37e Jaargang ^DE ndesiroop fsu.lleton. IN DEN MAALSTROOM. BATOp JWIELEN Buitenland. COINTRE. •p» Middelburg. -Scheld®, in er stuk; -9,5, ra as 35, de 15 26—40, ugustus. £6.10— ken f 42 ide krie- 30, zure •pruimen Belg. £45, anen f 27 citroen- Le f 17 •f 46, sui- en f 21, de Tre- Dirkjes- e bessen vitte bes- ilveruien 33—£37, .00 K.G. ks. CHT. xshtend or het Bilt. te Ben- Her. ui 8 Aug. Zuidelijke weinig of VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG Abonnementsprijs: Per 3 maanden, franco per post, f 3. Losse nummers f 0.05 1WERKT ige. tten ik omslag f 0.45; en WIJNEN 12, nam. 2. 1.85 nam. 3.35 2.5.37 5.35 6.07 2.30 4.15U 2.30 5.37 ïorsselen aan minuten na Ij het steiger- Vlake. m-Roosendaai i Zon- ea feestd n.6.nm. 4\25 7.30 6.— 9.16 5.38 9.35 5.55 die te Hoede- niet later dan ;n Hansweert, —Roosendaal de Zeeuwsch- iondagea 11.20 nm- 4.31 11.50 nm. 515 nm. 12.52 5.38 nm. 1.10 5.55 HET GEDENKBOEK. Na v ij f en twintig jaren. Gedenkboek ter gelegenheid van het Ziiveren Regeeringjsjubileum van H. M. Koningin Wilhelmïna der Neder landen. Zwolle, La Rivière en V oorhoeve. Het indertijd door ons aangekondigde „Gedenkboek" is er. Wat 'n zorg zullen de uitgevers hebben gehad, zelfs reeds aan de voorbereiding, laat staan aan de uitvoering van hun mooie plan, aan welks slagen overigens de beste krachten on der onze staatslieden, schrijvers en tee kenaars hebben meegewerkt. De band trekt aan door stemmigheid en door spte- kende, symbolieke teekening op den titel: de in sobere kleurenkeus daarop aange brachte wapens der 11 provinciën onder de schnts van den. Oranjeboom, door de W beschermd, en dit geheel overschaduwd door de koninklijke kroon, symboliseeren de gezegende regeering onzer Koningin over geheel ons vaderland, geen enkel gewest uitgezonderd; de Nederlanden één met Oranje, in de historie en ook in het lieden, nu een Oranje de konings kroon draagt; en deze eenheid voorwaar de voor ons volksbestaan; zóó spreekt deze zachtkleurige teekeningi. En nu het boek zelfHet is co best glacé-papier keurig en duidelijk gjadrukt en van een gefacsimileerde handfceekening der schrij vers (en schrijfsters) voorzien, hunne arti kelen behandelen voor het meerendeel vraagstukken en belangen die steeds de bijzondere aandacht onzer Koningin had den; of gunnen een kijk op1 hetgeen onder hare regeering tot stand, aanzien of bloei kwam, op cie „geestelijke stroo mingen", waarvan Professor Hepp schrijft; terwijl door meer dan een hun ner gereleveerd wordt de vermeerderde belangstelling des volks naast en boven de stoffelijke ook voor de geestelijke be hoeften. Daartoe leze men o.a. „Onze Weermacht", door Ziedses des Plantes; „Christelijke Philanthropic" door dr No-1 rel; „Evangelisatie" door J. N. Voor hoeve; „De Uitwendige Zending", door dr J. W. Gunning. En wil men nu het politieke gedeelte van Hare Majesteits regeering leeren waardeeren (hoevele dui zenden Christenen halen nog in onze ernstige daigen den schouder op' over „die vuile" politiek!) dan leze men de zaak- en zakenrijke artikelen van; Jhr. Bee- laerts,: „Onze Betrekkingen met het Bui tenland", Idenburg „Ontwakend Indië" en Colijn „Op1 weg naar de eenheid"; en na de lezing zal men uitroepen; wat zijn wij dichter aan het ideaal genaderd, inzonderheid wat onze Oost betreft, de vorming van een zelfstandigen Indischen Staat! Wil men'de vorderingen beseffen die hot Onderwijs gemaakt heeft, dan leze men wat onze anderw'ijs-sp'ecialiteiten schreven over het L.O. (Emous); het M.O. (v. d. Laan), het H.O. (Prof. v. Veldhuizen), het N.O. (de Groot). Doch er is meer. Niets wordt in het Gedenk boek overgeslagen. Prof. Slotemaker de Bruine gewaagt in zijn mooiie oplstel, waarin hij den gang: van het „Sociale Leven der laatste kwarteeuw', teekent, tyre.,,: van „geweldigen" vooruitgang. Lang niet gemakkelijk en heelemaal niet ciankbaa-r was de taak van dr Neder- ,raSC die over den „Economischen Toe stand te schrijven had. Vele cijfers in zijn ai tikel genoemd klinken somber, doch zijn slotwoord noopt tot moed houden; het is een herinnering aan en aansluiting 32). „Ik ben juist hier om het leven te be studeren, gedeeltelijk voor dat doel". Wij. keken hem allen aan, verwachtende dat hij meer zou zeggen, maar hij keek i oortuiirend in 'tvuur en rookte zwijgend door. „Ah",, zei Liikas Edgcumbe goedkeu rend, „je dwaasheid heeft dan toch nog een doel. Een werkelijk geeselend boek maakt opgang en brengt den schrijver roem en geluk. Ben je van plan hier te blijven en zoo voort te gaan?" „Ik denk 't wel voor eenigen tijd Waarom vraagt u dat?" omdat ik 'hoop, dat je het niet Qocri zult. Ik ben vanavond gekomen om ii- i°Ver ha*ei? leven op te .geven. k kan je een flinke toelage geven en het leven zoo gemakkelijk voor je maken, s je. het maar hebben wilt. Vergeet <11 wat €r gebeurd is en tracht je be zwaren te overwinnen". i „Heeft u iets gehoord vanvan haar?" vroeg Steven aarzelend. „Ja, ik was onlangs te Edgcumbe Hall, y het behoort nog aan mij, hoewei ik -het een tijdlang gesloten zal honden «n ik hoorde, dat zij heel gelukkig was bij het. Zeeuwsche devies. Niet minder op sociaal terrein liggen de opstellen van mr Gerbrandy „Middenstandsbeweging:" nir Frida Katz „Vrouwenbeweging"dr Lovinlc „Landbouw en Visscherij" en tot in zeikeren zin ook dr Schouten „We tenschap' en Kunst". Met hen erkennen wij' gaarne de gemaakte vorderingen. Maar in geen geval mocht gezwegen van de machten, die oiofc in dit regeerings- tijdperk op ondermijning van het gezag uit waren en de Koningin niet eeren. Daarom prijzen wij. 'tin v. d. Voort van Zijps objectieve mededeelingen omtrent de „Binnenlandsche Politiek' dat zij ook deze stroomingen in 't Gedenkboek „ge denken". Deze schaduw mocht bij: 'tve.le licht niet ontbreken. Met genoegen lazen wij- ook 'writ Jhr. van Panhuijis schrijft over de West: „De Nederlandsche Ge- biedsdeelen in Amerika en West-lndië", in welk verband hij' den arbeid o.a. van onzen Van Asch v. W-ijfek (oud-gouver neur van de West en minister van ko loniën) herdenkt, en aantoont dat „Su riname en Curasao, in de 25 jaren van H. M.'s regeering in bloei en beteekenis zijn toegenomen". Zou des schrijvers ad- vieis inzake de toekomst dezer koloniën op' goede gronden steunen? Ook nog een paar vreemdelingen zijn aan 't woord in dit Gedenkboek. Hun stem mocht dan ooik inderdaad in dit boek niet ontbreken het zij'n een Nassauer en een Zuid- Afri'kaner. Eerstgenoemde dr Voorhoeve uit Dillenburg, die in zijn „Dillenburg en Oranje" dooir woord en beeld nog eens herinnert aan 't geen daar in Dillen burg door Oranje voor 't Nederlandsche volk is geworsteld en bestaan. Laatstge noemde H. C. M. Eaurie, uit Erasmus (Transvaal) die in ,,'n Stem uit Suid- Ari'ka" de liefde der „Boeren" voior onze Vorstin vertolkt, en door enkele photo's o.a. van 't monument voor Kruger, om we.derzijdsc.he genegtenheid vraagt: „So- word die kerntak verinnig met diegene, wat ons nasianaal en geestelik ver want is". Wij wezen reeds vroeger op' de uit stekend geslaagde proeve van toonzet ting in de artikelen van minister de Visser: „Dankbaarheid" en prof. Vis- scher: „Het Koningschap bij de Gra tie Gods". Thans mogen wij' er aan toe voegen dat. aan de belangrijke opstellen- reeks, waarvan deze beide artikelen het begin uitmaken, een passend slotstuk is gegeven in het artikel „Gedenck-Clan- c'ken", van ïïiej. H. S. S. Kuypier. Diat artikel is de kroon op al de andere. Neen, wij' w'enschen niets af te doen van den lof die toekomt aan allen die dit Gedenkboek door geschrift en photo en teekening tot één voor alle tijden en stonden levende „gedenkklank" hebben gemaakt, doch in deze „Gedenck-Clan- cken" treedt de geliefde en gevierde schrijfster (o, had haar vader dit mo gen beleven!) geheel op den achtergrond vooir de schildering onzer Landsvrouwe in de schoonste momenten van haar Gode gewijd leven, waarin, zij' voor haar Volk en voor den Buitenlander getuigenis aflegt van haar „op'recht geloof", en van haar liefde tot haar volk. Wij willen er' niet over uitwijden. Men leze ze zlelf, die krachtige uitspraken van zoo groote be teekenis die in het „Christus voor Alles" hun sluitsteen vinden; en men blijve Henriëtte Kuyper dankbaar dat zij' die gevleugelde woonden, meer nog dat zij onze Koningin weer eens in het volle licht heeft geplaatst. Zij en die Hussey gingen met elkaar om als een paar verloofden". „Neen, neen!" „Het is werkelijk waar. Ik zag het zelf, zij hield zijn arm vast en geen Harry en Mary, die samen een dagje uit zijn, kon den gelukkiger met elkaar zijn dan die twee. Vroolijk lachend gingen zij daar heen, alsof zij van "het leven genoten". Steven plukte aan zijn snor en ik zag lijn hand beven; toen zag ik, dat hij haar nog lief had en dat de woorden Van zijn oom hem als dolksteken in 'thart trof fen". „Wat ben .je van plan te doen?" ver volgde zijn oom. „Niets". „Dan ben je een groote gek". „Dat kan wel zijn". „Je gelooft- dus nog steeds in haar?" Steven bleef zwijgen. „Steven, mijn jongen", zei Ilford, „denk niet meer aan haar. Het komt mij voor, dat je op .een prachtige manier van haar af gekomen bent. Er is niet meer dan één vrouw op de duizend) die deugdzaam en trouw L, en die eene is zij niet. Heeft niet de wijze Prediker van den ouden dag zelve gezegd, dat hij onder duizend Vrouwen geen enkele vrouw, die oprecht dezen naam verdiende, gevonden had. Ik zeg maar: laat haar voortgaan op "den weg, dien zij is ingeslagen; en als jij je oogen openhoudt, zul je spoedig ge- Het Gedenkboek bevat ook eeti keu rige rij van de fijnste portretten, die de Koningin, haar Dochter, haar Man, haar Moeder, haar Vader, haar Stamvader ver eeuwigen; en voorts tal van photo's, die de schoonste bladzijden uit de ge schiedenis van Oranje en Nederland, Nederland en Oranje te binnen brengen. Met belangstelling en bewondering maak ten wij' met een en ander kennis. Helaas, iets of liever iemand woirdt er in deze bladen gemist: de dichter. Doch dit is de schuld van het „Ge denkboek" niet. Nederland heeft geen dichters meer. Het is leeg op' zij'n Zangi berg. In belangrijke stonden grepen tot voor kort geleden da Costa en Koenen, ten Kate en Beets naar hunne lier en vertolkten het lief of het leed van Vorst, of Volk in vreugde- of klaagzang. Doch zij zijn heengegaan. En wij blijven hopen op een betere toekomst. Want, moge al van den redenaar gelden dat hij gemaakt wordt, de dichter wordt niet ge maakt, hij wordt geboren. Ten besluite. Dit „Gedenkboek" is een 'sieraad voor de boekentafel, een kostelijk geschenk van onze beste mannen en vrouwen aan Tiet Nederlandsche volk, een blijvend gedenkteeken der liefde Gods over omseen ernstige Waarschuwer aan allen om het drievoudig' snoer „God, Nederland en Oranje!" in eere te hou den, en te waken dat het door hunne schuld nimmer worde verbroken! l President Harding. Omtrent de begrafenis van president Harding zijn nog geen definitieve beslui ten getroffen, want men weet nog niet wat mevrouw Harding daarover zal be palen. Men neemt aan, dat de president zal worden begraven naast zijn moeder en zijn zuster, op de gewone begraaf plaats te Marion. Het is echter eveneens mogelijk, dat er te Marion een mausoleum voor Harding wordt gebouwd, en dat het lijk voorloopig zal worden bijgezet in een grafkelder. Men verwacht, dat er voor de begrafenisplechtigheid te Marion meer dan 100.000 bezoekers van buiten zullen ko men. Gisteren kwam de trein met het stoffelijk overschot van den president te Washington aan; vandaag zal de kist op een praalbaar worden tentoongesteld onder den Kapitool-koepel. Het Amerikaansche volk en de Amerikaansche regeering zijn zoozeer vervuld met de begrafenisplechtig heid, dat. in alle regeeringskantoren het werk zoo goed als geheel stil staat, Het schijnt nu toch weer mogelijk en Aelfs waarschijnlijk, dat Wilson aan de rouw- pleclitigheid te Washington morgen zal deelnemen. Achter het lijk zullen de drie presidenten gaan; te weten Coolidge (onmiddellijk achter de familie) en Taft en Wilson. Andere oud-presidenten zijn er niet meer in leven. Coolidge Jr President Calvin Coolidge geniet in de Vereen. 'Staten de reputatie, dat hij een noeg bewijzen tegen haar vinden, om je „vrijheid" op te eischen bij iedere recht bank". Er was iets spottends in den toon van zijn stern, evenals in zijn woorden, maar ik geloof niet, dat hij op zulk een wijze tegen Steven zou gesproken hebben, als hij geweten had, welk effect het op hem zou hebben. „Bedoelt u", schreeuwde mijn vriend, „dat u Isabella in staat acht tot dat tot dat?" „In staat tot! Wel alle vrouwen zijn 'daartoe in staat". r „Ilford", zei Steven op ingehouden toon, „spreek nooit meer op die wijze tot mij. Hoort gij het nooit! Als ik dat ge loofde dan zou ik maar dat doet er niet toe spreek nooit meer zoo nooit Hij was opgesprongen, zijn gelaat was zoo vaal als asch, terwijl hij over ge heel zijn lichaam beefde. Zelfs Ilford wisselde van kleur, hij zag, dat hij te ver was gegaan. Een akelige stilte volgde en ik trachtte te overdenken, hoe ik het gesprek op iets anders zou kunnen bren gen, toen mijn hospita binnenkwam. „Nog ©en heer om mr Edgcumbe te ^preken", zeide zij, hem een kaartje over reikend. Steven nam het kaartje met bevende hand aan. „Kolonel Tempest", las hij- overluid. buitengewoon gesloten man is, die slechts zelden en dan nog altijd kort en krach tig spreekt. Diezelfde geringe spraak-, zaamheid, gepaard met groote onverstoor baarheid, schijnt reeds thans het deel te zijn van Calvin Coolidge Jr. Deze sin jeur van 14 jaren werkt op de tabaks^ plantage van een heer Dickinson Day, waar hij belast is met het tot bundels1 binden van gedroogde tabaksbladen. De plantage ligt bij Hatfield in Massachusetts, en de jonge Calvin rijdt iederen dag op de fiets van zijn ouderlijk huis naar de plantage. Op den dag dat zijn vader pre sident was geworden, ging de knaap als gewoonlijk naar de plantage, waar hij met 9 uur hard werk 3.50 dollar verdient. „Wel", zei de eigenaar, de heer Dayr, tot den jongen: „Je vader is dus nu' President?" Calvin Jr antwoordde droog: „Ja, mijnheer! Ik geloof het wel. In welke schuur wilt u me vandaag later} werken?" 't Was wel fijn. De vermaarde generaal Hoffmann lieeft herinneringen geschreven, welke door de „Manchester Guardian" worden openbaar gemaakt. Het „Vad." ontleent daaraan: Toen de revolutie in Rusland eenmaal aan 't rollen gebracht was, stond Duitsch- land voor 'n dubbele keuze: het kon pro- beeren de revolutionairen aan zijn kant te krijgen, door een afwachtende houding aan te nemen en de operaties vrijwel te staken; het kon ook van de gelegen heid gebruik maken om het door de re volutie in wanorde geraakte Russische leger door enkele flinke aanvallen te over rompelen. Het Duitsche opperbevel had echter geen troepen voor dit doel beschikbaar en de regeering had enkel ooren naar de vredes voorstellen van Kerensky. Achteraf be schouwd, zegt Hoffmann, had men beter gedaan met bet onmogelijke te doen om bet Russische front in te deuken, want hu bleek, dat de aanbiedingen van Ke rensky enkel ten doel. haddén, om de Duitscbers aan de praat'te houden, terwijl hij mét zijn welsprekendheid het leger aanzette om den strijd voort te zetten en de Duitsche divisies op het Ooste lijke front vast te houden. Hoffmann verhaalt, hoe hij zelf zich liet misleiden door deze manoeuvres van Ke rensky: „Ik was in dezen tijd te Berlijn met een officiëele opdracht. Op een dag kreeg ik een boodschap Van het Departe ment van Buitenlandsche Zaken, die mij verzocht mij in ieder geval dien avond nog in betrekking te stellen met den heer Erzberger, die uit Stockholm teruggekeerd was. Ik had dien avond een ontmoeting met Erzberger en hij vertelde mij, dat hij te Stockholm onderhandeld had met een afgezant van Kerensky en op het punt, stond om vrede te sluiten. Of ik mij' gereed wou houden om, op het eerste bericht met hem naar Stockholm te ver trekken voor de-vredesonderhandelingen? Ik was eenigszins sceptisch, maar kon mij niet weerhouden om geloof te hechten aan de mogelijkheid van een vrede. Het zou dan ook werkelijk liet redelijkste ge weest zijn, dat Rusland doen kon, om een afzonderlijken vrede met ons te slui ten. Het zou zich waarschijnlijk het ex periment van een bolsjewistische regee ring en het bloed van millioenen vermoor de burgers hebben bespaard." Hoffmann verhaalt dan van de geheime overbrenging van Lenin c.s. uit Zwitser- „Laat hem binnen". „Zal ik weggaan, Steven", vroeg ik. „En ik?" voegde Ilford er aan toe. „Neen blijf', zeide hij „tenminste nog een oog'enblik". Enkele minuten daarna kwam kolonel Tempest de kamer binnen, hijgend en luide zijn neus snuitend. Hij scheen verrast Lü- kas Edgeumbe te zjen, en keek uit de hoogte naar Ilford, die, hem heel koel tjes opnam. Het viel mij evenwel op, dat hij met veel vertoon naar dat gedeelte van de kamer ging, waar Lukas was, en diens hand hartelijk schudde. „Ah, Edgcumbe", zeide hij, met veel drukte, „ben je er al weer bovenop. Gij zijt werkelijk een man om te bewonderen! Ik had zooeven in de stad een diner met eenige vrienden van mij en zij spra ken over u. Zij zeiden, dat gij het er prachtig afgebracht hadt en dat gij nu op weg waart om nieuwe rijkdommen te verwerven. Dé oude Nathan Rothschild was maar een kind bij" u vergeleken, Edgcumbe. Maar ik ben er blij' om, mijn vriend. Ik was toen wat van streek, maar ik wist wel, dat gij de man niet waart, om onder zulke moeilijkheden te bezwij ken. Wiel, ge zult spoedig rijker dan ooit 'zijn". Hij sprak dit alles op luiden, bluf- ferigen toon, vergezeld van veel gehijg 'en breede gebaren. Klaarblijkelijk was het de bedoeling van 'den kolonel hem vfienÜ- Prijs der Advertentiën: 1—4 regels f 1.20, elke regel meer 30 cL Bij abonnement belangrijke korting. land via Duitschland naar Rusland, een maatregel waarvan men in het hoofd kwartier niet op de hoogte was en die de opperbevelhebber in het Oosten eerst uit de dagbladen van de tegenstanders van Duitschland vernam. Niemand, zegt Hoffmann, had toen de gevolgen van deze overbrenging kunnen voorzien. Toen Krylenko, van reserve-officier tot generaal gepromoveerd, draadloos onder handelingen had voorgesteld, telefoneerde Ludendorff aan Hoffmann: „Nu, kunnen wij met de kerels praten?" „Ja, ant woordde ik, wij kunnen onderhandelen, en, Excellentie, U hebt de troepen noo- dig". Hoffmann is zich later gaan afvragen, of het niet beter geweest zon zijn om niet op de voorstellen der Bolsjewiki in te gaan. Door vrede te sluiten heeft men hen voorgoed in het zadel geholpen, daar vrede de voornaamste behoefte en het algemeen verlangen van het volk in Rus land was. Op dit oogenblik was het pro bleem voor den Duitschen staf echten uitsluitend: troepen, zooveel mogelijk troe pen voor het Westelijk front, waar de Amerikanen verschenen waren. De generaal verhaalt dan nog, hoe hij' door de handige formuleering van de be paling „dat er tijdens den wapenstilstand die gesloten zou worden, geen verplaa1 singen van Duitsche troepen zouden ge schieden, buiten de bewegingen, die reeds bevolen of begonnen waren", het mogelijk maakte het heele Duitsche leger in het Oosten naar het Westen over te brengen: nog voor de onderhandelingen waren toch reeds de verschuivingen b egonnen en lagen de bevelen klaar voor de verplaat sing van alle divisies! Hij roept ook het beeld op van een ander punt in de onderhandelingen: de Russische eisch om vrij verkeer van de Duitsche en Russische troepen onderling. De bedoeling der Russen was natuurlijk om vrij propaganda te kunnen voeren, Hoffmann liét echter voor de verbindingen bepaalde plaatsen aanwijzen, waardoor 't ten minste mogelijk was de propaganda literatuur te onderscheppen. „Wat den verderen eisch betreft voor fje toelating van Bolsjewistische lectuur en pamflet ten in Duitschland dat was meer, dan ik kon toestaan, ofschoon, voegt hij er cynisch aan toe, ik mij zelf' bereid ver klaarde, om deze literatuur naar Enge land en Frankrijk te helpen uitvoeren." Een droeve nabetrachting. De Engelsche draadlooze dienst bevat de volgende officieuse nabetrachting over het Roerdebat in het parlement: Uit Indië, Zuid-Amerika en van elders stapelen zich berichten op, die er op wijzen, welk een verreikend gevolg de Roerbezetting heeft op den wereldhandel. Zeer vjeinig landen hebben er niet onder te lijden en, zooals de eerste minister in zijn onlangs gehouden rede deed uit komen, zal, wanneer de toestand voort duurt, deze zich nog ernstiger en zwaar der doen gevoelen, om de eenvoudige reden, dat er in het industriëele leven gegn op zichzelf slaande eenheden be staanbaar zijn. Het resultaat van de 'lian- delsbeperking in het Roergebied heeft bijv. een pierkbare uitwerking op het telegram verkeer tusschen Liverpool en Calcutta en tusschen Liverpool en Valparaiso. Chili is niet bij machte aan Duitschland ni traten te verkoopen en zijn nationale han del wordt daardoor ernstig getroffen en vele andere landen doen dezelfde er- schappelijk te bejegenen. Voor Lukas evenwel kon antwoorden, nam Steven den kolonel bij den arm. „Gij moet mij van mijn vrouw vertel len", zeide hij langzaam, op zachten toon. HOOFDSTUK VII. De heerschende moraal. Die kolonel keek zijn schoonzoon eenige ©ogenblikken besluiteloos aan; toen zei hij luid: „Ah, Steven Tenjpel, mijn jongen, daar ben ik juist voor gekomen om de za. -ken te regelen. Dit is een treurige toe stand ,die niet- langer zoo kan voort duren. Ik heb zoo dikwijls tegen Isabella gezegd, dat ik het een onaangename situ atie vind. Ik zou je graag enkele oogen- blikben alleen spréken". „Heeren", zei ik, „wij kunnen naar een 'andere kamer gaan, als u zoo goed wilt zijn mij te volgen". „Dank u, dank u, Daniël, ik bedoel dr Roberts, en mijnheer mijnheer Il ford. Het spijt mij, u te storen. Ik hoop u straks nog te zien, vooral daar ik nog wat met Edgcumbe heb te bepraten". Het trof echter zoo, dat wij geen van allen den kolonel dien avond weerzagen, maar Steven vertelde mij later, wat ér was voorgevallen. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1923 | | pagina 1