>0 99» Dinsdag 3 Juli 11193 37e Jaargang Buitenland. iN DEN MAALSTROOM. De Zeeuw dijen arbeidenden ïnensch voeren moeten dan bij ons Protestanten het ge val is. Wat echter niet wegneemt, dat de be trokken afdeeling van het Departement van Arbeid nog steeds heet de afdeeling Arbeiders-Verzekering, en terecht, om dat de sociale verzekering -moet zijn ver zekering en niet verzorging, en moet zijn verzekering van de arbeiders en r.iet verzekering van de arbeidersmassa. Sabotage. Er worden hier en daar in Duitschland door Franscho krijgsraden menschen ter dood veroordeeld- wegens sabotage (kapot making van stoffelijk goed). Er is echter nog een ander, veel erger soort sabotage, namelijk de opzettelijke vernieling van geestelijk goed. Aan dit laatste heeft gansch Europa, voorzoover 't aan den wereldoorlog heeft deelgenomen, zich vier jaren lang schuldig gemaakt. Hoe groote schade aan de Wetenschap, de Kunst, de Zending, het Evangelie, de Volksontwikke ling is toegebracht, laat zich niet in cijfers uitdrukken. Tal van geleerden, oud en jong, vooral in Duitschland, dat door de overmacht van den tegenstander genood zaakt was ook de oudsten en de onmis- baarsten tot den krijg op te roepen, wer den weggerukt door het zwaard van den krijg of dat van den honger. En onberekenbaar is ook nu weer het nadeel, hetwelk Frankrijk bezig is voor lange jaren, zoo niet onherstelbaar, te berokkenen aan het cultuurleven van het Duitsche volk in 't algemeen, en aan de Wetenschap en de Techniek van deze zoo hoogstaande natie in het bijzonder. Duizenden professoren, predikanten, kunstenaars, schrijvers en onderzoekers verkommeren van honger; of, zoo zij er nog het leven afbrengen, zijn zij toch voor hun leven gebroken. Het onderstaande, dat wij in de N. R. C. lazen, 'is nog slechts een staaltje: „Dr Arnold Ruge, de bekende Deutscli völkiSche leider, heeft een groot aantal in het Fransch gestelde bedelbrieven ge richt aan .professoren uit Fransch Zwit serland. Deze gewezen privaat, docent aan de universiteit van Heidelberg vertelt daarin, dat hij voor de wetenschap en en voor den strijd tegen het materialisme alles heeft uitgegeven wat hij bezat. Wat hij gedaan heeft deed hij uit liefde voor de wetenschap. Zijn positie is echter bui tengewoon moeilijk. De tGSSt&ïiuen zijn bijna onmogelijk geworden voor een Duitsch intellectueel die voor een ideaal sr.nju.tr De dagelijksche zorgen maken het Rnge onmogelijk zich aaïl intellectueelen arbeid te wijden hoewel de heele wereld daar voordeel hij zou hebben. De brief eindigt met de woorden: ik waag het U om steun te verzoeken; ik zou gelukkig zijn indien u mij een bedrag in bank biljetten. van uw land wilde doen toe komen." Daar worden in Duitschland door de eigen menschen mijnen, wapenen, helaas ook wel kostbare uitvindingen gesabo teerd; en zij worden er voor gestraft. Maar op het saboteeren van het hoogste en beste bezit van het Duitsche volk door zijn vijanden, schijnt geen straf te staan. Trouwens die 't doen, weten het niet, en zoo zij 't weten, weten zij niet wat zij doen. En toch is 't veel erger, omdat er liet geestelijk bezit van hun vijand mede te loor gaat. Geen conferentie. Bij het beantwoorden van sprekers in het Engelsche Lagerhuis, die voorstelden dat Engeland het initiatief zou nemen tot liet bijeenroepen van een internatio nale conferentie ter beperking van de bewapening in de lucht, zeide de eerste- minister Baldwin, dat de regeering niet geneigd was, dien weg in te slaan, en voegde eraan toe: Volgens mijn meening zou het voorbarig zijn, te hopen op het welslagen van een dergelijke conferentie, voordat een aantal niet-geregelde kwes ties, die in het Europa van heden be staan, geregeld zijn. Stakingen in Engeland. 't Is of de menschen maar niet willen inzien dat in dezen tijd 't vooral aan komt op hard, intensief werken, en niet staken. Zoo is er gisterenochtend plot seling een staking van havenarbeiders te Huil uitgebroken die tegen den middag ernstig dreigde te worden. Ongeveer 6000 arbeiders hebben het werk neergelegd. Meer dan 10.000 kisten met vruchten uit Fransche, Nederlandsche en Belgische schepen zijn niet gelost. Ook te Grimsby, Bristol en Cardif zijn plotselinge stakin gen uitgebroken om dezelfde reden, n.l. het van kracht worden van de nationale overeenkomst, waarbij de loonen meteen shilling per dag worden verlaagd. De bond van transportarbeiders wei gert de staking goed te keuren. Ladingen met bederflijke goederen, voornamelijk fruit en groenten, loopen gevaar. China. Het loopt hier weer mis. Een bericht uit Hongkong althans meldt: Het consti- tutioneele leger van Soen-Yat-Sen rukt op het noordelijk rivierfront op en bezette Ving-tok. Nabij Wichow wordt er lievig gevochten. Op het westelijk front wordt binnenkort een nieuwe slag verwacht. Engeland zint op maatregelen om tus- schenbeide te komen, zoogenaamd ter be scherming van Britsche onderdanen. Re ken er maar op, dat Japan daarbij op lettend zal toezien. En dat Amerika af wacht wat Japan dan doen zal, Want a «hik Duitschland in Eurona is China in o - -y Azië voor de overige mogendheden de steen des aanstoots. Duitschland. Het Wolfbureau ontvangt van bevoegde zijde, dat zal beteekenen van regeerings- zijde, de volgende beschouwing over de door Poincaré in den Franschen Senaat gehouden rede: Poincaré heeft den Fran schen, die de doeltreffendheid van de Roer-aclie betwijfelen en een verstandige regeling van de schadevergoeding voor staan, den mond willen snoeren. Hij wei gert in te zien, dat zijn gewelddadig op treden aan de Roer vruchteloos moet blijven, omdat de bevolking, ondanks d« 65.000 uitzettingen, uit haar rechtsbe wustzijn en haar wil tot zelfbehoud, steeds nieuwe krachten put om vol te houden. De doodvonnissen der Fransche militaire justitie en de weigering van elk Duitsch voorstel bewijzen dat Poincaré den toestand van geweld wil handhaven om Duitschland tot capitulatie te dwin gen. Het eenige antwoord daarop is: vol houden in den strijd. Zoo wordt de regeering gestaald door de beproeving. Maar ook het volk begint zich meer bewust te worden van de hoofdzaak, na melijk het verrichten van meer en in- intensiever arbeid. Wij lezen namelijk: Sedert begin Juni heeft de Duitsche arbeidsmarkt zich aanmerkelijk in gunsti- gen zin gewijzigd. De reeds meermalen ge maakte opmerking, dat de daling van de mark op liet bedrijfsleven een gunstigen invloed uitoefent, blijkt thans opnieuw. Het aantal arbeiders dat korter dan den normalen werkdag werkt, is aanmerkelijk teruggeloopen. Dit aantal bedroeg bij den Duitschen metaalbewerkersbond eind April 24.74 pet., begin Juni nog maar 15.3 pet., terwijl het aantal werkloozen hetzelf de bleef. Vooral bij de exportindustrieën aantal arbeiders, dat korter dan den nor- valt een aanmerkelijke verbetering waar te nemen. In de textielindustrie is het malen werkdag werkt, gedurende de zelf de periode van 51.11 pet. tot 38.51 pet. teruggeloopen, bij de fabrieksarbeiders van 25.48 pet. tot 14.62 pet. De werkloosheid onder de leden van deze ojganisatie is teruggeloopen van 7.39 pet. tot 5.06 pet. Volgens Duitsche berichten schijnen de Franschen en Belgen nu van plan te zijn, het laatste restje van verbindingen tus schen het bezette en pnb.ezette gebied nog af te snijden. Op de sancties, die de stad Duisburg reeds waren opgelegd, is nog een groot aantal afsluitingen van het verkeer tusschen het bezette en on bezette gebied gevolgd. Voor zoover tot nu toe bekend is, zijn de volgende sta tions voor het personen- en goederen verkeer door de bezettings-autoriteiten voor veertien dagen geslotenAdlerbeck, Bracket, Liinen-Noord en Scharnhorst. Een uitzondering wordt slechts gemaakt voor de levensmiddelentreinen. Wie langs om wegen te voet zijn doel in het bezette of onbezette gebied tracht te bereiken, stelt zich bloot aan het gevaar, door de. wachtposten doodgeschoten te worden. Bovendien is ook d'e tramverbinding F1,^ berfeldSteele voor veertien dagéh stop gezet. Deze lijn was de belangrijkste ver binding yoor het personenverkeer van El- berfeld uit, evenals van Dusseldorf en Keulen met Essen, Verder yerluidt, dat elk tramverkeer tusschen het bezeuo èn onbezette gebied door de bezetting vol komen zal worden stopgezet. Bovendien.,, zijn hier berichten uit Parijs ontvangen, die een volkomen grensafsluiting naar alle steden aankondigen. Uit Oberhausen wordt in verband hier mede gemeld, dat blijkbaar naar aanlei ding van de bomontploffing bij Duisburg de voorzichtigheidsmaatregelen der bezet ters aanmerkelijk zijn versterkt. Bij de spoorbruggen, waaronder de electrische trams doorrijden, worden de reizigers gedwongen uit te stappen. Ze worden nauwkeurig onderzocht en moet met de handen omhoog tusschen twee rijen Fransche arbeiders, die aan beide zijden van de spoorlijn staan, doorloopen. Daarna kunnen ze aan den anderen kant weer instappen. Dru'xkors-ExDloP anten ■OOFTtnBAAN A L& COINTRE - GOES Bureaux: Land1? Vorststraat 6870 Goes Tol. Redac i no II. Administratie no. 58 Postrekening No. 36000. Bijkantoor te Middelburg: Firma F. P. DHUIJ, L. Burg. Tel. no. 259 VERZEKERING? In de Eerste Kamer der Staten-Gene- raal is, aldus de heer P. Keulenmns dn „Be Christen-Patroon", bij de behan deling van 'de begrooting van Arbeid etc. door eenige leden der Rechterzijde gesproken over de sociale verzekering, speciaal in verband met de plannen- •Groeneveld. Jhr. Wittert van Hoogland nami wel het sterkste stelling tegen den nieuwen koeis zoo zelfs, dat dit R.-K. Kamerlid met den Minister een oogenblik een ern stig, bijna persoonlijk geschil had, dat nadere opheldering van beide zijden noo- dij maakte. Gelukkig scheidden de hee- ren in pais en vree. Prof. Sloteimaker de Bruine en Prof. Diepenhorst hieven den vinger waarschu wend op. dat de Minister toch niet zoude gaan in de richting van Staatspensioen, en ieder van hen deed dat op de hem eigen wijze. Prof. Sloteimaker deed het vriendelijk, ernstig. Prof. Diepenhorst mieer streng, maar met den hem eigen, aangenamen redenaarszwier. Jhr. Wittert daalde hier en daar af in details, leverde critiek ook op de techniek van wetgeving van den Minister, ■opperde tegen Groenevelds eenheidsrente het bezwaar, dat zij naar het Staatspen sioen den weg effent. Prof Slotemaker de Bruine vroeg te willen vermijden, dat ook 's Ministers naar/i zou behooren tot hen, die ons een schrede verder in de richting van en op -den weg naar het Staatspensioen hebben gevoerd; hij brak een lans voor het plaatsen van den arbeider op eigen voeten. Prof. Diepenhorst koos partij voor de verzekeringsgedachte en gaf enkele ver schijnselen aan. die hem ernstige vrees deden hebben, dat die gedachte uitholling onderging. Maa.r de Minister vriendelijk tegen over zijn beide hoffelijke collega's-hoog leeraren, scherp tegenover zijn critischcn geestverwant, verwierp de gedachte, dat de collectieve verzekering en eenheids- rente leiden op verkeerden weg, want :zij zijn z.i. te rijmen met het verzleke- rings beginsel. En de Minister haalde als voorbeeld aan een verzekering bij een maatschap pij van een vastgesteld bedrag van b.v. f 10.000, na 30 jaren premiebetaling. Zeiè vroeg de Minister of een brand- «ssurantie er rekerihi^ m'ee houdt, of er kort of lang premie is betaald, Doch de Minister vergat, dat êêii branch assuranti een soort ongevallenassurantie is waarbij de premie-termijnen evenredig zijn met den duur waarover risico geloo- •pen is; hij vergat dat bij zijn levensver zekering van f 10.000 wel door hem, verzekerde, een vaste premie betaald woidt, inaar dat de premie voor hetzelfde bedrag voor een ander, die ouder of jonger is, die gezonder of minder gezand is. een andere is dan de premie, die 'de Minister heeft te betalen. Terwijl bij de eenheidsrente juist de -verzekerde wordt uitgeschakeld tot tijd en wijle, dat de rente betaald moet worden. Voor alle verzekerden dezelfde premie, maar over ongelijke tijdvakken; aan alle -verzekerden dezelfde rente. Put the man on his own feet, zei Prof. Skitomaker. Ik wil de verzekering dichter bij den FEULLETON. 6). „Een beroemd dokter", zei hij levendig, „één bij wie de menschen komen met de meest geheimzinnige ziekten. Ik .zeg je Dan, we zullen dan alle jongens, die we kennen, helpen om vooruit te komen. Wij zullen do arme bedelaars, die in de goot liggen weer op de been helpen". Hij vergat al zijn verdiet bij deze toe- 'komstdroomen, zijn lippen openden zich als jn hoopvolle verwachting, zijn neus vleugels trilden van opwinding en zijn gelaat werd met een blos overtogen. En zoo spraken wij over onze toekomst, zooals jongens op duizenderlei man.eren over hun toekomst spraken en zullen spre ken, zoolang jongens jongens zijn. Als jonge menschen natuurlijk zijn, zullen zij altijd hoopvol, blij en overmoedig zijn. In ieder geval, toen Steven Edgcumbe en ik dien dag door de velden dwaalden, om .liet hardst liepen, over dijken spron gen en wat al niet meer, leek ons niets onmogelijk. Het leven was vol vreugde, vol van schoone beloften. Het mysterie der toekomst verhoogde slechts haar be koorlijkheid en hield onze .verwachting gespannen, de heuvels waren slechts moei lijkheden, die overwonnen moesten wor den, de draken van het leven zouden wij dooden en wij zouden na eienigen tijd arbeider zelf brengen, zei de Minister. Maar daartoe zullen de collectieve ver zekering en de eenheidsrentc in de ge waarwording van den arbeider al heel weinig kunnen bijdragen. Integendeel. De arbeider zelf merkt er niets van. De werkgever en diens be drijf, svereeniging speelt het heelemaal voor hem klaar en zonder anderscheid des persoons, zonder anderscheid van loon, zonder onderscheid van arbeids duur en zonder onderscheid van totale premiebetaling (door den werkgever) 'komt den man Groenevelds verzorgings- soinimetje toe. Alleen, in het bestuur van de bedrijfs- vereeniiging, aan welke de werkgever zon der eenige medewerking of medekennis van den arbeid betaalt, zitten een paar arbeidersdéputé's, hooge ooimes uit de arbeidersbeweging. Hier is vervlakking. De arbeider wordt hier één inde massa; zulke verzekeringswetgeving, ge worden sociale voorziening, helpt be vorderen de gedachte, dat een arbeider zonder zijn organisatie niet meetelt; zij verloochent in feite, dat het mogelijk zal zijn, dat de individueele werkman van zijn arbeid etc. leven kunne, ook nog in zijn oude dagen. Of het dan niet goed is, dat er door de verzekeringswetgeving kapitaal ge vormd worde voor de arbeidende klasse, zooals de heer Colijn het noemlde in zijn rede: „Geen Repristinatie", uitge sproken voor de Chr. Werkg.-Vereen, op 15 Juni j .1. Zeer zeker, maar even goed als de werkgever, ondanks de waar deering voor zijn organisatie, er tuk pp is de eigen zelfstandigheid te bewaren voor zijn eigen bedrijf, evengoed is het aangewezen, dat de arbeider niet ver loren ga in de massa en dat zijn pro fijt van dat kapitaal ook afhankelijk zij van de mate zijner prestaties. De vervlakking leidt tot rPassavorming, de mlassavorming voert tot klassen-in deeling, de klassen-indeellng voert naar klassenstrijd. Geen wonder, dat de sociaal-democra- ten in hel algemeen de eenheidsrente vragen, 't Is hun ten slotte onverschillig wie de premie betaalt, zelfs of er wel premie betaald wordt. Zij eischen ten slotte het Staatspensioen, zij eischen de rente op afrekening van de rest. Vrijzinnig-democraten en, zoo ze al rente vragen, andere vrijzinnigen, loven het denkbeeld van eenheidsrente, omdat zij den Staat als groot-Verzorger willen doen opireuvT tegenover sociale mis deeldheid omdat zij de Zölfstanui-'Ilêm van het maatschappelijk leven hiel in het oog wenschen te houden en daardoor ook de zelfstandigheid van den werk man verwaarloozen. Zij neigen tot Staats armenzorg en vernederen den oud-gewor den arbeider tot. Staats-bedeelde. Diat de Rooimöch-Kathbliefce Minister ■van Arbeid hiervan onkundig zou zij'n, kan en raag niemand ook maar in de verste verte veronderstellen. "Wel is de veronderstelling mogelijk, dat het begrip solidariteit, dat onder de Boomlschen zoo zij handelen over maatschappelijke verhoudingen -r- op geld doet, (natuurlijk andere bedoeld dan door den strijdenden socialist) en ook de kijk van den Roomische op onze gansche samenleving en op het godsdienstig leven tot andere waardeering van den zelfstan- leven in het land van poëzie, zonneschijn en liefde. Wie^ heeft gelijk, de hoopvol gestemde jongeling, voor wien het leven is om- kransd met duizend rozen, of wel de nuchtere cynicus, die zegt, dat de wereld donker is als het graf en dat de beloften des levens eT èiechts zijn om ons te be spotten? Dien namiddag gingen Steven en ik op weg naa.r Bloemfontein, het huis van kolonel Tempest. HOOFDSTUK IV. Een jonge liefdedroom. Bloemfontein lag twee mijlen verder van mijn huis af dan Edgcumbe Hall; het behoorde ook tot een andere gemeente en stond in geen enkel verband met de kioine stad Witney. Zoo kwam het denk ik ,dat ik maiar weinig af wist van kolo nel Tempest en zijn huisgezin. Ik had gehoord, dat- deze gepensioneerde officier volstrekt niet rijk was, maar zeer trotsch. De familie Tempest was zeer oud en had hooge connecties. Daarom was de kolonel zeer kieskeurig in zijn omgang en be handelde hu allen, die naar hij meende, beneden hem .stonden, zeer uit de hoogte. Ik begreep dus heel goed Lukas Edg cumbe s opmerking, dat alleen eigenbe lang oorzaak was, dat de beide families bevriend waren. Ik wist ook, dat de groote jamfabrikant, ofschoon hij openlijk spot te met adeldom en goede afkomst, zeer verlangend was een plaats onder de def tige families van het graafschap in te nemen. En alleen zijn vermaarde rijkdom kon hem de positie verschaffen, die hij wensehte. Toen wij het huis naderden, hoorden wij .vrooljjke uitroepen en bij het glad gemaaide .grasveld gekomen, zagen wij een troepje jongelui, dat zoo vroolijk en gelukkig scheen, als men maar wenschen kon. Kolonel Tempest kwam ons tegemoet en begroette ons met een zekere bruuske hartelijkheid; vooral tegen Steven was hij bizonder innemend, die trouwens spoedig een algemeene favoriet werd. Dit was niet te verwonderen, want Steven was een jongen, die overal waar hij kwam, opviel door zijn knappe verschijning, zijn gezonden humor en natuurlijke opgewekt heid, zijn lenigheid .en vlugheid bij het spel. Kort na onze aankomst hield kolonel Tempest een gesprek met een dame van middelbaren leeftijd, dat ik wel moest hooren, daar ik vlak bij hen zat. Hij scheen echter mijn tegenwoordigheid te zijn vergeten. „Ja", hoorde ik hem zeggen, „hij is een neef van Edgcumbe, dien jamkoning. Zijn vader was predikant, ik geloof bij de Vrije kerk". „Hoe is 'tmogelijk! Hij ziet er uit, als of hij een directe afstammeling van Wil lem den Veroveraar was". „Zoo is het echter, maar zijn moeder was een Tempel van Elin Manor. Die fa milie heeft zich er sterk tegen verzet, maar zij zou en wou met Edgcumbe trou wen. Zij stierf, toen deze jongen geboren is. De Edgcumbes zijn een achtenswaardi ge familie, weet je. Kwakers, geloof ik, die later overgingen naiar de 'Vrije Kerk. Zij gingen werkelijk met heel goede fa milies om". „Maar de zoon van een dominee, Re ginald I" „Wfij moeten beleefd zijn, Maria. Hij heeft Rudolf Hussey's leven gisteren ge red en naar alle waarschijnlijkheid krijgt hij Lukas Edgcumbe's millioenen". „Ja", zuchtte de dame, „hij is heusch knap. Men zou hem overal voor een aristocraat houden". „Tempel-bloed, lieve, Tempel-bloed", zei, de kolonel waardig. „Waar is Isabella?" „Zij speelt tennis met heip, Kijk, zij spelen tegen Rudolf Hussey en Laura. Hfj speelt goed, vind je niet? Ik dacht niet, dat de menschen van de Vrije Kerk aan zulke dingen deden". „O, daar zijn tegenwoordig heel fat soenlijke menschen bij die lid van het Parlement worden en zulke dingen meer. Zie je, ,de universiteiten zijn voor hen open gesteld; niet dat ik het daar mee eens ben, maar men moet de dingen nemen, zooals .ze zijn. Kijk, de jonge Edgcumbe en Isabella hebben het gewon nen. Zij zijn een knap paar, niet?" De kolonel was het gewone type van een gepensioneerden officier, met een dikke, grijze snor, kort geknipt haar, een VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG Abonnementsprijs: Per 3 maanden, franco per post. f 3. Losse nummerst 0.05 Prijs der Advertentiën: 14 regels f 1.20, elke regel meer 30 et Bij abonnement belangrijke korting. kaarsrechte houding en een luide stem. Hij stond op en ging heen. Ik bleef zitten en sloeg de spelers gade. Isabella Tempest, de partner van Ste ven in het spel, was ongeveer achttien' jaar en beloofde een van de schoonheden in ons graafschap te worden. Zij was nu reeds tot volle ontwikkeling gekomen en had ook wel twee- of drie en twintig kunnen zijn. Dieze vroege rijpheid maakte haar echter niet minder aantrekkelijk. Zij had groote, kwijnende, bruine oogen, roo- de lippen, een kleine ronde kin en een ftissche blanke tint. Van de andere spelers van dien mid dag herinner ik mij niets dat de moeite waard is mee te deelen, behalve, dat de jonge Hussey Steven met jaloersche blik ken aanzag. Tegen het einde van den middag wer den de jongelui meer kameraadschappe lijk met mij en langzamerhand raakte ik ook in gesprek met Isabella Tempest. Steven en zij hadden elk ander paar bij het tennissen verslagen .en elk spel ge makkelijk gewonnen. Dientengevolge was zij zeer opgeruimd en geneigd tot ver trouwelijkheid. „Ik vind uw vriend eenigf', zei zij: te lgen mij, „eenvoudig eenig". „Ik was het van harte met haar eens. „En hij is zoo onvormelijk. Hij wil er niet van hooren, dat hij Rudolf Hussey gisteren het leven heeft gered en hij bloos de toen ik er over sprak. Het is een aar dige jongen". (Wordt vervolgd.) t

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1923 | | pagina 1