<0 246 Maandjig 23 Juli 1923 37e Jaargang Baifsniand. IN DEN MAALSTROOM. Biueilaii FEUILLETON. Drukkers-Exploitanten OOSTERBAAN LE COINTRE GOES Bureaux: Lange Vorststraat 68—70, Goes Tel.: Redactie no. 11; Administratie no. 98 Postrekening No. 36000. VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG Bijkantoor le Middelburg: Firma F. P. DHUIJ, L. Burg. Tel. no. 259 Abonnementsprijs: Per >1 maanden, franco per post, f 3. Losse nummersf 0.05 Prijs der Advertentiën: 14 regels f 1.20, elke regel meer 30 et. Bij abonnement belangrijke korting. Giften voor Kispest (Hongarije). Ontvangen voor het kerkje te Kispest f 1 van S. te G. en aan den heer v. Mello ter hand gesteld. Redactie. Verder ontving dhr. A. L. v. Melle (wiens giro-nummer is Goes nr. 62622) van N. N. te G. f 1, ds IC. te Sch. deel kerke oil eet e f 10, mej. J. Dl. te W. f2.50, dhr. J- G- te Wi. f2.50, J. IC. te G. f2, mej. A. M. G. te G. f' 1, Di. B. te G. f 1, mej. C. Dl. te G. (N.-Bev.) f2.50, winst op1 gouden tientje f2.50. Ingekomen, bij1 den heer v. d. Maas van Noord-BevelandN. N. te \V'. f2, II. v. P. te IV. f2.50, P. IC. te W. fl.50, P, d) F. te K. f2.50, C. IC. te IC. f 1, totaal met de vorige opgaven f303.25. Het Britsche antwoord aan Duitschland. 'Het ontwerp-antwoord van Engeland aan Duitschland is aan de geallieerde gezantschappen en aan het Amerikaan- sche toegezonden. Zoover is men dus klaar. Het gaat er nu om, wat België en Frankrijk er van zeggen zullen. De Engelsche bladen vernemen, dat het antwoord in beginsel het Duitsche aanbod, om zich bij de uitspraken van. een inter nationale commissie neer te leggen, aan vaardt, doch de samenstelling of benoe- iningswijze van zulk een commissie niet nader specifieert. Het antwoord zegt ver der, dat de drie vormen van waarborgen, waarvan melding gemaakt is in het Duit sche memorandum van 7 Juni, zullen worden overwogen. i Voorts geeft het antwoord behoedzame wenken ten aanzien van de beëindiging van den passieven tegenstand aan de Roer. In de mantelnota aan Frankrijk wor den daarmede overeenstemmende voor stellen gedaan terzake van de Fransche Roeractie. De Engelsche regeering schijnt het lijdelijk verzet in het algemeen eenigs- zins te betreuren. Zij zou liet terugkeeren tot de onzichtbare bezetting, d. w. z. het terugtrekken der troepen uit de arbeids- centra, op voorwaarde- van zekere door Duitschland te geven waarborgen, voor stellen. Te. Brussel moet de indruk tamelijk gunstig zijn, in de eerste plaats hierom, dat er niets van een'breuk tusschen de geallieerden en Engeland heeft plaats ge vonden en dat integendeel de nota "de deur haar de onderhandelingen wijd open laat. Dat is het kapitale punt. Ongetwij feld zijn er in de nota dingen, die moei lijk te aanvaarden zijn, maar besprekingen kunnen de scherpe hoeken wat afstom pen. Men heeft alle hoop om liet eens te worden over de essentieele kwestie. Daar om zullen de besprekingen met Engeland, Frankrijk en Italië in het begin van deze week worden hervat. Uit bezel Duitschland. De Franschen hebben op verschillende plaatsen m het bezette gebied proclama ties aangeplakt, waarin meegedeeld wordt, ■dat reder, die zonder verlof de grens tus schen het bezette en onbezette gebied pas seert, gevaar loopt te worden doodgescho ten. Dat het hiermede ernst is, kan hier uit blijken, dat bij Brakel, Velbert en Vohwinkel reeds 3 burgers zijn doodge schoten ,die, naar beweerd wordt, tracht ten de grens over te komen. Te Zewen zijn weder 100 man spoor wegpersoneel, waarvan vele met hun go zinnen, in totaal 400 personen, uitge zet. En waarom? Omdat Diuitschers een 19). „Arm Steven! Hoe kan dat? Je oom „Mijn oom heeft ons beloofd te helpen, maar ik wil onafhankelijk zijn van hem, neveling. Tk zou veel liever alles zelf verdienen, wat jij noodig hebt. O, het zal zoo heerlijk zajn te denken, dat ons 011 ze meubels en alles wat jij wilt hebben, gekocht zal worden met het geld, dat ik verdiend heb. En ik zal zoo hard werken. Men heeft mij al heel wat voor gespiegeld, en, mijn schat, ik ben zoo gelukkig!" Zoo begon Steven zijd huwelijksleven, ën zoo, vervuld van blijde gevoelens, aan vaardde hij zijn huwelijksreis. Wat kon hij: meer verlangen? Geen wonder, dat lnj lachte om het pessimisme van zijn oom, geen wonder, dat de donkere zijde van het leven geen beteekenis voor bem had. Hij' leefde in «en tooverland van lachen de zonneschijn en blij vogelgezang. En toch kon ik, de bedaarde Daniël Roberts, een somber voorgevoel niet on derdrukken. Ik zou fniet hebben kunnen zeggen waarom. Maar als ik dacht aan de invloeden, waardoor hij de laatste jaren was 'Omringd geweest en als ik mij de Franscben soldaat een pak slaag hebben gegeven, naar het heet, wijl de soldaat een rijwier~had gestolen. Daar de daders niet gevonden konden worden, werd dit bevel tot uitzetting igegeven. Ook uit Darmstadt wordt gemeld, dat de Franschen alleen al uit Hessen 3000 gezinnen van spoorwegarbeiders met 12 duizend leden verdreven. Te Essen hebben de Franschen weer een bedrag van een milliard mark, be stemd voor de uitbetaling van loonen, in beslag genomen en te Krefeld een bedrag van 42 millioen mark. Over d® stad Aken is voor 10 dagen een volkomen verkeersverbod afgekondigd voor auto's, motor- en gewone rijwielen. Van 9 uur 's avonds tot 5 uur 's morgens mogen zich ook g'een voetgangers op straat bevinden. Volgens een bericht aan de „Vossische Ztg" is te Trier een doofstom kind, dat bij. het uitgaan der kerk midden in een afdeeling zwarte Fransche soldaten te recht kwam, omdat het de naderende troe pen niet gehoord' had, door een S.pahi niet een slag van zijn geweerkolf op het hoofd doodgeslagen. Een Duitscher, die de aandacht van den bevelvoerenden of ficier op het gebeurde vestigde, is onmid dellijk in hechtenis genomen. Beleediging eetier Koningin. De bekende Kroatenleider Radic heeft dezer dagen voor zijn partijgangers in een besloten lokaal van een restaurant te Agram (Joega-Slavië, d. i. liet vroegere Servië) .een rede gehouden, welke groote verontwaardiging heeft gewekt. Radic be sprak de mogelijkheid van éèn revolutie in Kroatië en viel ook de koninklijke' fami lie aan, waarbij hij koningin Marie met madame de Pompadour vergeleek. Alle benden in Belgrado bespreken deze onhebbelijkheid van Radic en Sjoren de regeering aan, een gerechtelijke vervol ging tegen hem in te stellen. Naar ver luidt, zal de stadhouder van Kroatië nog vóór het begin van het parlementair re ces de opheffing der parlementaire on schendbaarheid van Radic verlangen. De lersehe dokwerkersslaking. Terwijl de dokwerkersstaking in Enge land geleidelijk terrein verliest, breidt zij zich in Ierland nog steeds uit. De jong ste uitbreiding is het stopzetten van het passagiers- en goederenvervoer op de lijn Waterford-Fishguard. De tusschen deze hoofdplaatsen gelegen gemeenten onder vinden veel last van deze stopzetting^ vooral in verband mei bet vervoer der zuivelproducten en groenten. Wat de scheepvaart betreft in de Zuidelijke en Westelijke havens, rust overal de arbeid. Ook de andere industrieën beginnen de nadeelen daarvan te ondervinden. Zoo zijn te Limerick alle vleesclifabrieken ge sloten. Te Dublin is de situatie vrijwel onveranderd, docli aan beide kanten der strijdenden heerscht verbittering en men schijnt zich op een harden kamp voor te bereiden. Relletjes te Breslau. In verschillende kwartieren Van Breslau kwam liet Vrijdagnamiddag tot lionger- opstootjes. Een aantal schoen- en klee- renwinkels werd leeggeplunderd. Er vie len ook dooden en gewonden. De dooden zijn gevallen bij de verdediging van een confectiemagazijn door de politie. Een be trekkelijk kleine troep had reeds ver schillende confectiemagazijnen uitgeroofd en zich voorzien van een aantal, pakken, dat bet aantal plunderaars verre overtrof. opvoeding en de familie van zijn bruid voor oogen stelde, dan vroeg ik' mij af wat het einde zou zijn. DEEL II. DE VUURPROEF. HOOFDSTUK I. Ontgoocheling. Steven Edgcumbe was nog geen jaar getrouwd, toen er een gebeurtenis plaats greep, die zijn heele levensloop verander de. Lukas Edgcumbe, de jamfabrikant, di recteur van een groote onderneming, ging plotseling failliet. De man, wien men het bezit van een enorm vermogen had toe geschreven, zag zijn faillissement open lijk aangevraagd door zijn grootste schuld- eischers en hij: sleepte jionderden mee in zijn val. Trouw aan zijn belofte, had hij Steven een flinke jaarlijiksche toelage aangebo den, die deze alleen op verlangen van zijn vrouw aannam. Steven had zelf liever v!an zijn eigen inkomen geleefd. De geld kwestie was trouwens in het eerste jaar van zijn huwelijk een voortdurend punt van 'Oneenigheid, Steven ontdekte al spoe dig, dat zijn vrouw een zeer kostbaren smaak en niet minder kostbare gewoonten had. Om haar genoegen te doen, gaf hij1 haar meer dan hij" eigenlijk 'had moeten Toen .de politie de plundering van een volgend confectiemagazijn trachtte te ver hinderen, werd zij zoodanig in het nauw gedreven, dat zij van haar schietwapenen gebruik moest maken. Zaterdagmorgen was, naar gemeld wordt, alles rustig, 'tls echter te vreezen, dat het bij dit eene opstootje niet blijven zal. De toestand in Duitschland wordt immers met den dag ellendiger, zoodat de oproerige elementen daardoor weer een kans krijgen. De aohturendag en het alcoholverbruik. In verband met de enquête naar liet gebruik van den vrijen tijd van de arbei ders, die het Fransche Ministerie van Arbeid sedert 1919 instelt, werd getracht vast te stellen of de vermindering van het aantal werkuren aanleiding is geweest voor de arbeiders om meer tijd in café's door te brengen en de dronkenschap heeft doen toenemen. Bij de discussie over de wet op den achturen dag van 23 April 1919 gaven eenige afgevaardigden hun vrees voor een dergelijke stijging te ken nen. Tegelijkertijd werd een onderzoek in gesteld naar den invloed op de indirecte gevolgen van dronkenschap in de in dustrie. Uit de beide enquêtes blijkt een groote vermindering van bet alcoholverbruik bij de arbeiders. Behalve de toenemende be langstelling in arbeiderstuinen, sport, vak cursussen en bibliotheken die ontstaan is door de beschikking over meer vrijen tijd, kunnen als verdere oorzaken voor de ver mindering van het alcoholverbruik ge noemd w-orden de sterke prijsstijging van de alcoholische dranken, de gedurende den oorlog aangenomen welgeving (verbod van fabricage en verkoop van absinth, ver bod van het openen van nieuwe café's, de verscherping van siraffen op openbare dronkenschap, hel. verbod van alcoholi sche dranken tïï ftïdusirieele en handels ondernemingen, enz.), en de propaganda tegen het alcoholgebruik door scholen en in arbeiders- en patroonsorganisaties. Het artikel in de Informations Soda les dat de hierboven genoemde feiten vermeldt, geeft tegelijkertijd een over zicht van de resultaten van de in Parijs ondernomen enquête. Als voorbeeld kan genoemd worden dat o. a. in de bouw bedrijven en in de openbare werken het o. a. in de bouwbedrijven en in de open bare werken het alcoholgebruik en de dronkenschap sterk verminderd zijn ge durende de laatste jaren. Het wegblijven van het werk op Maandagen en na feestdagen heeft opgehouden. Het alge meen gedrag van de arbeiders is verbe terd en deze verbetering is vooral op te merken onder de jonge arbeiders. Antwerpen en het „Wilhelmus". Bij de herdenkingsplechtigheid te Ant werpen ingericht ter eere van Herman van de Reeck, den jongen man die vóór twee jaar op 11 Juli bij de Gulden-Sporenbetoo- ging door de politie is doodgeschoten,, heeft de gemeenteraad verboden het Wil helmus te zingen. De Ploeg wijst er op, dat dit de eerste maal is, dat in het Vlaamsche la'nd een dergelijk verbod is uitgevaardigd en komt er in deze woor den tegen op: „Het doet in den grond als een kultuur- schendede daad aan, ,om 't treffende, mis schien het mooiste Nederlandsche lied, dat bestaat, in de stad, waar eens de schepper van dit lied de 'hoogste waar digheid bekleedde, te zien verbieden. Er is geen zang uit de 16e eeuw van meer geschiedkundige beteekenis, dan het Wil doen. Hij begon al een aardige practijk te krijgen en ofschoon hij nog niet zoo heel veel verdiende, volgde hij de voet stappen van vele jonge advocaten, en verdiende er nog iets bij door het schrij ven van .tijdschrift-artikelen. In ieder ge val was zijn inkotmen .groot genoeg om zuinig, maar goed van te leven, als zijn vrouw er juist zoo over had gedacht als hij. „Isabella", zei hij vaak, „waarom zou den wij toch afhankelijk zijn van de toe lage van mijn oom. Wlij kunnen toch zeker wel leven van wat ik ontvang?" „Als je met een eenvoudig burgermeisje getrouwd was, dan zeker wel; maar ik verkies dat niet". „Maar deze toelage vernedert mij1. Ik zou liever van wat minder leven en on afhankelijk zijn". „En ik ben niet van plan allerlei dingen op te geven voor jouw dwaze begrippen Je krijgt toch den een of anderen dag het geld van je oom. Wlaarom. zouden wij er pu 'niet van genieten?" „Maar Isabella, heb je dan geen eer gevoel?" i „Eergevoel! Ja te veel om te leven zooals jij zou willen, dat ik leefde. Ik ben aan zulke begrippen niet gewend". „Maar thuis hadt je toch ook' geen weelde, Isabella. Je vader is arm, en waarom kunnen wij' het niet zonder die helmus. Het algemeen Nederlandsch ka rakter van dit lied ontspruit zeker niet uit het feit, dat het een strijdend Calvinist is geweest, Marnix van St. Aldegonde, de schrijver van de Bieenkorf, die het dichtte. Men is dit, de laatste jaren vooral, onder de letterkundige historici en rechts- geschiedkundigen meer en meer als een bijkomstigheid gaan beschouwen. De hoofdzaak is, dat het Wilhelmus den historischen neerslag bevat van een rechtsopvatting, die typisch Nederlandsch en zelfs Zuid-Nederlandsch mag gehee- ten worden, een opvatting van staat en constitutie, die in Zuid-Nederland terug gaat tot de Blijde intrede van Brabant. De grondslag van het zelfbewuste loya lisme van de wederkeerigheid namelijk in de verhouding van vorst en onderdaan, van openbaar gezag en staatsburger, wordt eil met beeldende schoonheid in aan gegeven." Korte berichten. In Engeland1 vreest men een nieu we hittegolf. Vrijdag heeft men in verscheidene deelen van het kind, in het bijzonder in het zuiden, het midden en het oosten, temperaturen vastgesteld, die deden denken aan de warme dagen van de vorige week. Uit Noord-Italië en uit Spaansch- Marokko wordt buitengewoon groote hitte gemeld. Ter gelegenheid van het Turnfeest te Miinchen is de hoogste berg van D: u i ts c h 1 a n di de Zugspitze (2900 M.) in de afgeloopon week door ca. 20.000 personen beklommen. Daarbij zijn slechts 11 personen naar omlaag .gestort, van wie vier gedood en zeven zwaar gewond werden. OP het vliegveld te Rantoul (Ame rika) zijn twee luitenants bij' een landing gevallen en op de plaats doodgeble ven. Te Keulen bedraagt de prijs van melk van heden af 7200mark per. liter. Vijf mannen, die te Kaïro t e r d o o d veroordeel d zijn, in verband met de samenspanning' om Britsche ambtenaren te dooden, zijn bij koning George van hun doodvonnis in beroep gegaan. Morgen zal in liet parlementsgebouw te Keulen-Dieutz een groote b e t o o ging van Keulsche vrouwen plaats heb ben om een beroep op de wereld te doen en de aandacht der andere Volken te vestigen op den verschrikkelijken toestand van het Duitsche volk. L a n d v er hu i zi n g n a ar Z.-Af r iK a. Hollandsch Zuid-Aftika, het orgaan van de Ned. Z.-A. Vereeniging, schrijft: „Druppelende emigratie naar Z.-Afrika van degelijke elementen, die energie en valkkennis bezitten, gaat goed, wanneer telkens rekening gehouden wordt met de openingen, die er al dan niet zijn, en de emigranten niet uitgaan om rijk te worden, maar om een heerlijk land te vin den, waar ze hun werkkracht kunnen ge bruiken en bestaan. Voor ruggegraat- loozen, slaplendigen, voor allen, die niet weten wat het is de hand uit de mouw: te steken, is Z.-Afrika niets. Het uitzenden van werkelo'ozen, die nu geen werk heb ben en het ook in betere tijlden niet altoos hadden, is niet geoorloofd. Want toelage van mijn oom doen?" „Omdat ik dat niet verkies". „fk had gedacht, Mat je anders was, Isabella. Wat mij betreft, ik zou veeF gelukkiger zijn, als jij er in toe wilde stemmen, om dat geld af te wijzen". „En waar zouden we dan van moeten leven, vraag ik me af?" „Wiel, ik zal langzamerhand' meer za ken krijgen en ik verdien er immers ook al wat bij met journalistiek werk. Bijna alle jonge advocaten doen het en ik ik' houd er wel van". „En idenk je nu, Steven Edgcumbe, dat ik van plan ben tevreden te zijn met zulk een manier van leven? Ik zou nooit met je getrouwd1 zijn, als ik had geweten dat je zoo iets van mij zou verlangen". „Je bent met mij getrouwd, Bella, om dezelfde reden, waarom ik met jou ben getrouwd omdat wij elkaar lief hadden" „Maar niet om in armoede te leven". „Ik' geef niets om armoede, als ik jou liefde maar heb". „Liefde is weinig waard, als armoede iemand in het gezicht staart". „Wil je daarmee zeggen, Bella, dat je mij niet lief zou hebben, als wij" arm wa ren?" 1 „Ik wil zeggen, dat ik niet met 'jou getrouwd zou zijn, als ik niet gedacht had, dat je mij een rijk, gemakkelijk leven zou kunnen verschaffen". v zij gaan in Z.-Afrika, stel dat ze worden toegelaten, onder, tenzij, wat natuurlijk bij sommigen mogelijk is, de nood hen tot den arbeid brengt en hun energie wekt. Willen echter jonge menschen, die pit hebben, die niet dadelijk vragen naar gemak, die een paar jaar van hun leven wille ngeven om zich een bestaan te ver overen, die iets van een avonturier in zich hebben, en beu zijn van het op p'lat-getreden-wegen gaan, en die daarbij degelijke kennis hebben van een of ander vak, dat ook in Z.-Afrika wordt beoefend, daarheen gaan, laat hen gaan en ze zullen misschien iets anders, maar zeker iets goeds in Z.-Afrika vinden. Voor massa-emigratie deugt Z.-Afrika nog niet; of het er ooit voor zal deu gen, hangt af van de ontwikkeling van den landbouw, de irrigatie, de opkomst van de nijverheid, enz. enz. Voor drup pelende emigratie is het wel degelijk ge schikt, en zij die er heen gaan en blij ven, werken mede aan den opbouw van een nieuw volk, een Afrikaansch volk, dat nooit zal kunnen verloochenen zijn grootendeels Ilollandsche herkomst. Op' huize Di o o r n. In de „Neue Freie Presse" komt voor een uitvoerig verhaal van het bezoek, dat in het begin van dit jaar een groepje studenten uil Leipzig bij den ex-keizer heeft gebracht. Wij ontleenen Den 9den Maart van 1923 was een koude dag. Toen de gong ons op kasteel Hardenberg wekte, hadden wij, studenten, geen van allen lust al op te staan. Maar wij herinnerden ons, dat wij' op dezen Vrijdag door den ex-keizer in .audiëntie zouden worden ontvangen en huize Doorn was anderhalf uur verdêi'. Onder vliegende wolken en een grijzen regensluier gingen wij op' WVg en na een flinken marsch stonden wij1 voor een' vreemd poortgebouw. Links en rechts een stuk muur en dan een groot park. Do nieuwe hofmaarschalk, baron L. uit Frankfort, ontving ons in het voorge bouw, waar de kamers over 't algemeen eenvoudig zijn ingericht. In enkele ver trekken zagen wij pkachtige' spiegels, kost bare schrijfbureaux, antieke meubels, kas ten vol porselein en zilverwerk. Aan de muren oude gobelins, op' de vloeren zware Perzische tapijten. In dezle vertrek ken toeft ptrins Heinrich, als hij1 zijn broer een bezoek brengt. Die hofmaarschalk gaf ons instructies: „U leunt met Zijne Majesteit vrijuit pira ten; spreek hem aan, overeenkomstig zijn hooge positie en maak vooral een heel, heel diepe buiging!" De keizer wilde ons in de groote allee vlak bij het kasteel te woord staan. ■Toen wij het voorgebouw verlieten, kwa men twee keizerlijke stiefzoons op hun fiets aanpieddelen, en een kleine prinses hing met nieuwsgierige oogten over de trapleuning. Wij wandelden in een wijde bocht naar het kasteelonderweg pias seerden wij een grooten houtstapel dotor den bewoner gezaagd. De hofmaarschalk wees er naar en zeide: „Het overtollige hout wordt verkocht. Diat brengt geld op. Die keizer is nu arm." Wij'gingen langs bet bediendengebouw en de auto-garage, langs stallen voor vee en pluimgedierte en langs een typisch ouden duiventil. Die keizer liet opi zich wachten en wij hadden het aardig koud. Onze jassen hadden wij: in het pbortgebouw laten hangen. „D'us je gaf niets o-m mij?" „Natuurlijk hield ik van je, maar ik ben net als andere menschen ik houd ook van een aardig huis en mooie meu bels. En dat gezeur van jou over net geld van je oom maakt mij dol". En zoo gaf Steven maar weer toe; dit gesprek was echter slechts het begin van tal van andere, waarin vele onvriendelijke dingen gezegd werden. Niet, dat Steven berouw had over zijn huwelijk daar voor had hij zijn vrouw te zeer lief; maar hij ontdekte, dat het huwelijksleven niet slechts bestond uit rozengeur en ma neschijn. Zijn grootste verdriet was, dat zijn ideaal geschonden was. Steven had tot dusver, ondanks den spot van zijn oom en het cynisme van Ilford geloofd in de verheven deugden der vrouw. Hij' had gemeend, dat Isabella zoo waar was als het zonnelicht en dat haar liefde voor hem even oprecht en diep was als de zijne. Bij al zijn gesprekken met zijn oom en Ilford als zij de vrouwen beschre ven als wezens, die zich verkochten aan 'den meestbiedende, had hij' aldoor ge dacht aan het meisje, dat hij' lief had, cn dar. leken al hun argumenten hem dwaas er. belachelijk. Zij was zijn anker, zijn sterkte; zij was de rots der waarheid, waarop al lrun leugenachtige theorieën af stuitten. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1923 | | pagina 1