I1E ZEEUW
TOT DEN DOOD GETROUW.
Buitenland.
Binnenland.
TWEEDE BLAD.
FEUILLETON.
18)
VAN
ZATERDAG 7 MAART 1923. No. 157
PROVINCIALE STATEN-VERKIEZING.
Stemt Woensdag 11 April a.s.
No. I voor
Kieskiing Vlissingen lijst I.
VAN DE PUTTE, G.
Kieskiing ,Goes lijst 12
VOGELAAR, C. P.
Kieskring Middelburg lijst 13
DE VEER, Mr A. A.
Kieskring Tholen lijst 7a
SONKE, C. J.
Kieskring Zierikzee lijst 5
TIMMERMAN, A.
Kieskring Hulst lijst 13
DIF.LEMAN, Mr P.
Kieskring Sluis lijst 7b
VAN MAZIJK, H.
NIET IN ORDE.
Vorige week werden de kiezers in
onze omig'evinlg1 onthaald op een vlug
schrift; van P. v. d. Meulen te Kam
pen, getiteld „Drie parlementaire rede
voeringen, uitgesproken door ds |G.
H. Kersten, op 10 Nov., 21 Nov. en
14 Dec."
In een voorbericht wordt mee«e-
deeld, dat 't gesprokene al in de Ba
nier jbad gestaan, waarvan zelfs een
tweede-oplaag geheel was uitverkocht,
miaar dat nog steeds nieuwe aanvragen
inkwamen, en dat toen „ons Kamerlid
den viiendelijken drang niet heeft wil
len weerstaan door zijn toestemming
te onthouden voor een herdruk" enz.
Dit is in orde. Geen beter propagan
damiddel voor een partij dan om het
door haar leider gesprokene in het
licht te geven, wanneer de 'groote kos
ten daarvoor kunnen gevonden
worden.
Maar zal nu een propaganda zui
ver zijn, dan moet niet alleen het ge
sprokéne (gelijk hier) letterlijk zijn
weergegeven, maar ook moet, wan
neer de spreker, zij 't ook niet ter
stond, op een door hem gemaakte ver
gissing Worden gewezen, dit evenzeer
door dezen worden gepubliceerden
op dit punt nu heeft de zaakgelastigde
van ds Kersten één onzes inziens ern
stige fout gemaakt.
Jn de rede van 21 Nov. komt na
melijk een gedeelte voor, waartegen
bedenking) is gerezen van anti-revolu
tionaire zijde.
Reeds óp 10 Nov. zou deze redo
(blijkbaar toen reeds op schrift in des
sprekers bezit), voorzoover althans zij
geen eigenlijke repliek beteekende,
kunnen zijn uitgesproken, indien de
voorzitter wegens beëindiging van den
hem toegemeten tijd hem niet had af
gehamerd.
Doch wij houden ons aan de "fei
ten. De door ons bedoelde rede werd,
hetzij als aanhangsel van die van 18
Nov., (hetzij als repliek, uitgesproken
op 21 Nov.
Wij lezen daar blijkens de Handelin
gen '(blz. 529) en de brochure-v. d.
Meulen (blz. 17):
„Ilot tweede punt, waarover de heer
Rutgers sprak, gold het sociale vraag
stuk. Het kan misschien zijn nut hebben,
neg eens te lezen, wat aangaande ver
zekeren en consciëntiebezwaar in no.
568 van „D.e Heraut" geschreven
stond."
En dan volgt, een opsomming van
wat volgons het door ds K. voorges
lezen citaat „van De Heraut" het,
Assurantiewezen is. Het is „een vrucht
van den geest des tijds, een openbaring
van het'materialisme, enz.".
Nu moest de lezer wel uit deze
Hij las ze nogmaals over: „Ik heb ge
zien de mishandelingen mijns volks, Ik
heb hun zuchten gehoord, en ben neder-
gekomen om hen te- verlossen." OI hoe
liefelijk waren deze woorden van mede
lijden en bescherming voor het hart van
den armen Edmond in hetzelfde oogen-
blik, dat zij hem deden, weenen. „O, mijn
Hoere en mijn God! wij zijn uw volk!
Zie onze mishandelingen! Hoor ons zuch
ten! Kom neder en verlos ons! O, red ons
uit de hand der wreedaards! Nochtans,
indien uw eere door ons lijden moet
verhoogd worden, laat dan, Ileere! uw eer
ons dierbaarder wezen dan alles wat bui
ten haar op aarde is! O, geef ons den\
geest der volharding!"
Doch wat dezen vromen Christen in
zonderheid vertroostte, was de eenvou
dige beschrijving van Stefanus' dood: „en
als hij dit gezegd had, ontsliep hij." i
't Scheen hem toe alsof hier van 't
zacht insluimeren van een onschuldig
kind gesproken werd. „Daar is dan", zei-
de hij, „geen dood voor den geloovige;
het is slechts ontslapen." Ja, de Heere
Woorden opmaken, dat deze veroordee-
ing van de verzekering een woord
was van Wijlen dr A. Kuyper.
Jammer, dat wij zeiven,' niettegen
staande wij ons verscheidene uitspra-
cen van dr Kuyper o.a. in „De He
raut" ter .aanprijzing van het verzeke
ringswezen meenden te herinneren
(wij bezitten er meerdere van hem;,
doóhl hebben die op het oogenblik niet
bij de hand) niet terstond op de ge
dachte kwamen, dat deze krasse af
keuringen niet yan dr Kuyper
konden zijn.
Do-ch' goed. Nadat ds Kersten het
citaat, „ih De Heraut" had voorgelezen,
concludeerde hij
„Diat zal de Heraut (wier schrijver
naar het oordeel van dhr. Rutgers toen
blijkbaar een dolende cojnseientie had)
nu niet meer schrijven, miaar wel leeft
dergelijk oordeel voort in de harten der
gemoedsbezwaarden, ook al werd in de
Gemeene Gratie anders bepleit".
Voor wij verder iglaan, wijzen wij
hier op een ondeugendheidje van ds
Kersten, oE van zijn lastgever, of van
den letterzetter aan de drukkerij van.
Boerman te Kampen, waar evenge
noemd vlugschrift verscheen.
In de Handelingen staat 't zooals
wij het hierboven afschreven en doen
afdrukken. Maar ih „het boekje" heeft
de spreker of een ander achter de
woorden „Gemeene Gratie" doen af
drukken de woorden „vian dr Kuyper".
Zoodat er kwam te staan: „óok al
werd in de- Gemeene Gratie van
d r K u y p e r anders bepleit".
Nu zal ieder, -die lezen kan, dadelijk
met ons den indruk gekregen hebben
bij hot lezen van de rede van ds
Kersten, dat de veroordeelde woorden
ten aanzien van de „verzekering" wa
ren v,an dr Kuyper, en dr Kuyper,
leefde hij nog, het zoo niet meer schrij
ven zou, ook al |had hij in zijn „Ge
meene Gratie" het anders bepleit.
Let toch pp de woorden „in de
Heraut" en „in de Gemeene Gratie",
Wij vragen: waartoe die inlas-
schin'g? Geschiedde die om aan hen,
die de quaestie niet kennen, den in
druk te geven, dat er geen misleidende
strekking lag in de voorlezing van
het citaat? Zoo niet, waartoe dan?
Nog een opmerking.
Dat, het door ds Kersten voorgelezen
citaat uit „Die Heraut" niet van dr
Kuyper Was, werd reeds in December
door de „Maas- en Scheldebode" aan
het licht gebracht, die tevens meedeel
de-, dat het ontleend wa,s aan een in
gezonden stuk van den heer A. Bloot,
een achtenswaardig geestverwant van
dr Kuyper, aan wien deze hoofdre
dacteur in de Ingezonden Stukken"
wel wilde toestaan zijn bezwaar te
zeggen, doch buiten verantwoordelijk
heid der redactie".
Later (12 Maart j.l.) werd dit in de
„Nieuwe Haagsche Courant" nog eens
breeder uiteengezet; en eerst toen
heeft ds Kersten in een paar bladen
w:a,t hier, miede door zijn minder juist,
of althans voor tweeërlei uitlegging
vatbaar, bijschrift bij hel; citaat, scheer
stond, recht gezet, zoodat deze quaes-
tie de wereld uit was.
Want. wel schrijft hij „in De Stan
dard" niet -gezegd te hebben, dat
het van dr Kuyper was, maar op dat
ooigenb-lik verstond niemand, zoo in
als buiten de Kamer het anders, met
uitzondering dan van den redacteur
der „Maas-" en Scheldebode", wijl die
beter wist, Maar nu rijst bij ons de
vraag: waarom heeft ds Kersten niet
reeds in December, toen genoemde
redacteur zijne vergissing signaleerde,
zijn nadereverklaring ingezonden
Mogelijk' heeft hij de Maas- en
Scheldebode-" niet gelezen. Maar dan
blijft toch deze vraag ,aan zijn zaak
gelastigde wiaarom hie-bt gij'den zin
dier red© door de hi-erb ovcngen o emj-
de inlassching in de brochure, voor
de kiezers bestemd, veranderd, zoodaf
juist op [bet u bekende aangevochten
punt het 'vlugschrift, waarin zijn par
lementaire redevoeringen staan afge
drukt, niet 'klopt op de Handelingen
blz. 528?
En Waarom hebt gij in liet zoo pas,
zelfs in herdruk, verschenen vlug
schrift, niet bij wijze van „noot" in-
Jezus heeft gezegd: „die in Mij gelooft
zal niet sterven." Hot aardsclie sterven
is een afscheiding der ziel van het
lichaam, maar voor den geloovige is het
slechts een nauwere en sterkere veree-
niging der ziel met Christus. „Niets zal
mij scheiden van de liefde Gods, die
daar is in Christus Jezus, mijnen Heere 1"
Van zulke gedachten vervuld, en zijn
ziel telkens uitstortende in den gebede,
bracht deze vrome man de stille nacht
wake door. Daar hij nu, door de genade
van zijn getrouwen Bonds-God, bemoe
digd en tot kalmte gebracht was, mocht
hij zijn weg en lot met stille onderwer
ping in de handen van zijn Schepper en
Herschepper stellen, vertrouwende op
diens beloften en zich van diens genadi-
gen bijstand verzekerd houdende. Aldus
gestemd, viel hij eindelijk in slaap in
den stoel, op welken hij had zitten lezen,
daar kort te voren de laatste droppel olie
in zijn lamp verteerd en zij dus uitge
gaan was.
Toen Edmond nauwelijks een uur ge
sluimerd had, werd hij plotseling door
een woest geraas opgeschrikt en ont
waarde hij tegen de witte zoldering zij
ner kamer de terugkaatsende stralen eener
lamp, welke zij, die haar droegen, ang
stig schenen te verbergen. Wie deze luid
ruchtige bezoekers in de nachtelijke stilte
gevoegd, dat Ids Kersten met leedwe
zen 'heeft geconstateerd, dat de inen-
schen uit zijn rede gelezen hebben,
dat zijn Vérzekorings-citaat „in de He
raut"'van -dr Kuyper was.
Nu toch (krijgen o-f behouden uw kie
zers, voorzoover zij geen ander h-lad
lezen dan „de Banier", dezen onjuis-
ten indruk. En de invoeging was toch
zulk -een kleine moeite geweest.
Gezwegen nog van 't feit, dat ook
de tegenspraak, onder anderen van
mr Rutgers, -er ook wel bij gemogen
had; want nu krijgen de kiezers den
indruk, dat het aoo-r ds Kersten ge
sprokene niet is tegengesproken ge
worden of voor wederlegging niet vat
baar, -en van eenzijdigheid en onvol
ledigheid g'anschelijk vrij tepl-eiten was.
Wij hopen in ons volgend nominer
©en en ander over te nemen o-ver de
„Verzekerdheden", wat dr Kuyper
[hiervan in zijn „Gemeene Gratie" zegt.
ZUID-BEVELANDSCHE BRIEVEN.
In den laatsten tijd hoort men meer
dan eenigen tijd geleden van het opstel
len van een gemeenteprogram. Toch is
zulk een gemeenteprogram voor Zuid-
Beveland niets nieuws. Een 40 jaar ge
leden had men er op sommige plaatsen
al een, al bestond het maar uit een
drie- of viertal artikelen.
Vooral in die dagen had men er wel
mee te rekenen of een candidaat er ook
komen kon. Maar anderzijds is het ook
zaak, dat de .gekozene staat voor het be
ginsel en in zaken van meer practischen
aard niet inga tegen de meeningen van
de leden van de partij, die hem candidaat
stelde.
Al kan men, minderheid vaak, niet alles
bereiken wat men zou willen, en weren
Wat men schadelijk acht, bij een wol-
omschreven program heeft men een leid
draad en kan men ook zich zelf toetsen
of men binnen de lijn is en voldoende
zijn taak behartigt. Bij mogelijk verschil
in de kiesvereeniging kan het gemeente
program beslissen, wie er ongelijk heeft.
Is het. noodig, dan kan het program na
der uitgebreid worden of een of ander
punt beter worden omschreven. Ook voor
samenwerking met andere partijen is het
van groot nut een gemeenteprogram te
hebben. Eén ding is wel jammer, dat er
voor deze dingen als de verkiezingen in
het zicht zijn altijd meer ijver is dan
anders. Een geregelde, rustige opbouw
van onze anti-revolutionaire partij is meer
gewenscht en zal beter resultaat opleve
ren. Toch is het hier ook waar: beter
laat dan nooit.
Het persoonlijke zou steeds meer op
den achtergrond moeten komen en het
zakelijke naar voren.
Maar wij blijven menschen. Daarom zal
het noodig zijn, dat ieder op zijn beurt
ook eens wat wordt neergezet. Elkaar te
sparen om welke reden dan ook werkt
verslapping en onoprechtheid in de hand.
Paulus spaarde Petrus ook niet, toen hij
zag, dat Petrus van den goeden weg af
ging. Zooiets kan wel eens eenfge ver
wijdering geven, maar moet op den duur
goed werken.
We struikelen dagelijks in veel en moe
ten daarom ook dagelijks opstaan of op
geholpen worden.
Juist omdat het volmaakte niet te be
reiken is, moet er te ijveriger naar ge
tracht worden.
Uw woord is een lamp voor mijn voet,
moet ook .op het politiek terrein steeds
meer uitkomen.
Nog een paar dagen en man en vrouw,
jongeling en jongedocliter staan voor de
stembus van de Prov. Staten. Afgedacht
nog van den stemplicht is er onder
ons een streven om trouw zich van dien
plicht te kwijten in de eerste plaats we
gens de verantwoording aan God voor de
roeping ons opgelegd, maar ook omdat
ontrouw oorzaak van verlies zijn kan:
op één stem kan het ook nu aankomen.
Gelukkig, dat de evenredige vertegen
woordiging oorzaak is, dat ieder rijn
aantal mannen krijgt die de partij toe
komen. Het persoonlijke treedt op den
achtergrond. Daardoor had verleden jaar
de actie voor onzen ouJ-Kloetingenaar,
dhr. Moojen, ook volstrekt geen succes.
Daarom ligt het ook in de lijn, ook
steeds te stemmen op No. 1 van de lijst.
De lijst wordt met zorg opgemaakt en
waren, en wat zij wilden, zien we in
het volgende hoofdstuk.
HOOFDSTUK VII.
Gefolterd
Wellicht raadt gif reeds, mijn lezer,
wie het zjj'n, die in het middernachtelijk
uur de hut van Karei Edmond binnen
dringen. Het zijin zij', die de duisternis
liever hebben dan het licht; zijl, die
aan ketters hun gegeven w'oord niet be
hoeven te houden; zij, wier zwarte
ziel nog zwarter gemaakt wordt door
het omneedoogend bloedvergieten.
„Ha, kind des duivels, oproermaker!
daar hebben we u, die zulke lasterlijke
taal van onze priesters hebt gesproken.1
Mannen, bindt dien ketter!" zoo schreeuw
de de bevelvoerder. En zijn maar al to
gewillige dienstknechten sloegen den ar
men Edmond in boeien en voerden heim
gevankelijk mede. terwijl zijn hut, die tot
nog toe gespaard Was geworden, in
brand gestoken werd, om den vólgenden
dag aan de goedgeloovigen te vertellen,
dat hij zelf, voor zijn vertrek, dit gedaan
had. Men bracht hem in een der hutten,
die men tijdelijk tot folterhut had inge
richt en tot dat einde voor de alles
verwoestende vlammen had gespaard.
Hierin bevond zich een houten raam met
hefboomen aan iedere zijde, waarin ste-
ieder verklaart genoegen te nemen met
zijn plaats. Toch blijkt het telkens nog
wel, dat persoonlijke genegenheid voor
een der candidaten of plaatselijke be
kendheid van den candidaat bij sommigen
nog wei heelwat meetellen. Deze persoon
lijke keuze aan te moedigen is niet ge
wenscht, al kan ze in enkele gevallen
wel gebillijkt worden.
Zij Woensdag 11 April een dag van
trouwe plichtsbetrachting en volge daarop
een dag van ootmoedigen dank aan den
Heere onzen God.
De verwoeste gebieden.
Wat in België op het gebied- van het
herstel van de verwoeste gebieden in de
laatste maanden is gepresteerd, schrijft
de „N. R. Ort", dwingt werkelijk de be
wondering af van allen, die de zoo zwaar
beproefde frontstroek van West-Vlaande
ren, tijdens of onmiddellijk na den oorlo-g
hebben bezocht. Nieuwpoort, Dixmuiden
en I-eperen, om1 van de kleinere gemeen
ten maar niet te gewagen, zij-n reeds zoo
goed als geheel uit hun puin verrezen,
en menig oud-strijder zou slechts met
moeite nog de plaatsen kunnen aanwijzen
waar hij, vier jaar lang, de verschrikkin
gen van den modernen oorlog: leerde ken
nen.
Een officieele statistiek, welke mij on
langs onder de oogen kwam, vestigde
de aandacht op een andere, niet zoo be
kende en opvallende, maar daarom niet
minder interessante zijde van het groote
vraagstuk van den wederopbouw, n.l. het
herstel der Belgische spoorwegen.
Na do ontruiming van het land door do
D-uitsche troepen bleken nog slechts 279
locomotieven voor het heele Belgische
spoorwegnet te zijn overgebleven. Twee
jaar later beschikten de Belgische Staats
spoorwegen alweer over 5171 locomotie
ven, terwijl er échter nog 550 nieuwe
walren besteld. Thans bedra-agt het aantal
locomotieven 5356, waarvan ruim 65 pet
in zeer goeden staat zijn.
Het gemiddelde aantal goederentreinen
is weer tot 2386 pe-r dag gestegen; dat
der passagierstreinen tot 2271. Eind© '1922
bedroeg het spoorwegverkeer reeds 69
pet voor de personentreinen en 72 pet
vo-or de goederentreinen van het totale
verkeer in 1914. Voegt men daar nog
aan toe dat 1419 bruggen en tunnels
194 spoorwegstations, 30 krachtstations
enz. geheel of gedeeltelijk moesten wor
den hersteld, dan heeft men reeds een
klein id-eo van de energie door onze Zui
derburen op dit gebied, evenals op vele
andere, na de ontzettende oorlogsramp
van 1914'18, bij het herstel van hun
land aan den 'dag gelegd.
De godsdienstvrijheid in Spanje.
Spanje maakt weer eens een ernstige
crisis door. Deze maand nog zullen er al-
igemeene verkiezingen plaats hebben en de
godsdienstige kwestie dreigt daarbij een
zeer revolutionaire rol te spelen..
Het tegenwoordige kabinet onder Alhu
cemas steunt op de gematigde partijen
van links. Een der voornaamste punten
van hun program, en tevens een bepa
ling in het accoord tusschen'de verschil,
lende regeeringspartijen is de wijziging
van art. 11 der grondwet. Volgens dit
artikel mag niemand wel is waar lastig
gevallen worden om zijn godsdienstige
overtuiging maar blijft het katholicisme
toch staatsgodsdienst en mogen de andere
kerken geen godsdienstoefeningen houden,
Wanneer er b.v. familieleden der oor
spronkelijk protestantsche koningin op het
Prado logeeren dan mogen zij slechts
in een half verborgen kapel een preek
aanhoaren. De protestantsche kerken moe
ten overigens allen zoo gebouwd zijn, dal
men aan geen uiterlijke teekenen kan
zien dat het kerken zijn. V-oor de syna
gogen geldt natuurlijk hetzelfde.
Alhucemas had nu besloten, dat dit an
ders zou worden en dat in Spanje do ab
solute vrijheid van godsdienst zou wor
den ingevoerd. De R.-K. kerk is echter
niet bereid haar geprivilegeerde positie
zonder strijd -op te geven. De aartsbis
schop van Saragassa heeft een soort oor
logsverklaring aan Alhucemas gezonden;
wanneer gij, bij- de heropening der Kamer
op 10 April, inderdaad de herziening
van art. 11 aankondigt, zaoals door ve
len verwacht wordt, dan zullen alle
vige touwen zaten. Dit was de pijnbank,
waarop men de gevangenen legde om de
ledematen van de ongelukkige lijders te
ontwrichten. Iets verder stond een rad,
waarop de deerniswaardige gevangenen
uitgestrekt werden, om ze dan met ijzeren
bouten zoo lang te slaan, tot ze den
laatsten adem uitbliezen. Langs de muren
.hingen zagen, messen, nijptangen
,Maar zouden w© de ljjst van foltertuigen
nog langer maken om1 u te doen zien tot
welke afschuwelijke middelen men de toe
vlucht nam, onder een vertoon van Gods
dienstijver, de arme Waldenzen uit te
roeien of hen tot „bekeering" te brengen?
Naar deze hut dan bracht men Karei
Edmond. „Nu hebben we u, ellendeling!"
zoo klonk de uitdagende taal van den
bevelvoerder. „Gij- hebt de valleibewoners
tot oproer en -opstand aangezet. Gij' hebt
de priesters voor luiaards uitgescholden.
Gij hebt onze kerk als de valsche kerk
bestempeld. Gij hebt uit verboden boeken
gelezen. Ontkennen kunt ge niets, want
we hebben dat groote „ketterboek" naast
u gevonden. Spreek, wat hebt gijl tot uw
verontschuldiging aan te voeren?"
„Ik ontken voor God, dat ik ooit, op
welke wijze ook, tot opstand of oproer
aangehitst heb. Mjj!n geloof, dit belijd ik, is
geheel in tegenspraak met het uwe, maar
het is geen ketterij, het is waarheid, de
priesters in heel Spanje hun parochianen
airaden bij de verkiezingen voor die par
tijen te stemmen, welke uwe rogeering
steunen. Volgens sommigen hooft ook do
paus reeds ingegrepen en is er van uit
.het Vaticaan een soort van ultimatum
naar Madrid gezonden.
De regeering is nu afgetreden.
Kuyperstichting.
Aan het verkort verslag over de ver
richtingen der Dr Abraham Kuyperstich
ting ovei" het jaar 1922 ontle-enen wij1
het volgende:
De heer H. Colijn heeft ook dit jaar
het Directeurschap waargenomen. Met in
gang van 1 October 1922 werd Mr II.
Eooyeweerd aan de Stichting verbonden
als Adjunct-Directeur. Tengevolge van ds
sedert 1 October ingetreden groote uit
breiding van de werkzaamheden van het
bureau werd miot ingang van 1 November
1922 het administratief personeel uitge
breid- met -een tweede typiste.
Sedert 1 October 1922 werd de biblio
theek aangevuld rniet verschillende wer
ken en tijdschriften, welke voor een goe
de werking van het bureau niet konden
worden gemist. Het aantal aanvragen om
boekwerken uit de bibliotheek nam sedert
1 October 1922 belangrijk toe-. Ook van
de Leeszaal werd ©enige malen gebruik
gemaakt.
Door bemiddeling van mevrouw Bijle-
veld werden van de Eiijks-Academie van
Beeldende Kunsten te Amsterdam vier
fraaie schilderstukken in bruikleen ont
vangen, welke in de benedenzalen een
plaats verkregen.
Sedert 1 October 1922 werd allereerst
de organisatie van het bureau met kracht
aangevat. E-en aanvang werd gemaakt met
de inrichting van een dossierslelsel, be
staande uit vier onderdoelen: 1. uitknip
sels uit dagbladen; 2. tijdschrift-artikelen;
3. brochures; 4. Kamerstukken.
Het werkplan bevatte twee hoofdpunten:
1. methodisch-wete-nschappelijken arbeid
ter uitbouwing van de A.R. Staatsbeschou
wing; 2. practischen adviesarbeid, be
staande in liet- uitbrengen van zelfstandige
rapporten over afzonderlijke onderwerpen.
De bedoeling is -geleidelijk te komen tot
de uitgave van een doorloopende reeks
geschriften van wetenschappelijken en
staatkundigen auirtl, waarin op vasten
grondslag zal worden voortgebouwd. Se
dert 1 October 1922 werd m-et de-zen
arbeid- ©en aanvang gemaakt. Als studie
onderwerpen werden aanvankelijk geko
zen: „Roomsch Katholieke en A.R. Staat
kunde" en „Be Staatkundige tegenstel
ling tusschen de A. R. en C. H. partij".
In de practisch-adviseerende afdeeling
namen de aanvragen om voorlichting se
dert October in buitengewone mate toe.
Werd vóór de organisatie der Stichitng
noodgedwongen in hoofdzaak volstaan
met verwijzen naar literatuur, i'esp. be
knopte voorlichting; sedert 1 October w©."d
het beginsel aanvaard, dat over belang
rijke onderwerpen zelfstandige stu-die zou
worden gemaakt. Dientengevolge werden
tusschen 1 October en 31 December 1922
verschillende uitvoerige rapporten uitge
bracht; het aantal der uitgebrachte ad
viezen en opgestelde rapporten bell p ge
durende het 4e kwartaal 1922 niet min
der dan 70.
Medegedeeld kan nog1 worden, dat naar
aanleiding van de uitgebrachte adviezen
het bureau van verschillend© z'jdon b ie-
ven ontving, die van groote waardca ing
en sympathie getuigden, hetgeen de over
tuiging versterkte, dat de gevolgde me
thode ook practisch aan haar doel be
antwoordt.
Met het oog o-p de Kamerverkiezingen
1922 werd door de Stichting ©en serie
vlugschriften uitgegeven.
In totaal werden van deze vlugschrif
ten 399.581 exemplaren ter beschikking
van de Kiesvere-enigingen gesteld. Voorts
werd uitgegeven het program, van actie
der A.R. partij', waarvan 57.941 exem
plaren gratis werden verspreid, terwijl
voor het Centraal Comité der A.R. partij
de uitgave werd verzorgd van 2.000.000
verkiezingsblaadjes. Deze verkiezings
blaadjes werden gratis ter beschikking
gesteld van de Besturen der Kamerkies-
kringcentralen.
Van deze lectuur is thans nog be
schikbaar: van de eerstbedoelde vlug-
Goddelijke waarheid, en ik ben, door
Gods genade daartoe gesterkt, bereid om
het met mijn bloed te bezegelen 1" zoo
klonk de standvastige geloofstaal van
onzen Edmond.
„Maar gij wilt het kruis niet aanbidden
of kussen; gjj veracht onze heiligen en
onze sacramenten; ja, gij zegt, dat dit
afgodendienst is."
„Ja, en dat herhaal ik hier, met die af
grijselijkste folteringen voor oogen, nog
maals."
„Gij zijt alzoo een ketter, en op ketterij
staat de doodstraf. Bedenkt gij dit wel?"
„Gij kunt mijn lichaam nemen, pijnigen
en dooden, maar mijn ziel kunt gij niet
dooden. Gjj meent misschien, dat ik hier
alleen sta, doch ik zeg umijn God is met
mij. Wilt gij mijl dooden, het zij zoo. Zalig
zijn zij, me om tfer gerechtigheid wille
vervolgd worden, want hunner is het
Koninkrijk der Hemelen. Het is mij een
voorrecht W-aardig gekeurd te worden om
Gods wille smaadheid te lijden. Doch
weet, dat eenmaal uw gruweldaden tegen
u zullen getuigen; weet, dat uw Tange
mantels, gelijk de vroegere Farizeën, uw
vasten, en uw boetedoeningen in den
dag van Gods gerichte u niets zullen ba
ten
(Wordt rarvolgd.)