeming van- den oud-
minister van oorlog, hierboven genoemd,
tot minister van financiën, door' de anti
revolutionairen al even kalm wordt opge
nomen als indertijd de benoeming van
minister Kuyper tot kabinetsformeerder.
En dat wel omdat de gedachte, nu even
als toen, in de harten leeft, dat het van
zelf spreekt, dat het niet anders kon.
Nu zijn wij 't hiermee niet geheel eens.
Dat het niet anders kon, stond bij som
migen althans in de a.-r. partij niet vast.
Nu van achteren beschouwd geeft men
toe, dat 't wel niet anders zal gekund
hebben.
Immers wij zijn van meening, dat uit
het heengaan van een chr.-historisch man
uit 't kabinet de benoeming van een
chr.-historisch man tot diens opvolger had
behooren te volgen.
ken. Dikwijls ben ik in de verleiding den
strijd op te geven en den duivel baas
te laten. Soms schijnt het zulk een dunne
draad, die mij nog van het kwade weer
houdt en ik beef voor het «ogenblik, dat
die wordt doorgesneden. Wiaar, waar vind
'ik het oude geloof, het oude vertrouwen-
weer? Alles in mij is uit zijn voegen (ge
rukt".
„Je kijkt te veel naar de dingen dezer
aarde. Het hart tot God omhoog. Daar
vind je rust".
„Waar moet ik God zioeken? In de kerk?
O, als ik maar ergens iets 'goeds, iets
reins kon vinden; ik zou er met mijn h eel a
ziel aan vastklemmen. Als God leeft en
zich met ons, arme stervelingen, bemoeit,
dan moet er toch ergens op de wereld
iets gevonden worden van Zijn verheven
deugden. Ga nu eens naar de menschen.
Je kent den kolonel en zijn gewaande
vroomheid. Niéts dan uiterlijke vormen.
Dienk eens aan de aartbisschoppen en bis
schoppen van onze Anglikaansehe kerk.
Wiat bekommeren zij zich om hun „broe
ders", die van ellende en armoede om
komen. Zijn dat de geestelijke leidslieden
van het volk, die in fraaie rijtuigen voorbij
guizen, zloodat de modder hun arme paro
chianen bespat en bevuilt? Moet ik ,in
de kerk het goede zoeken? Waar zal ik
het vinden, Dian; waar?"
Hiji was opgesprongen en liep de kamer
En wij meenden toch, met 't oog op de
qualiteiten van vele vooraanstaanden in
de Chr.-Hist. Unie, al is 't ook dat er
ook wel enkelen onder zijn, die haar toe
gekomen zijn uit den liberalen hoek (iets
wat ook de a.-r. partij voor en na 1878
overkomen is), dat een dergelijke finan-
cieele specialiteit aan die zijde wel ware te
leveren geweest.
Echter is nu gebleken, dat wij ons hierin
vergist hebben, en daarom scharen wij
ons aan de zijde van lien, die overtuigd
zijn dat geen andere benoeming van mi
nister Colijn mogelijk was.
Wij mogen dan ook gerust aannemen,
dat de Chr. historische Kamerclub in
haar geheel wel zal hebben doen weten,
dat uit de Chr.-Historische Unie geen op
volger voor minister de Geer kon -worden
aangewezen, en men derhalve aan die
zijde met 't optreden van minister Colijn
volkomen genoegen nam.
Het deed ons genoegen aan zoovele
zijden ingenomenheid met de benoeming
van minister Colijn te bemerken.
Schrijver dezes was Zondag te Buik
sloot pnder den dienst des Woords in
de geref. kerk, waarbij de voorganger
ds B. van Schelven in het dankgebed
en het gebed voor Koningin en Overheden
inzonderheid den nieuwen minister aan
de bijzondere hoede van den Alwijzen
God en Vader van onzen Heere Jezus
Christus opdroeg. Wij hopen, dat dit in
vele Hervormde en Gereformeerde kerken
en ook in Imüiersche en Doopsgezinde
kerken, voorzoover daar een regeering
naar Gods Woord nog instemming vindt,
zal geschied zijn.
De gebeden van ons Christenvolk be
hooren het gansche kabinet te vergezellen,
maar inzonderheid het jongste lid van
dit "kabinet, op wiens schouders de
zwaarste taak rust en op wiens breeden
rug de zwaarste slagen van alle politieke
tegenstanders, en ook van medestanders,
die zich ergeren zullen aan zijn bezuini
gingsmaatregelen, zullen neerkomen.
De toestand in Duitschland.
Zooals wij' gisteren reeds meldden, is
tot. heden van ©en alg|emeene staking in
Berlijn en de andere groote steden nog
geen sprake.
op en neer in een opgewonden stemming.
„Dikwijls vraag ik mij af, waarom men
Ziou trachten goed te zijn", ,ging hij voort.
„Een stem fluistert: geef het op. Geniet
van .het leven zooveel je kunt. Maar ik
weet, dat het niet zoo kan .zijn, dat ler
een andere uitweg mogelijk moet zijn.
Dian, ik probeer vast te houden aan bet
oude geloof. Als dat mij ontzinkt, heb
ik alles verloren. Goeden nacht, beste
kerel".
Hij liet mij alleen en ging naar zijn
slaapkamer, terwijl ik bij het vuur bleef
zitten en nadacht over wat hij gezegd
had en over wat ik dien avond had ge
hoord en gezien.
Twee dagen daarna ontmoette Steven
dominé Cross, den predikant, dien wij.
bij mevrouw Price hadden gezien. Die,ze
was nog geheel onder den indruk van
wat er dien avond was besproken en
verzekerde, dat hiji er niet weer heenging.
Hij voelde zich niet opgewassen tegen
het gezelschap, dat daar bijeenkwam.
Daarom hield hij zich liever in het ver
volg afzijdig. Steven kon niet anders doen
dan hem van zijn standpunt gelijk geven.
Op den afgesproken Zondag kwam John
Polden ons opzoeken. Hij was even vrien
delijk en innemend als den vorigen keer
■en wenschte ons' blijkbaar voor zich te
winnen. En toch mocht ik hem nu even
min als toen wij hem voor het eerst ont-
Evenwel is het den communisten toch
gelukt om verschillende bedrijven, die
voor het levensonderhoud onontbeerlijk
zijn, stop' te zletten.
Het was Zondag vrij! rustig in Berlijin,
ofschoon er ptogingen zijn gedaan om om
nibussen, automobielen en treinen van
de stadsspöor om te gooien. Dieze pogin
gen konden echter worden verhinderd.
Het spoorwegverkeer der stadssp'oor is
gehandhaafd. Ingenieurs en technici na
men, voorzoover dat hooidig! was, de
plaats in van de ontbrekende arbeiders.
Ongelukkigerwijze schijnt, bet. den com
munisten gelukt te zijn om de rijksdruk
kerij weer in een moeilijke positie te
brengen. Ook heeft de Midden-Duit,sche
bedrijfsradcnconferentie tot de algemeene
staking besloten, met de bekende Ber-
lijnsche eischen. Het is de vraag of de
alg'emeene staking inderdaad algemeen
zal zijn, aangezien de socialistische arbei
ders gedeeltelijk weerstand bieden aan
den communistischen druk.
In Hannover schijnt het noigal rumoerig
te zijn toegegaan. Daar zSj'n 32 dooden
en een 40-t.al gewonden gevallen.
In de omgeving van Leipzig hebben
de communisten vee in beslag genomen.
In verschillende dorpen in de omgeving
der stad verschenen communistische ar
beiders, die de landbouwers en grondbe
zitters dwongen hun varkens en runderen
af te staan, die ter plaatse geslacht en
tegen 50.000 mark per pond verkocht,
werden. Duizenden fabrieksarbeiders heb
ben heden van Leipzig uit strooptochten
over het land ondernomen. Zij begon
nen op eigen houtje met het maaien van
den oogst, waartegenover de eigenaars
machteloos stonden. Arbeiders uit Borna,
een andere industrieplaats, trachtten de
stad Zeitz binnen te dringen om deze
te bezetten. Er ontstond een heftige strijd
met de 'Schupo, waarbij negen commu
nisten werden gedood.
Ook te HervestDorsten, waar de toe
stand reeds sedert het begin van de
vorige week zeer gespannen was, zdjto
ernstige onlusten uitgebroken. De arbei
ders drongen de fabrieken binnen en
dwongen twee directeuren met geweld,
hun hoogere loonen toie te zeggen. Op
de markt hadden zij twee galgen opge
richt.
Te Hamburg is de toestand eveneens
zeer gespannen. Die van de werven ont
slagen communistische arbeiders verhin
derden de arbeidwilligjen aan het werk
te- gaan.. Daarbij' kwam het tot bloedige
botsingen. Die ingrijpende politie werd
gedeeltelijk ontwapend en mishandeld. De
politievel sterfcingen moesten van de vuur
wapenen gebruik: maken, nadat het ge
peupel de wapenwinkels geplunderd had.
Er zijn verscheidene dooden en talrijke
gewonden. Het tramverkeer is op' ver
schillende lijnen stilgelegd. De meeste
winkels zijn gesloten. Dioor den senaat is
de staat van beleg, over Hamburg afge
kondigd.
Geen wonder, dat in deze dagen van
^onbeschrijfelijke verwarring en verarming
de Duitsehe regeering besloten heeft alle
herstelbetalingen aan alle ge allieerden
stop te zetten. Diuitschland heeft door de
voortzetting der herstel- en restitutie-leve
ringen aan de bij' den inval in bet Roer
gebied niet betrokken mogendheden het
bewijb geleverd, van zijn goeden wil om
tot zijn uiterste prestatie-vermogens te
gaan. De huidige toestand vereischt de
concentratie van alle krachten van
Duitschland om de bevolking een gering
bestaans-minimum te verzekeren en den
moetten. Hij keek ons nooit recht in het
gelaat en de voortdurende glimlach op
zijn gelaat irriteerde mij. Steven vertelde
hem van zijn ontmoeting met den predi
kant. Het gesprek kwam zoo op menschen
die meenden, dat de zaligheid slechts in
een bepaalde kerk te vinden was.
„Edgcumbe", zei hij, „het komt mij
wonderlijk voor, dat de menschen zoo eng
hartig kunnen zijn. Wiat mij betreft, ik
geloof, dat de ware vroomheid niet aan
één kerk is gebonden, maar dat een lid
van de Vrije Kerk evengoed kan zalig
wörden als een lid van de Anglikaansehe
Kerk. Het komt op het hart aan en niet
op het kerkgenootschap".
Steven keek Bolden aan en knikte toe
stemmend met het hoofd.
En toch, al had Polden een waarheid
(uitgedrukt, die ik ook kon beamen, zoo
had ik toch meer achting voor den pre
dikant met .zijn eenzijdige opvattingen,
als voor dit jongmensch. Dioiminé Cross
was oprecht in zijn overtuiging en ik
kon niet nalaten daaraan bij den heer
Bolden te twijfelen.
„Je weet", ging Polden voort, „ik ge
loof, dat er heel wat meer goeds in de
wereld is, dan wij' denken. Er is in
elk1 mensch, hoe slecht hij' ook lijkt, nog
wel een kiem van waarheid en wij zien
Vaak niet» dan de oppervlakte. Laten we
■'het beste hopen, Edgcumbe. En laten we
dreigenden honger af te wenden.
De rijksregleering is derhalve gedwon
gen tijdelijk de in het verdrag van Ver
sailles bepaalde leveringen in natura,
ook aan Engeland, Griekenland, Italië,
Joego-Slavië, Portugal en Roemenië stap
te zetten. Alleen de tot dusverre uitge
voerde en nog niet getaalde leveringen
in natura eischen ongeveer 300 billioen
p'apieren marken.
Te midden van dezen treurigen toe
stand heeft Duitschland ook weer eens
een kabinetswisseling meegemaakt. Cuno
is afgetreden en vervangen door Strese-
mann. Deze is nog wel niet geheel ge
reed gekomen met zijn taak, maar voor-
loop'ig ziet de nieuwe regeering er als
volgt uit:
RijkskanselierStresemann
Minister van binnenlandsche zaken:
Sarmann (soc.-dem.)
financiën: Helferding. (soc.-dem.);
economie: Raumer (Diuitsche volksp.);
wederopbouwSchmidt (soc.-dem.) te
vens vice kanselier
posterijenGiesberts (Centrum)
verkeer: Oeser (democraat);
ArbeidBrauns (Centrum)
RijksweerGessier (Centrum)
buitenlandsche zaken: is nog nief
bezet. Men heeft voor dezfen post aange
zocht. Von Berg'en, Duitsch gez'ant bij
het Vaticaan. Hij heeft nog niet geant
woord.
Bezet gebiedFuchs (Centrum), opper-
president van Rijnland.
Braun minister zonder portefeuille.
Di' Gustav Stresemann, leider van de
Duitsehe Volkspartij, werd 10 Mei 1878
te Berlijn geboren. Reeds als student
sloot hij zich. bij een soort politieke
beweging aan, n.l. die tot hervorming
van het studentenkorpswezen. Na zijn
doctorstitel te hebben gehaald, trad bij
in de directies van verschillende indu-
strieele ondernemingen en richtte hij in
1905 den bond van Saksische industriee-
len op, waarvan hij de leider Werd.
Geleidelijk wist hij1 den bond een lei
dende positie te verschaffen in verschil
lende industrieel© organisaties. In 1907
werd hij lid van den Rijksdag1 voor de
nationaal-liberale partij. Na in '12 zijn
zetel aan een soc.-dem. verloren te heb
ben, keerde hij' echter spbedig weer in de
volksvertegenwoordiging terug, waar hij
langzamerhand de aangewe'zlen man Werd
voor het leiderschap' der nationaal-libe-
ralen: in 1917 werd hij dan ook tot
voorzitter van het centraal comité be
noemd.
Vooral op' het gebied van econolmische
vraagstukken en quaesties van buiten-
landschen aard bewoog hij zich zoo
wel in den Rijksdag als daarbuiten. Tij
dens den oorlog was hij! een krachtig
voorstander van het bekende rechtsche
standpunt; als zoodanig 'bestreed hij' dan
ook bijzonder heftig de vredesresohitie.
De omwenteling van 1918 bracht Stre-
seman niettemin in de Nationale Verga
dering en daarna in den Rijksdag. Hij
is voorzitter van de D'. Volkspartij1 (vroe
ger nationaal-liberalen) tot op' het hui
dige oogenblik gebleven. Vaak ondervindt
hij daarbij echter in den boezem van
zijn eigen partij! scherp vefzlet (ztooals
men weet behoort Stresemann tot den
linkervleugel der rechtsgeoriënteerde Duit
sehe Volkspartij.)
Graanuitvoer uit 'het hongerland?
Zooals men weet, hebben de bolsjewis
tische bladen verklaard, dat de vooruit
zichten van den oogst, van dien aard wa
ren, dat het mogelijk zou zïju een aan-
het goede zoeken, mij-n vriend. Wiees ge
lukkig in de wereld, dat is mijn motto;
de wereld is in goede handen, nietwaar
Dr Roberts?"
E'it was een levensbeschouwing, die
niet zoo ver van de mijne af stond en
die - ik graag wilde, dat Steven kon aan
vaarden. Maar zij. verloor alle bekoring
voor mij' als Polden haar onder woorden
bracht. Ik) moest onwillekeurig denken,
dat het niets dan phrases voor hem waren
en ik! voelde intuïtief, dat hij' met een
zekere bedoeling zoo sprak. Maar wat
kion hij bereiken met zoo te spreken?
Immers niets.
Toen Bolden het huis verlaten had, open
de ik de ramen en loosde een diepe zucht
alsof ik mij wilde bevrijden van den druk
zijner tegenwoordigheid. Steven zei echter
dat «hij genoten had van zijn gezelschap
en voegde er bij!, dat zulk een zonnig
geloofsvertrouwen als Polden had benij
denswaardig was. Daarna verviel hij in
een somber gepeins. Ik voelde, dat mijn
vriend een innerlijken strijd voerde.
En nu is het mijn plicht te verhalen,
wat mij -onbeschrijfelijk pijn doet om on
der woorden te brengen en wat toch ver
teld moet worden, wil men de geschiede
nis van mijn vriend getrouw weergeven.
(Wordt vervolgd.)