%o Ë42 S7p Jaargang Maandag lH Maart l£fë«l TOT DEN DOOD SETROUW. Staten-Generaal. Buitenland. FEUILLETON. Drukkers-Exploitanien OOSTERBAAN LE COINTRE GOES Bureaux: Lange Vorststraat 68—70, Goes Tel.: Redactie no. II; Administratie no.58 Postrekening No. 36000. Bijkantoor te Middelburg: Firma F. P. DHUIJ, L. Burg. Tel. no. 250 Zij, die zich met I April op ons blad abonneeren, ontvangen de tot dien da tum verschijnende nummers gratis. »l NIIIBIMM «IJ MUI» •«lUaiKJi IUJMWXWH „WETGEVENDE" MACHT. Ee» eerzaam liberaal is groot geworden onder de vigeur van het volgende ket- terijtjc: de ministers zijn de regeering en de Tweede Kamer is de wetgevende macht. Tegen het eerste is onzerzijds al even vaak en even vergeefs geprotesteerd als tegen het tweede. Niet de ministers regeeren, maar de Koningin regeert, en wordt daarbij ver tegenwoordigd, heter nog gedekt, dooreen tiental „dienaren" of, wilt ge 't liever met een vreemd woord uitgedrukt, mi nisters. Het taalbesef moest er eigenlijk al van terughouden ook maar te denken dat mi nisters (dat wil zeggen dienaars, men- schen die dienen) regeerenl En nu dat andere: wetgevende macht. Wetgevende! Wie is geroepen de wet te geven? Wie anders dan die regeert 1 Welnu, dan berust de wetgevende macht ook bij niemand anders dan bij de Koningin. Tenminste bij haar behoort zij te berusten. Rij de regeering, niet bij de. volksvertegenwoordiging. Bij een re- geering, niet bij een vertegenwoordiging, en zeker niet bij een vertegenwoordiging van het volk. Wetgevende macht. Maar macht (ge zag) oefenen geschiedt toch alleen door hem of haar, op wie(n) deze macht van Boven gelegd werd, wie(n) deze macht van Boven toekomt. En dit zal toch zeker niet toekomen aan het volk, dat van Godswege geroepen wordt niet om te re geeren of wetten te geven, maar om ge regeerd te worden, om de wetgeving, niet te verrichten, maar te ondergaan. Natuurlijk geschiedt de wetgevende macht in overleg met het geregeerde volk door middel zijner vertegenwoordigers. Een constitutioneele regeering, gelijk wij er gelukkig eene hebben, pleegt raad met haar onderdanen. Maar dat is heel iets anders dan het geen onder liberaal regime, in 1848, in de Grondwet, artikel 109, is geschreven ge worden: De Koning(in) deelt met, de Slaten-Generaal de wetgevende macht. Dit wilden wij even opmerken, alvorens de aandacht, te vestigen op een klacht van den Hoefijzer-Redacteur van „Het Handelsblad", een liberaal blad dus, over de treurige openbaring van wetgevende „macht", die de Tweede Kamer somwijlen te zien geeft. Nu is dit geen nieuw verschijnsel. Wij herinneren ons, dat een vooraan staand lid der Tweede Kamer, reeds in 1887 mededeelde: 't is er treurig mee ge steld, steeds meer amendementen ('t was bij de schoolwet-Mackavde menschen weten niet meer waarover zij stemmen. Maar nu schijnt 't nog wel een graadje erger te zijn. Men kon het wel denken, wanneer men de verslagen van de zittingen der Tweede Kamer las, lioe weinig geschikt deze Kamer voor wetgevenden arbeid is. Ellenlange discussies, talrijke amende menten, en ten slotte een weinig bevre digende regeling. Doch laten wij nu den Hoefijzer-cor respondent van het „Handelsblad" hooren. Hij geeft van den gang van zaken dit ver makelijk verhaal: „Het ontwerp houdt zich met jacht schappen, zooals men weet, in 't geheel niet bezig; het schaft de heerlijke jacht- veZeeuw rechten af en geeft de jacht eenvoudig aan den individucelen grond gebruiker (dat is nu, althans principieel, weer ver anderd, maar daarover straks). Nu kwam de heer Deckers met. een groot stel amen dementen (mede-onderteekend door leden uit verscheidene fracties) waardoor do mogelijkheid van verplichte jachtschappen toch in de wet zou komen. Als Gedepu teerden het noodig oordeelden of ook op initiatief der gezamenlijke grondgebrui kers van ten minste 50 H.A., zou er een jachtschap moeten worden opgericht! Algemeene instemming! Iedereen vindt het mooialleen't komt wat laat. 't Werd pas 8 Maart ingediend en men kan toch maar niet zoo ineens een hee- len 'nieuwen Titel van 15 nieuwe artike len bij amendement gaan inlasschen. En de heer Dresselhuys vindt er dit op dat hij van den Minister te toezegging vraagt dat deze met een voorstel betreffende jachtschappen zal komen en dat dc liec- ren Deckers c. s. hun amendementen dan zullen intrekken. O met plezier! zegt de Minister. Ik ben óók een groot voorstander van jacht schappen (in de Memorie van Antwoord, van 's Ministers voorganger aan Land bouw, werden ze bestreden!) en ik zal zeker, zoodra dit ontwerp wet is gewor den, met een jachtschappen-voorstel ko men. Want dit ontwerp, zonder jacht schappen, is wel goed, maar met jacht schappen ware het bete r. Waarna de amendementen natuurlijk werden ingetrokken. Merkwaardig, merkwaardig! Daar was nu een denkbeeld dat- al bijna twintig jaar oud was ('t was van de Staatscom missie van 1904) en dat een jaar geleden nog eens stevig was aanbevolen door den Ned. Boerenbond. Bij het afdeelingsonder- zoek wordt er flauwtjes van gerept, in do Memorie van Antwoord wijst de Regee ring het af, bij de algemeene beschouwin gen in het mondeling debat wordt er haast geen woord over gezegdmaar vijf dagen vóór de behandeling van de plaats waar de zaak zou moeten zijn ge regeld, komt er een heel nieuwe Titel uit de lucht vallen over verplichte jacht schappen, de Kamer vindt dat algemeen prachtig, alleen wat te laat ingediend en de Regeering vindt het ook prachtig, er kent dat het ontwerp met jachtschappen beter ware geweesten belooft, het in behandeling zijnde voorstel als het wet is geworden, zoo gauw mogelijk weer te zullen wijzigen! Een gewoon mensch zou allicht vragen: Als gij, Minister Ruys, een ontwerp met jachtschappen beter vondt, waarom hebt gij dan die verbetering, bij nota van wij ziging niet tijdig aangebracht? Het is toch niet onbetamelijk wanneer een Minister een eigen meening heeft over een wets voorstel? En als gij, Kamerleden, de ver plichte jachtschappen zoo algemeen voor treffelijk vondt., waarom hebt ge daarvan dan niet eer doen blijken? Het is toch niet bepaald noodzak el ij k voor een Kamerlid om afwezig te blijven uit, of in den dut te zijn in, de afdeelingsvergade- ringen?" Niet fijn gezegd, doch is het niet ver diend? Voor C. N. V. Men had professor Slotemaker de Brui ne beschuldigd da.t hij voor de neutrale en tegen de Christelijke vakorganisatie propageert, op gronden die te mal zijn om ze hier af te drukken. i De professor zet de beschuldiging in 5.) Terwijl hij aldus bezig was met God vruchtige overdenkingen, dankzeggingen en gebeden, zag hij opeens zijn geliefdo Aletta met haastige schreden aankomen. Huibeirfc liep vooruit om het hekje voor haar te openen. O, wie zou in staat kun nen wezen om naar waarheid te beschrij ven, wat er in zijn hart omging'! Slechte dit kunnen we er van zeggen: \Vas de vreugde van den vader groot, toen hij een dochter omarmde, die hij nog nooit gezien had, hoeveel grooter was zijn blijdschap, toen hij zijn geliefde en dier bare vrouw na zulk een lange scheiding weer aan zijn kloppend hart mocht druk ken. En zij zij schreide van vreugde over het weerzien van haar Karei, even- Ms zij in zijn afwezigheid van droef heid geschreid had. Ja, op aarde was eJ* thans niemand gelukkiger dan zij. Ge- lukkig tweetal! Doch het geluk, mijne lezers, is onder geen stand en in geen betrekking dezes levens ooit volkomen, 'tls altijd met de eeno of andere ramp of teleurstelling vergezeld. Wanneer wij' door Gods genade eens vohnaakt heilig zullen mogen zijn, dan, en dan alleen zullen wij vohnaakt gelukkig wezen. Kartel was gelukkig bij het aanschouwen on omarmen zijner vrouw en de lieve zuigeling, terwijl hij ook met zekeren trots op zijn Huibert mocht sta ren. Doch nu verlangde hij met ongeduld ook z'ijn andere kinderen te zien. „Waar is toch, lieve vrouw," zoo vroeg hij wel dra, „waar is Anton, waar is Louise? Zijn zij op de bergen mot de herders? Of is Anton in de school? Waarom komen ze niet, om hun vader te omhelzen?" Toen Karei begon te vragen naar An ton en Louise, sloop Huibert uit hot ver trek, terwijl Aletta, opstaande, zich hield alsof zij1 iets zocht, wat zij niet niet kon vinden. Maar vrouw", vroeg Karei met klimmende ongerustheid, „waarom ant woordt gij mij niet? Waar zijn de kin deren?" „Och", antwoordde zij ©en vraag ontwijkende, voor wier beantwoor ding zij huiverde „de zon is nog niet onder, de herders en de kudden komen immers zoo vroeg niet terug?" ,$ij zullen zeker groot geworden zijn", zeide de gelukkige huisvader, terwijl hij zich in zijn verbeelding verlustigde in de ont wikkelde schoonheid zijner dochter en de sterkte en kloekheid van zijn zoon. „Ik zal Louise nu niet meer mijn kleine Lou- „De Amsterdammer" van Zaterdag recht, en goed recht ook. Wel is hij! van mee ning dat de vakbeweging één en onge deeld behoort te zijn. Dloch de onmoge lijkheid hiervan heeft hij al twintig jaar geleden ingezien. En in woorden voor geen tweeërlei uitlegging vatbaar, besluit de professor: „Op het vasteland van Europa en in Engeland is principieele organisatie eisch, omdat een verkeerde geest zich in do vakbeweging heef! genesteld. Nu is door anderen niet door de Christenen de eenheid onmogelijk gemaakt. En nu zullen de Christenen met vaste hand en volle beslistheid daaruit de consequentie trekken. Sinds de verkeerde geest is ingedron gen, is het neutrale onbruikbaar gewor den geest beteugelt men alleen m'ot geest. En naast de vci'keerd-principieelo vakbeweging der socialisten, is er nu alleen nog maar plaats voor de goed- principieele vakbeweging der Christenen. De on-principieele neutrale heeft thans geen reden van bestaan. Zóó kan men het vinden in de „Stu diën" als men maar doorleest. Zóó heb ik het in Leiden uiteengezet, tot grooten schrik van een der debatteerende professo ren. En zóó slaat het in mijn overtuiging: zóó en niet anders. Wie hel terrein der studie en van het speurend onderzoek achter den rug heeft; wie de feiten en toestanden van heden beziet en dan vraagt, wat thans de practijk eischtdie kan naar mijn overtuiging, mijn uitingen en mijn gedragingen tot op vandaag toe als Christen slechts tot ééne slolsom komen: thansis de Christelijke vakbe weging eisch. Derhalve: vooruit met de Christelijke vakorganisatie! Ensluit u aan bij het C.N.V.". Tol zoover de hoogleeraar. In onze kringen had men dit Warme woord niet noodig. Maar in die van het N.A.S. en andere, whar men Wel eens zekere conclusies fluistert, zal dez'e ronde verklaring opklarend kunnen wterken. Tweede Kamer. Van de besprekingen in de Kamerzit ting van Vrijdag vermelden wij nog, dat dhr. Beumer (A.-R.) betoogde, dat de ziektecijfers van het vrouwelijk personeel vooral het gehuwde veel hooger zijn dan die van de mannen. Hoe eerder alle gehuwde ambtenaressen weg zijn, des te beter is het voor den dienst. Dhr. Smeenk (A.-R.) vond, dat het postbedrijf topzwaar is en er veel knappe menschen gebezigd worden voor eenvou- digen arbeid. Daarin zit ook een element, dat den dienst duur maakt. Spr. meent, dat bezuiniging o. a. kan geschieden door de gehuwde ambtenares te ontslaan, die gehuwd is met. een ambtenaar. Beperking van den Zondagsdienst achtte deze ?pre- ise noemen!" zeide hij. „O neen, ze ker niet", sprak hierop zijn vrouw, ter wijl zij een diepen zucht slaakte, „Lou ise, dat dierbare kind, komt bijna aan mijn schouders". Hielhop vroeg de zooBeer verheugde man en vader hoe zijn broeder het toch wel maakte, dien hij in vele jaren niet gezien had en die nu loeraar van Belleville en de naburige gehuchten was geworden, zoo ver de vallei zich uitstrekte. „Onze leer- aar", zeide zijn vrouw, „verliet ons, nu een weeik geleden, om de nabijgelegen woningen der vallei te bezoeken, waar voor korten tijd een hevige ziekte gebeerscht heeft, doch zijn vrouw verwacht, dat hij morgen terugkomt". -„Wel, wel, wat is het al lang geleden, sedert ik' hom ge zien heb!" tfiep Karei uit. „En", zoo vroeg hij, „gelijkt hij op mijn vader?" „Ja", hernam Aletta, „hij is gelijk aan wijlen onze geliefden vader, doch zooals die op zijn veertigste jaar of jonger zal geweest zijn. Hij heeft geheel diens hou ding, maar zijn grijze haren en zwakke ©ogen nog niet; hij heeft ook geheel den geest van vader, o, welk een hemel- schen geest! De dorpelingen hebben hom ,lief, o zoo lief. Soimmige zijner woorden spreekt hij evenzoo als vader uit. Ja Ka- rel, zóó precies gelijk, dat ik dikwijls ker nog steeds gewenscht. Den nieuwen maatregel, dat één uur dienst op Zondag niet meetelt en ^leze Zondag als vrije dag geldt, acht hij een achteruitgang. De heer Weitkamp (C.-H.) bepleitte uit voerig verbetering van telefoon-lijnen op het platteland en invoering van streek- netten. De toestand in Duitschland. In het bezette gebied heeft op het eind der vorige week een ernstig spoorweg ongeluk plaats gehad. Het heeft, voor zoover tot nog toe bekend, 25 dooden ge- eischt. Het ongeluk geschiedde bij Friemers- heim en wel even voorbij de Rijnbrug, welke tie beide groote rangeerstations op den rechter Rijnoever met het op den linker Rijnoever gelegen station Bohen- budberg verbindt. Een militaire transport trein en een door Fransch personeel ge reden personentrein zijn daar op elkaar gebotst. Een van deze treinen moest voor een haltesignaal blijven staan. De andere reed in volle vaart op den stilstaanden trein in. Ook heeft een moordaanslag op Smeets, den leider der beweging, welke Rijnland van overig Duitschland wil afscheiden, groot opzien gebaard. Smeets werd door een revolverschot ernstig aan 't hoofd gewond. Zijn secretaris is gedood. Naar officieel geconstateerd is, heeft de aanslag zich als volgt afgespeeld: Een tot nog toe niet bekende man bevond zich met Smeets en diens secretaris in het huis te Keulen, waar Smeets woont. Deze man heeft twee revolverschoten ge lost., waardoor de secretaris op slag ge dood werd en Smeets zelf levensgevaar lijk gewond aan het hoofd. De dader wist te ontkomen. Men heeft tot nog toe niet het minste spoor van hem ontdekt. Verder kan nog het volgende gemeld: Te Bochum werd de kolenhandelaar Lud- wig floor een Fransche patrouille naar zijn pas gevraagd en toen hij deze niet spoedig genoeg kon vinden, meegenomen. Zijn twee makkers trachtten te vergeefs zijn vrijlating te verkrijgen. Toen zij zich verwijderd hadden, vielen schoten. Zij vonden Ludwig met bloed bedekt liggen en de geroepen geneesheer kon slechts den dood c.onstateeren. Uit Trier wordt gemeld, dat een Fransch officier, die in gezelschap van Marokka nen was, t.e Kartbaus de ontruiming eischte van een café, ofschoon het slui tingsuur nog niet was aangebroken. Toen een spoorwegman dit den officier wilde duidelijk maken, werd hij door laatst genoemde met. een rijzweep tegen den grond geslagen en daarop zonder meer doodgeschoten. Ex-koningin Milena f Vorige week meldden wij het overlijden van de ex-koninain van Montenegro. Koningin Milena, dochter van den Se nator Yucotich, werd 22 April 1847 ge boren te Cevo in Montenegro. In 1860, dus op dertienjarigen leeftijd, huwde zij met vorst Nicolaas (Nikita) die zes jaar ouder was en ongeveer twee maanden tevoren aan de regeering was gekomen. In den wereldoorlog is Montenegro evenals Servië onder den voet geloopen, doch de val der Donaumonarchie betee- kende voor beide landen de vrijheid. In- tusschen duurde die vrijheid niet lang, want Servië proclameerde 26 November 1918 de annexatie van Montenegro bij den Joegoslavischen staat, welke inlijving meen, de stem van vader uit het graf te hooren. Gij zult zeker getroffen zijn als gij hem tot de gemeente hoort spre ken. Hij verkondigt niet alleen den vol len raad Gods, door hen den zegen ©n den vloek voor te stellen, maar weet door zijn voordracht zóó te boeien, dat de groote schare van toehoorders als - één oor is, en wanneer hij ophoudt te spreken, doet ziijn oog het gevoel, dat men onder de prediking had, voortduren. Zijn handen zelfs, voegen de hoorders er bij, spreken tot ons. En de kinderen, o, die beminnen hem even sterk als de volwassenen. Wanneer hij gaat wan delen, of de dorpen der valleien door rijdt, volgen ze hem; godsdienstige liede ren 'zingende, of scharen zich rondom 'hem. Huibert zegt, dat hij' ook predikant worden wil, gelijk zijn grootvader en zijn oom, omdat over grootvader nog steeds met zooveel lof gesproken wordt en oom overal zoo hernial is. Düe goede Huibert", ging de teerhartige moeder voort, „is een lieve jongen; hij komt dikwijls bij mij, waneer hij al zijn werk in den tuin of het melkhuis verricht heeft met zijn vleiend gezicht, en zegt dan: Nu, lieve moeder! gij weet, wat ik zoo gaarne voor een uur of een half uur ter leen zou willen hebben, totdat Lou- VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG Abonnementsprijs: Per 3 maanden, franco per post, f 3. Losse nummersf 0.05 Prijs der Advertentiën: I4 regels f 1.20, elke regel meer 30 ct. Bij abonnement belangrijke korting. door koning Nicolaas niet werd erkend. Het vorstenpaar verliet toen zijn land en bracht de regeering over naar 'Frankrijk, te Neuilly, dicht bij Parijs, waar dc ko ning in 1921 stierf. Na den dood van haar gemaal begaf de Koningin zich naar de Riviera, waar ze Ihans, na langdurig lijden is gestorven. Koningin Milena is vaak genoemd de „moeder der Europcesche vorstenhuizen". Van haar negen kinderen zijn zes doch ters, van welke vier met personen van vorstolijken bloede zijn gehuwd. Militza met grootvorst Peter Nikalajewitsj van Rusland, Anastasia, huwde den hertog Georges van Leuchtenberg, en in twee den echt grootvorst Nicolaas van Rusland, Helena is de huidige koningin van Italië en Anna is gehuwd met den hertog Frans van Battenberg. Een ex-gezant over Nicolaas II. Sir George Buchanan, dc vroegere ge zant van Engeland aan het hof van tsaar Nicolaas II van Rusland, publiceert in de „Revue de Paris" een artikel over den val van Romanofl-heerscher. In verband met do vermoording van den ex-tsaar maakt hij gewag van twee pogingen, wel ke ondernomen werden, om het leven van Nicolaas II en zijn familie te redden. Dc eerste poging dateert van Maart 1917. Het initiatief tot redding van den ex-tsaar ging toen uit van Miljoekoff, mi nister van buitenlandsehe zaken in de toen pas gevormde voorloopige regeering. Miljoekoff deed toen door bemiddeling van den gezant, sir George Buchanan zelf, een beroep op den koning van En geland en op de Britsche regeering. Buchanan kreeg opdracht, aan den Rus- sischen minister van buitenlandsehe za ken mede te deelcn, dat koning George en de Britsche regeering gaarne onder dak aan den ex-tsaar en zijn familie zou den willen verleenen, maar dat de kos ten van hun verblijf in Engeland door de Russische provisorische regeering gedra gen zouden moeten worden. Miljoekoff deelde daarop aan den Engel schen gezant mede, dat er een behoorlijk pensioen aan de Russische keizersfamilie zou ge geven worden, maar hij vroeg hem, de onderhandelingen geheim te houden. Drie dagen later den 26sten Maart verscheen Miljoekoff op de Britsche ambassade en deelde mede, dat er wei nig hoop was om den tsaar en zijn fa milie uit Rusland te krijgen, daar het noodzakelijk was, verlof te bekomen van den raad van arbeiders en soldaten. Mil joekoff voegde er aan toe, dat zoo hij op iiet vertrek van den tsaar was blijven aandringen, de spoorlijnen zouden zijn opgebroken. Het plan werd derhalve op gegeven. De tweede poging werd ondernomen door de Duitsche regeering, welke aan de heele Russische keizersfamilie onder dak aanbood, op voorwaarde, dat de tsaar het „beruchte" verdrag van Brest-Litofsk ratificeerde. De tsaar weigerde. De ex-ge zant vertelt verder, dat de voornaamste reden, waarom Kerenski de doodstraf af schafte, was te beletten dat de ex-tsaar zou worden ter dood gebracht. Toen deze hiervan hoorde, riep hij uit: „Maar dat is een vergissing! De afschaffing van de doodstraf zal het einde van de discipline in het leger beteekenen. Indien Kerenski dit. gedaan heeft om mij te redden, zeg hem dan, dat ik bereid ben, mijn leven te geven voor het welzijn van mijn land". Korte berichten. Naar een der bladen te Boekarest bericht, heeft de ministerraad besloten, de troepen van Wrange 1, die nog isc met de geiten komt en ik' haar1 hel pen zal. Ja, KaTel, zie mij maar .met nieuwsgierige blikken aau. Zóó haalt onz© lieve jongen mij telkens over, ©m hem den kostelijken Bijbel van uw' vader te leenen. En natuurlijk krijgt hij' hem 'dan van mij', want ik weet, dat hij zal op passen/, idiat er geen enkel vlekje aan komt. En o, Karei, als ik hem den Bijbel geef, dan zou hij dien willen omhelzen, en zegt: „O, moeder, welk een heerlijke schat! Indien alle menschen een Bijbel hadden, dan zouden er zeker geen wree- de monniken en priesters meer zijn". Dan gaat hij1 voor bet venster zitten en leert zeer vele verzen van buiten. Hij is zijn neef Albert dan ook reeds ver vooruit, hoewel die een jaar ouder is dan hij1. Ik durf zeggen, dat onze lieve jongen nu reeds meer dan de helft van, het Nieu we en ©en gToot gedeelte van het Oude Testament van buiten kent". D© godvTeezende vader was niet min der dankbaar dan verheugd, dat hij zoo veel goeds van zijn zoon hoorde, di© in waarheid een buitengewone knaap kon genoemd worden. Nu er, was wel wat, dat in den middelijben weg tot het ver krijgen van zijn lust en kennis van Gods Woord door Gods genade had meegewerkt. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1923 | | pagina 1