I1E ZEEUW TOT DEN DOOD GETROUW. Buitenland. Binnenland. TWEEDE BLAD. FEUILLETON. 18) VAN ZATERDAG 7 MAART 1923. No. 157 PROVINCIALE STATEN-VERKIEZING. Stemt Woensdag 11 April a.s. No. I voor Kieskiing Vlissingen lijst I. VAN DE PUTTE, G. Kieskiing ,Goes lijst 12 VOGELAAR, C. P. Kieskring Middelburg lijst 13 DE VEER, Mr A. A. Kieskring Tholen lijst 7a SONKE, C. J. Kieskring Zierikzee lijst 5 TIMMERMAN, A. Kieskring Hulst lijst 13 DIF.LEMAN, Mr P. Kieskring Sluis lijst 7b VAN MAZIJK, H. NIET IN ORDE. Vorige week werden de kiezers in onze omig'evinlg1 onthaald op een vlug schrift; van P. v. d. Meulen te Kam pen, getiteld „Drie parlementaire rede voeringen, uitgesproken door ds |G. H. Kersten, op 10 Nov., 21 Nov. en 14 Dec." In een voorbericht wordt mee«e- deeld, dat 't gesprokene al in de Ba nier jbad gestaan, waarvan zelfs een tweede-oplaag geheel was uitverkocht, miaar dat nog steeds nieuwe aanvragen inkwamen, en dat toen „ons Kamerlid den viiendelijken drang niet heeft wil len weerstaan door zijn toestemming te onthouden voor een herdruk" enz. Dit is in orde. Geen beter propagan damiddel voor een partij dan om het door haar leider gesprokene in het licht te geven, wanneer de 'groote kos ten daarvoor kunnen gevonden worden. Maar zal nu een propaganda zui ver zijn, dan moet niet alleen het ge sprokéne (gelijk hier) letterlijk zijn weergegeven, maar ook moet, wan neer de spreker, zij 't ook niet ter stond, op een door hem gemaakte ver gissing Worden gewezen, dit evenzeer door dezen worden gepubliceerden op dit punt nu heeft de zaakgelastigde van ds Kersten één onzes inziens ern stige fout gemaakt. Jn de rede van 21 Nov. komt na melijk een gedeelte voor, waartegen bedenking) is gerezen van anti-revolu tionaire zijde. Reeds óp 10 Nov. zou deze redo (blijkbaar toen reeds op schrift in des sprekers bezit), voorzoover althans zij geen eigenlijke repliek beteekende, kunnen zijn uitgesproken, indien de voorzitter wegens beëindiging van den hem toegemeten tijd hem niet had af gehamerd. Doch wij houden ons aan de "fei ten. De door ons bedoelde rede werd, hetzij als aanhangsel van die van 18 Nov., (hetzij als repliek, uitgesproken op 21 Nov. Wij lezen daar blijkens de Handelin gen '(blz. 529) en de brochure-v. d. Meulen (blz. 17): „Ilot tweede punt, waarover de heer Rutgers sprak, gold het sociale vraag stuk. Het kan misschien zijn nut hebben, neg eens te lezen, wat aangaande ver zekeren en consciëntiebezwaar in no. 568 van „D.e Heraut" geschreven stond." En dan volgt, een opsomming van wat volgons het door ds K. voorges lezen citaat „van De Heraut" het, Assurantiewezen is. Het is „een vrucht van den geest des tijds, een openbaring van het'materialisme, enz.". Nu moest de lezer wel uit deze Hij las ze nogmaals over: „Ik heb ge zien de mishandelingen mijns volks, Ik heb hun zuchten gehoord, en ben neder- gekomen om hen te- verlossen." OI hoe liefelijk waren deze woorden van mede lijden en bescherming voor het hart van den armen Edmond in hetzelfde oogen- blik, dat zij hem deden, weenen. „O, mijn Hoere en mijn God! wij zijn uw volk! Zie onze mishandelingen! Hoor ons zuch ten! Kom neder en verlos ons! O, red ons uit de hand der wreedaards! Nochtans, indien uw eere door ons lijden moet verhoogd worden, laat dan, Ileere! uw eer ons dierbaarder wezen dan alles wat bui ten haar op aarde is! O, geef ons den\ geest der volharding!" Doch wat dezen vromen Christen in zonderheid vertroostte, was de eenvou dige beschrijving van Stefanus' dood: „en als hij dit gezegd had, ontsliep hij." i 't Scheen hem toe alsof hier van 't zacht insluimeren van een onschuldig kind gesproken werd. „Daar is dan", zei- de hij, „geen dood voor den geloovige; het is slechts ontslapen." Ja, de Heere Woorden opmaken, dat deze veroordee- ing van de verzekering een woord was van Wijlen dr A. Kuyper. Jammer, dat wij zeiven,' niettegen staande wij ons verscheidene uitspra- cen van dr Kuyper o.a. in „De He raut" ter .aanprijzing van het verzeke ringswezen meenden te herinneren (wij bezitten er meerdere van hem;, doóhl hebben die op het oogenblik niet bij de hand) niet terstond op de ge dachte kwamen, dat deze krasse af keuringen niet yan dr Kuyper konden zijn. Do-ch' goed. Nadat ds Kersten het citaat, „ih De Heraut" had voorgelezen, concludeerde hij „Diat zal de Heraut (wier schrijver naar het oordeel van dhr. Rutgers toen blijkbaar een dolende cojnseientie had) nu niet meer schrijven, miaar wel leeft dergelijk oordeel voort in de harten der gemoedsbezwaarden, ook al werd in de Gemeene Gratie anders bepleit". Voor wij verder iglaan, wijzen wij hier op een ondeugendheidje van ds Kersten, oE van zijn lastgever, of van den letterzetter aan de drukkerij van. Boerman te Kampen, waar evenge noemd vlugschrift verscheen. In de Handelingen staat 't zooals wij het hierboven afschreven en doen afdrukken. Maar ih „het boekje" heeft de spreker of een ander achter de woorden „Gemeene Gratie" doen af drukken de woorden „vian dr Kuyper". Zoodat er kwam te staan: „óok al werd in de- Gemeene Gratie van d r K u y p e r anders bepleit". Nu zal ieder, -die lezen kan, dadelijk met ons den indruk gekregen hebben bij hot lezen van de rede van ds Kersten, dat de veroordeelde woorden ten aanzien van de „verzekering" wa ren v,an dr Kuyper, en dr Kuyper, leefde hij nog, het zoo niet meer schrij ven zou, ook al |had hij in zijn „Ge meene Gratie" het anders bepleit. Let toch pp de woorden „in de Heraut" en „in de Gemeene Gratie", Wij vragen: waartoe die inlas- schin'g? Geschiedde die om aan hen, die de quaestie niet kennen, den in druk te geven, dat er geen misleidende strekking lag in de voorlezing van het citaat? Zoo niet, waartoe dan? Nog een opmerking. Dat, het door ds Kersten voorgelezen citaat uit „Die Heraut" niet van dr Kuyper Was, werd reeds in December door de „Maas- en Scheldebode" aan het licht gebracht, die tevens meedeel de-, dat het ontleend wa,s aan een in gezonden stuk van den heer A. Bloot, een achtenswaardig geestverwant van dr Kuyper, aan wien deze hoofdre dacteur in de Ingezonden Stukken" wel wilde toestaan zijn bezwaar te zeggen, doch buiten verantwoordelijk heid der redactie". Later (12 Maart j.l.) werd dit in de „Nieuwe Haagsche Courant" nog eens breeder uiteengezet; en eerst toen heeft ds Kersten in een paar bladen w:a,t hier, miede door zijn minder juist, of althans voor tweeërlei uitlegging vatbaar, bijschrift bij hel; citaat, scheer stond, recht gezet, zoodat deze quaes- tie de wereld uit was. Want. wel schrijft hij „in De Stan dard" niet -gezegd te hebben, dat het van dr Kuyper was, maar op dat ooigenb-lik verstond niemand, zoo in als buiten de Kamer het anders, met uitzondering dan van den redacteur der „Maas-" en Scheldebode", wijl die beter wist, Maar nu rijst bij ons de vraag: waarom heeft ds Kersten niet reeds in December, toen genoemde redacteur zijne vergissing signaleerde, zijn nadereverklaring ingezonden Mogelijk' heeft hij de Maas- en Scheldebode-" niet gelezen. Maar dan blijft toch deze vraag ,aan zijn zaak gelastigde wiaarom hie-bt gij'den zin dier red© door de hi-erb ovcngen o emj- de inlassching in de brochure, voor de kiezers bestemd, veranderd, zoodaf juist op [bet u bekende aangevochten punt het 'vlugschrift, waarin zijn par lementaire redevoeringen staan afge drukt, niet 'klopt op de Handelingen blz. 528? En Waarom hebt gij in liet zoo pas, zelfs in herdruk, verschenen vlug schrift, niet bij wijze van „noot" in- Jezus heeft gezegd: „die in Mij gelooft zal niet sterven." Hot aardsclie sterven is een afscheiding der ziel van het lichaam, maar voor den geloovige is het slechts een nauwere en sterkere veree- niging der ziel met Christus. „Niets zal mij scheiden van de liefde Gods, die daar is in Christus Jezus, mijnen Heere 1" Van zulke gedachten vervuld, en zijn ziel telkens uitstortende in den gebede, bracht deze vrome man de stille nacht wake door. Daar hij nu, door de genade van zijn getrouwen Bonds-God, bemoe digd en tot kalmte gebracht was, mocht hij zijn weg en lot met stille onderwer ping in de handen van zijn Schepper en Herschepper stellen, vertrouwende op diens beloften en zich van diens genadi- gen bijstand verzekerd houdende. Aldus gestemd, viel hij eindelijk in slaap in den stoel, op welken hij had zitten lezen, daar kort te voren de laatste droppel olie in zijn lamp verteerd en zij dus uitge gaan was. Toen Edmond nauwelijks een uur ge sluimerd had, werd hij plotseling door een woest geraas opgeschrikt en ont waarde hij tegen de witte zoldering zij ner kamer de terugkaatsende stralen eener lamp, welke zij, die haar droegen, ang stig schenen te verbergen. Wie deze luid ruchtige bezoekers in de nachtelijke stilte gevoegd, dat Ids Kersten met leedwe zen 'heeft geconstateerd, dat de inen- schen uit zijn rede gelezen hebben, dat zijn Vérzekorings-citaat „in de He raut"'van -dr Kuyper was. Nu toch (krijgen o-f behouden uw kie zers, voorzoover zij geen ander h-lad lezen dan „de Banier", dezen onjuis- ten indruk. En de invoeging was toch zulk -een kleine moeite geweest. Gezwegen nog van 't feit, dat ook de tegenspraak, onder anderen van mr Rutgers, -er ook wel bij gemogen had; want nu krijgen de kiezers den indruk, dat het aoo-r ds Kersten ge sprokene niet is tegengesproken ge worden of voor wederlegging niet vat baar, -en van eenzijdigheid en onvol ledigheid g'anschelijk vrij tepl-eiten was. Wij hopen in ons volgend nominer ©en en ander over te nemen o-ver de „Verzekerdheden", wat dr Kuyper [hiervan in zijn „Gemeene Gratie" zegt. ZUID-BEVELANDSCHE BRIEVEN. In den laatsten tijd hoort men meer dan eenigen tijd geleden van het opstel len van een gemeenteprogram. Toch is zulk een gemeenteprogram voor Zuid- Beveland niets nieuws. Een 40 jaar ge leden had men er op sommige plaatsen al een, al bestond het maar uit een drie- of viertal artikelen. Vooral in die dagen had men er wel mee te rekenen of een candidaat er ook komen kon. Maar anderzijds is het ook zaak, dat de .gekozene staat voor het be ginsel en in zaken van meer practischen aard niet inga tegen de meeningen van de leden van de partij, die hem candidaat stelde. Al kan men, minderheid vaak, niet alles bereiken wat men zou willen, en weren Wat men schadelijk acht, bij een wol- omschreven program heeft men een leid draad en kan men ook zich zelf toetsen of men binnen de lijn is en voldoende zijn taak behartigt. Bij mogelijk verschil in de kiesvereeniging kan het gemeente program beslissen, wie er ongelijk heeft. Is het. noodig, dan kan het program na der uitgebreid worden of een of ander punt beter worden omschreven. Ook voor samenwerking met andere partijen is het van groot nut een gemeenteprogram te hebben. Eén ding is wel jammer, dat er voor deze dingen als de verkiezingen in het zicht zijn altijd meer ijver is dan anders. Een geregelde, rustige opbouw van onze anti-revolutionaire partij is meer gewenscht en zal beter resultaat opleve ren. Toch is het hier ook waar: beter laat dan nooit. Het persoonlijke zou steeds meer op den achtergrond moeten komen en het zakelijke naar voren. Maar wij blijven menschen. Daarom zal het noodig zijn, dat ieder op zijn beurt ook eens wat wordt neergezet. Elkaar te sparen om welke reden dan ook werkt verslapping en onoprechtheid in de hand. Paulus spaarde Petrus ook niet, toen hij zag, dat Petrus van den goeden weg af ging. Zooiets kan wel eens eenfge ver wijdering geven, maar moet op den duur goed werken. We struikelen dagelijks in veel en moe ten daarom ook dagelijks opstaan of op geholpen worden. Juist omdat het volmaakte niet te be reiken is, moet er te ijveriger naar ge tracht worden. Uw woord is een lamp voor mijn voet, moet ook .op het politiek terrein steeds meer uitkomen. Nog een paar dagen en man en vrouw, jongeling en jongedocliter staan voor de stembus van de Prov. Staten. Afgedacht nog van den stemplicht is er onder ons een streven om trouw zich van dien plicht te kwijten in de eerste plaats we gens de verantwoording aan God voor de roeping ons opgelegd, maar ook omdat ontrouw oorzaak van verlies zijn kan: op één stem kan het ook nu aankomen. Gelukkig, dat de evenredige vertegen woordiging oorzaak is, dat ieder rijn aantal mannen krijgt die de partij toe komen. Het persoonlijke treedt op den achtergrond. Daardoor had verleden jaar de actie voor onzen ouJ-Kloetingenaar, dhr. Moojen, ook volstrekt geen succes. Daarom ligt het ook in de lijn, ook steeds te stemmen op No. 1 van de lijst. De lijst wordt met zorg opgemaakt en waren, en wat zij wilden, zien we in het volgende hoofdstuk. HOOFDSTUK VII. Gefolterd Wellicht raadt gif reeds, mijn lezer, wie het zjj'n, die in het middernachtelijk uur de hut van Karei Edmond binnen dringen. Het zijin zij', die de duisternis liever hebben dan het licht; zijl, die aan ketters hun gegeven w'oord niet be hoeven te houden; zij, wier zwarte ziel nog zwarter gemaakt wordt door het omneedoogend bloedvergieten. „Ha, kind des duivels, oproermaker! daar hebben we u, die zulke lasterlijke taal van onze priesters hebt gesproken.1 Mannen, bindt dien ketter!" zoo schreeuw de de bevelvoerder. En zijn maar al to gewillige dienstknechten sloegen den ar men Edmond in boeien en voerden heim gevankelijk mede. terwijl zijn hut, die tot nog toe gespaard Was geworden, in brand gestoken werd, om den vólgenden dag aan de goedgeloovigen te vertellen, dat hij zelf, voor zijn vertrek, dit gedaan had. Men bracht hem in een der hutten, die men tijdelijk tot folterhut had inge richt en tot dat einde voor de alles verwoestende vlammen had gespaard. Hierin bevond zich een houten raam met hefboomen aan iedere zijde, waarin ste- ieder verklaart genoegen te nemen met zijn plaats. Toch blijkt het telkens nog wel, dat persoonlijke genegenheid voor een der candidaten of plaatselijke be kendheid van den candidaat bij sommigen nog wei heelwat meetellen. Deze persoon lijke keuze aan te moedigen is niet ge wenscht, al kan ze in enkele gevallen wel gebillijkt worden. Zij Woensdag 11 April een dag van trouwe plichtsbetrachting en volge daarop een dag van ootmoedigen dank aan den Heere onzen God. De verwoeste gebieden. Wat in België op het gebied- van het herstel van de verwoeste gebieden in de laatste maanden is gepresteerd, schrijft de „N. R. Ort", dwingt werkelijk de be wondering af van allen, die de zoo zwaar beproefde frontstroek van West-Vlaande ren, tijdens of onmiddellijk na den oorlo-g hebben bezocht. Nieuwpoort, Dixmuiden en I-eperen, om1 van de kleinere gemeen ten maar niet te gewagen, zij-n reeds zoo goed als geheel uit hun puin verrezen, en menig oud-strijder zou slechts met moeite nog de plaatsen kunnen aanwijzen waar hij, vier jaar lang, de verschrikkin gen van den modernen oorlog: leerde ken nen. Een officieele statistiek, welke mij on langs onder de oogen kwam, vestigde de aandacht op een andere, niet zoo be kende en opvallende, maar daarom niet minder interessante zijde van het groote vraagstuk van den wederopbouw, n.l. het herstel der Belgische spoorwegen. Na do ontruiming van het land door do D-uitsche troepen bleken nog slechts 279 locomotieven voor het heele Belgische spoorwegnet te zijn overgebleven. Twee jaar later beschikten de Belgische Staats spoorwegen alweer over 5171 locomotie ven, terwijl er échter nog 550 nieuwe walren besteld. Thans bedra-agt het aantal locomotieven 5356, waarvan ruim 65 pet in zeer goeden staat zijn. Het gemiddelde aantal goederentreinen is weer tot 2386 pe-r dag gestegen; dat der passagierstreinen tot 2271. Eind© '1922 bedroeg het spoorwegverkeer reeds 69 pet voor de personentreinen en 72 pet vo-or de goederentreinen van het totale verkeer in 1914. Voegt men daar nog aan toe dat 1419 bruggen en tunnels 194 spoorwegstations, 30 krachtstations enz. geheel of gedeeltelijk moesten wor den hersteld, dan heeft men reeds een klein id-eo van de energie door onze Zui derburen op dit gebied, evenals op vele andere, na de ontzettende oorlogsramp van 1914'18, bij het herstel van hun land aan den 'dag gelegd. De godsdienstvrijheid in Spanje. Spanje maakt weer eens een ernstige crisis door. Deze maand nog zullen er al- igemeene verkiezingen plaats hebben en de godsdienstige kwestie dreigt daarbij een zeer revolutionaire rol te spelen.. Het tegenwoordige kabinet onder Alhu cemas steunt op de gematigde partijen van links. Een der voornaamste punten van hun program, en tevens een bepa ling in het accoord tusschen'de verschil, lende regeeringspartijen is de wijziging van art. 11 der grondwet. Volgens dit artikel mag niemand wel is waar lastig gevallen worden om zijn godsdienstige overtuiging maar blijft het katholicisme toch staatsgodsdienst en mogen de andere kerken geen godsdienstoefeningen houden, Wanneer er b.v. familieleden der oor spronkelijk protestantsche koningin op het Prado logeeren dan mogen zij slechts in een half verborgen kapel een preek aanhoaren. De protestantsche kerken moe ten overigens allen zoo gebouwd zijn, dal men aan geen uiterlijke teekenen kan zien dat het kerken zijn. V-oor de syna gogen geldt natuurlijk hetzelfde. Alhucemas had nu besloten, dat dit an ders zou worden en dat in Spanje do ab solute vrijheid van godsdienst zou wor den ingevoerd. De R.-K. kerk is echter niet bereid haar geprivilegeerde positie zonder strijd -op te geven. De aartsbis schop van Saragassa heeft een soort oor logsverklaring aan Alhucemas gezonden; wanneer gij, bij- de heropening der Kamer op 10 April, inderdaad de herziening van art. 11 aankondigt, zaoals door ve len verwacht wordt, dan zullen alle vige touwen zaten. Dit was de pijnbank, waarop men de gevangenen legde om de ledematen van de ongelukkige lijders te ontwrichten. Iets verder stond een rad, waarop de deerniswaardige gevangenen uitgestrekt werden, om ze dan met ijzeren bouten zoo lang te slaan, tot ze den laatsten adem uitbliezen. Langs de muren .hingen zagen, messen, nijptangen ,Maar zouden w© de ljjst van foltertuigen nog langer maken om1 u te doen zien tot welke afschuwelijke middelen men de toe vlucht nam, onder een vertoon van Gods dienstijver, de arme Waldenzen uit te roeien of hen tot „bekeering" te brengen? Naar deze hut dan bracht men Karei Edmond. „Nu hebben we u, ellendeling!" zoo klonk de uitdagende taal van den bevelvoerder. „Gij- hebt de valleibewoners tot oproer en -opstand aangezet. Gij' hebt de priesters voor luiaards uitgescholden. Gij hebt onze kerk als de valsche kerk bestempeld. Gij hebt uit verboden boeken gelezen. Ontkennen kunt ge niets, want we hebben dat groote „ketterboek" naast u gevonden. Spreek, wat hebt gijl tot uw verontschuldiging aan te voeren?" „Ik ontken voor God, dat ik ooit, op welke wijze ook, tot opstand of oproer aangehitst heb. Mjj!n geloof, dit belijd ik, is geheel in tegenspraak met het uwe, maar het is geen ketterij, het is waarheid, de priesters in heel Spanje hun parochianen airaden bij de verkiezingen voor die par tijen te stemmen, welke uwe rogeering steunen. Volgens sommigen hooft ook do paus reeds ingegrepen en is er van uit .het Vaticaan een soort van ultimatum naar Madrid gezonden. De regeering is nu afgetreden. Kuyperstichting. Aan het verkort verslag over de ver richtingen der Dr Abraham Kuyperstich ting ovei" het jaar 1922 ontle-enen wij1 het volgende: De heer H. Colijn heeft ook dit jaar het Directeurschap waargenomen. Met in gang van 1 October 1922 werd Mr II. Eooyeweerd aan de Stichting verbonden als Adjunct-Directeur. Tengevolge van ds sedert 1 October ingetreden groote uit breiding van de werkzaamheden van het bureau werd miot ingang van 1 November 1922 het administratief personeel uitge breid- met -een tweede typiste. Sedert 1 October 1922 werd de biblio theek aangevuld rniet verschillende wer ken en tijdschriften, welke voor een goe de werking van het bureau niet konden worden gemist. Het aantal aanvragen om boekwerken uit de bibliotheek nam sedert 1 October 1922 belangrijk toe-. Ook van de Leeszaal werd ©enige malen gebruik gemaakt. Door bemiddeling van mevrouw Bijle- veld werden van de Eiijks-Academie van Beeldende Kunsten te Amsterdam vier fraaie schilderstukken in bruikleen ont vangen, welke in de benedenzalen een plaats verkregen. Sedert 1 October 1922 werd allereerst de organisatie van het bureau met kracht aangevat. E-en aanvang werd gemaakt met de inrichting van een dossierslelsel, be staande uit vier onderdoelen: 1. uitknip sels uit dagbladen; 2. tijdschrift-artikelen; 3. brochures; 4. Kamerstukken. Het werkplan bevatte twee hoofdpunten: 1. methodisch-wete-nschappelijken arbeid ter uitbouwing van de A.R. Staatsbeschou wing; 2. practischen adviesarbeid, be staande in liet- uitbrengen van zelfstandige rapporten over afzonderlijke onderwerpen. De bedoeling is -geleidelijk te komen tot de uitgave van een doorloopende reeks geschriften van wetenschappelijken en staatkundigen auirtl, waarin op vasten grondslag zal worden voortgebouwd. Se dert 1 October 1922 werd m-et de-zen arbeid- ©en aanvang gemaakt. Als studie onderwerpen werden aanvankelijk geko zen: „Roomsch Katholieke en A.R. Staat kunde" en „Be Staatkundige tegenstel ling tusschen de A. R. en C. H. partij". In de practisch-adviseerende afdeeling namen de aanvragen om voorlichting se dert October in buitengewone mate toe. Werd vóór de organisatie der Stichitng noodgedwongen in hoofdzaak volstaan met verwijzen naar literatuur, i'esp. be knopte voorlichting; sedert 1 October w©."d het beginsel aanvaard, dat over belang rijke onderwerpen zelfstandige stu-die zou worden gemaakt. Dientengevolge werden tusschen 1 October en 31 December 1922 verschillende uitvoerige rapporten uitge bracht; het aantal der uitgebrachte ad viezen en opgestelde rapporten bell p ge durende het 4e kwartaal 1922 niet min der dan 70. Medegedeeld kan nog1 worden, dat naar aanleiding van de uitgebrachte adviezen het bureau van verschillend© z'jdon b ie- ven ontving, die van groote waardca ing en sympathie getuigden, hetgeen de over tuiging versterkte, dat de gevolgde me thode ook practisch aan haar doel be antwoordt. Met het oog o-p de Kamerverkiezingen 1922 werd door de Stichting ©en serie vlugschriften uitgegeven. In totaal werden van deze vlugschrif ten 399.581 exemplaren ter beschikking van de Kiesvere-enigingen gesteld. Voorts werd uitgegeven het program, van actie der A.R. partij', waarvan 57.941 exem plaren gratis werden verspreid, terwijl voor het Centraal Comité der A.R. partij de uitgave werd verzorgd van 2.000.000 verkiezingsblaadjes. Deze verkiezings blaadjes werden gratis ter beschikking gesteld van de Besturen der Kamerkies- kringcentralen. Van deze lectuur is thans nog be schikbaar: van de eerstbedoelde vlug- Goddelijke waarheid, en ik ben, door Gods genade daartoe gesterkt, bereid om het met mijn bloed te bezegelen 1" zoo klonk de standvastige geloofstaal van onzen Edmond. „Maar gij wilt het kruis niet aanbidden of kussen; gjj veracht onze heiligen en onze sacramenten; ja, gij zegt, dat dit afgodendienst is." „Ja, en dat herhaal ik hier, met die af grijselijkste folteringen voor oogen, nog maals." „Gij zijt alzoo een ketter, en op ketterij staat de doodstraf. Bedenkt gij dit wel?" „Gij kunt mijn lichaam nemen, pijnigen en dooden, maar mijn ziel kunt gij niet dooden. Gjj meent misschien, dat ik hier alleen sta, doch ik zeg umijn God is met mij. Wilt gij mijl dooden, het zij zoo. Zalig zijn zij, me om tfer gerechtigheid wille vervolgd worden, want hunner is het Koninkrijk der Hemelen. Het is mij een voorrecht W-aardig gekeurd te worden om Gods wille smaadheid te lijden. Doch weet, dat eenmaal uw gruweldaden tegen u zullen getuigen; weet, dat uw Tange mantels, gelijk de vroegere Farizeën, uw vasten, en uw boetedoeningen in den dag van Gods gerichte u niets zullen ba ten (Wordt rarvolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1923 | | pagina 5