DE ZEEUW
Uit ile Pers.
Blnneilaml.
Met Cesar Gezelle te Yper.
Uit de Provincie.
TWEEDE BLAD.
Kerknieuws
FEUILLETON.
toenmaligen Engelschen gezant, dan zal
het Nederlandsche Volk alle reden heb
ben om Wilhelmina van Oranje op één
lijn te stellen met Willem van Oranje,,
dien edelen figuur, die, den preciezen
zijnor dagen misschien wat al te ruim, de
leidstar is geweest eener wakkere natie,
de grondlegger van den Nederlandsclien
Staal, den Vader dos Vaderland, die Neer
land heeft gered.
In 't algemeen heeft men naar Bijbelsch
vermaan zich te stellen met innigen dank
aan God voor al de talrijke zegeningen,
die Hij mildelijk te allen dagen ons toe
zendt, wanneer de overheid wèl regeert,
inzonderheid is er reden toe, nu aan,
't hoofd der Regeering staat de edele af
stammelinge van Gaspar de Coligny, het
slachtoffer van den Bartholomeusnacht;
God vreezende, zacht en fier, begaafd met
geniaal verstand en sterken wil, altijd,
vooral toen oorlogsgevaar de grenzen be
dreigde, bewonderenswaardig tegen haar
zware taak opgewassen, zoowel bij de
opvoeding van haar Kind als bij de lei
ding der natie, de Nederlanders verma
nende met en naar het woord van Hare
Koninklijke Moeder, om groot te zijn in
alles waarin ook een klein volk groot
kan zijn. J til
Men bedenke zich dus wel, wanneer
men zijn houding bepale. Men verzuime
niet te bedenken, dat afzijdige houding
ten dezen is spelen in de kaart van do
revolutionaire leiders. En wat de Revolu
tiemannen konden bewerkstelligen, leert
een wegstervend Europa, leeren vele lan
den ons ten waarschuwend voorbeeld.
De twaalfde provincie.
Daar wordt natuurlijk de a.s. nieuwe
Zuiderzeeprovincie mee bedoeld, waar
over in de Tweede Kamer weer eens is
gesproken.
„De Standaard" driestart er over
De Kamer verrast soms door een lichte
grilligheid. Onderwerpen, waarover breed
debat te verwachten viel de eigen
examens der Kweekscholen b.v.« p'as-
peeren dikwerf don Voorzittershamer, zon
der dat er een woord over geuit wordt;
en dan weer grijpt het omgekeerde plaats.
Zoo deze week bij de begrooting van het
Zuiderzeefonds.
Het scheen haast wel, of men bezig
was, het wetsontwerp' tot drooglegging
der Zuiderzee te behandelen.
De man, die den knup'pel in het hoen
derhok wierp, was de heer Van Gijn.
Hij ziet gelijk menig ander den
financieelen toestand donker in, en heeft
dus uit dien hoofde bezwaar tegen een
snelle afwerking van het groote werk,
aangezien die snelle afwerking groote
jaarlijfcsche uitgaven vordert. Afwerking
in langzaam tempo kost per jaar veel min
der, maar drijft daarentegen het eind
cijfer der kosten weer heel erg op', om
dat men dan gedurende een lange reeks
van jaren den rentelast van het uitgege
ven bedrag moet tellen bij de sommen,
die verwerkt worden. Waai- dan geen
inkomsten tegenover staan. Daarom
wenschle hij den voortgang van het groote
Werk stop te zetten en een stuk van
de Zuiderzee de Wieringermeer
afzonderlijk droog te leggen.
In die gedachte was veel dat aantrok.
D'e productiviteit van een werk is te
grooter, naarmate het tijdstip', waarop de
productie intreedt, dichterbij' ligt. En om
gekeerd. Bovendien lachte ook ons toe
de vermeerderde werkgelegenheid, die de
drooglegging van 18000 H.A.. op1 be
trekkelijk korten termijn zou geven. Imi-
mers, wanneer die plas leeggemalen is,
komt er voor duizenden handen werk.
Tochten en slooten graven; wegaanleg en
bruggenbouw; kerken en scholen; boer
derijen en andere woningen; bouwmate
riaal en vervoer ervan.
Om van de verruiming van arbeid door
de bebouwing der gronden maar niet te
spreken.
Het beeld wa,s wol verlokkend.
Rjij, het debat kwamen evenwel be
zwaren aan het licht, die er toe noop
ten het denkbeeld puij's te geven. En zoo
bleef dan het dilemma: langzaam afwer
ken met hoog eindcijfer der kosten en
verschuiving van het tijdstip; waarop de
droog te leggen gronden beschikbaar ko
men, óf afwerken in snel tempo, wat ech
ter de beschikbaarstelling meebrengt van
jaarlij'ksche som'men, die er niet zijn.
Toch js het debat niet nutteloos.
Er was vrij algemeenc drang naar snel
afwerken, en de hoop- daarop behoeft niet
te worden prijsgegeven, waar de Minister
meedeelde, middelen in beraad te hebben
om de financieering van zulk een snollo
afwerking te doen geschieden buiten
de Staatskas om.
Vooral indien dan ook nog uitvoerbaar
bleek de afzonderlijke drooglegging van
bepaalde gedeelten, gelijktijdig met het
werken aan den grootcn afsluitdijk.
Het was geen lichtbundel, maar wel
een straaltje. Voor onze boeren, vooir ge
zonde werkverschaffing, voor de toene
ming van eigen voortbrenging.
Indien de Minister slaagt, heeft hij1 groo
ter aanspraak op een serenade, dan do
voorganger, die er indertijd een kreeg, voor
het genomen besluit omi een .ander werk
uit te voeren, over welks waarde de mee
ningen nu verdeeld zijn.
Treurige advertentie.
Een onnoozel kleine annonce. Van twee
regels. Weinig opvallend tusschen al de
andere. Maar sprekend van een vreese-
lijke realiteit.
In het „Leeuwarder Nieuwsblad". Te
weten:
„Gevraagd een nette vriendin,oud 15
jaar, (gi e e n geloof. Brieven ënz."
Let op wat ik spatieer. Geen geloof!
Een meisje, ook' van omstreeks dien 'leef
tijd, naar alle waarschijnlijkheid althans,
zonder geloof, vraagt oen 15-jarige
vriendin, zonder geloof
Veel woorden zijn hierbij 'niet meer noo-
dig. Ds Knap heeft laatst gezegd, dat ons
land bezig is terug to zinken in een soort
modern heidendom. Hier toomt een kind
van 15 jaar, dat het nog erger is. Een
heiden heeft nog een geloof, in zekeren
zin. Maar hier wordt als voorwaarde ge
steld: .geen geloof!
Wiat eon taak is weggelegd voor 3en
belijder van den Christus!
De indruk van een Fransch
senator over Nederland.
In de „Information" publiceert de se
nator Lazare Weiier een artikel, waarin
van een bezoek, door hem onlangs aan
Nederland gebracht, wordt verhaald. Hij
verklaart zeer gerustgesteld te zijn ten
aanzien van de gevoelens der Nederlan
ders jegens Frankrijk, die men hem in
zeer zwarte kleuren had geschilderd. De
Nederlanders beklaagden zich wel over
clen huidigen staat van zaken, maar, zegt
de heer Weiler, de zorg voor waarheid en
recht overheerscht bij dit bezonnen volk.
Ik heb ervaren, aldus de schrijver, dat al
len volkomen vertrouwen stellen in de
edelmoedigheid, die wij tegenover onze vij
anden hebben gebezigd (1) en overtuigd zijn
van de kwade trouw, die dezen voortdu
rend sedert vijf jaar hebben betoond om
aan hun verplichtingen te ontkomen.
De heer Weiler maakt verder gewag van
de geestdriftige ontvangst, te 's-Graven-
hage aan de muziek der „Garde républi-
caine" ten deel gevallen, welke ontvangst,
zegt hij, zich vooral richtte tot het ener
gieke Frankrijk, dat aan den Rijn zoo
flink en zoo verstandig zijn levenskracht
toont, door den oorlog vernieuwd. Hij
prijst de intelligente activiteit van Charles
I3onoist bij het tot elkaar brengen vanl
beide landen en voorspelt, dat deze uit
stekende gezant niet lang te 's-Graven-
hage zal blijven, want de regeering zal
zijn groote talenten elders willen benutten.
Drentse he landbouwers naar
'F r a n k r ij k.
Te Assen werd een bespreking gehou
den tusschen den Franschen consul te
Zwolle en voorzitter en secretaris van het
Drentsch Landbouw Genootschap, waarbij
tegenwoordig was de heer Commissaris
der Koningin in Drente. De bespreking liep
ww—M—w—Mmmm—t»
VAN
ZATERDAG 12 MEI 1923. No. 186
Bidt God.
Een Russisch spreekwoord - luistert - zegt
Eer gij uw huis verlaat,
Zoo bid.God Eenmaal, maar oprecht
Opdat Hij met u gaat.
Maar eer gij u begeeft ter zee
Bid Tweemaal tot den Heer
Opdat geen onheil, ramp of wee
U op de waat'ren deer'.
Maar eer ge gaat naar 't Echtaltaar
Kniel Driemaal biddend neer
Opdat uw echt met hem of baai-
Mag strekken tot Gods oer.
Wie naar dit Russisch spreekwoord doet
Beklaagt zich zeker niet,
Want bidden, ptat is altijd goed
Als 't met bet hart geschiedt.
1898 SEPTEMBER 1923.
In vele plaatsen van ons land heeft
men zich reeds opgemaakt om inzame
lingen te houden teneinde uit de op
brengst een en ander te kunnen verrich
ten dat in verband te brengen is met het
a.s. zilveren regceringsjubileum van onze
geëerbiedigde, beminde en gcliofdo
Vorstinne.
De Zeeuwen brengen een Zeeuwscli
huldeblijk. Maar ook offeren de Zeeuwen
groot en klein, jong en oud, arm en rijk
in meerdere of in mindere ma'te aan een
Nationaal Huldeblijk, liet geschenk van
het Nederlandsche Volk.
Wat het is, .dat geschenk?
Och, eenvoudig het herstel van de om
geving van 'het graf der Vaadren onzer
Koningin. Anders niet. Niets voor Hare
Majesteit zelve, die met de grootst mo
gelijke soberheid door het leven gaat en
ongaarne ziet, dat haar Volk .in deze
rampspoedige tijden veel geld uitgeeft voor
allerlei feestbetoon.
Helaas zijn er ook, die den Christen-
naam willen dragen en niet 'n kleine
bijdrage brengen aan het restauratieplan
van 't koor der Nieuwe kerk te Delft.
Dat is te betreuren. Wij willen niet den
ken, dat zij alle dankbaarheid, die waar
lijk gepast is, uit lmn hart hebben ge
bannen.
Zij zullen toch niet vergeten zijn liet
oogenblik, dat de groote mogendheden
van Europa tegen elkaar ten strijde trok
ken en bij iederen Nederlander letterlijk
de vraag rees: wat zal er van ons Vader
land worden. Immers men gevoelde al
gemeen, dat Nederland groote kans beliep
in den strijd te worden betrokken.
Maar in de eerste dagen van Aug. '14
fluisterde men, dat onze geëerbiedigde
Koningin onvoorwaardelijk tegen
deelneming aan den oorlog gekeerd was.
In '1911, het droge jaar, zijn vele plaat
sen in ons land door zware branden ge
troffen; o.a. brandden in een dorp aan'
de Waal alle huizen langs den dijk van
't eene naar 't andore einde af. Doch mid
den in was een huis blijven staan, on
gedeerd. De vrouw, de bewoonster van
dit huis, wilde het niet verlaten, zij bleef
biddende, verzekerd hiervan, dat haar
woning door God zou gespaard blijven.
In de landenhuizen van Europa woedde
in 1914 tot 1918 een vreeselijke brand.
Een woning Nederland bleef ge
spaard, een vrouw bleef biddende, ver
zekerd van de bewarende macht Gods.
Welk een voorrecht, welk een zegenI
Voor zoover het menschelijk werk was
dat ons buiten den oorlog heeft gehou
den, is het te danken aan Hare Majesteit
de Koningin en hare raadslieden. Doch
vooral onze Koningin,
Wanneer te eeniger tijd volledig bekend
zal raken wat in het begin van den oor
log na afloop van een regeeringsraad,
die 24 u r e n geduurd had besproken
werd tusschen Hare Majesteit en den
Onder1 dit kopje schrijft „Kruisheer"
Linnebank uit Uden een en ander in „I-Iet
Centrum" naar aanleiding van zijn bezoek
aan deze vermaarde, oude, totaal stuk
geschoten stad, bij ons Ype'r'en geheeten,
omtrent welke wij reeds vroeger iets schre
ven; eenige gedeelten drukken wij hier
onder1 af. Men zal er uit zien, dat de stad
feeds weer bezig is uit haar asch te ver
rijzen, ofschoon haar oudheden, o.a. de
beroemde lakenhal, dat kunstgewrocht uit
de middeleeuwen, onherstelbaar verloven
blijft.
De schrijver bracht eerst een bezoek
aan Pastoor Rector Oesar Gezelle, neef
van den ook ten onzent bekenden en be
minden dichter Guido Gezelle. De stad
m 1 ^pelr 'n het Vlaamsch, wij, Noord-
Nederlanders zeggen Yperen.
vroeger was Yperen, na Brugge, het
gaafste pfonkje van Wiest-Vlaanderen,
een stadje van adel en een monumen
tale gedachtenis van de rijke middel
eeuwen. Yperen was één museum. Het
bestond al van de elfde eeuw en geraakte
tot bloei door haar lakenhandelaars, die er
heerschten en deden als koningen. Ze
bouwden er een paleis, de Lakenhal, het
grootste gothische gebouw van België.
Het besloeg 'een oppervlakte van 5000
vierkante meter; hoofdgevel en zijgevels
wa'Pen ,360 meteir lang; in het midden,
boven op het dak, slond, onverzettelijk
vierkant, de Bclforttoren en stak zijn vijf
spitse punten 230 voet hoog, gloirieërend
in de lucht. Honderd jaar heeft men er
aan gebouwd, te beginnen met Boudewijn
IX, graaf van Vlaanderen, in 1200. In
de wereldscüe beslommeringen en weelde
hadden de Yper'sehe wevers en handels
lui het geestelijke niet vergeten. Achter
de halle stichtten zij' den Dom van Sint'
Maarten. Een kathedraal van honderd
meter lengte en vijftig meter breedte.
Binnen-in vloeide, rustig als een meer,
het licht onder de blanke bogen, langs
een schat van schilderijen en beelden.
Deze Godshal en de Lakenhal konden
als de verbeelding gelden van ziel-en-
lichaam van het middeleeuwsche Yper.
Naast de Kathedraal, aan de noordkant,
leidde de kloostergang naar de Arme
Klnrissen. 'fr»Was ©en kostbaar- overblijf
sel van de vroegere abdij der Augustijnen
van Sint Maartens, door Paus Paschalis
in 1102 reeds gesticht. Merkwaardighe
den waren verder de drie overige paro
chiekerken: Sint Pieter, Sint Jacob en
Srnt Niklaas; de Vleeschhal, de Post, het
Belle-gasthuis, het Museum der Merghe-
lynck's; en héél de stad dóór", prijkten
er antieke gevels. Yper had twintigdui
zend inwoners: werklui en edellieden, bur
germans en officieren, ambtenaars en leer
aars; 'n marktveld van 'n bunder, stads
wallen met beroemd geboomte, vergezich
ten op groene weiden, witte plassen en
op den wand van den Kemmelberg. Yperen
heeft maanden lang de volle laag gekre
gen van de vliegmachines en de kanonnen.
Het lag, driehoeksgewijze, met 'n punt in
de Duitsche linies, zoodat 't beschoten
wera 'van drie kanten. „Ge zit hier mid
den in het Vlaamsche front", zei de gast
heer aan tafel. Had ons stadje maar
„bachten de kuppe" gelegen. Dis „kuppe"
of de kuip, de kuip met water zoo
noemden de West-Vlaamsche soldaten de
overstr coming, die, in October 1914, den
Duitschen opmarsch stuitte en België red
de van ©en algeheele bezetting. De plas
was uren breed en op sommige plaatsen
drie meter diep. Bij vloed waren de zee
sluizen van Veurne opengezet; de zee
holde over de landen; bij' ebbe gingen ze
weer dicht, viermaal werd dit spel her
haald, toen was het doel befeikt: een
strook land van twintig, vijf en twintig
kilometer breedte was in veiligheid Voor
den vijand. De vlaamsch© sluiswachter,
Karei Cogghe, di© in deze dagen de zee
en den Yzer commandeerde, verdient in
Nieuwpcort, Veurne, of Poperinghe een
bronzen vereeuwiging uit een vernageld
kanon of een gesmolten Wilhelm. 'tLief
vaderland mocht rustig zijn, trouw stond
en sterk cl© sluiswacht aan zee. Zalig de
stadjes en dorpen „bachten de kuppe".
Yperen, tot z'n ongeluk, lag er voor. Dut
was de dood van Yperen!
Hoe zou de boel er uitzien? Morgen
zouden we het lijk gaan schouwen.
In de 'Btuersstraat, door ©en aankomend
parkje gescheiden van het station, be
vinden zich klooster en pensionnaat Van
over de vraag o! wellicht emigratie van
landbouwers en landarbeiders uit Drente
naar Frankrijk mogelijk ware. In de later
gehouden vergadering van het hoofdbe
stuur van het Drentsch Landbouw Ge
nootschap kwam men tot de conclusie,
dat men zich met de emigratie van land
arbeiders niet had te bemoeien, doch dit
aan de besturen der landarbeidersbonden
te moeten overlaten. Wel kon omtrent
emigratie van landbouwers nader worden
geïnformeerd.
Omtrent emigratie van landarbeiders is
op initiatief van den. Commissaris der
Koningin in Drente op het gouvernement
te Assen een conferentie gehouden tus
schen hoofdbestuurders der drie vakbon
den van landarbeiders en den Franschen
consul. Daarbij had men vooral ook op
het oog de overbevolking met veen- en
landarbeiders van Zuid-Oost-Drente, waar
emigratie het eenige afdoende middel lijkt
om de werkloosheid te doen verminderen.
Als bezwaren tegen de emigratie naar
Frankrijk golden vooral de taal en voor de
Clir. en R.-K. bonden de gelegenheid om
geregeld ter godsdienstoefening te gaan
bij een Ncderlandsch sprekenden voorgan
ger. Het eerste bezwaar ware te vermin
deren door de arbeiders in groepen bijeen
te houden en van een tolk te voorzien in
den eersten tijd, opdat men ook zijn wen-
schen en grieven behoorlijk kenbaar zou
kunnen maken als 't noodig was en aan
het tweede bezwaar kon wellicht voor een
deel worden tegemoet gekomen door rond
trekkende geestelijken, waartoe de Fran-
sche regeering reeds pogingen doet.
De zaak zal nader worden onderzocht
en zoo mogelijk voorbereid.
St. Laurens. Donderdagavond hield de
A.-R. Kiesvereeniging „Nederland en
Oranje" een openbare vergadering waarin
de heer J. W. van 't Hoff optrad met
het onderwerp: „De a.s. Gemeenteraads
verkiezing".
Spreker begon met er op te wijzen,
dat er nog altijd te veel personen zijn,
die zeggen, dat godsdienst en politiek
niets met elkaar te maken hebben, dat
Christenen niet aan politiek moeten doen.
Aan do hand van de Heilig© Schrift wees
spr. op het verkeerde van dit standpunt
en stelde er tegenover, dat juist een Chris
ten aan politiek moet doen, omdat een
hart, dat zich heeft overgegeven tot de-n
dienst van God, geen enkel terrein van
het leven aan dien heiligen dienst kan
onttrekken. In verband hiermede wees
hij ook op de fout van velen, die zeggen,
dat het bij een Tweede Kamer- en Prov
Statenverkiezing wel, bij een Gemeente
raadsverkiezing geen strijd om het begin
sel zo'u zijn. Evengoed als de Overheid
des lands, heeft de Overheid eener ge
meente zich te schikken naar den eisch
van Gods Woord.
Omdat het óók om de personen gaat,
ried spr. aan mannen te kiezen die in
staat zijn de belangen van de gemeente
te behartigen.
De a.s. gemeenteraadsverkiezing stelde
spr. in het teeken van ernst en verant
woordelijkheid. Ernst om der tijden nood,
verantwoordelijkheid om de moeilijkheden,
waarvoor thans elke plaatselijke overheid
staat, en die alleen tot oplossing kunnen
worden gebracht wanneer de mannen, die
gekozen worden, hunne verantwoordelijk
heid diep beseffen en zich niet alleen
tegenover de menschen, maar in de eerste
plaats tegenover God verantwoordelijk
voelen voor de taak, welke zij op zich
nemen.
Aan de hand van art. 36 onzer Geloofs
belijdenis behandelde spr. de taak van
de Overheid en die van de onderdanen
Van de Overheid, dat ze regeeren moet,
vooral in dezen tijd, een regeeren, dat
echter niet moet bestaan in het de in
gezetenen moeilijk te maken of hen in
hunne persoonlijke vrijheden aan te tas
ten, doch een regeeren om de ongebon
denheid der menschen te bedwingen.
Van de onderdanen, dat zij de Over
heid gehoorzaam moeten zijn en niet mor
rend, doch zooals Pa'ulus het zegt, ge
willig, als een heilige verplichting, zich
de Zusters van do H. Familie, waarvan
Gezelle de geestelijke bestuurder is. Te
vens beeft hij den post van godsdienst
leeraar aan de H.B.S. Vandaar begon de
ingang van de Sint Maarten.
Men was druk bezig mot de herstelling
der Kathedraal onder leiding yan den
jeugdigen bouwmeester Van de Kerck-
hove op bevel van den Staat, en hoopt
in vier jaar klaar te zijn.
En de gastheer zeide:
Ze zeggen: Duitschland betaalt 't al.
'tls billijk, dat ze vernieuwen hetgeen ze
verwoest hebben, in zooverre dit mogelijk
is. Want gindsche hallo, bijvoorbeeld, de
Lakenhalle, di©' is niet meer te helpen.
Met al de stammen van 'Duitschland nog
niet. Dat blijft een puinhuis. De halve
zuilen blijven staan; de verminkte ver
sierselen worden opgestapeld; de ruïne
wordt gefatsoeneerd; we Inrijgen een
Vlaamsch Pompei' en ©en tentoonstelling
van moderne beschavingspractijken.
Juist reed een water-tuf voorbij.
Zie, zoo wordt de stad van water voor
zien. JVant het is ons verboden om van
onze bronnen of pompen ,te drinken. De
heel© bodem is vergiftigd door de kwade
gassen en de overblijfselen van gestorven
menschen en dieTen. Di'r is nergens meer
een boem te zien. D© beste bouwgrond
van het omliggend land was onbruikbaar
voor .onze beieren. De boerenbond Van
Leuven heeft den bodem geëffend en ge
zuiverd. Toch sterven soms nog de vruch
ten van het gif, dat in de diepte zit.
We stoften verder over .het bruin-gel©
aan de verordeningen onderwerpen en de
schatting betalen.
Verder werden besproken de eischen
welke aan een burgemeester en de wet
houders moeten worden gesteld en werd
gewezen op de veelomvattende laak van
het college van B. en W. Als voorbeeld
werd o.a. genoemd de vele aangelegen
heden, welke dit college inzake do On
derwijswet te behandelen heeft.
Ook zette spr. nog eens duidelijk uiteen
liet zuiver Anti-Revolutionair standpunt
ten opzichte van het Openbaar en het
Christelijk onderwijs en bestreed de ver
keerde meening, dat een A.-R. raadslid
meer moet opkomen voor de belangen
va.n het Christelijk, dan voor die van het
Openbaar onderwijs. Aangetoond werd het
verkeerde van deze meening oindat een
A.-R. gemeenteraadslid evengoed als een
ander, op grond van de spreuk, die ook
do A.-R. onderschrijven: Gelijk recht voor
allen, de belangen van beide op voet
van gelijkheid heeft te behandelen, on
danks dat elk rechtgeaard Anti-Rev. vol
gens zijn beginsel een warm voorstander
is van Christelijk onderwijs.
Aan de hand van Art. 10 van ons
Program van beginselen handelde spr.
over het Anti-Rev. standpunt, dat het ge
meentelijk zePcesluur door decentralisatie
meer tot haar recht moet komen. Tegen
over de liberale leer van Thorbecke
de voorkeur gevende aan een algemeene
rijksregeling stelde Groen van Prinste-
rer dan ook den eisch om de gemeente
lijke regeling voorop te doen gaan.
Handelende over den oorsprong en het
wezen eener gemeente wees spr. op de
leiding Gods in de geschiedenis, dat do
Overheid niet moet indeelen, maar de
doelen, welke in den loop der tijden
zijn ontstaan en gegroeid, heeft te be
schermen. Overeenkomstig deze begin
selen kwam spr. op tegen onnoodige sa
menvoeging van gemeenten, en wees er op
dat 'de anti-rev. p'artiji, voorop stelde sa
menwerking van gemeenten, indien de
enkele gemeente haar taak om financieele
of andere redenen, niet genoegzaam zou
kunnen uitvoeren.
Bij de bevoegdheden van den Raad
behandelde spr. ook enkele aangelegenhe
den, welke door de A.-R. raadsfractie
in de bijna afgeloopcn zittingsperiode in
den Raad zijn voorgesteld en verdedigd,
o.a. de verordening op de plaatselijke
politie, in zake het drankmisbruik en de
verandering in het belastingstelsel. Ten
slotte wees spr. nog op de andere inge
diende candidatenlijist. Over de personen
wilde hij niet spreken, maar wel over het
s ontstaan en de indiening van de lijst.
Deze lijst is n.l. ee/n accoord tusschen
Rechts en Links.
Zij, die deze lijst hebben ingediend heb
ben te ver uiteenloopende beginselen. Spr.
keurde deze handelingen af. Wil men den
weg der Chr. beginselen op; goed. wij
zullen het zeer toejuichen, maar dan o.ik
door middel van organisatie onder een
Christelijke banier opgetrokken.
In de toekomst moet al wat Rechts
is in de gemeente door samenwerking
eendrachtelijk strijden en eensgezind op
gaan om to verdedigen de Christelijke
erve, welke onze vaderen ons hebben
nagelaten.
Tegen een derde groen, die zich wel
A.-R. noemt, doch die bezwaren zoeken
om hun stem op de A.-R. candidaten uit
te brengen, zeide spr. dat ze wel heb
ben te bedenken, hoe ze niet voor men
schen, doch voor God rekens hai heb'en
af te leggen, hoe ze in deze de hun op
gelegde taak zullen volbrengen. Met een
krachtigen oproep tot steun aan onze lijst
eindigt spr. zijn leerzame rede.
Van de gelegenheid tot het stellen van
vragen werd door een zestal aarnwzi en
gebruik gemaakt. Allen werden naar ge
noegen beantwoord. Met psalm '©zang en
dankgebed we'd deze leerzame sa nen-
komst beëindigd. (Niet van onzen gewo
nen correspondent.)
D'S H. Ha sper. Na approbatie der
classis Heerenveen heeft de kerkeraad
van de Geref. Kerk te Oldeboorn op Ver-
marktveld, langs den plattegrond van de
Sint Jacob.
Herstellen ze deze ook?
Ja, van de vier ..parochiekerken i3 ginds
Sint Pieter, herbouwd. Ze was een ge
denkstuk van de elfde eeuw; welnu, ze
is juist zoo schoon als te voren. Als het
van die Lakenhal niet was, zou men kun
nen meenen: Yperen rijst heerlijker dan
vroeger 1
Al pratende en mijmerende waren we
de wallen opgeklommen en kuierden om
het herstellende stadje. De roode daken
bloeiden in den zonneschijn; vroeger
was de hoofdkleur blauw, als ©en lei
de witte wateren van Ziliebeke schitt rden
als splinternieuw tin; in de stadsgracht
duikelden waterhoentjes en wipten devis-
schen; op het Fransch© kerkhof speelden
de merelsontwaking, verrijzenis, nieuw
leven, vrede, opbloei, lente. Eir komt weer
levensmoed in Yper; reeds zijn 12000
vluchtelingen teruggekeerd, 't Vermildert
de stemming, als je ziet, hoe het staats
bestuur den ernstige wil heeft om den
eersten luister aan 't berooide Yper weer
te geven; dat ze duchtig werken in de
verwoeste gewesten, dat al de gouden
marken niet in Brussel blijven hangen,
dat, er meer geschiedt voor West-Vlaan-
deren dan gedenkteekenen onthullen,
kransen neerleggen, redevoeringen houden
en stoeten vormen.
Gevaarlijk© bochten en slangewegjes
ontbreken nog in Nieuw-Yper; van de
wallen steven je naar je woning bijna in
rechte lijn.