m ii5 Donderdag 15 Februari 1013 37e «laargang Bollenland. Staten-fieneraaL Drukkers-Exploitanten OOSTERBAAN LE COINTRE GOES Bureaux: Lange Vorststraat 68—70, Goes Tel.: Redactie no. 11; Administratie no. 58 Postrekening No. 36000. Bijkantoor te Middelburg: Firma F. P. DHUIJ, L. Burg. Tel', no. 259 Uit het Ruhrgebied. Sedert een paar dagen houden de Fran- schen te Bingen Nederlandsche vracht- stoomschepen aan en nemen van de la ding de goederen in beslag die zonder consent van het uitvoerbureau te Erns worden vervoerd. Transitogoederen uit het onbezette üuitschland naar Nederland worden pas doorgelaten, als een recht 'van 10 pet. ad valorem is betaald. H e t gevolg is dat de gehcele Rijn vaart thans stilstaat, daar geen Duitscher meer goederen langs den Rijn verzendt. Naar de Matin meldt, zijn tengevolge van de weigering van het gemeentebestuur van Gelsenkirchen om de boete te beta len van 100 millioen mark, opgelegd we gens den aanval op de twee Fransche gendarmen, de voornaamste bankiers uit de stad in hechtenis genomen. Cascher, de verantwoordelijke redacteur van do soc.-dem. Freie Presse, is gevan gen genomen, geboeid weggevoerd en uit liet bezette gebied gezet. Zijn gezin moet kinnen drie dagen het bezette gebied heb ben verlaten. Sedert 15 Januari zijn in het oude be zette gebied 114 kranten voor den duur van 3 dagen tot 3 maanden verboden. Volgens een Wolff-telegram berust bet verbod op de publicatie van de protesten der Duitsche autoriteiten, ambtenaren en vakvereenigingen tegen onrechtmatig op treden der Franschen of op de weigering dor bladen om de verordeningen van de Rijnlandcommissie op te nemen. Een nieuw incident wordt uit Gelsen kirchen gemeld. Een Fransch officier trad in het centraal station zoo provoceerend op, dat de menigte in groote opgewonden heid geraakte en liet vertrok dor tram, waarmee de officier wilde wegrijden, be lette. Hij greep daarop zijn revolver, doch eenige mannen verhinderden hem daar van gebruik te maken. Do politie nam den officier in bescherming, doch kon niet voorkomen, dat hij door de menigte zoodanig werd geslagen, dat hij zich on der geneeskundige behandeling moest stelle*. Engeland komt met de Rulirbezetting steeds meer in het nauw te zitten. De Fransche minister van openbare werken, Le Troqquer en generaal Payot, hebben de Engelsche regeering om een onder houd verzocht, waarschijnlijk over het gebruik maken van de spoorwegen in het Rijnland, met name in de Britsche zone. Men neemt aan, dat het verzoek van de hand zal worden gewezen. Scherp, maar waar, was hetgeen Bonar Law i* het Lagerhuis heeft gezegd: Een ieder weet, welke gevoelens de Franschen ten opzichte van hun onvei ligheid hebben en ik ben er zeker van, dat dit de reden was van de verwerping van het Engelsche voorstel. Zij zouden gaarne schadevergoeding krijgen, maar zij zoude» niet gaarne zien, dat Duitschland sterk genoeg was om die te betalen. Het is nutteloos, een beroep op den volken bond te doen, daar men er verzekerd van kan zijn, dat Frankrijk daar niet van weten wil. Het terrorisme van de Franschen in Duitschland. In „Pniël" schrijft dr J. H. Gunning J.H.8., die korten tijd geleden in Duitsch land vertoefde en met den nood dar' be- FEUILLETOW. BINNEN IJZEREN MUREN Ben verhaal uit den Fransch- Ütóschen oorlog. door ANNIE LUCAS. Uitgave Neerbosch' boekhandel. 76.) En ifc vatte inbed. Met vastgeklemde tanden en saamgevouwen handen bleef ik staan, terwijl de Kolonel den leven- digen Zwitserschen dokter, die buiten was gekomen om ons to woord te staan, on dervraagde. Hoe pijnlijk hinderde mij zijn vroolpko stem. Jawel, in de ambulance was oen jong monsoh, die De Laborde heette. Een officier? Ja, oen Kolonel. Neem zijn doopnaam wist hij niet. Geloofde niet, dat hij uit Parijs afkomstig was. Hij was van Orle ans gekomen. Wilde de jonge dame niet in de ambulance komen om zelf te zien? Zooeven sliep hij nog, zij zou hem dus1 kunnen zien zonder hem te storen. Ik ging dus. Ik volgde den dokter in een lang, smal vertrek. Aan beide zijden stonden bedden met bleeke, vervallen zieken. Maar ik zag niets, onderscheidde niets, totdat mijn geleider stil hield. Eerst waren mijn oogon volking van nabij kennis mlaalcto: Ik houd mij stellig verzekerd, dat do politiekivan dwang en kleinzielig terro risme „die Frankrijk uitoefent, ton slotte ook voor Frankrijk zelf noodlottig blij ken zal. Datzelfde geloof ik ook van zijn houding tegenover de Turken. Indien deze aartsvijanden der Christenheid, die schandvlek zelfs van het geschandvlekte Europa, weder tot macht komen, zal het grootendeols do schuld van de onverstan dige Riegeering- aan de Seine zijn. Toch zijn de Duitschors, ook in den. oorlog, alles behalve heiligen geweest. Ik heb ook wel Duitschei's ontmoet, die! mij eerlijk bekenden: „Wij kMjgen ouzo straf thans thuis, voor hetgeen; wij' in den oorlog misdreven hebben". Vooral oem gesprek met een zeer ontwikkeld, fijn be schaafd man, dien ik verder op geenerlei wijze zal aanduiden, maar wiens woorden ik terstond, teen ik thuiskwam; heb op- geteekend, was nïij zeer leerrijk. „Mijnheer, ik bon drie en ecu half jaar gewoon soldaat geweest, en diende onder den Kroonprins. Ik ben als vurig mouar- cliist uitgetrokken; ik ben als rood© repu blikein teruggekeerd. De behandeling der minderen was schandalig. Er zijn zeven maanden ach ter elkaar voorbijgegaan, dat ik zelfs geen aardappel geproefd heb, terwijl de hoogoven in weelde; ja in schandélüjko overdaad, zwelgden. Er word met vleesch en wijn gesmeten. En de gemeenheid, de onzedelijkheid is niet te gelooven. Hr$le scharen meisjes werden in de huizon waar. wij óp w'acht moesten staan, binhëngehracht on tal van liooge officiëren, ook de allerhoogste,, gin gen daar binnen. Gestolen on geroofd is er schandelijk, maar' de schuld treft niet de minderen, maar de hoogeu. De behandeling der Entente is thans beneden peil, maar wij plukken de vruch ten van hetgeen wij' diaar gözaaid hebban. Do Kroonprins nog in zijn booken ver- tellen wat hij w'nf maar hij was geen] zier beter dan do meeste officieren, die ik heb ontmoet, en dan zeg ik u, zet heb ben als beesten huisgehouden". Nu, wij, Hollanders, die meegeleefd hebben met dien vroesolijken tijd en onze couranten, (niet alleen „Die Telegraaf') gelezen hebben, zijn daar ook wel van overtuigd. Do Duitscher doet alios grondig; hoe zou lifj- dan ook het Satans- werk van oorlogvoeren niet in de perfec tie hebben uitgevoerd? Wij' zullen den „Christus in de loopgraven", „Christus rijdende en den ooflogsfakkel zwaaiende'' de futo's van do volmaakts nootdoloos stuk- gezaagde vruchtboomen en tal van der gelijke onwed'orlegbaro documenten van Eluitschen oorlogswaanzin nooit- vergeten. Maar ten eerste missen dei Franschen en Engelschen en wie ei' verder tegen Duitschland gestreden hebben, alle .recht zich als vrome Farizeërs voor te doen, want ook hun oorlogs-schuldregister,, van eeuwen her is oveTrfijk aa.n bar- baarschhedcn en gruwelen. En ten ande re heet het dan nu, vrede te zijn, en zelden is wel do rol van overwinnaar el lendiger gespeeld dan door dei Entente te genover het lam geslagen en verhonge rende Duitschland. Ik schrijf een brief af van een eveneens zeer ontwikkeld per soon, gepromoveerd en volkomen betrouw baar, die mij: den 5 October! 1922 het volgende berichtte: „Dat de ovrwinnaar don overwonnene terroriseert, is helaas niets ongeiwoon's, verduisterd, toen wierp ik een blik op den gewonde. Het ingevallen gelaat, de ver magerde gestalte, droevig verminkt ik zag alles met een oogopslag en voelde dat ik flauw werd. Ik herinner mij nog, dat oen zachte hand do mijne vatte en een vriendelijke stem mij toefluisterde; Kom even met mij möe, totdat gij weer kalmer zult zijn. Een oo-genblik daarna bevond ik1 mij in een afgesloten vertrekje. Mijn hoofd rustte tegen do borst van ©en vriendelijk meisje, dat mij c©n glas water aan de lippen hield. Probeer' nog maar niet om op to staan, zeide zij bezorgd. Uw vriend slaapt nog, on te gelijk deed zij1 mij mijn vorljgei houding hernemen. De vreugde en smlart deden mij een korte poos stil blijven; want die bleeke zieke was Leo, maar veranderd, och zoo veranderd. Daarbij dacht ik aan de droe vige tijdingen, die ik hem moest mede doelen. nc had daar nog niet aan ge dacht, en kon* er ook nu niet bij stilstaan. De plotselinge, heftige, gemengde vreug de was pijnlijk. Dat doet u zeker goed, nietwaar? vroeg mijn vriendelijke verzorgster. Maar gij behoeft u niet ongerust to maken over uw vriend. Hij heeft veel geleden en zulk lijden laat altijd sporen na. Nu is echter alle gevaar geweken. Dat ver band aan het hoofd doet hem erger schij nen dan hij is. Het is evenwel slechts tij maar dat men in vrtodjeatijd eon gro'ot volk laat verhongeren, dat is du misdaad dei' Entente. Wiji zijn weer eens even want zulke gevallen komen tel kens voor, de eene gruwel volgt op den andere! onder den indruk van een oud, lief echtpaar, dat zich door gas vergifti gen moest, omdat ze verhongerden. Da laatste 40.000 mark lagen op de tafel voor hun begrafenis. Do duizenden gevallen van zelfmoord mogen niet meer in do couranten staan, maar in Oostenrijk cn Duitschland! is deze nog do eenige toevlucht voor de men schen, die niet meer werken kunnen. Men laat ons volk een som golds betalen die nooit eenig volk met 16 uren arbeids dag zou kunnen opbrengen. DaaTam: daalt de Mark cn kunnen wij1 niets meer1 aan voedingsmiddelen of grondstoffen van het buitenland koopen. Het is een schreeuwend onrecht, dat een volk, dat zich half dood werkt, niet mag leven. In Frankrijk weten ze niet wat met do Duitsche kelen te doten, die Duitschland elke maand leveren moet, en hij ons staan hoe langer zoo meer indus trieën stil, omdat we geen kolen hebben. Ook "do bevolking heeft geen brandstof meer. Dat is Sadisme I „Het is der Entente ook niet ami geld te deen, maar om het volk dooa" hongejj tc laten decimeer,en, want wanneer! ze al leen de volmaakt onnoodigo bezettings troepen wegliet, had ze meer oorlogsgeld dan Duitschland ooit in 20 jaar zou kun nen betalen. Hier hebt gij een officieel bericht van gisteren, 4 October: „Dio Betschafterkon- ferentz hat die Bcziigo deitj Mitgfiedcr der Wiirkung vom 1 September ab auf das Dreifache der bisherigen Satz© erhöht. Dogcmass erhaltcn fortan mouatlich aus- ser ih'rem Heimatsgehalt 1. der vorzit- Gcncralo, Obersten und Oberstlieu tenants zend© General 310.800 Mk, 2e Sonstigë 220.425 Mb, 3. Siimtlicke Obersten und Oberstl. sowie Majore 163.900 Mk, 4. Sonstige Majore 147.525 Mk, 5. Haupt- leuto, Leutnants und Unterleutn. 139.275 Mk, 6. Unterofficiere 75.739 Mk, 7. Ge- moino 45.900 Mark". „Er komen stellig weer onlusten. Het brood wordt driemaal duurder. Vet, ko len zijn niet meer tc krijgen. Hst is veel erger dan tijdens don oorlog. Dia ellende is hier zoo groot, dat juon er totaal stomp onder wordt. Denk u in: mcnschen, die Van 7 of 10.000 Mark per jaar moeten leven, wat nog niet voor 14 dagen vol doende is. Voor die allen is zelfmoord liet eenige redmiddel. Vloek, driewerf vloek over een volk, dat ons zoo mishandelt!" Diezo laatste uitingen noemt Dr. Gun ning niet voor zijn rekening, maar, zoo gaat hij yoort: „Die haat, die door do wTeede Entente gekweekt wordt bij' jong en oud, is ont zettend. De godvi'uchtigen buigen zich onder het oordeel Gods, maar niemand of hij spreekt het uit, dat een nieuwe oor log onvermijdelijk is. Dat volk van 60 millioencn zelf-bewusto en hoogbegaafde menschen, kan op den duur door de Franschen, in elk opzicht hun minderen, niet iop deze wijze getergd en gemarteld worden, zonder dat de maat eenmaal over loopt, en wee dan ons arme Europa. Het éénige lichtpunt in alle deze jam meren is het kleine' groepje geloovigen, die vasthouden aan het Evangelie van Christus en die zich door de donkerheid 'heen uitstrekken naar het Licht. delijk. Hij had zware hoofdpijn, het ga- volg van een vroegere wond, en nu is hij bijna geheel hersteld. Goddank, zeide ik zacht, Goddank! en ©en stroom van teanen gaf lucht aan mijn overkropt gemoed. Re vertelde aan mijn medelijdende toehoorderes, wie Leo was en hoe wij reeds maanden lang dach ten, dat hij verloren was. Nu eerst hoor de ik, dat hij ons een boodschap gezonden had, zoodra de poorten der stad geopend waren. Waarom die boodschap nooit tot ons gekomen was, weet ik niet. Toen hij daarop geen antwoord ontving, ver moedde hij, dat wij de stad verlaten had den, voor den aanvang van het beleg. Gij zijt dus zijn zuster Renée, zeide zij. Hij beeft mij dikwijls over u gespro- Pcen; dat doen de zieken altijd gaarne. Ik ben dus ook goed op de hoogte van <u en de uwen. Zijn zij allen wel? Uw moeder, oom en broeders? Ik bedekte het gelaat met beide handen. Ach, hoe zal ik het hem zeggen. Moeder is gestorven, Victor is gesneuveld, oom Louis is in Duitschland krijgsgevangene, en ik vrees, dat onze Nina met een ge broken hart wegkwijnt. Zij zal niet sterven. Hij1 zal spoedig tot haar wederkaaren. Helaas! De liefde kan den dood niet overwinnen. Een uitdrukking van diepe smart kwam over haar lief gelaat en haar stem beef de, toen zij antwoordde: Neen, dat kan Erger clan de drank. Over 'het (kwaad van „Koning Al cohol" zal niemand onzer licht den ken; maar het is nog een geluk te achten, dat ihot veel verschrikkelijker kwaad van de cocaïne, de heroïne, de morphine dusver ten onzent nog zoo onbeteekienende properties, ver kreeg. Althans in vergelijk met het bui tenland. Neem nu maar eens een plaatsje als Somerset in Kentucky, in Amerika, een stadje van 5000 zi'elen. Daar vonden inspecteurs in één apotheek over 18 maanden niet min der dan vijfduizend verklaringen van den doikter om morphine te geven. Deze apotheker verkocht dus in dien tijd 200 oris morphine, wat neerkomt op ruim] 500.000 gemiddelde doses morphine, gelijk die door de medici worden voorgeschreven. Honderd do ses per hoofd der bevolking in 81 maanden, en dan nog maar van één vork opper. Geen wonder, dat de statistiek leert dat in Amerika ongeveer achttien maal zooveel van dat gevaarlijke goedje ge bruikt wordt als in Duitsdhanla; om niet te spréken van cocaïne en héroïne. En dat goed is zoo bizonder gevaar lijk, niet alleen omdat het de individu ziek maakt, en physielc en zedelijk ten gronde richt. Doch ook omdat liet als bevorderaar van misdrijf veel, veel nadeeliger is dan drank. Dé dronkaard wordt (herriemaker, ruziezoeker, soms erger nog1; doch van de oocaïnisten, do moi'p'hinisten, komt een schrikke lijk groot percentage ten slotte voor den strafrechter. Geen wonder, dat het kwaad zooveel mogelijk bestreden wordt. En openlijk zijn die giften dan ook niet te krijgen. De schijn wordt ook hier gered. Ame rika is ook op dit gebied „droog". Maar inderdaad is het anders. Inder daad levert elke drogist in elke Ame- rikaansche stad u zooveel als go maar wilt, indien gij het maar goed aan legt. En bovendien is het ie krijgen, naar de correspondent van de N. Itott. Crt." te New-York méldt, op' de trap- Sen van de Carnegie Bibliotheek te 'ew-York, in Grant Park te Chicago en in de gangen van het postkantoor te San Francisco. Overal dus. De Vereenigde Staten hebben dan ook een gebruik, grooter dan alle an dere landen samen, en het heet, dat er een 21/2 millioen menschen ginds aan die giften verslaafd zijn. Vooral onder de jeugd wordt het misbruik met den dag erger. En wat er tegen te doen? De politie doet wat zij kan. Er (zijn aparte beamb ten, om de smokkelarij en het gebruik van deze artikelen te gaan. En toch komt men niet veel verder. De drankïninnaars zeggen, dat de „drooglegging" de oorzaak is. Van dien kant wordt betoogd, dat de hevige drankbestrijding ook vóór de droogleg ging langzamerhand het gebruik (let wel het ge- niet het misbruik) van den drank' als zoo iets leelijks, onbe hoorlijks had gekarakteriseerd, dat het in vele kringen niet meer stond om iets, wat ook, waarin alcohol voor kwam, te drinken. De menschen, die toch een prikkel meenden noodig te hebben, kwamen dus vanzelf tot de be doelde vergiften, waarvan het gebruik niet opviel en w,a,arvan de nawerking zij niet, maar Christus kan het wel. Ja, antwoordde ik. Wij hebben het ge leerd in dezen droeven winter. En uw lieve broeder ook. D'ie les moge in den beginne moeilijk zijn, daarna draagt zij schoone vruchten. Hen, die in Jezus ontslapen zijn, zal God met Hem weder- brongen, flu.ster de zij halfluid. Hoe duidelijk staat mij onder het schrij ven het beeld dier lieve troosteres in m'ijn droefheid weder voor o-oigen. Het kleine, welgevormde hoofd met de zware glanzige zwarte vlechten, het bleeke, smalle gelaat en de groote, droefgees tige oogen oogen, die mij teeder en medelijdend aanzagen, hoewel ik er een groote smart, een diepgaand leed in kon lezen. Ja, do gehcele persoonlijkheid maakte diepen indruk op mij'. Ik mioet nu teruggaan, zeide zü na een oogenblik zwijg©ns. Gaat gij met mij? Uw broeder slaapt waarschijnlijk nog. Of zal ik hemi somls zeggen, dat gij hie;( zijt? Zou de schok niet te groot voor hem, zijn, wanneer hij mij onverwacht ziet? vraagde ik. Dat geloof ik niet. Hij is sterker dan gij denkt. Zonder twijfel is de verande ring voor u in het oog vallend doch zoo gij liem 'n maand geleden gezien had, zou het u gemakkelijker vallen op te merken, hoe hij nu is betrekkelijk ten minste. Wanneer gij bij' zijn bed staat zoodra) hij wakker wordt zal hij u herkennen. VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG A b on n e me n tsp rijs: Per 3 maanden, franco per post, f 3. Losse nummersf 0.05 P r ij s der Advert entiën: 1—4 regels f 1.20, elke regel meer 30 ct. Bij abonnement belangrijke korting. niet zoo duidelijk naar buiten bleek als bij drankmisbruik. Of do verklaring de juiste is? In ieder geval, bewezen is allerminst, dat al te (Hevige drankbestrijding heeft ge leid tot bet zóó algemeen verspreide gebruik y,au die afschuwelijke vergif ten. Evenmin ials vaststaat', wat dan wél de verklaring is van het feit, dat dit misbruik in (le .Vereenigde Staten zoo geweldig veel erger is dan in andere landen. Gelukkig m'aar, dat men er ten onzent nog zoo betrekkelijk wei nig van hoort. Maai' het kwaad loert ook (hier op zijn slachtoffers, on wie or intijds zijn maatregelen tegen neemt, handelt wijs, zegt de Amst. Korte berichten. De Turken hebben aan handelssche pen don toegang tot de haven van Ismid na zonsondergang verboden. Oorlogssche pen mogen ook op den dag niet binnen varen. De Turken hebben batterijen in de haven opgesteld. Het binnenloopen van de haven van Konstantinopel door oor logsschepen is eveneens verboden. Een te Londen uit Saloniki ontvan gen telegram meldt, dat het Grieksche leger geheel strijdvaardig staat tusscben Saloniki cn de Maritsa, in afwachting, van een toeken der Geallieerden, den strijd tegen de Turken te hervatten. In een bioscoop te Southend zijn de zer dagen plotseling een 20 a 30-tal men schen op tot nu onverklaarbare wijze on wel geworden. De directeur van den bi oscoop heeft een belooning uitgeloofd aa* dengene, die opheldering omtrent het ge val kan geven. Men vermoedt, dskt een of ander bezoeker een bedwelmende che mische stof in do zaal geworpen heeft. Op grond van een anonieme aan gifte deden Fransche gendarmes huis zoeking bij een jeugdig telegrambesteller te Dusseldorf. Wegens de aanwezigheid van oorlogsherinneringen, welke zijn va der uit het veld had meegebracht, werd hij door den Franschen krijgsraad tot vier dagen gevangenisstraf veroordeeld. Hij moest zijn straf dadelijk ondergaan, De Turksche autoriteiten te Adria-, nopel hebben last gegeven, dat oudéft van dagen, vrouwen en kinderen als voor zorgsmaatregel de stad moeten verlaten, daar in geval van moeilijkheden Adria- nopel natuurlijk het brandpunt zou zij». Eerste Kamer. E© Eerste Kamer heeft gistere» de beraadslagingen over de wijziging der L.O.-wet aangevangen. Aangezien er wei nig argumenten werden gebezigd, dia niet reeds in de ander© Kamier zijn gehoord, kunnen wij kort zijn. Dhr Slingenberg (V.D.) had ernstige bezwaren tegen het ontwerp. Hij', oven als de socialiste, mevr. Pothuis, betoogde, dat de veiligstelling van het ondorwij's ging boven die van den gulden en lieten alzoo een naklank hooren van de schet terende oppositie tegen het ontwerp door openbare onderwijzers en hun aanhang gevoerd. Dhr Slingenberg wilde ook wear het Fransch op de lagere school en spoe dige invoering van het 7e leerjaar. Dw R,. K. heer HeeTkens Thijssen was ook voorstander van het Fransch. Zijn partij- voordat zijn gedachten weer volkomen (helder zijn. Ik raad' het u ook' aan, om dat uw tijd slechts kort is; want gij moet zeker vanavond nog naar de stad fceu'ug, niet waar? Ik ging dus mode. Leo sliep nog. Mijn geleidster wees mij' een stoel aan, aan het hoofdeinde van het bed en nam met vaardige vingeren d©a doek van het hoofd zonder den slaper te wekken. Door mijn tranen hoon staarde ik op het lieve, be kende gelaat. D© verandering was min der opvallend nu het hoog© voorhoofd! onbedekt was; maar ach, van hoeveel lijden en pijn getuigd© het ingevallen ge laat en die verminkte gestalte. Hij bleef zoo lang slapen, dat ik vreesd© een ge sprek met hem te zullen moeten missen. De stadspoorten werden te vijf uur ge sloten en het 'arm©, uitgehongerde paard dat ons met veel moeite tot hier had gebracht, zou zeker m©t nog grooter moeite den terugweg afleggen. Het wach ten viel mij eindeloos lang. Eindelijk gin gen de oogen open en vestigden zich terstond op mij1. In het volgende oogen blik lagen wij! in elkanders armen ©n gevoelden ten volle, hoezeer wij gesmacht hadden naar deze hereeniging. Het leven geeft ons niet dikwijls zulke oogenblik- ken van overstelpende vreugde. Zij werd echter spoedig getemperd. Weldra her innerde ik mij, hoeveel droevigs Leo zou moeten hooren. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1923 | | pagina 1