Leestafel.
Weteisciiap es Kunst.
Telegrammen
Laatste Berichten.
ion!) Moopgn, iaettip, enz,
mes en beenen. De verwondingen Waren
niet van gevaarlijken aard. Op de
thuisireis van het Zwarte water naar ifrk
viel oen schipper over boord. Zijn knecht
en zijn vrouw poogden hem te redden
hetwelk ook gelukte, doch de 62-jarige
knecht kwam hierbij om. Ben 5-jarig
zoontje van een visscher is in de haven
van Urk verdronken.
Een man te Milaan, die terecht
stond wegens diefstal, greepi, juist toen
zijn advocaat zijn pleidooi had 'beëin
digd, den inktpot van den griffier en
slikte een gedeelte van het glas in. Hij
werd stervend naar het hospitaal ge
bracht.
E' e n kalf met twee monden.
Be veearts W,. S. Stüven te Amsterdam
heeft ten verzoeke van den heer H. v. Z.
aldaar een kalfje onderzocht van tien
maanden vrouwelijk, roodbont, kol, met
schoft- en kruisvlck Dit beestje is
een misgeboorte van zeer bij zonder en aard
vertelt de „Tel."
Beneden het rechteroor, even .achter
de kaak rechts, bevindt zich een Blond
achtige opening met een aantal gewone
tanden en een „tongachtig" voorwerp,
oen en ander, alsof het dier daar een
tweeden mond heeft. Do opening leidt
naar de keelholte. Onder de kin van het
kalfje bevindt zich een staartachtig uit
was.
De misvorming schijnt het dier niet to
deren. Het kalf eet en drinkt gewoon
en is zelfs zeer dartel.
Vliegtocht naar Indië. Naai
de „Tel." verneemt, zijn er ernstige plan
nen in voorbereiding voor een vliegtocht
van«eon NedeTlandsch aviateur naar Indië.
Door het te voorschijn brengen van
eenige gouden sieraden, welke den dag
na de inbraak aan den Houtweg in Dien
Haag door een juffrouw, toen zij aan het
Alexanderveld kwam informeeren naar oen
terzake van die inbraak aangehouden per
soon, uit angst in een W'.C. van dat
politieburoel waren geworpen, is de com
missaris van politie te Schaveningen, de
heer Kramer, er in geslaagd, klaarheid
te brengen in een, in het begin van dit
jaar gepleegde belangrijke inbraak.
Het is namelijk aan de politie ge-bleken,
dat de gouden voorwerpen, waarvan de
juffrouw, zekere S., wonende aan de
Laakkade, in Den Haag, zich op zoo
zonderlinge wijze had ontdaan, afkomstig
zijn van een inbraak aan de Valkenbosch-
k'ade, waarbij behalve de gouden en zil
veren voorwerpen, ook .geldswaardig pa
pier tor waarden van eenige duizenden
guldens, als buit in de handen vian inbre
kers was gevallen. De als verdacht deze
inbraak te hebben gepleegd, -do-or de po
litic gehoorde P. Z,., gewezen controleur
van -een veiligheidsdienst, die met den
brikenden Piet later op heeterdaad betrapt
werd, toen hij op een Zondagmiddag aan
den Houtweg aan het inbreken wias, ont
kende to-t dusveTre iets uitstaande te
hebben gehad met -de inbraak aan 'de Val-
fcenboschkado. Thans echter, nu de uit
de W. C. gehaalde go-uden .voorwerpen
als bewijsstukken konden dienst doen, -
heeft hij bekend, bedoelde inbraak te
hebben gepleegd en heeft Hij ook aan do
politic medegedeeld, waar het bij die ge
legenheid gestolen gel-d was to vinden.
Hot adres, dat hij daartoe de politie aan
de hand deed, was bij1 juffrouw S. aan
de Laakfcade.
Als er van verdacht zich aan heling te
hebben sc-huldig gemaakt, is juffro-uw S.
nu aangehouden en naaT het huis van
bewaring overgebracht.
Verbrand. In een der Lo-nden-
sche ziekenhuizen is een aan het zieken
huis verbonden apothekeres, miss Storer,
levend verbrand. Miss Sto-rer had zich
naar de apotheek begeven, om aldaar
enkele werkzaamheden te verrichten, toen
kort daarna dokters en verpleegsters een
ontploffing hoorden en kreten van
„brand". Patiënten die op het venster
der apotheek konden uitzien snelden naar
het hoofdgebouw, otm te waarschuwen,
dat zij de apothekeres, in vlammen ge
huld, door de kamer zagen loo-pen. Een
der doktoren snelde naar beneden, maar
kon de deur der apotheek, die anders
nooit gesloten was, niet o-pen krijgen.
Onderwijl hoorde hij het gekerm der on
gelukkige. Hij ijlde naar het venster en
opende het, docli toen hij binnentrad,
vond bij nog slechts de verkoolde over
blijfselen van miss Storer. Zelfs haar
schoenen waren verbrand. Volgens den
dokter heeft de apothekeres een spuitje
willen reinigen, terwijl tegelijkertijd een
waterkeletje -op het gas stond. Hij ver
moedt, dat de ether, welke zij- gebruikte,
in brand gevlogen is. Miss Storer zou
binnenkort in het huwelijk treden.
Be 1 ijden en B-e 1 even. In „De
Vrijheid" schrijft Dl. Hans over de Ko
ningin en raadpleegt zijn. herinneringen.
Ziehier er een van:
„Het was in 1904. Het Marine-instituut
in Den Helder vierde zijn gouden feest.
He Koningin ging er heen. Ik moest
voor m'n krant verslag geven. En nooit
heb ik het mloment vergeten, toen zij
opi het exercitieveld de adelborsten toe
sprak. Het was voor mijl een oagenblik
van pbëtische bekoring; de drie-en-twintig
jarige vorstin, jonge vrouw in den vollen
bloei van haar jeugd, de hand geklemd
Óm den stok van het adelborstenvaandel,
en allen toesprekend met een stem, sterk
en welluidend, die als een melodieuze
klank over het groote veld ging.
Zóó sterk leeft in mij de heugenis aan
dat moment, dat, nü ik deze simpele her
innering schrijf, ik éven, éven in m'n
klapper, sn'n verslag trouw bewaard!
moet naslaan, om nog eens dat alles
te beleven. Daar vind ik ook haar toe
spraak, met dien slotzin: „Onze groote
vlootvoogden namen Gods Woord tot
richtsnoer van hun leven en beschouw
den vroomheid als de eerste deugd. Toe
komstige zeeofficieren, volgt dat voor
beeld na!" Van dat éérste, sterkbeleefde
moment af heeft de Koningin steeds op
imij denzelfden indruk gemaakt, èn als
vorstin èn als vrouw."
Dit is nu 20 jaar geleden. Koningin Wil-
helmina heeft sedert geleefd overeenkom
stig haar leer en haar vermaning aan de
toekomstige zeeofficieren.
Deze zijn nu 20 jaar ouder. Is bij hun
korps sedert wel steeds vroomheid als de
eerste -deugd beoefend? Of hebben zij het
woord -der Vorstin als een woordspeling
opgevat?
Wie geeft antwoord?
Dichterlijke politie. De Apel-
doornsche politie heeft aan alle hoofden van
onderwijsinrichtingen en aan eigenaars of be
heerders van lokaliteiten, waarin vaak en
veel publiek samenkomt, alsmede aan fa
brikanten toegezonden een slap cartonnen bil
jet, in twee kleuren bedrukt, met de op rijm
gebrachte 10 geboden voor het verkeer in het
belang der veiligheid.
Deze luiden:
Voor alles rijdt rechts van weg en pad,
En links langs den man, dien voor U gij hadt,
In bochten, rijdt rechts en ziet voor U uit,
Laat tijdig steeds klinken bel, hoorn of fluit.
In 't midden des volks bij kruising of hoek
Geeft richting van weg, rijdt kalm en rijdt
kloek.
Houdt achter elkander, passeerend op 'tpad,
En kruist gij: die rechts -komt, den voorrang
steeds had.
In weif'ling zegt snel: ik stop en sta stil,
Denkt: „Veiligheid slechts, dat is wat ik wil".
Hoe Ford zijn moeders ge
dachtenis eert. Die befaamde auto
mobielkoning, Henry Ford, heeft- ter ge
dachtenis aan zijn moeder het huis, dat
deze zoo liefhad, geheel in zijn vroegere
gedaante do-en herstellen. Dit bracht nog
al eenige moeite mee, maar Ford wist,
dank zijn volhardend pogen, toch te
slag-en.
Zoo moest hij, om de oude situatie- te
herstellen, zich bijvoorbeeld een kachel
aanschaffen van hetzelfde model als er
indertijd een bij hem in het ouderlijk
huis stond. Na nasporing-en, -die 18 maan
den lang duurden, ontdekte hij tenslotte
een duplicaat van het o-orspronkelijko
verwarmingstoestel ten huize van een
dokter. Voor 25 dollar werd Ford kooper,
Hiji gemonteerde eigenhandig het zware
ding -en plaatste het in zijn auto>. Ook
een karpet, precies gelijk aan dat, het
welk in de spreekkamer van het ouder
lijs huis had gelegen, wenschte hij. En
na maandenlang zo-eken wist een Vróuw
in Rochester, bij- New-York, er een voor
h-ern machtig te worden.
Thans heeft hij een zuiver duplicaat
I van zijn ouderlijk huis, met al het" kleine
j gerief, dat er in aanwezig was: kandela
ren, koperen vaatwerk, grootvaders stee-
nen pijp, enz.
De kamer, waarin Fo-rd geboren wei-d,
is ook w-e-er precies zoo ingericht als
vroeger. Die kachel, de tafel, de wieg
de klok op -den schoorsteenmantel alles
is weer juist eender zoo-als zijn moeder
het indertijd heeft nagelaten. Hetzelfde
bed staat -er als eertijds, met dezelfde
sprei >en een paar ouderwetsche gebor
duurde pantoffels er onder. In een gang
hangt nog de met rood draad 'geborduur
de zwart ingelijste „wandspreuk": .„There
in no place like home". (Iets als ons:
Oost West, thuis best). Het o-ude keuken
gerei, de pomp bij -den gootsteen zijn in
den ouden staat bewaard.
Ford .werd in een kleine boerenhoeve
bij- Dearborn (Michigan) geboren en het
is dit huis, -dat hij in zijn vroegeren toe
stand heeft -doen herstellen, waar iederen
morgen de kamers worden gestoft en,
ioo-k in den zomer, vuur In den haard
wordt aangelegd en alles in gang wordt
gehouden, zooals zijn moeder het pleegde
te doen.
Een o-ud beestje. Die „Chicago
Tribune" weet te berichten, dat onlangs
op de To-nga^eilanden do-or kapitein Pal-
lo-ch, den gouverneur van Amerika-ansch
Samoa, e-en schildpad werd aangetroffen,
-welke den respectabelen leeftijd had be
reikt van meer dan honderd vijftig jaar.
Diit kon worden vastgesteld, doordat hij
op zijn r'ug ingekraste- initialen droeg
van niemand minder -dan den beroemden
ontdekkingsreiziger James Co-ok, met er
aan toegevoegd het jaartal 1773. Dit is
dus precies 150 jaar geledon. En niemand
zal ooit kunnen uitmaken, hoe oud het
dief toen reeds was. Geen wonder, dat
bet be-richt er aan toevoegt, dat het dier
toeken-en van hoogen ouderdom vertoon
de. Het was volslagen blind en „kraakte
als -een ossenwagen" wanneer het zich
voortbewoog. Met -dat al lean het dier
er zich op beroemen, liet eenige thans
levende schepsel te zijn, -dat James Coo-k
in hoogst eigen persoon heeft ontmoet.
D-oor de koude- bezweken.
Het patrouilleschip „Farm" van de Noor-
sch-e Marine, -dat in verband met de thans
opgegeven poolvlucht van Amundsen, naar
Spitsbergen was gegaan, heeft lijken ge
vonden van twee man van het bedienings
personeel van het- geo-physisch labora
torium van Kwade Hoek, die ongeveer
anderhalf jaar geleden verdwenen na een
bezoek per roeiboot aan ©en zieke in de
Gr-oss Baai. Hun lijken werden in Kob-
berbugt, honderd mijlen verder, gevonden.
Uit een dagboek blijkt, -dat zij weken lang
bp een ijsschots ronddreven en tenslotte
op Kobbergut belandden. Hier hierden zij
zich eenige maanden in het leven maar
bezweken ten laatste van de koude.
Inbraak in een postkantoor
Maandagmiddag heeft men o-p klaarlich
ten dag inbraak ge-pleegd in het post
kantoor in d-e drukke Osbornstreet te Lon
den. De man kwam het postkantoor bin
nen, terwijl een tweede buiten de wacht
hield. Ofschoon het kantoor druk be
zocht was, trok de binnengekomen© met
een van een haak voorzienen stok voor
een waarden van 360 pond sterling aan
verzekerings-zege 1 s door het ijzeren tra
liewerk heen en maakte zich uit de voe
ten. De directrice van het postkantoor,
die het geval had gezien, rende den dief
achterna en g-reep den man. Zij worstel
de eenigen tijd met hem, doch moest
toen loslaten. Een politieman wist ten
slotte oen der Ontsnappende mannen te
grijpen. Aan een vertegenwoordiger der
„Diaily Chron." vertelde de directrice, die
e-en kleine en tengere vro-uw is, dat zij
in het geheel geen hulp van het publiek
had gekregen, -dat zich rond de worste
laars had verzameld.
Nelly van Dijk-Iias, Levensvreugd.
Amsterdam. Uitgeversmij. „Hol
land".
Dit verhaal boeit door keurigheid van
teekening en kiestohheid van prediking.
De hoofdpersoon is Ellv van Dalen, een
lief kind, dat uit een gezin, waar liefde
en godsvrucht wonen, tijdelijk wordt over
geplaatst in een kring, waar zij eensdeels
genegenheid, anderdeels koele conventie
vindt; en in haar pogen om lief te heb
ben en de eere G-ods te zoeken, gelijk
haar geleerd is, van beide zijden wordt
tegengestaan. Zij weet echter door liefde
en volharding de harten te winnen, doch
haar zwakke gestel raakt bij dit alles
onder den voet; ,en dit is de laatste;
krachtige stoot, waardoor ten slotte zelfs
de halsstarrigste harer tegenstanders, haar
nicht Alette 't opgeeft, en zij ten slotte
aller harten wint.
De tendenz van 't verhaal is duidelijk:
het komt op 't leven aan, en lieven i s
leven. Dit is de gouden draad die door
dit heele verhaal loopt en de figuur van
dit zwakke en toch zoo sterke kind zoo
sympathiek maakt. Het verhaal is zoo
gansch natuurlijk, dat men er de onna
tuurlijke woordkeus, taalkneding en stijl
bederving der schrijfster door over
't lioofd ziet. Men heeft er zelfs lieelen
maal geen last van. .Hier en daar kan
men zelfs de vondsten der schrijfster be
wonderen. Waar zij werkwoorden als „ve
len", „kokkeneien", „groepen" en derge
lijke in eere brengt, kunnen wij haar
slechts dankbaar zijn; doch waar zij ge
waagt van een deur, die open „wijdt",
een mensch die het loodje „lijdt", „be
zeerd" wordt met een brief; die „ver-
roodt", zich „recht", die „berustigd"
wordt, daar mogen wij wel den grooten
durf om haar moedertaal zoo te verkne
den een ander woord ware beter!
bewonderen, maar toch de daad zelve
niet goedkeuren. Ook zinnen als deze:
„Er wilde geen opmerking, anders
steeds voorradig, over haar lip
pen"; „Pardon, excuseerde hij zich, even
vermaakt"; „En ze zei op eens, haar
stem beheerscht"; en afkortingen
als „zoo" voor zooals; „na" voor nadat;
droomverloren; zoodra binnen; enz. doen
de vraag rijzen: gaat dit niet wat ver?
Toch zijn wij de schrijfster recht dank
baar voor dit boek. Het predikt zonder
preeken; het herinnert met aangrijpen
den ernst aan bet Johannes-Evangelie,
laat ons liefhebben, niet met het woord
alleen maar met de daad en waarheid;
het laat een spoor na in de consciëntie,
en het prikkelt tot wat de Heiland noemt:
ga heen en doe desgelijks.
Over foeja.
Men schrijft aan de „N. Ri. Ort":
Over dit onderwerp is vaak geschre
ven. Maar menigeen, die z'n leven onder
de Indische tr'open heeft doorgebracht,
zal heelemaal niet weten, wat fo-eja eigen
lijk beteekent.
To-ch is het een van de interessantste
dingen in -de Indonesische beschavingsge
schiedenis; iets. -dat heel oud, zelfs antiek
is -en toch weer modern, iets, waarmee
in -den tijd van het lompenpapier veel
geld verdiend had kunnen worden.
In plaats van het -onbegrijpelijke woord
„fo-uja" zou men boven dit opstel heel
deftig kunnen schrijven „praetextilia". Het
foeja trad n.l. op in een tijd, toen er
ten minste -onder de tropen geen
textielwerk was, 'geen weverij' en geen
weeftoestel, geen katoen en geen linnen
en natuurlijk ook geen zijde.
Hoe het toen in E-uropa gesteld was,
weten we niet, omdat er geen doopceelen
over -die antieke dingen bestaan. Waar
schijnlijk bekleed-de men zich in dit we
relddeel met dierenhuiden, wanneer het
koud was -en beperkte zich bij1 warm we
der tot een minimum van kleeding, wel
licht ©en schaambedekking uit berken
schors, welk' materiaal in bet Noorden
nog overal voorkomt en zelfs artistiek
aangewend wordt.
Onder d-e heete tropen was het klee-
dingvraagstuk minder „brülant"; kleede
ren gebruikte men er -om de hitte te 'kee-
ren, te schutten tegen zonneschijn en
regen. Praktische eigenschappen, verder
niets. Eerst bij meer beschaving en ont
wikkeling -der samenleving kwam het ver
langen het -gro-oter bezit do-or fraaiere
kleeding te manifesteeren; door te pron
ken, precies zooals men in Zeeland den
bruidschat van e-en meisje kan taxeeren
naar de zilveren geldstukken, die ze als
halsketting draagt.
Het begin van het Indonesische klee-
dingvraagstuk is al heel eenvoudig, iets
echt uit het land der palmen, heusch nuch
ter. M-en schutte zich bij- zon- of regen
overvloed -door een breed palmblad boven
het hoofd te houden en daaruit ontwik
kelde zich het -gebruik -om van gedroog
de palmbladeren breedgerande hoofddek
sels te maken.
Men reeg gedroogde bladeren te zamen
tot matten, die als regenmantels dienst
deden, tot pronkmatten als slaapplaats;
met- strook'en palmblad werd het hoofd
haar afgebonden en saamgeregen reepen
dienden als schaambedekking.
Dat klinkt alles heel naïef, maar wie
die pronkmatten uit Halmahera en Nieuw-
Guinea kent, zal allerminst aan primitieve
dingen -denken. Ze zijn alleen in etnogra
fische musea te zien, inrichtingen, die
een gemiddeld mensch helaas niet bezoekt.
Dééd hij het, hij zo-u ervaren, hoe er op
dit bladwerk is gewrocht. Ho-e het ge
borduurd, beschilderd, besneden, gevloch
ten -en gebatikt is. De man zo-u zich ver
bazen dooi' te .zien, wat op dit primitieve
materiaal onder primitieve verhoudingen
al bereikt is en meer dan doo-r boek of
lezing zou hij1 leeTen, dat schoonheids
zin -den mensch is ingeboren. Een hoog
staande sierkunst als b.v. de o-u-de pronk
matten van Halmahera vertoonen, wa.s
strikt genomen, vo-lmaakt overbodig, mat
ten zonder die werkelijk hoogstaande ver
siering hadden even goied hun doel ver
vuld.
Uit bladwerk zijn ingenieuse dingen ge
maakt, men denke slechts aan de vele
hoofddeksels, die hun hoogtepunt vinden
in de Rotineesche te-langga's, waar ieder
een hoofdbedekking in eigen stijl vlecht,
simpel ,of rijk. Maai' Meeding, daarvoor
was het niet te gebruiken. Dius kwam men
erto-e in tijden, die niet te dateeren zijn,
-door isc-horsbereiding kleeding te vervaar
digen.
Het idee zelf is niet heelemaal Indone
sisch. Men ziet het aan de Laplanders
en Finnen, die uit berkenschors allerlei
kleeding- en gebruiksvoorwerpen vervaar
digen. Maar -d-e verdienste van de Indo-
siëTs of li-ever van "de Maleisch-Poly-
nesiërs is geweest, dat ze het -o-p
schitterende wijze hebben verstaan, dit
boo-mschoi'smateriaal te verwerken. Ook
-onze E-uropee-sche boomen kunnen "door
een ingewikkeld pro-ces in papier, in een
verfijnd foeja veranderd worden. .Maar
hoeveel wetenschap en techniek is e-rno-o-
-dig geweest om te vinden, wat die na
tuurvolken op empirische wijze gevonden
hebben.
Eenvoudige schor'sbereiding vindt men
in enkele districten van Borneo. Men
kapt bepaalde boomstammen -en verwarmt
-d-ezo boven een vuurtje, de schors wordt
beklopt men -denke aan onze eiken
hout-schillen -en. wanneer -de bast los
gelaten heeft, die van te voren is door
gesneden, worden twee helften tezamen
g-el-ögd en zo-olang beklopt, tot er een
©enigszins samenhangend geheel is ver
kregen. Daarna wordt het klopsel, in een
aftreksel van vruchten of bladen ge-doopt,
afgedroogd. B-at -dient om de bruine ma-
teriaalkleur eeriigszins te bleeken, het
v-erwerkte schorsmateriaal wordt helder
bruin; is -een homogene laag geworden.
Met houten kloppers wordt de schors
bewerkt.
Op Nias, 'dat „kultureel" 'lager staat
dan Borneo, gebruikt men Moppers van
steen, -die hun do-el het samenvoegen
der scborsmassa beter vervullen.
Die Papoea's, -die evenmin in ontwik
keling te vergelijken zijn met de zeer
intelligente Diajak's o-p Borneo, schillen
den boombast en leggen dezen drie dagen
in h-et water te ï-oten.
Dit nu is ©en belangrijk' fermenteer-
pro-ces, -dit gisten van de houtvezels, en
het blijkt al dadelijk uit de producten,
dat -de Papoea's, zo-o onbeschaafd als ze
he-cten, in dit opzicht meer bereikt heb
ben, -dan -d-e wérkelijk ho-oger staande
Dajalc's. Zij- maken heusch foeja, d.i. een
"so-ört papier, iets heel anders dan de ve
zelige massa, die de Diajak's gebruiken.
Ze hebben het verstaan de schors op te
lossen en tot een papierachtige 'laag te
bewerken.
In Midden-Celebes is deze schorsbewer
king meer geraffineerd ontwikkeld. Diat
gaat laltijd zoo in Indië, men vindt de
'Ontwikkelingstfappen en ergens -de hoog
ste, men kan echter niet verklaren, waar
om juist daar het hoogtepunt moet ge
vonden worden.
'Onder de lang verachte Toradja's wordt
de schorsbereiding zelfs een soort indus
trie. Bij d-e woningen zijn soms extra
klophutten gebouwd, wajw de vrouwen de
boomschors bewerken. Wiant het is hee
lemaal vrouwenwerk, zelfs het omhouwen
en het schillen Van de bo-omen afgezien
van groote exemplaren geschiedt door
vro-uwehan-den.
Onze Eüfo-peesche kuituur heeft het ka
toentje in de binnenlanden van Celebes
gebracht -en heeft d-e antieke foeja-kul-
tuuT igiedood.
Sotbeby te Londen heeft 19 kost
bare boeken uit -de nalatenschap van wij
len -den Earl of Garysfort geveild. Die
opbrengst bedroeg 35.550.
Voor een Gutenberg^bijbel, omstreeks
1455 te Mainz gedrukt, heeft de bekende
Am-erikaansche bo-ekenko-o-per Ph. Rosen-
bach 9500 betaial-d; voor een bijbel,
in 1462 gedrukt -door Fust en Schoiffer,
Gutenberg's opvolgers, gaf hij 4800.
Verder is er -een Shakespeare First
Folio .geveild, die in Engeland blijft. Ro-
senbach ging tot 6000, doch Edmond
Dring ging nog 100 hooger. Voor een
Third Eolio- (1664) werd 950 betaald.
Ope^ars Verknopingen ea Ver-
pasMiagei
Juli.
5 Kwadendamme, eenige inspan, Neer
voort.
6 Wemeldinge, bessen en pruimen,
Kram.
6 Ierseke, huis, schaapskooi, zijkanten,
schapen, enz., v. Dissel.
6 en 20 Tiel, hofstede en boomgaard.
For mijne.
7 Oost-Souburg, huis, Paap.
9 Ellewoutsdijk, verpachten bouw. en
weiland, Beth.
10 Kloetinge, oppervruchten, hooigras,
hooiland, van Dissel.
11 Hoedekenskerke, vrachtrijder sin span,
de Wilde en Heijboer.
11 Driewegen, hofsteetje, bouwland, Beth
11 Hoedekenskerke, huis en tuin, bouw
land, v. Dissel.
11 Grijpskerke, inboedel, veldvruchten,
Blaiupo-t ten Cate.
12 Iersekendam, inspan, Schram.
13 Heinkenszand, bouw- en weiland,
Pilaar.
13 Kortgene, veldvruchten, Hioolen.
14 N. en St. Joosland, bouwland, Blau-
pot ten Cate.
18 Kortgene. boereninspan, Hioolen.
18 Kattendijke, buis, inboedel, v. Dissel
19 Middelburg, winkelhuizen, huis,
Hi-ooien.
20 N. en St. Joosland, veldvruchten,
Loeff en Hioolen.
20 N. en St. Joosland, veldvruchten,
Loeff en Hioolen.
21. Biggekerke, bouw- en weiland, Hioolen
25 Westkapelle, bouwland, Loeff.
26 Wissekerke, veldvruchten, Markusse.
27 Wissekerke, ged. Inspan, Markusse.
27 Ritthem, inspan en veldvruchten, De
Neeling.
29 Serooskerke, weiland, Struve.
Hoedekenskerke, hofstede, bouwland,
dijk, veerhuis, Neervoort.
's Heerenhoek, huis, inboedel, v. Cleef.
Nieuwdorp, huis met bouwland en
inboedel, v. Cleef.
Aug.
1 Colijnsplaat, landbouwersinspan, Hi
oolen.
29 N. en St. Joosland, inspan, Loeff en
Hioolen.
Hoedekenskerke, hofstede, enz., Neer
voort.
LONDiEN. V.B. Uit Winnipeg wordt
gemeld, dat een cyclo-on, vergezeld van
hevige regen- en hagelbuien, de streek
van Zuid-Alberta heeft geteisterd. Zeer
veel schade aan de oogst is aangericht.
Die -graanoogst is op' 100 mijl lengte
-en tien iruij'l breedte totaal vernield.
SCHELBY. V.D. D'e bokswedstrijd o'm-
het wereldkampioenschap1 in zwaar ge
wicht tusschen Dembsy en Gibbon werd
voor ongeveer 50.000 toeschouwers ge
houden. Na de 15e ronde werd aan Demib-
sy d-e overwinning door punten toegezegd.
TOKIO. V.D. H-et Japansche Departe
ment van Marine heeft een attaché op
gedragen, -de rege-eringen van de Ver-
-e-enig-de Staten e-n Engeland te polsen in
verband met het sluiten van een drie
voudig Verbond, (zie telegrammen van
gisteren).
Middelburg, 5 Juli 1923.
Boter f0.96fl.06, eieren f5f6.
Op de graanmarkt was de aanvoer zeer
gering. Tarwe f 15f 15.50.
MIDDELBURG. Heden kwam alhier
voor het eerst in dit seizoen een extra
tram, aansluiting gevende aan de extra-
;tram' van de Belgische kustplaatsen, met
een 200-tal vreemdelingen. Tevens kwam
p©r extra-tram' uit Vlissingen een 250-
tal vreemdelingen, die de reis naar
Breskens met autobussen, hadden ge.
maakt.
Buiten vervolging en in vrijheid ge
steld J. A. W., 33 jaar, rijwielhandelaar
te Zaamslag, gedetineerd geweest ter zake
van verduistering.
Wisselkoersen.
Amsterdam, 6 Juli 1923.
Berlijn 1314
Weenen 3636.25
Londen 11.60II.6O1/2
Parijs 14.921/2I5.O21/2
Brussel 12.60—12.67i/2
New-York 2.552.55i4
Kloelinge. Door notaris van Dissel wer
den Woensdag alhier geveild: lo. een
woonhuis aan den Moolweg. Kooper J.
Blomaard voor f2320; 2o. een woonhuis
aldaar. Kooper G. de Dreu Pz. voor
f2080; 3o. een woonhuis aan den Ter-
watenschen weg. Kooper H. Poortvliet
voor f2140. Allen alhier.
Poortvliet. Dinsdag werd ten overstaan
van -den notaris D. v. -d. Velde ten ver
zoeke van de -erfgenamen van wijlen C.
van As alhier, publiek verkocht een in
steen gebouwd woonhuis met schuur1 en
varkenshok, wagenhuis en erf, groot 4
Aren, 70 c-.A. voor f 4000, aan M. W.
Kestelo-o, alhier. 79 A. 20 c'.A. (2 gem.
5 roeden) best bouwland, nabij de kom
der gemeente, voor 'f 1610 per gemet
aan J. Murre, 'alhier.
Ritthem. Woensdag werd in de con
sistoriekamer der Ned. Herv. Kerk ten
overstaan van den notaris J. Paap te
Vlissinjg-en de volgende perceelen bouw
en weilanden, toebehoorende aan de Dia
conie en de Ned. Herv. Kerk voor den
tijd van 7 jaar (1924—1931) publiek ver
pacht: Perc. 1, 15 A. 70 c.A. C. Joziasse,
Ritthem, f22; Perc. 2, 19 A. W. Lou-
w-er'se, Souburg, f45; perc. 3, 20 A. 30
c.A. L. Dorleijn, Souburg, f45; perc. 4,
42 A. 20 c.A. A. W. Osté, Ritthem, f59;
perc. 5, 55 A. M. Osté, Ritthem, f60;
perc. 6, 90 A. 30 c.A. Janus de Pagter,
Ritthem, f130; perc. 7, 38 A., Jannetje