LaM- en Tuinbouw.
ütt de Pers.
Ingezonden Stikken.
overleden. Te Rans dorp is een 62-
knrigo grasmaaier op' het hooiland door
de hitte bezweken. Te Culemborg
is een ruim 71-jarige goederenbezorger
door de hitte bevangen en kort daarna
overleden. Te Blaricum is een ,54-
jarige arbeider tijdens het hooien door
de hitte bewusteloos geraakt en naar
huis gebracht, alwaar hij zonder bij ken
nis gekomen te zijn overleden is.
Te Wijk bij Duurstede is een jongetje dooi
de warmte bevangen en overleden. Te
Zevenbergen is een landbouwer tenge
volge van de warmte overleden. Te
Tinto is zekere v. E. door de hitte
bezweken. Te Vierpolders is A. v.
d. H. door de hitte bevangen en latei-
overleden. Te Goudswaard zijn twee
personen (een landbouwer en een land
bouwersknecht) door de warmte bezwe
ken, toen zij in het hooiland waren.
In totaal zijn te Rotterdam acht perso
nen door de hitte bezweken en vijf
verdronken. Op het ©ogenblik worden
in de ziekenhuizen nog 9 slechtoffers
van de hitte verpleegd. Dank zij de mil
dere temperatuur hoopt men lien te be
houden.
Een w o 1 k 1> re u k. Gistermiddag
voedde boven Dlelft een onweersbui, ge
paard gaande met een wolkbreuk zoo
lievig, dat in korten tijd verschillende
stralen en pleinen geheel blank kwamen
te staan.
Een arme familie. Te Gennep
overleed de vorige week de laatste per
soon van de eigenaardige familie M., ge
naamd „Faan", die evenals zijn gestorven
broer en zuster er een zeer zonderlinge
levenswijze op na hield. Het scheen, dat
de geheele familie een volslagen afschuw
had van water, en al wat met zindelijkheid
verband hield, zoowel aan den lijve als
in huis, zoodat iedereen hun nabijheid zoo
veel mogelijk ontvluchtte.
Buren beweerden echter, dat de .mem
schen er warm bijzaten, in weerwil van
hun zeer armoedige en sobere levenswijze.
De vorige week dan, nu "den dood van
het laatste familielid, werd van rechts
wege een onderzoek ingesteld, dat tot
groote verrassingen leidde. Men vond in
oude vazen hoepen bankpapier, evenals
in bed, op zolder, in kasten, en in een
oude kous ettelijke honderdtallen vcrloo-
pen zilverbons van fl. 'Ook 'werd bank
papier gevonden, waaronder bankjes ter
waarde van f 1000, dat in een der voch
tige laden in verren staat van verroting
was geraakt. In een andere lade lagen
enkele honderden gouden tientjes zoo mam-
voor 't wegnemen. Op de onmogelijkste
plaatsen werd geld gevonden, en toen
men tenslotte alles doorzocht had, bleek
het vermogen te bestaan uit f 40.000. En
dat heetten dan arme menschen jte zijn.
Warmte en h o n i g-opb r e ngs t.
De imkers in den Gelderschcn Achterhoek
zijn zeer tevreden over den toestand van
hun bijenvolkten, waartoe het warme weer
wel meewerkt. Men verwacht, dat do ho-
nig-opbrengst die van het rijke honing-
jaar 1916 zal overtreffen.
Een pseudo-verkeers-agent.
Wegens de drukke passage over de smalle
hulpbrug bij- de W'itstraat te Loosduinen,
staat daar den ganscben dag een Haag-
sche verkeersagent op een soort tribune.
Des avonds tegen een uur of acht rukt
de post in. Een jongen uit de buurt had
dat opgemerkt en daar het, vooral met
de warme dagen dan nog verbazend
druk kan zijn, had hij op de verheven
heid zich geposteerd, een papier met zwar
te strepen als manchet om den arm. Eerst
liet hij aan de eene zijde en toen aan de
andere auto's, wagens, motorfietsen, enz.
door opsteking van den arm stoppen.
Toen de rij naar zijn zin aan weerskanten
groot genoeg was, gaf hij! de 'eene rij
het teeken van doorgaan en tegelijk de
andere rij' ook. Gevolg oen hopelooze ver
warring .midden op de brug tot groot
vermaak van velen. De jongen had' onder
wijl de plaat gepoetst. Daarom .staat nu
op de stellage geverfd: „Verboden Toe
gang".
Radio en onweer. Nu de offici-
eele weerberichten reeds eenige malen
op onweorskansen wijzen, is het niet on
dienstig, radio-amateurs er aan te her
inneren, dat hun antennes géén gevaar
behoeven op te leveren, mits gezorgd
wordt voor een afvoer van den bliksem.
De inslaande bliksem is eerst gevaarlijk
wanneer hij' op zijn weg een te groeten
tegenstand ondervindt of genoodzaakt is,
zich door een sprong, waarbij' een vonk
ontstaat, een weg te banen. Bij gevolg
js het alleen noodig een directe aardver-
binding te makten. Die invoerdraad moet
uitgeschakeld worden en de antenne
rechtstreeks met de aarde verbonden. Het
is van belang, dat de aarde een goeden
afvoer vormt. Is de draad aan de water
leiding verbonden, dan zal dit in de ste
den wel voldoende zijn. Op het platte
land lette men er op, dat de draad niet
in een electrische ,,cul de sac" uitkomt,
b.v. in een put. Aarding door middel
van een koperplaat in den (vochtigen)
grond is voldoende. („Tel.")
Brand1. Te Groessen is brand uit
gebroken in de boerenwoning vaji den
landbouwer K. Door de droogte werd
het geheele huis een prooi der vlammen.
D'e oorzaak is onbekend.
Vrijdagmiddag is te Aalst de boer
derij „Die Pracht", toebehoorende en be
woond dooi- den landbouwer L., geheel
afgebrand. Dank zij het optreden der
Eindhovenscbe brandweer, konden de be
lendende boerderijen gereü worden. Van
den inboedel kon niets gereS worden. De
oorzaak is waarschijnlijk hooibroei.
Zwemmen in zee. Algemeen is
opinie, bij' eb is de zee minder gevaar-
lijk dan bij vloed. Zoo eenvoudig is de
zaak echter niet. Voorop staat, dat men
nocit moet gaan zwemmen bij dammen of
pieren. Om deze ondiepten staat altijd
stroominj% Maar. wat vooral onze kusten
gevaarlijk maakt, dat zijn de banken, die
voor de kust ligg'en en ook de wind.
De kommen tusschen de banken heeten
de zwinnen. Waar de uiteinden van de
banken bij1 elkaar komen krijgt men een
mui. Deze muien zijn het gevaarlijkst. Pij
vallend water stroomt door deze muien
het water uit de zwinnen weg. Er ont
staat daar een sterke stroom naar zee,
welke voor den zwemmer noodlottig wordt.
Bij' de kalmste zee kan de trekking toch
groot zijn, dat hangt geheel af van de
groote strooming door het Kanaal en
Noordelijk langs Engeland. Laat u dus
niet bedriegen door een kalme zee.
Vooral niet, wanneer de wind oostelijk is,
dus van het land afwaait. Die bovenstroom
Van de zee gaat dan zeewaarts. Dte onder
stroom landwaarts. Drijft een zwemmer
op den bovenstroom naar zee af en komt
hij in eon mui terecht, dan is hij bijna
onherroepelijk verloren. Een bader, die
niet zwemmen Jcan, loopt het .risico-, wan
neer boven- en onderstroom veel verschil
len, om to vallen. Do bovenstroom neemt
hem dan mee en voert hem eveneens
naar zee.
Is de wind west, een zeewind dus, dan
is de bovenstroom landwaarts en de on
derstroom zeewaarts. Het gevaar van af
drijven is dan heel gering. Maar dan ont
staat gevaar, wanneer de zwemmer, 'die
ver in zee gaat, plotseling' kramp krijgt
en zinkt. Dnn toch voort de onderstroom
hem moe naar zee.
Theoretisch zou dus aan te wijzen kun
nen zijn waar gevaarlijke plekken zijn.
Maar dat is theorie. Die banken voor
zoo kruien zoo snel, en or zijn zooveel
meer factoren die medewerken, dat het
practisch 'onmogelijk is.
Concludeerend kunnen we dus vaststel
len, dat de kust niet te vertrouwen is.
Het beste doet men onder vertrouwde
leiding to zwemmen, zooals in de bestaan
de zeebaden.
Gaat men vrp' zwemmen: Let dlan op
den gevaarlijken landwind en ga vooral
bij' eb niet over de zandbanken heen.
En komt ge onverhoopt toch in een
strooming, zwem er dan nooit recht tegen
in, maar probeer in schuine lijn de kust
te bereiken. Maar dat is een kwestie
van tegenwoordigheid van geest. En die
laat menigeen, die in gevaar verkeert,
nogal eens in den steek.
Een kind door oen hond m is-
hande ld. Het 10-jarig dochtertje van
don mijnopzichter S„ in dienst bij' de Wil
lem' Sophie-mijn te Speckholzerheide, ging
zooals gewoonlijk melk halen bij den land
bouwer J. H. Het kind! had een klein
hondje bij1 zich. Baj het terugkeeren rukte
een groote hond van Dt IT., welke aan
een ketting lag, zich los en viel het
meisje aan. Het dier beet het kind over
het geheele lichaam'. Zij' kreeg een wond
bij het rechteroog en achter het linker
oog een wonde van enkele centimeters
terwijl zij' aan het hoofd een wonde van
11 a 12 centimeter kreeg. Het meisje werd
dadelijk onder geneeskundige behandeling
gesteld).
D'e vader van het kind verkeerde in
een dusdanig opgewonden toestand, dat
hij een browning nam en naar He woning
van D'. H.' ging en eerst op den hond
schoot en daarna op de echtgenoote van
Di. II. schoten loste. S. is dooi- de politie
gearresteerd. Hij zal wegens poging tot
doodslag aan de justitie te Dien Bosch
worden overgeleverd. Het onderzoek duurt
nog voort. („Tel.")
Brutale poging toti n b raak
te Drol ft. Gisternacht heeft men getracht
te Dolft in te breken 'bij' den goud- en
.zilversmid v. d. S. Een groote spiegel
ruit is met 'een stok stukgeslagen, maar
doordat de vitrine met houten luiken was
gesloten, hebben de inbrekers hun slag
niet kunnen jdaarn In verband met deze
inbraak zijn een tweetal individuen aan
gehouden, die blootsvoets op verdachte
wijze in die stad rondslopen. D|e winkel
van de firma v. d. S. is gelegen onder
den rook van het politiebureau. D'oor het
gerinkel van de glasscherven werd de
geheele buurt -gewekt. („Crt")
Rotterdam, 16 Juli 1923.
Graanmarkt. Tarwe met ruimer
aanbod, moest belangrijk lager worden
afgegeven, terwijl bij gebrek aan koop
lust wederom niet alles kon worden ver
kocht. Overige artikelen niet noemens-
waar dgetoond. Algeheele stemming zeer
flauw.
DORDRECHT. V.D'. Gisterenmiddag te
1 uur had opi de Merwede een ernstig'
ongeluk plaats, waarbijl twee menschen-
levens zijin te betreuren. D'hr. R. was
met zijn verloofde gaan zeilen, maar
kon, toen een hevig onweer kwam op'-
zetten, niet tijdig den wal bereiken. Een
plotselinge windvlaag deed het bootje
kantelen, waardoor beiden te water ge
raakten en verdronken.
ZEVENAAR. V.Di. Tijdens een hevig
onweer sloe^ Zondag de bliksem in de
boerderij' van S. P. Alles verbrandde.
Assurantie dekt de schade. Het zoontje
liep brandwonden op, terwijl de knecht
door den bliksem getroffen werd en half
verlamd werd.
LONDEN. V.D'. Zaterdag "heeft in Mid
lands een hevig onweer gewoed gepiaard
met hevigen regenval, zoodat overstroo-
mingen veroorzaakt werden, een brug
werd. weggeslagen en enkele huizen wer
den verwoest
Het Geïllustreerd Volks
blad (uiig. D. v. Sijn Zonen te Rot
terdam) komt reeds met een feestnum
mer, ter gelegenheid van het Koninginnc-
jubileum uit. Het nummer is mede voor
verspreiding bestemd. Het is gevuld met
aardige verhalen en schetsjes over en
uit het leven onzer Koningin, verzen, enz.
en zal zijn weg onder onze Oranjeklan
ten wel vinden.
De bladluizen en de warmte.
Op verschillende gewassen hebben de
bladluizen zich dit jaar in zeer sterke
mate vermeerderd. De bladeren van appel
en pruim, kers, morel, aalbessen, esch-
doorn, vlier, beuk en vele andere plan
ten, wemelen meestal aan de onderzijde
van ongevleugelde en gevleugelde blad
luizen en de vettige, honingachtige uit
werpselen dezer insecten (de z.g. honing
dauw) al of niet zwart gekleurd door
schimmels (roetdauw) bedekt de boven
zijde van de lager geplaatste bladeren.
Het aantal bladluizen is zoo groot, dat
zij' in verschillende gevallen aanmerke
lijke schade aanrichten. Bestrijding is op
dit ©ogenblik zeer moeilijk of geheel on
mogelijk, omdat de insecten de bladeren
meestal zeer sterk hebben doen ineen-
rollen, waardoor zij togen de aanraking
met eventueel te verspuiten bestrijdings
middelen zeer goed beschermd zijn.
Gelukkig neemt het aantal dieren, vdat
zich met bladluizen voedt (larven van de
gaasvlieg on van lievenheerbeestjes, van
zweefvliegen en kleine slujpwespjes) ton,
maar het voortplantingsvermogen dei-
bladluizen is zóó groot, dat een zeer groote
opruiming noodig is, voor men van het
verdwijnen van de plaag kan spreken.
Het is daarom gelukkig, dat de weers
gesteldheid ons in onzen strijd behulp
zaam is tegen de bloedluizen. Er is n.l.
geen beter bestrijdingsmiddel dan warmte.
Als de temperatuur omstreeks of boven
de 35 gr. C. stijgt, is deze voor verreweg
het grootst aantal bladluizen doodelijk.
Zij trachten zich, als zoo hooge tempe
ratuur optreedt, eerst nog te redden 'door
verplaatsing, maar na eenige dagen van
groote hitte sterven zij. Dit is o.m. waar
genomen in 1911, toen er in Juli in Euro
pa algemeen een zeer ernstige bladluizen-
plaag heerschte in allerlei gewassen. Voor
het einde van die maand was de plaag
volkomen geëindigd.
gen, zoo men mijn God hoont?"
Een protest tegen het vloeken is
onvoorwaardelijk en aanvaardt geen
excuus. Geen énkel!. Het is een ver-
oordeeling", die geen verdediging; toe
laat.
Zulk een protest sta, hier tegen do
ontheiliging van Gods Naam door A.
B. Kleerekoper, Kamerlid der S. D.
A. P. Aan hem zelf zouden we willen
zeggen, dat de Be-ere geenszins on
schuldig zal houden, dien Zijn Naam
ijdellijk gebruikt. Dit feit vermag; Klee
rekoper niet weg te spotten. Hij zal
dit ervaren, als eens de knokige hand
van den dood hem aangrijpt en alle
spottaal op- zijn veege lippen doet ver
sterven. Wij 'bevelen hem voorts de
lezing aan van Jes. 53 en Joh. 1.
Wat moet het donker zijn in de
ziel van iemand, die aan den ernst
van een protest tegen, het vloeken
niet meer gelooft!
Kleerekoper en het vloeken.
Wij namen dezer daigen over de
schandelijke taal van Kleerekoper, het
socialistisch Kamerlid en schrij ver van
de Oproerige 'Krabbels in „Het Volk".
De „N. Pr. Gr. Crt." zegt daarvan:
Ik heb in twijfel gestaan, of ik de
schandelijke woorden van dezen leider
der sociaal-democraten zou laten af
drukken. Ik twijfelde daaromtrent., met
allereerst vanwege de gribuslucht, die
uit het schimipstufc' ons tegenstaat;
maar veelmeer otaldat de Godslaste
ring van Kleerekoper eiken Christus-
belijder de ziel pijn doet en hem
kwetst in datgene, wat hem boven
alles dierbaar is.
Toch besloot ik tot een letterlijk
citaat. Onze menschen moeten het be
waren. En als dan misschien nog; eens
'n propagandist hun woning; betreedt,
om hen voor te praten, da,t godsdienst
en socialisme samen kunnen gaan,
dan moeten ze dien bedrieger dit stuk'
onder den neus duwen en zeggen
„Ziedaar, wat een man zegt, die tot
uw leiders behoort, dien uw partij
in de Kalmer koos; ziedaar, wat uw
blad „Het Volk", met verantwoorde
lijkheid' der redactie, opneemt."
Niet tegen de wijze van arres
teeren vaart hij uit; maar tegen het
feit der arrestatie; dat is juist het
weerzinwekkende van zijn „krabbel"
en dat stempelt dezen in waarheid
tot een „Oproerigen Erabbel"; op
roerig tegen God,' wiens soiuverein be
vel luidt, dat Zijn Naam, zoo hoog
en heilig-, niet ijdellijk zal worden ge
bruikt.
Tegen 'dat bevel rebelleert, Eleere-
koper met opgeheven vuist. Hij raast
er tegen i n een woede; uit den afgrond
in zijn ziel gevaren.
Hij plaatst zich tegenover God, ge
lijk de man, van wien we lezen in
Leviticus 24. En waarom? Wat is
het motief?
De man die steelt, kan dat van den
honger doende echtbreker is ten
slotte een slaaf van zijn hartstochten
de doodslager kan zich in een vlaag
van drift vergeten; de afgodendienaar
kan in verblinding handelen; en zoo
is er voor schier elke gebedsovertre
ding een beweegreden mogelijk', die
verklaarbaar is, al is ze niet ver
schoonbaar.
De zonde tegen het derde gebod
evenwel is een directe aanranding van
den Heere zelf, en daarom zoo ver
schrikkelijk en ontzettend.
Er is 'maar één Verklaring voor:
Godshaat. En daarom moet er een
krachtig, een verontwaardigd, een
vlaminend protest tegen rijzen.
Hier heeft de Christen bet woord
van Calvijn tot het zijne te mak:en:
„een hond blaft w-el, als men zijn
meester aanrandten zou ik dan zwij
Wisselkoersen.
Amsterdam, 16 Juli 1. uur.
Berlijn 0.1.01,4Q,103/t
Brussel 12.37i/212.47V2
Parijs 14.871/2-11.4.97j/2
I orden 11.73i/4—11.733/4
Dollar 2.548/8—2 55
Weencri 0.350.36
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.)
Goes voorheen en thans.
Was het de buitengewone warmte, die
1.1. Vrijdagavond het publiek terug hield
van de vergadering in „Do Prins van
Oranje", ter bespreking van een te hou
den optocht'.' Was de Vrijdagavond niet
de geschikte avond voor een vergadering?
of om welke reden clan ook, cle opkomst
was treurig, 'k Dacht als Goessenaar
terug aan de feesten bij do inwijding van
het spoor, het Blaaubeenfoest, cle feesten
tijdens het bezoek van II. M. Sept 1907
alle door historische optochten opgeluis
terd. Hoe menig Landbouw- en Volksfeest
is er niet gevierd met allegorische op
tochten? En zal m'en nu een feest vieren
zonder optocht? 'kHoop van met, want
een der 'mooiste punten van een feest-
pr'ogram iê toch zeker een optocht?
'k Hoorde dat do ondernemer van het
Schuttershof plannen heeft, den ouden
hof weer tot zijn' vroegeren toestand te
rug te brengen, nu de tempel van Apollo
afgebroken is, en dooir een groote ruime
zaal vervangen.
Die oude Zuid-Bevelandsche vlag zal
men weder van het hof zien wapperen
als teeken clat in dat gebouw Goes en
Zuid-Be velan cl saamweiken.
Dit verhaal bracht mij er toe, aan
het bestuur of de commissie van den
optocht te vragen: Zou het niet mogelijk
zijn, daar II. M. niet naar Zeeland komt,
een optocht saam te stellen uit Goiese-
naars cn Zuid-Bevelanders 'k Dacht aan
den laatslen hislorischen optocht, toen
er zoovelen van 's ITeer Abts'kerke, Si-
nautskerke, enz. medegewerkt hebben.
'kHoop clat er Woensdagavond velen
uit stad en land in de Prins van
Oranje zullen aanwezig zijn om te 'beslui
ten over een oplacht.
Met vriendelijken dank aan do Re
dactie.
Een Goesenaar.
R e g e n t e e k e n s. In de „Vader-
landsche Letteroefeningen" van het jaar
1836 vindt men de volgende 44 voor
spellingen van regen. Eenige er van be
rusten op een hoog waterdampgehalte.
Van de lucht en de aanwezigheid van
een "hygroskopische stof.
De holle wind kent perk noch palen;,
Het zwerk verandert keer op keer.
Ik zie het kwik in 't weerglas dalep,
Het schoorsteenroet valt drupp'lend neer.
Het vocht begint den muur te ontvloeien,
De zwaluw scheert langs 't spichtig gras,
De vlieg verstoort de logge koeien,
De kikvorsch kwaakt in d'enge plas.
Flink, mijn patrijshond, zit te droomen,
Het stof draait dwar'lend in den vliet,
De visschen spart'len in de stroomen,
Het regende ook op Sint Margriet.
Hebt gij den stank der gracht geroken?
Zaagt gij dien fraaien regenboog?
De zon is neev'lig neergedoken,
Ondraaglijk kwelt me een eksteroog.
De huiskat strijkt haar fulpen wangen,
Gesloten is de pimpernel,
De merel fluit haar zoete zangen,
Ei, hoor! wat piept cle krekel schel!
Het loeiend vee wil 't veld verlaten,
't Verèchiet schijnt ons nabij te zijn.
Ik hoor de onraste schapen blaten, t
Aanhoudend knort het rokend zwijn.
De slakken zijn met zand bestoven,
De padden kruipen ginds en her,
De klaver heft de kruin naar boven,
Flauw glinstert zelfs de grootste ster.
De pauw verheft zijn schelle kreten,
Het rijpaard trapt vol ongeduld,
Mijn hond wftlj ig'ras voor beencl'ren eten,
Zie, hoe é'en krans de maan omhuif,.
De glimworm blinkt in vollen luister,
De koekkoek roept in 't eenzaam woud,
De man schijnt rood door 't neevlig
duister,
Het is, schoon zomer, nat en koud.
De ganzen gag'len, de eenden kwaken,
De gladde zuring krimpt ineen,
ITet hout zet uit met hoorbaar kraken.
Het vocht ontwelt den blauwen steen.
De raven storten zwierend neder,
In pang en kamer kruipt de spin,
De herder spelt onstuimig weder,
Do Nieuwe Maan viel Maandag in.
Voor den doktor. Stel u voor,
Mevrouw, Meneer, dat u ziek beiït en
den dokter laat komenof, om ©en
rog juister vergelijking teweeg te brengen,
dat u ziek bent ©n naar den dokter
looptDat u met andere zieken in
een lange rij opschuift tot u voor den
Aesculaap komt te staandat u nau
welijks aan 'twooid kamt, dat de dokter
zich uilput in bewijzen van uw klinklave
gezondheid en u in bewijzen van uw
'kwalenen dat de doorslag wordt
gegeven door de beslissing: Het is van
daag een drukke dag voor j'e dus
ga aan het werk!
Stel u verder voor, dat u weer aan
uw werk gaat (u moot wel) en dat elkeen!
u hoont om uw echec en u vertelt',
dat u idioot bent geweest, dat u het
handig had moeien aanplakken mot een
trucje hier en een foefje daar, een leu
gen ginds en overgroote openhartigheid
ergens anders.
Zou dal geen gekheid zijn?
Welnu, dat kwam dagelijks voor in het
Nederlandsche leger in zijn mobilisatie.
Op marschdag b.v. dromde 't bij divisies
tegelijk naar den dokter.
Dies avonds werden de orders vöor den
volgenden dag voorgelezen. „Veldtenue
met rol. Bataljonsmarsch met wielrijders-
beveiliging 'in de richting Tweegezinnen.
Brood en koffie mee."
Heftig geraas en gtetior.
Die sergeant-van-de-week: Ja, jongens,
ik kan Tnie helpen!
Een stem: Mos d'r nog bijkomme!
In 't paviljoen van cle wielrijderslar
moyante revolutie. Gehuil, yeel getier,
wankoopsgegil, knersingéh der tanden.
Algemeen© opinieIk ga morgen voor
den dokter!
Maar het legerbestuur begrijpt dat. En
neemt z'n maatregelen. De bataljonscom
mandant belt den dokter op': Dokter, er
v oi dt moigcn een taaie marscli gemaakt.
De dokter is op' zijn qui-vive.
Vooits krij'gt cle kon poraal-van-de-week
instructie, 's morgens héél vroeg, vlak
na de reveille (ais velen nog nadutten),
do zieken te gaan noteeren. Ilij mag niet
zeggen, dat hijl daarvoor komt, men moet
't maar raden. Ook moet hij héél hard
loopen.
De korploraal volgde deze „aanwijzing"
op. Desondanks welen 95 zieken van do
eerste compagnie, 53 van de tweede, 87
van de derde on 11.' van de vierde com-
pie (de vierde' compie was met verlof)
den korporaal te bespringen. Ook vele
wielrijders slagen daarin.
In deze omstandigheden besluit de
bataljonscommandant, eerst met het ge
zonde 'overschot een uur Olympische spe
len te houden. Dlan hoeven er geen
nakomers te zijn. Dus krijgt do dokter
een uur tijd, om een kleine 300 patiën
ten te cureeren. Dus moppert de dokter,
Eén blik, één woord en de diagnose
is gesteld.
Dienstdoen
Dienstdoen
Dienstdoenv
De eerste 150 zijn er tusschenuit ge
wipt.
Volgt: na den dienst onder de wol.
70 hevig ptotesteerende zieken drui-
pten af.
Dun aspirine (30) engorgeldrank
(20). Ook deze vijftig gaan dienstdoen.:
Nu het moeilijkste werk. Er blijft een
stelletje bleek'e jongens over. Zieken?
Handige simulanten? Dat is de vraag.
Ik heb zieke jongens gekencl die er
nooit in slaagden den dolkter te doen
inzien, dat ze iets mankeerden. En ik
heb geniale comedianten gekend, die
nooit hoefden dienst te doen. Er wa
ren er die gesminkt naar den dokter
gingen. Er waren er, die bezworen, dat
ze niets mankeerden, dat ze zoo graag
den bataljonsmarsch wonen meemaken,
maór dat ze zoo gek in d'r hoiofd waren.
Die hadden succes. Die fopten den dokter
altijd. Er waren er, die plots 'hun be
wustzijn verloren en zich flang
op hun gezicht lieten vallen. Diie speel
den hoog sptel. Er waren er, die de
nieuwe, geheimzinnige ziekten uitvonden,
'die afschuwelijke symp/omen beschreven,
waarvoor dte medische wetenschap paf
stond. En er waren er ,die schenen
te zijn overmeesterd door een algeheele
apathie, die doof en gevoelloos waren
en heelemaal suf. Als die boften, konden
ze uitgelaten dansen.
D'e dokter is bijna klaar. Hij' kan niet
meer.
Rommeldebommelderominlel de bom!
Daar marcheert het bataljon de poort
uit.
Een onhoorbare juichkreet snijdt stil
door de kamer van den dokter. Het
restant15 opgewonden zielsgelukkige
zieken doet krampiachtige pogingen om
hun vreugde verborgen te houden. Hun
wacht een fijne, lange, loom© dag van
nietsdoen(Vad.)
GOES. Uitslag van de op Zaterdagmorgen
jl. gehouden aanbesteding verbouwen van
school A; a. vergrooting lokalen met bijbe-
hoorende werken; b. bijkomende timmer- en
metselwerkenc. schilderwerk.
Inschrijvers: J. de Jonge W|z., Goes, perceel
a f 9510, perceel b. f 680P. Bruggeman,
Goes, perc. c f 693A. N. Houtman, Goes,
perc. c f 460Firma van de W.eert en Do
Bruijne, Goes, perc. a f9140, perc. b f700;
G. H. Vertregt, Middelburg, perc. a f 10600,
perc. b f 550C. den Boer, Goes, perc. o
f 650M. F. Goedemond, Ilansweert, perc. a
f 8750, perc. b f 280J. do Jonge Mz., Bie-
zelinge, perc. a f9100, perc. b f340; IV. J-