37e Jaargang
^DE
ndesiroop
fsu.lleton.
IN DEN MAALSTROOM.
BATOp
JWIELEN
Buitenland.
COINTRE.
•p»
Middelburg.
-Scheld®,
in
er stuk;
-9,5, ra
as 35,
de 15
26—40,
ugustus.
£6.10—
ken f 42
ide krie-
30, zure
•pruimen
Belg.
£45,
anen f 27
citroen-
Le f 17
•f 46, sui-
en f 21,
de Tre-
Dirkjes-
e bessen
vitte bes-
ilveruien
33—£37,
.00 K.G.
ks.
CHT.
xshtend
or het
Bilt.
te Ben-
Her.
ui 8 Aug.
Zuidelijke
weinig of
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG
Abonnementsprijs:
Per 3 maanden, franco per post, f 3.
Losse nummers f 0.05
1WERKT
ige.
tten
ik omslag
f 0.45;
en WIJNEN
12, nam. 2.
1.85 nam. 3.35
2.5.37
5.35 6.07
2.30
4.15U
2.30
5.37
ïorsselen aan
minuten na
Ij het steiger-
Vlake.
m-Roosendaai
i Zon- ea feestd
n.6.nm. 4\25
7.30 6.—
9.16 5.38
9.35 5.55
die te Hoede-
niet later dan
;n Hansweert,
—Roosendaal
de Zeeuwsch-
iondagea
11.20 nm- 4.31
11.50 nm. 515
nm. 12.52 5.38
nm. 1.10 5.55
HET GEDENKBOEK.
Na v ij f en twintig jaren.
Gedenkboek ter gelegenheid van het
Ziiveren Regeeringjsjubileum van H.
M. Koningin Wilhelmïna der Neder
landen. Zwolle, La Rivière en
V oorhoeve.
Het indertijd door ons aangekondigde
„Gedenkboek" is er. Wat 'n zorg zullen
de uitgevers hebben gehad, zelfs reeds
aan de voorbereiding, laat staan aan de
uitvoering van hun mooie plan, aan welks
slagen overigens de beste krachten on
der onze staatslieden, schrijvers en tee
kenaars hebben meegewerkt. De band
trekt aan door stemmigheid en door spte-
kende, symbolieke teekening op den titel:
de in sobere kleurenkeus daarop aange
brachte wapens der 11 provinciën onder
de schnts van den. Oranjeboom, door de W
beschermd, en dit geheel overschaduwd
door de koninklijke kroon, symboliseeren
de gezegende regeering onzer Koningin
over geheel ons vaderland, geen enkel
gewest uitgezonderd; de Nederlanden één
met Oranje, in de historie en ook in
het lieden, nu een Oranje de konings
kroon draagt; en deze eenheid voorwaar
de voor ons volksbestaan; zóó spreekt
deze zachtkleurige teekeningi. En nu
het boek zelfHet is co best glacé-papier
keurig en duidelijk gjadrukt en van een
gefacsimileerde handfceekening der schrij
vers (en schrijfsters) voorzien, hunne arti
kelen behandelen voor het meerendeel
vraagstukken en belangen die steeds de
bijzondere aandacht onzer Koningin had
den; of gunnen een kijk op1 hetgeen
onder hare regeering tot stand, aanzien
of bloei kwam, op cie „geestelijke stroo
mingen", waarvan Professor Hepp
schrijft; terwijl door meer dan een hun
ner gereleveerd wordt de vermeerderde
belangstelling des volks naast en boven
de stoffelijke ook voor de geestelijke be
hoeften. Daartoe leze men o.a. „Onze
Weermacht", door Ziedses des Plantes;
„Christelijke Philanthropic" door dr No-1
rel; „Evangelisatie" door J. N. Voor
hoeve; „De Uitwendige Zending", door
dr J. W. Gunning. En wil men nu het
politieke gedeelte van Hare Majesteits
regeering leeren waardeeren (hoevele dui
zenden Christenen halen nog in onze
ernstige daigen den schouder op' over „die
vuile" politiek!) dan leze men de zaak-
en zakenrijke artikelen van; Jhr. Bee-
laerts,: „Onze Betrekkingen met het Bui
tenland", Idenburg „Ontwakend Indië"
en Colijn „Op1 weg naar de eenheid";
en na de lezing zal men uitroepen; wat
zijn wij dichter aan het ideaal genaderd,
inzonderheid wat onze Oost betreft, de
vorming van een zelfstandigen Indischen
Staat! Wil men'de vorderingen beseffen
die hot Onderwijs gemaakt heeft, dan leze
men wat onze anderw'ijs-sp'ecialiteiten
schreven over het L.O. (Emous); het
M.O. (v. d. Laan), het H.O. (Prof. v.
Veldhuizen), het N.O. (de Groot). Doch
er is meer. Niets wordt in het Gedenk
boek overgeslagen. Prof. Slotemaker de
Bruine gewaagt in zijn mooiie oplstel,
waarin hij den gang: van het „Sociale
Leven der laatste kwarteeuw', teekent,
tyre.,,: van „geweldigen" vooruitgang.
Lang niet gemakkelijk en heelemaal niet
ciankbaa-r was de taak van dr Neder-
,raSC die over den „Economischen Toe
stand te schrijven had. Vele cijfers in
zijn ai tikel genoemd klinken somber, doch
zijn slotwoord noopt tot moed houden;
het is een herinnering aan en aansluiting
32).
„Ik ben juist hier om het leven te be
studeren, gedeeltelijk voor dat doel".
Wij. keken hem allen aan, verwachtende
dat hij meer zou zeggen, maar hij keek
i oortuiirend in 'tvuur en rookte zwijgend
door.
„Ah",, zei Liikas Edgcumbe goedkeu
rend, „je dwaasheid heeft dan toch nog
een doel. Een werkelijk geeselend boek
maakt opgang en brengt den schrijver
roem en geluk. Ben je van plan hier te
blijven en zoo voort te gaan?"
„Ik denk 't wel voor eenigen tijd
Waarom vraagt u dat?"
omdat ik 'hoop, dat je het niet
Qocri zult. Ik ben vanavond gekomen om
ii- i°Ver ha*ei? leven op te .geven.
k kan je een flinke toelage geven en het
leven zoo gemakkelijk voor je maken,
s je. het maar hebben wilt. Vergeet
<11 wat €r gebeurd is en tracht je be
zwaren te overwinnen". i
„Heeft u iets gehoord vanvan
haar?" vroeg Steven aarzelend.
„Ja, ik was onlangs te Edgcumbe Hall,
y het behoort nog aan mij, hoewei ik
-het een tijdlang gesloten zal honden
«n ik hoorde, dat zij heel gelukkig was
bij het. Zeeuwsche devies. Niet minder
op sociaal terrein liggen de opstellen van
mr Gerbrandy „Middenstandsbeweging:"
nir Frida Katz „Vrouwenbeweging"dr
Lovinlc „Landbouw en Visscherij" en tot
in zeikeren zin ook dr Schouten „We
tenschap' en Kunst". Met hen erkennen
wij' gaarne de gemaakte vorderingen.
Maar in geen geval mocht gezwegen van
de machten, die oiofc in dit regeerings-
tijdperk op ondermijning van het gezag
uit waren en de Koningin niet eeren.
Daarom prijzen wij. 'tin v. d. Voort van
Zijps objectieve mededeelingen omtrent
de „Binnenlandsche Politiek' dat zij ook
deze stroomingen in 't Gedenkboek „ge
denken". Deze schaduw mocht bij: 'tve.le
licht niet ontbreken. Met genoegen lazen
wij- ook 'writ Jhr. van Panhuijis schrijft
over de West: „De Nederlandsche Ge-
biedsdeelen in Amerika en West-lndië",
in welk verband hij' den arbeid o.a. van
onzen Van Asch v. W-ijfek (oud-gouver
neur van de West en minister van ko
loniën) herdenkt, en aantoont dat „Su
riname en Curasao, in de 25 jaren van
H. M.'s regeering in bloei en beteekenis
zijn toegenomen". Zou des schrijvers ad-
vieis inzake de toekomst dezer koloniën op'
goede gronden steunen? Ook nog een
paar vreemdelingen zijn aan 't woord in
dit Gedenkboek. Hun stem mocht dan
ooik inderdaad in dit boek niet ontbreken
het zij'n een Nassauer en een Zuid-
Afri'kaner. Eerstgenoemde dr Voorhoeve
uit Dillenburg, die in zijn „Dillenburg
en Oranje" dooir woord en beeld nog
eens herinnert aan 't geen daar in Dillen
burg door Oranje voor 't Nederlandsche
volk is geworsteld en bestaan. Laatstge
noemde H. C. M. Eaurie, uit Erasmus
(Transvaal) die in ,,'n Stem uit Suid-
Ari'ka" de liefde der „Boeren" voior onze
Vorstin vertolkt, en door enkele photo's
o.a. van 't monument voor Kruger, om
we.derzijdsc.he genegtenheid vraagt: „So-
word die kerntak verinnig met diegene,
wat ons nasianaal en geestelik ver
want is".
Wij wezen reeds vroeger op' de uit
stekend geslaagde proeve van toonzet
ting in de artikelen van minister de
Visser: „Dankbaarheid" en prof. Vis-
scher: „Het Koningschap bij de Gra
tie Gods". Thans mogen wij' er aan toe
voegen dat. aan de belangrijke opstellen-
reeks, waarvan deze beide artikelen het
begin uitmaken, een passend slotstuk is
gegeven in het artikel „Gedenck-Clan-
c'ken", van ïïiej. H. S. S. Kuypier. Diat
artikel is de kroon op al de andere.
Neen, wij' w'enschen niets af te doen van
den lof die toekomt aan allen die dit
Gedenkboek door geschrift en photo en
teekening tot één voor alle tijden en
stonden levende „gedenkklank" hebben
gemaakt, doch in deze „Gedenck-Clan-
cken" treedt de geliefde en gevierde
schrijfster (o, had haar vader dit mo
gen beleven!) geheel op den achtergrond
vooir de schildering onzer Landsvrouwe
in de schoonste momenten van haar Gode
gewijd leven, waarin, zij' voor haar Volk en
voor den Buitenlander getuigenis aflegt
van haar „op'recht geloof", en van haar
liefde tot haar volk. Wij willen er' niet
over uitwijden. Men leze ze zlelf, die
krachtige uitspraken van zoo groote be
teekenis die in het „Christus voor Alles"
hun sluitsteen vinden; en men blijve
Henriëtte Kuyper dankbaar dat zij' die
gevleugelde woonden, meer nog dat zij
onze Koningin weer eens in het volle
licht heeft geplaatst.
Zij en die Hussey gingen met elkaar om
als een paar verloofden".
„Neen, neen!"
„Het is werkelijk waar. Ik zag het zelf,
zij hield zijn arm vast en geen Harry en
Mary, die samen een dagje uit zijn, kon
den gelukkiger met elkaar zijn dan die
twee. Vroolijk lachend gingen zij daar
heen, alsof zij van "het leven genoten".
Steven plukte aan zijn snor en ik zag
lijn hand beven; toen zag ik, dat hij haar
nog lief had en dat de woorden Van zijn
oom hem als dolksteken in 'thart trof
fen".
„Wat ben .je van plan te doen?" ver
volgde zijn oom.
„Niets".
„Dan ben je een groote gek".
„Dat kan wel zijn".
„Je gelooft- dus nog steeds in haar?"
Steven bleef zwijgen.
„Steven, mijn jongen", zei Ilford, „denk
niet meer aan haar. Het komt mij voor,
dat je op .een prachtige manier van haar
af gekomen bent. Er is niet meer dan één
vrouw op de duizend) die deugdzaam en
trouw L, en die eene is zij niet. Heeft
niet de wijze Prediker van den ouden
dag zelve gezegd, dat hij onder duizend
Vrouwen geen enkele vrouw, die oprecht
dezen naam verdiende, gevonden had. Ik
zeg maar: laat haar voortgaan op "den
weg, dien zij is ingeslagen; en als jij
je oogen openhoudt, zul je spoedig ge-
Het Gedenkboek bevat ook eeti keu
rige rij van de fijnste portretten, die de
Koningin, haar Dochter, haar Man, haar
Moeder, haar Vader, haar Stamvader ver
eeuwigen; en voorts tal van photo's,
die de schoonste bladzijden uit de ge
schiedenis van Oranje en Nederland,
Nederland en Oranje te binnen brengen.
Met belangstelling en bewondering maak
ten wij' met een en ander kennis.
Helaas, iets of liever iemand woirdt er
in deze bladen gemist: de dichter.
Doch dit is de schuld van het „Ge
denkboek" niet. Nederland heeft geen
dichters meer. Het is leeg op' zij'n Zangi
berg.
In belangrijke stonden grepen tot voor
kort geleden da Costa en Koenen, ten Kate
en Beets naar hunne lier en vertolkten
het lief of het leed van Vorst, of Volk in
vreugde- of klaagzang.
Doch zij zijn heengegaan. En wij blijven
hopen op een betere toekomst. Want,
moge al van den redenaar gelden dat hij
gemaakt wordt, de dichter wordt niet ge
maakt, hij wordt geboren.
Ten besluite. Dit „Gedenkboek" is een
'sieraad voor de boekentafel, een kostelijk
geschenk van onze beste mannen en
vrouwen aan Tiet Nederlandsche volk,
een blijvend gedenkteeken der liefde Gods
over omseen ernstige Waarschuwer aan
allen om het drievoudig' snoer „God,
Nederland en Oranje!" in eere te hou
den, en te waken dat het door hunne
schuld nimmer worde verbroken!
l President Harding.
Omtrent de begrafenis van president
Harding zijn nog geen definitieve beslui
ten getroffen, want men weet nog niet
wat mevrouw Harding daarover zal be
palen. Men neemt aan, dat de president
zal worden begraven naast zijn moeder
en zijn zuster, op de gewone begraaf
plaats te Marion. Het is echter eveneens
mogelijk, dat er te Marion een mausoleum
voor Harding wordt gebouwd, en dat het
lijk voorloopig zal worden bijgezet in een
grafkelder. Men verwacht, dat er voor de
begrafenisplechtigheid te Marion meer dan
100.000 bezoekers van buiten zullen ko
men. Gisteren kwam de trein met het
stoffelijk overschot van den president te
Washington aan; vandaag zal de kist op
een praalbaar worden tentoongesteld onder
den Kapitool-koepel. Het Amerikaansche
volk en de Amerikaansche regeering zijn
zoozeer vervuld met de begrafenisplechtig
heid, dat. in alle regeeringskantoren het
werk zoo goed als geheel stil staat, Het
schijnt nu toch weer mogelijk en Aelfs
waarschijnlijk, dat Wilson aan de rouw-
pleclitigheid te Washington morgen
zal deelnemen. Achter het lijk zullen de
drie presidenten gaan; te weten Coolidge
(onmiddellijk achter de familie) en Taft
en Wilson. Andere oud-presidenten zijn
er niet meer in leven.
Coolidge Jr
President Calvin Coolidge geniet in de
Vereen. 'Staten de reputatie, dat hij een
noeg bewijzen tegen haar vinden, om je
„vrijheid" op te eischen bij iedere recht
bank".
Er was iets spottends in den toon van
zijn stern, evenals in zijn woorden, maar
ik geloof niet, dat hij op zulk een wijze
tegen Steven zou gesproken hebben, als
hij geweten had, welk effect het op hem
zou hebben.
„Bedoelt u", schreeuwde mijn vriend,
„dat u Isabella in staat acht tot dat
tot dat?"
„In staat tot! Wel alle vrouwen zijn
'daartoe in staat". r
„Ilford", zei Steven op ingehouden toon,
„spreek nooit meer op die wijze tot mij.
Hoort gij het nooit! Als ik dat ge
loofde dan zou ik maar dat doet
er niet toe spreek nooit meer zoo
nooit
Hij was opgesprongen, zijn gelaat was
zoo vaal als asch, terwijl hij over ge
heel zijn lichaam beefde. Zelfs Ilford
wisselde van kleur, hij zag, dat hij te
ver was gegaan. Een akelige stilte volgde
en ik trachtte te overdenken, hoe ik het
gesprek op iets anders zou kunnen bren
gen, toen mijn hospita binnenkwam.
„Nog ©en heer om mr Edgcumbe te
^preken", zeide zij, hem een kaartje over
reikend.
Steven nam het kaartje met bevende
hand aan.
„Kolonel Tempest", las hij- overluid.
buitengewoon gesloten man is, die slechts
zelden en dan nog altijd kort en krach
tig spreekt. Diezelfde geringe spraak-,
zaamheid, gepaard met groote onverstoor
baarheid, schijnt reeds thans het deel
te zijn van Calvin Coolidge Jr. Deze sin
jeur van 14 jaren werkt op de tabaks^
plantage van een heer Dickinson Day,
waar hij belast is met het tot bundels1
binden van gedroogde tabaksbladen. De
plantage ligt bij Hatfield in Massachusetts,
en de jonge Calvin rijdt iederen dag op
de fiets van zijn ouderlijk huis naar de
plantage. Op den dag dat zijn vader pre
sident was geworden, ging de knaap als
gewoonlijk naar de plantage, waar hij met
9 uur hard werk 3.50 dollar verdient.
„Wel", zei de eigenaar, de heer Dayr,
tot den jongen: „Je vader is dus nu'
President?"
Calvin Jr antwoordde droog:
„Ja, mijnheer! Ik geloof het wel. In
welke schuur wilt u me vandaag later}
werken?"
't Was wel fijn.
De vermaarde generaal Hoffmann lieeft
herinneringen geschreven, welke door de
„Manchester Guardian" worden openbaar
gemaakt. Het „Vad." ontleent daaraan:
Toen de revolutie in Rusland eenmaal
aan 't rollen gebracht was, stond Duitsch-
land voor 'n dubbele keuze: het kon pro-
beeren de revolutionairen aan zijn kant
te krijgen, door een afwachtende houding
aan te nemen en de operaties vrijwel
te staken; het kon ook van de gelegen
heid gebruik maken om het door de re
volutie in wanorde geraakte Russische
leger door enkele flinke aanvallen te over
rompelen.
Het Duitsche opperbevel had echter geen
troepen voor dit doel beschikbaar en de
regeering had enkel ooren naar de vredes
voorstellen van Kerensky. Achteraf be
schouwd, zegt Hoffmann, had men beter
gedaan met bet onmogelijke te doen om
bet Russische front in te deuken, want
hu bleek, dat de aanbiedingen van Ke
rensky enkel ten doel. haddén, om de
Duitscbers aan de praat'te houden, terwijl
hij mét zijn welsprekendheid het leger
aanzette om den strijd voort te zetten
en de Duitsche divisies op het Ooste
lijke front vast te houden.
Hoffmann verhaalt, hoe hij zelf zich liet
misleiden door deze manoeuvres van Ke
rensky: „Ik was in dezen tijd te Berlijn
met een officiëele opdracht. Op een dag
kreeg ik een boodschap Van het Departe
ment van Buitenlandsche Zaken, die mij
verzocht mij in ieder geval dien avond
nog in betrekking te stellen met den heer
Erzberger, die uit Stockholm teruggekeerd
was. Ik had dien avond een ontmoeting
met Erzberger en hij vertelde mij, dat hij
te Stockholm onderhandeld had met een
afgezant van Kerensky en op het punt,
stond om vrede te sluiten. Of ik mij'
gereed wou houden om, op het eerste
bericht met hem naar Stockholm te ver
trekken voor de-vredesonderhandelingen?
Ik was eenigszins sceptisch, maar kon
mij niet weerhouden om geloof te hechten
aan de mogelijkheid van een vrede. Het
zou dan ook werkelijk liet redelijkste ge
weest zijn, dat Rusland doen kon, om
een afzonderlijken vrede met ons te slui
ten. Het zou zich waarschijnlijk het ex
periment van een bolsjewistische regee
ring en het bloed van millioenen vermoor
de burgers hebben bespaard."
Hoffmann verhaalt dan van de geheime
overbrenging van Lenin c.s. uit Zwitser-
„Laat hem binnen".
„Zal ik weggaan, Steven", vroeg ik.
„En ik?" voegde Ilford er aan toe.
„Neen blijf', zeide hij „tenminste
nog een oog'enblik".
Enkele minuten daarna kwam kolonel
Tempest de kamer binnen, hijgend en luide
zijn neus snuitend. Hij scheen verrast Lü-
kas Edgeumbe te zjen, en keek uit de
hoogte naar Ilford, die, hem heel koel
tjes opnam. Het viel mij evenwel op, dat
hij met veel vertoon naar dat gedeelte
van de kamer ging, waar Lukas was, en
diens hand hartelijk schudde.
„Ah, Edgcumbe", zeide hij, met veel
drukte, „ben je er al weer bovenop. Gij
zijt werkelijk een man om te bewonderen!
Ik had zooeven in de stad een diner
met eenige vrienden van mij en zij spra
ken over u. Zij zeiden, dat gij het er
prachtig afgebracht hadt en dat gij nu
op weg waart om nieuwe rijkdommen te
verwerven. Dé oude Nathan Rothschild
was maar een kind bij" u vergeleken,
Edgcumbe. Maar ik ben er blij' om, mijn
vriend. Ik was toen wat van streek, maar
ik wist wel, dat gij de man niet waart,
om onder zulke moeilijkheden te bezwij
ken. Wiel, ge zult spoedig rijker dan ooit
'zijn".
Hij sprak dit alles op luiden, bluf-
ferigen toon, vergezeld van veel gehijg
'en breede gebaren. Klaarblijkelijk was het
de bedoeling van 'den kolonel hem vfienÜ-
Prijs der Advertentiën:
1—4 regels f 1.20, elke regel meer 30 cL
Bij abonnement belangrijke korting.
land via Duitschland naar Rusland, een
maatregel waarvan men in het hoofd
kwartier niet op de hoogte was en die
de opperbevelhebber in het Oosten eerst
uit de dagbladen van de tegenstanders
van Duitschland vernam. Niemand, zegt
Hoffmann, had toen de gevolgen van deze
overbrenging kunnen voorzien.
Toen Krylenko, van reserve-officier tot
generaal gepromoveerd, draadloos onder
handelingen had voorgesteld, telefoneerde
Ludendorff aan Hoffmann: „Nu, kunnen
wij met de kerels praten?" „Ja, ant
woordde ik, wij kunnen onderhandelen,
en, Excellentie, U hebt de troepen noo-
dig".
Hoffmann is zich later gaan afvragen,
of het niet beter geweest zon zijn om niet
op de voorstellen der Bolsjewiki in te
gaan. Door vrede te sluiten heeft men
hen voorgoed in het zadel geholpen, daar
vrede de voornaamste behoefte en het
algemeen verlangen van het volk in Rus
land was. Op dit oogenblik was het pro
bleem voor den Duitschen staf echten
uitsluitend: troepen, zooveel mogelijk troe
pen voor het Westelijk front, waar de
Amerikanen verschenen waren.
De generaal verhaalt dan nog, hoe hij'
door de handige formuleering van de be
paling „dat er tijdens den wapenstilstand
die gesloten zou worden, geen verplaa1
singen van Duitsche troepen zouden ge
schieden, buiten de bewegingen, die reeds
bevolen of begonnen waren", het mogelijk
maakte het heele Duitsche leger in het
Oosten naar het Westen over te brengen:
nog voor de onderhandelingen waren toch
reeds de verschuivingen b egonnen en
lagen de bevelen klaar voor de verplaat
sing van alle divisies!
Hij roept ook het beeld op van een
ander punt in de onderhandelingen: de
Russische eisch om vrij verkeer van de
Duitsche en Russische troepen onderling.
De bedoeling der Russen was natuurlijk
om vrij propaganda te kunnen voeren,
Hoffmann liét echter voor de verbindingen
bepaalde plaatsen aanwijzen, waardoor 't
ten minste mogelijk was de propaganda
literatuur te onderscheppen. „Wat den
verderen eisch betreft voor fje toelating
van Bolsjewistische lectuur en pamflet
ten in Duitschland dat was meer, dan
ik kon toestaan, ofschoon, voegt hij er
cynisch aan toe, ik mij zelf' bereid ver
klaarde, om deze literatuur naar Enge
land en Frankrijk te helpen uitvoeren."
Een droeve nabetrachting.
De Engelsche draadlooze dienst bevat
de volgende officieuse nabetrachting over
het Roerdebat in het parlement:
Uit Indië, Zuid-Amerika en van elders
stapelen zich berichten op, die er op
wijzen, welk een verreikend gevolg de
Roerbezetting heeft op den wereldhandel.
Zeer vjeinig landen hebben er niet onder
te lijden en, zooals de eerste minister
in zijn onlangs gehouden rede deed uit
komen, zal, wanneer de toestand voort
duurt, deze zich nog ernstiger en zwaar
der doen gevoelen, om de eenvoudige
reden, dat er in het industriëele leven
gegn op zichzelf slaande eenheden be
staanbaar zijn. Het resultaat van de 'lian-
delsbeperking in het Roergebied heeft bijv.
een pierkbare uitwerking op het telegram
verkeer tusschen Liverpool en Calcutta
en tusschen Liverpool en Valparaiso. Chili
is niet bij machte aan Duitschland ni
traten te verkoopen en zijn nationale han
del wordt daardoor ernstig getroffen en
vele andere landen doen dezelfde er-
schappelijk te bejegenen. Voor Lukas
evenwel kon antwoorden, nam Steven den
kolonel bij den arm.
„Gij moet mij van mijn vrouw vertel
len", zeide hij langzaam, op zachten toon.
HOOFDSTUK VII.
De heerschende moraal.
Die kolonel keek zijn schoonzoon eenige
©ogenblikken besluiteloos aan; toen zei
hij luid:
„Ah, Steven Tenjpel, mijn jongen, daar
ben ik juist voor gekomen om de za.
-ken te regelen. Dit is een treurige toe
stand ,die niet- langer zoo kan voort
duren. Ik heb zoo dikwijls tegen Isabella
gezegd, dat ik het een onaangename situ
atie vind. Ik zou je graag enkele oogen-
blikben alleen spréken".
„Heeren", zei ik, „wij kunnen naar een
'andere kamer gaan, als u zoo goed wilt
zijn mij te volgen".
„Dank u, dank u, Daniël, ik bedoel
dr Roberts, en mijnheer mijnheer Il
ford. Het spijt mij, u te storen. Ik hoop
u straks nog te zien, vooral daar ik nog
wat met Edgcumbe heb te bepraten".
Het trof echter zoo, dat wij geen van
allen den kolonel dien avond weerzagen,
maar Steven vertelde mij later, wat ér
was voorgevallen.
(Wordt vervolgd.)