%o 247
Dinsdag 24 Juli 1923
37e Jaargang
IN DEN MAALSTROOM.
Buitenland.
FEUILLETON.
Drukkers-Exploitanten
OOSTERBAAN LE COINTRE GOES
Bureaux: Lange Vorststraat'68—70, Goes
Tel.: Redactie no. 11; Administratie no. 58
Postrekening No. 36000.
Bijkantoor te Middelburg:
Firma F. P. DHUIj, L. Burg. Tel. no. 259
Wetsschennis.
Onder het opschrift: „Tegenspraak
nocdig", schrijft „De Standaard":
In de Memorie van Toelichting, be-
hoorende bij het wetsontwerp betref
fende de lijkverbranding, schreven de
Ministers van Binnenl. Zaken en'van
Justitie: dat volgens de Begrafeniswet
eik overleden persoon moet worden
begraven; flat door de wet niemand
met de naleving van deze verplichting
is belast en dat van deze leemte ge
bruik wordt gemaakt om de lijkver
branding, schoon door de wet uitge
sloten, toe te passen.
De lijkverbranding door de wet uit
gesloten, dus in strijd met de wet.
En nu meldden ons de bladen, dat
de Regeering, die dit schreef, zich deed
vertegenwoordigen bij de haars in
ziens dus onwettige verbranding van
het stoffelijk overschot van Louis Cou
perus en dat namens haar bij die ge
legenheid een hoofdambtenaar het
woord voerde.
Wij kunnen niet aannemen, dat dit
bericht juist is; dat de Regeering op
die manier haar sanctie zou hebben
gegeven aan weisschennis; en wachten
dus tegenspraak van het dagbladbericht.
Het wetsontwerp, door ,,De Stan
daard" bedoeld, aagtóektent. al van
den jare 1920, op welk tijdstip al
meer dan driehonderd „Verasschin-
gen" of verbrandingen van lijken had
den plaats gehad. Het is ook' niet
de eerste maal, dat van regeerings-
zijde men bij een dergelijke lijkver
branding; tegenwoordig w.a's. In 1910
bij de verassching van wijlen het Ka
merlid mr van Deventer was zelfs de
toenmalige minister van Binnenland-
scihe Zaken, Mr Cort van der Linden
tegenwoordig, een gevat, minstens nog
erger dan het thans door „De "Stan
daard" terecht gewraakte.
Het artikel in „De Standaard" roept
echter nog lieel wat meer beden
kingen, reeds vroeger geuit, weder
haar voren.
Hei'haadellijk toch is door de pers,
onder voorgang van prof. Fabius, in
„Studiën en Schetsen", er op ge
wezen, dat de regeering zich vergist,
wanneer zij beweert, dat door de wet
niemand met de naleving van de ver
plichting1 tot begraven is blelast, en er
derhalve een leemte in de Begrafenis
wet is. Immers art. 9 van genoemde
wet legt de Verantwoordelijkheid dat
er begraven wordt op deschouders
der burgemeesters. Deze toch zijn
aansprakelijk er voor dat artikel 1
dier wet, waarin staat dat er ten allen
tijde moet begraven worden, wordt
uitgevoerd.
De ministers van binnenlandsche
zaken, ook die uit een vorig kabinet,
werden op dit verzuim reeds meerma
len attent.
Het is dan ook een ernstig geval.
Een minister, die niet voldoet aan
een voorschrift der wet, is vervolg
baar en strafbaar op grond van aft.
355 sub 4 van het. Wetbioek! van Straf
recht, waarin 'straf bedreigd wordt
tegen ministers, „die opzettelijk' na
laten uitvoering te geven .aan wetten,
(welker) uitvoering tol hunne ministe-
riëete departementen behoort of uit
drekkelijk hün is opgedragen."
20).
Niet, dat hij twijfelde aan haar deugd
en haar oprechtheid, nadat hij haar ware
natuur meer en meer had doorgrond, maar
teedere glans van zijn liefde was weg.
Ru had opgegeven een jongen te zijn
en was ©en man geworden, wiens levens
droom was vernietigd. Toch werkte hij
dapper voort. Isabella- had hem nog altijd
■•V 'j6' zcma's hij gehoopt had^ maar
zq had hem toch lief en met die liefde
trachtte hij. tevreden te zijn. En dus werd
toelage van zijn oom geheel aan haar
overhandigd en een groot deel daarvan
werd1 zonder zijn medeweten gezonden
naar uien kolonel. Groote zaken begonnen
:m om rechtskundig advies te vragen èn
advocaten, die vergrijsd waren in den
dienst, spraken «ver hem als een man,
the een toekomst had.
Toen kwam het faillissement van zijn
oom. in het eerst kon hij het nauwelijks
gelooven. Hij was toevallig niet in Lon
den toen hij het nieuws voor het eerst
hoorde ,en het trof hem als een donder
slag en maakte hem ongeschikt voor zijn
werk. Hij moest naar huis en er met zijn
vrouw over praten en regelingen met haar
treffen voor de toekomst. Op weg naar
huis maakte hij berekeningen. Hij' ver
ifier schijnt derhalve nog iets meer
dan „tegenspraak' noodig"'.
„Mussolini" verdwenen.
Een der nieuwe vulcaankegels, die zich
bij de jongste Etna-uitbarstingen gevormd
had en die, uit reverentie voor den zoo
niet vuurspuwend en, dan toch van patri
ottisch vuur blakenden eersten minister
van Italië, Monte Musolini was gedoopt,
is dezer dagen ook op zijn beurt aan het
spuwen geraakt. Deze onsmakelijke be
zigheid bereikte ten slotte zulk een inten
siteit, dat de lieele vulcanische kegel zich
zelf geheel aan stukken blies, dus een
voudig een roemloozen zelfmoord pleegde.
Dies is de Monte Mussolini na een kort
stondig bestaan van dit aardrijk verdwe
nen. Vijanden van Mussolini zien in deze
gebeurtenis een ongunstig voorteeken.
Uit Rusland.
Er heeft zich den laatsten tijd in de
groote steden in Rusland een uitgebreide
straathandel ontwikkeld, welke geheel in
handen van speculanten is. Het ongeluk
wil, dat zeer velen gedwongen zijn tot
dezen straathandel hun toevlucht te ne
men, doordat de coöperaties niet altijd
afdoende maatregelen voor de levensmid
delenvoorziening genomen hebben, zoo
idat men nog vaak in de rij moet staan
om het product te krijgen. Aangezien de
meeste menschen, uit hoofde hunner, be
zigheden, daartoe geen gelegenheid heb
ben, zijn zeer velen genoodzaakt op de
vrije markt de levensmiddelen tegen hoo-
gen prijs te koopen.
Uit het Ruhrgehied.
Fritz Thyssen, de bekende groot-in
dustrieel, die op het oogenblik te Berlijn
vertoeft, heeft aan een medewerker van
het Acht Uhr Abendblatt verklaard, dat
de bevolking van het Roergebied zich
nooit zal onderwerpen, ondanks den nood
waarin zij verkeert en ondanks de wan
toestanden, die in het Roergebied heer-
schen. Iedereen is vogelvrij en kan mor
gen in hechtenis worden genomen. De
industrie ligt stil en lijdt ongekende ver
liezen. Op de meeste ondernemingen
wordt in het geheel niet gewerkt. De ko
lenmijnen produceeren niets en de ko-
lenvoorraden verminderen snel. Spoedig
zal de dag aanbreken waarop in het rijk
ste kolengebied van Europa geen kolen
meer zullen zijn.
Ten minste zes maanden zal het cluren
voor de industrie - van het Roergebied,
weer normaal zal kunnen werken en haar
vroeger voortbrengingsvermogen zal heb
ben verkregen. Steeds dreigender wordt
intusschen het gebrek aan levensmiddelen.
Een catastrophe zal vermoedelijk onver
mijdelijk zijn in den herfst op liet tijdstip
van 4e aardappelentransporten. Aardap
pelen zijn voor de bevolking van hei-
Roergebied stee'ds het belangrijkste voed
sel geweest en indien de Franschen niet
voor de noodige aardappelen zorgen, zal
men in cle eerste maanden van het na
jaar op de grootste moeilijkheden kunnen
rekenen.
Da werker Poincaré.
Van alle. minister-presidenten, schrijft
de „Croix", die Frankrijk de laatste tien-
gelijk zijn gewone verdiensten en de kos
ten van een huishouding en het scheen
hem toe, dat de zaken er nog zoo slecht
niet uitzagen. Tenslotte zou hij gelukkiger
zijn als hij zijn eigen brood geheel ver
diende, dan nu hij gedeeltelijk afhanke
lijk' was van de liefdadigheid van een
ander. Isabella zou den slag dapper dra
gen, en ofschoon zij misschien nog een
paar jaar zuinig zouden moeten leven,
zou fiij met verhoogden ijver een goede
toekomst tegemoet gaan. Toen hij dicht
bij Londen kwam, was 'hij bijna blij, dat
d© staf, waarop hij' geleund had, was ge
broken, en hij stelde zich voor, hoe zijn
vrouw hem zou troosten met lieve, be
moedigende woorden.
Toen hij zijn huis bereikte, vond hij
daar niet alleen Isabella, maar ook haar
vader. Hij had reeds van het faillisse
ment .gehoord en was regelrecht naar
Londen gekomen.
De kolonel was woedend. Hij diep met
groote passen de kamer op en neer en
draaide Voortdurend zijn snor op daarbij
hevig vloekende.
„Dat komt er nu van, als men zich in
laat met menschen, die beneden iemand
staan!" .riep hij uit, „daarvoor is mijn
dochter nu getrouwd met iemand uit den
mffijjëren .stand f Zij had een rrjkë vrouw
kunflln zijp en nu is zij' straatarm'.
„Ik moet u zeggen, kolonel Tempest,
dat (het mij- evenzeer grieft als u", ant
woordde Steven stijfjes, „maar ik wist
er niet van, hoe de zaken stonden. Mijn
Ve s-f r is<s c he ui t3 en verkwikken^
A. J. P's FftftMiSOZENSAUS
over
A. i. P s VAN1LLE-CRÊNIEPUDDING.
Puddingfabriek A. J. POLAK, Groningen.
I—lïïf—Ml——W—I— III— HW1I I 111 I II l Hl
lallen jaren gehad heeft, heeft er geen
zooveel geschreven als Poincarë, die, on
vermoeibaar, nog den tijd vindt om tal
rijke redevoeringen uit te spreken. Het
grootste gedeelte van zijn tijd brengt
Poincaré in zijn werkkamer door met no-
teeren en schrijven. Er verschijnt geen do
cument van zijn ministerie, plechtige in
structie aan een gezant of eenvoudige
dienstnota dat de minister-president
niet persoonlijk onderzocht, verbeterd en
vaak zelfs geheel nieuw geredigeerd heeft.
En de persoon, die met het onderhoud!
van het presidentieel vertrek belast is,
heeft verteldPoincaré gebruikt meer pen
nen in één week, dan Briand er in zijn
lieele ministerieele leven heeft noodig ge
had. Poincaré, de minister-president, die
het meeste schrijft, houdt ook de meeste
redevoeringen. Soms schijnt het, óf hij
geen slaap meer noodig heeft.
Als hij nu ook eens zoo krachtig mee
werkte aan het herstel van Europa, zou
den de gunstige gevolgen daarvan mis
schien niet uitblijven.
De tarweoogst in Canada.
Een telegram uit Ottawa behelst, dat
oen officieel onderzoek naar de oogst-
vooruitzichten van Westelijk Canada de
vroegere rapporten bevestigt, dat men den
grootsfcen oogst in de geschiedenis van
Canada kan voorzien.
De totale tarweoogst wordt op 500 mil-
lioen schepel geschat of 100 millioen hoo-
ger dan de hooge oogst van 't vorig jaar.
Nooit is het vooruitzicht omstreeks half
Juli beter geweest.
Met het oog op een tekort aan arbeids
krachten van 10.000 man, dat in Canada
verwacht ivordt, zullen op 27 Juli, 3 en 4
Augustus schepen uit Southampton, Glas
gow, Liverpool en Belfast Engelsche oogst-
arbeiders aanvoeren. De arbeidsloonen
zullen waarschijnlijk 17 shilling per dag
en de kost zijn.
Poincaré's rede.
Bij gelegenheid van de onthulling van
|iel. ooi logs monument te Villiers Cotterets,
Iveeft Poincaré een rede gehouden, waar
in hij vooral waarschuwde tegen het
industrieele gevaar, dat D'uitschland op1-
leveij.
Poincaré besprak de moedwillige ver
woestingen, welke de Duitsche legers in
1918 in het. Aise-dep'artement aangericht
hadden. Deze maakten deel van het
wreedaardig program, dat, gelijk de Fran-
sche regeering door authentieke docu
menten kan bewij'zen, de D'uitsche gene
rale staf speciaal had laten opstellen
en op de meest nauwgezette wijze heeft
toegepast. Geheele fabrieken, werkplaat
sen en spinnerijen werden ten doode
gedoemd. Té St. Qüentin b.v. werden
de machinerieën niet alleen buiten werk
gesteld, doOji moedwillig aan stukken
geslagen. Al het mogelijke werd gedaan
om een herleving van cleze industrie on
mogelijk te maken. Duitschland ruïneer
de de geheele industrie en zeide toen:
Ik' daag u thans uit, om' deze industrie
weer op de been te brengen. Ik heb
een voorsprong, dien gij niet spoedig
zult inhalen.
'oom heeft mij' nooit iets betreffende zijn
zaken toevertrouwd".
„Wiat ga je nu doen?" riep de kolonel
uit, bijna buiten zichzelf.
„Ik ben van plan hard te werken. Mis
schien valt het no-g mee, met wat ik
kan verdienen. Ik begin hier al vasten
voet te krijgen en ik geloof zeker, dat
Isabella en ik ons wel kunnen redden.
Ik had eigenlijk die toelage van mijn oom
al lang niet meer noodig".
„Niet meer noodig? Ben je dan een
Rotschild, dat je zoo spreekt? Je bent
met de dochter van een edelman getrouwd
jonge man. Wat heb je om een dochter
uit zulk een familië te .onderhouden?"
„Wiel, ik zal zien, dat ik zooveel mo
gelijk bij' elkaar krijg, misschien wordt
het drie duizend gulden per "jaar".
„Drie duizend gulden per jaar, jij'jeug
dige schurk! En heb je werkelijk de
aanmatiging om mijn dochter daarvan te
willen onderhouden?"
„Het is niet veel, dat weet ik. Maar
het is genoeg om er van te leven tot
er betere dagen komen".
„Betere 'dagen, ba! O, ik 'vervloek je;
ik vervloek den dag, dat ik mij inliet
met dien schurk van een ooon van je.
O, dat ik, een edelman, mijn vingers mioest
bevuilen door de aanraking met zulk een
smerigen ellendeling?'.
„Het is hier geen plaats voor achter
buurttaal, kolonel Tempest", zei Steven.
„Bovendien weet ik zeker, dat Isabella
er niet over denkt als u. Zij heeft mis-
Poincaré maakt dan een tegenstelling
lusschen het feil, dat Frankrijk zich zoo
krachtig mogelijk poogt te herstellen en
de pogingen, welke Duitschland doet om
zich aan elk herstel te onttrekken.
Dit is het oogenblik, ging Poincaré
voort, dat door een eminent staatsman-,
een voormaligen premier van een bond
genoot uitgekozen is om den toestand
van Duilschland en Frankrijk te verwar
ren en te zeggen, dat het vermakelijk is,
dal. wij-, Franschen, terwijl wijl onze uiter
ste krachten aan het herstel wijden,
Duitschland verwijten, dal hel groot© uit
gaven voor zij'n eigen herstel doet. Wat
bedoelde L'.oyd George daarmedg? Wan
neer Duitschland zich herstelt, zijn sploor-
iwegen uitbreidt, nieuwe kanalen graaft,
herstelt het dan soms de oorlogsschade?
En hoe worden de gelden daartoe ver
kregen? AVorden die gelden niet feitelijk
aan onze aanspraken onthouden? Lloyd
George mag dit vermakelijk noemen, voor
Frankrijk is het dieptreurig en onduld
baar.
Aan de hand van een document van
den Duitischen generalen staf zette Poin
caré vervolgens uiteen, hoe de verschil
lende industrieën moesten vernietigd wor
den en zeide danLloyd George had zelf
een exemplaar van dit document in han
den, toen in 191.9 het vredesverdrag werd
.opgesteld. Is het inderdaad mogelijk, dat
ïiij' al deze infame dingen heeft gelezen en
ze thans reeds weder vergeten is?
Als wij de onvoorzichtigheid begaan,
besloot Poincaré, om op dit oogenblik een
bedrag va;st te stellen van hetgeen
Duitschland moet betalen, zal Duitschland
door dien willekeurigen maatregel nader
hand in staat worden gesteld zijn bui
tengewone industrieele macht tegen ons
aan to wenden. Om aan ©en dergelijk ge
vaar te ontsnappen, is het noodig, dat
Engeland, B,elgic, Italië en Frankrijk zich
nauwer dan ooit aaneensluiten.
Wij moeten de werkelijkheid in het
oog honden en ous niet laten misleiden
door het beeld van ©en verarmd Duitsch
land, dat voor altjjd tot Onmacht zou Izijh
gedoemd om zijn schulden te betalen.
Wij moeten de waarheid die achter deze
camouflage steekt, zien.
Ten einde een volledigen indruk der
Verwoestingen en van Dluitschlands schuld
alsmede van de betalingscapaciteit van
dat land te krijgen zal het voldoende
zijn een bezoek te brengen aan het Aise-
departement, gevolgd door een reis naar
het Roergebied en wanneer men dit
heeft aanschouwd, zal men leergeld heb
ben gekregen. En hiertoe hebben' wij geen
experts, evenmin als internationale des
kundigen, doch slechts mannen met een
gezonden geest noodig.
Laat ons hopen, dat d© herinnering aan
■de gemeenschappelijke roemrijke overwin
ning niet te niet zal worden gedaan
en dat niet het veld zal worden geruimd
voor ©en buitenlandsche plutocratie.
Laat ons hopen, dat de ooigen, die thans
nog gesloten zijn, zullen worden.geoptend
Voor het getuigenis, dat voor de hand ligt
en laat ons tevens hopen, dat niemand
'het zal moeten betreuren deze duidelijke
waarschuwing van Frankrijk in den wind
te hebben geslagen.
Korte berichten.
Ook te Gleiwitz in Duitsch Opper-
Silezië zijn opstootjes wegens de
duurte der levensmiddelen voorgekomen.
schien recht tot verwijten, maar u niet".
Al dien tijd had Isabella er bij gestaan
zonder iets te zeggen, maar op deze:
woorden mengde zij zich in het gesprek.
„Ik zeg, wat mijn vader zegt", zeide
zij hartstochtelijk'. „Je schijnt te vergeten
Steven Edgcumbe, dat ik een dame ben
en het was alleen, omdat men zei, dat je
o-om zoo rijk was, dat we ons ooit met
jou of hem hebben bemoeid. Dienk je, dat
ik mijn naam aan de jouwe zou hebben
verbonden, als je arm waart geweest?"!
Dieze brutaliteit was voor Steven een
slag in het gezicht. Voor de eerste maal
zag hij h-et masker vallen van liet gelaat
zijner vrouw; zij was geen liefdevolle
echtgenoote zooals hij 'gedacht had. Zij
gaf- niets om hem; hij was slechts de toe
komstige erfgenaam van een rijk man
en daarom was zij met hem getrouwd.
„Eu had je mij dan niet lief?" zei hij.
„Liefde!" riep zij hartstochtelijk uit.
„Wiat was er voor aantrekkelijks in jou
onzinnige, verheven begrippen, dat ik je
zou hebben liefgehad? Maar je hebt ons
allen bedrogen; je hebt mijn leven geruï
neerd".
„Ja, en dan te denken, dat Hussey,
die tien duizend per jaar vast heeft, met
haar wilde trouwen!" riep de kolonel uit,
„tien duizend per jaar. Het is wel niet
genoeg om veel mee te doen, maar het
is toch een aardig inkomen. Maar ik ver
trouwde op een leelijken plebejer, een
handelsman, omdat men zeide, dat hij!
honderd duizend per jaar had en dat jij'
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG
Abonnementsprijs:
Per 3 maanden, franco per post, f 3.—
Losse nummers f 0.05
Prijs der Advertentiën:
14 regels f 1.20, elke regel meer 30 et.
Bij abonnement belangrijke korting.
Voor verschillende winkels ontstonden
relletjes, daar men de winkeliers wilde
dwingen de prijzen der levensmiddelen te
verlagen. Vele winkeliers gaven om erger
te voorkomen aan den eiscli gehoor.
Om een einde te maken aan het
opdrijven der papierprijzen heeft het Duit
sche rijksministerie van economie voor
het tijdvak van 15—31 Juli een maxi
mum prijs voor rotatiepapier
vastgesteld van 7600 mark per K.G. "De
fabrikanten zijn daar niet mee tevreden en
hebben nu de levering aan de dagbladen
gestaakt.
Volgens bericht uit Karlsbad zijn
aldaar tot dusver 17000 badgasten
ingeschreven. 'Dat is een toename van
ruim 7000, vergeleken bij de cijfers van
het vreemdelingen-verkeer van het vorige
jaar.
Bij Gothenburg is Zondag een vracht
auto, die voor passagiersverkeer was in
gericht, met een trein in botsing ge
komen. Van de 32 passagiers bleven er
slechts drie ongedeerd. Vijf werden qp
slag gedood en een werd levensgevaarlijk
gewond.
In een fabriek te Luxemburg is een
muur ingestort, waardoor 3 arbei
ders gedood zijn. Een vierde is gewond.
De schade, door den handel bij
de levensmiddelenrelletjes te
Bres la u geleden, bedraagt 700 milliard
mark. Officieel wordt, medegedeeld, dat
er Vrijdag en in den nacht op Zaterdag
109 winkels zijn geplunderd. Inmiddels is
de uitzonderingstoestand alweer opgehe
ven nadat de rust in de gansche stad
was hersteld. Sinds Zaterdag hebben er
geen incidenten meer plaats gehad.
In de afdeeling voor krankzinnigen
te Berlijn-Moabit is het in den nacht van
Zondag op Maandag erg rumoerig ge
weest. De 25 gevangenen, die zich in deze
afdeeling in observatie bevonden, sloe
gen alles kort en klein en verbrijzelden
de ruiten. Met behulp van de Schupo kon
de orde worden hersteld.
Do Berlijnsche tramtarieven worden
morgen met 100 pet. verhoogd.
Een rit zal dan 6000 mark kosten.
Te Evreux zijn twee auto's op el
kaar gebotst. Vijf personen zijn ge
dood en de anderen gewond.
In tegenstelling met Roemeirië zal
Servië het vredesverdrag van Lausanne
niet onderteekenen, daar het ze
kere economische en financieele bepalin
gen ervan onaannemelijk acht.
Volgens berichten van de Russische
grens is in verschillende streken in Zuid-
Oekraine de Aziatische cholera uit
gebroken. Met het oog op het onL
breken aan sanitaire maatregelen vreest
men voor een ernstige uitbreiding dei-
epidemie.
De hittegolf. D© temperatuur
in Marokko heeft een recordhoogte be
reikt. Die thermoimeterstanct Was 129.2 gr.
Fahrenheid. Alle werkzaamheden zijn ge
staald:. Ook de handel staat geheel stil.
Die hittegolf is over geheel Noord-Ita-
lië gevolgd door geweldige stormen, welke
groote schade hebben Veroorzaakt.
De emigratie uit Italië ge
durende het eerste halfjaar van 1923 heeft
volgens een draadloos bericht ongeveer
alles zou krijgen".
In hun woede en teleurstelling hadden
zij1 bijna iedere zelfbeheersehing verloren
en wisten zij nauwelijks wat zij zeiden.
Al het ruwe en leelijke van hun ziel
kwam nu aan de oppervlakte en Steven's
hart kromp ineen van pijn.
„Maar", riep de jonge man uit, „zou
je liever met Hussey getrouwd zijn dan
m-et mij? Je hebt miij gezegd, dat je mij
lief had. alleen om mij zelf".
„Je hebt het recht niet mij' dat te vra
gen!" riep zij' uit.
Er werd op de deur geklopt. Het was
het dienstmeisje, dat een paar brieven
bracht. Steven nam ze aan en toen hij1
het handschrift bekeek, opende hij' .één.
er van dadelijk. „Hier is een brief van
mijn oom", zei hij, „laat ons zien, wat
hij schrijft".
„Ja, laat ons hooren, wat hij zegt",
riep de kolonel uit, „maar het kan niet
veel goed zijn. Alles zal worden verkocht
en de schurk zal niet eens in staat zijn
om meer dan zeven procent uit te be
talen, zeggen de bladen".
„Hij komt morgen hier", zei Steven,
„en zal dan zeggen, hoe de zaken staan".
„Komt hier morgen?' zeg je. Dan zal
ik óók komen. Ik zal den schelm eens
de waarheid zeggen; ik zal hem laten
voelen, wat het is met een heer te doen
te hebben. Ik zal ik zal maar wat
zegt hij. Lee3 eens voor!"
iaj -i-.i1.jH LI i'i I J
(Wordt vervolgd.)