met Tuin \o 265 Dinsdag 14 Augustus 1923 37e Jaargang SE, kweekerij, Ibouwers. Werkmeisje, IN DEN MAALSTROOM. Bnitenlaml. EAU. VI3AAGD. a op Zelfbinder, 5 [leverskerke. GEVRAAGD d-Huishoudster houtermah, irke (W.) l of met October houdster nstbode FEUILLETON. iigere voor den i k a p e li 1 e bij kkes- la Zoute» TTHIJSSE, Win. cerke. 3 week aan ieder lau Boodschappen erd) ioffie, >ederchocolaad, rafelrijsf, of een oek van 't Sas Markt, Middelburg. JRMOND, West- een groote partij be Biggen. JBsmarkt, Middelburg. 280 Roeden Brug- lant met 400 iet een onderbe- uisbessen, Roode, Aalbessen, Aard ien Di;uivenserre eidmet Huis, g, Varkenshok- id voor Eenden- herij. Gemetselde 'erziksdiuttingen, 100 Roeden open Zuidhelling voor bi es is in volle op een goed burger er gunstig gelegen kort bij tram, aats en is geheel sloot omgeven, als dje vormend letter K. W. aan dit blad te Goes. ND TE KOOP ente Koudekerke ïtingen bij de be- OOP: i twee Veulens ie;, bij JOH. DE rg- ste Kalfvaarzen, us- September. (Karnemelkhoek) OOP: IR, Arnemuiden. 'Drukkers-Exploitanten 00STERBAAN LE COINTRE GOES el en wit Raapzaad. OREU, Land- en Goes. der tegenwoor- ■stond i aar, bij een alleen- lede getuigschrif- richten aan den NK, Schoolstraat, 's-Gravenhage in met 3 kinderen, mde werken, van Wasch buiten Goede behande- g Bureau dezer t October ftfl ei d EO OLE, cheweg, Souburg- itember ej. goetheer, ssingen. nkomende JJIe"1 Wed. S. ABRA' rens. Bureaux: Lange Vorststraat 68—70, Goes Tel.: Redactie no. 11; Administratie no. 58 Postrekening No. 36000. Bijkantoor te Middelburg: Firma F. P. DHUIJ, L. Burg. Tel. no. '259 De Zeeuw VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG Abonnementsprijs: Per 3 maanden, franco per post, f 3. Losse nummersf 0.05 Prijs der Advertentiën: 14 regels f 1.20, elke regel meer 30 cL Bij abonnement belangrijke korting. JAN SALIE NAAR EEN HOFJE. Wie kent niet de wondermooie schets van Potgieter, waarin hij op den oude jaarsavond van 1841 het geliefde Holland in zijn tijd van verval uitbeeldde! Daar waren ze bijeen Jan en Jannetje, de stoere Hollanders met hun talrijk kroost. Jan had het zuur gehad onder de voog dijschap van den Koning van Spanje. Maar hoe krachtig had zich zijn karakter ontwikkeld. „Of ge potlood en papier ter hand liadt, ik schreef hoe hij uit vrijén ging' in liet schoone saizoen in een boeijer, maar met een paar stukjes geschut aan boord; in den barren winter op de schaatsen, maar met de geladen buks op' zij; een flinke borst die gaarne allerlei gevaar trot seerde, om een uurtje met zijn liefje te kouten. Een minder degelijk paar had, onder omstandignhden als de hunne, het huwelijk uitgesteld, tot heiden te oud wa ren geworden om zich naar elkaar te leeren schikken; maar welk een weerga's wakker gezin was het zijne, onder on- gehoorden wederspoed! Zoo ooit jonge lui verdienden te worden voortgeholpen, dan waren zij het - ik weet geen grooter lof voor beiden, dan dat Willem van Oranje er plezier in vond dit te doen!" En dan teekent Potgieter Jannetje, het kloeke wijf, met haar nadenkenden ernst, haar rustige zielskracht, omringd van haar dochters, die ze orde, spaarzaamheid, liefhebberij in liet kraak-zindclijke, huise lijkheid, deernis met armoede en vroom heid van kindsbeen af heeft ingescherpt. En dan komen de jongens, die Jan en Jannetje zooveel vreugde bereidden. Daar is Jan Maat, die toen onder de Spaansche tiranny de nood tehuis te hoog geklommen was, het beangste Jan netje goeden dag kuste met een: „ik ga van honk moederlief!" Janmaat die de stormen tart, de vijanden overwint, die uitvoer in een notendop1 om in een linie schip terug te keeren. Daar zijn Jan Contant en Jan Crediet, die Holland groot maakten door liun ne gotie en wier firma niet alleen „Europa, maar ook in de beide Indien en zélf tot in China zoo goed is als de Bankj Daar is Jan de Poëet, Jan Cordaat de fiere krijgsman en niet te vergeten Com pagnie, die in Indië den naam van Holland hoog hield. Een kloek geslacht was het, de nakome- lingschap van Jan en Jannetje. Een geslacht om trotsch op te wezen. Maar helaas, ieder huis heeft fijn kruis! En hoever Jan en Jannetje het in de wereld ook hebben gebracht, het hunne bleet er niet van verschoond. Ginds in een hoek zit een lange slun gel, die slemp schenkt en slemp lept, met zijn doffe oogen en zijn meelgezicht, de jongste zoon van dit eerzame echt paar, de patroon aller slaapmutsen, aller soepjurken, aller sloffen te onzent: daar zit Jan Salie. Alles hpeft de sukkel, de durfniet, de machtelooze voor Jan en de zijnen bedor ven en hartgrondig moet het er op Hen oudejaarsavond uit: Ik schaam me dat ik zijn vader ben! Morgen moet Jan Salie naar een hofje!" Dat was op den oudejaarsavond van 1841. Maar het vonnis is niet uitgevoerd of Jan Salie is in het hofje niet gebleven, in elk geval, nog altijd loopt hij onder ons rond. En het is meer dan tijd dat opnieuw een 37). „Misleid mij niet, Dan. Je weet, dat daar ginds in Edgcumbe Hall, oom Lukas mijn hart nooit kon overtuigen, al moest mijn verstand voor hem zwijgen. Mijn hart bleef vasthouden aan mijn idealen. In den laatsten tijd echter, nu alles verkeerd is gegaan, denk ik aan wat zij' geleerd heb ben over eer en deugd, over trouw en reinheid^ der vrouwen. En ofschoon ik oog altijd vasthoud aan wat ik hoop, ben ik niet meer zoo .zeker als vroag'er". „Er gijn jjdele, .zwakke, dwaze vrou- ,wen, zonder twijfel," zlei ik, „sommigen Zijn zelfs nog erger dan ijdel en zwak en dwaas; vele vrouwen zijn slecht en on waardig; maar er zijn veel meer goeden dan slechten, Steven, meer reinen dan verdorvenen". werkelijk, Dan, werke- llJKi „Ik geloof het vast, Steven". „ik wil er ook aan vasthouden en het w-1 mu helpen. Je weet, Dun, hoe ook mijn geloof aan het wankelen is gebracht 1S gemakkelijk te gelooven in Gods goedheid en wijisheid als de grond onder iemands voeten schijnt weg te ain- ontbanningsbesluit wordt genomen en dat Jan Salie nu voorgoed naar een hofje wordt verwezen. Immers hij is de man die alles wat hij aanraadt bederft. Overal sluipt hij rond. Altijd ziet hij bezwaren. We vinden hem in de vakbeweging, of liever naast de vakbeweging. Nog nooit is de organisatie-geest over hem vaardig geworden, altijd weet hij zich .te onttrek ken, behalve dan wanneer er vruchten ge pinkt kunnen worden. Ook in de sociale en staatkundige actie loopen de Jan Salie's in den weg. 'Die zaken flink aanpakken, de organi satie sterken, propaganda maken, toonen dat we er zijn, dat we een eigen beginsel hebben, dat op elk terrein tot uiting moet komen, Jan Salie voelt er niet voor. Het geeft toch ijpmers niets! We zullen maar schrammen en blauwe plekken op- loopen, waartoe al die drukte! Onze pers er bovenop brengen, vech ten voor onze pers dat de vonken er af stuiven, en tot. we overal met eere kun nen worden genoemd, Jan Salie denkt er niet a,an. Hij ziet er toch niet in en van de noodzakelijkheid is hij nog vol strekt niet overtuigd. En zoo gaat het op elk gebied. Overal loopt Jan Salie zijn kornuiten in den weg; altijd heeft hij een domper bij de hand om het vuur dat er nog oplaait te dooven. Jan Salie met zijn doffe oogen, zijn slappe handen en zijn knikkende knieën, we vinden hem helaas, ook in onze kringen. En er is maar één oplossing, de Jan- tnaats of de Jan Cordaats, de zonen en dochteren van Jan en Jannetje ze moeten een kloek besluit nemen, en dien ver- derfelijken Jan Saliegeest uitbannen. Naar het hofje, met den ontaarden zoon En dan als de lucht gezujverd is, aan gepakt. Getoond dat ook de echte nazaten van het oude voorgeslacht nog niet zijn uitge storven, maar dat liet vuur van onze be ginselen nog brandt in de harten, dat het nog gloed in het oog weet te brengen, eh kracht in de spieren, dat het nog kan prikkelen tot daden. Niet tot vermeerdering van eigen roem en glorie. Maar tot roem en prijs van den Naam onzes Gods. Minister Colijn en de Antirevolutionairen Wij hoorden dezer dagen een vooraan staand man in de a.-r. partij, die veel met ons a.-r. volk in aanraking komt, beweren, dat de benoeming van- den oud- minister van oorlog, hierboven genoemd, tot minister van financiën, door' de anti revolutionairen al even kalm wordt opge nomen als indertijd de benoeming van minister Kuyper tot kabinetsformeerder. En dat wel omdat de gedachte, nu even als toen, in de harten leeft, dat het van zelf spreekt, dat het niet anders kon. Nu zijn wij 't hiermee niet geheel eens. Dat het niet anders kon, stond bij som migen althans in de a.-r. partij niet vast. Nu van achteren beschouwd geeft men toe, dat 't wel niet anders zal gekund hebben. Immers wij zijn van meening, dat uit het heengaan van een chr.-historisch man uit 't kabinet de benoeming van een chr.-historisch man tot diens opvolger had behooren te volgen. ken. Dikwijls ben ik in de verleiding den strijd op te geven en den duivel baas te laten. Soms schijnt het zulk een dunne draad, die mij nog van het kwade weer houdt en ik beef voor het «ogenblik, dat die wordt doorgesneden. Wiaar, waar vind 'ik het oude geloof, het oude vertrouwen- weer? Alles in mij is uit zijn voegen (ge rukt". „Je kijkt te veel naar de dingen dezer aarde. Het hart tot God omhoog. Daar vind je rust". „Waar moet ik God zioeken? In de kerk? O, als ik maar ergens iets 'goeds, iets reins kon vinden; ik zou er met mijn h eel a ziel aan vastklemmen. Als God leeft en zich met ons, arme stervelingen, bemoeit, dan moet er toch ergens op de wereld iets gevonden worden van Zijn verheven deugden. Ga nu eens naar de menschen. Je kent den kolonel en zijn gewaande vroomheid. Niéts dan uiterlijke vormen. Dienk eens aan de aartbisschoppen en bis schoppen van onze Anglikaansehe kerk. Wiat bekommeren zij zich om hun „broe ders", die van ellende en armoede om komen. Zijn dat de geestelijke leidslieden van het volk, die in fraaie rijtuigen voorbij guizen, zloodat de modder hun arme paro chianen bespat en bevuilt? Moet ik ,in de kerk het goede zoeken? Waar zal ik het vinden, Dian; waar?" Hiji was opgesprongen en liep de kamer En wij meenden toch, met 't oog op de qualiteiten van vele vooraanstaanden in de Chr.-Hist. Unie, al is 't ook dat er ook wel enkelen onder zijn, die haar toe gekomen zijn uit den liberalen hoek (iets wat ook de a.-r. partij voor en na 1878 overkomen is), dat een dergelijke finan- cieele specialiteit aan die zijde wel ware te leveren geweest. Echter is nu gebleken, dat wij ons hierin vergist hebben, en daarom scharen wij ons aan de zijde van lien, die overtuigd zijn dat geen andere benoeming van mi nister Colijn mogelijk was. Wij mogen dan ook gerust aannemen, dat de Chr. historische Kamerclub in haar geheel wel zal hebben doen weten, dat uit de Chr.-Historische Unie geen op volger voor minister de Geer kon -worden aangewezen, en men derhalve aan die zijde met 't optreden van minister Colijn volkomen genoegen nam. Het deed ons genoegen aan zoovele zijden ingenomenheid met de benoeming van minister Colijn te bemerken. Schrijver dezes was Zondag te Buik sloot pnder den dienst des Woords in de geref. kerk, waarbij de voorganger ds B. van Schelven in het dankgebed en het gebed voor Koningin en Overheden inzonderheid den nieuwen minister aan de bijzondere hoede van den Alwijzen God en Vader van onzen Heere Jezus Christus opdroeg. Wij hopen, dat dit in vele Hervormde en Gereformeerde kerken en ook in Imüiersche en Doopsgezinde kerken, voorzoover daar een regeering naar Gods Woord nog instemming vindt, zal geschied zijn. De gebeden van ons Christenvolk be hooren het gansche kabinet te vergezellen, maar inzonderheid het jongste lid van dit "kabinet, op wiens schouders de zwaarste taak rust en op wiens breeden rug de zwaarste slagen van alle politieke tegenstanders, en ook van medestanders, die zich ergeren zullen aan zijn bezuini gingsmaatregelen, zullen neerkomen. De toestand in Duitschland. Zooals wij' gisteren reeds meldden, is tot. heden van ©en alg|emeene staking in Berlijn en de andere groote steden nog geen sprake. op en neer in een opgewonden stemming. „Dikwijls vraag ik mij af, waarom men Ziou trachten goed te zijn", ,ging hij voort. „Een stem fluistert: geef het op. Geniet van .het leven zooveel je kunt. Maar ik weet, dat het niet zoo kan .zijn, dat ler een andere uitweg mogelijk moet zijn. Dian, ik probeer vast te houden aan bet oude geloof. Als dat mij ontzinkt, heb ik alles verloren. Goeden nacht, beste kerel". Hij liet mij alleen en ging naar zijn slaapkamer, terwijl ik bij het vuur bleef zitten en nadacht over wat hij gezegd had en over wat ik dien avond had ge hoord en gezien. Twee dagen daarna ontmoette Steven dominé Cross, den predikant, dien wij. bij mevrouw Price hadden gezien. Die,ze was nog geheel onder den indruk van wat er dien avond was besproken en verzekerde, dat hiji er niet weer heenging. Hij voelde zich niet opgewassen tegen het gezelschap, dat daar bijeenkwam. Daarom hield hij zich liever in het ver volg afzijdig. Steven kon niet anders doen dan hem van zijn standpunt gelijk geven. Op den afgesproken Zondag kwam John Polden ons opzoeken. Hij was even vrien delijk en innemend als den vorigen keer ■en wenschte ons' blijkbaar voor zich te winnen. En toch mocht ik hem nu even min als toen wij hem voor het eerst ont- Evenwel is het den communisten toch gelukt om verschillende bedrijven, die voor het levensonderhoud onontbeerlijk zijn, stop' te zletten. Het was Zondag vrij! rustig in Berlijin, ofschoon er ptogingen zijn gedaan om om nibussen, automobielen en treinen van de stadsspöor om te gooien. Dieze pogin gen konden echter worden verhinderd. Het spoorwegverkeer der stadssp'oor is gehandhaafd. Ingenieurs en technici na men, voorzoover dat hooidig! was, de plaats in van de ontbrekende arbeiders. Ongelukkigerwijze schijnt, bet. den com munisten gelukt te zijn om de rijksdruk kerij weer in een moeilijke positie te brengen. Ook heeft de Midden-Duit,sche bedrijfsradcnconferentie tot de algemeene staking besloten, met de bekende Ber- lijnsche eischen. Het is de vraag of de alg'emeene staking inderdaad algemeen zal zijn, aangezien de socialistische arbei ders gedeeltelijk weerstand bieden aan den communistischen druk. In Hannover schijnt het noigal rumoerig te zijn toegegaan. Daar zSj'n 32 dooden en een 40-t.al gewonden gevallen. In de omgeving van Leipzig hebben de communisten vee in beslag genomen. In verschillende dorpen in de omgeving der stad verschenen communistische ar beiders, die de landbouwers en grondbe zitters dwongen hun varkens en runderen af te staan, die ter plaatse geslacht en tegen 50.000 mark per pond verkocht, werden. Duizenden fabrieksarbeiders heb ben heden van Leipzig uit strooptochten over het land ondernomen. Zij begon nen op eigen houtje met het maaien van den oogst, waartegenover de eigenaars machteloos stonden. Arbeiders uit Borna, een andere industrieplaats, trachtten de stad Zeitz binnen te dringen om deze te bezetten. Er ontstond een heftige strijd met de 'Schupo, waarbij negen commu nisten werden gedood. Ook te HervestDorsten, waar de toe stand reeds sedert het begin van de vorige week zeer gespannen was, zdjto ernstige onlusten uitgebroken. De arbei ders drongen de fabrieken binnen en dwongen twee directeuren met geweld, hun hoogere loonen toie te zeggen. Op de markt hadden zij twee galgen opge richt. Te Hamburg is de toestand eveneens zeer gespannen. Die van de werven ont slagen communistische arbeiders verhin derden de arbeidwilligjen aan het werk te- gaan.. Daarbij' kwam het tot bloedige botsingen. Die ingrijpende politie werd gedeeltelijk ontwapend en mishandeld. De politievel sterfcingen moesten van de vuur wapenen gebruik: maken, nadat het ge peupel de wapenwinkels geplunderd had. Er zijn verscheidene dooden en talrijke gewonden. Het tramverkeer is op' ver schillende lijnen stilgelegd. De meeste winkels zijn gesloten. Dioor den senaat is de staat van beleg, over Hamburg afge kondigd. Geen wonder, dat in deze dagen van ^onbeschrijfelijke verwarring en verarming de Duitsehe regeering besloten heeft alle herstelbetalingen aan alle ge allieerden stop te zetten. Diuitschland heeft door de voortzetting der herstel- en restitutie-leve ringen aan de bij' den inval in bet Roer gebied niet betrokken mogendheden het bewijb geleverd, van zijn goeden wil om tot zijn uiterste prestatie-vermogens te gaan. De huidige toestand vereischt de concentratie van alle krachten van Duitschland om de bevolking een gering bestaans-minimum te verzekeren en den moetten. Hij keek ons nooit recht in het gelaat en de voortdurende glimlach op zijn gelaat irriteerde mij. Steven vertelde hem van zijn ontmoeting met den predi kant. Het gesprek kwam zoo op menschen die meenden, dat de zaligheid slechts in een bepaalde kerk te vinden was. „Edgcumbe", zei hij, „het komt mij wonderlijk voor, dat de menschen zoo eng hartig kunnen zijn. Wiat mij betreft, ik geloof, dat de ware vroomheid niet aan één kerk is gebonden, maar dat een lid van de Vrije Kerk evengoed kan zalig wörden als een lid van de Anglikaansehe Kerk. Het komt op het hart aan en niet op het kerkgenootschap". Steven keek Bolden aan en knikte toe stemmend met het hoofd. En toch, al had Polden een waarheid (uitgedrukt, die ik ook kon beamen, zoo had ik toch meer achting voor den pre dikant met .zijn eenzijdige opvattingen, als voor dit jongmensch. Dioiminé Cross was oprecht in zijn overtuiging en ik kon niet nalaten daaraan bij den heer Bolden te twijfelen. „Je weet", ging Polden voort, „ik ge loof, dat er heel wat meer goeds in de wereld is, dan wij' denken. Er is in elk1 mensch, hoe slecht hij' ook lijkt, nog wel een kiem van waarheid en wij zien Vaak niet» dan de oppervlakte. Laten we ■'het beste hopen, Edgcumbe. En laten we dreigenden honger af te wenden. De rijksregleering is derhalve gedwon gen tijdelijk de in het verdrag van Ver sailles bepaalde leveringen in natura, ook aan Engeland, Griekenland, Italië, Joego-Slavië, Portugal en Roemenië stap te zetten. Alleen de tot dusverre uitge voerde en nog niet getaalde leveringen in natura eischen ongeveer 300 billioen p'apieren marken. Te midden van dezen treurigen toe stand heeft Duitschland ook weer eens een kabinetswisseling meegemaakt. Cuno is afgetreden en vervangen door Strese- mann. Deze is nog wel niet geheel ge reed gekomen met zijn taak, maar voor- loop'ig ziet de nieuwe regeering er als volgt uit: RijkskanselierStresemann Minister van binnenlandsche zaken: Sarmann (soc.-dem.) financiën: Helferding. (soc.-dem.); economie: Raumer (Diuitsche volksp.); wederopbouwSchmidt (soc.-dem.) te vens vice kanselier posterijenGiesberts (Centrum) verkeer: Oeser (democraat); ArbeidBrauns (Centrum) RijksweerGessier (Centrum) buitenlandsche zaken: is nog nief bezet. Men heeft voor dezfen post aange zocht. Von Berg'en, Duitsch gez'ant bij het Vaticaan. Hij heeft nog niet geant woord. Bezet gebiedFuchs (Centrum), opper- president van Rijnland. Braun minister zonder portefeuille. Di' Gustav Stresemann, leider van de Duitsehe Volkspartij, werd 10 Mei 1878 te Berlijn geboren. Reeds als student sloot hij zich. bij een soort politieke beweging aan, n.l. die tot hervorming van het studentenkorpswezen. Na zijn doctorstitel te hebben gehaald, trad bij in de directies van verschillende indu- strieele ondernemingen en richtte hij in 1905 den bond van Saksische industriee- len op, waarvan hij de leider Werd. Geleidelijk wist hij1 den bond een lei dende positie te verschaffen in verschil lende industrieel© organisaties. In 1907 werd hij lid van den Rijksdag1 voor de nationaal-liberale partij. Na in '12 zijn zetel aan een soc.-dem. verloren te heb ben, keerde hij' echter spbedig weer in de volksvertegenwoordiging terug, waar hij langzamerhand de aangewe'zlen man Werd voor het leiderschap' der nationaal-libe- ralen: in 1917 werd hij dan ook tot voorzitter van het centraal comité be noemd. Vooral op' het gebied van econolmische vraagstukken en quaesties van buiten- landschen aard bewoog hij zich zoo wel in den Rijksdag als daarbuiten. Tij dens den oorlog was hij! een krachtig voorstander van het bekende rechtsche standpunt; als zoodanig 'bestreed hij' dan ook bijzonder heftig de vredesresohitie. De omwenteling van 1918 bracht Stre- seman niettemin in de Nationale Verga dering en daarna in den Rijksdag. Hij is voorzitter van de D'. Volkspartij1 (vroe ger nationaal-liberalen) tot op' het hui dige oogenblik gebleven. Vaak ondervindt hij daarbij echter in den boezem van zijn eigen partij! scherp vefzlet (ztooals men weet behoort Stresemann tot den linkervleugel der rechtsgeoriënteerde Duit sehe Volkspartij.) Graanuitvoer uit 'het hongerland? Zooals men weet, hebben de bolsjewis tische bladen verklaard, dat de vooruit zichten van den oogst, van dien aard wa ren, dat het mogelijk zou zïju een aan- het goede zoeken, mij-n vriend. Wiees ge lukkig in de wereld, dat is mijn motto; de wereld is in goede handen, nietwaar Dr Roberts?" E'it was een levensbeschouwing, die niet zoo ver van de mijne af stond en die - ik graag wilde, dat Steven kon aan vaarden. Maar zij. verloor alle bekoring voor mij' als Polden haar onder woorden bracht. Ik) moest onwillekeurig denken, dat het niets dan phrases voor hem waren en ik! voelde intuïtief, dat hij' met een zekere bedoeling zoo sprak. Maar wat kion hij bereiken met zoo te spreken? Immers niets. Toen Bolden het huis verlaten had, open de ik de ramen en loosde een diepe zucht alsof ik mij wilde bevrijden van den druk zijner tegenwoordigheid. Steven zei echter dat «hij genoten had van zijn gezelschap en voegde er bij!, dat zulk een zonnig geloofsvertrouwen als Polden had benij denswaardig was. Daarna verviel hij in een somber gepeins. Ik voelde, dat mijn vriend een innerlijken strijd voerde. En nu is het mijn plicht te verhalen, wat mij -onbeschrijfelijk pijn doet om on der woorden te brengen en wat toch ver teld moet worden, wil men de geschiede nis van mijn vriend getrouw weergeven. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1923 | | pagina 1