DE ZEEUW Dit ie Pers. TOT DEN DOOD BETROUW. TWEEDE BLAD. Binnenland. Dit de Provincie. Kerknieuws. FEUILLETON. VAN DONDERDAG 15 MAART 1923. No. 139. Christenen en Loterij. AVij lezen in „De Rotterdammer" ln de loteriji spelen is strijdig met Gods AVoord. Christenen doen dus niet aan lo terij. Ja, zoo zou 't moeten zijn. Maar we merken dat 't anders is. Hervormden en Gereformeerden zijn er niet geheel onschuldig aan. Dezer dagen lazen we in een der bladen een advertentie, waarin een .loterij werd aangekondigd, nogwel uitgaande van do Kerkvoogdij eener Ned. Herv. Gemeente, zulks tot stichting van een wijkgebouw. In deze „christelijke" loterij kan men een middenstandswoning, een stal vee, een piano, een motorrijwiel enz. trekken. Ge heel in den geest dus van de premieleenin- gen van den heer Brockhuijs. De adver tentie was geteckend door Christelijke mannen van naam. De predikant van bedoelde Gemeente plaatste vorige week in oen der bladen een ingezonden artikel, waarin hij deze verloting verdedigde. Hij wees erop, dat op bazars voor Christelijke doeleinden ook wel „grabbeltonnen" en „tombola's" als middel om gelden te bemachtigen, dienst doen. Deze opmerking is geheel juist. Ook wij vinden al die attracties, onder welk aardig mom ook, niet anders dan loterij spel. Ze hoeren onder ons niet thuis. Door zoo iets toe te laten werken we mee aan het kwaad. Maar ook onder do Gereformeerden is het kwaad te vinden. AVij vonden in een plaatselijke Gereformeerde „Kerkbode" de verzekering weergegeven, „dat, er onder onze Gereformeerden in verschillende broeders zijn, die zich er niet voor scha men, om in de loterijen te spelen". Over de toenemende speelzucht in ons land en over het zondige ervan iezen we in bedoelde „Kerkbode" nog hel, volgende: „De zucht om met enkele guldens een kapitaal van honderden te winnen, is bij duizenden zoo sterk, dat ze meermalen een kans wagen, in de hoop, dat een gelukkig lot hun ten deel vallen zal en ze redden zal uit allerlei financiëcle moeilijkheden, waarin zij door den socialen nood der tijden zijn geraakt. Er ligt iets verlokkelijks in om dit te doen, te meer als men hoort, dat. deze of gene kennis er ge lukkig (we zeggen niet gelukkig door ge worden is, want door den weg der onge rechtigheid kan geen mensch ooit geluk kig worden) mee geweest is. Als iu Rot terdam zeker persoon een loterij onder neming aanprijst, waar schatten mee te verdienen zijn, en hij zelf een paleis laat bouwen met een marmeren poort, waar boven in vergulde letters prijkt: „Het Gou den Kali", dan trekt dit de massa aan en tienduizenden zijn er, die een kans wagen. Bijna niets is er, dat "meer prik kelt, dan betrekkelijk goedkoope waag- stukjes waar geld mee te winnen is. „Een zonde is liet. Waar wij belijden, dat niets buiten Gods Voorzienigheid om gaat, staat ook liet lot onder Gocls bestuur. Door elk lot begeert men dat bestuur Gods in dienst te zien van zijn eigen begeerte naar geld. (We spreken bier al leen over geldloterijen.) Daarom is loten eigenlijk niet anders dan bidden, een zeer ernstige zaak dus; een godsdienstige han deling, die op den grondslag rust van hebzucht, liet winst behalen zonder ar beid door eens anders verlies. Maar daar om diep zondig. Loten is bidden, want God bestuurt alle lot; maar liet geschiedt zonder noodzaak, zelfs tegen hetgeen de Schrift ons voorhoudt en daarom staat liet loten met misbruik van Gods naam gelijk. En gelijk geen Kerkeraad ten onzent een vloeker toe mag laten tot de Sacra menten, zoo kan ook niemand van wien bekend is, dat hij in de loterijen speelt, tot de Sacramenten worden toegelaten, tenzij hij zich finaal van die zonde bekeerd heeft. Broeders, laat deze zonde onder ons niet voorkomen. Helpt ze uitroeien waar het mocht plaats hebben. En wie 3.) Somtijds wilde hij beproeven, of hij de soldaten kon overhalen oim naar hem te luisteren, wanneer hij hen iets uit den Bijbel verhaalde; want hij durfde het niet te wagen om onder Rcamsehc-n te zog gen, dat het Boek, waarin hij zoo dikwijls las, Gods Woord was, opdat het aan de monniken, die gewoon waren in bet le ger ter bediening van zieken en ster venden te bezoeken, niet zou worden over gebracht, en bet hem' daardoor zou ont nomen worden. Terwijl de soldaten en de zeelieden den tijd der langdurige reis zochten te ver drijven dool" aan elkander legenden der heiligen met hun fabelachtige mirakelen te vertellen, zeide Karei somtijds tot den soldaat, die bij! hom zat, of tot zijn ka meraden, als Zij1 op het schip hun tijd -v verbeuzelden: „Welaan, kameraden! nu is het mijU beurt om te spWefoen. Kom.it, luistert nu eens naar mij'. Ik wil u iets vertellen, dat beter is dan legenden van duizend heiligen en kostelijker dan de buit van een stad> die ingenomien is. Ja, luistert goed; kameraden! Wie weet, of zich aan waarsclïuwing niet sloort, breng dezulken aan bij den Kerkeraad, want wij mogen niet gedoogen, dat door der gelijk roepend kwaad een ban komen zou in de Gemeente." We laten de plaatsnamen, waar de Ned. Herv. Kerkvoogdij een loterij organiseert en waar er Gereformeerde loterij-spelers zijn, weg. 'tls ons te doen om op het kwaad to wijzen. Dat de oogen ervoor mogen open gaan en het kwaad met kracht bestreden. Bogrooting verworpen. ATijrïag jl. is de gemeentebegrooting van 's-Gravenzande voor 1923 bij den Raad in behandeling geweest. Bij de eindstemming staakten de stemmen. Een lid was afwe zig. In de Raadsvergadering van Dins dagavond is andermaal over de begrooting gestemd. AVaderom staakten de stemmen, zoodat de voordracht thans is verworpen. Raad contra Burgemeester. In den loop der laatste jaren hebben ci vet-schillende transacties plaats gehad tus- schen de gemeentelijke spaarbank te Bom mel en de Centrale Administratie- en Ef- fectcnbank te Nijmegen, mek bet gevolg, €dat de gemeente Bemmel met f 26.000 hij de déconfiture dezer bank is betrok ken, waarvan slechts f9000 zal terecht komen. De raacl heeft geweigerd dit te kort ten laste der gemeente te brengen en besloten het langs gerechtelijken weg van den burgemeester te eischen. De Zomertijd. Clinge Doorenhos dicht in de Telegraaf: AVijze Eerste Kamer-Leden, Dragers van het wijs beleid, Geeft de NcdciJandschc Natie Haar geliefden zomertijd 1 Och, we waren zoo gelukkig Met dat extra uurtje dag! Als we dat weer moeten missen, Ilcusch, dat wordt een hard gelach. Waarom is de brave tuinder, Die voor Holland zaait en maait, Er zoo tegen? AGndt hij 't jammer, Dat, de haan wat later kraait? Laat een bocrenkoe dan desnoods Mopperen: wat is 't nog vroeg, Geeft een koe een uurtje vroeger Werkelijk geen melK genoeg? Waarom is de Spoor-Directie Ook al in protest gegaan? 't Is toch al zoo vaak gebleken, Dat zij vroeger op moet staan. Zon is licht en zon is leven, Zon is beste medicijn, Zon is warm, goedkoop, verkwikkend, Daar kan nooit te.veel van zijn. Zie, de Beurs heelt ook liaar bede ln dien zin tot U gericht; 't Lijkt me heuscli niet overbodig: Daar een beetje extra licht, AVijze Eerste Kamer-Leden, Toel doet als Napoleon: Geeft ons in deez' donk'ro tijden Dagelijks een rondje zon! De Zomert ij d. Te Den Haag wordt het invoeren van een plaatselijken zomertijd overwogen. In overleg met, dc rijksbureaux .wil Men dan dien tijd invoeren voor dc gemeentebu- reaux. H e t a. s. b a d s e i z o e n. Aan do gemeenteraden van Dien Haag Sicheveningen, RotterdamDen Hoek van HollandVlissingen, D o m b u r g, LocisduincnKijkduin, Wassenaar, Kat wijk, Noordw'ijk, MonsterTerheijde, Zandvoort, Wijk aan Zee, Ëg'mond aan Zee, Bergen aan Zee, den Helder, Oost- voome, Bloemendaal en Rokanj-e is dooi den Diocesanen Bond van afdeelingen van Voor Eer en Deugd in het Bisdom Haarlem een adres gezonden, waarin wordt verzocht tegen den tijd van het nieuwe badseizoen het daarheen te willen leiden, dat 1. de bestaande w'etten en verordenin gen streng wörden gehandhaafd en a.m. streng toezicht worde gehouden op de veelvuldig voorkomende overtreding' van Artikel 239 lo. Wetboek van Strafrecht vooral op het z.g. stille strand; 2. dat het in iedere Gemeente, op be paalde, niet onaanzienlijke strooken van het strand, gelegen daar, waar het wan delend publiek zich bij- voorkeur ophoudt, ge er latcir niet blijde over zult kunnen wezen, dat ik u wat goeds heb doen hoeren". E-n dan dan vziond hij in stilte -een gebed- op tot God oim een zegen over zijn Woord en begon aaneen geschakeld en to-t in de kleinste bijzon derheden iedere heilige gebeurtenis te verhalen, die in betrekking staat tot de heerlijke, eenvoudige geschiedenis van de geboorte, het leven, het lijden en den dood van Hem, die, ofschoon Hij' be stond oer do weitfeld was, zichzelven ver nederd heeft, om oen Mensch onder de mensehen te worden, doch zonder zonde, en die, hoewel God uit God, ja zelf God zijnde, God en Mensch (a onbegrijpelijk wonder!) in één persoon, gehoorzaam is geworden tot den dood, ja tot den kruis dood toe. En, óf zulks ontstond door het voortreffelijke der heiligheid of der God delijke onderworpenheid, dio de Man van smarten aan den dag, legde, óf dooi' de- onmeedoogenöe folteringen, die do Hecre Jezus onderging, óf dat 't veroorzaakt werd door de kracht van Gods dierbaar getuige nis dat de ruwe toehoorders trof, wist Karei niet te zeggen, maar dikwijls blonken er tranen in de oogen der bandieten, die aan zijn zij-de .zaten, dezelfden, die o-nver- mui'wdi en roerloos konden staren opslag- velden, rookend-e van b-lo-ed. Ooilc merkte hij- eens met verwondering en blijdsphap op, dat de stuurman, die aan het roer worde verboden; zich uit- of aan te kleeden, zich ongekleed of in badcostuum langs het strand en in de duinen op te houden; het z.g. pootjesbaden worde alleen toegestaan aan kinderen beneden 13 jaar, mits overigens behoorlijk gekleed 3. dat in iedere gemeente aan het strand besta een afzonderlijke badgelegn- heid voor mannen en een afzonderlijke badgelegenheid voor vrouwen en dat geen gelegenheid geboden worde voor gemengde baden 4. dat in eventueel op het strand toe te laten kiosken geen onzedelijke lectuur en plaatwerk worde uitgestald en ver kocht. ^Middelburg. Men deelt van werknemers- zijde aan de M. C. mede, dat de toestand aan de meubelfabriek der firma Belderok en van Roo zich als volgt heeft voor gedaan Maandag zijn de gezellen, zonder dat hun iets gezegd was, aan den arbeid gegaan; omstreeks 9 uur werd hun door den patroon gözegd, dat liet loon met 10 pet. .werd verlaagd en men over 3 maanden dit zou herzien. Na overleg dei- gezellen werd eenstemmig besloten hierop niet in te gaan en dit den patroon mee gedeeld, waarop deze verklaarde, dan om 12 uur de fabriek te sluiten. Kapelle. Onder voorzitterschap van Ds Bcilieele hield de Kna.penver. Iml- manuël -alhier, haar zesde jaarverga dering gisterenavond rrael gehoodigden en. begunstigers. Ds A. ScNeele sprak een inleidend woord. De secretaris J. Houw -meldde in zijn jaarverslag, dat de vereeniging 13 leden en 52 begun stigers telt. De penningmeester J. Mol deed rekening en verantwoording, do klas sluit met een ba,tig slo-t van f72.73. 'De bibliothecaris J. Fo-ssen,, deelde (mee in zijn verslag, dat de boekerij uit 65 nnmimers bestaat. Op stellen volgden, alsmede twee samen spraken en toespraken van. afgevaar digden. Een wedstrijd werd gehouden in hel. voordragen, waarbij werd toe gekend le pr. G. Louise, 2. J. Pos sen, 3. J. Eversdijk', 4. ,T. Rouw, 5. P. Eversdijk, 6. B. do J-aiger, 7. N. Spijk, 8. M. van. Room, 9. Jaci. Kra mer, 10. J. Mol, 11. Schipper. Do -heeren J. Pottjewijd eu A'. de Jager zorgden voor muziek (viool en orgel). De leider Poortvliet sprak het slotwoord. Ds v-an Ankten uit Delft eindigde .met dankgebed. Gisteravond -gaf liet Hervormd Kerkelijk Zangkoor een uitvoering in de (groète kerk alhier. Do-or ongeveer driehonderd personen werd deze uit voering hijigewoio-nd. Dr Schmidt leid de -de vergadering in met gebed e-n een kort openingswoord. Het met zorg samengestelde programma werd keu rig -afgewerkt. Het H. K. Zangkoor geeft blijk', dat het den tijd. welke het voor de oefeningen beschikbaar heeft, nuttig weet te gebruikten en hel verheugt ons dan ook te mogen con- stateeren, dat het koor in waarde toe neemt. Gedurende de pauzen zong juf frouw A. Oelo van Goes, eenige zeer mooie liederen en gaf de heer J. Os- sewaarde eveneens van Goe-s op het kerkorgel eenige mooie Stukken ten beste. Zoowel het -eene als het -andere droeg niet weinig hij tot Net welslagen dezer uitvoering. Een dissonant was, dat Dr Schmidt zich in z'n 'slotwoord, hoewel ongaarne, verplicht, zag eeni ge jongelui op te mter'k'en, dat een Ned. Herv. Kerk óók een bedehuis is. Dit mede in verband met hun ge drag op het laatst gehouden Kerst feest en voorgaande zanguitvoeringen. Domburg. Op initiatief van don bur gemeester, den heer L. J. van Voort- huijscn, is alhier opgericht een comité om gelden te verzamelen voor het Natio naal Huldeblijk bij het zilveren regeerings- jubileum van H. M. de Koningin in Sept. a.s. Tot voorzitter daarvan werd gekozen de burgemeester, tot secr.-penningm. dhr. P. J. Elout, tot leden de heeren ds H. J. Hak, dr B. Vaandrager en P. de Visser Sz. Er zal gecollecteerd worden door middel van lijsten. stond, als hij van het kompas naar de windvaan opzag-, een traan van zijn ge bruinde wang afwischte, terwijl hij -e-e-n lied aanhief, om op -deze wijze zijn aan doening voor anderen te verbergen. Met aldus van tij-d tot tijd gedeelten der Heilige Schrift aan -gijn onkundige e-n bijgeloovige gezellen mede te deelen, bracht Karei veelal den tij-d gedurende zijne reis dool". Volgens de gewoonte zij- ner «geloofsgenooten het grootste gedeelte des bijbels van buiten kennende, begon hij, wanneer -de ge-l-e-ganheid zich voor deed, altijd met de eene of andere schrif- tuuiplaats, en zond-ei" zucht o-m uit te leggen of bij- te vo-egc-n, of te verkorten, d-roeg hij- alles in den oorspr-ombe-lijfcein eenvoudigen stijl voor. Zoo aeid-e hij bij voorbeeld: „En het geschiedde in die- zelve dag-en", -of: „In de dagen van He- i'o-des, den Koning", of: „In do zesde, maand w^i'd de Engel Gabtriël van God gezonden naar -een stad in Galiléa, Na- zareth genaamd", terwijl hij! me-t de zelfde nederigheid van hart en met oen zucht to-t God om- Zijn onmisbaren zegen hun andere plaatsen der He-iligo Schrift als geschiedenissen vertelde, wanneer hij begon: „Een zeker mensch had twee zonen", of: „Daar was een -zieker rijk mensch", die gekleed was in purper", of: „Twee- mienschen gingen op o-m te bidden" Op een anderen tij-d verhaalde hij1 aan de In de Dinsdagavond gehouden ver gadering van den raad alhier, waarin alle leden aanwezig waren, werden de aftre dende heeren G. de Pagter, J. P. Alme- kinders, J. de Visser en S. de Pagter als leden der schattingscommissie her benoemd. Tot leden van het stembureau werden de heeren P. J. Elout en P. van Sluijs gekozen. De overige leden tot plaats vervangers. Op een adres van de Kamer van Koophandel, waarin verzocht wordt voor het gemeentepersoneel een werk week van 48 uur in te voeren, werd be sloten mede te deelen dat zulks hier reeds heeft plaats gehad. Het kohier honden belasting werd op een bedrag van f116 vastgesteld. Een voorschot van f800 werd verleend ten behoeve der Bijz. school vol gens Art. 103 wet L. O. Wijziging werd aangebracht in de politie-verordening, hoofdstuk tapperijen, waarbij het bezoek na sluitingsuur strafbaar wordt gesteld. Vervolgens werd de subsidie van f200 op 1300 gebracht ten behoeve der Bewaar school, onder voorwaarde, dat geen hoo- ger schoolgeld 's wekelijks per kind mag gevraagd worden dan 15 cent. De Raad hechtte zijn goedkeuring aan de plaatsing van een lantaarn aan het baantje in de Badstraat. Het adres der vereeniging „Voor Eer en Deugd" betref fende het tegengaan van onzedelijkheid in duinen en op het strand, werd, daar zulks hier niet voorkomt, voor kennis geving aangenomen. Een voorstel van B. en W. om f500 te verleenen voor werk verschaffing, werd na discussie met 4 voor en 3 tegen aangenomen. De heeren J. de Visser, J. P. Almekinders en P. Wisse stemden tegen. In verband hier mede werd een commissie van uitvoering door den Raad gekozen, n.l. de heeren P. J. Elout, B. J. Westenburger en J. P. Almekinders. Naar aanleiding van een in gekomen adres van den Bond tegen het vloeken, stelde de burgemeester voor, het iu het, openbaar vloeken bij verordening strafbaar te stellen. In principe besloot men met 5 voor en 2 tegen een derge lijke verordening vast te stellen. Meliskerke. Dinsdagavond werd onder leiding van den voorzitter der Landbouw- vereeniging alhier, getracht een vereeni ging lot stand te brengen voor onderlinge hulp bij noodslachtingen van vee en var kens. Aan do uijnoodiging was tamelijk gehoor gegeven. Een reglement werd vast gesteld en 35 personen traden toe als lid dezer opgerichte vereeniging, welke ten doel stelt het vleesch en spek, afkomstig van noodslachtingen, onderling te verkoo- pen voor een daarvoor gestelden prijs en het eventueel afgekeurde vleesch en spek te vergoeden. Een bestuur werd uit de aanwezigen gekozen, bestaande uit 7 le den, welke die functies onderling zullen verdoelen. Serooskerke. Dinsdagavond hield mr v. Dussoldorp, burgemeester van Westka- pclle, voor een niet talrijk doch aandach tig publiek een lezing voor de Chr.-Hist. Unie. Spreker gaf op zeer bevattelijke wijze de verschillen met andere partijen aan. Ook wees hij op dc gevaren der coa litie. Zeer talrijk waren de door liem ge geven inlichtingen omtrent de houding der verschillende partijen en der Chr.- Hist. Unie bij de gehouden stemmingen in de Kamers, Staten en Gemeenteraden. Door eenige aanwezigen werd met den spreker van gedachten gewisseld. Het oude ambtsgewaad. In zijn „Herinneringen uit het Pastorale le ven" schrijft wijlen Ds Joh. Drost, vroe ger to Goes, van de Herv. Gemeente te llhenen o.m.: Een groot deel der Gemeente hing op godsdienstig gebied ontzettend aan oude gewoonten en uitwendige vormen. Is dit een persoonlijk zwak, een punt van liefhebberij, dan kan het geen kwaad; dan kan men tot op zekere hoogte en eerbied voor hebben. Ook op ander go- bied is menig achtenswaardig persoon een liefhebber van antiquiteiten. Ook tot mijzelven moet ik menigmaal zeggen: AVat zijt ge toch conservatief! Komt daar nog bij een zekere vrees voor het nieuwe, omdat een nieuwere richting in de Kerk in zoo menig op-/ zicht de Gemeente heeft afgevoerd van soldaten de veldslagen van Joz.ua, van Gideon -en Jefta; de nederlaag van Sisera en dc krijgslist van Jael; -en niet zelden verzocht m-en hem, om nog eens het ge vecht van DaVid en Goliath te verhalen en bij .vernieuwing een beschrijving te geven van het wapentuig van den kamp vechter den? Filistijnen. Aan de zeelieden verhaalde hij de zeereis van Paulus, .zijn aankomst te. Schoonebavens, zijn gevaar vollen tocht en schipbreuk, en hoe de Engel des Heeren in den nacht bij' hem stond, en wat deze tot hem zeide. Of hij- trad in al de belangrijke bijzonder heden aang-aande het schip en de be vreesde -zeelieden, waarmede de onge hoorzame Profeet naai- Ttois voer, den storm en de woede der zee beschrijvende, en door welk middel die onstuimigheid bedaarde. Het was op deze wij'zle, dat de God- vi'eezende krijgsman, gehoorzaam aan het Woord des Heeren, dat hij zeer hoog schatte, en aan de voorschriften zijns va ders, wiens nagedachtenis hem zoo dier baar wias, onder beding van genade, an deren dien zegen trachtte deelachtig te maken, dien hij van Zijn God ontvangen had1, en hij) in alles wat hij" deed en sprak de karaktertrekken van h-et volk, waar toe hij- behoorde, vertoonde. In die dagen verstond men zich op de zeevaart nog niet zoo goed als thans. de waarheid Gods en den weg der- God zaligheid, dan is die vrees te billijken en te waardeeren. Maar is die gehechtheid aan hot oude eigenlijk een méér-waarde-hechlen aan uitwendige vormen dan ernstig vragen naar hetgeen goed en waar en recht is vo.or God, dan is het verkeerd, gevaarlijk; dan moet het niet ontzien worden, maar bestreden. En dit was het kennelijk te Rlicnen. En hieraan mag een voorganger der Ge meente niet toegeven; hiertegen moest ik getuigen. En waar deze getuigenis nog geen ingang vond, moest ze des te krach tiger worden; meende ik er een illustratie bij te moeten voegen. Velen kennen nog wel 't voormalige ambtscostuum van de predikanten onzer Hervormde Kerk: driekante steek, korte broek en preekrok met opstaande kraag en rondweg-gesneden panden. Thans zou men er om lachen. Het is ook reeds een halve eeuw geleden. Maar destijds was dat anders. Vrij algemeen werd liet kostuum in eere gehouden; of schoon de korte broek, behalve 's Zon dags, reeds begon te wijken voor een lange. Doch vooral het driekante steekje bleef lang het onderscheidingsteeken van den predikant. „Ja, een steek sticht", heb ik meer malen een lieve vrome in mijn familie hooren zeggen. En mijn vrouw vond dat ze mij veel beter stond dan een gewone hoed. En ik zelf genoot van dat gemakkelijke hoofddeksel, ook van het gewaad, waarin ik mij zoo vrij kon bewegen. Allengs echter begon menig predikant dat opzichtig gewaad zich te schamen. Geen wonder, dat menig Gemeentelid het juist hierdoor op nog hooger prijs begon te schatten. Maar helaas, begonnen ook velen in dat gewaad een kenteeken te zien van den waren Evangeliedienaar, van den getrouwen leeraar; aan dien vorm geestelijke waarde te hechten; daar naar een predikant te schatten. Ook dit stond niet op zichzelf. Het was slechts een proeve, destijds een zeer sprekend blijk van het stellen van uit wendige vormen boven het wezen der zaak, van schijn boven werkelijkheid: bron van zooveel zelfmisleiding en ver derf. Daartegen moest met kracht gepro testeerd, ernstig te velde getrokken wor den. Maar hierbij moet ook duidelijk re kenschap worden gegeven van handeling en bedoeling. Na ernstig en rijp beraad, want ik be greep welk een storm zou losbarsten ook na raadpleging met mijn ambtsbroe der, besloot ilc te preeken over 1 Petr. 2:9: „Gij zijt een uitverkoren geslacht, enz.", nl. over het priesterschap der ge- loovigcn. Gewezen werd op het verschil tusschen de oude cu de nieuwe bedeeling, voorts hoe weer sprake kwam van geestelijken en leeken, waarbij de priesterlijke waar digheid dan zelfs gekenmerkt werd door een onderscheiden geestelijk gewaad. Ten slotte legde ik de gemeente de vraag op de lippen „Als gij, voorganger der Gemeente, ge roepen om haar don vollen raad Gods te verkondigen, van deze dingen doordron gen zijt, en in zoo'n onderscheidend gewaad in beginsel een miskenning, een verloochening ziet van het ware, volle Christendom, waarom draagt gij het dan zélf?" „Waarom ilc dit deed? was mijn ant woord 'Uit gewoonte, uit navolging; om de gehechtheid van de gemeente er aan". 1 „En is clht dan naar den geest des Heeren te achten?" „Neen, zekerlijk niet!" „Maar blijft gij daarin toch volharden?" „Van dit oogenblik af zult gij mij niet meer in een afzonderlijk ambtsgewaad zien. Amenl" Als een electrischo schok ging het door geheel de schare; alsof er een donder slag was gehoord. En deze trilde na tot op de markt te AVageningen. Daar waren de Achterbergsche boeren gewoon hun boter en eieren te brengen. Op den eerstvolgenden marktdag werd ook daar de Rhenensche zaak besproken, en gehoord dat twee Achterbergers tot elkander zeiden: „Zie, als ik hem dronken in de goot; had vinden liggen, dan zou ik nog kun- De zeelieden waren gewoon, uitgezonderd bi} zeer schoon wedelr1 of bij' maanlicht, iederen nacht bet anker1 uit to werpen, hetwelk de reis zeer1 vertraagde. Edmond die aan zijn wonden nog aanhoudend pijn leed en wiens gezondheid nog slechts ge deeltelijk teruggekeerd was, verlangde dus zeer sterk naar zijn thuiskomst, waar hij verzekerd was, dat zijn lieve vrouw hem met zooveel teederheid zou oppas sen -en verzorgen, dat hij weldra geheel hersteld zou zijn, wanneer het althans God behaagde. Dit deed hem dagelijks met het sterkste verlangen naar den eer sten top der alpen uitzien, en men kan dus oordeelen, met welk een vreugde hij tegen hei: eind© der reis de met sneeuw bedekte bergen aanschouwde, die zich aan zijn gezicht vertoonden en tot een ver bazende hoogte boven he-t water uitstaken, daar de vlakte nog niet zichtbaar was. Dit gezicht deed zijn neergebogen geest herleven en wekte zijn innige dankoaar- heid op, terwijl de Zwitserscha soldaten die mede aan boord waren en gedurende de reis aanhoudend hun vurige liefde tot hun vaderland en hun onuitsprekelijk ver langen om het weder te zien, zingende aan den dag hadden gelegd, thans dezie besneeuwde kruinen m-et de hoogste geest vervoering aanstaarden. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1923 | | pagina 5