Kiezers, >o 155 Oonderdag 5 April 1993 37e Jaargang Mr P. Dieleman J. A.L. G. WITTE TOT DEN DOOD GETROUW. Q D Buitenland. Mannen en Vrouwen No, 1 van Lijst 13. FEUILLETON. A. TIMMERMAN Cz. uw keuze moet gevormd worden na rijpelijk nadenken en door U gekozen zullen worden. S3 D a n Drukkers-Exploitanten 00ST»F»AAN LE COINTRE GOES Bureau»: Lange Vorststraat 68—70, Goes Tel.: Redactie no. 11; Administratie no. 58 Postrekening No. 36000. Bijkantoor te Middelburg: Firma P. P. DHUIJ, L. Burg. Tel. no. 259 IMCTf# CfCXVXWt.'Mta Alle Antirevolutionaire den KIESK8INS HULST stein- men WOENSDAG tl APRIL a.<*. op Alleen ht't witte puntje in het blokje voor den naam van den lieer wordt rood gemaakt. Zoo moet uw stembiljet er uit zien, als het in de bus gaa*. Si Dieleman, Mr. P. O Scheele Az., D. S$ de Jager, J. J. £3 van Hoeve, S. O Oggel, J. M. Ve Zeeuw VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG MKnnw rxn xi-wum*» „EEN GEVAAR"? Blijkens een verslag eener te Vlissingen gehouden rede heeft de heer Krijger, Chr. historisch Kamerlid, op een hem' gedane vraag over het verschil tusschen de C.-II. en de A.-R. partij „breedvoerig uiteenge zet" het principieel» verschil en het ver schil in de praktijk, en in dat verband gewezen „op de redevoering van prof. Visscher in de Tweede en van den heer ldenburg in de Eerste Kamer over de Ned. Herv. Kerk." ,,Hct teit," zoo besloot de Spreker, „dat geen der anti-revolutionaire Kamerleden daartegen heeft geprotesteerd, is voor (mij) een bewijs, dat de antirev. partij op het ooigenblik een gevaar is voor ■de Ned. Herv. Kerk." Na. deze woorden ging de Spreker voor in dankzegging. Om aan te toonen dat do heer Krijger met. deze woorden een onjuistheid heeft gedebiteerd, zouden wij' de redevoeringen van prof. Visscher (nota bene een Ncd. Hervormd man, die „zijn kerk getrouw" wenscht te blijven) en van den heer ldenburg moeien afdrukken. Dit gaat op het oogenblik niet. Wij volstaan daarom voor ditmaal met een woord van ernstig piratest tegen de valsche voorstellingen die de heer Krij ger door dezen zonder bewijs in een! volks vergadering op de Antirevolutionaire par tij geworpen blaam, heeft gewekt. Het geval komt ons te erger voior, dewijl de heer Krijger groot geworden is bij de kennis van het Anti-Revolutio- naire Program van Beginselen, waarte gen bij) die jaren lang een zeer gewaar deerd lid onzer partij was, nimmer be zwaar schijnt te hebben gehad, en boven dien zeer goed weet, dat hetgeen in art. 20 van Ons Program staat, indertijd is vast gesteld door mannen, destijds altegaar le den der Ned. Herv. Kerk, onder welke de professoren Gratama en De Geer van Jut- - faas, en ds S. H. Buitendijk, welke laatste het juist geweest is, en daar lette men wèl op! die gezorgd heeft dat de formtuleering van het artikel is uitgevallen gelijk het sedert 1878 onveranderd (behou dens verandering van kerkgenootschap pen in „kerken" en Indien door „Kolo niën") luidt. Wij drukken het hieronder af met spa- 16.) Den volgenden dag kwamen de pries ters, doch men bleef pal voor de Waar heid Gods staan. De Ifeere gaf hun kracht om zijn Naam te belijden, en onder de genen, die een goede belijdenis aflegden, behoorde ook Karei Edmond. Te midden van wreede beschimpingen en smaad heden stond hij onwankelbaar. „Stand vastig blijven" was het voornemen zij ner ziel, en standvastig was de loop zij ner gedachten, standvastig zijn bestendig gedrag. Wel werd hij geslagen en ont ving hij eenige bloedige striemen op den naakten rug, maar hij kwam vrij van du beschuldiging van opstand. En van ket terij was het onmogelijk hem te overtui gen, zonder de Profeten en Apostelen van hetzelfde te beschuldigen. Dit alles evenwel zoude hem niets gebaat hebben, ware hij niet beschermd geworden door het edele geslacht der Raymonds, die, hoewel zelve Katholieken, de waarde, waarheidsliefde en trouw hunner edele landslieden in de valleien kenden en lief hadden, en daarom den aanmatigenden en wreedaardigen geest wederstonden, die hun priesterschap schandvlekte en hun eigen godsdienst onteerde. Met opgehe- tieering van de clausule, die op verzoek vau ds. Buitendijk, en met instemming o.a. van Jhr. G. J Th.. Boelaerts van Blokland, Ned. Herv. antirev. Kamerlid voor Tiel, aan het concept werden toegevoegd. Art. 20. Zij1 (de Anti-Revolutionaire partij1) verklaart dat noch voor het Rijk in Europa, noch voor de Koloniën, door de Overheid een staatskerk, van wat vorm of naam ook, mag worden in stand ge houden of ingevoerd; dat het den Staat niet toekomt, zich met de inwendige aan gelegenheden der kerken in te laten; en dat ter bevordering van een meer dan dusgenaamde scheiding tusschen Staat en Kerk de verplichting uit art. 168 (1.71) der Grondwet voor de Overheid voort vloeiende, na uitbetaling aan de .rechthebbenden van het rech tens verschuld igde, dient te wor den opgeheven. Nu heeft prof. Visscher in zijn Kamer- rede van 24 November, in aansluiting aan dit artikel, inzonderheid aan de van den Hervormden predikant Buitendijk af komstige door ons gespatieerde toevoeging gepleit, juist in liet belang van de Ned. Herv. Kerk, voor vrijmaking der kerk, door losmaking van den financieelen band aan den Staat, welke gepaard moet gaan met kapitalisatie van de thans genoten inkomsten, bedoeld in art. 171 der Grondwet, welke kapitalisatie, volgens verklaring van niemand minder dan de (Hervormde) minister de Geer, niet met dit artikel der Grondwet in strijd en derhalve mogelijk is. Prof. Visscher heeft toen in de zitting van 28 Nov. d.a.v. op een vraag van den heer Snoeck Henkemans, aan wie moest worden uitgekeerd, geantwoord: „aan de p 1 a a t s e 1 ij k e (Hervormde) k e r ke n". En omdat nu de Anti-Rev. Kamerleden, onder welke Hervormden als Monté ver Loren (zwager van ds v. Lelyveld), Beu- mei', Van der Voort van Zijp, en anderen tegen deze rede niet geprotesteerd heb ben, decreteert de heer Krijger dat de Anti-Revolutionaire partij een gevaar is voor de Nederl. Hervormde Kerk. Wij willen niet onderzoeken of eigenlijk de sociaal-democralische predikanten, de modernen en andere, tegen de belijdenis der Nederl. Hervormde kerk gekante men- schen, die in genoemde kerk verblijven, niet een gevaar zijn voor de Hervormde kerk. i Maar om een partij, die in haar program schrijft, wat zij in 't belang juist van ge noemde kerk, als draagster van het reli gieuze leven eu van zedelijke idealen en als sterkster van de gezonde ontwikkeling van het volksleven, van de Regeering ver langt, deswege een gevaar voor de Ned. Herv. kerk te noemen, wij kunnen het niet anders noemen dan een verdachtmaking, die ons den strijd der tachtiger jaren te rugroept, toen Lohman een dweper, een doleerende, een vijand dor Hervormde kerk gescholden werd, niet door de Chris telijk Historischen, die zich bij voorkeur op Groen beroepen, maar door. de Libe ralen. Een gevaar voor de Ned. Hervormde Kerk! Het is een slag in het aangezicht van den grijzen leider zijner partij, die in be trekking tot het kerkelijk vraagstuk veel krachtiger nog dan prof. Visscher zijn meening uitsprak, en nog pas in zijn uit nemende artikelen in „De Nederlander" (Bijblad) zijn s'tandpunt heeft uiteengezet en die zijn jeugdigen discipel die zoo ven hand en luide stem hadden deze hun besluit te kennen gegeven, om Karei Edmond te beschermen. Van de vuurproef werd hij daarom, zoo heette het althans, gelukkig vrijgesteld, en, daar een geest van toegevendheid, of schoon geveinsd en alleen dienende om des te zekerder te zijn van in de uitvoe ring hunner plannen te slagen, de gramschap en de wreedheden, tot dus verre door de monniken aan den dag gelegd, scheen op te volgen, verzochten de overige valleibewoners hem, om zich dezen stilstand van vervolging ten nutte te maken en te trachten de berge.n te bereiken ter liulpe van de vrouwen en kinderen, die, volgens de bedroevendste tijdingen, dien weg ontvangen, bij hon derden door de koude schenen om te zullen komen. Edmond vertrok, den raad zijner vrien den opvolgende, nog denzelfden avond, na den dag van Godslastering en ver guizing, dankbaar aan zijn God, die hem de eere vergunde, waardig gerekend te worden om smaadheid te lijden voor zijn zaak, en die hem het rad en den galg' hadden doen tarten, liever dan een hei lige waarheid uit zijn heilig Woord te verzaken. Gestreeld door zulke zoete ge dachten en aangemoedigd door de hoop van weder met zijn geliefd huisgezin ver- eenigd te worden, keerde hij naar zijn, hut weder, pakte eenige weinige benoo- hardhandig „de kerk" in 't debat wierp, zeker zou hebben toegeroepen: houdt dc kerk er buiten, en als gij praat van kerk, een kerk, welker bestuur „ontzet uit den dienst of berooft van het lidmaatschap, niet wie zich om den godsdienst niet bekommert, maar enkel wie aan een Sy nodaal besluit niet gehoorzaamt" „men k;\n zulk een lichaam wel met krachtige stemverheffing blijven noemen „de kerk", maar daarom is het toch dit nog niet: Zelfs Diana is niet enkel door liet geroep der Ephcseren godin gebleven of gewor den". Door Chr.-Historische sprekers is ge durende deze verkiezingscampagne in on ze omgeving herhaaldelijk de Hervormde kerk (en de Gereformeerde kerken) in debat gebracht. Wij zagen dat uit de verslagen die een enkele maal in de bla den voorkwamen. Wij hebben dit laten gaan, om de broe deren te sparen. Doch wat dhr. Krijger bestond, loopt de spuigaten uit. Daarop onzerzijds te zwijgen, zou een domheid zijn geweest. Wij verzoeken onzen vrienden te 'Zie- rikzee waar deze heer Zaterdag optreedt wèl te willen zorgen dat minstens een hunner aanwezig zij om dezen spreker na te rekenen. Men ga ook op ter plaatse waar do heer Van Dusseldorp spreekt, die ver spreekt zich ook nogal eens. Zierikzee. Onze vrienden in den kieskring Zierik zee zullen Woensdag in het vuuT gaan voor hun ouden bekende, den Zierikzee- schen oudsten wethouder Timmerman, het oud-Statenlid, die in zoo menigerlei op zicht gedurende zijn werkzaam leven zich gewijd heeft aan het algemeen belang, op de bresse stond voor onze beginselen en in de zaken van kerk en school steeds zijn grootc belangstelling toonde en mede werking bood, en in zoo .menige actie de leiding nam. Nog steeds is de heer Timmerman in zijn omgeving de krachtige 'figuur, dien men nimmer tevergeefs raadpleegt en die immer bereid is, waar 'thet belang van den naaste geldt, zich mode er voor te spannen om een goed plan te helpen vooruitbrengen. "Wij verwachten, dat Zierikzee evenals in 1919 stemmen zal op noi. 1 van lijst 12 Gemeenteraadsverkiezing. Men vraagt ons om een eenvoudig voor beeld hoe het toegaaf in een kleine ge meente bij het vaststellen van den kies- deeler en het toekennen van zetels aan de verschillende lijsten. Nemen wij de gemeente N. Daar zijn uitgebracht 300 geldige stem men. Hiervan verkreeg de liberale lijst 26 de A.-R. lijst 50 de Vrijz.-Dem. lijst 24 de Staatk. Geref. 30 de G'hr.-Hist. 80 de Roomsch-Kath. 70 300 Er moeten 7 plaatsen vervuld worden, dus de kiesdeeler is 300 gedeeld door 7 is 43 (wij nemen een rond getal). digdheden in zijn buidel, die voor zijn' kinderen en lijdende landslieden in de bergen dienstig konden zijn, en nam,, nu, hij alles in gereedheid had, den kost baren Bijbel van zijn nu verheerlijkten vader uit een verborgen kastje; en zijn, kleine lamp, die maar zeer weinig olid bevatte, aanwakkerende, maakte Hij zich gereed om door het lezen van de Heilige; Schrift en het smeeken voor den Troon der genade zich te sterken, totdat het morgenlicht hem in staat zou stellen om zijn reis aan te vangen. Toen hij in de hut nederzat en zijp reiszak, voor zijn tocht gereed, aan zijn zijde lag, nam hij dien schat, den Bijbel zijns vaders, uit het lederen omkleedsel. Hij herinnerde zich den juisten dag op welken hij de klipgeit, van wier huid dat bekleedsel vervaardigd was, gescho ten had, en dacht met de grootste tee- derheid aan zijn ouden vader, die tot in zijn laatste oogenblikken daaruit door Gods genade zoovele vertroostingen put ten en dat dierbare Boek zoo vaak aan zijn hart drukken mocht. Toen hij er mede in zijn hand zat, herinnerde hij zich ook, hoe menigmaal hij zelf dit Getuigenisse Gods, omringd van zijn liuisgenooten, ge opend had en blikte toen rond in zijn eenzame hut, waar nergens iets, dat le ven of beweging had, werd opgemerkt, behalve zijn eigen schaduw tegen den zolder, die door het flikkeren zijner kleine Nu deelen wij dien kiesdeeler op 't to taal van elke lijst. Dus 43 op- 26 0 Rest 26 43 op 50 1 7 43 op 24 O 24 43 op 30 0 30 43 op 80 2= 1 37 43 op1 70 1 27 3 Er zijn derhalve 3 leden gekozen, te Weten 1 A.-R., 1. C.-H. en 1 R.-K. Nu moeten nog 4 plaatsen vergeven worden, en wel aan de grootste resten. Er vallen echter af de nommers 1, 3 en 4, waar het aantal stemmen beneden 75 pro cent van den kiesdeeler is. Het blijkt dat de grootste resten van de lijsten die reeds een zetel aan zich zagen toegekend zijn 37 en 27. Zoodat de C.-H. lijst er nog 1 bij krijgt en de R.-K. ook nog 1. Nu moe ten in zoogenaamde derde instantie dc zesde en zevende zetel verdeeld worden; en dan komen deze toe aan de lijst met dc grootste rest, ofschoon deze kleiner is dan de 75 procent van den kiesdeeler, in dit geval de Staatkundig Gereformeer de, en de Liberale. Er zijn derhalve ge kozen: 2 R.-K., 2 Chr.-Hist., 1 A.-R. '1 Lib. en 1 Staatk. Geref. Hadden nu de A.-R. en St. Ger. ver bonden, dan was dat één lijst geweest met 50 plus 30 is 80 stemmen. In dat geval was gekozen geworden 1 lid (A.-R.), rest 80 min 43 is 37, dus een zetel wordt toegewezen aan de A.-R. met een over schot van 7de tweede zetel is voor de partij die de grootste rest heeft, dat is de Staatk. Geref., die 30 overschot heeft. Hier geldt nu de 75 procentkiesdeeler niet. Dc tweede zetel vervalt derhalve aan de Staatkundig Gereformeerde lijst. In dit geval dus „toet mem", of men verbindt of niet verbindt. De slotsom is: Werk zoo hard mogelijk om de grootste rest te halen. Trouwe op komst is daartoe het eenige middel. Grijpt dieper in dan de Kamerverkiezing van 1922. Zeer. terecht schrijft „De Rotter dammer" Veilig mag worden gezegd, dat de uit slag van de komende Staten-verkiezing van beslissenden invloed is op het han- dele.ri niet slechts van het Kabinet-Ruvs, maar ook van het Kabinet, dat in 1925 bij het eindigen der parlementaire-peri ode met de leiding van 's lands zaken zal worden belast. Deze statenstcmbusstrijd beheerscht de gedragingen van hvee Kabinetten. Hij beslist meer dan de vraag of het tegenwoordige Kabinet door de oppositie in onzen senaat in zijn bewegingsvrijheid zal worden belemmerd. Hij reikt verder, hij reikt over dit Ka binet lieon en geeft tevens de richting aan, waarin bij het nieuw ordenen der parlementaire periode in 1925 zal moe ten worden gehandeld. Immers in Juli van dit jaar treedt de gansclic Eerste Kamer af en de eerste helft der verkozenen treedt pas in 1926 weer af. Voor lange jaren wordt alzoo de rich ting van het staatsbeleid voor een goed deel vastgelegd. In zekeren zin grijpt dan ook de betee- kenis van deze statenverkiezing dieper in dan de Kamerverkiezing van Juli 1922. Wordt dit wel genoegzaam verstaan? lamp ontstond. Alles was zwijgend, roer loos en eenzaam; zijn hart was diep ge troffen, de tranen parelden in zijn oogen en de gedachte aan zijn vrouw en haar zuigeling, aan Huibert en aan Louise, die wellicht op hetzelfde oogenblik in de sneeuw omkwamen, beknelde zijn ziel met een angst, welke geen menschelijke kracht kon wederstaan. Hij wierp zich op den grond, in tranen uitbarstende; hij riep tot zijn God om bijstand, deed be-i lijdenis voor Hem, smeekte om sterkte tot het lijden, om kracht tot verdragen tot den einde toe. En daar hij, met zijn' eigen hartgrievende jammeren zich de beproevingen van zijn volk en alles wat het nog zou te doorstaan hebben, voor den geest riep, bad hij om de gemoeds gesteldheid eens martelaars, wanneer hij den marteldood moest ondergaan, of, zoo hij daarvan verschoond bleef, de be nauwdheden eens martelaars mocht kun nen uitstaan. Hij mocht er zich nog over verheugen en den Heere er voor danken, dat, te midden der verwoestingen, die in de andere dorpen der valleien waren aan gericht, zijn hut hem nog was gespaard gebleven, maar hij mocht zijn hart ook van vreugde voelen kloppen en den Heere zijn God danken voor de eer, die hem te beurt was gevallen, van veracht en ge slagen te zijn voor de zaak zijns aanbid- delijken Meesters. En waar hij in die oogenblikken zoo Abonnementsprijs: Per 3 maanden, franco per post, f 3. Losse nummersf O.Ofi Pr ij 8 der Advertentiën: 1—4 regels f 1.20, elke regel meer 30 et. Bij abonnement belangrijke korting. wij zijn er van overtuigd dat dan de wijnen van zonder aan: Margeaux Bordeaux Pommies Agassac Volnay Samos Superieur Muscaat Frontignau Roode Port Port Witte Port a Port Tokayer Ausbruch Ruhrgebied. Over de schietpartij te Essen, waarbij helaas verscheidene slachtoffers te be treuren vallen, is men nog lang niet uitge praat. De Franschen geven nu weer de volgende lezing. Bevestigd wordt, dat een locomotief tot bij de garage naar voren was gebracht met het doel, stoom op de Fransche soldaten los te laten. Het communiqué van Krupp aan de pers erkent ook, dat stoom door de vensters in de garage drong; doch het beweert, dat de stoom afkomstig was van een locomotief, die vóór de vensters der garage was gestationeerd. Het is volstrekt onjuist, dat de Fran schen machinegeweren gebruikten. Solda ten ten getale van tien bleven gedurende twee uur tegenover een menigte van ver scheidene duizenden personen kalm en schoten slechts op bevel van den comman dant, toen het absoluut noodzakelijk was. Daartegenover staat weer de volgende D'uitsche offieiëele lezing: Het door Fransche geneesheeren uitge voerde onderzoek der personen, die te Essen gedood of gewond zijn, toont aan, dat vijf dooden in den rug zijn getroffen, terwijl van de 43 gewonden 29 kogel- wonden hebben. Van deze 29 zijn er 14, dus circa 50 pet., eveneens in den rug getroffen, waaruit blijkt, dat de Franschen wel degelijk op de vluchtende menigte hebben geschoten. Ook worden de van D'uitsche zijde ge dane mededeelingen over het gebeurde te Essen volkomen bevestigd door een ge delegeerde van hel. Amerikaansche Roode Kruis in het Ruhrgebied, die te Essen vertoefde en zich op het bericht van de bezetting der fabrieken van Krupp onmid dellijk daarheen heeft begeven en aldus ooggetuige van de bloedige botsing was. De Amerikaan verklaarde een medewerker van de „B. Z. a. M.", dat hij met absolute zekerheid heeft geconstateerd, dat de ar beiders op geenerlei wijze de Fransche soldaten geprovoceerd hebben. Inmiddels is ook do officieele Duitsche goed voor zichzelven gesteld was, kwa men Hem de woorden van zijn Aletta „Wees standvastig!" te binnen, en toen viel hij op zijn aangezicht en ontlastte opnieuw zijn gemoed voor den Heere. Onder het gebed werd hij steeds meer, verruimd en foen hij het „Amen" had uitgesproken en van zijn knieën oprees, sprak hij: „Voorwaar, de Heere is met mij!" Hij zag opnieuw rond in zijn een zame woning; het angstige gevoel was uit zijn hart geweken; hij gevoelde een met kracht terugkeerend vertrouwen, uit de kracht des geloofs ontspruitende. Ook zijn vrees ten opzichte van zijn huisgezin was .geweken, of indien zij hem nog eeni- germate drukte, zoo was hij thans ook te dezen opzichte niet meer zonder ver troosting; en de belofte, welke hem dik wijls in andere droefenissen verlichting had gegeven, kwam ook nu in zijn boe zem op als een bode des vredes: „Den genen, die God lief hebben, zullen alle dingen medewerken ten goede, namelijk dengenen, die naar zijn voornemen ge roepen zijn." „Ja, Heere!" sprak hij, „op uwe alwetendheid mag ik mij immers door genade beroepen. Gij weet alle din gen; Gij weet, dat ik U liefheb. Wien, wien heb ik nevens U in den Hemel? Nevens U lust mij ook niets op de aarde." (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1923 | | pagina 1