Buitenland. Dit de Pers. Wetenschap en Kunst. Gemengd Nienws. Allerlei. Ritthem. B. J. DE ME1J. gingen in het werk stelden, om van uit zee Middelburg ter hulpe te komen. Toen later tusschen Oranje en Mon- dragon (bevelhebber van Middelburg) onderhandelingen werden aange knoopt, kwamen de wederzijdsc'he ge machtigden den 17en Februari 1574 op Rammekens samen. Men kwam tot overeenstemming en den volgen den dag gaf Middelburg zich over. (Wordt vervolgd). Herleefd Yperen. In de „Diaily Mail" geeft de vertegen woordiger van dit blad, Richard Capell, zijn indrukken weer van zijn bezoek aan Yperen. „Mijn eerste bezoek aan Y.peren", zoo begint hij zijn verhaal, „vond plaats in October 1916. En nadien had ik elf maan den lang het voorrecht Yperen en de omstreken daarvan, nauwkeurig in oogen- schouw te nemen. Mijn aardig gelegen woning ziet uit op de poort van Meenen. Men boort daar vriendelijb-lartdelijke ge luiden een slaande klok, kakelende hoen ders, kinderstemmen en het geratel van de gemoedelijk-langzame landelijke ver keersmiddelen. Goedkoope automobielen komen vroolijk hotsend van Meenen, of rijden door de poort, op weg naar Pas- schendaele en Roesselaere. Bij het vallen van de schemering worden de electrische straatlantaarns ontstoken langs den Mee- ner-straatweg. Met voorrecht dat ik thans geniet is uiterst twijfelachtigzooiets afs het voorrecht van een geest, om de streek, waar hij bij zijn leven gewoond heeft, weer te zien. Pharao's geest zou ten minste nog de pyramiden van vroeger herkennen. Doch hier, hier, in deze streek is sedert 1917 alles veranderd, en met groote moeite herken ik niets anders dan de omstreken van het landschap'. Al is het niet vreemd, dat de huizen weer opgetrokken zijn en het land weer bebouwd wordt, toch wekt de snelheid waarmede dit alles geschied is, ver wondering. Wat echter bovenmate be vreemdend werkt, is dat die wegen en die lage heuvelen thans reeds hun vroegere tragische wederwaardigheden te boven zijn gekomen en zich weer hebben her steld. Men zou zoo zleggen, dat deze streek steeds den treurigen aanblik, van strijd en bedreiging moest behouden, zoo dat zelfs de kinderen slechts vol ernst en in de donkerste hoekjes zouden durven spelen en de ergste pretmakers nog slechts bitier zouden kunnen lachen. Doch niets hiervan: alles is bezield van het verlangen om te vergeten. De vrede heeft even snel zijn invloed doen gelden als de oorlog. Zoo nu en dan komen kleine troepjes Britsche toeristen een bezoek brengen aan deze streken, teneinde zich een denkbeeld te geven van „hoe het in den oorlog geweest is". Dioeh de bewon derenswaardige, geduldige ijver van de Vlamingen, waarmede zij1 steeds hun door de oorlogen van andere volkeren ver woeste gronden, weer herstellen, heeft alle kenteekenen uitgewischt. Inderdaad, een bezoek aan Yperen zal den nieuws gierigen bezoekers geen denkbeeld van de verwoestingen van den oorlog meer ge ven!" De talen te Brussel. Uit een statistiek over de verdeeling der inwoners van de Brusselsche omge ving volgens de taal, welke zij' spreken en waarvan zij zich bij voorkeur bedie nen, blijkt, dat op1 756.1105 inwoners in 1920 251.024 alleen Fransch spreken, 114.609 alleen Vlaamsch spreken, 850.130 Fransch en Vlaamsch. 11.459 de drie landstalen. Op 756.105 inwoners dus 404.739 die Vlaamsch kennen, waarvan 11.4.609 uit sluitend Vlaamsch. Van de menschen die de twee of drie landstalen kennen verklaarden gewoonlijk te spreken: 201.607 het Fransch, 163.211 het Vlaamsch. Voegt men nu bij deze laatsten zij die enkel Vlaamsch kennen, dan komt. men tot 278.000. Ellende in hel Rijnland. Men schrijft uit het Rijnland aan de „N. R. Crt." Den laatsten tijd beginnen we ons de hongerblokkade gedurende den oorlog le vendiger dan ooit te herinneren. Er is stellig veel verschil, doch ook veel over eenkomst met dat tijdperk van ellende. Toen was er riiets te krijgen, thans is van alles te koop, doch door de onge kende prijzen voor menigeen onbereik baar. In plaats van koffie drinkt men! „Mueke-Fucke", gebrand graan, en wie deftig wil zijn veroorlooft zich de luxe er wat koffieboontjes bij te voegen. Het vleesch, dat in het begin dezer week reeds 60.000 mark per pond voor de ge ringste kwaliteit kostte, en de volgende week wellicht het driedubbele zal kosten, verdwijnt van tafel. Nieuwe aardappelen zijn een Zondagsmaal geworden; wie nog oude heeft is er blij mee. Wellicht schiet er dan nog wat voor groenten over, die evenmin cadeau gegeven worden. Ik kocht laatst een paar pond uien, twee bosjes wortelen en vier kroppen sla, bij elkaar voor 48.000 mark. In huishoudens met kinderen is dus ook aan groenten niet meer te denken. Het wanhopige is het gestadig stijgen der prijzen. De melk, die in het begin van deze week 5000 mark per liter kostte, steeg Vrijdag ineens tot 9000 mark. Het Statistische Bureau te Keulen be rekende dat een familie van vier perso nen den llden Juli per maand een in komen van 3.V2 millioen mark moest heb ben om matig te kunnen leven. Nu zijn er in handel en industrie menschen ge noeg, die een grooter inkomen hebben, met speculeeren worden groote bedragen verdiend. Doch duizenden, millioenen an deren behooren niet tot de papieren élite. Zoo de vele renteniers en gepensioneer den, wier inkomen iedere week in waardo vermindert, die zich gelukkig achten, als ze dingen uit betere dagen kunnen ver- koopen. Verder de jntellectueelen, schrij vers, dokters, advocaten, kunstenaars, die allen 'op zwart zaad zitten. Ze klagen steen en heen, maar niemand bekommert zich om. hen. Hier te lande heeft een groep uit de maatschappij alleen kans van slagen, als er een machtige organi satie gereed staat en met stakingsgeweld kan dreigen. Zoo niet, dan telt men niet mee. Godsdienst en leven. Meerdere bladen maakten onlangs niet zonder ophef melding van een redevoe ring door een Amerikaansch economist van naam gehouden. D'eze rede, zoo heette het, had groot opzien gebaard. En toch werd daarin niets nieuws ge zegd, daar in hoofdzaak gewezen werd op de beteekenis die de godsdienst heeft voor het leven. „D'e zekerheid va.11 ieder en van alles, of het een huis geldt of een chequeboek, een gans of een machine, hangt niet af van parlementen of gerechtshoven, maar van de zedelijke grondslagen, waarop wSj, steunen, kort gezegdvan den godsdienst des volks. Wij: beschouwen een bank-conto en «en hyp'otheekbrief als stukken van waarde, maar in zichzelf hebben zij de ze niet. Hunne waarde hangt geheel af van het eergevoel der juristen, die wet boeken maken, van de rechtvaardig heid der bankbeambten, van de waar digheid der rechters en ten slotte van den zedelijk gezonden geest der ge meenschap,1. Het economisch leven verkeert tegen woordig in zonderlingen toestand. De oogsten zijn goed, de loionen in de meeste landen behoorlijk, geld is er in overvloed. En tochvele knappe men schen vreezen een paniek. Waarom? Hun vrees komt voort uit de ijVertuiging dat heden ten dage groote massa's des volks in geestelijke dwaling verkeeren. In tijden, waarin het ons goed gaat, worden wij extravagant (buitensporig) zorgeloos en egoïstisch. Wij1 vergelen dan God en vertrouwen alleen op eigen kracht. Wij willen alleen profiteeren, niet dienen en offeren. Alleen de wedergeboorte van den gods- dienstigen geest in Europa en Amerika kan helpen en ons redden uit de tegen woordige moeilijkheden. D'e oplossing der groote economische problemen ligt in den godsdienst. Men hoeft ons geleerd, dat de wetge ver den sleutel der situaties iu handen heeft. Onze ervaringen van den laatsten tijd bewijzen duidelijk, dat dit niet zoo is. Hetzelfde vraagstuk heeft zijn fi- nanc-ieele, sociale en nog veel andere zijden. Er is geen wettelijke of technische oplossing mogelijk van geen enkel pro bleem. Wij moeten de natie redden van den gewetenloozen politicus, den gewinzuch- tigen ondernemer en arbeider. Werkelijke godsdienst is voor onze be schaving wat het vliegwiel is voor de ma chine Als een man uit het bedrijfsleven verklaar ik u: wetgeving, vakorganisatie, ondernemershonden, enz. zijn slechts de schalen van hel ei. Wij hebben niet aller eerst behoefte aan meer woningen, meer vrachtwagens, meer fabrieken en meer schepen, meer onderwijs en meer bank relaties, maar aan meer godsdienstI Die zekerheid van gezin en samenle ving is meer afhankelijk van ons in nerlijk godsdienstig leven dan van de politie; de zekerheid van onzen eigen dom en van handel en wandel meer van goede predikanten dan van goede ban ken!" Het. is wel merkw'aardig, dat de ver kondiging van zulke eenvoudige waarhe den in een Christelijk land „groot op zien" kan baren. Een bewijs van den geestelijken ach terstand en achteruitgang. Wat hier gezegd werd, wordt in alle toonaarden dag aan dag verkondigd, vaak met gee 1 ander gevolg) dan dat de mas-af schouderophalend voorbij gaat. Naar Mozes en de profeten wordt niet geluisterd. Zal men luisteren nu een „econoom van naam" zic,h met de verkondiging van deze waarheden belast? (Nieuwe Leidsche Crt.). In het Juli-nr van „Opgang", het bekende Chr. Letterkundig Tijdschrift, tref fen we aan een drietal verzen, waarvan het laatste wel het eenvoudigst en daar door het schoonste is, „Uit oude brieven", naar den 'trant van Sara Burgerhart - Vnet wel aardige gedeelten van Ina, „Over de karakters in de treurspelen van .Corneille en Racine door M. Stevense te Dordt en tot slot een boek;- en muziek bespreking, die inderdaad leiding geeft. „Opwaartsche wegen", het andere Chr. tijdschrift van dien aard, zouden we dit maal wel een Wilma-nr durven noemen^ Wilma's schets „Menschenhanden" (ver volg) vraagt 16 blz. (we lazen ze mét zeer veel genoegen) en J. Haantjes' be spreking van Wilma volgt daar weer on middellijk achter met 14 blz. Dan geeft drs C. Tazelaar een interessante beschou wing over „het huisje aan de sloot" door Carry van Bruggen, dat hij een waardevol boek noemt en wordt ook hier besloten met boekbespreking. O.W. geeft in één nr heel wat te lezen. De zwarte dood en de school. Op welke wijze voorheen het onderwijs gestoord kon worden, blijkt uit een mededecling, dat in liet begin der 17e eeuw tal van Zeeuwsche families be sloten hun zonen naar Dordrecht ter schele te zenden. Curatoren zouden ver- plicht zijn geweest het ruime schoolge bouw nog meer te vergrooten en heli getal praeeetoren te versterken, indien in 1616 niet de pest was tusschen beiden gekomen, die in weinige maanden pl. m. 3500 ingezetenen grafwaarts sleepte. Hon derden verlieten de stad en zochten een veilige schuilplaats en o.m. huurden de Zeeuwsche studenten een schip af, om naar het veilige Zeeland terug te keeren. Doch, zooals de geschiedenis vermeldt, ze „liepen uit de armen van den eenen dood in die van den anderen", want het vaartuig werd bij Willemstad overzeild en op enkelen na vonden zij in de golven den dood. Curatoren stelden twee nieuwe lioogleeraren aan, maar ook deze werden door de pest gedood en de school bleef „eeh weduwe, een schaduw van wat zij was geweest". Welwillende roovets. Te Sassan, een klein stadje op Sardinië, heeft zich .een eigenaardig geval voorge daan dat kinderen, die door roovers wa ren weggevoerd, werden teruggebracht doorroovers. Toen de twee kinderen waren ontvoerd, deed de familie in haar wanhoop over het verlies tenslotte een beroep op Succi een aldaar bekend struik- roover. Doze nam het verzoek welwillend op, rukte met zijn bende uit en bracht twee dagen later beide kinderen bij de familie terug. Russische juweelen in Fraakr ij k. De Parijsche politie heeft een Russisclien jood gearresteerd, die voor een groote waarde aan juweelen in zijn bezit had. Na een borgstelling van 100.000 frs. heeft de politie "den man weer op vrije voeten gesteld. De recherche te Parijs hoopt met deze arrestatie een goede vangst te hebben gedaan, daar zij vermoeden heeft, dat er een wijdvertakt complot bestaat, dat Russische juweelen van adellijke families en kerken afkom stig, over de Fransche grenzen wil smok kelen. In het valies, dat de man hij zich had, yond de politie voor een waarde van 200.000 frs. aan juweelen. Voorts werd ontdekt, dat de Rus bij een bank een safe-loket liad gehuurd, welke bij na der onderzoek voor lVj millioen frs. aan juweelen bleek te bevatten. Een nieuwe oplichterstruc Eenige dagen geleden "stapte een keurig gekleede, voorname dame, voor de deur van een groot warenhuis te New-York uit een limousine. Zij trad binnen en deed verscheidene aankoopen tot een be drag van ongeveer duizend dollar. Daar zij blijkbaar zeer tot haar ontsteltenis be merkte, dat zij geen geld bij zich had, vroeg zij den chef, een jongeman met haar naar het kantoor van haar echtge noot te laten gaan, teneinde het geld in ontvangst te nemen. Zij gaf daarbij het adres op, waar haar echtgenoot zijn zaak had, een zeer voorname wijk van New- York, waar tal van eersterangs handels firma's zijn gevestigd. Haar verzoek werd ingewilligd. Eenige minuten latei' hield de auto stil voor een groot kantoongebouw. De voor name dame stapte uit, gevolgd door den jongen bediende van het warenhuis. In de benedenverdieping van het gebouw was een coiffeurszaak gevestigd. Hier ging de dame met den jongen binnen. Dadelijk werd deze op zachte, doch daarom niet minder stevige wijze door twee bedien den vastgepakt en naar een der stoelen gebracht, met de kennelijke bedoeling hem het haar te knippen. Men deed hem het. witte laken om en, een der barbiers bedienden jnaakte aanstalten, met zijn operatie aan te vangen. Plotseling zag de jonge man de cliënte verdwijnen. Nu werd het hem te machtig, Hij rukte zich los,.smeet in de worsteling, welke ontstond, eenige flesschen haar water en dergelijke ingrediënten op den grond, sloeg met zijn elleboog de ruit van 'n spiegel in en zag, op straat geko men, nog juist de fraaie limousine den hoek omgaan. Weldra was politie ter plaatse. Uit een ingesteld onderzoek bleek, dat de voorname dame den eigenaar der coiffeurszaak had wijsgemaakt, dat zij haar zoon een student bij hem zou brengen. Naar zij voorgaf, wenschte zij, dat haar zoon zich liet haar zou laten knippen. Deze wilde echter niet goed schiks aan haar verzoek voldoen. Daarom had zij den coiffeur verzocht hem des noods met geweld van zijn haardos te ontdoen. Erger dan h e i d e n s c h. Na veertig jaar gelukkig getrouwd te zijn geweest hebben de heer en mevrouw Gi ordano, Italianen, die te New-York woon den, de eehtvereeniging ontbonden door een vreeselijke vechtpartij. De wapens wa ren een dolk, een bijl en twee revolvers. Het gevecht vond plaats even na midder nacht en de 63-jarige heer Giordano was de verliezer. Met een hoofd vol slag- wonden, een lichaam vol dolk'stooten en met bovendien een paar kogels in het lichaam wei'i hij door de politie dood in zijn slaapkamer gevonden. De vrouw was er ooii heel erg aan toe, maar zij1 bleef 'toch meesteres van het slagveld. De aanleiding tot dezen twist was al heel weinig emotioneel. De Giorda no's hadden een goodbeklante groenten- zaak, die echter verkocht was. Nu wilde do vrouw een nieuwe zaak beginnen en de man niet. L e n i n's verregende c 0 p i e. Die eerste uitgaaf van Lenin's volledige werken, welke binnenkort te Moskou zou uitkomen, zal niet verschijnen, daar de gcheele editie door de zware regens, wel- fiet sousterrein van de magazijnen der staatsdrukkerij onder water hadden gezet, is bedorven. Die sovjetpers schat do schade op ruim f 300.000 gulden. Ook veel com munistisch propaganda-materiaal is verlo ren gegaan. D'e voort'vluchtige kapitein Inzake de verduistering van een bedrag van f 44.000 ten nadeele van den Staat der Nederlanden, "door den kapitein der militaire administratie K. li. te Ede, kan nog worden vermeld, dat hij gedurende 2 jaren te Nijmegen woonde en er een goed leven van nam. Hij trad veel op den voorgrond en zag op geen geld. Hij reis de dagelijks op en neer van Nijmegen naar Ede, waar hij werkzaam was op hot bureau van het 10e rog. inf. Over eenige weken zou hij den_ dienst met pen sioen verlaten en moest dus de kas wor den overgenomen door zijn opvolger, zoo- dat dan het tekort aan het licht zou zijn gekomen. Door verlof te nemen kon hij dus voorkomen, dat de gepleegde onre gelmatigheden onmiddellijk ontdekt wer den. Thans is gebleken, dat or reeds eerder een tekort in de kas moest geweest zijn. K. loefde te Nijmegen gescheiden va 11 zijn wettige vrouw. De politie stelt oen uitgebreid onderzoek in. K., die bij zonder corpulent is, zal het moeilijk vallen zich aan het speurend oog van de politie te onttrekken; vermoed wordt echter, dat liij reeds in het buitenland is. Vóór zijn vertrek stelde hij in zijn gehuurde appartementen orde op .zijn zaken; zijn meubelen heeft hij laten opbergen. („Tel.") Ken bewijs. Uit het „Hbld. van Antwerpen" Wij zullen de stad niet noemen waar het gebeurde. De agenten hadden speciale opdracht ontvangen 's avonds bijzonder te letten op de velo's zonder licht. Een agent stond dezer dagen op de loer, toen eensklaps een velo zonder licht kwam aangereden. Halt, riep hij, en de velo bleef subiet staan. Wat blieft er' u? zegde de velo- rijder. Gij rijdt zonder licht. Bardon, 'k heb een electrische lan taarn en die brandt maar als ik rij. Ik zeg u, dat zij niet brandt als gij rijdt, bulderde de agent. Pardon, meneer, ma,g ik het 'u too- nen? Ja, antwoordde de slimme agent. En de yelorijder sprong op zijnen velo en reed weg, en rijdt nog. Uit de oude doos. In vroeger© jaren werd de onderwijzer voor allerlei diensten gébruikt. In bet Noorden van ons land wordt hij, met name in de dorpen, dan ook lieden ten dage nog dikwijls „de Koster" ge noemd. Gewoonlijk toch was hem, behalve het onderwijzen der jeugd, ook opgedragen als Koster der kerk, als klokkenluider, enz. enz. te fungeeren. Voor de oudste leerlingen der scholen was in 't bijzonder dat klokkenluiden, dat do meester gaarne aan hen toevertrouw de, een heerlijke^ afwisseling in hun school leven en een gezonde lichaamsbeweging. Maar .ook meer „geestelijke" "diensten werden door hen verricht. Het gevolg daarvan was, dat de school meesters, pok in do provincie Gelderland wel eens huiten hun hoekje gingen en weer tot do orde moesten worden geroe pen. Wij lazen dezer dagen een sterk spre kend staaltje "daarvan. D© particuliere synode van Arnhem van 1593 zette den meester van Hien en Diodewaard terecht. Het geval wordt in de Handelingen dier synode aldus beschreven: „Met Antonio Nicolai, schoelmeister tot Hijen ende Dornwerde, is daerin gehan- dclt, dat hij neffens sijnen schoeldienst in den heiligen ministerio als kinder te doopen, eehteluiden te trouwen etc. niet attonteren, ende overmitz hij sick! dessen onderwonden hadde, heeft den synodes hem scherpelick daerover gestrafft, also dat hij rouwe ende boete bewesen, oêck met handtastinge belooft sulck'e partes mi- nisterii niet meer te willen gebruicken. Ende daermede nochtans in genoemde Kercken het ministerium niet gansch de- solaet zij, heeft men hem toegelaeten, dat hij aen den Sondagen die psalmen singen, die gebeden in den Catechismo registreert, item dat Oude ende Nieuwe Testamentalles iu duijtsch der ge- meinte vorlesen mach." (Ouderblad.) Millioenen 0 p den b d e 111 der zee. In de diepte van den oceaan of I) eg raven op de kleine eilanden in de Zuidzee liggen zoo groote schatten aan goud, zilver en edelsteenen, dat daarmee het schadevergoedingsvraagst'uk, waarbij de geheele wereld direct belang heeft, ware op te lossen. Een Amerikaan, Ralph D. Paine, gcefl in zijn boek: „De begraven schatten der wereld" een interessant overzicht over deze rijkdommen, welke de fantasie der menschen sedert lang bezighouden, steeds weer avontuurlijke schatgravers tol onderzoekingen inspi- reeren en toch tot dusver aan de men- schelijke hebzucht zijn ontkomen. Een groot deel van deze schatten bevindt zich in de wrakken van de zoo trotsche Ar mada',, de Spaansche vloot, die de fabel achtige goudvoorraden van Zuid-Ame- rika naar Spanje zou overbrengen. Do grootste schal, welke ooit verloren ging, is volgens Paine, in de baai van Vigo te vinden, waar in het jaar 1702 een aantal schepen is vergaan, welke ongeveer 25 millioen pond sterling goud aan boord hadden. In de Tobermorybaai is de „Flo- rencia" vergaan, die goud ter waarde van vier millioen pond sterling bij zicli had. Een ander goudschip, de „Saint Andrew", ligt in een baai aan de kust van Cornwall; het bevatte baren goud en zil ver, zilveren sieraden, kostbare stoenen en tapijten en vier schitterende uitrus tingen van deft koning va.n Portugal. Do grootste goudschatten zijn wel door zee- roovers opgeslagen, nadat zij voor de wrekende gerechtigheid de vlucht hadden genomen. De zeeroovers van de zestien de en zeventiende eeuw kaapten de sche pen, die de schatten van verre landen naar Europa zouden brengen en zij ver zamelden ongelooflijke rijkdommen. Zoo is b.v. het Cocoseiland bekend als een oord, waar de zeeroovers goud en zilver ter waarde van 12 millioen dollar verbor gen moeten hebben. De buit, die de pi raten bij de plundering van de rijkste steden van Zuid-Amerikaansche kusten in handen viel, moet op het eiland Trini dad begraven zijn, waarheen de roovers, na achtervolging door Engelsche schepen de vlucht namen. Tal van expedities zijn natuurlijk reeds naar Trinidacl onderno men, 0111 nasporingen te doen, maar alle nasporingen en opgravingen zijn tot dus ver vergeefsch geweest. Wellicht cchler wordt eens de sleutel tot dit geheim ge vonden en de vinders van deze schatten zullen dan zonder twijfel tot de rijksle lieden ter wereld gerekend moeten wor den. Een andere schat, die nog altijd op ontdekking wacht, is die van den Chi- neeschen mandarijn Chan Lee Sucv, die, toen de Engelschen Manilla bezetten, zijn rijkdommen tevoren in allerijl had begraven. Deze schat, bestaande uit een hoeveelheid van de kostbaarste edelge- steenen, ligt op Luzop, een van de Philip- pijnen, en zij moet verborgen zijn in de moerassen van de Rio Grande. Op de Salvageilanden, ten zuiden van Madeira, is een groote hoeveelheid goud en zilver in met ijzer beslagen kisten voorhanden. Deze schat moet bewaard worden door het geraamte van een scheepskapitein en de meest fantastische legenden doen de ronde er over, zonder dat men de waar heid ooit op het spoor is gekomen. Slechts zelden is het gehikt, zeeroovers voor hun dood hun buit afhandig te ma- kon. Een geval, waarover betrouwbare gegevens bestaan, is dat van den Engel schen kapitein Ividd, die op het Gardiner- eiland in 1699 een schat ontdekte, welke geheel behouden is gebleven. Motten. Die „Manufacturier" schreef over dit dier het volgende: Het is een bij'zoniier kieskeurig vlier- soort; linnen versmaden zij' en ook ka toen, behalve wanneer dit laatste vettig is. Zij geven do voorkeur aan bont en zuivere wol en zijn dus met recht de schrik der huisvrouwen en winkeliers. Het vlugge vlindermotje, dat 's zomers opééns uw raam in komt vliegen, heeft snoode plannen in zijn kleinen holliet zoekt het allerdonkersto hoekje op', 0111 er een honderdtal eieren te leggen! J)ol hoekje is daarna vrijwel naar de maan! Want de larven, die uit de eitjes komen, verpoppen zich in een kokertje, gemaakt van liet materiaal van het hoekje. Dus, behalve dat z|ij' zich voeden met. die stof, gebiuiken zij1 haar ook als woning. Bovendien maken zij', als deze plaats kaalgevreten is, daarnaast een nieuwe, ÏJ kent, wed ik, allemaal wel, hij dure ondervinding, de witte, kokervormigo draadjes, waar de motlenw'unn in huist. Binnen tien weken is de larve volwas sen en dan duurt het pop-proces nog veertien dagen door. Bij koude en niet voldoenden voedselvoorraad kunnen deze perioden langer duren. Gewoonlijk ver schijnt er één generatie per jaar en vliegt de mot van Juni tot Augustus, maar bij een extra warm en lang voor jaar- en zomerseizoen kan men op' twee broedsels rekenen en zijn cr motten van April tot October (van 't jaar is daar dus geen gevaar voor). De besmetting heeft in den herfst plaats maar de vroolijke ontdekking doet, u eerst maanden later zoo ongeveer in den schoonmaaktijd. In hoe kouder ruimte u uw wol en bont. bewaart, des te heter, w'ant koude verdragen zij niet. Bij een temperatuur van niet hooger dan 40 gr. Fahrenheit blijven de schatjes rustig slapen. Bij een voor hen gunstige tempera tuur komen zij! echter binnen zes we ken al te voorschijn. Lavendelbloemen, cayennepeper en eucalyptusbladeren doen de dieren niets, maar het zijn middeltjes waar menige huisvrouw1 bij blijft zweren. Het beste verdelgingsmiddel is en blijftVeel uitschudden, uitkloppen en uitschuieren en dikwijls blootstellen aan lucht en zonnelicht. Kamfer en naphtaline verhinderen door Jrun scherpen geur den vliegenden motten om daar eieren te leggen; maar zij doo- den do dieren of larven niet. Pak uw bont eerst in veel kranten, daarna in nog eenige vellen papier; dat is de allerbeste afsluiting.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1923 | | pagina 6