>0 99»
Dinsdag 3 Juli 11193
37e Jaargang
Buitenland.
iN DEN MAALSTROOM.
De Zeeuw
dijen arbeidenden ïnensch voeren moeten
dan bij ons Protestanten het ge
val is.
Wat echter niet wegneemt, dat de be
trokken afdeeling van het Departement
van Arbeid nog steeds heet de afdeeling
Arbeiders-Verzekering, en terecht, om
dat de sociale verzekering -moet zijn ver
zekering en niet verzorging, en moet
zijn verzekering van de arbeiders en
r.iet verzekering van de arbeidersmassa.
Sabotage.
Er worden hier en daar in Duitschland
door Franscho krijgsraden menschen ter
dood veroordeeld- wegens sabotage (kapot
making van stoffelijk goed). Er is echter
nog een ander, veel erger soort sabotage,
namelijk de opzettelijke vernieling van
geestelijk goed. Aan dit laatste heeft
gansch Europa, voorzoover 't aan den
wereldoorlog heeft deelgenomen, zich vier
jaren lang schuldig gemaakt. Hoe groote
schade aan de Wetenschap, de Kunst, de
Zending, het Evangelie, de Volksontwikke
ling is toegebracht, laat zich niet in cijfers
uitdrukken. Tal van geleerden, oud en
jong, vooral in Duitschland, dat door de
overmacht van den tegenstander genood
zaakt was ook de oudsten en de onmis-
baarsten tot den krijg op te roepen, wer
den weggerukt door het zwaard van den
krijg of dat van den honger.
En onberekenbaar is ook nu weer het
nadeel, hetwelk Frankrijk bezig is voor
lange jaren, zoo niet onherstelbaar, te
berokkenen aan het cultuurleven van het
Duitsche volk in 't algemeen, en aan de
Wetenschap en de Techniek van deze
zoo hoogstaande natie in het bijzonder.
Duizenden professoren, predikanten,
kunstenaars, schrijvers en onderzoekers
verkommeren van honger; of, zoo zij er
nog het leven afbrengen, zijn zij toch
voor hun leven gebroken.
Het onderstaande, dat wij in de N. R. C.
lazen, 'is nog slechts een staaltje:
„Dr Arnold Ruge, de bekende Deutscli
völkiSche leider, heeft een groot aantal
in het Fransch gestelde bedelbrieven ge
richt aan .professoren uit Fransch Zwit
serland. Deze gewezen privaat, docent aan
de universiteit van Heidelberg vertelt
daarin, dat hij voor de wetenschap en
en voor den strijd tegen het materialisme
alles heeft uitgegeven wat hij bezat. Wat
hij gedaan heeft deed hij uit liefde voor
de wetenschap. Zijn positie is echter bui
tengewoon moeilijk. De tGSSt&ïiuen zijn
bijna onmogelijk geworden voor een
Duitsch intellectueel die voor een ideaal
sr.nju.tr De dagelijksche zorgen maken het
Rnge onmogelijk zich aaïl intellectueelen
arbeid te wijden hoewel de heele wereld
daar voordeel hij zou hebben. De brief
eindigt met de woorden: ik waag het U
om steun te verzoeken; ik zou gelukkig
zijn indien u mij een bedrag in bank
biljetten. van uw land wilde doen toe
komen."
Daar worden in Duitschland door de
eigen menschen mijnen, wapenen, helaas
ook wel kostbare uitvindingen gesabo
teerd; en zij worden er voor gestraft.
Maar op het saboteeren van het hoogste
en beste bezit van het Duitsche volk door
zijn vijanden, schijnt geen straf te staan.
Trouwens die 't doen, weten het niet,
en zoo zij 't weten, weten zij niet wat
zij doen.
En toch is 't veel erger, omdat er liet
geestelijk bezit van hun vijand mede te
loor gaat.
Geen conferentie.
Bij het beantwoorden van sprekers in
het Engelsche Lagerhuis, die voorstelden
dat Engeland het initiatief zou nemen
tot liet bijeenroepen van een internatio
nale conferentie ter beperking van de
bewapening in de lucht, zeide de eerste-
minister Baldwin, dat de regeering niet
geneigd was, dien weg in te slaan, en
voegde eraan toe: Volgens mijn meening
zou het voorbarig zijn, te hopen op het
welslagen van een dergelijke conferentie,
voordat een aantal niet-geregelde kwes
ties, die in het Europa van heden be
staan, geregeld zijn.
Stakingen in Engeland.
't Is of de menschen maar niet willen
inzien dat in dezen tijd 't vooral aan
komt op hard, intensief werken, en niet
staken. Zoo is er gisterenochtend plot
seling een staking van havenarbeiders te
Huil uitgebroken die tegen den middag
ernstig dreigde te worden. Ongeveer 6000
arbeiders hebben het werk neergelegd.
Meer dan 10.000 kisten met vruchten uit
Fransche, Nederlandsche en Belgische
schepen zijn niet gelost. Ook te Grimsby,
Bristol en Cardif zijn plotselinge stakin
gen uitgebroken om dezelfde reden, n.l.
het van kracht worden van de nationale
overeenkomst, waarbij de loonen meteen
shilling per dag worden verlaagd.
De bond van transportarbeiders wei
gert de staking goed te keuren. Ladingen
met bederflijke goederen, voornamelijk
fruit en groenten, loopen gevaar.
China.
Het loopt hier weer mis. Een bericht
uit Hongkong althans meldt: Het consti-
tutioneele leger van Soen-Yat-Sen rukt
op het noordelijk rivierfront op en bezette
Ving-tok. Nabij Wichow wordt er lievig
gevochten. Op het westelijk front wordt
binnenkort een nieuwe slag verwacht.
Engeland zint op maatregelen om tus-
schenbeide te komen, zoogenaamd ter be
scherming van Britsche onderdanen. Re
ken er maar op, dat Japan daarbij op
lettend zal toezien. En dat Amerika af
wacht wat Japan dan doen zal, Want
a «hik Duitschland in Eurona is China in
o - -y
Azië voor de overige mogendheden de
steen des aanstoots.
Duitschland.
Het Wolfbureau ontvangt van bevoegde
zijde, dat zal beteekenen van regeerings-
zijde, de volgende beschouwing over de
door Poincaré in den Franschen Senaat
gehouden rede: Poincaré heeft den Fran
schen, die de doeltreffendheid van de
Roer-aclie betwijfelen en een verstandige
regeling van de schadevergoeding voor
staan, den mond willen snoeren. Hij wei
gert in te zien, dat zijn gewelddadig op
treden aan de Roer vruchteloos moet
blijven, omdat de bevolking, ondanks d«
65.000 uitzettingen, uit haar rechtsbe
wustzijn en haar wil tot zelfbehoud,
steeds nieuwe krachten put om vol te
houden. De doodvonnissen der Fransche
militaire justitie en de weigering van elk
Duitsch voorstel bewijzen dat Poincaré
den toestand van geweld wil handhaven
om Duitschland tot capitulatie te dwin
gen. Het eenige antwoord daarop is: vol
houden in den strijd.
Zoo wordt de regeering gestaald door
de beproeving.
Maar ook het volk begint zich meer
bewust te worden van de hoofdzaak, na
melijk het verrichten van meer en in-
intensiever arbeid. Wij lezen namelijk:
Sedert begin Juni heeft de Duitsche
arbeidsmarkt zich aanmerkelijk in gunsti-
gen zin gewijzigd. De reeds meermalen ge
maakte opmerking, dat de daling van de
mark op liet bedrijfsleven een gunstigen
invloed uitoefent, blijkt thans opnieuw.
Het aantal arbeiders dat korter dan den
normalen werkdag werkt, is aanmerkelijk
teruggeloopen. Dit aantal bedroeg bij den
Duitschen metaalbewerkersbond eind April
24.74 pet., begin Juni nog maar 15.3
pet., terwijl het aantal werkloozen hetzelf
de bleef. Vooral bij de exportindustrieën
aantal arbeiders, dat korter dan den nor-
valt een aanmerkelijke verbetering waar
te nemen. In de textielindustrie is het
malen werkdag werkt, gedurende de zelf
de periode van 51.11 pet. tot 38.51 pet.
teruggeloopen, bij de fabrieksarbeiders van
25.48 pet. tot 14.62 pet. De werkloosheid
onder de leden van deze ojganisatie is
teruggeloopen van 7.39 pet. tot 5.06 pet.
Volgens Duitsche berichten schijnen de
Franschen en Belgen nu van plan te zijn,
het laatste restje van verbindingen tus
schen het bezette en pnb.ezette gebied
nog af te snijden. Op de sancties, die de
stad Duisburg reeds waren opgelegd, is
nog een groot aantal afsluitingen van
het verkeer tusschen het bezette en on
bezette gebied gevolgd. Voor zoover tot
nu toe bekend is, zijn de volgende sta
tions voor het personen- en goederen
verkeer door de bezettings-autoriteiten
voor veertien dagen geslotenAdlerbeck,
Bracket, Liinen-Noord en Scharnhorst. Een
uitzondering wordt slechts gemaakt voor
de levensmiddelentreinen. Wie langs om
wegen te voet zijn doel in het bezette
of onbezette gebied tracht te bereiken,
stelt zich bloot aan het gevaar, door de.
wachtposten doodgeschoten te worden.
Bovendien is ook d'e tramverbinding F1,^
berfeldSteele voor veertien dagéh stop
gezet. Deze lijn was de belangrijkste ver
binding yoor het personenverkeer van El-
berfeld uit, evenals van Dusseldorf en
Keulen met Essen, Verder yerluidt, dat
elk tramverkeer tusschen het bezeuo èn
onbezette gebied door de bezetting vol
komen zal worden stopgezet. Bovendien.,,
zijn hier berichten uit Parijs ontvangen,
die een volkomen grensafsluiting naar
alle steden aankondigen.
Uit Oberhausen wordt in verband hier
mede gemeld, dat blijkbaar naar aanlei
ding van de bomontploffing bij Duisburg
de voorzichtigheidsmaatregelen der bezet
ters aanmerkelijk zijn versterkt. Bij de
spoorbruggen, waaronder de electrische
trams doorrijden, worden de reizigers
gedwongen uit te stappen. Ze worden
nauwkeurig onderzocht en moet met de
handen omhoog tusschen twee rijen
Fransche arbeiders, die aan beide zijden
van de spoorlijn staan, doorloopen. Daarna
kunnen ze aan den anderen kant weer
instappen.
Dru'xkors-ExDloP anten
■OOFTtnBAAN A L& COINTRE - GOES
Bureaux: Land1? Vorststraat 6870 Goes
Tol. Redac i no II. Administratie no. 58
Postrekening No. 36000.
Bijkantoor te Middelburg:
Firma F. P. DHUIJ, L. Burg. Tel. no. 259
VERZEKERING?
In de Eerste Kamer der Staten-Gene-
raal is, aldus de heer P. Keulenmns
dn „Be Christen-Patroon", bij de behan
deling van 'de begrooting van Arbeid
etc. door eenige leden der Rechterzijde
gesproken over de sociale verzekering,
speciaal in verband met de plannen-
•Groeneveld.
Jhr. Wittert van Hoogland nami wel
het sterkste stelling tegen den nieuwen
koeis zoo zelfs, dat dit R.-K. Kamerlid
met den Minister een oogenblik een ern
stig, bijna persoonlijk geschil had, dat
nadere opheldering van beide zijden noo-
dij maakte. Gelukkig scheidden de hee-
ren in pais en vree.
Prof. Sloteimaker de Bruine en Prof.
Diepenhorst hieven den vinger waarschu
wend op. dat de Minister toch niet zoude
gaan in de richting van Staatspensioen,
en ieder van hen deed dat op de hem
eigen wijze.
Prof. Sloteimaker deed het vriendelijk,
ernstig. Prof. Diepenhorst mieer streng,
maar met den hem eigen, aangenamen
redenaarszwier.
Jhr. Wittert daalde hier en daar af
in details, leverde critiek ook op de
techniek van wetgeving van den Minister,
■opperde tegen Groenevelds eenheidsrente
het bezwaar, dat zij naar het Staatspen
sioen den weg effent.
Prof Slotemaker de Bruine vroeg te
willen vermijden, dat ook 's Ministers
naar/i zou behooren tot hen, die ons een
schrede verder in de richting van en op
-den weg naar het Staatspensioen hebben
gevoerd; hij brak een lans voor het
plaatsen van den arbeider op eigen
voeten.
Prof. Diepenhorst koos partij voor de
verzekeringsgedachte en gaf enkele ver
schijnselen aan. die hem ernstige vrees
deden hebben, dat die gedachte uitholling
onderging.
Maa.r de Minister vriendelijk tegen
over zijn beide hoffelijke collega's-hoog
leeraren, scherp tegenover zijn critischcn
geestverwant, verwierp de gedachte, dat
de collectieve verzekering en eenheids-
rente leiden op verkeerden weg, want
:zij zijn z.i. te rijmen met het verzleke-
rings beginsel.
En de Minister haalde als voorbeeld
aan een verzekering bij een maatschap
pij van een vastgesteld bedrag van b.v.
f 10.000, na 30 jaren premiebetaling.
Zeiè vroeg de Minister of een brand-
«ssurantie er rekerihi^ m'ee houdt, of er
kort of lang premie is betaald,
Doch de Minister vergat, dat êêii branch
assuranti een soort ongevallenassurantie
is waarbij de premie-termijnen evenredig
zijn met den duur waarover risico geloo-
•pen is; hij vergat dat bij zijn levensver
zekering van f 10.000 wel door hem,
verzekerde, een vaste premie betaald
woidt, inaar dat de premie voor hetzelfde
bedrag voor een ander, die ouder of
jonger is, die gezonder of minder gezand
is. een andere is dan de premie, die 'de
Minister heeft te betalen.
Terwijl bij de eenheidsrente juist de
-verzekerde wordt uitgeschakeld tot tijd en
wijle, dat de rente betaald moet worden.
Voor alle verzekerden dezelfde premie,
maar over ongelijke tijdvakken; aan alle
-verzekerden dezelfde rente.
Put the man on his own feet, zei
Prof. Skitomaker.
Ik wil de verzekering dichter bij den
FEULLETON.
6).
„Een beroemd dokter", zei hij levendig,
„één bij wie de menschen komen met de
meest geheimzinnige ziekten. Ik .zeg je
Dan, we zullen dan alle jongens, die we
kennen, helpen om vooruit te komen. Wij
zullen do arme bedelaars, die in de goot
liggen weer op de been helpen".
Hij vergat al zijn verdiet bij deze toe-
'komstdroomen, zijn lippen openden zich
als jn hoopvolle verwachting, zijn neus
vleugels trilden van opwinding en zijn
gelaat werd met een blos overtogen.
En zoo spraken wij over onze toekomst,
zooals jongens op duizenderlei man.eren
over hun toekomst spraken en zullen spre
ken, zoolang jongens jongens zijn. Als
jonge menschen natuurlijk zijn, zullen zij
altijd hoopvol, blij en overmoedig zijn.
In ieder geval, toen Steven Edgcumbe
en ik dien dag door de velden dwaalden,
om .liet hardst liepen, over dijken spron
gen en wat al niet meer, leek ons niets
onmogelijk. Het leven was vol vreugde,
vol van schoone beloften. Het mysterie
der toekomst verhoogde slechts haar be
koorlijkheid en hield onze .verwachting
gespannen, de heuvels waren slechts moei
lijkheden, die overwonnen moesten wor
den, de draken van het leven zouden wij
dooden en wij zouden na eienigen tijd
arbeider zelf brengen, zei de Minister.
Maar daartoe zullen de collectieve ver
zekering en de eenheidsrentc in de ge
waarwording van den arbeider al heel
weinig kunnen bijdragen.
Integendeel. De arbeider zelf merkt er
niets van. De werkgever en diens be
drijf, svereeniging speelt het heelemaal
voor hem klaar en zonder anderscheid
des persoons, zonder anderscheid van
loon, zonder onderscheid van arbeids
duur en zonder onderscheid van totale
premiebetaling (door den werkgever)
'komt den man Groenevelds verzorgings-
soinimetje toe.
Alleen, in het bestuur van de bedrijfs-
vereeniiging, aan welke de werkgever zon
der eenige medewerking of medekennis
van den arbeid betaalt, zitten een paar
arbeidersdéputé's, hooge ooimes uit de
arbeidersbeweging.
Hier is vervlakking.
De arbeider wordt hier één inde
massa; zulke verzekeringswetgeving, ge
worden sociale voorziening, helpt be
vorderen de gedachte, dat een arbeider
zonder zijn organisatie niet meetelt; zij
verloochent in feite, dat het mogelijk
zal zijn, dat de individueele werkman
van zijn arbeid etc. leven kunne, ook nog
in zijn oude dagen.
Of het dan niet goed is, dat er door
de verzekeringswetgeving kapitaal ge
vormd worde voor de arbeidende klasse,
zooals de heer Colijn het noemlde in
zijn rede: „Geen Repristinatie", uitge
sproken voor de Chr. Werkg.-Vereen,
op 15 Juni j .1. Zeer zeker, maar even
goed als de werkgever, ondanks de waar
deering voor zijn organisatie, er tuk pp
is de eigen zelfstandigheid te bewaren
voor zijn eigen bedrijf, evengoed is het
aangewezen, dat de arbeider niet ver
loren ga in de massa en dat zijn pro
fijt van dat kapitaal ook afhankelijk zij
van de mate zijner prestaties.
De vervlakking leidt tot rPassavorming,
de mlassavorming voert tot klassen-in
deeling, de klassen-indeellng voert naar
klassenstrijd.
Geen wonder, dat de sociaal-democra-
ten in hel algemeen de eenheidsrente
vragen, 't Is hun ten slotte onverschillig
wie de premie betaalt, zelfs of er wel
premie betaald wordt. Zij eischen ten slotte
het Staatspensioen, zij eischen de rente
op afrekening van de rest.
Vrijzinnig-democraten en, zoo ze al
rente vragen, andere vrijzinnigen, loven
het denkbeeld van eenheidsrente, omdat
zij den Staat als groot-Verzorger willen
doen opireuvT tegenover sociale mis
deeldheid omdat zij de Zölfstanui-'Ilêm
van het maatschappelijk leven hiel in
het oog wenschen te houden en daardoor
ook de zelfstandigheid van den werk
man verwaarloozen. Zij neigen tot Staats
armenzorg en vernederen den oud-gewor
den arbeider tot. Staats-bedeelde.
Diat de Rooimöch-Kathbliefce Minister
■van Arbeid hiervan onkundig zou zij'n,
kan en raag niemand ook maar in de
verste verte veronderstellen.
"Wel is de veronderstelling mogelijk,
dat het begrip solidariteit, dat onder
de Boomlschen zoo zij handelen over
maatschappelijke verhoudingen -r- op
geld doet, (natuurlijk andere bedoeld dan
door den strijdenden socialist) en ook de
kijk van den Roomische op onze gansche
samenleving en op het godsdienstig leven
tot andere waardeering van den zelfstan-
leven in het land van poëzie, zonneschijn
en liefde.
Wie^ heeft gelijk, de hoopvol gestemde
jongeling, voor wien het leven is om-
kransd met duizend rozen, of wel de
nuchtere cynicus, die zegt, dat de wereld
donker is als het graf en dat de beloften
des levens eT èiechts zijn om ons te be
spotten?
Dien namiddag gingen Steven en ik op
weg naa.r Bloemfontein, het huis van
kolonel Tempest.
HOOFDSTUK IV.
Een jonge liefdedroom.
Bloemfontein lag twee mijlen verder
van mijn huis af dan Edgcumbe Hall; het
behoorde ook tot een andere gemeente
en stond in geen enkel verband met de
kioine stad Witney. Zoo kwam het denk
ik ,dat ik maiar weinig af wist van kolo
nel Tempest en zijn huisgezin. Ik had
gehoord, dat- deze gepensioneerde officier
volstrekt niet rijk was, maar zeer trotsch.
De familie Tempest was zeer oud en had
hooge connecties. Daarom was de kolonel
zeer kieskeurig in zijn omgang en be
handelde hu allen, die naar hij meende,
beneden hem .stonden, zeer uit de hoogte.
Ik begreep dus heel goed Lukas Edg
cumbe s opmerking, dat alleen eigenbe
lang oorzaak was, dat de beide families
bevriend waren. Ik wist ook, dat de groote
jamfabrikant, ofschoon hij openlijk spot
te met adeldom en goede afkomst, zeer
verlangend was een plaats onder de def
tige families van het graafschap in te
nemen. En alleen zijn vermaarde rijkdom
kon hem de positie verschaffen, die hij
wensehte.
Toen wij het huis naderden, hoorden
wij .vrooljjke uitroepen en bij het glad
gemaaide .grasveld gekomen, zagen wij
een troepje jongelui, dat zoo vroolijk en
gelukkig scheen, als men maar wenschen
kon.
Kolonel Tempest kwam ons tegemoet
en begroette ons met een zekere bruuske
hartelijkheid; vooral tegen Steven was hij
bizonder innemend, die trouwens spoedig
een algemeene favoriet werd. Dit was
niet te verwonderen, want Steven was
een jongen, die overal waar hij kwam,
opviel door zijn knappe verschijning, zijn
gezonden humor en natuurlijke opgewekt
heid, zijn lenigheid .en vlugheid bij het
spel.
Kort na onze aankomst hield kolonel
Tempest een gesprek met een dame van
middelbaren leeftijd, dat ik wel moest
hooren, daar ik vlak bij hen zat. Hij
scheen echter mijn tegenwoordigheid te
zijn vergeten.
„Ja", hoorde ik hem zeggen, „hij is
een neef van Edgcumbe, dien jamkoning.
Zijn vader was predikant, ik geloof bij
de Vrije kerk".
„Hoe is 'tmogelijk! Hij ziet er uit, als
of hij een directe afstammeling van Wil
lem den Veroveraar was".
„Zoo is het echter, maar zijn moeder
was een Tempel van Elin Manor. Die fa
milie heeft zich er sterk tegen verzet,
maar zij zou en wou met Edgcumbe trou
wen. Zij stierf, toen deze jongen geboren
is. De Edgcumbes zijn een achtenswaardi
ge familie, weet je. Kwakers, geloof ik,
die later overgingen naiar de 'Vrije Kerk.
Zij gingen werkelijk met heel goede fa
milies om".
„Maar de zoon van een dominee, Re
ginald I"
„Wfij moeten beleefd zijn, Maria. Hij
heeft Rudolf Hussey's leven gisteren ge
red en naar alle waarschijnlijkheid krijgt
hij Lukas Edgcumbe's millioenen".
„Ja", zuchtte de dame, „hij is heusch
knap. Men zou hem overal voor een
aristocraat houden".
„Tempel-bloed, lieve, Tempel-bloed", zei,
de kolonel waardig. „Waar is Isabella?"
„Zij speelt tennis met heip, Kijk, zij
spelen tegen Rudolf Hussey en Laura.
Hfj speelt goed, vind je niet? Ik dacht
niet, dat de menschen van de Vrije Kerk
aan zulke dingen deden".
„O, daar zijn tegenwoordig heel fat
soenlijke menschen bij die lid van
het Parlement worden en zulke dingen
meer. Zie je, ,de universiteiten zijn voor
hen open gesteld; niet dat ik het daar
mee eens ben, maar men moet de dingen
nemen, zooals .ze zijn. Kijk, de jonge
Edgcumbe en Isabella hebben het gewon
nen. Zij zijn een knap paar, niet?"
De kolonel was het gewone type van
een gepensioneerden officier, met een
dikke, grijze snor, kort geknipt haar, een
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG
Abonnementsprijs:
Per 3 maanden, franco per post. f 3.
Losse nummerst 0.05
Prijs der Advertentiën:
14 regels f 1.20, elke regel meer 30 et
Bij abonnement belangrijke korting.
kaarsrechte houding en een luide stem.
Hij stond op en ging heen. Ik bleef zitten
en sloeg de spelers gade.
Isabella Tempest, de partner van Ste
ven in het spel, was ongeveer achttien'
jaar en beloofde een van de schoonheden
in ons graafschap te worden. Zij was nu
reeds tot volle ontwikkeling gekomen en
had ook wel twee- of drie en twintig
kunnen zijn. Dieze vroege rijpheid maakte
haar echter niet minder aantrekkelijk. Zij
had groote, kwijnende, bruine oogen, roo-
de lippen, een kleine ronde kin en een
ftissche blanke tint.
Van de andere spelers van dien mid
dag herinner ik mij niets dat de moeite
waard is mee te deelen, behalve, dat de
jonge Hussey Steven met jaloersche blik
ken aanzag.
Tegen het einde van den middag wer
den de jongelui meer kameraadschappe
lijk met mij en langzamerhand raakte ik
ook in gesprek met Isabella Tempest.
Steven en zij hadden elk ander paar bij
het tennissen verslagen .en elk spel ge
makkelijk gewonnen. Dientengevolge was
zij zeer opgeruimd en geneigd tot ver
trouwelijkheid.
„Ik vind uw vriend eenigf', zei zij: te
lgen mij, „eenvoudig eenig".
„Ik was het van harte met haar eens.
„En hij is zoo onvormelijk. Hij wil er
niet van hooren, dat hij Rudolf Hussey
gisteren het leven heeft gered en hij bloos
de toen ik er over sprak. Het is een aar
dige jongen". (Wordt vervolgd.) t