Ingezonden Stukken. Gemengg Hieiiws. Allerlei. Rechtszaken lei prorincio fciosleld is uiet de postbestelling op Zaterdagmiddag. Op verschillende plaal- aan blijkt deze niet He bestaan, zoodat men gcw» post ontvangt tusschen Zaterdagmorgen en Maandagmorgen. De bedoeling is, is samen werking met de K. N. L. C. pogingen aan te wonden overal, waar deze niet is, een Zatcrdag- bartelling (te verkrijgen. g. Spoortarieven. Den onderzoek wordt in- gestold naar de Spoortarioven voor het goe derenvervoer. De bedoeling van het K.N.L.C. is, in samenwerking mot andere organisaties pogingen aan te wendon om tot lagere spoor- tarioTcn voor het goederenvervoer te komen. h Varkensfokkeriy en -mesterij. Op initiatief der Z. L. M. vond onder leiding der Prov. Commissie voor de Varkensfokkerij eene ver- gadering plaats, waar door vertegenwoordigers der Z. L. M. en dc Katholieke Boerenbonden in Zoeuwsch-Vlaanderen onder het oog werd gezien: Hoe export van mestvarkens te be vorderen. Hoe het opfokken rationeeler ,te doon geschieden. Hoe het ras, in het bij zondei' hot Vlaamsche te verbeteren. Wjensche- Hjk is, dat plaatselijke commissies tot stand komen, welke fiCot deelnemen aan stamboek- houdingen propagecren cn voorlichting geven bp den aankoop van fokmateriaal. en hei. samenstellen van voedselrantsoenen. Kringtenloonstclling. Dc Kring ïholen stolt voor de tentoonstelling aldaar te houden op Donderdag 28 Junia.s. De H. B. vergadering zal dan Jjfehouden worden 26 Juni 's avonds de algemeene vergadering 27 Juni 's morgens half tien uur en de rijtoer dienzelfden dag dos namiddags om één uur. Voorloopig overzicht rekening. De op dit overzicht voorkomende post exploitatie Land- bouwhuis" geeft den heer Koning aanleiding er zijn spijt over to kennen te geven, dal Dinsdags een deel van het Landbouwhuis is verhuurd. Men doet dat ter wille van wat inkomsten, doch hot gevolg ervan is, dat een dool van het personeel, het welk juist ook menschen te woord heeft te staan, zich dien dag in een akelig klein vertrekje uiterst primi tief, behelpen moet. Bovendien, waar is er een geschikte wachlgelegenheid Spr. be treurt het dat hot Landboifwhuis, dat toch zekar niet luxueus is ingericht, tengevolge van de contributie-inkomsten zoo geëxploiteerd moet worden. De heer van Oeveren vindt dit eveneens jammer. Do Mij zou nog veel meer lëden moeten en kunnen heljbon. En om meer deren te krijgen, moeten verschillende directo voordooien gebracht worden. Do kringbestu- ren kunnen daar veel aan doon, als ze prac- tisoh zün.. Spr. wijst in dit verband op zijn kring, waar men heeft een onderlinge slacht- vooverzekering, oen eigen veewagen, waarmede moeilijk te transporleeren dieren naar Rotter dam vervoerd worden, men billijke tarieven voor hel bietcnvorvoer bedingt, men thans bezig is den gemoenschappelijken aankoop te organiseeren, enz. Behalve over dit punt, werd over het overzicht vorder niet gediscussieerd. Bestuurslid Kon. Ned. Landbouwcomilë. De heer Mr Dieleman, welke aan de beurt van aflroding was, wordt zonder hoofdelijke stem ming herbenoemd. Bureau voor Landbouwboekhouden. Dit Bu reau werd gereorganiseerd en in overeenstem- j ming daarmedee het reglement gewijzigd. Het zal in den vervolge in eigen beheer worden genomen, door het secretariaat. Men zal met de nieuwe werkwijze aanvangen 1 Mei a.s. en daaromtrent nadtfre mededeelingen doen in het Zeeuwsch Landbouwblad. Tot leden der Commissie van Advies worden benoemd de hoeren: A. I. Leenhouts, Retranchement, M5. G. Boot Jz„ Haamstede en J. M. van Bommel van Vloten te Goes. Centraal Zeeuwsch Pachtbureau. Voor dit bureau werd een huishoudelijk reglement vast gesteld, terwijl enkele wijzigingen van meer ondergeschikt belang in de algemeene Pacht- voorwaarden werden aangebracht. Rapport Onderling Brandverzekeringswezen. Bij de behandeling van dit rapport deed de heer Blonv-voorzitter der Onderlinge te Noord- welle (voor onroerend goed) uitkomen, hoe uiterst voordeelig men in Schouwen werkt Men betaalt er 0.001 voor premie. Besloten werd de besturen der verschillende onderlingen in de provincie op eene vergadering bijeen Ie roepen ten einde door onderlinge bespre- j fcingen na te gaan, wat door samenwerking j van de bestaande onderlingen eventueel zou j zijn te bereiken. Rapport van de Commissie tot bestudeering van den wettelijk geregelden arbeidstijd. Deze rapporten, welke betreffen een rapport van den H. R. v. A. i.z. het voorontwerp Land- bouwarbeidswet en een voorontwerp van een alg. maatregel van Bestuur betreffende hef werkbesiuit voor fabrieken of werkplaatsen, werden ongewijzigd vastgesteld. O.m. wordt in j do rapporten naar voren gebracht, dat alle ieden van den Hoogon Raad van Arbeid, in welke bewoordingen dit ook is gezegd, het i er over eens zijn, dat eene wettelijke regeling va nden arbeidsduur voor den Landbouw over het geheele land absoluut onmogelijk is. Rondvraag. Bjj de rondvraag werd dooi' en heer Gast de gemeenschappelijke ver- i oop van aardappelen ter sprake gebracht en j 0' 011 toer van Öoveren liet tijdig ver sprei en van gegevens betreffende beteelde oppervlakten en geoogste hoeveelheid der Pto- ucen toor het Int. Landbouw Instituut te C, r vatl Hoek meende dat het Instituut doet wat het kan, doch het onder- ▼in uns ook verschillende moeilijkheden eI°,iee.jVaa-,den hnantieelen toestand in verschillende rijken. Spreker verklaarde zich bereid in (deze een Cn ander te zullen nagaan. Voorts bracht spr. een woord van dank han don voorzitter voor de uitnoodiging tot deze vergadering. Gaarne onderhoudt spr contact met de verschillende organisaties en met genoegen hoeft hij de beraadslagingen gevolgd. Ze getuigden y.gn Qen opgewekt leven m do Z. L. M. Spreker besloot met zijn beste wenschen voor de Z. L. M. uit Jte spreken Hierna sloot de voorzitter o.m. met een toe passelijk woord tot den heor van Hoek de vergadering. (Buiten verantwoordelijkheid dor Redactie.) Aan de Redactie van „De Zeeuw". Tengevolge van de voor mij aan de Slatenverkiezing verbonden drukten, was ik tot mij'n groot leedwezen niet eerder in de gelegenheid tot het opstellen van onderstaand verweer, waarvoor 'ik u plaat sing verzoek. In hoeverre het voor de Redactie van een blad als do Zeeuw behoorlijk is om een zoo feilen aanval te doen, afgaande uitsluitend op een couranten-verslag, geef ik, nu zekere April-gebeurtenissen achter den rug zijn, haar gaarne ter nadere over weging. Hoogst waarschijnlijk zal zij dan nog tot de erkenning komen, dat tijidens die gebeurtenissen niet idles toelaat baar is. Omdat uw aanval van az op bedoeld verslag is gebaseerd, wil ik, alvorens in te gaan op het artikel „Een gevaar?" een tweetal opmerkingen maken. Ie. Gelijk overal heb ik ook te Vlis- singen met geen enkel woord over ver- ■chïjjun met de Antirevolutionaire partij1 gesproken, dan in tweede af derde in stantie, hetzij in antwoord op gestelde vragen of in debat. Ok te Wemcl- ding el Uitnóodigingen om speciaal over het verschil te handelen heb Tk steeds afgewezen. Was ik te Vlissingen daarnaar niet gevraagd geworden, ongetwijfeld zou ook mijn antwoord zijn uitgebleven. Hoewel zeer geprikkeld door Professor Visschers optreden tijdens dezen stembus strijd, bestond or toch geen opzet om te Vlissingen over de Kamer-redevoerin gen van Prof. Visscher te spreken. Méér nog. Ik heb mijn antwoord begonnen met te zeggen, dat ik, gelijk altijd, met op'zet over het verschil had gezwegen. Indien mijn aanvaller onderzoek had gedaan naar de sfeer waarin ik mijn gehoor had gebracht, en hij nog in staat was om booze bedoelingen bij mij afwezig te ach ten, dan ware zijn aanval hoogst waar schijnlijk in de pen gebleven, en in ieder geval minder fel geweest, en dan zouden de laatste dagen van den verkiezings strijd in Zeeland niet de verwijdering hebben gebracht, die wij! nu.helaas moeten constatoeren, en die voor rekening ligt van De Zeeuw en do(n) Antirevolutio naire^) spreker(s?) die den aanval nog wat hebben verzwaard. De gelegenheid werd wel benut!! 2e. Het. verslag was onvolledig. Spre kende over het verschil heb ik mij in hoofdzaak gehouden aan de redevoeringen en geschriften van Jhr. Dr Savornin Loh- man, mieer in het bijzonder aan zijn (veel te weinig hekend) artikel „Twee Staatkundige stelsels" opgenomen in de Verzamelde Opstellen, Deel I, pagina 1 e.v.v. en daarnaast aan de naar aanleiding daarvan opgenomen artikelen in de A.-R. Rotterdammer en ander het opschrift „Tweeërlei Souvereiniteit" in de Stan daard. Ook hierbij heb ik mijl, als altijd, wel er voor gewacht om ook maar één woord te bezigen dat de Anti-Rev. onaan genaam kon zijn. Na aldus ook te heb ben aangetoond dat, ondanks verschil, samenwerking niet alleen mogelijk, maar eisch van hot gemeenschappelijk begin sel is, heb 'ik gewezen typi de Kamer- redevoering van Prof. Visscher. En, ja, toen zweefde inderdaad, gelijk u wel zoo vriendelijk is in no. 159 van uw blad te veronderstellen, het voor mijn kerke lijk gevoel zao pijnlijk optreden van Prof. Visscher voor de aandacht, maar toen stond óók in éénen voor mij Prof. Visscher zooals minstens 95 pet. van de Ned. Herv. predikanten in Zeeland hem zien en 100 pet. van de Ned. Herv. Zeeuwen vroeg of laat hem móeten zien, de man, die meer dan een kwart eeuw lang heeft gestreefd naar een doel, waar van de vervulling voor hem gelijk zou staan met de voltooiing van een levens taak, dit dooloplossing van he t k e r k e 1 ij k vraagstuk door ont binding van de Ned. Herv. Kerk in naar richting onderschei dene d e e 1 e n. En toen heb ik gewezen op de Kamer-redevoeringen van Prof. Vis scher, waarin hij de regeering vraagt een daad, de daad, die hij noodig acht, wijl zij het uiteenvallen van de Ned. Herv. kerk moet voorafgaan. Vervolgens heb ik gewezen op1 de zoo uitnemende rede van Prof. Slatemaker de Bruine, den 23sten Maart j.l. gehouden in de Eerste Kamer, waarin dit voor zijn ,Kerk en voor heel zijn Volk zoo in-warm- ■voelend Chr.-Hist. Kamerlid de Antire volutionaire partij met groole bescheiden heid vraagt: „Wilt gij niet overwegen om uit artikel 20 van uw Program enkele woorden te doen vervallen. En indien dit teveel ge vergd is, wilt gij dan niet overwegen om althans te desavaueeren, datgene wat door enkele leden in het Voorloopig Ver slag der Tweede Kamer is gezegd en wat veel verder gaat." Even tevoren was door Prof. Slotemaker de Bruine opgemerkt: als ik aan Prof. Visscher denk, denk ik aan het (hierbo- venbedoelde) Voorloopig Verslag. Ik dacht aan de rede van den lieer Idenburg, waarin van de door Prof. SI. de Br. gewenschte desavoueering geen sprake was. Ik dacht aan het stilzwijgen van de leden dor Tweede Kamer, omi welbe wust te eindigen en te zeggenindien blijken mocht, dat de Anti-Rev. partij als zoodanig het stand punt van Prof. Visscher deelt, ik die part ij alsdan, met het oog op haar te voeren kerkelijke politiek, een gevaarzoumoeten achten voor de Ned. Herv. kerk. Ik merk hierbij op, dat ik uit mijn geheugen citeerende, aan een woord niet wensch te hangen. Maar het „i n d i c n" stel ik vast. Ik zou het hierbij kunnen laten, indien mijn aanvaller zich niet had gchuldig gemaakt aan twee ernstige feiten, die niet door den beugel kunnen. In de eerste plaats is het volstrekt in strijd met de feiten, wanneer het wordt voorgesteld als zou i k begonnen zijn met „dc kerk hardhandig in het debat te werpen". Diat deed Prof. Visscher en dat deden de A.-R- Kiesvereeni- gingen, die Prof. Visscher en andere woordvoerders in hun vergaderingen en op hun landdagen lieten optreden met het even onzinnige als misleidende onder werp: „Hervormd en daarom Antirevolu tionair". Niet wij) Chr.-IIistorischen, zijn aansprakelijk, maar dat is Prof. Visscher en dat zijn de A.-II. persorganen, die in gebreke zijn gebleven dit optreden van Prof. Visscher te desavaueeren. Aansprakelijk is ook Dte Zeeuw, die voorheen terecht toornde over hot gesol door Vrijzinnigen met do Ncd. Ilorv. Kerk en die deswege dc Zierikzeoschc Nieuws bode eens qualificeorde als do „Liberale vui'nisbak". Aansprakelijk is oqk Die Zeeuw, die, toen het Pref. Visscher gold, zweeg in 'duizend talen, maar die moord en brand begon te schreeuwen over een Chr.-Hist. spreker, die, na lang gezwegen te heb ben, eindelijk zich uitsprak en de toege worpen handschoen opnam;. In ernst! Kan Do Zeeuw van mijl eischen, van mij verwachten, na jaren achtereen mét haar te hebben geroepen: „de Kerk er buiten", dat ik zwijgen zal omdat het Prof. Visscher is, die, om' slem- men van Herv. kiezers te winnen, de kerk in het debat brengt, op een vvlj'ze die duizenden en nog eens duizenden trouwe leden der Herv. Kerk pijn doet, en de( kerk moet schaden? Hoewel uw antwoord, óók om reden van persoonlijken aard, mij niet onver schillig is, wil ik echter ook zonder dat nu reeds verklaren, dat ik, indien Prof. Visscher en meerdere Anti-rev. met hom pp den ingeslagen weg voortgaan, ik het mij tot plicht zal achten om, scherper dan ik liet te Vlissingen deed, daartegen te protesteeren. Uw opgestoken vinger, u inoudo het mij ten goede, zal mij alsdan niet kunnen afschrikkenevenmin een herhaling van de nu teg'en mij gevoerde hetze, waarbij de Standaard zicli niet ontziet, mijn „durf" om' te Vlissingen „met dankzegging te eindigen" in het geding te betrekken. Voor mijn kerk wil ik wol wat smaad dragen. Wij weten bij ervaring, dat de Gereformeerde broeders daarmede niet heel zuinig zijn. In dc tweede plaats is in strijd met do werkelijkheid Uwe voorstelling als zou den door Artikel 20 van het Program der Anti-Rev. partij de belangen der Ned. Herv. zijn gewaarborgd. Die voorstelling acht ik misleiden d. Zeker, dit artikel werd in 1878 vast gesteld door personen destijds allegaar leden der Herv. Kerk, terwijl op initia tief van Ds Buijtendijk- daarin werd op genomen: „na uitbetaling aan de recht hebbenden van het rechtens verschul digde". Maar daarnaast mag niet ver zwegen worden, dat na 1880 do ker ken in doleantie aanspraak op de kerke lijke goederen cn fondsen hebben ge maakt. Beslist e n j u i s t is voorts door U weer gegeven het antwoord van Prof. Visscher op de vraag van den heer Snoeck Hen- kemans aan wie het rechtens toekomende moet worden uitgekeerd. Prof. Visscher antwoordde: „aan de plaatselijke kerken". U maakte er van: „aan de plaatselijke (Hervormde) Kerken". Mag dat? U weet evengoed als ik, dat Uwe persoonlijke overigens zeer ge waardeerde meening de kerk geen cent waarborgt. Bovendien Prof. Visscher heeft niet al leen niet gezegd, dat de Ned. Herv. Kerk de rechthebbende is, maar dat, wanneer de Regeering tot kapitalisatie zou be sluiten, wij dan komen te staan voor de vraag wie de rechthebbende is. Ik ontken clan ook, dat mijn kennis van bedoeld art. 20 mij van mijn opmerkingen had moeten weerhouden en dat ik mij schuldig zou hebben gemaakt aan „val- j sche voorstellingen". Dat deedt gij. Beslissend is niet, dat bedoeld art. I 20 destijds in het belang der Ned. Herv. 1 Kerk in het Program werd opgenomen, maar w e 1 of het artikel thans nog in j het belang is. Wat dunkt U? Als Prof. Slotemaker de Bruine laatstgenoemde vraag bevestigend kon beantwoorden, zou hij dan de anti-rev. partij wel hebben gevraagd om enkele woorden te laten vervallen Een feit is, dat na de doleantie bedoelde vraag door duizenden ontkennend is beantwoord, en dat, na het optreden van Prof. Visscher zoowel in als buiten de Kamer, dit aantal met den dag stijgt, moet stijgen. Want wat wil Prof. Visscher? Aan de, zoo kort mogelijke, be antwoording dezer vraag ga de stellige verklaring vooraf, dat ik den ernst en de zuiverheid zijner bedoelingen geen «ogenblik in twijfel trek. De Herv. Kerk moet, naar de meening van den Hoogleeraar, uiteenvallen, 'uiteenvallen naar de onderscheidene „rich tingen" die Prof. Visscher in haai' ziet „georganiseerd". Die richtingen moeten zich kunnen uitleven. Prof. Visscher hoopt ze na de scheiding weer terug te vin den, d.w.z. die predikanten en die leden der gemeenten, die het in dogmatieis met hem eens zijn of willen worden. Nu de Synode in 1916 voor dit sloo- perswerk zich zoo maar niet wilde lee- nen en nadat wel was gebleken, dat het langs „kerkdijken weg" niet zou gaan, moet het langs politieken weg worden geprobeerd. Welnu, daartegen verzetten wij ons met alle kracht, omdat wij be doeld uiteenvallen der kerk mogen noch kunnen bevorderen. Wijlen mijn yaderlijke vriend Ds Karros kwalificeerde deze dusgenaamde „refor matie" als „revolutionair" in "den meest volstrekten zin van het woord vier kant het tegenovergestelde van het: „niet door kracht noch door geweld, maar door Mijnen Geest zal het geschieden". „Een kcrkhcrstel, dat beginnen moet bij den Rijksbetaalmeester en waarhij gezongen wordt: „Komt laten wij den boel maar doelen", en zeer zeker hierin onderschei den van „de reformatie" van 1886, dat imen de laatste begon vóór men zeker was van de kerkelijke goederen, en dat de eerste zonder die zekerheid niet zal worden ondernomen." Wiji gaan met onze Ned. Herv. Kerk dien weg niet op. Non possumus. Moge nu spoedig en duidelijk Wijken, dat de Anti-Rev. partij mét onze kerk ook ons volk voor een der-gelijke oplos sing van het kerkelijk probleem wil hel pen bewaren. Ook „De Zeeuw" waaraan ik mij nog door oude banden verbonden voel. En wanneer de Anti-Rev. partij dan alvast beginnen wil om Prof. Visscher niet langer gelegenheid te geven om de Herv. Kerk in den verkiezingsstrijd te betrekken, gelijk hij dat gedurende de laatste weken durfde en, geholpen door Anti-Rov. Kiesvereenigingen en andere or ganen, ook kon doen, dan zal er voor mij aanleiding bestaan om het thans nood gedwongen door mij gemaakte voorbehoud met gerustheid torug te nemen. Dan zal do strijd over het kerkelijk pro bleem, gelijk het ook behoort, gestreden worden buiten het politieke terrein. Kerk en politiek en de goede verstandhouding tusschen Anti-Rev. en Chr.-Historischen zullen er wel hij varen. Hoogachtend, J. M. KRIJGER Jr. 's-Gravenhagè, 11 April 1923. Mag ik Mijnheer de Redacteur eenigc plaatsruimte van u verzoeken naar aan leiding vair het ingezonden stuk van J. C. de Muijnck, d.d. 24'23? Allereerst verbergt De M. zich achter het slotartikel in zijn stuk weergegeven, doch vergeet hierbij op te merken, dat volgens mij ter oore kwam, op de be stuursvergadering in Oct. 1922 gehouden, besloten is, dat, zoo de soliditeit en de kerkelijke gezindte geen verschil maakte en dit is hier niet het geval (wat hij in zijn stuk zelf bekent) het werk aan den laagsten inschrijver te gunnen al was het verschil nog zoo gering, terwijl het nu f 192 verschilt, wat maar voor reke ning der belastingbetalers zal worden ge houden. Dan schrijft 'u van een oud ervaren bestuurslid, wat niet juist is, althans dan was het voorstel dooi' hem niet ter tafel gebracht, gezien het bovenstaande, cn had u als voorzitter van dien man zijn on kunde geen partij getrokken ten voordeele van 'uw patroon. Dat u zich nog durft beroepen op Bij belteksten is niet alleen onjuist, maar in dit geval zeer onchristelijk. Dat v. H. zijn personeel op Chr. feestdagen betaalt, móet hij zelf weten, ik acht dit onnoodig, gezien de verdiensten der bouwvakarbei ders tegenover andere werklieden en den financiëelen steun aan uw schoonvader, die momenteel ziek is (want daar zin speelt u immers op), is m.i. het. aange name ver to zoeken wanneer de kinderen hiervoor hun beginsel moeten en willen prijs geven en wanneer die trachten het gegevene uit een anders beurs bijl toe passen. Dat in het ingezonden stuk van J. Karreman een persoonlijke kwestie schuilt is volgens verklaring van K. zeer onjuist van u gezien, immers alle onrecht wie ook aangedaan is te veroordeelen en treft het stuk niet Van H. maar het bestuur en in de eerste plaats den voorzitter en heeft K. niet gehandeld met oppositie- vrienden, maar is je geheele handelwijze hem zeer onaangenaam, vooral op Chr. gebied, omdat hierdoor den godsdienst wordt gesmaad en schrijf ik uit naam van K., dat ook indien Van H. den laagsten inschrijver was geweest en de keuze op mij gevallen (wat niet mogelijk is), hij eveneens zou hebben geprotesteerd en dat hij in dezen niet alleen staat bewijst het bericht in „De Zeeuw" van 5 April (ep verzoek teruggetrokken van de candi- datenlijst J. C. de Muijnck). Was in het ingezonden stuk van 24— '23 mijn naam niet ten onrechte misbruikt, dan was ik op deze beruchte gunnings- zaak niet ingegaan, omdat dit aan het mij aangedane onrecht niets afdoet. Nu ik echter, hoewel ik van het schrijven van K. niets afwist hierin toch betrok ken word, meende ik, dat het op mijn weg, lag hiertegen te protesteeren en mijn ge voelen hierover kenbaar te maken. U, Mijnheer de Redacteur, mijn dank voor de verleende plaatsruimte. Hoogachtend, C. VERBURG, Timmerman. Wissenkerke, 13 April 1923. (Wij kunnen over deze plaatselijke quaestie geen plaatsruimte meer afstaan. Het debat is gesloten. Red.). On ge lu kken. Een 22-jalrïge zus ter van de kinderafdeeling in het diako- nessenhuis te Heerlen, geraakte in brand, doordat zij in aanraking kwam met een eleeteische kachel. Zij overleed na een hevig lijden aan de bekomen wonden. -— De smid de V. te Haarlem, was in zijn i smederij .bezig een motorrijwiel te repa- reeren en gebruikte daarvoor een auto geen lasch -en snij-apparaat. Plotseling sprong het toestel. Toegeschoten voorbij gangers vonden den man op den grond liggen, zwaar verminkt aan het hoofd. Medische hulp mocht helaas niet meer baten want spoedig overleed v. V. De man was sinds kort gehuwd. Te Beu- ningen is het 4-jarig zoontje van A. L. verdronken. Te Twijzel is do 54-jarige schilder B. met een clectrischen draad in aanraking gekomen, waardoor hij met de ladder naar benedon stortte en ernstig gewond aan de rtig'gegraat werd opge nomen. De heer M. te Ouddorp, die voer eenige dagen van do hollende paar den is gevallen en daarbij ernstige ver ondingen opliep, is aan 'de gevolgen van dien val overleden. Uitslag in Overijsel. Oude Staten Nieuwe Staten C.-H. 6 8 A.-R. "6 7 R.-K. 13 13 Stk. Gerof. 1 1 Chr. Soc. 1 Vrijh. Bond 8 5 S. 'D. A. P. 8 9 Vrijz.-Dem. 2 3 Plattel. 1 1 Comm. 1 47 47 BERLIJN. V.D. In de Oostenrijksoho grensstad Steinach zijn 13 huizen en een hotel door een groeten brand in do asch gelegd. STOCKHOLM. V.D..Koning Gustaaf is hedenmorgen teruggekeerd. Men verwacht, een spoedige oplossing der kabinetscrisis. BERLIJN. V.D. Uit Moscou wordt ge meld, dat het proces tegen den patriarch T'ikhon voor onbepaalden tijd is Uitge steld. De gezondheidstoestand van Lenin is in de laatste dagen veel verbeterd. Kinderlijke logica. Jantje zat op den stoep van een huis, toen een man naderde en hem vroeg: „Kleine vent, is uw moeder thuis?" „Ja, mijnheer", was het antwoord'. Die man trok aan de bel, doch er ver scheen niemand. En nog eens, maar kroeg, geen antwoord. Na nog een paar piaal gescheld te hebben, keerde de man zich ongeduldig tot het ventje en zei: „Ik dacht, dat je gezegd had, dat je moeder thuis wak'. 1 „Diat is ze ook", antwoordde het jonge tje, „maar ze woont niet hier". Wisselkoersen. Amsterdiaim, 13 lApril, 1.45 uur. Berlijn I.2OV21-21 Brussel 14.7014.80 Parijs 1717.10 Londen 11.8911.89V4 Dollar 2.55—2.551/2 Weenen O.351/2— 0.36Vi Buiten vervolging en in vrijheid gesteld A. v. d. L., 54 j., landbouwer te Goes, gedetineerd in inlet Huis van Bewaring, beklaagd gieweest van ;be- driegelijke bankbreuk. Rechtbank te Middelburg. Voor de rechtbank; te Middelburg Werd heden (Vrijdag) 'middag, behan deld de zaak tégen Ph. M. de B., 36 jaar, huisvrouw L. K„ te West dorpe, thans gedetineerd, beklaagd, dat zij op of omstreeks 7 Februari 1923 opzettelijk' het kind, waarvan zij toen bevallen was, en welk kind geleefd1 had, van het leven heeft beroofd, door dat kind opzettelijk in een schort te wikkelen en de banden van die schort om den hals te wikkelen, daarna dat kind met twee steenen in een baai- zak te stoppen, dien baal zak met een touw dicht te binden en vervolgens aldus ingepakt in het privaat te wer pen, waardoor dat kind overleden is tengevolge van verstikking, welke ver oorzaakt is door het omstrengelen van den hals van dat kind met banden, die een snoergroeve hebben doen ont staan met paarsroode randen met bloe dingen en ontvellingen en met bloe ding in het pnderhuidsche vetweef- sel aldaar ter plaatse, waardoor dit kind althans is overleden door eenig ander der vooromschreven handeling van beklaagde. Als getuigen waren gedagvaard: H. Pieters, zonder beroep te Westdorpe, M. Viergever, wachtmeester der mare chaussee te Sas van Gent, J. P. L. Hulst, arts te Leiden, als deskundige en C. A. de Krom, rijksveldwachter te Westdorpe. De eisch luidde een jaar. Vlissingen. Door Notaris J. L. vair der Harst is Woensdag verkocht: 1. Huis en tuintje, Clijverstraat 47, groot 1 A. Kooper S. M. Polak q.q. voor f5382. 2. Huis (beneden- en boven woning) met erf, Kanaalstraat 72. Koo per J. A. Altorffer q.q. Middelburg,

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1923 | | pagina 3