<0 246 Maandjig 23 Juli 1923 37e Jaargang
Baifsniand.
IN DEN MAALSTROOM.
Biueilaii
FEUILLETON.
Drukkers-Exploitanten
OOSTERBAAN LE COINTRE GOES
Bureaux: Lange Vorststraat 68—70, Goes
Tel.: Redactie no. 11; Administratie no. 98
Postrekening No. 36000.
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG
Bijkantoor le Middelburg:
Firma F. P. DHUIJ, L. Burg. Tel. no. 259
Abonnementsprijs:
Per >1 maanden, franco per post, f 3.
Losse nummersf 0.05
Prijs der Advertentiën:
14 regels f 1.20, elke regel meer 30 et.
Bij abonnement belangrijke korting.
Giften voor Kispest (Hongarije).
Ontvangen voor het kerkje te Kispest
f 1 van S. te G. en aan den heer v. Mello
ter hand gesteld. Redactie.
Verder ontving dhr. A. L. v. Melle
(wiens giro-nummer is Goes nr. 62622)
van N. N. te G. f 1, ds IC. te Sch. deel
kerke oil eet e f 10, mej. J. Dl. te W. f2.50,
dhr. J- G- te Wi. f2.50, J. IC. te G.
f2, mej. A. M. G. te G. f' 1, Di. B.
te G. f 1, mej. C. Dl. te G. (N.-Bev.)
f2.50, winst op1 gouden tientje f2.50.
Ingekomen, bij1 den heer v. d. Maas van
Noord-BevelandN. N. te \V'. f2, II. v. P.
te IV. f2.50, P. IC. te W. fl.50, P,
d) F. te K. f2.50, C. IC. te IC. f 1, totaal
met de vorige opgaven f303.25.
Het Britsche antwoord aan Duitschland.
'Het ontwerp-antwoord van Engeland
aan Duitschland is aan de geallieerde
gezantschappen en aan het Amerikaan-
sche toegezonden. Zoover is men dus
klaar. Het gaat er nu om, wat België
en Frankrijk er van zeggen zullen.
De Engelsche bladen vernemen, dat het
antwoord in beginsel het Duitsche aanbod,
om zich bij de uitspraken van. een inter
nationale commissie neer te leggen, aan
vaardt, doch de samenstelling of benoe-
iningswijze van zulk een commissie niet
nader specifieert. Het antwoord zegt ver
der, dat de drie vormen van waarborgen,
waarvan melding gemaakt is in het Duit
sche memorandum van 7 Juni, zullen
worden overwogen. i
Voorts geeft het antwoord behoedzame
wenken ten aanzien van de beëindiging
van den passieven tegenstand aan de
Roer. In de mantelnota aan Frankrijk wor
den daarmede overeenstemmende voor
stellen gedaan terzake van de Fransche
Roeractie. De Engelsche regeering schijnt
het lijdelijk verzet in het algemeen eenigs-
zins te betreuren. Zij zou liet terugkeeren
tot de onzichtbare bezetting, d. w. z. het
terugtrekken der troepen uit de arbeids-
centra, op voorwaarde- van zekere door
Duitschland te geven waarborgen, voor
stellen.
Te. Brussel moet de indruk tamelijk
gunstig zijn, in de eerste plaats hierom,
dat er niets van een'breuk tusschen de
geallieerden en Engeland heeft plaats ge
vonden en dat integendeel de nota "de
deur haar de onderhandelingen wijd open
laat. Dat is het kapitale punt. Ongetwij
feld zijn er in de nota dingen, die moei
lijk te aanvaarden zijn, maar besprekingen
kunnen de scherpe hoeken wat afstom
pen. Men heeft alle hoop om liet eens te
worden over de essentieele kwestie. Daar
om zullen de besprekingen met Engeland,
Frankrijk en Italië in het begin van deze
week worden hervat.
Uit bezel Duitschland.
De Franschen hebben op verschillende
plaatsen m het bezette gebied proclama
ties aangeplakt, waarin meegedeeld wordt,
■dat reder, die zonder verlof de grens tus
schen het bezette en onbezette gebied pas
seert, gevaar loopt te worden doodgescho
ten. Dat het hiermede ernst is, kan hier
uit blijken, dat bij Brakel, Velbert en
Vohwinkel reeds 3 burgers zijn doodge
schoten ,die, naar beweerd wordt, tracht
ten de grens over te komen.
Te Zewen zijn weder 100 man spoor
wegpersoneel, waarvan vele met hun go
zinnen, in totaal 400 personen, uitge
zet. En waarom? Omdat Diuitschers een
19).
„Arm Steven! Hoe kan dat? Je oom
„Mijn oom heeft ons beloofd te helpen,
maar ik wil onafhankelijk zijn van hem,
neveling. Tk zou veel liever alles zelf
verdienen, wat jij noodig hebt. O, het
zal zoo heerlijk zajn te denken, dat ons
011 ze meubels en alles wat jij wilt
hebben, gekocht zal worden met het geld,
dat ik verdiend heb. En ik zal zoo hard
werken. Men heeft mij al heel wat voor
gespiegeld, en, mijn schat, ik ben zoo
gelukkig!"
Zoo begon Steven zijd huwelijksleven,
ën zoo, vervuld van blijde gevoelens, aan
vaardde hij zijn huwelijksreis. Wat kon
hij: meer verlangen? Geen wonder, dat
lnj lachte om het pessimisme van zijn oom,
geen wonder, dat de donkere zijde van
het leven geen beteekenis voor bem had.
Hij' leefde in «en tooverland van lachen
de zonneschijn en blij vogelgezang.
En toch kon ik, de bedaarde Daniël
Roberts, een somber voorgevoel niet on
derdrukken. Ik zou fniet hebben kunnen
zeggen waarom. Maar als ik dacht aan
de invloeden, waardoor hij de laatste jaren
was 'Omringd geweest en als ik mij de
Franscben soldaat een pak slaag hebben
gegeven, naar het heet, wijl de soldaat
een rijwier~had gestolen. Daar de daders
niet gevonden konden worden, werd dit
bevel tot uitzetting igegeven.
Ook uit Darmstadt wordt gemeld, dat
de Franschen alleen al uit Hessen 3000
gezinnen van spoorwegarbeiders met 12
duizend leden verdreven.
Te Essen hebben de Franschen weer
een bedrag van een milliard mark, be
stemd voor de uitbetaling van loonen,
in beslag genomen en te Krefeld een
bedrag van 42 millioen mark.
Over d® stad Aken is voor 10 dagen
een volkomen verkeersverbod afgekondigd
voor auto's, motor- en gewone rijwielen.
Van 9 uur 's avonds tot 5 uur 's morgens
mogen zich ook g'een voetgangers op
straat bevinden.
Volgens een bericht aan de „Vossische
Ztg" is te Trier een doofstom kind, dat
bij. het uitgaan der kerk midden in een
afdeeling zwarte Fransche soldaten te
recht kwam, omdat het de naderende troe
pen niet gehoord' had, door een S.pahi
niet een slag van zijn geweerkolf op het
hoofd doodgeslagen. Een Duitscher, die
de aandacht van den bevelvoerenden of
ficier op het gebeurde vestigde, is onmid
dellijk in hechtenis genomen.
Beleediging eetier Koningin.
De bekende Kroatenleider Radic heeft
dezer dagen voor zijn partijgangers in een
besloten lokaal van een restaurant te
Agram (Joega-Slavië, d. i. liet vroegere
Servië) .een rede gehouden, welke groote
verontwaardiging heeft gewekt. Radic be
sprak de mogelijkheid van éèn revolutie
in Kroatië en viel ook de koninklijke' fami
lie aan, waarbij hij koningin Marie met
madame de Pompadour vergeleek.
Alle benden in Belgrado bespreken deze
onhebbelijkheid van Radic en Sjoren de
regeering aan, een gerechtelijke vervol
ging tegen hem in te stellen. Naar ver
luidt, zal de stadhouder van Kroatië nog
vóór het begin van het parlementair re
ces de opheffing der parlementaire on
schendbaarheid van Radic verlangen.
De lersehe dokwerkersslaking.
Terwijl de dokwerkersstaking in Enge
land geleidelijk terrein verliest, breidt zij
zich in Ierland nog steeds uit. De jong
ste uitbreiding is het stopzetten van het
passagiers- en goederenvervoer op de lijn
Waterford-Fishguard. De tusschen deze
hoofdplaatsen gelegen gemeenten onder
vinden veel last van deze stopzetting^
vooral in verband mei bet vervoer der
zuivelproducten en groenten. Wat de
scheepvaart betreft in de Zuidelijke en
Westelijke havens, rust overal de arbeid.
Ook de andere industrieën beginnen de
nadeelen daarvan te ondervinden. Zoo
zijn te Limerick alle vleesclifabrieken ge
sloten. Te Dublin is de situatie vrijwel
onveranderd, docli aan beide kanten der
strijdenden heerscht verbittering en men
schijnt zich op een harden kamp voor
te bereiden.
Relletjes te Breslau.
In verschillende kwartieren Van Breslau
kwam liet Vrijdagnamiddag tot lionger-
opstootjes. Een aantal schoen- en klee-
renwinkels werd leeggeplunderd. Er vie
len ook dooden en gewonden. De dooden
zijn gevallen bij de verdediging van een
confectiemagazijn door de politie. Een be
trekkelijk kleine troep had reeds ver
schillende confectiemagazijnen uitgeroofd
en zich voorzien van een aantal, pakken,
dat bet aantal plunderaars verre overtrof.
opvoeding en de familie van zijn bruid
voor oogen stelde, dan vroeg ik' mij af
wat het einde zou zijn.
DEEL II.
DE VUURPROEF.
HOOFDSTUK I.
Ontgoocheling.
Steven Edgcumbe was nog geen jaar
getrouwd, toen er een gebeurtenis plaats
greep, die zijn heele levensloop verander
de.
Lukas Edgcumbe, de jamfabrikant, di
recteur van een groote onderneming, ging
plotseling failliet. De man, wien men het
bezit van een enorm vermogen had toe
geschreven, zag zijn faillissement open
lijk aangevraagd door zijn grootste schuld-
eischers en hij: sleepte jionderden mee
in zijn val.
Trouw aan zijn belofte, had hij Steven
een flinke jaarlijiksche toelage aangebo
den, die deze alleen op verlangen van zijn
vrouw aannam. Steven had zelf liever
v!an zijn eigen inkomen geleefd. De geld
kwestie was trouwens in het eerste jaar
van zijn huwelijk een voortdurend punt
van 'Oneenigheid, Steven ontdekte al spoe
dig, dat zijn vrouw een zeer kostbaren
smaak en niet minder kostbare gewoonten
had. Om haar genoegen te doen, gaf hij1
haar meer dan hij" eigenlijk 'had moeten
Toen .de politie de plundering van een
volgend confectiemagazijn trachtte te ver
hinderen, werd zij zoodanig in het nauw
gedreven, dat zij van haar schietwapenen
gebruik moest maken. Zaterdagmorgen
was, naar gemeld wordt, alles rustig, 'tls
echter te vreezen, dat het bij dit eene
opstootje niet blijven zal. De toestand in
Duitschland wordt immers met den dag
ellendiger, zoodat de oproerige elementen
daardoor weer een kans krijgen.
De aohturendag en het alcoholverbruik.
In verband met de enquête naar liet
gebruik van den vrijen tijd van de arbei
ders, die het Fransche Ministerie van
Arbeid sedert 1919 instelt, werd getracht
vast te stellen of de vermindering van
het aantal werkuren aanleiding is geweest
voor de arbeiders om meer tijd in café's
door te brengen en de dronkenschap heeft
doen toenemen. Bij de discussie over de
wet op den achturen dag van 23 April
1919 gaven eenige afgevaardigden hun
vrees voor een dergelijke stijging te ken
nen.
Tegelijkertijd werd een onderzoek in
gesteld naar den invloed op de indirecte
gevolgen van dronkenschap in de in
dustrie.
Uit de beide enquêtes blijkt een groote
vermindering van bet alcoholverbruik bij
de arbeiders. Behalve de toenemende be
langstelling in arbeiderstuinen, sport, vak
cursussen en bibliotheken die ontstaan is
door de beschikking over meer vrijen tijd,
kunnen als verdere oorzaken voor de ver
mindering van het alcoholverbruik ge
noemd w-orden de sterke prijsstijging van
de alcoholische dranken, de gedurende
den oorlog aangenomen welgeving (verbod
van fabricage en verkoop van absinth, ver
bod van het openen van nieuwe café's,
de verscherping van siraffen op openbare
dronkenschap, hel. verbod van alcoholi
sche dranken tïï ftïdusirieele en handels
ondernemingen, enz.), en de propaganda
tegen het alcoholgebruik door scholen en
in arbeiders- en patroonsorganisaties.
Het artikel in de Informations Soda
les dat de hierboven genoemde feiten
vermeldt, geeft tegelijkertijd een over
zicht van de resultaten van de in Parijs
ondernomen enquête. Als voorbeeld kan
genoemd worden dat o. a. in de bouw
bedrijven en in de openbare werken het
o. a. in de bouwbedrijven en in de open
bare werken het alcoholgebruik en de
dronkenschap sterk verminderd zijn ge
durende de laatste jaren. Het wegblijven
van het werk op Maandagen en na
feestdagen heeft opgehouden. Het alge
meen gedrag van de arbeiders is verbe
terd en deze verbetering is vooral op te
merken onder de jonge arbeiders.
Antwerpen en het „Wilhelmus".
Bij de herdenkingsplechtigheid te Ant
werpen ingericht ter eere van Herman van
de Reeck, den jongen man die vóór twee
jaar op 11 Juli bij de Gulden-Sporenbetoo-
ging door de politie is doodgeschoten,,
heeft de gemeenteraad verboden het Wil
helmus te zingen. De Ploeg wijst er op,
dat dit de eerste maal is, dat in het
Vlaamsche la'nd een dergelijk verbod is
uitgevaardigd en komt er in deze woor
den tegen op:
„Het doet in den grond als een kultuur-
schendede daad aan, ,om 't treffende, mis
schien het mooiste Nederlandsche lied,
dat bestaat, in de stad, waar eens de
schepper van dit lied de 'hoogste waar
digheid bekleedde, te zien verbieden. Er
is geen zang uit de 16e eeuw van meer
geschiedkundige beteekenis, dan het Wil
doen. Hij begon al een aardige practijk
te krijgen en ofschoon hij nog niet zoo
heel veel verdiende, volgde hij de voet
stappen van vele jonge advocaten, en
verdiende er nog iets bij door het schrij
ven van .tijdschrift-artikelen. In ieder ge
val was zijn inkotmen .groot genoeg om
zuinig, maar goed van te leven, als zijn
vrouw er juist zoo over had gedacht als
hij.
„Isabella", zei hij vaak, „waarom zou
den wij toch afhankelijk zijn van de toe
lage van mijn oom. Wlij kunnen toch zeker
wel leven van wat ik ontvang?"
„Als je met een eenvoudig burgermeisje
getrouwd was, dan zeker wel; maar ik
verkies dat niet".
„Maar deze toelage vernedert mij1. Ik
zou liever van wat minder leven en on
afhankelijk zijn".
„En ik ben niet van plan allerlei dingen
op te geven voor jouw dwaze begrippen
Je krijgt toch den een of anderen dag
het geld van je oom. Wlaarom. zouden wij
er pu 'niet van genieten?"
„Maar Isabella, heb je dan geen eer
gevoel?" i
„Eergevoel! Ja te veel om te leven
zooals jij zou willen, dat ik leefde. Ik
ben aan zulke begrippen niet gewend".
„Maar thuis hadt je toch ook' geen
weelde, Isabella. Je vader is arm, en
waarom kunnen wij' het niet zonder die
helmus. Het algemeen Nederlandsch ka
rakter van dit lied ontspruit zeker niet uit
het feit, dat het een strijdend Calvinist
is geweest, Marnix van St. Aldegonde,
de schrijver van de Bieenkorf, die het
dichtte. Men is dit, de laatste jaren vooral,
onder de letterkundige historici en rechts-
geschiedkundigen meer en meer als een
bijkomstigheid gaan beschouwen. De
hoofdzaak is, dat het Wilhelmus den
historischen neerslag bevat van een
rechtsopvatting, die typisch Nederlandsch
en zelfs Zuid-Nederlandsch mag gehee-
ten worden, een opvatting van staat en
constitutie, die in Zuid-Nederland terug
gaat tot de Blijde intrede van Brabant.
De grondslag van het zelfbewuste loya
lisme van de wederkeerigheid namelijk
in de verhouding van vorst en onderdaan,
van openbaar gezag en staatsburger, wordt
eil met beeldende schoonheid in aan
gegeven."
Korte berichten.
In Engeland1 vreest men een nieu
we hittegolf. Vrijdag heeft men in
verscheidene deelen van het kind, in het
bijzonder in het zuiden, het midden en
het oosten, temperaturen vastgesteld, die
deden denken aan de warme dagen van
de vorige week.
Uit Noord-Italië en uit Spaansch-
Marokko wordt buitengewoon groote
hitte gemeld.
Ter gelegenheid van het Turnfeest
te Miinchen is de hoogste berg van
D: u i ts c h 1 a n di de Zugspitze (2900 M.)
in de afgeloopon week door ca. 20.000
personen beklommen. Daarbij zijn slechts
11 personen naar omlaag .gestort, van
wie vier gedood en zeven zwaar gewond
werden.
OP het vliegveld te Rantoul (Ame
rika) zijn twee luitenants bij' een landing
gevallen en op de plaats doodgeble
ven.
Te Keulen bedraagt de prijs
van melk van heden af 7200mark per.
liter.
Vijf mannen, die te Kaïro t e r d o o d
veroordeel d zijn, in verband met de
samenspanning' om Britsche ambtenaren
te dooden, zijn bij koning George van hun
doodvonnis in beroep gegaan.
Morgen zal in liet parlementsgebouw
te Keulen-Dieutz een groote b e t o o
ging van Keulsche vrouwen plaats heb
ben om een beroep op de wereld te doen
en de aandacht der andere Volken te
vestigen op den verschrikkelijken toestand
van het Duitsche volk.
L a n d v er hu i zi n g n a ar Z.-Af r iK a.
Hollandsch Zuid-Aftika, het orgaan van
de Ned. Z.-A. Vereeniging, schrijft:
„Druppelende emigratie naar Z.-Afrika
van degelijke elementen, die energie en
valkkennis bezitten, gaat goed, wanneer
telkens rekening gehouden wordt met de
openingen, die er al dan niet zijn, en
de emigranten niet uitgaan om rijk te
worden, maar om een heerlijk land te vin
den, waar ze hun werkkracht kunnen ge
bruiken en bestaan. Voor ruggegraat-
loozen, slaplendigen, voor allen, die niet
weten wat het is de hand uit de mouw: te
steken, is Z.-Afrika niets. Het uitzenden
van werkelo'ozen, die nu geen werk heb
ben en het ook in betere tijlden niet
altoos hadden, is niet geoorloofd. Want
toelage van mijn oom doen?"
„Omdat ik dat niet verkies".
„fk had gedacht, Mat je anders was,
Isabella. Wat mij betreft, ik zou veeF
gelukkiger zijn, als jij er in toe wilde
stemmen, om dat geld af te wijzen".
„En waar zouden we dan van moeten
leven, vraag ik me af?"
„Wiel, ik zal langzamerhand' meer za
ken krijgen en ik verdien er immers ook
al wat bij met journalistiek werk. Bijna
alle jonge advocaten doen het en ik
ik' houd er wel van".
„En idenk je nu, Steven Edgcumbe,
dat ik van plan ben tevreden te zijn met
zulk een manier van leven? Ik zou nooit
met je getrouwd1 zijn, als ik had geweten
dat je zoo iets van mij zou verlangen".
„Je bent met mij getrouwd, Bella, om
dezelfde reden, waarom ik met jou ben
getrouwd omdat wij elkaar lief hadden"
„Maar niet om in armoede te leven".
„Ik' geef niets om armoede, als ik
jou liefde maar heb".
„Liefde is weinig waard, als armoede
iemand in het gezicht staart".
„Wil je daarmee zeggen, Bella, dat je
mij niet lief zou hebben, als wij" arm wa
ren?" 1
„Ik wil zeggen, dat ik niet met 'jou
getrouwd zou zijn, als ik niet gedacht
had, dat je mij een rijk, gemakkelijk leven
zou kunnen verschaffen".
v
zij gaan in Z.-Afrika, stel dat ze worden
toegelaten, onder, tenzij, wat natuurlijk
bij sommigen mogelijk is, de nood hen
tot den arbeid brengt en hun energie
wekt.
Willen echter jonge menschen, die pit
hebben, die niet dadelijk vragen naar
gemak, die een paar jaar van hun leven
wille ngeven om zich een bestaan te ver
overen, die iets van een avonturier in
zich hebben, en beu zijn van het op
p'lat-getreden-wegen gaan, en die daarbij
degelijke kennis hebben van een of ander
vak, dat ook in Z.-Afrika wordt beoefend,
daarheen gaan, laat hen gaan en ze zullen
misschien iets anders, maar zeker iets
goeds in Z.-Afrika vinden.
Voor massa-emigratie deugt Z.-Afrika
nog niet; of het er ooit voor zal deu
gen, hangt af van de ontwikkeling van
den landbouw, de irrigatie, de opkomst
van de nijverheid, enz. enz. Voor drup
pelende emigratie is het wel degelijk ge
schikt, en zij die er heen gaan en blij
ven, werken mede aan den opbouw van
een nieuw volk, een Afrikaansch volk,
dat nooit zal kunnen verloochenen zijn
grootendeels Ilollandsche herkomst.
Op' huize Di o o r n.
In de „Neue Freie Presse" komt voor
een uitvoerig verhaal van het bezoek,
dat in het begin van dit jaar een groepje
studenten uil Leipzig bij den ex-keizer
heeft gebracht.
Wij ontleenen
Den 9den Maart van 1923 was een
koude dag. Toen de gong ons op kasteel
Hardenberg wekte, hadden wij, studenten,
geen van allen lust al op te staan.
Maar wij herinnerden ons, dat wij' op
dezen Vrijdag door den ex-keizer in
.audiëntie zouden worden ontvangen en
huize Doorn was anderhalf uur verdêi'.
Onder vliegende wolken en een grijzen
regensluier gingen wij op' WVg en na
een flinken marsch stonden wij1 voor een'
vreemd poortgebouw. Links en rechts
een stuk muur en dan een groot park.
Do nieuwe hofmaarschalk, baron L.
uit Frankfort, ontving ons in het voorge
bouw, waar de kamers over 't algemeen
eenvoudig zijn ingericht. In enkele ver
trekken zagen wij pkachtige' spiegels, kost
bare schrijfbureaux, antieke meubels, kas
ten vol porselein en zilverwerk. Aan
de muren oude gobelins, op' de vloeren
zware Perzische tapijten. In dezle vertrek
ken toeft ptrins Heinrich, als hij1 zijn
broer een bezoek brengt.
Die hofmaarschalk gaf ons instructies:
„U leunt met Zijne Majesteit vrijuit pira
ten; spreek hem aan, overeenkomstig
zijn hooge positie en maak vooral een
heel, heel diepe buiging!"
De keizer wilde ons in de groote allee
vlak bij het kasteel te woord staan.
■Toen wij het voorgebouw verlieten, kwa
men twee keizerlijke stiefzoons op hun
fiets aanpieddelen, en een kleine prinses
hing met nieuwsgierige oogten over de
trapleuning. Wij wandelden in een wijde
bocht naar het kasteelonderweg pias
seerden wij een grooten houtstapel dotor
den bewoner gezaagd. De hofmaarschalk
wees er naar en zeide: „Het overtollige
hout wordt verkocht. Diat brengt geld
op. Die keizer is nu arm." Wij'gingen langs
bet bediendengebouw en de auto-garage,
langs stallen voor vee en pluimgedierte
en langs een typisch ouden duiventil.
Die keizer liet opi zich wachten en wij
hadden het aardig koud. Onze jassen
hadden wij: in het pbortgebouw laten
hangen.
„D'us je gaf niets o-m mij?"
„Natuurlijk hield ik van je, maar ik
ben net als andere menschen ik houd
ook van een aardig huis en mooie meu
bels. En dat gezeur van jou over net
geld van je oom maakt mij dol".
En zoo gaf Steven maar weer toe; dit
gesprek was echter slechts het begin van
tal van andere, waarin vele onvriendelijke
dingen gezegd werden. Niet, dat Steven
berouw had over zijn huwelijk daar
voor had hij zijn vrouw te zeer lief;
maar hij ontdekte, dat het huwelijksleven
niet slechts bestond uit rozengeur en ma
neschijn. Zijn grootste verdriet was, dat
zijn ideaal geschonden was. Steven had
tot dusver, ondanks den spot van zijn
oom en het cynisme van Ilford geloofd
in de verheven deugden der vrouw. Hij'
had gemeend, dat Isabella zoo waar was
als het zonnelicht en dat haar liefde voor
hem even oprecht en diep was als de
zijne. Bij al zijn gesprekken met zijn
oom en Ilford als zij de vrouwen beschre
ven als wezens, die zich verkochten aan
'den meestbiedende, had hij' aldoor ge
dacht aan het meisje, dat hij' lief had,
cn dar. leken al hun argumenten hem
dwaas er. belachelijk. Zij was zijn anker,
zijn sterkte; zij was de rots der waarheid,
waarop al lrun leugenachtige theorieën af
stuitten.
(Wordt vervolgd.)