DE ZEEUW
TWEEDE BLAD.
TOT DEN DOOD BETROUW.
Uit de Provincie.
FEUILLETON.
VAN
DONDERDAG |19 APRIL 1923. No. 167
Uit den „goeden ouden tijd".
Het jaar 1648 had den zoo vurig be-
geerden vrede met Spanje gebracht. En
zoo gehaat kon de „dwingeland", tegen
wien tachtig jaren liing gekampt was,
niet zijn, of de Nederlander, altijd tak op
eon zoete winst, zag nu in Spanje een
geschi'kten vriend, met wien men „zaken"
kon doen. Had men niet reeds tijdens
den oorlog druk handel gedreven met het
land? Iloe het zij1, al aanstonds werden
de heirekkingen met Spanje hijzonder
vriendschappelijk en een druk handelsver
keer ontspon zich. Natuurlijk tot groote
ergernis van Frankrijk, den bondgenoot
van 1635, die 'ttoch al niet kou ver
kroppen, dat de Republiek in Munster
den brui had gegeven aan den oorlog.
Tot 1.659 zette Frankrijk den oorlog tegen
Spanje voort en zond zijn kapers af op
onze handelsschepen. Jan de Witt was
sinds 1653 Raadspensionaris. Met de Ne-
derlandsche kooplui, met Amsterdam
vooral, was hij van meening, dat geen
natie het recht had onzen handel te
benadeelen gelijk de Fransche kapers dat
derlen. Hij stelde als beginsel voorop:
do zee is vrij en niemands eigendom'.
Geen gezag' van welken Staat ook, gaat
verder dan zijn havens en kusten. Geen
vrijheidsbeperking kan door neutralen ge
duld worden in apen zee. D!at beginsel
zou Jan de Witt hoog houden.
ïn December 1656 kreeg de vice-ad-
miraal Michiel Adr. de ltuyter last, om
een tachtigtal fcodpvaardij',schepen naar de
Middellandsche zee te begeleiden. Dinar
bleef De Ruyter langen tijd kruisen, om
jacht te maken op kapers en zeoraovers.
De Ruyter én zijn Janmaats haakten naar
het ©ogenblik, waarop zij' de hun gegeven
instructie 'konden otpvolgen, „dat zijl met
alle mogelijke vlijt en neerstigheit tot
herstelling van de schaden, die de inge-
zeetenen van den Nederlandsehen Staat
eenigen tijt herwaart door de oorlogs
schepen der Francoysen, uit de havens
van Province Op vrijbuit varende, waren
aangedaan, alle zoodanige schepen, die zij
in de Middellandsche Zee zouden kunnen
aantreffen, zonden veroveren en opbren
gen." Die Ruyter als 'kaper 1
Eindelijk, 28 Febr. 1657, zag hij van
de Gorsieaansche kust twee kapers Op
zijn eskader aanstevenen. Ze liepen reclit
in den muil van den leeuw!
Te laat bemerkten zij hun jammerlijke
vergissing' en hoewel ze ©ogenblikkelijk
den boeg wendden en aan den haal gin
gen, wist D|e Ruyter ze na eou jacht
die 'n heelen imorg'en duurde, onder schot,
te krijgen en dwong hij hen te stoppen.
De kapitein der vrijbuiters kreeg bevel
hij' De Ruyter aan boord te komen en
werd krijgsgevangen gemaakt, pie Holla® d-
sche matrozen mimen pp de beide ver
overde schepen de plaats in der Fransche.
Deze werden verdeeld over de Ilolland-
sche bodems. Hoezeer 0e Ruyter in zijn
schik was met de beide veroverde sche
pen, de 412 krijgsgevangenen was hij
liefst zoo gauw mogelijk kwijt. Het duik
bootensysteem, den zeeta'an in 'n bootje
aan z'n lot. over te laten of erger nog
kende men toen niet. Dat zou een latere
verder gevorderde „beschaving" brengen.
Den Hen Maart kwam mien op de
reede van Barcelona, en daar werden
do Franschon, voorzien van levensmid
delen voor 10 dagen, (die g'oede oude
tijd!) aan wal gezet.
De Spaansche overheid zorgde voor
hun vervoer naar Marseille. De beide
kapiteins en hun luitenants bleven echter
m handen van de Hollanders, Die Ruy
ter zette z n tocht voort en bereikte 2
April 'Gadix. Dlaar liet hem de Spaansche
regeering' heel gemoedelijk vragen, of hij
trek had t grootste der twee Fransche
schepen te verkoopen. De Ruyter was een
Hollanderj hij was een oud-kapitein der
koopvaardij; als een meester in 't vak wist
li „zaken te doen. Die schuit was al
13 jaar in de vaart geweest. Die flol-
landsche officieren Oordeelden 't ding voor
't oogonblik niet zeewaardig. De Fran-
27.)
0. mijn lezers, laten ook wij, onder
oeüing van genade, alzoo doen, en anders
denkenden in onze harten dragen; laten
wij zoo handelen, dat Zij jn ons een leven-
en zendbrief zien, niet met inkt, maar
met den Geest Gods geschreven, waarin
zij een ifeinen geest van dat onschatbare
r-uE i ^dekken mogen, welker da
ge öKSche lezing den Waldennen zulk een
™,scl\e« «n had. eigen gemaakt.
t de diepe smart van Huibert en
zon zuster nog vermeerderde, was de blik,
a® onbegraven lichamen hun-
der en den zuigeling sloegen, en
'ov ^iigmg, hoewel zij het niet
I ff, die e]teinder mede te doelen
O* i ondo* was, die óf aan de
iw L gouwen (terwijl hun moe-
er hen g^meekt had, zniks niot onder
ïïrite d°?)' of 20 weg te dragen.
Huibert, bevreesd dat Louis® de droef
heid bespeuiren mocht, die deze gedachte
hem veroorzaakte, begon aldus te spre
ken „Misschien zijn het niet zoozeer de
rwTs vermoeienis de oomken van
ten dood onzer lieve moeder; 'tkan wel
ztjn, dat ze gestorten is tengevolge van
sche kapitein achtte ze nog gteen 2400
gld. waard. Toch hield Do Ruyter zich
goed en dééd als wilde hij ze naode mis
sen. Eindelijk verklaarde hij zich bereid
en vroeg f 5400 zonder de kanonnen.
Er werd geloofd en geboden en onze
zeeheld streek er eindelijk f 4000 voor
op. Die Ruyter als O.W'.-er! Hot andere
schip werd met de gevangen officieren
onder geleide naar Amsterdam gezonden.
De vlootvoogd zette zijh kruistocht voort.
Ondertusschen had zijn stoute daad in
Frankrijk groote .opschudding verwekt. De
almachtige minister Mazarin verklaarde
ocgenblikkelijk alle Hollandscho schepen
en goederen in Fransche havens verbeurd.
Nu was 'tde beurt van Jan de Witt
om verontwaardigd te zijln. Even door-
tastend als Mazarin liet hij aanstonds
de vlooit met 48 schepen uitbreiden en
droeg pilzen gezant te Parijls, Boreel, op,
zich krachtig te doen gelden. Fier en
uit de hoogte liet Boreel don gteduchten
Mazarin een 'krachtig protest hooren. Dnïe-
maal viel do Fransche 'minister hem drif
tig in de rede, doch Bareel weck niet.
Hij zou en moest uitspreken! Heftig ant
woordde Mazarin met een zijdelingsche
oorlogsbcdreiging. DochFrankrijk's
vloot zou weinig kunnen doen teg'en die
van de vermetele Hollanders. De Fransche
minister begreep dat en besloot hoe
wel nOiOde den wég der onderhandeling
te kiezen.
Een Fransch ambassadeur verscheen
in Den Haag voor de Staten-Generaal.
Hij eischic niets meer of minder, dan
dat De Ruyter streng zou w'qrden gestraft
cn! voor de beide schepen schadeloos
stelling zou worden gegeven. Bovendien
gaf Irij' te verstaan, dat Roreel's wloiorden
als een heleediging werden beschouwd
door Lodewlijlk XIV.
De Staten-Generaal w'ezen de Fransche
eischen af 1 Zij verlangden opheffing' van
bet beslag op de Nederlandsche eigen
dommen. Nog wlildo Mazarin niet bukken.
Nu verboden de Staten-Generaal kart en
bondig den invoer van Fransche waren
in de Republiek, verklaarden alle Fran
sche schepen voor goeden prijs en maak
ten zich gereed de Fransche havens te
doen blok koeren.
Het machtige Frankrijk zou in ieder
ander geval geen oogenblik met een
oorlogsverklaring geWacht hebben. Dóch....
wat kon men stellen tegenover de es
kaders van De Ruyter? Bovendien, de
Parij'sche kooplieden eischten dringend
van Mazarin een spoedig herstel dei-
goede verstandhouding. Het Was voor hen
een kwestie van tientallen millioenen
's jaars. 1 I J I
En Mazarin bukte. Het beslag óp de
Nederlandsche goederen Werd opigeheven
en de Republiek kreeg bijzondere handels-
voorrechten boven de andere naties. De
Witt had zijh doel bereikt. Zonder
oorlog had hij de vrijheid der zee 'ge
handhaafd. Nu had. hij er ook geen 'be
zwaar meer tegen', dat de gevangen offi
cieren ontslagen en de beide schepten
vergoed werden.
Die Ruyler zou vqortaan Fransche sche
pen, die zich niet vijiandig gedroegen,
met rust lateu. D'o vice-admiraal ontving
van de admiraliteit van Amsterdam in
plaats van een gestrenge straf een gouden
«ereketen „tot erkentenis van den goeden
dienst en vlijt in het veroveren van de
twee schepen gedaan."
Zoo kon de Republiek hare neutraliteit
en het recht der „vrijte zee" handhaven,
tn den goeden ouden tijd!
(Centrum.)
De „veiligstelling" van den gulden.
Aan de rede verleden week door mi
nister De Geer hij het algemeen begroo-
tingsdebat in de Eerste Kamer gehouden
ontleenen wij: het volgende:
Het is is in sommige kringen eu ook
in een deel der pers gebruik geworden de
veiligstelling van den gulden voor te stel
len als een soort Mammonisme. In het
sociaal-democratisch blad „Het Volk" las
ik bijv. onlangs, dat men de veiligstelling
van den gulden niet moet verkiezen boven
de veiligstelling van den mensch. In een
ander verband las ik, dat de misdaad
van Judas was gepleegd voor 30 veilig
gestelde guldens. Dc mentaliteit, die uit
zulke uitlatingen spreekt, toont een abso-
de smart, die ze had over onzen lieven
Hendrik". „Neen, neen!" hervatte Lou
ise, die nog niet zóó in de waarheid inge
leid was als haar broeder, „neen, neen,
Huibert! het zijn de Roomschen, die ons
uit onze hut verjaagd hebben, en wier
schuld het is, dat wij in de bergen ziijn
verdwaald geraakt, en dat..." „St!
st!" viel Huibert haar in de rede. „Onze
lieve moeder zou .zóó niet gesproken
hebben". „Maar", zeide Louis©, (want
ook van haar kon gezegd worden, dat
door den Heiligen Geest hot goede zaad
bij aanvang in haar hart was gestrooid,
hoewel ze van een sterken hartstocht niet
vrij te pleiten en daarbij vol vurige ge
hechtheid aan haar ouders was) „maar,
(Huibert, het is uqg beter hier, zelfs hier
te zijn, dan den He ere te verzaken, die
de Zijnen met Zijn eigen dierbaar bloed
gekocht heeft. Vader >en onze leeraar zou
den ons nog liever hier eenzaam en ver
laten vinden, dan te zien, dat wij onzen
Goddelijken verlosser vergeten of ver
loochend hadden", en haar vochtige oogen
ten hemel slaande, herhaalde zij nog eens
„Onzen Goddelijken Verlosser!"
Ook Huibert sloeg de ooigen ten hemel
en zuchtte: „O Gij, op wien de oudertoazen
en hulpeloozen hun hoop vestigen, op U
is ens vertrouwen! Wijs ons slechts aan,
waar wij onze dooden begraven mogen,
en wij zullen U nimmer vergeten, door
huil. gemis van besef, waarom het hier
gaat.
Men zon kunnen beginnen mot te vra
gen, of de monschcn, die aldus zich los
van den gulden schijnen te gevoelen, dit
standpunt zouden volhouden wanneer
straks de gulden eens werkelijk in waarde
mocht dalen.
Zouden zij dan zeggen: het is maar de
gulden die daalt; dat ding laat ons koud;
de loonen, de üitkeeringen, de subsidies
enz., kunnen ongewijzigd blijven? Mijnheer
de Voorzitter, ikr geloof het niet. Zijl zou
den onmiddellijk en luidkeels aandringen
om do depreciatie te compensceren door
hoogere nominale bedragen van guldens,
maar daardoor zouden zij dan ook het
weinig massieve, het holle van bovenbe
doelde exclamaties aantoonen.
En waar die compensatie al spoedig
in afdoende mate onmogelijk zou blijken,
daar zouden zij tot het besef komen dei-
waarheid: de veiligstelling van den gul
den is de veiligstelling van den mensch,
voor zoover zijn stoffelijke behoeften be
treft.
Maar bovendien, wat tegenover deze
Uitingen wel do deur dichtdoet, is dit,
dat juist het grootkapitalisme, ceteris pa
ribus, van de muntverzwakking het minst
nadeel heeft Hot is dezer dagen door den
heer Smid, oud-referendaris aan het De
partement van Landbouw, in een voor
dracht nog eens zoo kernachtig gezegd:
„Men heeft van democratische zij'deniet
zelden op smalenden toon gesproken over
de veiligstelling van den gulden. Blijkbaar
hebben zij, die dit deden, een .onvoldoend
besef van de groote sooiale beteelcenis
van de waardevastheid van hot geld. Wel
licht Zijn ziji van meening, dat dit vraag
stuk alleen of in de eerste plaats de
groote kapitalisten aangaat. Het omge
keerde is echter het geval. Groote kapi
talisten hebben in den rtegel hun bezit
vooiral belegd in goederen en minder in
vorderingen. Anders is liet met de van den
verkoop van hun arbeidskracht levende
groepen. Wat zij aan bespaard of uitge
steld loon bezitten, bestaat voor het groot
ste deel uit vorderingen, waarvan de waar
de afhangt van de waarde van het geld.
Men denke slechts aan de reusachtige
bedragen welke gevormd worden door de
bezittingen van spaarbanken, levensver-
zekerings-maatschappijen, pensioen- en an
dere sociale fondsen en andere groote
uit arbeidsinkomen gevormde sommen, die
door de bezitters zelf belegd zijn in hy
potheken, pandbrieven en andere obliga
tion".
Mijnheer de voorzitter! D'it is volkomen
juist. De aandeelen van vele naamlooze
vennootschappen stijgen, naar gelang do
munteenheid daalt, in koers. De jvaardc
van fabrieken en vaste bezittingen volgt
niet den teruggang van de munteenheid.
Het kind van de rekening worden de
klei,Ine cbligatiehouders en zij', die van
hun arbeid of hun schamele spaarpen
ningen moeten leven.
Er is in deze dagen dan ook geen grooi-
tel' sociaal wei'k te doen dan do veilig
stelling van den gteldcn. Mijn geachte
ambtgenoot van arbeid, daaraan medewer
kend, blijft dan ook geheel in dei lijn van
zijn vroegere bewindsjaren. Wie het tegen
deel zegt, vergist zich ten eenenmale.
i „Sodom en Gomorra".
We vonden in „Timotheus", onder
de „Indrukken" van den Hoofdredac
teur de volgende juiste en treffende
opmerking, en
Dezer dagen wordt in ons land een
film verlotend onder bovengenoemden
titel. Volgens een der bladen, wier ver
slaggever de voorstelling ging zien, is
liet een stuk vol zinledige, en tegelijk
ongebreidelde fantasie. Enkel sensatie:
een roes van geld en vrouwen, van
liefde en zonde, van moord cn dood
slag!
De film is opgenomen in liet Stier-
marksche ertsgebergte, waar de ver
woesting van Sodom en Gomorra moest
worden „gespeeld". Zeshonderd arbei
ders waren aangenomen tegen hoog
loon, onder de verzekering dat de scène
absoluut ongevaarlijk zou zijn. Diepe bo
ringen werden gemaakt, waarin groote
ladingen ontplofbare stoffen werden
neergelegd. De ontploffing overtrof ech
ter verre de verwachting, zoodat van
de arbeiders, die voor den schijn moes
ten vluchten en neervallen, verscheide-
Uw genade U nimmer verloochenen. 0,
Heere! verlaat ons niet!"
Terwijl zij alzoo bij afwisseling met bid
den, spreken, en met de weemoedige be
schouwing van het bleeke, rustige ge
laat hunner moeder bezig waren, werd
hun aandacht door een vreemd geluid
afgetrokken, dat de oude muilezel opeen
kleinen afstand van hen maakte; hij balk
te, sloeg driftig met de pooten, en scheen
tooniiger en levendiger dan zij van hem
gewoon waren. Huibert, die ook menschen-
stemmen meende te hoeren, stond op :en
ontdekte nabij- een der ingangen van het
woud een ouden boer en ©en jongeling,
die alle pogingen aanwendden, om het
dier bij den too-m te leiden, -doch dat zich
daartegen, m-et al -de halstarrigheid van
Zijn soort eigen, verzette, maai- van zijn
zijde moeite scheen te doen, om die lieden
naar de kinderen heen te voeren, want
zoo dikwijls dc boer hem naar dien kant
trok, waar de tent geplaatst was, volgde
hij als een lam, -maar telkens, als men hem
naar de andere zijde wilde leiden, zette
hij zijn voeten vast in de sneeuw en wilde
geen haarbreed wijken.
Toen de oude boer Huibert ge-waar wérd
was hij- zeer verbaasd- in een zóó afge
legen gedeelte van het woud iemand te
ontdekken. Onze jongeling ging dadelijk
naar hem toe, en zag in hem een man,
wiens gelaat vertrouwen inboezemde, ver-
nen zwaar gewond werden en een zelfs
het leven verloor 1
Onlangs werd de opmerking gemaakt:
Europa is op weg naar Sodom en 'Go
morra 1 Wordt deze sombere voorspel
ling niet bevestigd door het boven
staande? Hoe groot is de laatste jaren
de verwildering geworden 1 Hoe neemt
de ontucht tocl Hoe roekeloos speelt
men met het mcnsclielijk leven; en dat
alleen voor „genot"! Welk een geest
heerscht er toch van verkwisting en
onverschilligheid 1
God is liefde. Ilet is op Golgotha zoo
overweldigend duidelijk gebleken. Maar
God is ook licht. En zijn rechtvaar
dige toorn zal allen treffen, die du
waarheid niet hebben liefgehad, maar
een welgevallen hadden in do onge
rechtigheid.
Stukken voor do Ka mer
van Koophandel en Fabrieken.
Naar aanleiding van een schrijven van
den Bond van Rijwiel on Matorhandelaren
inzake het op gemakkelijke betalingsvoor
waarden aan personeel van de posterijen
en telegrafie verstrekken van rijwielen
vanwege 't hoofdbestuur van PI. T. eu T.,
wijst 't bureau dor kamer er opi dat uit 'u
ingesteld onderzoek is gebleken, dat door
het Hoofdbestuur voor beambten, die voor
den dienst van een rijwiel gebruik maken,
zonder in het bezit te zijn van een rij'ksrij-
wiel een regeling is getroffen om op
gemakkelijke betalingsvoorwaarden door
bemiddeling van het staatsbedrijf der Pos
terijen in het bezit te komen van een
door dit bedrijf te leveren rijwiel.
Het bureau is met genoemden bond
van -oordeel, dat een dergelijke regeling
waarbij de handel wordt uitgeschakeld
niet aanbevelenswaardig is. Iets anders
zou het naar de meening van het bureau
zijn, wanneer het bestuur van de post»
rijen zich tegenover de leveranciers ga
rant stelde in gevallen dat de koopendc
beambten moeilijkheden ondervonden bij
het regelen der betalingsvoorwaarden. In
verband met het bovenstaande stelt liet
bureau voor don directeur-generaal een
schrijven te richten met verzoek in het
belang van den handel den getroffen
maatregel weder in to trekken.
De commissie voor dc handelsbelangen
verecnigt zich met het voorstel.
Door de kamer te Utrecht is een af
schrift gezonden van een adres aan den
minister van justitie, waarin wordt aan
gedrongen op wijziging van het wetboek
van koop-handel, namelijk van art. 47
le lid, waardoor het verplichtend wordt
een belangrijk verlies van het maatschap
pelijk kapitaal cener naamlooze vennoot
schap in te doen schrijven in het han
delsregister. Hel bureau kan zich met
de strekking van het adres zeer wel
vereenigen doch meent dat door het adres
van Utrecht voldoende aandacht aan de
zaak is gewijld en liet niet noodzakelijk
is het adres te steunen, doch het voor
kennisgeving1 kan wiorden aangenomen.
De meerderheid der commissie voor do
Wettelijk e bepalingen kan zich vereenigen
met het voorstel van het bureaude
minderheid vereenigt zich ook met de
strekking van het adres van Utrecht,,
maar meent, dat in gevallen als dit een
adres niet eenvoudig voor kennisgeving
moet worden aangenomen, doch dat zou
kunnen worden besloten dat do kamer
met instemming van het adres heeft
kennis genomen.
In verband met een adres van de
kamer te Utrecht aan den minister van
financiën over het zegelrecht voor cassa-
bons, meende het bureau aanvankelijk
dat dit voor kennisgeving' kan worden
aangenomen, omdat de aandacht er door
Utrecht voldoende op- gevestigd werd,
maar de commissie voor de wettelijke be
palingen meende dat do talrijke winkels,
wélke ook in dit district met cassa-bons
werken het recht hebben om in deze
te wtorden gesteund. Het bureau stelt
nu nader v-o-or mede naar aanleiding van
een schrijven van den directeur der regi
stratie, die meent, dat cassations boven
f 10 aan zegelrecht zijn onder worpen, aan
den minister van financiën te verzoeken
maatregelen te nemen dat de bedoelde
cassabons in het vervolg niet aan zegel
recht zijh onderwérpen.
Verder zal aan de orde komen de
vaststelling van het jaarverslag'.
haalde hom met weinige woorden zijn
treurige geschiedenis, en vatte daarop
zijn hand om hem naar de kleine tent te
te geleiden, wier schaduw alles bedekte
wat hem en Louise op aarde het dierbaar
ste was.
De oude man, in wiens hart niet slechts
natuurlijke goedheid, maar ook die liefde
woonde, welke een vrucht van het door
den Heiligen Geest in het hart gewerkte
geloof is, was -door Huibert's verhaal diep
getroffen. Hijzelf kende bij ondervinding
de rampen en ellende -der ballingen, daar
hij insgelijks bij een vroegere geloofs
vervolging -genoodzaakt was geweest ïn
datzelfde woud de woede zijner vijanden
te -ontwijken, waai" hij met vrouw en kin
deren een schuilplaats gevonden had, en
vervolgens, -d-e gunst der beminnelijke be
zitster van dit uitgestrekte domein ge
wonnen hebbende, tot op -dit oogenblik
een boer pp haar grond geweest was, ter
wijl zijn kinderen haar tot trouwe dienst
boden waren. is
Aan de tent gekomen, lichtte Huibert
den soldatenmantel op, die voor den in
gang hing. De zonnestralen schoten met
die eigenaardige helderheid, welke het
licht alleen in een zuiveren, kouden damp
kring heeft, in de kleine schuilplaats, en
vielen, vermengd niet de teruggekaatste
kleuren van het hoogverwige bekleedsel,
met tooveTachtigc bevalligheid op de be-
Mlddelburg. Woensdag vergaderde In
het gebouw der stichting de vereeniging
„Kinderzorg", onder voorzitterschap van
ds N. M. dc Ligt. De secretaris, ds H.
Jonker, bracht jaarverslag uit, waarin
vooral de 'bazaar en het prachtig resultaat
dankbaar werden herdacht.
Mevrouw Quarles van Jlfford baronesse
Mulert tot de Leemcule kan Toch een be
drag van f8391,69V2 aan den penning
meester afdragen. De schuldenlast der
vereeniging is dit jaar dan ook met f 9200
gedaald. Een gewichtig feit voor Kinder
zorg is dit jaar geweest de verandering
van directeur. Nog deelt de secretaris me
de, dat 88 Zecuwsche gemeenten lid der
vereeniging zijn en dat ieder kind dit jaar
gekost heeft 1424 tegen f 451 in het vo
rig jaar. I I t *1
Vervolgens deed de directeur, de heer
Middelkoop, mededeelingen over de stich
ting, waaraan wij ontleenen dat in het
afgeloopen jaar 1 jongen en 1 meisje
zijn overleden. Op 1 Jan. jl. waren er in
de inrichting 60 jongens en 69 meisjes;
uitbesteed waren 22 jongens en 16 meis
jes, zoodat 167 kinderen en een meerder
jarige, die niet in zijn eigen onderhoud
kan voorzien, aan de zorgen der stich
ting zijn toevertrouwd. De huiselijke feest
jes zijn altijd heel prettig, maar niet al
tijd is ,het feest en nu nog liggen de zie
kenzalen vol en worden 3 kinderen in
het gasthuis verpleegd. Wat betreft het
personeel, cr zijn zeer goede krachten
onder, maar ,er zijn er ook, die steeds op
de klok kijken of de zaalwacht nog niet
om is en die op de speelplaats als harken
blijven staan, in plaats van met de kin
deren mede te leven, zooals anderen doen.
Aan de orde was nu de rekening van
den penningmeester ds J. de Vries, aan
wijzend een goed slot van f3836,09i/3.
Op 31 Dec. jl. stond bij de Nat. Bank in
deposito f2882,14. Spr. zei, dat boven
deze rekening wel moest staan „God
zorgt". De regeering dekte een tekort van
f 15600 over de oorlogsjaren 1915-1921,
f 10.000 over 1920 cn f7500 over 19214
Do busjes brachten meer op dan ooit te
voren, namelijk f 7205,68 en dan ten
slotte de bazaar. Over de contributies is
spr. echter minder tevreden, die kunnen
verhoogd worden. De bankschuld is nu
weg en men heeft een deposito, maar
deze is reeds opgegeten tengevolge mede
van 20 pet. minder subsidie van het rijk,
wat f7000 minder inkomsten beteekent.
Als allen medewerken, dan kan de schuld
weer verminderen; nu is f9200 afgelost
en bedraagt ze nog f55.900.
Tot, bestuursleden werden herkozen ds
H. Jonker, ds A. S. Talma en ds H. F.
du Puij en gekozen de heer A. J. van
Schelven, ouderling te Ziorikzee, en do
dames mevrouw Quarles van Ufford ba
ronesse .Mulert tot de Leemcule en me
vrouw Snoep-van Stam, beiden te Mid
delburg. i
Na de pauze werd door eenige meisjes
het bewijs geleverd met welk een vrucht
zij het zangonderwijs volgen, waarna de
heer mr A. de Graaf uit Utrecht een
referaat hield over „Kinderrechter en Ge
zinsvoogd". i i i i I 1 f TJ
Spr. wees eerst op de rechtspraak van
vroeger; 50 jaar geleden werd een kind
van 7 jaar wegens diefstal tot 15 jaar
gevangenisstraf veroordeeld. Men vraagt
zich nu wel af of de menschen van voor
100 jaar gek of wreed waren, maar dit
zal over 100 jaar wellicht weer van ons
worden gevraagd. Toch is men weer een
stap vooruit. Begonnen is met het zijn
van eigen rechter, toen volgde het fa
milierecht, totdat de kerk het recht be
schermde, later de staat. Men staarde
zich echter blind op de misdaad en keek
te weinig naar den persoon van den da
der. Hierin komt thans verbetering. Ame-
riga ging voor met instellen van speciale
kinderrechtbanken. In Europa kwam Bel
gië het eerst met het instituut van kin
derrechter. Er zijn thans ïn Nederland
22 kinderrechters, maar het is jammer
dat de meeste niet uitsluitend kinder
rechter zijn. Spr. zet nader uiteen hoe
het gezinshoofd inlichtingen kan verzame
len en aan den kinderrechter kan over
brengen. Spr. meent, dat de dames zich
moeten belasten met het toezicht op meis
jes en in geen geval ook op jongens, dit
moeten zij aan de mannen overlaten. Er
is geen gerechtigheid zonder liefde, maar
ook geen liefde zonder gerechtigheid.
Verschillende aanwezigen stelden vra-
minnelijke, slanke gestalte van zijn moe
der, die in haar heldoren mantel het vol
komen beeld des levens zonder beweging
vertoonde, .terwijl het kindje van haar
boezem op den wij'd-uitgestrkten' arm ge
gleden was. Louise zat aan haajr voeten,
beurtelings op beiden, doch het meest op
haai* moeder heur betraande blikken
slaande. Toen Huibert den mantel weg
schoof, deed het licht haar gezwollen en in
tranen zwemmende oogen pijnlijk aan, en
ze lichtte haaf hand' op, om ze voor de
zo® te beschutten. Zoodanig was het
roerendie tooneel, dat zich aan den Alpen
bewoner .vertoonde, toen hij in de tent
blikte. f j
Niet voldaan met tonen te storten bij
deze ongelukkige kinderen, keerde hij'.zich
tot den jongeling, die hem vergezelde en
die zlijn kleinzoon was, en gaf hem zekette
bevelen, om ze onverwijld ten uitvoer
te brengen. Binnen weinig tijds kwam deze
terug, vergezeld van enkele Reden uit
het gehucht, die met de meeste bereid
vaardigheid en bescheidenheid, en in diepe
stilte toebereidselen maakten om de over
blijfselen der gestorvenen naar de hut
van den boer te brengen, alvorens hun
die tol te betalen, welke ieder sterfelijk
mensch eens zelf verlangt te ontvangen,
en daarom aan elk zijner vooruitgaande
medestervelingen verschuldigd is.
(Wordt vervolgd.)