DE ZEEUW Uit ile Pers. Blnneilaml. Met Cesar Gezelle te Yper. Uit de Provincie. TWEEDE BLAD. Kerknieuws FEUILLETON. toenmaligen Engelschen gezant, dan zal het Nederlandsche Volk alle reden heb ben om Wilhelmina van Oranje op één lijn te stellen met Willem van Oranje,, dien edelen figuur, die, den preciezen zijnor dagen misschien wat al te ruim, de leidstar is geweest eener wakkere natie, de grondlegger van den Nederlandsclien Staal, den Vader dos Vaderland, die Neer land heeft gered. In 't algemeen heeft men naar Bijbelsch vermaan zich te stellen met innigen dank aan God voor al de talrijke zegeningen, die Hij mildelijk te allen dagen ons toe zendt, wanneer de overheid wèl regeert, inzonderheid is er reden toe, nu aan, 't hoofd der Regeering staat de edele af stammelinge van Gaspar de Coligny, het slachtoffer van den Bartholomeusnacht; God vreezende, zacht en fier, begaafd met geniaal verstand en sterken wil, altijd, vooral toen oorlogsgevaar de grenzen be dreigde, bewonderenswaardig tegen haar zware taak opgewassen, zoowel bij de opvoeding van haar Kind als bij de lei ding der natie, de Nederlanders verma nende met en naar het woord van Hare Koninklijke Moeder, om groot te zijn in alles waarin ook een klein volk groot kan zijn. J til Men bedenke zich dus wel, wanneer men zijn houding bepale. Men verzuime niet te bedenken, dat afzijdige houding ten dezen is spelen in de kaart van do revolutionaire leiders. En wat de Revolu tiemannen konden bewerkstelligen, leert een wegstervend Europa, leeren vele lan den ons ten waarschuwend voorbeeld. De twaalfde provincie. Daar wordt natuurlijk de a.s. nieuwe Zuiderzeeprovincie mee bedoeld, waar over in de Tweede Kamer weer eens is gesproken. „De Standaard" driestart er over De Kamer verrast soms door een lichte grilligheid. Onderwerpen, waarover breed debat te verwachten viel de eigen examens der Kweekscholen b.v.« p'as- peeren dikwerf don Voorzittershamer, zon der dat er een woord over geuit wordt; en dan weer grijpt het omgekeerde plaats. Zoo deze week bij de begrooting van het Zuiderzeefonds. Het scheen haast wel, of men bezig was, het wetsontwerp' tot drooglegging der Zuiderzee te behandelen. De man, die den knup'pel in het hoen derhok wierp, was de heer Van Gijn. Hij ziet gelijk menig ander den financieelen toestand donker in, en heeft dus uit dien hoofde bezwaar tegen een snelle afwerking van het groote werk, aangezien die snelle afwerking groote jaarlijfcsche uitgaven vordert. Afwerking in langzaam tempo kost per jaar veel min der, maar drijft daarentegen het eind cijfer der kosten weer heel erg op', om dat men dan gedurende een lange reeks van jaren den rentelast van het uitgege ven bedrag moet tellen bij de sommen, die verwerkt worden. Waai- dan geen inkomsten tegenover staan. Daarom wenschle hij den voortgang van het groote Werk stop te zetten en een stuk van de Zuiderzee de Wieringermeer afzonderlijk droog te leggen. In die gedachte was veel dat aantrok. D'e productiviteit van een werk is te grooter, naarmate het tijdstip', waarop de productie intreedt, dichterbij' ligt. En om gekeerd. Bovendien lachte ook ons toe de vermeerderde werkgelegenheid, die de drooglegging van 18000 H.A.. op1 be trekkelijk korten termijn zou geven. Imi- mers, wanneer die plas leeggemalen is, komt er voor duizenden handen werk. Tochten en slooten graven; wegaanleg en bruggenbouw; kerken en scholen; boer derijen en andere woningen; bouwmate riaal en vervoer ervan. Om van de verruiming van arbeid door de bebouwing der gronden maar niet te spreken. Het beeld wa,s wol verlokkend. Rjij, het debat kwamen evenwel be zwaren aan het licht, die er toe noop ten het denkbeeld puij's te geven. En zoo bleef dan het dilemma: langzaam afwer ken met hoog eindcijfer der kosten en verschuiving van het tijdstip; waarop de droog te leggen gronden beschikbaar ko men, óf afwerken in snel tempo, wat ech ter de beschikbaarstelling meebrengt van jaarlij'ksche som'men, die er niet zijn. Toch js het debat niet nutteloos. Er was vrij algemeenc drang naar snel afwerken, en de hoop- daarop behoeft niet te worden prijsgegeven, waar de Minister meedeelde, middelen in beraad te hebben om de financieering van zulk een snollo afwerking te doen geschieden buiten de Staatskas om. Vooral indien dan ook nog uitvoerbaar bleek de afzonderlijke drooglegging van bepaalde gedeelten, gelijktijdig met het werken aan den grootcn afsluitdijk. Het was geen lichtbundel, maar wel een straaltje. Voor onze boeren, vooir ge zonde werkverschaffing, voor de toene ming van eigen voortbrenging. Indien de Minister slaagt, heeft hij1 groo ter aanspraak op een serenade, dan do voorganger, die er indertijd een kreeg, voor het genomen besluit omi een .ander werk uit te voeren, over welks waarde de mee ningen nu verdeeld zijn. Treurige advertentie. Een onnoozel kleine annonce. Van twee regels. Weinig opvallend tusschen al de andere. Maar sprekend van een vreese- lijke realiteit. In het „Leeuwarder Nieuwsblad". Te weten: „Gevraagd een nette vriendin,oud 15 jaar, (gi e e n geloof. Brieven ënz." Let op wat ik spatieer. Geen geloof! Een meisje, ook' van omstreeks dien 'leef tijd, naar alle waarschijnlijkheid althans, zonder geloof, vraagt oen 15-jarige vriendin, zonder geloof Veel woorden zijn hierbij 'niet meer noo- dig. Ds Knap heeft laatst gezegd, dat ons land bezig is terug to zinken in een soort modern heidendom. Hier toomt een kind van 15 jaar, dat het nog erger is. Een heiden heeft nog een geloof, in zekeren zin. Maar hier wordt als voorwaarde ge steld: .geen geloof! Wiat eon taak is weggelegd voor 3en belijder van den Christus! De indruk van een Fransch senator over Nederland. In de „Information" publiceert de se nator Lazare Weiier een artikel, waarin van een bezoek, door hem onlangs aan Nederland gebracht, wordt verhaald. Hij verklaart zeer gerustgesteld te zijn ten aanzien van de gevoelens der Nederlan ders jegens Frankrijk, die men hem in zeer zwarte kleuren had geschilderd. De Nederlanders beklaagden zich wel over clen huidigen staat van zaken, maar, zegt de heer Weiler, de zorg voor waarheid en recht overheerscht bij dit bezonnen volk. Ik heb ervaren, aldus de schrijver, dat al len volkomen vertrouwen stellen in de edelmoedigheid, die wij tegenover onze vij anden hebben gebezigd (1) en overtuigd zijn van de kwade trouw, die dezen voortdu rend sedert vijf jaar hebben betoond om aan hun verplichtingen te ontkomen. De heer Weiler maakt verder gewag van de geestdriftige ontvangst, te 's-Graven- hage aan de muziek der „Garde républi- caine" ten deel gevallen, welke ontvangst, zegt hij, zich vooral richtte tot het ener gieke Frankrijk, dat aan den Rijn zoo flink en zoo verstandig zijn levenskracht toont, door den oorlog vernieuwd. Hij prijst de intelligente activiteit van Charles I3onoist bij het tot elkaar brengen vanl beide landen en voorspelt, dat deze uit stekende gezant niet lang te 's-Graven- hage zal blijven, want de regeering zal zijn groote talenten elders willen benutten. Drentse he landbouwers naar 'F r a n k r ij k. Te Assen werd een bespreking gehou den tusschen den Franschen consul te Zwolle en voorzitter en secretaris van het Drentsch Landbouw Genootschap, waarbij tegenwoordig was de heer Commissaris der Koningin in Drente. De bespreking liep ww—M—w—Mmmm—t» VAN ZATERDAG 12 MEI 1923. No. 186 Bidt God. Een Russisch spreekwoord - luistert - zegt Eer gij uw huis verlaat, Zoo bid.God Eenmaal, maar oprecht Opdat Hij met u gaat. Maar eer gij u begeeft ter zee Bid Tweemaal tot den Heer Opdat geen onheil, ramp of wee U op de waat'ren deer'. Maar eer ge gaat naar 't Echtaltaar Kniel Driemaal biddend neer Opdat uw echt met hem of baai- Mag strekken tot Gods oer. Wie naar dit Russisch spreekwoord doet Beklaagt zich zeker niet, Want bidden, ptat is altijd goed Als 't met bet hart geschiedt. 1898 SEPTEMBER 1923. In vele plaatsen van ons land heeft men zich reeds opgemaakt om inzame lingen te houden teneinde uit de op brengst een en ander te kunnen verrich ten dat in verband te brengen is met het a.s. zilveren regceringsjubileum van onze geëerbiedigde, beminde en gcliofdo Vorstinne. De Zeeuwen brengen een Zeeuwscli huldeblijk. Maar ook offeren de Zeeuwen groot en klein, jong en oud, arm en rijk in meerdere of in mindere ma'te aan een Nationaal Huldeblijk, liet geschenk van het Nederlandsche Volk. Wat het is, .dat geschenk? Och, eenvoudig het herstel van de om geving van 'het graf der Vaadren onzer Koningin. Anders niet. Niets voor Hare Majesteit zelve, die met de grootst mo gelijke soberheid door het leven gaat en ongaarne ziet, dat haar Volk .in deze rampspoedige tijden veel geld uitgeeft voor allerlei feestbetoon. Helaas zijn er ook, die den Christen- naam willen dragen en niet 'n kleine bijdrage brengen aan het restauratieplan van 't koor der Nieuwe kerk te Delft. Dat is te betreuren. Wij willen niet den ken, dat zij alle dankbaarheid, die waar lijk gepast is, uit lmn hart hebben ge bannen. Zij zullen toch niet vergeten zijn liet oogenblik, dat de groote mogendheden van Europa tegen elkaar ten strijde trok ken en bij iederen Nederlander letterlijk de vraag rees: wat zal er van ons Vader land worden. Immers men gevoelde al gemeen, dat Nederland groote kans beliep in den strijd te worden betrokken. Maar in de eerste dagen van Aug. '14 fluisterde men, dat onze geëerbiedigde Koningin onvoorwaardelijk tegen deelneming aan den oorlog gekeerd was. In '1911, het droge jaar, zijn vele plaat sen in ons land door zware branden ge troffen; o.a. brandden in een dorp aan' de Waal alle huizen langs den dijk van 't eene naar 't andore einde af. Doch mid den in was een huis blijven staan, on gedeerd. De vrouw, de bewoonster van dit huis, wilde het niet verlaten, zij bleef biddende, verzekerd hiervan, dat haar woning door God zou gespaard blijven. In de landenhuizen van Europa woedde in 1914 tot 1918 een vreeselijke brand. Een woning Nederland bleef ge spaard, een vrouw bleef biddende, ver zekerd van de bewarende macht Gods. Welk een voorrecht, welk een zegenI Voor zoover het menschelijk werk was dat ons buiten den oorlog heeft gehou den, is het te danken aan Hare Majesteit de Koningin en hare raadslieden. Doch vooral onze Koningin, Wanneer te eeniger tijd volledig bekend zal raken wat in het begin van den oor log na afloop van een regeeringsraad, die 24 u r e n geduurd had besproken werd tusschen Hare Majesteit en den Onder1 dit kopje schrijft „Kruisheer" Linnebank uit Uden een en ander in „I-Iet Centrum" naar aanleiding van zijn bezoek aan deze vermaarde, oude, totaal stuk geschoten stad, bij ons Ype'r'en geheeten, omtrent welke wij reeds vroeger iets schre ven; eenige gedeelten drukken wij hier onder1 af. Men zal er uit zien, dat de stad feeds weer bezig is uit haar asch te ver rijzen, ofschoon haar oudheden, o.a. de beroemde lakenhal, dat kunstgewrocht uit de middeleeuwen, onherstelbaar verloven blijft. De schrijver bracht eerst een bezoek aan Pastoor Rector Oesar Gezelle, neef van den ook ten onzent bekenden en be minden dichter Guido Gezelle. De stad m 1 ^pelr 'n het Vlaamsch, wij, Noord- Nederlanders zeggen Yperen. vroeger was Yperen, na Brugge, het gaafste pfonkje van Wiest-Vlaanderen, een stadje van adel en een monumen tale gedachtenis van de rijke middel eeuwen. Yperen was één museum. Het bestond al van de elfde eeuw en geraakte tot bloei door haar lakenhandelaars, die er heerschten en deden als koningen. Ze bouwden er een paleis, de Lakenhal, het grootste gothische gebouw van België. Het besloeg 'een oppervlakte van 5000 vierkante meter; hoofdgevel en zijgevels wa'Pen ,360 meteir lang; in het midden, boven op het dak, slond, onverzettelijk vierkant, de Bclforttoren en stak zijn vijf spitse punten 230 voet hoog, gloirieërend in de lucht. Honderd jaar heeft men er aan gebouwd, te beginnen met Boudewijn IX, graaf van Vlaanderen, in 1200. In de wereldscüe beslommeringen en weelde hadden de Yper'sehe wevers en handels lui het geestelijke niet vergeten. Achter de halle stichtten zij' den Dom van Sint' Maarten. Een kathedraal van honderd meter lengte en vijftig meter breedte. Binnen-in vloeide, rustig als een meer, het licht onder de blanke bogen, langs een schat van schilderijen en beelden. Deze Godshal en de Lakenhal konden als de verbeelding gelden van ziel-en- lichaam van het middeleeuwsche Yper. Naast de Kathedraal, aan de noordkant, leidde de kloostergang naar de Arme Klnrissen. 'fr»Was ©en kostbaar- overblijf sel van de vroegere abdij der Augustijnen van Sint Maartens, door Paus Paschalis in 1102 reeds gesticht. Merkwaardighe den waren verder de drie overige paro chiekerken: Sint Pieter, Sint Jacob en Srnt Niklaas; de Vleeschhal, de Post, het Belle-gasthuis, het Museum der Merghe- lynck's; en héél de stad dóór", prijkten er antieke gevels. Yper had twintigdui zend inwoners: werklui en edellieden, bur germans en officieren, ambtenaars en leer aars; 'n marktveld van 'n bunder, stads wallen met beroemd geboomte, vergezich ten op groene weiden, witte plassen en op den wand van den Kemmelberg. Yperen heeft maanden lang de volle laag gekre gen van de vliegmachines en de kanonnen. Het lag, driehoeksgewijze, met 'n punt in de Duitsche linies, zoodat 't beschoten wera 'van drie kanten. „Ge zit hier mid den in het Vlaamsche front", zei de gast heer aan tafel. Had ons stadje maar „bachten de kuppe" gelegen. Dis „kuppe" of de kuip, de kuip met water zoo noemden de West-Vlaamsche soldaten de overstr coming, die, in October 1914, den Duitschen opmarsch stuitte en België red de van ©en algeheele bezetting. De plas was uren breed en op sommige plaatsen drie meter diep. Bij vloed waren de zee sluizen van Veurne opengezet; de zee holde over de landen; bij' ebbe gingen ze weer dicht, viermaal werd dit spel her haald, toen was het doel befeikt: een strook land van twintig, vijf en twintig kilometer breedte was in veiligheid Voor den vijand. De vlaamsch© sluiswachter, Karei Cogghe, di© in deze dagen de zee en den Yzer commandeerde, verdient in Nieuwpcort, Veurne, of Poperinghe een bronzen vereeuwiging uit een vernageld kanon of een gesmolten Wilhelm. 'tLief vaderland mocht rustig zijn, trouw stond en sterk cl© sluiswacht aan zee. Zalig de stadjes en dorpen „bachten de kuppe". Yperen, tot z'n ongeluk, lag er voor. Dut was de dood van Yperen! Hoe zou de boel er uitzien? Morgen zouden we het lijk gaan schouwen. In de 'Btuersstraat, door ©en aankomend parkje gescheiden van het station, be vinden zich klooster en pensionnaat Van over de vraag o! wellicht emigratie van landbouwers en landarbeiders uit Drente naar Frankrijk mogelijk ware. In de later gehouden vergadering van het hoofdbe stuur van het Drentsch Landbouw Ge nootschap kwam men tot de conclusie, dat men zich met de emigratie van land arbeiders niet had te bemoeien, doch dit aan de besturen der landarbeidersbonden te moeten overlaten. Wel kon omtrent emigratie van landbouwers nader worden geïnformeerd. Omtrent emigratie van landarbeiders is op initiatief van den. Commissaris der Koningin in Drente op het gouvernement te Assen een conferentie gehouden tus schen hoofdbestuurders der drie vakbon den van landarbeiders en den Franschen consul. Daarbij had men vooral ook op het oog de overbevolking met veen- en landarbeiders van Zuid-Oost-Drente, waar emigratie het eenige afdoende middel lijkt om de werkloosheid te doen verminderen. Als bezwaren tegen de emigratie naar Frankrijk golden vooral de taal en voor de Clir. en R.-K. bonden de gelegenheid om geregeld ter godsdienstoefening te gaan bij een Ncderlandsch sprekenden voorgan ger. Het eerste bezwaar ware te vermin deren door de arbeiders in groepen bijeen te houden en van een tolk te voorzien in den eersten tijd, opdat men ook zijn wen- schen en grieven behoorlijk kenbaar zou kunnen maken als 't noodig was en aan het tweede bezwaar kon wellicht voor een deel worden tegemoet gekomen door rond trekkende geestelijken, waartoe de Fran- sche regeering reeds pogingen doet. De zaak zal nader worden onderzocht en zoo mogelijk voorbereid. St. Laurens. Donderdagavond hield de A.-R. Kiesvereeniging „Nederland en Oranje" een openbare vergadering waarin de heer J. W. van 't Hoff optrad met het onderwerp: „De a.s. Gemeenteraads verkiezing". Spreker begon met er op te wijzen, dat er nog altijd te veel personen zijn, die zeggen, dat godsdienst en politiek niets met elkaar te maken hebben, dat Christenen niet aan politiek moeten doen. Aan do hand van de Heilig© Schrift wees spr. op het verkeerde van dit standpunt en stelde er tegenover, dat juist een Chris ten aan politiek moet doen, omdat een hart, dat zich heeft overgegeven tot de-n dienst van God, geen enkel terrein van het leven aan dien heiligen dienst kan onttrekken. In verband hiermede wees hij ook op de fout van velen, die zeggen, dat het bij een Tweede Kamer- en Prov Statenverkiezing wel, bij een Gemeente raadsverkiezing geen strijd om het begin sel zo'u zijn. Evengoed als de Overheid des lands, heeft de Overheid eener ge meente zich te schikken naar den eisch van Gods Woord. Omdat het óók om de personen gaat, ried spr. aan mannen te kiezen die in staat zijn de belangen van de gemeente te behartigen. De a.s. gemeenteraadsverkiezing stelde spr. in het teeken van ernst en verant woordelijkheid. Ernst om der tijden nood, verantwoordelijkheid om de moeilijkheden, waarvoor thans elke plaatselijke overheid staat, en die alleen tot oplossing kunnen worden gebracht wanneer de mannen, die gekozen worden, hunne verantwoordelijk heid diep beseffen en zich niet alleen tegenover de menschen, maar in de eerste plaats tegenover God verantwoordelijk voelen voor de taak, welke zij op zich nemen. Aan de hand van art. 36 onzer Geloofs belijdenis behandelde spr. de taak van de Overheid en die van de onderdanen Van de Overheid, dat ze regeeren moet, vooral in dezen tijd, een regeeren, dat echter niet moet bestaan in het de in gezetenen moeilijk te maken of hen in hunne persoonlijke vrijheden aan te tas ten, doch een regeeren om de ongebon denheid der menschen te bedwingen. Van de onderdanen, dat zij de Over heid gehoorzaam moeten zijn en niet mor rend, doch zooals Pa'ulus het zegt, ge willig, als een heilige verplichting, zich de Zusters van do H. Familie, waarvan Gezelle de geestelijke bestuurder is. Te vens beeft hij den post van godsdienst leeraar aan de H.B.S. Vandaar begon de ingang van de Sint Maarten. Men was druk bezig mot de herstelling der Kathedraal onder leiding yan den jeugdigen bouwmeester Van de Kerck- hove op bevel van den Staat, en hoopt in vier jaar klaar te zijn. En de gastheer zeide: Ze zeggen: Duitschland betaalt 't al. 'tls billijk, dat ze vernieuwen hetgeen ze verwoest hebben, in zooverre dit mogelijk is. Want gindsche hallo, bijvoorbeeld, de Lakenhalle, di©' is niet meer te helpen. Met al de stammen van 'Duitschland nog niet. Dat blijft een puinhuis. De halve zuilen blijven staan; de verminkte ver sierselen worden opgestapeld; de ruïne wordt gefatsoeneerd; we Inrijgen een Vlaamsch Pompei' en ©en tentoonstelling van moderne beschavingspractijken. Juist reed een water-tuf voorbij. Zie, zoo wordt de stad van water voor zien. JVant het is ons verboden om van onze bronnen of pompen ,te drinken. De heel© bodem is vergiftigd door de kwade gassen en de overblijfselen van gestorven menschen en dieTen. Di'r is nergens meer een boem te zien. D© beste bouwgrond van het omliggend land was onbruikbaar voor .onze beieren. De boerenbond Van Leuven heeft den bodem geëffend en ge zuiverd. Toch sterven soms nog de vruch ten van het gif, dat in de diepte zit. We stoften verder over .het bruin-gel© aan de verordeningen onderwerpen en de schatting betalen. Verder werden besproken de eischen welke aan een burgemeester en de wet houders moeten worden gesteld en werd gewezen op de veelomvattende laak van het college van B. en W. Als voorbeeld werd o.a. genoemd de vele aangelegen heden, welke dit college inzake do On derwijswet te behandelen heeft. Ook zette spr. nog eens duidelijk uiteen liet zuiver Anti-Revolutionair standpunt ten opzichte van het Openbaar en het Christelijk onderwijs en bestreed de ver keerde meening, dat een A.-R. raadslid meer moet opkomen voor de belangen va.n het Christelijk, dan voor die van het Openbaar onderwijs. Aangetoond werd het verkeerde van deze meening oindat een A.-R. gemeenteraadslid evengoed als een ander, op grond van de spreuk, die ook do A.-R. onderschrijven: Gelijk recht voor allen, de belangen van beide op voet van gelijkheid heeft te behandelen, on danks dat elk rechtgeaard Anti-Rev. vol gens zijn beginsel een warm voorstander is van Christelijk onderwijs. Aan de hand van Art. 10 van ons Program van beginselen handelde spr. over het Anti-Rev. standpunt, dat het ge meentelijk zePcesluur door decentralisatie meer tot haar recht moet komen. Tegen over de liberale leer van Thorbecke de voorkeur gevende aan een algemeene rijksregeling stelde Groen van Prinste- rer dan ook den eisch om de gemeente lijke regeling voorop te doen gaan. Handelende over den oorsprong en het wezen eener gemeente wees spr. op de leiding Gods in de geschiedenis, dat do Overheid niet moet indeelen, maar de doelen, welke in den loop der tijden zijn ontstaan en gegroeid, heeft te be schermen. Overeenkomstig deze begin selen kwam spr. op tegen onnoodige sa menvoeging van gemeenten, en wees er op dat 'de anti-rev. p'artiji, voorop stelde sa menwerking van gemeenten, indien de enkele gemeente haar taak om financieele of andere redenen, niet genoegzaam zou kunnen uitvoeren. Bij de bevoegdheden van den Raad behandelde spr. ook enkele aangelegenhe den, welke door de A.-R. raadsfractie in de bijna afgeloopcn zittingsperiode in den Raad zijn voorgesteld en verdedigd, o.a. de verordening op de plaatselijke politie, in zake het drankmisbruik en de verandering in het belastingstelsel. Ten slotte wees spr. nog op de andere inge diende candidatenlijist. Over de personen wilde hij niet spreken, maar wel over het s ontstaan en de indiening van de lijst. Deze lijst is n.l. ee/n accoord tusschen Rechts en Links. Zij, die deze lijst hebben ingediend heb ben te ver uiteenloopende beginselen. Spr. keurde deze handelingen af. Wil men den weg der Chr. beginselen op; goed. wij zullen het zeer toejuichen, maar dan o.ik door middel van organisatie onder een Christelijke banier opgetrokken. In de toekomst moet al wat Rechts is in de gemeente door samenwerking eendrachtelijk strijden en eensgezind op gaan om to verdedigen de Christelijke erve, welke onze vaderen ons hebben nagelaten. Tegen een derde groen, die zich wel A.-R. noemt, doch die bezwaren zoeken om hun stem op de A.-R. candidaten uit te brengen, zeide spr. dat ze wel heb ben te bedenken, hoe ze niet voor men schen, doch voor God rekens hai heb'en af te leggen, hoe ze in deze de hun op gelegde taak zullen volbrengen. Met een krachtigen oproep tot steun aan onze lijst eindigt spr. zijn leerzame rede. Van de gelegenheid tot het stellen van vragen werd door een zestal aarnwzi en gebruik gemaakt. Allen werden naar ge noegen beantwoord. Met psalm '©zang en dankgebed we'd deze leerzame sa nen- komst beëindigd. (Niet van onzen gewo nen correspondent.) D'S H. Ha sper. Na approbatie der classis Heerenveen heeft de kerkeraad van de Geref. Kerk te Oldeboorn op Ver- marktveld, langs den plattegrond van de Sint Jacob. Herstellen ze deze ook? Ja, van de vier ..parochiekerken i3 ginds Sint Pieter, herbouwd. Ze was een ge denkstuk van de elfde eeuw; welnu, ze is juist zoo schoon als te voren. Als het van die Lakenhal niet was, zou men kun nen meenen: Yperen rijst heerlijker dan vroeger 1 Al pratende en mijmerende waren we de wallen opgeklommen en kuierden om het herstellende stadje. De roode daken bloeiden in den zonneschijn; vroeger was de hoofdkleur blauw, als ©en lei de witte wateren van Ziliebeke schitt rden als splinternieuw tin; in de stadsgracht duikelden waterhoentjes en wipten devis- schen; op het Fransch© kerkhof speelden de merelsontwaking, verrijzenis, nieuw leven, vrede, opbloei, lente. Eir komt weer levensmoed in Yper; reeds zijn 12000 vluchtelingen teruggekeerd, 't Vermildert de stemming, als je ziet, hoe het staats bestuur den ernstige wil heeft om den eersten luister aan 't berooide Yper weer te geven; dat ze duchtig werken in de verwoeste gewesten, dat al de gouden marken niet in Brussel blijven hangen, dat, er meer geschiedt voor West-Vlaan- deren dan gedenkteekenen onthullen, kransen neerleggen, redevoeringen houden en stoeten vormen. Gevaarlijk© bochten en slangewegjes ontbreken nog in Nieuw-Yper; van de wallen steven je naar je woning bijna in rechte lijn.

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1923 | | pagina 5