LaM- en Tuinbouw. ütt de Pers. Ingezonden Stikken. overleden. Te Rans dorp is een 62- knrigo grasmaaier op' het hooiland door de hitte bezweken. Te Culemborg is een ruim 71-jarige goederenbezorger door de hitte bevangen en kort daarna overleden. Te Blaricum is een ,54- jarige arbeider tijdens het hooien door de hitte bewusteloos geraakt en naar huis gebracht, alwaar hij zonder bij ken nis gekomen te zijn overleden is. Te Wijk bij Duurstede is een jongetje dooi de warmte bevangen en overleden. Te Zevenbergen is een landbouwer tenge volge van de warmte overleden. Te Tinto is zekere v. E. door de hitte bezweken. Te Vierpolders is A. v. d. H. door de hitte bevangen en latei- overleden. Te Goudswaard zijn twee personen (een landbouwer en een land bouwersknecht) door de warmte bezwe ken, toen zij in het hooiland waren. In totaal zijn te Rotterdam acht perso nen door de hitte bezweken en vijf verdronken. Op het ©ogenblik worden in de ziekenhuizen nog 9 slechtoffers van de hitte verpleegd. Dank zij de mil dere temperatuur hoopt men lien te be houden. Een w o 1 k 1> re u k. Gistermiddag voedde boven Dlelft een onweersbui, ge paard gaande met een wolkbreuk zoo lievig, dat in korten tijd verschillende stralen en pleinen geheel blank kwamen te staan. Een arme familie. Te Gennep overleed de vorige week de laatste per soon van de eigenaardige familie M., ge naamd „Faan", die evenals zijn gestorven broer en zuster er een zeer zonderlinge levenswijze op na hield. Het scheen, dat de geheele familie een volslagen afschuw had van water, en al wat met zindelijkheid verband hield, zoowel aan den lijve als in huis, zoodat iedereen hun nabijheid zoo veel mogelijk ontvluchtte. Buren beweerden echter, dat de .mem schen er warm bijzaten, in weerwil van hun zeer armoedige en sobere levenswijze. De vorige week dan, nu "den dood van het laatste familielid, werd van rechts wege een onderzoek ingesteld, dat tot groote verrassingen leidde. Men vond in oude vazen hoepen bankpapier, evenals in bed, op zolder, in kasten, en in een oude kous ettelijke honderdtallen vcrloo- pen zilverbons van fl. 'Ook 'werd bank papier gevonden, waaronder bankjes ter waarde van f 1000, dat in een der voch tige laden in verren staat van verroting was geraakt. In een andere lade lagen enkele honderden gouden tientjes zoo mam- voor 't wegnemen. Op de onmogelijkste plaatsen werd geld gevonden, en toen men tenslotte alles doorzocht had, bleek het vermogen te bestaan uit f 40.000. En dat heetten dan arme menschen jte zijn. Warmte en h o n i g-opb r e ngs t. De imkers in den Gelderschcn Achterhoek zijn zeer tevreden over den toestand van hun bijenvolkten, waartoe het warme weer wel meewerkt. Men verwacht, dat do ho- nig-opbrengst die van het rijke honing- jaar 1916 zal overtreffen. Een pseudo-verkeers-agent. Wegens de drukke passage over de smalle hulpbrug bij- de W'itstraat te Loosduinen, staat daar den ganscben dag een Haag- sche verkeersagent op een soort tribune. Des avonds tegen een uur of acht rukt de post in. Een jongen uit de buurt had dat opgemerkt en daar het, vooral met de warme dagen dan nog verbazend druk kan zijn, had hij op de verheven heid zich geposteerd, een papier met zwar te strepen als manchet om den arm. Eerst liet hij aan de eene zijde en toen aan de andere auto's, wagens, motorfietsen, enz. door opsteking van den arm stoppen. Toen de rij naar zijn zin aan weerskanten groot genoeg was, gaf hij! de 'eene rij het teeken van doorgaan en tegelijk de andere rij' ook. Gevolg oen hopelooze ver warring .midden op de brug tot groot vermaak van velen. De jongen had' onder wijl de plaat gepoetst. Daarom .staat nu op de stellage geverfd: „Verboden Toe gang". Radio en onweer. Nu de offici- eele weerberichten reeds eenige malen op onweorskansen wijzen, is het niet on dienstig, radio-amateurs er aan te her inneren, dat hun antennes géén gevaar behoeven op te leveren, mits gezorgd wordt voor een afvoer van den bliksem. De inslaande bliksem is eerst gevaarlijk wanneer hij' op zijn weg een te groeten tegenstand ondervindt of genoodzaakt is, zich door een sprong, waarbij' een vonk ontstaat, een weg te banen. Bij gevolg js het alleen noodig een directe aardver- binding te makten. Die invoerdraad moet uitgeschakeld worden en de antenne rechtstreeks met de aarde verbonden. Het is van belang, dat de aarde een goeden afvoer vormt. Is de draad aan de water leiding verbonden, dan zal dit in de ste den wel voldoende zijn. Op het platte land lette men er op, dat de draad niet in een electrische ,,cul de sac" uitkomt, b.v. in een put. Aarding door middel van een koperplaat in den (vochtigen) grond is voldoende. („Tel.") Brand1. Te Groessen is brand uit gebroken in de boerenwoning vaji den landbouwer K. Door de droogte werd het geheele huis een prooi der vlammen. D'e oorzaak is onbekend. Vrijdagmiddag is te Aalst de boer derij „Die Pracht", toebehoorende en be woond dooi- den landbouwer L., geheel afgebrand. Dank zij het optreden der Eindhovenscbe brandweer, konden de be lendende boerderijen gereü worden. Van den inboedel kon niets gereS worden. De oorzaak is waarschijnlijk hooibroei. Zwemmen in zee. Algemeen is opinie, bij' eb is de zee minder gevaar- lijk dan bij vloed. Zoo eenvoudig is de zaak echter niet. Voorop staat, dat men nocit moet gaan zwemmen bij dammen of pieren. Om deze ondiepten staat altijd stroominj% Maar. wat vooral onze kusten gevaarlijk maakt, dat zijn de banken, die voor de kust ligg'en en ook de wind. De kommen tusschen de banken heeten de zwinnen. Waar de uiteinden van de banken bij1 elkaar komen krijgt men een mui. Deze muien zijn het gevaarlijkst. Pij vallend water stroomt door deze muien het water uit de zwinnen weg. Er ont staat daar een sterke stroom naar zee, welke voor den zwemmer noodlottig wordt. Bij' de kalmste zee kan de trekking toch groot zijn, dat hangt geheel af van de groote strooming door het Kanaal en Noordelijk langs Engeland. Laat u dus niet bedriegen door een kalme zee. Vooral niet, wanneer de wind oostelijk is, dus van het land afwaait. Die bovenstroom Van de zee gaat dan zeewaarts. Dte onder stroom landwaarts. Drijft een zwemmer op den bovenstroom naar zee af en komt hij in eon mui terecht, dan is hij bijna onherroepelijk verloren. Een bader, die niet zwemmen Jcan, loopt het .risico-, wan neer boven- en onderstroom veel verschil len, om to vallen. Do bovenstroom neemt hem dan mee en voert hem eveneens naar zee. Is de wind west, een zeewind dus, dan is de bovenstroom landwaarts en de on derstroom zeewaarts. Het gevaar van af drijven is dan heel gering. Maar dan ont staat gevaar, wanneer de zwemmer, 'die ver in zee gaat, plotseling' kramp krijgt en zinkt. Dnn toch voort de onderstroom hem moe naar zee. Theoretisch zou dus aan te wijzen kun nen zijn waar gevaarlijke plekken zijn. Maar dat is theorie. Die banken voor zoo kruien zoo snel, en or zijn zooveel meer factoren die medewerken, dat het practisch 'onmogelijk is. Concludeerend kunnen we dus vaststel len, dat de kust niet te vertrouwen is. Het beste doet men onder vertrouwde leiding to zwemmen, zooals in de bestaan de zeebaden. Gaat men vrp' zwemmen: Let dlan op den gevaarlijken landwind en ga vooral bij' eb niet over de zandbanken heen. En komt ge onverhoopt toch in een strooming, zwem er dan nooit recht tegen in, maar probeer in schuine lijn de kust te bereiken. Maar dat is een kwestie van tegenwoordigheid van geest. En die laat menigeen, die in gevaar verkeert, nogal eens in den steek. Een kind door oen hond m is- hande ld. Het 10-jarig dochtertje van don mijnopzichter S„ in dienst bij' de Wil lem' Sophie-mijn te Speckholzerheide, ging zooals gewoonlijk melk halen bij den land bouwer J. H. Het kind! had een klein hondje bij1 zich. Baj het terugkeeren rukte een groote hond van Dt IT., welke aan een ketting lag, zich los en viel het meisje aan. Het dier beet het kind over het geheele lichaam'. Zij' kreeg een wond bij het rechteroog en achter het linker oog een wonde van enkele centimeters terwijl zij' aan het hoofd een wonde van 11 a 12 centimeter kreeg. Het meisje werd dadelijk onder geneeskundige behandeling gesteld). D'e vader van het kind verkeerde in een dusdanig opgewonden toestand, dat hij een browning nam en naar He woning van D'. H.' ging en eerst op den hond schoot en daarna op de echtgenoote van Di. II. schoten loste. S. is dooi- de politie gearresteerd. Hij zal wegens poging tot doodslag aan de justitie te Dien Bosch worden overgeleverd. Het onderzoek duurt nog voort. („Tel.") Brutale poging toti n b raak te Drol ft. Gisternacht heeft men getracht te Dolft in te breken 'bij' den goud- en .zilversmid v. d. S. Een groote spiegel ruit is met 'een stok stukgeslagen, maar doordat de vitrine met houten luiken was gesloten, hebben de inbrekers hun slag niet kunnen jdaarn In verband met deze inbraak zijn een tweetal individuen aan gehouden, die blootsvoets op verdachte wijze in die stad rondslopen. D|e winkel van de firma v. d. S. is gelegen onder den rook van het politiebureau. D'oor het gerinkel van de glasscherven werd de geheele buurt -gewekt. („Crt") Rotterdam, 16 Juli 1923. Graanmarkt. Tarwe met ruimer aanbod, moest belangrijk lager worden afgegeven, terwijl bij gebrek aan koop lust wederom niet alles kon worden ver kocht. Overige artikelen niet noemens- waar dgetoond. Algeheele stemming zeer flauw. DORDRECHT. V.D'. Gisterenmiddag te 1 uur had opi de Merwede een ernstig' ongeluk plaats, waarbijl twee menschen- levens zijin te betreuren. D'hr. R. was met zijn verloofde gaan zeilen, maar kon, toen een hevig onweer kwam op'- zetten, niet tijdig den wal bereiken. Een plotselinge windvlaag deed het bootje kantelen, waardoor beiden te water ge raakten en verdronken. ZEVENAAR. V.Di. Tijdens een hevig onweer sloe^ Zondag de bliksem in de boerderij' van S. P. Alles verbrandde. Assurantie dekt de schade. Het zoontje liep brandwonden op, terwijl de knecht door den bliksem getroffen werd en half verlamd werd. LONDEN. V.D'. Zaterdag "heeft in Mid lands een hevig onweer gewoed gepiaard met hevigen regenval, zoodat overstroo- mingen veroorzaakt werden, een brug werd. weggeslagen en enkele huizen wer den verwoest Het Geïllustreerd Volks blad (uiig. D. v. Sijn Zonen te Rot terdam) komt reeds met een feestnum mer, ter gelegenheid van het Koninginnc- jubileum uit. Het nummer is mede voor verspreiding bestemd. Het is gevuld met aardige verhalen en schetsjes over en uit het leven onzer Koningin, verzen, enz. en zal zijn weg onder onze Oranjeklan ten wel vinden. De bladluizen en de warmte. Op verschillende gewassen hebben de bladluizen zich dit jaar in zeer sterke mate vermeerderd. De bladeren van appel en pruim, kers, morel, aalbessen, esch- doorn, vlier, beuk en vele andere plan ten, wemelen meestal aan de onderzijde van ongevleugelde en gevleugelde blad luizen en de vettige, honingachtige uit werpselen dezer insecten (de z.g. honing dauw) al of niet zwart gekleurd door schimmels (roetdauw) bedekt de boven zijde van de lager geplaatste bladeren. Het aantal bladluizen is zoo groot, dat zij' in verschillende gevallen aanmerke lijke schade aanrichten. Bestrijding is op dit ©ogenblik zeer moeilijk of geheel on mogelijk, omdat de insecten de bladeren meestal zeer sterk hebben doen ineen- rollen, waardoor zij togen de aanraking met eventueel te verspuiten bestrijdings middelen zeer goed beschermd zijn. Gelukkig neemt het aantal dieren, vdat zich met bladluizen voedt (larven van de gaasvlieg on van lievenheerbeestjes, van zweefvliegen en kleine slujpwespjes) ton, maar het voortplantingsvermogen dei- bladluizen is zóó groot, dat een zeer groote opruiming noodig is, voor men van het verdwijnen van de plaag kan spreken. Het is daarom gelukkig, dat de weers gesteldheid ons in onzen strijd behulp zaam is tegen de bloedluizen. Er is n.l. geen beter bestrijdingsmiddel dan warmte. Als de temperatuur omstreeks of boven de 35 gr. C. stijgt, is deze voor verreweg het grootst aantal bladluizen doodelijk. Zij trachten zich, als zoo hooge tempe ratuur optreedt, eerst nog te redden 'door verplaatsing, maar na eenige dagen van groote hitte sterven zij. Dit is o.m. waar genomen in 1911, toen er in Juli in Euro pa algemeen een zeer ernstige bladluizen- plaag heerschte in allerlei gewassen. Voor het einde van die maand was de plaag volkomen geëindigd. gen, zoo men mijn God hoont?" Een protest tegen het vloeken is onvoorwaardelijk en aanvaardt geen excuus. Geen énkel!. Het is een ver- oordeeling", die geen verdediging; toe laat. Zulk een protest sta, hier tegen do ontheiliging van Gods Naam door A. B. Kleerekoper, Kamerlid der S. D. A. P. Aan hem zelf zouden we willen zeggen, dat de Be-ere geenszins on schuldig zal houden, dien Zijn Naam ijdellijk gebruikt. Dit feit vermag; Klee rekoper niet weg te spotten. Hij zal dit ervaren, als eens de knokige hand van den dood hem aangrijpt en alle spottaal op- zijn veege lippen doet ver sterven. Wij 'bevelen hem voorts de lezing aan van Jes. 53 en Joh. 1. Wat moet het donker zijn in de ziel van iemand, die aan den ernst van een protest tegen, het vloeken niet meer gelooft! Kleerekoper en het vloeken. Wij namen dezer daigen over de schandelijke taal van Kleerekoper, het socialistisch Kamerlid en schrij ver van de Oproerige 'Krabbels in „Het Volk". De „N. Pr. Gr. Crt." zegt daarvan: Ik heb in twijfel gestaan, of ik de schandelijke woorden van dezen leider der sociaal-democraten zou laten af drukken. Ik twijfelde daaromtrent., met allereerst vanwege de gribuslucht, die uit het schimipstufc' ons tegenstaat; maar veelmeer otaldat de Godslaste ring van Kleerekoper eiken Christus- belijder de ziel pijn doet en hem kwetst in datgene, wat hem boven alles dierbaar is. Toch besloot ik tot een letterlijk citaat. Onze menschen moeten het be waren. En als dan misschien nog; eens 'n propagandist hun woning; betreedt, om hen voor te praten, da,t godsdienst en socialisme samen kunnen gaan, dan moeten ze dien bedrieger dit stuk' onder den neus duwen en zeggen „Ziedaar, wat een man zegt, die tot uw leiders behoort, dien uw partij in de Kalmer koos; ziedaar, wat uw blad „Het Volk", met verantwoorde lijkheid' der redactie, opneemt." Niet tegen de wijze van arres teeren vaart hij uit; maar tegen het feit der arrestatie; dat is juist het weerzinwekkende van zijn „krabbel" en dat stempelt dezen in waarheid tot een „Oproerigen Erabbel"; op roerig tegen God,' wiens soiuverein be vel luidt, dat Zijn Naam, zoo hoog en heilig-, niet ijdellijk zal worden ge bruikt. Tegen 'dat bevel rebelleert, Eleere- koper met opgeheven vuist. Hij raast er tegen i n een woede; uit den afgrond in zijn ziel gevaren. Hij plaatst zich tegenover God, ge lijk de man, van wien we lezen in Leviticus 24. En waarom? Wat is het motief? De man die steelt, kan dat van den honger doende echtbreker is ten slotte een slaaf van zijn hartstochten de doodslager kan zich in een vlaag van drift vergeten; de afgodendienaar kan in verblinding handelen; en zoo is er voor schier elke gebedsovertre ding een beweegreden mogelijk', die verklaarbaar is, al is ze niet ver schoonbaar. De zonde tegen het derde gebod evenwel is een directe aanranding van den Heere zelf, en daarom zoo ver schrikkelijk en ontzettend. Er is 'maar één Verklaring voor: Godshaat. En daarom moet er een krachtig, een verontwaardigd, een vlaminend protest tegen rijzen. Hier heeft de Christen bet woord van Calvijn tot het zijne te mak:en: „een hond blaft w-el, als men zijn meester aanrandten zou ik dan zwij Wisselkoersen. Amsterdam, 16 Juli 1. uur. Berlijn 0.1.01,4Q,103/t Brussel 12.37i/212.47V2 Parijs 14.871/2-11.4.97j/2 I orden 11.73i/4—11.733/4 Dollar 2.548/8—2 55 Weencri 0.350.36 (Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.) Goes voorheen en thans. Was het de buitengewone warmte, die 1.1. Vrijdagavond het publiek terug hield van de vergadering in „Do Prins van Oranje", ter bespreking van een te hou den optocht'.' Was de Vrijdagavond niet de geschikte avond voor een vergadering? of om welke reden clan ook, cle opkomst was treurig, 'k Dacht als Goessenaar terug aan de feesten bij do inwijding van het spoor, het Blaaubeenfoest, cle feesten tijdens het bezoek van II. M. Sept 1907 alle door historische optochten opgeluis terd. Hoe menig Landbouw- en Volksfeest is er niet gevierd met allegorische op tochten? En zal m'en nu een feest vieren zonder optocht? 'kHoop van met, want een der 'mooiste punten van een feest- pr'ogram iê toch zeker een optocht? 'k Hoorde dat do ondernemer van het Schuttershof plannen heeft, den ouden hof weer tot zijn' vroegeren toestand te rug te brengen, nu de tempel van Apollo afgebroken is, en dooir een groote ruime zaal vervangen. Die oude Zuid-Bevelandsche vlag zal men weder van het hof zien wapperen als teeken clat in dat gebouw Goes en Zuid-Be velan cl saamweiken. Dit verhaal bracht mij er toe, aan het bestuur of de commissie van den optocht te vragen: Zou het niet mogelijk zijn, daar II. M. niet naar Zeeland komt, een optocht saam te stellen uit Goiese- naars cn Zuid-Bevelanders 'k Dacht aan den laatslen hislorischen optocht, toen er zoovelen van 's ITeer Abts'kerke, Si- nautskerke, enz. medegewerkt hebben. 'kHoop clat er Woensdagavond velen uit stad en land in de Prins van Oranje zullen aanwezig zijn om te 'beslui ten over een oplacht. Met vriendelijken dank aan do Re dactie. Een Goesenaar. R e g e n t e e k e n s. In de „Vader- landsche Letteroefeningen" van het jaar 1836 vindt men de volgende 44 voor spellingen van regen. Eenige er van be rusten op een hoog waterdampgehalte. Van de lucht en de aanwezigheid van een "hygroskopische stof. De holle wind kent perk noch palen;, Het zwerk verandert keer op keer. Ik zie het kwik in 't weerglas dalep, Het schoorsteenroet valt drupp'lend neer. Het vocht begint den muur te ontvloeien, De zwaluw scheert langs 't spichtig gras, De vlieg verstoort de logge koeien, De kikvorsch kwaakt in d'enge plas. Flink, mijn patrijshond, zit te droomen, Het stof draait dwar'lend in den vliet, De visschen spart'len in de stroomen, Het regende ook op Sint Margriet. Hebt gij den stank der gracht geroken? Zaagt gij dien fraaien regenboog? De zon is neev'lig neergedoken, Ondraaglijk kwelt me een eksteroog. De huiskat strijkt haar fulpen wangen, Gesloten is de pimpernel, De merel fluit haar zoete zangen, Ei, hoor! wat piept cle krekel schel! Het loeiend vee wil 't veld verlaten, 't Verèchiet schijnt ons nabij te zijn. Ik hoor de onraste schapen blaten, t Aanhoudend knort het rokend zwijn. De slakken zijn met zand bestoven, De padden kruipen ginds en her, De klaver heft de kruin naar boven, Flauw glinstert zelfs de grootste ster. De pauw verheft zijn schelle kreten, Het rijpaard trapt vol ongeduld, Mijn hond wftlj ig'ras voor beencl'ren eten, Zie, hoe é'en krans de maan omhuif,. De glimworm blinkt in vollen luister, De koekkoek roept in 't eenzaam woud, De man schijnt rood door 't neevlig duister, Het is, schoon zomer, nat en koud. De ganzen gag'len, de eenden kwaken, De gladde zuring krimpt ineen, ITet hout zet uit met hoorbaar kraken. Het vocht ontwelt den blauwen steen. De raven storten zwierend neder, In pang en kamer kruipt de spin, De herder spelt onstuimig weder, Do Nieuwe Maan viel Maandag in. Voor den doktor. Stel u voor, Mevrouw, Meneer, dat u ziek beiït en den dokter laat komenof, om ©en rog juister vergelijking teweeg te brengen, dat u ziek bent ©n naar den dokter looptDat u met andere zieken in een lange rij opschuift tot u voor den Aesculaap komt te staandat u nau welijks aan 'twooid kamt, dat de dokter zich uilput in bewijzen van uw klinklave gezondheid en u in bewijzen van uw 'kwalenen dat de doorslag wordt gegeven door de beslissing: Het is van daag een drukke dag voor j'e dus ga aan het werk! Stel u verder voor, dat u weer aan uw werk gaat (u moot wel) en dat elkeen! u hoont om uw echec en u vertelt', dat u idioot bent geweest, dat u het handig had moeien aanplakken mot een trucje hier en een foefje daar, een leu gen ginds en overgroote openhartigheid ergens anders. Zou dal geen gekheid zijn? Welnu, dat kwam dagelijks voor in het Nederlandsche leger in zijn mobilisatie. Op marschdag b.v. dromde 't bij divisies tegelijk naar den dokter. Dies avonds werden de orders vöor den volgenden dag voorgelezen. „Veldtenue met rol. Bataljonsmarsch met wielrijders- beveiliging 'in de richting Tweegezinnen. Brood en koffie mee." Heftig geraas en gtetior. Die sergeant-van-de-week: Ja, jongens, ik kan Tnie helpen! Een stem: Mos d'r nog bijkomme! In 't paviljoen van cle wielrijderslar moyante revolutie. Gehuil, yeel getier, wankoopsgegil, knersingéh der tanden. Algemeen© opinieIk ga morgen voor den dokter! Maar het legerbestuur begrijpt dat. En neemt z'n maatregelen. De bataljonscom mandant belt den dokter op': Dokter, er v oi dt moigcn een taaie marscli gemaakt. De dokter is op' zijn qui-vive. Vooits krij'gt cle kon poraal-van-de-week instructie, 's morgens héél vroeg, vlak na de reveille (ais velen nog nadutten), do zieken te gaan noteeren. Ilij mag niet zeggen, dat hijl daarvoor komt, men moet 't maar raden. Ook moet hij héél hard loopen. De korploraal volgde deze „aanwijzing" op. Desondanks welen 95 zieken van do eerste compagnie, 53 van de tweede, 87 van de derde on 11.' van de vierde com- pie (de vierde' compie was met verlof) den korporaal te bespringen. Ook vele wielrijders slagen daarin. In deze omstandigheden besluit de bataljonscommandant, eerst met het ge zonde 'overschot een uur Olympische spe len te houden. Dlan hoeven er geen nakomers te zijn. Dus krijgt do dokter een uur tijd, om een kleine 300 patiën ten te cureeren. Dus moppert de dokter, Eén blik, één woord en de diagnose is gesteld. Dienstdoen Dienstdoen Dienstdoenv De eerste 150 zijn er tusschenuit ge wipt. Volgt: na den dienst onder de wol. 70 hevig ptotesteerende zieken drui- pten af. Dun aspirine (30) engorgeldrank (20). Ook deze vijftig gaan dienstdoen.: Nu het moeilijkste werk. Er blijft een stelletje bleek'e jongens over. Zieken? Handige simulanten? Dat is de vraag. Ik heb zieke jongens gekencl die er nooit in slaagden den dolkter te doen inzien, dat ze iets mankeerden. En ik heb geniale comedianten gekend, die nooit hoefden dienst te doen. Er wa ren er die gesminkt naar den dokter gingen. Er waren er, die bezworen, dat ze niets mankeerden, dat ze zoo graag den bataljonsmarsch wonen meemaken, maór dat ze zoo gek in d'r hoiofd waren. Die hadden succes. Die fopten den dokter altijd. Er waren er, die plots 'hun be wustzijn verloren en zich flang op hun gezicht lieten vallen. Diie speel den hoog sptel. Er waren er, die de nieuwe, geheimzinnige ziekten uitvonden, 'die afschuwelijke symp/omen beschreven, waarvoor dte medische wetenschap paf stond. En er waren er ,die schenen te zijn overmeesterd door een algeheele apathie, die doof en gevoelloos waren en heelemaal suf. Als die boften, konden ze uitgelaten dansen. D'e dokter is bijna klaar. Hij' kan niet meer. Rommeldebommelderominlel de bom! Daar marcheert het bataljon de poort uit. Een onhoorbare juichkreet snijdt stil door de kamer van den dokter. Het restant15 opgewonden zielsgelukkige zieken doet krampiachtige pogingen om hun vreugde verborgen te houden. Hun wacht een fijne, lange, loom© dag van nietsdoen(Vad.) GOES. Uitslag van de op Zaterdagmorgen jl. gehouden aanbesteding verbouwen van school A; a. vergrooting lokalen met bijbe- hoorende werken; b. bijkomende timmer- en metselwerkenc. schilderwerk. Inschrijvers: J. de Jonge W|z., Goes, perceel a f 9510, perceel b. f 680P. Bruggeman, Goes, perc. c f 693A. N. Houtman, Goes, perc. c f 460Firma van de W.eert en Do Bruijne, Goes, perc. a f9140, perc. b f700; G. H. Vertregt, Middelburg, perc. a f 10600, perc. b f 550C. den Boer, Goes, perc. o f 650M. F. Goedemond, Ilansweert, perc. a f 8750, perc. b f 280J. do Jonge Mz., Bie- zelinge, perc. a f9100, perc. b f340; IV. J-

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1923 | | pagina 3