Donderdag 12 April 1923 37e «laargang feuilleton. TOT DEM DOOD BETROUW. Buitenland. Staten-Generaal. Drukkers-Exploitanten OOSTSRBAAN LE COINTRE GOES (Bureaux: Lange Vorststraat 68—70, Goes Tel.: Redactie no. 11; Administratie no.58 Postrekening No. 36000. Bijkantoor te Middelburg: Firma F. P. DHUIJ, L- Burg. Tel. no. 259 VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG Abonnementsprijs: Per 3 maanden, franco per post, f 3.— Losse nummersf 0.05 Prijs der Advertentien: t—4 regels f 1.20, elke regel meer 30 et Bij abonnement belangrijke korting. 22.) Be diep beklagenswaardige Aletta was A3.rl.1T ftftlr in n rï /i -n van lux naar verlies overtuigd had, was haar eerste plan om degenen, die haar vergezelden, rondom zich te verzamelen en hun te vragen °f al hun smarten half zoo bitter waren als die, welke zij thans te dragen had. Verkiezingen. Te Amsterdam zijn 352 duizend kiezers ingeschreven en hebben er 275 duizend gestemd. Dus 77 duizend thuis gebleven of, wat te begrijpen is, overleden of ver trokken. Vergelijken wij de cijfers van 1922 en 1923, dan blijkt dat de Room- schen daalden van 46 duizend op 41 duizend; de A.-R. van 20 duizend op 16 duizend; de S. I). A. P. van 83 duizend' op 74 duizend; de Communisten van 22 duizend op 15 duizend. Daarentegen klommen de Chr.-Hist, van 18 duizend op 30 duizend; de Vrijheidsbond van 22 dui zend op 24 duizend; de Vrijzinnig-Demo craten van 18 duizend op 23 duizend.) ïe Rotterdam stemden 186 duizend kie zers, vorig jaar 207 duizend. Vergelijken wij de cijfers van 1922 en 1923, dan blijkt dat de R.-K. daalden van 35 duizend op 30 duizend; de C.-H. van 17 duizend op 16 duizend; ook de V.-B., de S. D. A. P. van 69 duizend op 66 duizend; de Com munisten van 6000 op 5000. Daarentegen klommen de A.-R. van 33 duizend op 34 duizend, en de V.-D. van 5000 op .8000. De A.-R. winnen een zetel; de Hervormd Geref. Staatspartij zal er waarschijnlijk een bemachtigen. Tiet aantal ongeldige stemmen bedroeg 22 duizend, te Amster dam 33000. te zetten. Minister R,uys was het eerst aan het woord. „De iregeering' is van oordeel", aldus de minister", „dat de weermacht moet die nen om ons onder de volken de beschei den plaats te doen innemen, die aan ans volk toekomt, Meer wenscht zij1 niet, maar ook niet minder. De grootte dei te "bren gen opofferingen wordt niet door ons, maar door anderen bepaald. Als ieder land ontwapent, dan kunnen wij het ook doen. Met het financieel mogelijke moe ten wij ook rekening houden, maar dat beteekent niet, dat ons land onverdedigd moet blijven. Handhaving van onze zelf standigheid als natie is een ons opgelegde heilige plicht. De organisatie onzer weer macht moet zoo sober mogelijk zlij'n en de sterkte moet niet grooter zij'n dan' voor het doel: preventie, neutralitoitshandha- ving en een redelijke waarborg voor onze veiligheid noodig. Spr komt thans tot de woningpolitiek D'e woningen, waarvoor in de helft van 1922 premiën zijn toegezegd, zijn over wegend arbeiderswoningen. Er zal op het gebied van den woningbouw wel een zoom blijven bestaan, waarvoor het particulier initiatief zich niet zal interesseeren. Maar tot dusver leert de ervaring, dat het par ticulier bedrijf zich in de maatschappij wil handhaven. De regeering verwacht dat door de verhooging van de huren de) nieu we aanbouw zal toenemen. Wat de werkloosheidszorg betreft, is het onjuist de inkrimping van de uitkee- iingstermijnen als een bezuinigingsmaat regel voer te stellen. De besturen der werk loozenkassen hadden zelf in dien zin zin geadviseerd. Trouwens in 1917 hadden verscheidene vakvoreenigingen korter uit- keeringstermijnen bij werkloosheid. Sinds de laatste maanden is verbete ring in de werkloosheid ingetre den. 31 Maart waren 93.000 werkloozen ingeschreven. Spr kwam daarna tot de meer algemeene. beschouwingen. Hij ontmoet daarbij den heer Van Eimbden, die een bos brand netels heeft afgeplukt, om daarmede het Kabinet vriendelijk te aaien. Spr volstaat met de opmerking, dat het Kabinet over de beginselen eenstemmig denkt; dat niet valt in te zien waarom op den uitslag dei- verkiezingen geen rechtsch Kabinet pas te; en 'dat de bescheidenheid hem verbiedt in te gaan op de vraag, of de Kroon den juisten formateur heeft gekozen. Wat de Zondagswet en de lijkverbran ding aangaat, dienaangaande liggen wets ontwerpen ter tafel van de Tweede Ka mer. Het Kabinet zal allerminst trachten zich te onttrekken aan de principieele behandeling van dergelijke onderwerpen, mits de medewerking van de reg'eerings- parüijen daartoe verzekerd is. Vooral nu de rechterzijde oveir een groote meerderheid beschikt, dienen de partijen der rechterzijde- elkander niet laf te stooten op punten, waaromtrent geen principieel verschil bestaat. Do partijen moeten daartoe echter h'aar speciale ver langens tijdelijk weten te bewaren. Spr erkent het recht van de overheid oim de doodstraf weder in te voeren. Maar waar dienaangaande een rechtsovertuiging ontbreekt, zou een poging tot wederin voering van de doodstraf niet gelukken. Ten aanzien van de stemplicht zal spr. in samenwerking met den minister van justitie een onderzoek instellen in hoe ver daardoor de eerbied voor de wet wordt ondermijnd, en in verband daarmede zal dan ernstig worden overwogen, in hoever de stemplicht zal moeten worden afge schaft. HOOFDSTUK IX. Verdwiaald. Twee verschrikke- lijke ontdekkingen. Het gewicht, -waarmede het levenlooze kind op het uitgeputte lichaam dér bekla genswaardige moeder drukte, was echter oorzaak, dat zij, in weerwil der meest mogelijke inspanning om staande te blij ven en voort te waggelen, op den weg nederviel. Be vrees, dat men haar geheim ontdekken en haar het lijkje ontrukken zou, had haar op eenigen afstand van de overigen doen blijven. Huibert en Louise wendden alle pogingen aan om hun moeder op te richten. Dit gelukte na eenige ntijd, maar nu ontdekten zij te vens met schrik, dat de overigen hen ver vooruit waren, terwijl de zon, die de zen dag helder en vroolij'k geschenen had, reeds ter kimme neigde en zij dus alle krachten zouden moeten inspannen, om vóór den nacht hun reisgenooten in te halen. Helaas! echter, helaas! want na eenigen tijd, maar nu ontdekten zij te- speurden zjj met nieuwe ontsteltenis, dat zij het spoor bijster waren, dat nóch voet stappen, nóch een begaanbaar pad zich vertoonden, en dat een dichte wildernis al de beschutting was, waarop zij dien nacht hopen mochten, D|e doodelijke angst, Tenslotte maakt spr. de woorden van den heer De Vos van Steenwijk tot de zijne: „niet kibbelen". Alle partijen der rechterzijde moeten bereid zijn tot op offeringsgezindheid en zoeken naai- den grootsten gemeenon deeler, doch in be ginselzaken niet te veel kijken naar hun principieele tegenstanders. Wil er eenheid zijn onder de rechterzijde, dan dient ieder te blijven staan op de plaats, die hij in neemt en ieder zijn bevoegdheid onver kort doch ook onvergroot uit te oefenen. Het is een duïte plicht van de rechter zijde en van het Kabinet, het vertrouwen der kiezers van 1922 niet te beschamen. Moge onder Gods zegen dit bewind ons volk tot heil strekken! D-e minister van Financiën, die heer De GeeT, voerde daarna het woord. Deze betoogde, dat er geen aanleiding is om over te gaan tot prcmieverlaging voor eigen pensioen der ambtenaren, om dat er nog jaren lang een groot tekort zal Zijn in het Pensioenfonds en omdat 'de nieuwe mildere bepalingen ook gel den vo-or hen, voor wie niet ten volle is gestort. Spr is niet voornemens een deel van de woningvoorschotten tc gaan kwijtschel den, waar 'hij den heer Van. Gijn heeft toegezegd te overwegen om een eventueel saldo op den crisisdienst te bestemmen tot dekking van tekorten op de woning voorschotten. Dat er een saldo zal over blijven, staat, als de intemeeringskosten (ad 60 millioen) binnenkomen, vrijwel vast. Het blijkt, dat men door uitbreiding van van de Staatsloterij de particuliere lote rijen niet zou kunnen bestrijden. Als de regeering een commissie instelde, die tot opdracht had de kerk vrij: te maken, zou zij partij kiezen voor de op vatting, dat de kerk thans onvrij' is en de kerkelijke kwestie maken tot een po litieke kwestie bij uitnemendheid. De ver kondigers van de onvrijheid zouden daar bij zelfs met elkander slaags raken, zoo als reeds gebleken is uit de polemiek van prof. Fabius en prof. Visseher in „De Standaard". Met den heer Slotomaker de Bruine acht spr dus zulk een commissie ongewenscht. Trouwens, spr meent, dat de Staat in deze kwestie geen taak' heeft. Intrekking van de besluiten van 1816 waTeongewenscht. De rechtskwestie ware daarmede niet opgelost. Wat de defensie-kwestie betreft, blijkt de Regeet'ing' geheel op: het stand punt tc staan, dat door Staatsraad pro fessor Sitruycken in zijn onlangs versche nen brochure over ons buitenlandsch be leid is verdedigd. D|e heeren senatoren, die zop warm voor protectionistische maatregelen gepleit hebben, zullen door de antwoorden, die zij heden van de Ministertafel ontvingen, wel niet erg bevredigd zijn. D.e Regeering wli slechts in uitzonderingsgevallen, zoo als in dat van het. Schoenenwetje, tijdelijk een bescherming toepassen, m'aar geeft ooik in deze abnormale tijden voor ons kleine landje aan vrijhandel de voorkeur boven protectie. Ook de voorstanders van verlaging dei- directe en verbooiging der indirecte belas tingen, kregen van de Regeering: niet thuis. Minister de Geer erkende en wie zou dit niet? dat de directe belastingen te ntop zijn gevoerd, maar de afwenteling van direct op indirect zou, ook volgens den Minister, den belasting druk nog onbillijker maken, vooral in deze tijden van loondaling. Bezuiniging' wees de Minister van Fi nanciën als het eenige middel aan, dat bruikbaar was, om uit het moeras te ko die hij het gevoel van afscheiding van haar overige lotgenoaten de hopelooze moeder overviel, kan door geen pen be schreven worden. „De Heere heeft mij verlaten!" riep zij in de bitterheid harer smart uit, „mijn God heeft mij yergeten!" en 'met strakke blikken op de sneeuw: sta rende, was zij op het punt om zich in doffe wanhoop langs de steile rot sen in de diepte te werpen. „Maar lieve moeder1!" zoo klonk het nu zacht van Huibert's lippen, „waarom zoudt gij moedeloos wiarden? Kom!, laat ons tot den Heere roepen ten dage der benauwdheid. Diat immers heeft Hij ons bevolen." Die woorden van haar geliefden zoon bemoedigden haar, en weldra biggelden groote tranen langs hare wangen. Zj" sloeg haar betraande oogen ten Hemel en smeekte omi bescherming en uitredding voor haar en haar kinderen, bad om vergeving van haar zonden en om genade voor haar gedrukt volk. Na deze enkele oogenblikken van hartverheffing aan den ingang van het woud vertoefd te hebben, welks zwaar gewelfde bogen van pijn en berkeboomen het voor lucht en licht schier ontoegankelijk maakten, stond zij' van haar knielende houding op en begon een beschutting voor den nacht te zoeken, doch door de koude verstijfd en door vermoeienis en aandoening uitgeput, zeeg men; bezuiniging op luxe-uitgaven en ook op productieve uitgaven, tenminste op die uitgaven die men vaak productieve wenscht te noemen, maar die hot strikt genomen niet zijn. D,e veiligstelling van den gulden moet ons streven zijn, want men mag er mee spotten of niet, hierin is inderdaad een groot sociaal belang gelegen en met zijn pessimistische?! kijk op onze financiën achtte Minister de Geer dat een lang niet eenvoudige en gemakkelijke taak. De nederlaag der Engelsche regeering. Wij meldden gisteren reeds kort, dat de Engelsche regeering een klein echècje in het Lagerhuis te boeken heeft. Die ne derlaag is niet geheel onverwacht geko men, daar er een opmerkelijke lakschheid onder de aanhangers van Bonar Law waarneembaar is geweest in vergelijking met de krachtdadige taktiek van de oppo sitie die van het begin af aan op de loer heeft gelegen, om de regeering in een onbewaakt oogenblik te overrompelen. Dinsdag is dit in enkele minuten tijds ge beurd. De aanhangers van de regeering waren gewaarschuwd dat zij half tien aanwezig moesten zijn, als wanneer een stemming verwacht werd, maar de tactici van de oppositie, die dit vermoedelijk wisten, lokten de stemming uit om twin tig minuten over negenen en verrasten de regeering zoodoende op een ongelegen oogenblik. Men is het er algemeen over eens, dat de nederlaag, die de regeering heeft ge leden geen ernstige gevolgen voor de re geering zal hebben. Toch meent men, dat het gebeurde voor de conservatieve leden een bewijs moet zijn, dat hun geregelde aanwezigheid en deelneming aan de stem mingen noodzakelijk is. Uit het bezette gebied. Aan de stad Essen is een boete opge legd van 100 millioen mark, binnen een termijn van 10 dagen te betalen, wegens den moord op den Franschen soldaat in den kelder van het station. De stad Duis burg is een geldboete van 75 millioen mai'k opgelegd, daar aan de op het stads gebied zich bevindende telegraafleidingen sabotage zou zijn gepleegd. De boete moet zonder uitstel volgens den koers van 3571 dollar worden betaald. De opper-burge- meester en zijn plaatsvervanger zijn voor de betaling persoonlijk verantwoordelijk gesteld. Voor het militaire gerechtshof te Wies- baden hebben zich zes pastoors te ver antwoorden gehad wegens het doen hou den van een kerkcollecte voor de slacht offers der Roerbezetting. Alsof dat ook niet meer mag! Door de Fransche autoriteiten werd hun ten laste gelegd, het aanzien der Fransche, overheid en de veiligheid der bezettings troepen in gevaar gebracht te hebben door het doen houden van bedoelde col lecte. Het gerecht veroordeelde vijf dei- geestelijken elk tot 25.000 Mark boete en pastoor Knab alleen tot 10.000 Mark, wijl hij de collecte niet aangekondigd had. De ontsnapping van De Valera. Het blijkt, dat Lynch metterdaad zij» leven heeft opgeofferd om De Valera (den leider der Iersche rebellen) en de andere leden van den uitvoerenden raad der republikeinsche beweging te laten ont komen. zij: machteloos ter aarde neder. Nu kwamen deu goedhartigen Huibert de laatste woorden zijns vaders levendig voor den geest, toen deze hem aanbeval in den nood tot God te roepen en voor zijn moeder te zorgen. Hij knielde neder en bad overluid. Zijn stem deed de moe der als uit den doodslaap ontwaken op het oogenblik, dat Louise den zuigeling, op den schoot harer moeder met angstige nieuwsgierigheid ontblootende, tot haar grievende smart ontdekte, dat haar lieve, kleine broertje dood was. Met ontroering vernam Huibert dus de zekerheid van een geheim, dat de arme jongen reeds meer dan eens vermoed had. Hij wendde zijn gelaat af om te weenen, want hj wilde niet, dat de moederlijke smart door zijn tranen vergroot zou worden. maar toen hij het kille lijkje in zijn armen nam, op de nog roode lipjes als met ijzing een kus drukte, en in het half geopende mondje het eerste tandje bespeurende, waarvan de ontdekking voor weinige da gen eenige zoete oogenblikken aan dit lij dende gezin geschonken had, toen was het hem alsof zijn hart breken zou. „Lief broertje!" lispelde hij, „geen wonder dat moeder bijna van smart ineen- krimpt, nu zij' u dood ziet!" (Wordt vervolgd.) SCHOOLGELDEN. Wij vragen de aandacht van de be sturen onzer bijzondere scholen voor het volgende. De besturen onzer bijzondere scholen hebben in de gewijzigde wet van 1920 het recht gekregen om hooger schoolgeld te heffen dan bij de gemeentelijke ver ordening bepaald was. Maar nu is er nog een (ander punt, dat de aandacht waagt. De schoolbesturen behouden namelijk do keus om zelf het schoolgeld to innen, dan wei de invordering van het schoolgeld aan het gemeentebestuur over te 'laten. Dit heeft tot gevolg, dat meer dan tot dusver, de schoolbesturen de inning aan de gemeentebesturen overdragen. Dit wordt althans in „Die Gemeentestem" van 3 Maart als feit medegedeeld. „De Rotterdammer" betreuTt dit. De redactie staat nog, en onzes inziens terecht, op het standpunt, door haar reeds vroe ger ingenomen, toen zij schroef: „Inning door het gemeentebestuur .strookt niet met de juiste opvatting van 4 de verhoudingen o-p schoolgebied. Wie een kind naar een bijzondere school zendt, gaat een verbintenis aan met hot schoolbestuur, niet met de gemeente. Het kind wordt toegelaten of geweigerd door het schoolbestuur en het bestuur is tegenover de ouders verantwoordelijk voor school en onderwij's. Welke verre hei ningen met betrekking tot subsidie en schoolgeld verder plaats hebben, gaat buiten de ouders om, zij hebben school geld te betalen, en geon belasting, en zij behooren dit te doen aan dengene, die de school exploiteert. Geven de be sturen de inning van het schoolgeld uit handen, dan is het te vl'eezcn, dat de band tusschen school en ouders zal verslap pen". Terwijl de redactie van „De Gemeente stem" er evenzoio over denkt. D'it neutrale blad schrijft: „Het bijzonder onderwijs heeft zich hier te lande onder moeilijke omstandig heden moeten ontwikkelen. Maar1 daar van was het gevolg, dat de voorstan ders hebben geleerd ©en offer te bren gen voor hun beginsel. Deze offervaar digheid van groote waarde ook voor het kind! heeft mede ten gevolge gehad, dat bij het bijzonder onderwijs bijna altijd schoolgeld werd betaald. Het kwam zelfs voor; dat met een op voedkundig oogmerk, onvermogende ouders toch in staat werden gestold, het schoolgeld voor hun kinderén tc betalen". Welke is dan de reden, dat na, de tech nische herziening, schoolbesturen mennen de inning van het schoolgeld aan de ge meenten te moeten overlaten? „De Rotterdammer" zegt er dit van en bestrijdt tegelijk deze reden: „De reden is, dat, wanneer de school besturen het schoolgeld zelf innen, zij tegenover de gemeente voor liet binnen- komen van het schoolgeld aansprakelijk J zijn. Juist op dit punt is bij' de technische herziening een wijziging aangebracht. Daarbij is in de wet geschreven, dat de aansprakelijkheid voor het binnenkomen der schoolgelden, (waarvan het bedrag in mindering komt op de uitkeei'ing van de gemeente) alleen bestaat, wan neer de schoolbesturen zelf innen. Wan neer zij de inning aan de gemeente over laten, is er van aansprakelijkheid voor de bedragen, die niet binnenkomen geen sprake. Volkomen redelijk dus. Naar het schijnt is het deze wijziging' die thans aan verschillende schoolbe sturen aanleiding geeft de inning aan de gemeentebesturen over te laten. Het komt ons voor, dat deze school besturen onjuist zien. Die technische her ziening maakt het veeleer den schoolbe sturen gemakkelijker om zelf vopr de inning van de schoolgelden te zorgen. Er is namelijk in de wet een bepa ling opgenomen, waardoor de risico vooi' kwade posten voor het schoolbestuur vrijwel geheel zal wegvallen. Er is namelijk een bepaling gemaakt, dat, indien de schoolgelden door" het schoolbestuur worden geind, het bedrag der schoolgelden slechts wordt afge trokken van de vergoeding van ge meentewege, waarop de school recht heeft, voor'zoover die schoolgelden niet lOninvorderbaar zijn verklaard. Wanneer dius ouders werkelijk onmachtig zijn het schoolgeld te betalen, bijvoorbeeld ten gevolge van vermindering van het in komen of van ziekte, kan het school bestuur zich tot het gemeentebestuur wenden met het verzoek? het schoolgeld oninvorderbaar te verklaren". D© slechte kansen bij' zelf innen van het schoolgeld zijn daarmede zeer aan zienlijk verminderd. En er is een reden te meer voor de schoolbesturen om zelf te Innen. Wij zien geen ka.ns het deugdelijker en meer" overtuigend te zeggen dan het Rot- terdamsche blad. Vandaar, dat wij' zijn betoog overnemen en aan de aandacht en de overweging onzer bijzondere-schoolbe- stuten .onderwerpen. Eerste Kamer. Gisteï'en op den stemmingsdag in de meeste provinciën kwam d© Eerste KameT bijeen om de algemeene beschou wingen over de Staaatsbegrooting voort Maar deze gedachte, zoo begrijpelijk van een teedere moeder, maakte dadelijk plaats voor een andere. Zij begreep wel, diat, wanneer zij h'aar verlies aan hen die haar omringden, openbaarde, men wel licht op hetzelfde oogenblik den lieveling van haar boezem nemen en hem hier of daal" onder een killen sneeuwhoop zou begraven. Deze gedachte folterde haar zoo, dat zij de moederlijke smart, die haar dreigde te overstelpen, verborg, en vast beraden om haren Karei al zijn kinderen, levend of dood, te vertoonen, nam zij zich vóór het levenlooze wicht in haar armen te blijven dragen, en trachtte door een voorgewende opgeruimdheid van geest, de ontdekking van haar geleden verlies te verhinderen. Arme Imioeder, wat moet gij bij dit alles hameloos veel geleden hebben. Het gelukte op deze wijze der arme vrouw haar •overige lotgenooten te misleiden. Maar Huibert en Louise sloegen met ongerust heid het zonderlinge gedrag en de over dreven bezorgdheid harer moeder gade. Telkens als zij verlangden om haar last te verlichten en beurtelings den lieven Henri te dragen, legde zij, den mantel, waaronder zij hem verborgen hield, ang stig toeslaande, den vinger op haar mond (en voegde hun met een pijnleken glimlach .toeSt.! St.! liij slaapt!"

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1923 | | pagina 1