%o 247 Dinsdag 24 Juli 1923 37e Jaargang IN DEN MAALSTROOM. Buitenland. FEUILLETON. Drukkers-Exploitanten OOSTERBAAN LE COINTRE GOES Bureaux: Lange Vorststraat'68—70, Goes Tel.: Redactie no. 11; Administratie no. 58 Postrekening No. 36000. Bijkantoor te Middelburg: Firma F. P. DHUIj, L. Burg. Tel. no. 259 Wetsschennis. Onder het opschrift: „Tegenspraak nocdig", schrijft „De Standaard": In de Memorie van Toelichting, be- hoorende bij het wetsontwerp betref fende de lijkverbranding, schreven de Ministers van Binnenl. Zaken en'van Justitie: dat volgens de Begrafeniswet eik overleden persoon moet worden begraven; flat door de wet niemand met de naleving van deze verplichting is belast en dat van deze leemte ge bruik wordt gemaakt om de lijkver branding, schoon door de wet uitge sloten, toe te passen. De lijkverbranding door de wet uit gesloten, dus in strijd met de wet. En nu meldden ons de bladen, dat de Regeering, die dit schreef, zich deed vertegenwoordigen bij de haars in ziens dus onwettige verbranding van het stoffelijk overschot van Louis Cou perus en dat namens haar bij die ge legenheid een hoofdambtenaar het woord voerde. Wij kunnen niet aannemen, dat dit bericht juist is; dat de Regeering op die manier haar sanctie zou hebben gegeven aan weisschennis; en wachten dus tegenspraak van het dagbladbericht. Het wetsontwerp, door ,,De Stan daard" bedoeld, aagtóektent. al van den jare 1920, op welk tijdstip al meer dan driehonderd „Verasschin- gen" of verbrandingen van lijken had den plaats gehad. Het is ook' niet de eerste maal, dat van regeerings- zijde men bij een dergelijke lijkver branding; tegenwoordig w.a's. In 1910 bij de verassching van wijlen het Ka merlid mr van Deventer was zelfs de toenmalige minister van Binnenland- scihe Zaken, Mr Cort van der Linden tegenwoordig, een gevat, minstens nog erger dan het thans door „De "Stan daard" terecht gewraakte. Het artikel in „De Standaard" roept echter nog lieel wat meer beden kingen, reeds vroeger geuit, weder haar voren. Hei'haadellijk toch is door de pers, onder voorgang van prof. Fabius, in „Studiën en Schetsen", er op ge wezen, dat de regeering zich vergist, wanneer zij beweert, dat door de wet niemand met de naleving van de ver plichting1 tot begraven is blelast, en er derhalve een leemte in de Begrafenis wet is. Immers art. 9 van genoemde wet legt de Verantwoordelijkheid dat er begraven wordt op deschouders der burgemeesters. Deze toch zijn aansprakelijk er voor dat artikel 1 dier wet, waarin staat dat er ten allen tijde moet begraven worden, wordt uitgevoerd. De ministers van binnenlandsche zaken, ook die uit een vorig kabinet, werden op dit verzuim reeds meerma len attent. Het is dan ook een ernstig geval. Een minister, die niet voldoet aan een voorschrift der wet, is vervolg baar en strafbaar op grond van aft. 355 sub 4 van het. Wetbioek! van Straf recht, waarin 'straf bedreigd wordt tegen ministers, „die opzettelijk' na laten uitvoering te geven .aan wetten, (welker) uitvoering tol hunne ministe- riëete departementen behoort of uit drekkelijk hün is opgedragen." 20). Niet, dat hij twijfelde aan haar deugd en haar oprechtheid, nadat hij haar ware natuur meer en meer had doorgrond, maar teedere glans van zijn liefde was weg. Ru had opgegeven een jongen te zijn en was ©en man geworden, wiens levens droom was vernietigd. Toch werkte hij dapper voort. Isabella- had hem nog altijd ■•V 'j6' zcma's hij gehoopt had^ maar zq had hem toch lief en met die liefde trachtte hij. tevreden te zijn. En dus werd toelage van zijn oom geheel aan haar overhandigd en een groot deel daarvan werd1 zonder zijn medeweten gezonden naar uien kolonel. Groote zaken begonnen :m om rechtskundig advies te vragen èn advocaten, die vergrijsd waren in den dienst, spraken «ver hem als een man, the een toekomst had. Toen kwam het faillissement van zijn oom. in het eerst kon hij het nauwelijks gelooven. Hij was toevallig niet in Lon den toen hij het nieuws voor het eerst hoorde ,en het trof hem als een donder slag en maakte hem ongeschikt voor zijn werk. Hij moest naar huis en er met zijn vrouw over praten en regelingen met haar treffen voor de toekomst. Op weg naar huis maakte hij berekeningen. Hij' ver ifier schijnt derhalve nog iets meer dan „tegenspraak' noodig"'. „Mussolini" verdwenen. Een der nieuwe vulcaankegels, die zich bij de jongste Etna-uitbarstingen gevormd had en die, uit reverentie voor den zoo niet vuurspuwend en, dan toch van patri ottisch vuur blakenden eersten minister van Italië, Monte Musolini was gedoopt, is dezer dagen ook op zijn beurt aan het spuwen geraakt. Deze onsmakelijke be zigheid bereikte ten slotte zulk een inten siteit, dat de lieele vulcanische kegel zich zelf geheel aan stukken blies, dus een voudig een roemloozen zelfmoord pleegde. Dies is de Monte Mussolini na een kort stondig bestaan van dit aardrijk verdwe nen. Vijanden van Mussolini zien in deze gebeurtenis een ongunstig voorteeken. Uit Rusland. Er heeft zich den laatsten tijd in de groote steden in Rusland een uitgebreide straathandel ontwikkeld, welke geheel in handen van speculanten is. Het ongeluk wil, dat zeer velen gedwongen zijn tot dezen straathandel hun toevlucht te ne men, doordat de coöperaties niet altijd afdoende maatregelen voor de levensmid delenvoorziening genomen hebben, zoo idat men nog vaak in de rij moet staan om het product te krijgen. Aangezien de meeste menschen, uit hoofde hunner, be zigheden, daartoe geen gelegenheid heb ben, zijn zeer velen genoodzaakt op de vrije markt de levensmiddelen tegen hoo- gen prijs te koopen. Uit het Ruhrgehied. Fritz Thyssen, de bekende groot-in dustrieel, die op het oogenblik te Berlijn vertoeft, heeft aan een medewerker van het Acht Uhr Abendblatt verklaard, dat de bevolking van het Roergebied zich nooit zal onderwerpen, ondanks den nood waarin zij verkeert en ondanks de wan toestanden, die in het Roergebied heer- schen. Iedereen is vogelvrij en kan mor gen in hechtenis worden genomen. De industrie ligt stil en lijdt ongekende ver liezen. Op de meeste ondernemingen wordt in het geheel niet gewerkt. De ko lenmijnen produceeren niets en de ko- lenvoorraden verminderen snel. Spoedig zal de dag aanbreken waarop in het rijk ste kolengebied van Europa geen kolen meer zullen zijn. Ten minste zes maanden zal het cluren voor de industrie - van het Roergebied, weer normaal zal kunnen werken en haar vroeger voortbrengingsvermogen zal heb ben verkregen. Steeds dreigender wordt intusschen het gebrek aan levensmiddelen. Een catastrophe zal vermoedelijk onver mijdelijk zijn in den herfst op liet tijdstip van 4e aardappelentransporten. Aardap pelen zijn voor de bevolking van hei- Roergebied stee'ds het belangrijkste voed sel geweest en indien de Franschen niet voor de noodige aardappelen zorgen, zal men in cle eerste maanden van het na jaar op de grootste moeilijkheden kunnen rekenen. Da werker Poincaré. Van alle. minister-presidenten, schrijft de „Croix", die Frankrijk de laatste tien- gelijk zijn gewone verdiensten en de kos ten van een huishouding en het scheen hem toe, dat de zaken er nog zoo slecht niet uitzagen. Tenslotte zou hij gelukkiger zijn als hij zijn eigen brood geheel ver diende, dan nu hij gedeeltelijk afhanke lijk' was van de liefdadigheid van een ander. Isabella zou den slag dapper dra gen, en ofschoon zij misschien nog een paar jaar zuinig zouden moeten leven, zou fiij met verhoogden ijver een goede toekomst tegemoet gaan. Toen hij dicht bij Londen kwam, was 'hij bijna blij, dat d© staf, waarop hij' geleund had, was ge broken, en hij stelde zich voor, hoe zijn vrouw hem zou troosten met lieve, be moedigende woorden. Toen hij zijn huis bereikte, vond hij daar niet alleen Isabella, maar ook haar vader. Hij had reeds van het faillisse ment .gehoord en was regelrecht naar Londen gekomen. De kolonel was woedend. Hij diep met groote passen de kamer op en neer en draaide Voortdurend zijn snor op daarbij hevig vloekende. „Dat komt er nu van, als men zich in laat met menschen, die beneden iemand staan!" .riep hij uit, „daarvoor is mijn dochter nu getrouwd met iemand uit den mffijjëren .stand f Zij had een rrjkë vrouw kunflln zijp en nu is zij' straatarm'. „Ik moet u zeggen, kolonel Tempest, dat (het mij- evenzeer grieft als u", ant woordde Steven stijfjes, „maar ik wist er niet van, hoe de zaken stonden. Mijn Ve s-f r is<s c he ui t3 en verkwikken^ A. J. P's FftftMiSOZENSAUS over A. i. P s VAN1LLE-CRÊNIEPUDDING. Puddingfabriek A. J. POLAK, Groningen. I—lïïf—Ml——W—I— III— HW1I I 111 I II l Hl lallen jaren gehad heeft, heeft er geen zooveel geschreven als Poincarë, die, on vermoeibaar, nog den tijd vindt om tal rijke redevoeringen uit te spreken. Het grootste gedeelte van zijn tijd brengt Poincaré in zijn werkkamer door met no- teeren en schrijven. Er verschijnt geen do cument van zijn ministerie, plechtige in structie aan een gezant of eenvoudige dienstnota dat de minister-president niet persoonlijk onderzocht, verbeterd en vaak zelfs geheel nieuw geredigeerd heeft. En de persoon, die met het onderhoud! van het presidentieel vertrek belast is, heeft verteldPoincaré gebruikt meer pen nen in één week, dan Briand er in zijn lieele ministerieele leven heeft noodig ge had. Poincaré, de minister-president, die het meeste schrijft, houdt ook de meeste redevoeringen. Soms schijnt het, óf hij geen slaap meer noodig heeft. Als hij nu ook eens zoo krachtig mee werkte aan het herstel van Europa, zou den de gunstige gevolgen daarvan mis schien niet uitblijven. De tarweoogst in Canada. Een telegram uit Ottawa behelst, dat oen officieel onderzoek naar de oogst- vooruitzichten van Westelijk Canada de vroegere rapporten bevestigt, dat men den grootsfcen oogst in de geschiedenis van Canada kan voorzien. De totale tarweoogst wordt op 500 mil- lioen schepel geschat of 100 millioen hoo- ger dan de hooge oogst van 't vorig jaar. Nooit is het vooruitzicht omstreeks half Juli beter geweest. Met het oog op een tekort aan arbeids krachten van 10.000 man, dat in Canada verwacht ivordt, zullen op 27 Juli, 3 en 4 Augustus schepen uit Southampton, Glas gow, Liverpool en Belfast Engelsche oogst- arbeiders aanvoeren. De arbeidsloonen zullen waarschijnlijk 17 shilling per dag en de kost zijn. Poincaré's rede. Bij gelegenheid van de onthulling van |iel. ooi logs monument te Villiers Cotterets, Iveeft Poincaré een rede gehouden, waar in hij vooral waarschuwde tegen het industrieele gevaar, dat D'uitschland op1- leveij. Poincaré besprak de moedwillige ver woestingen, welke de Duitsche legers in 1918 in het. Aise-dep'artement aangericht hadden. Deze maakten deel van het wreedaardig program, dat, gelijk de Fran- sche regeering door authentieke docu menten kan bewij'zen, de D'uitsche gene rale staf speciaal had laten opstellen en op de meest nauwgezette wijze heeft toegepast. Geheele fabrieken, werkplaat sen en spinnerijen werden ten doode gedoemd. Té St. Qüentin b.v. werden de machinerieën niet alleen buiten werk gesteld, doOji moedwillig aan stukken geslagen. Al het mogelijke werd gedaan om een herleving van cleze industrie on mogelijk te maken. Duitschland ruïneer de de geheele industrie en zeide toen: Ik' daag u thans uit, om' deze industrie weer op de been te brengen. Ik heb een voorsprong, dien gij niet spoedig zult inhalen. 'oom heeft mij' nooit iets betreffende zijn zaken toevertrouwd". „Wiat ga je nu doen?" riep de kolonel uit, bijna buiten zichzelf. „Ik ben van plan hard te werken. Mis schien valt het no-g mee, met wat ik kan verdienen. Ik begin hier al vasten voet te krijgen en ik geloof zeker, dat Isabella en ik ons wel kunnen redden. Ik had eigenlijk die toelage van mijn oom al lang niet meer noodig". „Niet meer noodig? Ben je dan een Rotschild, dat je zoo spreekt? Je bent met de dochter van een edelman getrouwd jonge man. Wat heb je om een dochter uit zulk een familië te .onderhouden?" „Wiel, ik zal zien, dat ik zooveel mo gelijk bij' elkaar krijg, misschien wordt het drie duizend gulden per "jaar". „Drie duizend gulden per jaar, jij'jeug dige schurk! En heb je werkelijk de aanmatiging om mijn dochter daarvan te willen onderhouden?" „Het is niet veel, dat weet ik. Maar het is genoeg om er van te leven tot er betere dagen komen". „Betere 'dagen, ba! O, ik 'vervloek je; ik vervloek den dag, dat ik mij inliet met dien schurk van een ooon van je. O, dat ik, een edelman, mijn vingers mioest bevuilen door de aanraking met zulk een smerigen ellendeling?'. „Het is hier geen plaats voor achter buurttaal, kolonel Tempest", zei Steven. „Bovendien weet ik zeker, dat Isabella er niet over denkt als u. Zij heeft mis- Poincaré maakt dan een tegenstelling lusschen het feil, dat Frankrijk zich zoo krachtig mogelijk poogt te herstellen en de pogingen, welke Duitschland doet om zich aan elk herstel te onttrekken. Dit is het oogenblik, ging Poincaré voort, dat door een eminent staatsman-, een voormaligen premier van een bond genoot uitgekozen is om den toestand van Duilschland en Frankrijk te verwar ren en te zeggen, dat het vermakelijk is, dal. wij-, Franschen, terwijl wijl onze uiter ste krachten aan het herstel wijden, Duitschland verwijten, dal hel groot© uit gaven voor zij'n eigen herstel doet. Wat bedoelde L'.oyd George daarmedg? Wan neer Duitschland zich herstelt, zijn sploor- iwegen uitbreidt, nieuwe kanalen graaft, herstelt het dan soms de oorlogsschade? En hoe worden de gelden daartoe ver kregen? AVorden die gelden niet feitelijk aan onze aanspraken onthouden? Lloyd George mag dit vermakelijk noemen, voor Frankrijk is het dieptreurig en onduld baar. Aan de hand van een document van den Duitischen generalen staf zette Poin caré vervolgens uiteen, hoe de verschil lende industrieën moesten vernietigd wor den en zeide danLloyd George had zelf een exemplaar van dit document in han den, toen in 191.9 het vredesverdrag werd .opgesteld. Is het inderdaad mogelijk, dat ïiij' al deze infame dingen heeft gelezen en ze thans reeds weder vergeten is? Als wij de onvoorzichtigheid begaan, besloot Poincaré, om op dit oogenblik een bedrag va;st te stellen van hetgeen Duitschland moet betalen, zal Duitschland door dien willekeurigen maatregel nader hand in staat worden gesteld zijn bui tengewone industrieele macht tegen ons aan to wenden. Om aan ©en dergelijk ge vaar te ontsnappen, is het noodig, dat Engeland, B,elgic, Italië en Frankrijk zich nauwer dan ooit aaneensluiten. Wij moeten de werkelijkheid in het oog honden en ous niet laten misleiden door het beeld van ©en verarmd Duitsch land, dat voor altjjd tot Onmacht zou Izijh gedoemd om zijn schulden te betalen. Wij moeten de waarheid die achter deze camouflage steekt, zien. Ten einde een volledigen indruk der Verwoestingen en van Dluitschlands schuld alsmede van de betalingscapaciteit van dat land te krijgen zal het voldoende zijn een bezoek te brengen aan het Aise- departement, gevolgd door een reis naar het Roergebied en wanneer men dit heeft aanschouwd, zal men leergeld heb ben gekregen. En hiertoe hebben' wij geen experts, evenmin als internationale des kundigen, doch slechts mannen met een gezonden geest noodig. Laat ons hopen, dat d© herinnering aan ■de gemeenschappelijke roemrijke overwin ning niet te niet zal worden gedaan en dat niet het veld zal worden geruimd voor ©en buitenlandsche plutocratie. Laat ons hopen, dat de ooigen, die thans nog gesloten zijn, zullen worden.geoptend Voor het getuigenis, dat voor de hand ligt en laat ons tevens hopen, dat niemand 'het zal moeten betreuren deze duidelijke waarschuwing van Frankrijk in den wind te hebben geslagen. Korte berichten. Ook te Gleiwitz in Duitsch Opper- Silezië zijn opstootjes wegens de duurte der levensmiddelen voorgekomen. schien recht tot verwijten, maar u niet". Al dien tijd had Isabella er bij gestaan zonder iets te zeggen, maar op deze: woorden mengde zij zich in het gesprek. „Ik zeg, wat mijn vader zegt", zeide zij hartstochtelijk'. „Je schijnt te vergeten Steven Edgcumbe, dat ik een dame ben en het was alleen, omdat men zei, dat je o-om zoo rijk was, dat we ons ooit met jou of hem hebben bemoeid. Dienk je, dat ik mijn naam aan de jouwe zou hebben verbonden, als je arm waart geweest?"! Dieze brutaliteit was voor Steven een slag in het gezicht. Voor de eerste maal zag hij h-et masker vallen van liet gelaat zijner vrouw; zij was geen liefdevolle echtgenoote zooals hij 'gedacht had. Zij gaf- niets om hem; hij was slechts de toe komstige erfgenaam van een rijk man en daarom was zij met hem getrouwd. „Eu had je mij dan niet lief?" zei hij. „Liefde!" riep zij hartstochtelijk uit. „Wiat was er voor aantrekkelijks in jou onzinnige, verheven begrippen, dat ik je zou hebben liefgehad? Maar je hebt ons allen bedrogen; je hebt mijn leven geruï neerd". „Ja, en dan te denken, dat Hussey, die tien duizend per jaar vast heeft, met haar wilde trouwen!" riep de kolonel uit, „tien duizend per jaar. Het is wel niet genoeg om veel mee te doen, maar het is toch een aardig inkomen. Maar ik ver trouwde op een leelijken plebejer, een handelsman, omdat men zeide, dat hij! honderd duizend per jaar had en dat jij' VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG Abonnementsprijs: Per 3 maanden, franco per post, f 3.— Losse nummers f 0.05 Prijs der Advertentiën: 14 regels f 1.20, elke regel meer 30 et. Bij abonnement belangrijke korting. Voor verschillende winkels ontstonden relletjes, daar men de winkeliers wilde dwingen de prijzen der levensmiddelen te verlagen. Vele winkeliers gaven om erger te voorkomen aan den eiscli gehoor. Om een einde te maken aan het opdrijven der papierprijzen heeft het Duit sche rijksministerie van economie voor het tijdvak van 15—31 Juli een maxi mum prijs voor rotatiepapier vastgesteld van 7600 mark per K.G. "De fabrikanten zijn daar niet mee tevreden en hebben nu de levering aan de dagbladen gestaakt. Volgens bericht uit Karlsbad zijn aldaar tot dusver 17000 badgasten ingeschreven. 'Dat is een toename van ruim 7000, vergeleken bij de cijfers van het vreemdelingen-verkeer van het vorige jaar. Bij Gothenburg is Zondag een vracht auto, die voor passagiersverkeer was in gericht, met een trein in botsing ge komen. Van de 32 passagiers bleven er slechts drie ongedeerd. Vijf werden qp slag gedood en een werd levensgevaarlijk gewond. In een fabriek te Luxemburg is een muur ingestort, waardoor 3 arbei ders gedood zijn. Een vierde is gewond. De schade, door den handel bij de levensmiddelenrelletjes te Bres la u geleden, bedraagt 700 milliard mark. Officieel wordt, medegedeeld, dat er Vrijdag en in den nacht op Zaterdag 109 winkels zijn geplunderd. Inmiddels is de uitzonderingstoestand alweer opgehe ven nadat de rust in de gansche stad was hersteld. Sinds Zaterdag hebben er geen incidenten meer plaats gehad. In de afdeeling voor krankzinnigen te Berlijn-Moabit is het in den nacht van Zondag op Maandag erg rumoerig ge weest. De 25 gevangenen, die zich in deze afdeeling in observatie bevonden, sloe gen alles kort en klein en verbrijzelden de ruiten. Met behulp van de Schupo kon de orde worden hersteld. Do Berlijnsche tramtarieven worden morgen met 100 pet. verhoogd. Een rit zal dan 6000 mark kosten. Te Evreux zijn twee auto's op el kaar gebotst. Vijf personen zijn ge dood en de anderen gewond. In tegenstelling met Roemeirië zal Servië het vredesverdrag van Lausanne niet onderteekenen, daar het ze kere economische en financieele bepalin gen ervan onaannemelijk acht. Volgens berichten van de Russische grens is in verschillende streken in Zuid- Oekraine de Aziatische cholera uit gebroken. Met het oog op het onL breken aan sanitaire maatregelen vreest men voor een ernstige uitbreiding dei- epidemie. De hittegolf. D© temperatuur in Marokko heeft een recordhoogte be reikt. Die thermoimeterstanct Was 129.2 gr. Fahrenheid. Alle werkzaamheden zijn ge staald:. Ook de handel staat geheel stil. Die hittegolf is over geheel Noord-Ita- lië gevolgd door geweldige stormen, welke groote schade hebben Veroorzaakt. De emigratie uit Italië ge durende het eerste halfjaar van 1923 heeft volgens een draadloos bericht ongeveer alles zou krijgen". In hun woede en teleurstelling hadden zij1 bijna iedere zelfbeheersehing verloren en wisten zij nauwelijks wat zij zeiden. Al het ruwe en leelijke van hun ziel kwam nu aan de oppervlakte en Steven's hart kromp ineen van pijn. „Maar", riep de jonge man uit, „zou je liever met Hussey getrouwd zijn dan m-et mij? Je hebt miij gezegd, dat je mij lief had. alleen om mij zelf". „Je hebt het recht niet mij' dat te vra gen!" riep zij' uit. Er werd op de deur geklopt. Het was het dienstmeisje, dat een paar brieven bracht. Steven nam ze aan en toen hij1 het handschrift bekeek, opende hij' .één. er van dadelijk. „Hier is een brief van mijn oom", zei hij, „laat ons zien, wat hij schrijft". „Ja, laat ons hooren, wat hij zegt", riep de kolonel uit, „maar het kan niet veel goed zijn. Alles zal worden verkocht en de schurk zal niet eens in staat zijn om meer dan zeven procent uit te be talen, zeggen de bladen". „Hij komt morgen hier", zei Steven, „en zal dan zeggen, hoe de zaken staan". „Komt hier morgen?' zeg je. Dan zal ik óók komen. Ik zal den schelm eens de waarheid zeggen; ik zal hem laten voelen, wat het is met een heer te doen te hebben. Ik zal ik zal maar wat zegt hij. Lee3 eens voor!" iaj -i-.i1.jH LI i'i I J (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1923 | | pagina 1