DE ZEEUW TWEEDE BLAD. TOT DEN DOOD BETROUW. Uit de Provincie. FEUILLETON. VAN DONDERDAG |19 APRIL 1923. No. 167 Uit den „goeden ouden tijd". Het jaar 1648 had den zoo vurig be- geerden vrede met Spanje gebracht. En zoo gehaat kon de „dwingeland", tegen wien tachtig jaren liing gekampt was, niet zijn, of de Nederlander, altijd tak op eon zoete winst, zag nu in Spanje een geschi'kten vriend, met wien men „zaken" kon doen. Had men niet reeds tijdens den oorlog druk handel gedreven met het land? Iloe het zij1, al aanstonds werden de heirekkingen met Spanje hijzonder vriendschappelijk en een druk handelsver keer ontspon zich. Natuurlijk tot groote ergernis van Frankrijk, den bondgenoot van 1635, die 'ttoch al niet kou ver kroppen, dat de Republiek in Munster den brui had gegeven aan den oorlog. Tot 1.659 zette Frankrijk den oorlog tegen Spanje voort en zond zijn kapers af op onze handelsschepen. Jan de Witt was sinds 1653 Raadspensionaris. Met de Ne- derlandsche kooplui, met Amsterdam vooral, was hij van meening, dat geen natie het recht had onzen handel te benadeelen gelijk de Fransche kapers dat derlen. Hij stelde als beginsel voorop: do zee is vrij en niemands eigendom'. Geen gezag' van welken Staat ook, gaat verder dan zijn havens en kusten. Geen vrijheidsbeperking kan door neutralen ge duld worden in apen zee. D!at beginsel zou Jan de Witt hoog houden. ïn December 1656 kreeg de vice-ad- miraal Michiel Adr. de ltuyter last, om een tachtigtal fcodpvaardij',schepen naar de Middellandsche zee te begeleiden. Dinar bleef De Ruyter langen tijd kruisen, om jacht te maken op kapers en zeoraovers. De Ruyter én zijn Janmaats haakten naar het ©ogenblik, waarop zij' de hun gegeven instructie 'konden otpvolgen, „dat zijl met alle mogelijke vlijt en neerstigheit tot herstelling van de schaden, die de inge- zeetenen van den Nederlandsehen Staat eenigen tijt herwaart door de oorlogs schepen der Francoysen, uit de havens van Province Op vrijbuit varende, waren aangedaan, alle zoodanige schepen, die zij in de Middellandsche Zee zouden kunnen aantreffen, zonden veroveren en opbren gen." Die Ruyter als 'kaper 1 Eindelijk, 28 Febr. 1657, zag hij van de Gorsieaansche kust twee kapers Op zijn eskader aanstevenen. Ze liepen reclit in den muil van den leeuw! Te laat bemerkten zij hun jammerlijke vergissing' en hoewel ze ©ogenblikkelijk den boeg wendden en aan den haal gin gen, wist D|e Ruyter ze na eou jacht die 'n heelen imorg'en duurde, onder schot, te krijgen en dwong hij hen te stoppen. De kapitein der vrijbuiters kreeg bevel hij' De Ruyter aan boord te komen en werd krijgsgevangen gemaakt, pie Holla® d- sche matrozen mimen pp de beide ver overde schepen de plaats in der Fransche. Deze werden verdeeld over de Ilolland- sche bodems. Hoezeer 0e Ruyter in zijn schik was met de beide veroverde sche pen, de 412 krijgsgevangenen was hij liefst zoo gauw mogelijk kwijt. Het duik bootensysteem, den zeeta'an in 'n bootje aan z'n lot. over te laten of erger nog kende men toen niet. Dat zou een latere verder gevorderde „beschaving" brengen. Den Hen Maart kwam mien op de reede van Barcelona, en daar werden do Franschon, voorzien van levensmid delen voor 10 dagen, (die g'oede oude tijd!) aan wal gezet. De Spaansche overheid zorgde voor hun vervoer naar Marseille. De beide kapiteins en hun luitenants bleven echter m handen van de Hollanders, Die Ruy ter zette z n tocht voort en bereikte 2 April 'Gadix. Dlaar liet hem de Spaansche regeering' heel gemoedelijk vragen, of hij trek had t grootste der twee Fransche schepen te verkoopen. De Ruyter was een Hollanderj hij was een oud-kapitein der koopvaardij; als een meester in 't vak wist li „zaken te doen. Die schuit was al 13 jaar in de vaart geweest. Die flol- landsche officieren Oordeelden 't ding voor 't oogonblik niet zeewaardig. De Fran- 27.) 0. mijn lezers, laten ook wij, onder oeüing van genade, alzoo doen, en anders denkenden in onze harten dragen; laten wij zoo handelen, dat Zij jn ons een leven- en zendbrief zien, niet met inkt, maar met den Geest Gods geschreven, waarin zij een ifeinen geest van dat onschatbare r-uE i ^dekken mogen, welker da ge öKSche lezing den Waldennen zulk een ™,scl\e« «n had. eigen gemaakt. t de diepe smart van Huibert en zon zuster nog vermeerderde, was de blik, a® onbegraven lichamen hun- der en den zuigeling sloegen, en 'ov ^iigmg, hoewel zij het niet I ff, die e]teinder mede te doelen O* i ondo* was, die óf aan de iw L gouwen (terwijl hun moe- er hen g^meekt had, zniks niot onder ïïrite d°?)' of 20 weg te dragen. Huibert, bevreesd dat Louis® de droef heid bespeuiren mocht, die deze gedachte hem veroorzaakte, begon aldus te spre ken „Misschien zijn het niet zoozeer de rwTs vermoeienis de oomken van ten dood onzer lieve moeder; 'tkan wel ztjn, dat ze gestorten is tengevolge van sche kapitein achtte ze nog gteen 2400 gld. waard. Toch hield Do Ruyter zich goed en dééd als wilde hij ze naode mis sen. Eindelijk verklaarde hij zich bereid en vroeg f 5400 zonder de kanonnen. Er werd geloofd en geboden en onze zeeheld streek er eindelijk f 4000 voor op. Die Ruyter als O.W'.-er! Hot andere schip werd met de gevangen officieren onder geleide naar Amsterdam gezonden. De vlootvoogd zette zijh kruistocht voort. Ondertusschen had zijn stoute daad in Frankrijk groote .opschudding verwekt. De almachtige minister Mazarin verklaarde ocgenblikkelijk alle Hollandscho schepen en goederen in Fransche havens verbeurd. Nu was 'tde beurt van Jan de Witt om verontwaardigd te zijln. Even door- tastend als Mazarin liet hij aanstonds de vlooit met 48 schepen uitbreiden en droeg pilzen gezant te Parijls, Boreel, op, zich krachtig te doen gelden. Fier en uit de hoogte liet Boreel don gteduchten Mazarin een 'krachtig protest hooren. Dnïe- maal viel do Fransche 'minister hem drif tig in de rede, doch Bareel weck niet. Hij zou en moest uitspreken! Heftig ant woordde Mazarin met een zijdelingsche oorlogsbcdreiging. DochFrankrijk's vloot zou weinig kunnen doen teg'en die van de vermetele Hollanders. De Fransche minister begreep dat en besloot hoe wel nOiOde den wég der onderhandeling te kiezen. Een Fransch ambassadeur verscheen in Den Haag voor de Staten-Generaal. Hij eischic niets meer of minder, dan dat De Ruyter streng zou w'qrden gestraft cn! voor de beide schepen schadeloos stelling zou worden gegeven. Bovendien gaf Irij' te verstaan, dat Roreel's wloiorden als een heleediging werden beschouwd door Lodewlijlk XIV. De Staten-Generaal w'ezen de Fransche eischen af 1 Zij verlangden opheffing' van bet beslag op de Nederlandsche eigen dommen. Nog wlildo Mazarin niet bukken. Nu verboden de Staten-Generaal kart en bondig den invoer van Fransche waren in de Republiek, verklaarden alle Fran sche schepen voor goeden prijs en maak ten zich gereed de Fransche havens te doen blok koeren. Het machtige Frankrijk zou in ieder ander geval geen oogenblik met een oorlogsverklaring geWacht hebben. Dóch.... wat kon men stellen tegenover de es kaders van De Ruyter? Bovendien, de Parij'sche kooplieden eischten dringend van Mazarin een spoedig herstel dei- goede verstandhouding. Het Was voor hen een kwestie van tientallen millioenen 's jaars. 1 I J I En Mazarin bukte. Het beslag óp de Nederlandsche goederen Werd opigeheven en de Republiek kreeg bijzondere handels- voorrechten boven de andere naties. De Witt had zijh doel bereikt. Zonder oorlog had hij de vrijheid der zee 'ge handhaafd. Nu had. hij er ook geen 'be zwaar meer tegen', dat de gevangen offi cieren ontslagen en de beide schepten vergoed werden. Die Ruyler zou vqortaan Fransche sche pen, die zich niet vijiandig gedroegen, met rust lateu. D'o vice-admiraal ontving van de admiraliteit van Amsterdam in plaats van een gestrenge straf een gouden «ereketen „tot erkentenis van den goeden dienst en vlijt in het veroveren van de twee schepen gedaan." Zoo kon de Republiek hare neutraliteit en het recht der „vrijte zee" handhaven, tn den goeden ouden tijd! (Centrum.) De „veiligstelling" van den gulden. Aan de rede verleden week door mi nister De Geer hij het algemeen begroo- tingsdebat in de Eerste Kamer gehouden ontleenen wij: het volgende: Het is is in sommige kringen eu ook in een deel der pers gebruik geworden de veiligstelling van den gulden voor te stel len als een soort Mammonisme. In het sociaal-democratisch blad „Het Volk" las ik bijv. onlangs, dat men de veiligstelling van den gulden niet moet verkiezen boven de veiligstelling van den mensch. In een ander verband las ik, dat de misdaad van Judas was gepleegd voor 30 veilig gestelde guldens. Dc mentaliteit, die uit zulke uitlatingen spreekt, toont een abso- de smart, die ze had over onzen lieven Hendrik". „Neen, neen!" hervatte Lou ise, die nog niet zóó in de waarheid inge leid was als haar broeder, „neen, neen, Huibert! het zijn de Roomschen, die ons uit onze hut verjaagd hebben, en wier schuld het is, dat wij in de bergen ziijn verdwaald geraakt, en dat..." „St! st!" viel Huibert haar in de rede. „Onze lieve moeder zou .zóó niet gesproken hebben". „Maar", zeide Louis©, (want ook van haar kon gezegd worden, dat door den Heiligen Geest hot goede zaad bij aanvang in haar hart was gestrooid, hoewel ze van een sterken hartstocht niet vrij te pleiten en daarbij vol vurige ge hechtheid aan haar ouders was) „maar, (Huibert, het is uqg beter hier, zelfs hier te zijn, dan den He ere te verzaken, die de Zijnen met Zijn eigen dierbaar bloed gekocht heeft. Vader >en onze leeraar zou den ons nog liever hier eenzaam en ver laten vinden, dan te zien, dat wij onzen Goddelijken verlosser vergeten of ver loochend hadden", en haar vochtige oogen ten hemel slaande, herhaalde zij nog eens „Onzen Goddelijken Verlosser!" Ook Huibert sloeg de ooigen ten hemel en zuchtte: „O Gij, op wien de oudertoazen en hulpeloozen hun hoop vestigen, op U is ens vertrouwen! Wijs ons slechts aan, waar wij onze dooden begraven mogen, en wij zullen U nimmer vergeten, door huil. gemis van besef, waarom het hier gaat. Men zon kunnen beginnen mot te vra gen, of de monschcn, die aldus zich los van den gulden schijnen te gevoelen, dit standpunt zouden volhouden wanneer straks de gulden eens werkelijk in waarde mocht dalen. Zouden zij dan zeggen: het is maar de gulden die daalt; dat ding laat ons koud; de loonen, de üitkeeringen, de subsidies enz., kunnen ongewijzigd blijven? Mijnheer de Voorzitter, ikr geloof het niet. Zijl zou den onmiddellijk en luidkeels aandringen om do depreciatie te compensceren door hoogere nominale bedragen van guldens, maar daardoor zouden zij dan ook het weinig massieve, het holle van bovenbe doelde exclamaties aantoonen. En waar die compensatie al spoedig in afdoende mate onmogelijk zou blijken, daar zouden zij tot het besef komen dei- waarheid: de veiligstelling van den gul den is de veiligstelling van den mensch, voor zoover zijn stoffelijke behoeften be treft. Maar bovendien, wat tegenover deze Uitingen wel do deur dichtdoet, is dit, dat juist het grootkapitalisme, ceteris pa ribus, van de muntverzwakking het minst nadeel heeft Hot is dezer dagen door den heer Smid, oud-referendaris aan het De partement van Landbouw, in een voor dracht nog eens zoo kernachtig gezegd: „Men heeft van democratische zij'deniet zelden op smalenden toon gesproken over de veiligstelling van den gulden. Blijkbaar hebben zij, die dit deden, een .onvoldoend besef van de groote sooiale beteelcenis van de waardevastheid van hot geld. Wel licht Zijn ziji van meening, dat dit vraag stuk alleen of in de eerste plaats de groote kapitalisten aangaat. Het omge keerde is echter het geval. Groote kapi talisten hebben in den rtegel hun bezit vooiral belegd in goederen en minder in vorderingen. Anders is liet met de van den verkoop van hun arbeidskracht levende groepen. Wat zij aan bespaard of uitge steld loon bezitten, bestaat voor het groot ste deel uit vorderingen, waarvan de waar de afhangt van de waarde van het geld. Men denke slechts aan de reusachtige bedragen welke gevormd worden door de bezittingen van spaarbanken, levensver- zekerings-maatschappijen, pensioen- en an dere sociale fondsen en andere groote uit arbeidsinkomen gevormde sommen, die door de bezitters zelf belegd zijn in hy potheken, pandbrieven en andere obliga tion". Mijnheer de voorzitter! D'it is volkomen juist. De aandeelen van vele naamlooze vennootschappen stijgen, naar gelang do munteenheid daalt, in koers. De jvaardc van fabrieken en vaste bezittingen volgt niet den teruggang van de munteenheid. Het kind van de rekening worden de klei,Ine cbligatiehouders en zij', die van hun arbeid of hun schamele spaarpen ningen moeten leven. Er is in deze dagen dan ook geen grooi- tel' sociaal wei'k te doen dan do veilig stelling van den gteldcn. Mijn geachte ambtgenoot van arbeid, daaraan medewer kend, blijft dan ook geheel in dei lijn van zijn vroegere bewindsjaren. Wie het tegen deel zegt, vergist zich ten eenenmale. i „Sodom en Gomorra". We vonden in „Timotheus", onder de „Indrukken" van den Hoofdredac teur de volgende juiste en treffende opmerking, en Dezer dagen wordt in ons land een film verlotend onder bovengenoemden titel. Volgens een der bladen, wier ver slaggever de voorstelling ging zien, is liet een stuk vol zinledige, en tegelijk ongebreidelde fantasie. Enkel sensatie: een roes van geld en vrouwen, van liefde en zonde, van moord cn dood slag! De film is opgenomen in liet Stier- marksche ertsgebergte, waar de ver woesting van Sodom en Gomorra moest worden „gespeeld". Zeshonderd arbei ders waren aangenomen tegen hoog loon, onder de verzekering dat de scène absoluut ongevaarlijk zou zijn. Diepe bo ringen werden gemaakt, waarin groote ladingen ontplofbare stoffen werden neergelegd. De ontploffing overtrof ech ter verre de verwachting, zoodat van de arbeiders, die voor den schijn moes ten vluchten en neervallen, verscheide- Uw genade U nimmer verloochenen. 0, Heere! verlaat ons niet!" Terwijl zij alzoo bij afwisseling met bid den, spreken, en met de weemoedige be schouwing van het bleeke, rustige ge laat hunner moeder bezig waren, werd hun aandacht door een vreemd geluid afgetrokken, dat de oude muilezel opeen kleinen afstand van hen maakte; hij balk te, sloeg driftig met de pooten, en scheen tooniiger en levendiger dan zij van hem gewoon waren. Huibert, die ook menschen- stemmen meende te hoeren, stond op :en ontdekte nabij- een der ingangen van het woud een ouden boer en ©en jongeling, die alle pogingen aanwendden, om het dier bij den too-m te leiden, -doch dat zich daartegen, m-et al -de halstarrigheid van Zijn soort eigen, verzette, maai- van zijn zijde moeite scheen te doen, om die lieden naar de kinderen heen te voeren, want zoo dikwijls dc boer hem naar dien kant trok, waar de tent geplaatst was, volgde hij als een lam, -maar telkens, als men hem naar de andere zijde wilde leiden, zette hij zijn voeten vast in de sneeuw en wilde geen haarbreed wijken. Toen de oude boer Huibert ge-waar wérd was hij- zeer verbaasd- in een zóó afge legen gedeelte van het woud iemand te ontdekken. Onze jongeling ging dadelijk naar hem toe, en zag in hem een man, wiens gelaat vertrouwen inboezemde, ver- nen zwaar gewond werden en een zelfs het leven verloor 1 Onlangs werd de opmerking gemaakt: Europa is op weg naar Sodom en 'Go morra 1 Wordt deze sombere voorspel ling niet bevestigd door het boven staande? Hoe groot is de laatste jaren de verwildering geworden 1 Hoe neemt de ontucht tocl Hoe roekeloos speelt men met het mcnsclielijk leven; en dat alleen voor „genot"! Welk een geest heerscht er toch van verkwisting en onverschilligheid 1 God is liefde. Ilet is op Golgotha zoo overweldigend duidelijk gebleken. Maar God is ook licht. En zijn rechtvaar dige toorn zal allen treffen, die du waarheid niet hebben liefgehad, maar een welgevallen hadden in do onge rechtigheid. Stukken voor do Ka mer van Koophandel en Fabrieken. Naar aanleiding van een schrijven van den Bond van Rijwiel on Matorhandelaren inzake het op gemakkelijke betalingsvoor waarden aan personeel van de posterijen en telegrafie verstrekken van rijwielen vanwege 't hoofdbestuur van PI. T. eu T., wijst 't bureau dor kamer er opi dat uit 'u ingesteld onderzoek is gebleken, dat door het Hoofdbestuur voor beambten, die voor den dienst van een rijwiel gebruik maken, zonder in het bezit te zijn van een rij'ksrij- wiel een regeling is getroffen om op gemakkelijke betalingsvoorwaarden door bemiddeling van het staatsbedrijf der Pos terijen in het bezit te komen van een door dit bedrijf te leveren rijwiel. Het bureau is met genoemden bond van -oordeel, dat een dergelijke regeling waarbij de handel wordt uitgeschakeld niet aanbevelenswaardig is. Iets anders zou het naar de meening van het bureau zijn, wanneer het bestuur van de post» rijen zich tegenover de leveranciers ga rant stelde in gevallen dat de koopendc beambten moeilijkheden ondervonden bij het regelen der betalingsvoorwaarden. In verband met het bovenstaande stelt liet bureau voor don directeur-generaal een schrijven te richten met verzoek in het belang van den handel den getroffen maatregel weder in to trekken. De commissie voor dc handelsbelangen verecnigt zich met het voorstel. Door de kamer te Utrecht is een af schrift gezonden van een adres aan den minister van justitie, waarin wordt aan gedrongen op wijziging van het wetboek van koop-handel, namelijk van art. 47 le lid, waardoor het verplichtend wordt een belangrijk verlies van het maatschap pelijk kapitaal cener naamlooze vennoot schap in te doen schrijven in het han delsregister. Hel bureau kan zich met de strekking van het adres zeer wel vereenigen doch meent dat door het adres van Utrecht voldoende aandacht aan de zaak is gewijld en liet niet noodzakelijk is het adres te steunen, doch het voor kennisgeving1 kan wiorden aangenomen. De meerderheid der commissie voor do Wettelijk e bepalingen kan zich vereenigen met het voorstel van het bureaude minderheid vereenigt zich ook met de strekking van het adres van Utrecht,, maar meent, dat in gevallen als dit een adres niet eenvoudig voor kennisgeving moet worden aangenomen, doch dat zou kunnen worden besloten dat do kamer met instemming van het adres heeft kennis genomen. In verband met een adres van de kamer te Utrecht aan den minister van financiën over het zegelrecht voor cassa- bons, meende het bureau aanvankelijk dat dit voor kennisgeving' kan worden aangenomen, omdat de aandacht er door Utrecht voldoende op- gevestigd werd, maar de commissie voor de wettelijke be palingen meende dat do talrijke winkels, wélke ook in dit district met cassa-bons werken het recht hebben om in deze te wtorden gesteund. Het bureau stelt nu nader v-o-or mede naar aanleiding van een schrijven van den directeur der regi stratie, die meent, dat cassations boven f 10 aan zegelrecht zijn onder worpen, aan den minister van financiën te verzoeken maatregelen te nemen dat de bedoelde cassabons in het vervolg niet aan zegel recht zijh onderwérpen. Verder zal aan de orde komen de vaststelling van het jaarverslag'. haalde hom met weinige woorden zijn treurige geschiedenis, en vatte daarop zijn hand om hem naar de kleine tent te te geleiden, wier schaduw alles bedekte wat hem en Louise op aarde het dierbaar ste was. De oude man, in wiens hart niet slechts natuurlijke goedheid, maar ook die liefde woonde, welke een vrucht van het door den Heiligen Geest in het hart gewerkte geloof is, was -door Huibert's verhaal diep getroffen. Hijzelf kende bij ondervinding de rampen en ellende -der ballingen, daar hij insgelijks bij een vroegere geloofs vervolging -genoodzaakt was geweest ïn datzelfde woud de woede zijner vijanden te -ontwijken, waai" hij met vrouw en kin deren een schuilplaats gevonden had, en vervolgens, -d-e gunst der beminnelijke be zitster van dit uitgestrekte domein ge wonnen hebbende, tot op -dit oogenblik een boer pp haar grond geweest was, ter wijl zijn kinderen haar tot trouwe dienst boden waren. is Aan de tent gekomen, lichtte Huibert den soldatenmantel op, die voor den in gang hing. De zonnestralen schoten met die eigenaardige helderheid, welke het licht alleen in een zuiveren, kouden damp kring heeft, in de kleine schuilplaats, en vielen, vermengd niet de teruggekaatste kleuren van het hoogverwige bekleedsel, met tooveTachtigc bevalligheid op de be- Mlddelburg. Woensdag vergaderde In het gebouw der stichting de vereeniging „Kinderzorg", onder voorzitterschap van ds N. M. dc Ligt. De secretaris, ds H. Jonker, bracht jaarverslag uit, waarin vooral de 'bazaar en het prachtig resultaat dankbaar werden herdacht. Mevrouw Quarles van Jlfford baronesse Mulert tot de Leemcule kan Toch een be drag van f8391,69V2 aan den penning meester afdragen. De schuldenlast der vereeniging is dit jaar dan ook met f 9200 gedaald. Een gewichtig feit voor Kinder zorg is dit jaar geweest de verandering van directeur. Nog deelt de secretaris me de, dat 88 Zecuwsche gemeenten lid der vereeniging zijn en dat ieder kind dit jaar gekost heeft 1424 tegen f 451 in het vo rig jaar. I I t *1 Vervolgens deed de directeur, de heer Middelkoop, mededeelingen over de stich ting, waaraan wij ontleenen dat in het afgeloopen jaar 1 jongen en 1 meisje zijn overleden. Op 1 Jan. jl. waren er in de inrichting 60 jongens en 69 meisjes; uitbesteed waren 22 jongens en 16 meis jes, zoodat 167 kinderen en een meerder jarige, die niet in zijn eigen onderhoud kan voorzien, aan de zorgen der stich ting zijn toevertrouwd. De huiselijke feest jes zijn altijd heel prettig, maar niet al tijd is ,het feest en nu nog liggen de zie kenzalen vol en worden 3 kinderen in het gasthuis verpleegd. Wat betreft het personeel, cr zijn zeer goede krachten onder, maar ,er zijn er ook, die steeds op de klok kijken of de zaalwacht nog niet om is en die op de speelplaats als harken blijven staan, in plaats van met de kin deren mede te leven, zooals anderen doen. Aan de orde was nu de rekening van den penningmeester ds J. de Vries, aan wijzend een goed slot van f3836,09i/3. Op 31 Dec. jl. stond bij de Nat. Bank in deposito f2882,14. Spr. zei, dat boven deze rekening wel moest staan „God zorgt". De regeering dekte een tekort van f 15600 over de oorlogsjaren 1915-1921, f 10.000 over 1920 cn f7500 over 19214 Do busjes brachten meer op dan ooit te voren, namelijk f 7205,68 en dan ten slotte de bazaar. Over de contributies is spr. echter minder tevreden, die kunnen verhoogd worden. De bankschuld is nu weg en men heeft een deposito, maar deze is reeds opgegeten tengevolge mede van 20 pet. minder subsidie van het rijk, wat f7000 minder inkomsten beteekent. Als allen medewerken, dan kan de schuld weer verminderen; nu is f9200 afgelost en bedraagt ze nog f55.900. Tot, bestuursleden werden herkozen ds H. Jonker, ds A. S. Talma en ds H. F. du Puij en gekozen de heer A. J. van Schelven, ouderling te Ziorikzee, en do dames mevrouw Quarles van Ufford ba ronesse .Mulert tot de Leemcule en me vrouw Snoep-van Stam, beiden te Mid delburg. i Na de pauze werd door eenige meisjes het bewijs geleverd met welk een vrucht zij het zangonderwijs volgen, waarna de heer mr A. de Graaf uit Utrecht een referaat hield over „Kinderrechter en Ge zinsvoogd". i i i i I 1 f TJ Spr. wees eerst op de rechtspraak van vroeger; 50 jaar geleden werd een kind van 7 jaar wegens diefstal tot 15 jaar gevangenisstraf veroordeeld. Men vraagt zich nu wel af of de menschen van voor 100 jaar gek of wreed waren, maar dit zal over 100 jaar wellicht weer van ons worden gevraagd. Toch is men weer een stap vooruit. Begonnen is met het zijn van eigen rechter, toen volgde het fa milierecht, totdat de kerk het recht be schermde, later de staat. Men staarde zich echter blind op de misdaad en keek te weinig naar den persoon van den da der. Hierin komt thans verbetering. Ame- riga ging voor met instellen van speciale kinderrechtbanken. In Europa kwam Bel gië het eerst met het instituut van kin derrechter. Er zijn thans ïn Nederland 22 kinderrechters, maar het is jammer dat de meeste niet uitsluitend kinder rechter zijn. Spr. zet nader uiteen hoe het gezinshoofd inlichtingen kan verzame len en aan den kinderrechter kan over brengen. Spr. meent, dat de dames zich moeten belasten met het toezicht op meis jes en in geen geval ook op jongens, dit moeten zij aan de mannen overlaten. Er is geen gerechtigheid zonder liefde, maar ook geen liefde zonder gerechtigheid. Verschillende aanwezigen stelden vra- minnelijke, slanke gestalte van zijn moe der, die in haar heldoren mantel het vol komen beeld des levens zonder beweging vertoonde, .terwijl het kindje van haar boezem op den wij'd-uitgestrkten' arm ge gleden was. Louise zat aan haajr voeten, beurtelings op beiden, doch het meest op haai* moeder heur betraande blikken slaande. Toen Huibert den mantel weg schoof, deed het licht haar gezwollen en in tranen zwemmende oogen pijnlijk aan, en ze lichtte haaf hand' op, om ze voor de zo® te beschutten. Zoodanig was het roerendie tooneel, dat zich aan den Alpen bewoner .vertoonde, toen hij in de tent blikte. f j Niet voldaan met tonen te storten bij deze ongelukkige kinderen, keerde hij'.zich tot den jongeling, die hem vergezelde en die zlijn kleinzoon was, en gaf hem zekette bevelen, om ze onverwijld ten uitvoer te brengen. Binnen weinig tijds kwam deze terug, vergezeld van enkele Reden uit het gehucht, die met de meeste bereid vaardigheid en bescheidenheid, en in diepe stilte toebereidselen maakten om de over blijfselen der gestorvenen naar de hut van den boer te brengen, alvorens hun die tol te betalen, welke ieder sterfelijk mensch eens zelf verlangt te ontvangen, en daarom aan elk zijner vooruitgaande medestervelingen verschuldigd is. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1923 | | pagina 5