nspan.
DA
158
37e Jaargang
;ken.
1
feuilleton.
TOT DEN DOOD GETROUW.
April 1923,
gniiispan,
loornvee,
wersinspan en
Ischappen.
E GOES
Co.
ïf. 12805
20, Goes.
Maandag 9 April 11113
BOKMA DE BOER-s PEEKOFFIE
ONMISBAAR BIJ DE KOFFIE
Oit nummer öestaai uit twee bladen
A
zien zitten
wier ver-
.wiegelden
■jel
gen of stuk
en, die op
stad werden
was het,
iten me te
h gevormde
innen, men-
het gewone
meenen uit
nderen heb-
ik moet dat
ikt.
in het hart
/rouwen die
uitkeering
door zulke
e wordt ge-
jgisch, mo-
t bij1 mijl de
nogelijk zijn
en een eind
Redactie.}
ieMe'gaven.
Oostenrijk-
jzers over
/[aart.
pgaiardstr.)
ecïiorrtidijke
jfeerbe Pérs.
inslag Pers.
f 2.50 pins
Vieere ine.]
mej. ,S. A.
r. .Soli, f2;
F. D. f 1
Clir. Soli,
ierke, Pers.
plus f 2.20;
sh. f2 plus
plus f5.50;
(Palingstr.)
W. P. C,
Chr. Sch.
Sclr. f2;
Scli. f5;
-sell, f5.50;
-scli. f8.50.
ijft voorals-
trwöordiger,
ABER.
er 69384.
IJBOER, deurw.,
12 uur, ten ver-
er A. DE MEI1 te
ar hem bewoonde
,uwe Hoeve",
openi
0.a. uit:
laarden,
aar van 2 veulen
1. Vosruin.
i, 1—l'/i jr- Os,
en 3 Kalvers.
Geen stalling,
mor fietsen.
fanhandel
ht 1875.
etdienst
Drukkers-Exploitanten
OOfiffERBAAN LE C01NTRE GOES
BureauxLange Vorststraat 68—70, Goes
Tel.: Redactie no. 11; Administratie no.58
Postrekening No. 36000.
Bijkantoor te Middelburg:
Firn» F. P. DHUIJ, L. Burg. Tel. no. 259
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG
Abonnementsprijs:
Per 3 maanden, franco per post, f 3.
Losse nummersf 0.05
Prijs der Advertentiën:
1—4 regels f 1.20, elke regel meer 30 eL
Bij abonnement belangrijke korting.
PROVINCIALE STATEN-VERKIEZING.
Stemt Woensdag 11 April a.s.
No. 1 voor
Kieskring Vlissingen lijst I.
VAN DE PUTTE, G.
Kieskring .Goes lijst 12
VOGELAAR, C. P.
Kieskring Middelburg lijst 13
DE VEER, Mr A. A.
Kieskring T h o I e n lijst 7a
SONKE, C. J.
Kieskring Z i e r i k z e e lijst 5
TIMMERMAN, A.
5 Kieskring Hulst lijst 13
DIELEMAN, Mr P.
Kieskring Sluis lijst 7b
VAN MAZIJK, H.
Chr.-Hist. en Anti-Rev.
Wij ontvingen onderstaande ingezonden
stukken
I.
Mijnheer de Redacteur,
Het heeft mijn aandacht getrokken, dat
een journalistiek verslag van een poli
tieke rede vaalt een foutieve wedergave
van het gesprokene bevat. Gewoonlijk ziet
men van een rectificatie af. Ook ik heb-
tot. heden deze gewoonte gevolgd.
In het hoofdartikel van uw dagblad
dd. 6 April no. 156 komen echter zulke
enormiteiten voor, dat ik meen deze niet
onweersproken te mogen laten.
Met de grootste stelligheid kom ik er
tegen op, dat ik in Hoek zou hebben',
verklaard de meening te zijn toegedaan,
dat de antithese uit den booze zou zijn.
Door mij werd in die vergadering en in
verscheidene* andere lezingen verkondigd,
dat de Christelijk-Ilistorischen evenzeer
als ,de Anti-Revolutionairen de antithese
stellen, doch dat de C.-H. Unie deze anti
these niet zoo scherp wenscht door te
voeren als de A.-R. Partij, daar de Unie
uitgaat van het beginsel dat men zich
niet dient te beperken tot eigen kring,
doch dat de geestelijke, zedelijke en ma-
terieele belangen ook van hen, die niet
aan onze zijde staan, moeten worden be
hartigd.
Ook uw mededeeling, dat door mij de
C.-H. Unie als de partij der Hervormde
kerk zou zijn aangeduid, is volkomen in
strijd met de waarheid. Wel is door mij
gezegd, dat de belangen van de Hervormde
kerk voldoende beveiligd zijn bij de C.-H.
Unie.
Het is mij onbegrijpelijk hoe u zonder
nauwkeurig onderzoek, doch slechts af
gaande op het verslag, geplaatst in een
ander dagblad, dus uit de derde hand, mij
bedoelde beweringen laat uitspreken.
Het verslag in de Terneuzensche Cou
rant, dat ik niet gelezen heb, moet wel
zeer §lecht geweest zijn.
Of de verslaggever heeft mi] niet ge-
19)
„Zwijg, hond! zoudt ge uw ketterleer
ons nog prediken?"
Er heerschte een oogenblik stilte. Daar
na hernam de bevelvoerder„Ik verklaar
u schuldig aan ketterij en oproer en
beveel mijn knechten, dat zij u, eerst pij-
mgen en daarna verbranden."
Dadelijk waren de beulen gereed om het
strenge vonnis ten uitvoer te brengen.
Met hun ijskoude blikken namen zij hem
en legden hem stevig vastgebonden op het
ken hirdamw?:ama Staken anderen stok-
om i a ï,00mcn en draaiden die
om, waardoor de leden van den ongeluk
kige uit elkander gerekt werden. Slechts
een enkele zucht werd hierdoor uit ?ijn
boezem geperst. 1
„Wacht, we zullen hem leeren spre
ken. zeide een der meedoogenlooze beu-
Ien> meteen nam hij een. gloeiend ijzer
en hield dat aan Edmond's rechterhand
Deze werd echter op bijzondere wijze door
zijnen God gesterkt, want lijdende onder
de onmenschelijke pijnen, kwam er <reen
bange 'klacht over zijn lippen. Een enkelen
keer hoorde men: „Mijn dierbare vrouw
mijn lieve kinderen, o, mijn lieve kinde
deren!" Hierop-werd hij tengevolge van de
hevige pijnen bewusteloos. Dioch in dien
volgd, öf de redactie heeft op onverstan
dige wijze coupures aangebracht.
Een bewuste falsificatie mag en wil ik
bij niemand veronderstellen. Uw blad duid
ik het zeer euvel, dat het zonder zich
voldoende op de hoogte te stellen, mij
dergelijke verwijten ten onrechte toevoegt.
Wanneer n zich de moeite hadt gegeven
te onderzoeken op welke wijze ik op de
talrijke openbare vergaderingen de ver
houding tusschen de A.-R. en de C.-H.
heb geteekend, zoudt u mij wellicht een
veel sympathieker woord hebben toege
voegd en zoudt u tevens hebben kunnen
mededeelen, dat verscheidene malen mij
door A.-R. debaters dank werd gebracht
voor de gematigde wijze, waarop ik over
de A.-R. Partij sprak.
Inderdaad, mijnheer de Redacteur, ter-
wille van een goede verstandhouding
tusschen de C.-H. en A.-R. verdient het
aanbeveling uw journalistieke werkzaam
heden op politiek gebied met meer voor
zichtigheid en onpartijdigheid -te verrich
ten en u te onthouden van elke poging,
om op zulke losse en foutieve gronden te
velde te trekken tegen de Christelijk-Histo-
rische Unie en haar sprekers.
Mr R. M. VAN DUSSELDORP.
Westkapelle, 7 April 1923.
II.
Protesteer tegen handeling om afgaan
de alleen op courantenverslag mij aan te
vallen. Onderzoek bij mij was plicht. Heb
uitdrukkelijk gezegd gelijk ook gisteren
te Haamstede, dat ik gevaar acht indien
blijkt de anti-rev. partij als zoodanig het
standpunt van prof. Visscher deelt en
mij aangesloten bij rede prof. Slotemaker
in Eerste Kamer. Verzoeke dringend rec
tificatie.
KRIJGER.
Bruinissq, 7 April 1923.
III.
En nu ons antwoord.
Te midden van de verkiezingsdrukte
het loopt op een eind, de laatste lood
jes wegen het zwaarst willen we de
kiezers niet vermoeien met een dispuut
over en weer, hetwelk met een ,,'t is-
wel waar" en j,'t is geen waar" eindi
gen zou.
Wat 't protest van den heer Krijger
aangaat, hebben wij terstond te Vlissin
gen een onderzoek ingesteld, waaruit ons
bleek dat de verslaggever van de Vlis-
singsche Courant de juistheid van zijn
verslag, ook op 't bestreden standpunt,
volhoudt. Stel echter dat de heer Krijger
gesproken heeft zooals in zijn telegram
staat, en de verslaggever niet goed ge
hoord heeft, ook dan nog blijven wij zijn
opmerking wraken, niet alleen als daar
ter plaatse niet ter zake dienende, maar
ook om 't gevaar dat ook vaststelling
met een ingeleid „indien", evenzeer de-
clineerend werkt. Waar zelfs een ons be
kend hoogst bekwaam man als de verslag
gever van de Vlissingsche Courant, zonder
erg natuurhjk, over dat „indien" heen
hoorde, kunnen toch zeker andere, meer
eenvoudige hoorders door de onderstellen-
derwijs uitgesproken woorden op een
dwaalspoor geraakt zijn. In ieder geval
ook zelfs een veronderstelde onwaarheid
behoort terstond te worden achterhaald.
Dat wij dit verzuimd hebben in betrek
king tot de lezingen van den heer v. Dus-
seldorp, spijt ons nu, van achteren be
schouwd, zeer; nu de man de juistheid
onzer beschuldigingen ontkent. Hij had
toestand mocht hij: niet blijven, zij moes
ten immers nog heerlijker schouwspel
genieten; ja, de Satan was bezig nog
meerder vergif in hun harten te gieten,
en zij waren zijn gewillige dienstknechten.
Hij werd daarom losgemaakt, men maakte
de slapen van den lijder nat met koud
water enop deze wijze gelukte het
hun, hem tot bewustzijn te brengen.
Doch er moest niet getalmd worden,
ant, het was reeds in den morgenstond
geworden en voor het aanbreken van den
dageraad moest er geen enkel spoor van
hun gruweldaden overgebleven zijn, om
zich niet den haat der aanzienlijke Ray
monds op den hals te halen. Zijn handen
werden hem op den rug gebonden, en
tot groot vermaak der beulen, trok men
in optocht uit de hut, Karei Edmond
nu eens voortduwende, dan weder hem
bij zijn waggelenden gang ondersteunende.
Eindelijk waren zij tot aan den brand
stapel genaderd. Men bond hem aan een
paal en legde er takkenbossen omheen,
teneinde die in brand te steken. De lijder
ontving nu kracht en sterkte pm in het
geloof te volharden, en in het gezicht
van den dood zong hij een Godgewijden
Psalm. Die rook steeg dwarrelend omhoog,
doch voor de vlammen hem konden scha
den, was zijn ziel het lichaam reeds
ontvloden, om nu, bevrijd van alle lijden,
te juichen voor den Troon des Lams.
Toen de zon haar eerste stralen over de
vlakte wierp, was er niets meer, dat
beter de Nieuwsbode en de Terneuzensche
Courant 'kunnen opvragen, alvorens ons
te beschuldigen.
Trouwens in dit no van ons blad vindt
hij een ingezonden stuk dat door de Ter
neuzensche geweigerd is, van den Secr.
der Chr.-Historische Kiesvereeniging te
Terneuzen. En wat Vlissingen aangaat,
indien 't verslag van de Vlissingsche ver
gadering niet juist geweest ware, zou de
voorzitter der Chr.-Hist. Kiesver. aldaar
de heer Hensel, stellig door een ingezon
den stuk rectificatie gevraagd hebben.
Nog zij gereleveerd dat deze voorzitter
a,an 't einde van bedoelde vergadering ver
klaarde het in 't algemeen met 't ge
sprokene eens te gijn, waarop de heer
Krijger interrompeerdeneen u moet 't er
geheel inee eens zijn, en de voorzitter
verbeterde: ik ben 't er heelemaal mee
eens. Deze ons officieel toegekomen in
lichtingen stellen de quaestie wel niet
in een ander licht, toch was 't goed ze
even te releveeren.
Onze conclusie is: laten wij D.V. bij
een volgende verkiezings-campagne zorgen
tegenwoordig te zijn in dergelijk© ver
gaderingen; dit maakt de sprekers voor
zichtiger, en verhoogt het peil van de
besprekingen in de pers. Ook voorkomt
't onnoodige prikkeling, waartoe te meer
aanleiding bestond, dewijl de verslagen
in de bladen doelden op achteruitzetting
van de A.-R. partij, gelijk die van verleden
jaar meer tegen Rome gericht waren.
Het moet een naren indruk maken op
een eenvoudig kiezersgemoed, wanneer
van drie regeeringspartijen noem ze
1, 2 en 3 no-. 3 er op uitgaat om,
gelijk vorig jaar eerst no. 1 aan het
oor te trekken; en dan gelijk nu
no. '2 in het vizier te nemen, nog wel,
en dat nota bene bij een Statenverkie
zing! met het kerkelijk vraagstuk.
Beginsel of belang?
Ten allen tijde en onvermoeid heeft
de .A-R. Partij ervoor gestreden om
vóórop te stellen het beginsel en pas
in tweede instantie te vragen naar he"t
be la ng.
Zoo was zij geen belangengroep,
maar beginselpartij.
Is daarmede uitgangspunt en doelstel
ling voor de A.-R. partij! aangegeven, ook
voor onze houding bij de Statenstembus
is dit van de grootste beteekenis.
Bij het uitbrengen van u,w stem op' lt
April a.s. zal niet nw persoonlijk voor
deel, niet de vraag welke der candidaten
uw materieel belang het best zal kunnen
behartigen, den doorslag geven, doch zal
enkel het beginsel bij: u maatstaf moe
ten zijn.
Waar het steeds een door ons partijver
band gesanctioneerde gewoonte en een
van bovenaf gegeven voorschrift was om
no. 1 te stemmen, zal elk beginselvast en
rechtgeaard antirevolutionair van harte
gaarne dit electoraal advies opvolgen.
Niet uit belang encandidaten, maar uit
aan het stoffelijk overschot van Karei Ed
mond herinnerde. Daarvoor hadden de
heulen wel gezorgd. Zij trachtten overal
het geloof ingang te doen vinden, dat
Edmond gevlucht was, nadat hij eerst
nog zijn hut in brand had gestoken. Er
was echter nagenoeg niemand van de val
leibewoners, die dit listig verzonnen ver
haal geloofde, en menigeen huiverde bij1
het denkbeeld, dat Edmond dien nacht wel
verbrand zou zijn. Uit menigen boezem
kwam dan ook de bange zucht„Hoe
lang, o heilige en waarachtige Heerscher,
oordeelt en Wreekt Gij ons bloed niet
van degenen, 'die op de aarde wonen?"
(Openb. 6:10.) En dit verwondert ons
niet, want de monniken gingen voort
niet slechts de hutten te verbranden,
maar zij versloegen ook de vaders en jon
gelingen, die hun erve wilden verdedigen.
En wanneer de pijnbank of de brandstapel
hun strijdwapenen niet waren, begonnen
zij aan alle zijden tegelijk te dooden,
veranderden de vruchtbare velden in wil
dernissen, en 'de dorpen der valleien, die
te voren uitgespreid waren „gelijk de
tenten van Israël, en die schoon waren
gelijk lusthoven aan den rivierkant," ver
toonden spoedig het eenvormige too-
neel eener droevige verwoesting.
HOOFDSTUK VUL
Op de bergen.
Thans Wordt het tijd, dat wij onze blik
ken vestigen op het lot van Aletta, Ed-
beginselmannen worden de A.-R. lijsten
samengesteld.
Dit houde men wel in het oog!
Wie het anders wil, speelt gevaarlijk
spel.
De echte Anti-Revolutionair althans
hoede er zich voor den eersten stap
te zetten op den weg der belangenpolitiek.
Men spiegele zich aan het beeld der
R.K. Staatspartij', waarin ook enkele
groepen het oeconomisch belang1 opi den
voorgrond stelden en thans een Nieuwe
Katholieke Partij en een R.K. Volkspartij
van twee zijden pogen het massieve ge
heel der Staatspartij' af te brokkelen.
En men zegt niet„Maar zóóver behoeft
het niet te komen!"
Zóóver komt het alleen dan mlet zeker
heid niet, zoo ge zelfs de allergeringste
uiting van belangenpolitiek achterwege
laat.
Daarom eiken voorkeur voor den can-
didaat uwer persoonlijke belangen op> zij
gezet!
Op 11 April stemt ieder trouw Anti-
Revolutionair den candidaat, die langs
den weg der partijorganisatie op no. 1
werd gesteld.
Denk er om.
Denk er qm: den tweeden Dinsdag in
Juli gaat de heele Eerste Kamer naar
huis. Dan moet een nieuwe Eerste Ka
mer gekozen worden op den grondslag
der Evenredige Vertegenwoordiging. En
den zal het niet meer zijn: 42 Rechts
en 8 Links. In het allerbeste geval 28
Rechts en 22 Links.
Laten daarom onze vrienden den laat-
sten dag en avond voor de stemming
van Woensdag er nog eens flink op uit
trekken om dit den kiezers duidelijk te
makenen aan te dringen op een aaneenge
sloten opkomst ter stembus opdat straks
de Eerste Kamer niet omga naar Rood, en
daardoor ons Rechtsche kabinet in zijn
voortbestaan ernstig zou worden belem
merd.
Uit het Ruhrgebied.
Het wordt er in het bezette gebied niet
beter op. De plaatselijke commandant van
Emmerik heeft alle vergaderingen, zelfs
die van den gemeenteraad en de gemeente
commissie, verboden, zoodat er geen sa
menkomsten plaats mogen hebben. Zon
der eenige aanleiding vaardigde hij een
bevel uit, dat verbiedt om door de stra
ten van het bezette Emmerik met de han
den in de zakken te loopen.
Er zijn vijftien menschen, waaronder
een aantal Nederlanders, aangehouden
wegens het niet opvolgen van dit bevel.
Te Kettwig en Werden hebben deFran-
schen een aantal burgers als gijzelaars
weggehaald naar aanleiding van het feit,
dat in de buurt van eerstgenoemde plaats
de treinrails waren opengebroken. Deze
gijzelaars staan onder voortdurende be
waking en moeten met de Fransche trei
nen op het traject Wcrden-Diisseldorf op
en neer rijden.
Volgens de „Frankfurter Ztg." hebben
de Franschen op de Rijnbrug te Worms
drie milliard mark in beslag genomen.
Uit Keulen wordt gemeld: de uitwijzin
gen van spoorwegmannen hebben een ge
weldigen omvang genomen. In Jünkerrath
monds vrouw, en op dat van de haren,
die in gezelschap van anderen de vallei
van Belleville verlieten, terwijl zij de
moeilijke bestijging der met sneeuw be
dekte bergen aanvingen.
Het bergpad, dat men de ongelukkige
bannelingen uit de vallei in verstrooide
groepen langs 'zal trekken, was niet bree
der, en dan nog slechts voor een kart eind
weegs, dan voor een kleine kar, door
,twee vóór elkander gespannen muilezels
voortgetrokken. En zelfs dit gemak kan
slechts voor eenige Weinige dagreizen ge
noten worden, hoe kort een dagreize in
dat jaargetijde ook wezen mocht. Voor
waar, een krachtig bewijs te meer, hoe
zeer dit volk het door hen beleden geloof
liefhad, dat zij, bij hun liefde tot God
en hun vrees voor het wreedaardige en
onbeschofte krijgsvolk, zich gedrongen ge
voelden, om datgene te beproeven, wat
anders geheel ondoenlijk scheen.
De eerste dagreize der bannelingen Was
niet zoo geheel ontmoedigend als zij wel
verwacht hadden. De bosschen aan beide
zijden van de hellingen der bergen be
schutten hen tegen de snerpende koude,
en het glinsteren der sneeuw onder de
helderste zonnestralen, gepaard met den
zoo zuiver mogelijken dampkring, streelde
hunne gemoederen en verlevendigde hun
hoop. Toen de avond naderde en de zon
in hel westen nederdaalde, werd de koude
allengs heviger, en elke groep van lij1-
ders begon naar een schuilplaats uit te
zijn tot dusver 93 gezinnen uit hun hui
zen gezet. In Tijer zijn 126 gezinnen van
spoorwegmannen uit hun woningen ge
zet en voor Maandag moeten nog 149
woningen ontruimd worden. Intusschen is
door geen enkelen spoorwégman het werk
hervat. De verbittering is zeer groot.
Te Wezel zijn douane-ambtenaren uit
Crefeld en Aken aangekomen, die door
de Belgen uitgezet zijn. Bij het gezelschap,
bevinden zich 5 vrouwen en 13 kinderen.
De uitgewezenen waren voor een deel uit
hun bed gehaald en moesten de reis naar
Wezel maken op vrachtauto's zonder vol
doende zitgelegenheid. Onder hen is een
vrouw, die pas veertien dagen geleden'
moeder is geworden en een kind, dafj
ernstig ziek was.
Naar de Vossische Ztg. uit Bochuna
verneemt, zijn bij een opvoering in heli
theater aldaar verschillende Fransche of
ficieren verschenen, die een loge opeisch-
ten. Het publiek begon te protesteeren
en ging voor een groot gedeelte weg. De
voorstelling werd onderbroken. Na eenigea
tijd verlieten de officieren het theater,
waarop de voorstelling werd voortgezet.
De in Essen door de Franschen ge-
doode arbeiders en beambten zullen Dins
dag worden begraven om half elf. Op,
hetzelfde tijdstip heeft in den Rijksdag
een rouwplechtiglieid plaats, waarbij de
Rijkskanselier, in tegenwoordigheid van
den president, een rede zal uitspreken.
Bij gelegenheid der teraardebestelling zul
len ten teeken van rouw in het heele Rijk
de klokken geluid worden.
Ondertusschen schijnt de Duitsche re
geering niet stil te zitten. De correspon
dent. van ;de „Baseier National Zeitung"
te Freiburg zegt uit betrouwbare Berlijn-
sche bron te hebben vernomen, dat zij
binnenkort een groote actie zal onderne
men en met concrete voorstellen inzake
de herstelkwestie voor den dag zal komen.
Deze actie is niet gedacht als een aan
bieding van onderhandelingen aan Frank
rijk. Zij beoogt veeleer, onder principieele
handhaving van de volkomen onafhanke
lijke positie van Duitschland, de bereid
willigheid uit te drukken om op verstan-
digen grondslag economische medewerking
aan het herstelprobleem te verleenen. De
Duitsche regeering wil de wereld ondub
belzinnig zeggen, hoe zij zich de oplossing
van het herstelprobleem voorstelt.
Wat Loucheur te Londen deed.
Het bezoek, dat de Ffansche oud-mi
nister Loucheur aan Engeland heeft ge
bracht en zijn besprekingen met Bomar
Law, Lloyd George en andere vooraan
staande staatslieden, hebben in politiekei
Wringen heel wat stof opgeworpen.
Men is algemeen van meening, in
weerwil van verklaringen, waarin het te
gendeel beweerd wordt dat Loucheur
optrad als officieus vertegenwoordiger van
de Fransche regeering, aan wien de mis
sie wetrdl toevertrouwd, de kwestie van
het herstel en de Fransch-Britsche be
trekkingen. D'eze meenjng wordt versterkt
door het bezoek dat Loucheur bij' ziijn
terugkomst te Parijs, zooals gemeld', bij
zien in de kleine verstrooide herders
hutten, die daar gevonden werden. In
de gastvrije stulpen van eenige eenvoudige
geitenhoeders werden de leeraar en zijh.
huisgezin, met dat van zijn broeder Karei,
benevens eenige anderen zijner gemeente,
geherbergd. Tot dusverre had deze waar
dige tnan zijn huisgezin en sommigen
zijns volks vergezeld, maar hij stond ge
reed bij het licht der maan naar Belle-
.ville terug te fceeren, om met de priesters
en monniken te redetwisten, die door den
snooden gouverneur benoemd waren, om
de Waldenzen, zoo zij het noemden, „te
bekeeren" en de gevoelens hunner leer
aars te wederleggen, in één woord
om zijn gruwelijk bevel ten uitvoer te
brengen.
Alvorens zijn geliefd huisgezin en volk
te verlaten, verzamelde de leeraar hen
allen bijeen in het grootste vertrek van
hun gastvrij' verblijf, en in die haast,
welke de omstandigheden vorderden, en
met die ontroering en teederheid, welke
uit hun toestand noodwendig voortvloei
den, naderde hij met zijn volk tot den
Troon der Genade en beval de verstrooide
schapen aan de zorg en leiding van den
oppersten en goeden Herder, die hen lief
had tot den dood, en die ook thans zijn
oog vol medelijdende ontferming op hen
gevestigd hield.
(Wordt vervolgd.)