m ii5
Donderdag 15 Februari 1013
37e «laargang
Bollenland.
Staten-fieneraaL
Drukkers-Exploitanten
OOSTERBAAN LE COINTRE GOES
Bureaux: Lange Vorststraat 68—70, Goes
Tel.: Redactie no. 11; Administratie no. 58
Postrekening No. 36000.
Bijkantoor te Middelburg:
Firma F. P. DHUIJ, L. Burg. Tel', no. 259
Uit het Ruhrgebied.
Sedert een paar dagen houden de Fran-
schen te Bingen Nederlandsche vracht-
stoomschepen aan en nemen van de la
ding de goederen in beslag die zonder
consent van het uitvoerbureau te Erns
worden vervoerd. Transitogoederen uit het
onbezette üuitschland naar Nederland
worden pas doorgelaten, als een recht
'van 10 pet. ad valorem is betaald. H e t
gevolg is dat de gehcele Rijn
vaart thans stilstaat, daar geen
Duitscher meer goederen langs den Rijn
verzendt.
Naar de Matin meldt, zijn tengevolge
van de weigering van het gemeentebestuur
van Gelsenkirchen om de boete te beta
len van 100 millioen mark, opgelegd we
gens den aanval op de twee Fransche
gendarmen, de voornaamste bankiers uit
de stad in hechtenis genomen.
Cascher, de verantwoordelijke redacteur
van do soc.-dem. Freie Presse, is gevan
gen genomen, geboeid weggevoerd en uit
liet bezette gebied gezet. Zijn gezin moet
kinnen drie dagen het bezette gebied heb
ben verlaten.
Sedert 15 Januari zijn in het oude be
zette gebied 114 kranten voor den duur
van 3 dagen tot 3 maanden verboden.
Volgens een Wolff-telegram berust bet
verbod op de publicatie van de protesten
der Duitsche autoriteiten, ambtenaren en
vakvereenigingen tegen onrechtmatig op
treden der Franschen of op de weigering
dor bladen om de verordeningen van de
Rijnlandcommissie op te nemen.
Een nieuw incident wordt uit Gelsen
kirchen gemeld. Een Fransch officier trad
in het centraal station zoo provoceerend
op, dat de menigte in groote opgewonden
heid geraakte en liet vertrok dor tram,
waarmee de officier wilde wegrijden, be
lette. Hij greep daarop zijn revolver, doch
eenige mannen verhinderden hem daar
van gebruik te maken. Do politie nam
den officier in bescherming, doch kon
niet voorkomen, dat hij door de menigte
zoodanig werd geslagen, dat hij zich on
der geneeskundige behandeling moest
stelle*.
Engeland komt met de Rulirbezetting
steeds meer in het nauw te zitten. De
Fransche minister van openbare werken,
Le Troqquer en generaal Payot, hebben
de Engelsche regeering om een onder
houd verzocht, waarschijnlijk over het
gebruik maken van de spoorwegen in het
Rijnland, met name in de Britsche zone.
Men neemt aan, dat het verzoek van de
hand zal worden gewezen.
Scherp, maar waar, was hetgeen Bonar
Law i* het Lagerhuis heeft gezegd:
Een ieder weet, welke gevoelens de
Franschen ten opzichte van hun onvei
ligheid hebben en ik ben er zeker van,
dat dit de reden was van de verwerping
van het Engelsche voorstel. Zij zouden
gaarne schadevergoeding krijgen, maar zij
zoude» niet gaarne zien, dat Duitschland
sterk genoeg was om die te betalen. Het
is nutteloos, een beroep op den volken
bond te doen, daar men er verzekerd
van kan zijn, dat Frankrijk daar niet
van weten wil.
Het terrorisme van de Franschen in
Duitschland.
In „Pniël" schrijft dr J. H. Gunning
J.H.8., die korten tijd geleden in Duitsch
land vertoefde en met den nood dar' be-
FEUILLETOW.
BINNEN IJZEREN MUREN
Ben verhaal uit den Fransch-
Ütóschen oorlog.
door
ANNIE LUCAS.
Uitgave Neerbosch' boekhandel.
76.)
En ifc vatte inbed. Met vastgeklemde
tanden en saamgevouwen handen bleef
ik staan, terwijl de Kolonel den leven-
digen Zwitserschen dokter, die buiten was
gekomen om ons to woord te staan, on
dervraagde. Hoe pijnlijk hinderde mij zijn
vroolpko stem. Jawel, in de ambulance
was oen jong monsoh, die De Laborde
heette.
Een officier?
Ja, oen Kolonel. Neem zijn doopnaam
wist hij niet. Geloofde niet, dat hij uit
Parijs afkomstig was. Hij was van Orle
ans gekomen. Wilde de jonge dame niet
in de ambulance komen om zelf te zien?
Zooeven sliep hij nog, zij zou hem dus1
kunnen zien zonder hem te storen.
Ik ging dus.
Ik volgde den dokter in een lang, smal
vertrek. Aan beide zijden stonden bedden
met bleeke, vervallen zieken. Maar ik
zag niets, onderscheidde niets, totdat mijn
geleider stil hield. Eerst waren mijn oogon
volking van nabij kennis mlaalcto:
Ik houd mij stellig verzekerd, dat do
politiekivan dwang en kleinzielig terro
risme „die Frankrijk uitoefent, ton slotte
ook voor Frankrijk zelf noodlottig blij
ken zal. Datzelfde geloof ik ook van zijn
houding tegenover de Turken. Indien
deze aartsvijanden der Christenheid, die
schandvlek zelfs van het geschandvlekte
Europa, weder tot macht komen, zal het
grootendeols do schuld van de onverstan
dige Riegeering- aan de Seine zijn.
Toch zijn de Duitschors, ook in den.
oorlog, alles behalve heiligen geweest.
Ik heb ook wel Duitschei's ontmoet, die!
mij eerlijk bekenden: „Wij kMjgen ouzo
straf thans thuis, voor hetgeen; wij' in den
oorlog misdreven hebben". Vooral oem
gesprek met een zeer ontwikkeld, fijn be
schaafd man, dien ik verder op geenerlei
wijze zal aanduiden, maar wiens woorden
ik terstond, teen ik thuiskwam; heb op-
geteekend, was nïij zeer leerrijk.
„Mijnheer, ik bon drie en ecu half jaar
gewoon soldaat geweest, en diende onder
den Kroonprins. Ik ben als vurig mouar-
cliist uitgetrokken; ik ben als rood© repu
blikein teruggekeerd.
De behandeling der minderen was
schandalig. Er zijn zeven maanden ach
ter elkaar voorbijgegaan, dat ik zelfs
geen aardappel geproefd heb, terwijl de
hoogoven in weelde; ja in schandélüjko
overdaad, zwelgden. Er word met vleesch
en wijn gesmeten.
En de gemeenheid, de onzedelijkheid is
niet te gelooven. Hr$le scharen meisjes
werden in de huizon waar. wij óp w'acht
moesten staan, binhëngehracht on tal van
liooge officiëren, ook de allerhoogste,, gin
gen daar binnen. Gestolen on geroofd is
er schandelijk, maar' de schuld treft niet
de minderen, maar de hoogeu.
De behandeling der Entente is thans
beneden peil, maar wij plukken de vruch
ten van hetgeen wij' diaar gözaaid hebban.
Do Kroonprins nog in zijn booken ver-
tellen wat hij w'nf maar hij was geen]
zier beter dan do meeste officieren, die
ik heb ontmoet, en dan zeg ik u, zet heb
ben als beesten huisgehouden".
Nu, wij, Hollanders, die meegeleefd
hebben met dien vroesolijken tijd en onze
couranten, (niet alleen „Die Telegraaf')
gelezen hebben, zijn daar ook wel van
overtuigd. Do Duitscher doet alios
grondig; hoe zou lifj- dan ook het Satans-
werk van oorlogvoeren niet in de perfec
tie hebben uitgevoerd? Wij' zullen den
„Christus in de loopgraven", „Christus
rijdende en den ooflogsfakkel zwaaiende''
de futo's van do volmaakts nootdoloos stuk-
gezaagde vruchtboomen en tal van der
gelijke onwed'orlegbaro documenten van
Eluitschen oorlogswaanzin nooit- vergeten.
Maar ten eerste missen dei Franschen
en Engelschen en wie ei' verder tegen
Duitschland gestreden hebben, alle .recht
zich als vrome Farizeërs voor te doen,
want ook hun oorlogs-schuldregister,,
van eeuwen her is oveTrfijk aa.n bar-
baarschhedcn en gruwelen. En ten ande
re heet het dan nu, vrede te zijn, en
zelden is wel do rol van overwinnaar el
lendiger gespeeld dan door dei Entente te
genover het lam geslagen en verhonge
rende Duitschland. Ik schrijf een brief af
van een eveneens zeer ontwikkeld per
soon, gepromoveerd en volkomen betrouw
baar, die mij: den 5 October! 1922 het
volgende berichtte:
„Dat de ovrwinnaar don overwonnene
terroriseert, is helaas niets ongeiwoon's,
verduisterd, toen wierp ik een blik op den
gewonde. Het ingevallen gelaat, de ver
magerde gestalte, droevig verminkt
ik zag alles met een oogopslag en voelde
dat ik flauw werd. Ik herinner mij nog,
dat oen zachte hand do mijne vatte en
een vriendelijke stem mij toefluisterde;
Kom even met mij möe, totdat gij weer
kalmer zult zijn.
Een oo-genblik daarna bevond ik1 mij
in een afgesloten vertrekje. Mijn hoofd
rustte tegen do borst van ©en vriendelijk
meisje, dat mij c©n glas water aan de
lippen hield.
Probeer' nog maar niet om op to staan,
zeide zij bezorgd. Uw vriend slaapt nog,
on te gelijk deed zij1 mij mijn vorljgei
houding hernemen.
De vreugde en smlart deden mij een
korte poos stil blijven; want die bleeke
zieke was Leo, maar veranderd, och zoo
veranderd. Daarbij dacht ik aan de droe
vige tijdingen, die ik hem moest mede
doelen. nc had daar nog niet aan ge
dacht, en kon* er ook nu niet bij stilstaan.
De plotselinge, heftige, gemengde vreug
de was pijnlijk.
Dat doet u zeker goed, nietwaar? vroeg
mijn vriendelijke verzorgster. Maar gij
behoeft u niet ongerust to maken over
uw vriend. Hij heeft veel geleden en
zulk lijden laat altijd sporen na. Nu is
echter alle gevaar geweken. Dat ver
band aan het hoofd doet hem erger schij
nen dan hij is. Het is evenwel slechts tij
maar dat men in vrtodjeatijd eon gro'ot
volk laat verhongeren, dat is du
misdaad dei' Entente. Wiji zijn weer eens
even want zulke gevallen komen tel
kens voor, de eene gruwel volgt op den
andere! onder den indruk van een oud,
lief echtpaar, dat zich door gas vergifti
gen moest, omdat ze verhongerden. Da
laatste 40.000 mark lagen op de tafel
voor hun begrafenis.
Do duizenden gevallen van zelfmoord
mogen niet meer in do couranten staan,
maar in Oostenrijk cn Duitschland! is deze
nog do eenige toevlucht voor de men
schen, die niet meer werken kunnen.
Men laat ons volk een som golds betalen
die nooit eenig volk met 16 uren arbeids
dag zou kunnen opbrengen. DaaTam: daalt
de Mark cn kunnen wij1 niets meer1 aan
voedingsmiddelen of grondstoffen van het
buitenland koopen.
Het is een schreeuwend onrecht, dat een
volk, dat zich half dood werkt, niet mag
leven. In Frankrijk weten ze niet wat
met do Duitsche kelen te doten, die
Duitschland elke maand leveren moet, en
hij ons staan hoe langer zoo meer indus
trieën stil, omdat we geen kolen hebben.
Ook "do bevolking heeft geen brandstof
meer. Dat is Sadisme I
„Het is der Entente ook niet ami geld
te deen, maar om het volk dooa" hongejj
tc laten decimeer,en, want wanneer! ze al
leen de volmaakt onnoodigo bezettings
troepen wegliet, had ze meer oorlogsgeld
dan Duitschland ooit in 20 jaar zou kun
nen betalen.
Hier hebt gij een officieel bericht van
gisteren, 4 October: „Dio Betschafterkon-
ferentz hat die Bcziigo deitj Mitgfiedcr der
Wiirkung vom 1 September ab auf das
Dreifache der bisherigen Satz© erhöht.
Dogcmass erhaltcn fortan mouatlich aus-
ser ih'rem Heimatsgehalt 1. der vorzit-
Gcncralo, Obersten und Oberstlieu tenants
zend© General 310.800 Mk, 2e Sonstigë
220.425 Mb, 3. Siimtlicke Obersten und
Oberstl. sowie Majore 163.900 Mk, 4.
Sonstige Majore 147.525 Mk, 5. Haupt-
leuto, Leutnants und Unterleutn. 139.275
Mk, 6. Unterofficiere 75.739 Mk, 7. Ge-
moino 45.900 Mark".
„Er komen stellig weer onlusten. Het
brood wordt driemaal duurder. Vet, ko
len zijn niet meer tc krijgen. Hst is veel
erger dan tijdens don oorlog. Dia ellende
is hier zoo groot, dat juon er totaal stomp
onder wordt. Denk u in: mcnschen, die
Van 7 of 10.000 Mark per jaar moeten
leven, wat nog niet voor 14 dagen vol
doende is. Voor die allen is zelfmoord liet
eenige redmiddel. Vloek, driewerf vloek
over een volk, dat ons zoo mishandelt!"
Diezo laatste uitingen noemt Dr. Gun
ning niet voor zijn rekening, maar, zoo
gaat hij yoort:
„Die haat, die door do wTeede Entente
gekweekt wordt bij' jong en oud, is ont
zettend. De godvi'uchtigen buigen zich
onder het oordeel Gods, maar niemand
of hij spreekt het uit, dat een nieuwe oor
log onvermijdelijk is. Dat volk van 60
millioencn zelf-bewusto en hoogbegaafde
menschen, kan op den duur door de
Franschen, in elk opzicht hun minderen,
niet iop deze wijze getergd en gemarteld
worden, zonder dat de maat eenmaal over
loopt, en wee dan ons arme Europa.
Het éénige lichtpunt in alle deze jam
meren is het kleine' groepje geloovigen,
die vasthouden aan het Evangelie van
Christus en die zich door de donkerheid
'heen uitstrekken naar het Licht.
delijk. Hij had zware hoofdpijn, het ga-
volg van een vroegere wond, en nu is
hij bijna geheel hersteld.
Goddank, zeide ik zacht, Goddank! en
©en stroom van teanen gaf lucht aan
mijn overkropt gemoed. Re vertelde aan
mijn medelijdende toehoorderes, wie Leo
was en hoe wij reeds maanden lang dach
ten, dat hij verloren was. Nu eerst hoor
de ik, dat hij ons een boodschap gezonden
had, zoodra de poorten der stad geopend
waren. Waarom die boodschap nooit tot
ons gekomen was, weet ik niet. Toen
hij daarop geen antwoord ontving, ver
moedde hij, dat wij de stad verlaten had
den, voor den aanvang van het beleg.
Gij zijt dus zijn zuster Renée, zeide
zij. Hij beeft mij dikwijls over u gespro-
Pcen; dat doen de zieken altijd gaarne.
Ik ben dus ook goed op de hoogte van
<u en de uwen. Zijn zij allen wel? Uw
moeder, oom en broeders?
Ik bedekte het gelaat met beide handen.
Ach, hoe zal ik het hem zeggen. Moeder
is gestorven, Victor is gesneuveld, oom
Louis is in Duitschland krijgsgevangene,
en ik vrees, dat onze Nina met een ge
broken hart wegkwijnt.
Zij zal niet sterven. Hij1 zal spoedig tot
haar wederkaaren.
Helaas! De liefde kan den dood niet
overwinnen.
Een uitdrukking van diepe smart kwam
over haar lief gelaat en haar stem beef
de, toen zij antwoordde: Neen, dat kan
Erger clan de drank.
Over 'het (kwaad van „Koning Al
cohol" zal niemand onzer licht den
ken; maar het is nog een geluk te
achten, dat ihot veel verschrikkelijker
kwaad van de cocaïne, de heroïne,
de morphine dusver ten onzent nog
zoo onbeteekienende properties, ver
kreeg. Althans in vergelijk met het bui
tenland. Neem nu maar eens een
plaatsje als Somerset in Kentucky, in
Amerika, een stadje van 5000 zi'elen.
Daar vonden inspecteurs in één
apotheek over 18 maanden niet min
der dan vijfduizend verklaringen van
den doikter om morphine te geven.
Deze apotheker verkocht dus in dien
tijd 200 oris morphine, wat neerkomt
op ruim] 500.000 gemiddelde doses
morphine, gelijk die door de medici
worden voorgeschreven. Honderd do
ses per hoofd der bevolking in 81
maanden, en dan nog maar van één
vork opper.
Geen wonder, dat de statistiek leert
dat in Amerika ongeveer achttien maal
zooveel van dat gevaarlijke goedje ge
bruikt wordt als in Duitsdhanla; om
niet te spréken van cocaïne en héroïne.
En dat goed is zoo bizonder gevaar
lijk, niet alleen omdat het de individu
ziek maakt, en physielc en zedelijk
ten gronde richt. Doch ook omdat liet
als bevorderaar van misdrijf veel, veel
nadeeliger is dan drank. Dé dronkaard
wordt (herriemaker, ruziezoeker, soms
erger nog1; doch van de oocaïnisten,
do moi'p'hinisten, komt een schrikke
lijk groot percentage ten slotte voor
den strafrechter.
Geen wonder, dat het kwaad zooveel
mogelijk bestreden wordt. En openlijk
zijn die giften dan ook niet te krijgen.
De schijn wordt ook hier gered. Ame
rika is ook op dit gebied „droog".
Maar inderdaad is het anders. Inder
daad levert elke drogist in elke Ame-
rikaansche stad u zooveel als go maar
wilt, indien gij het maar goed aan
legt. En bovendien is het ie krijgen,
naar de correspondent van de N. Itott.
Crt." te New-York méldt, op' de trap-
Sen van de Carnegie Bibliotheek te
'ew-York, in Grant Park te Chicago
en in de gangen van het postkantoor
te San Francisco. Overal dus.
De Vereenigde Staten hebben dan
ook een gebruik, grooter dan alle an
dere landen samen, en het heet, dat
er een 21/2 millioen menschen ginds
aan die giften verslaafd zijn. Vooral
onder de jeugd wordt het misbruik met
den dag erger.
En wat er tegen te doen? De politie
doet wat zij kan. Er (zijn aparte beamb
ten, om de smokkelarij en het gebruik
van deze artikelen te gaan. En toch
komt men niet veel verder.
De drankïninnaars zeggen, dat de
„drooglegging" de oorzaak is. Van
dien kant wordt betoogd, dat de hevige
drankbestrijding ook vóór de droogleg
ging langzamerhand het gebruik (let
wel het ge- niet het misbruik) van
den drank' als zoo iets leelijks, onbe
hoorlijks had gekarakteriseerd, dat het
in vele kringen niet meer stond om
iets, wat ook, waarin alcohol voor
kwam, te drinken. De menschen, die
toch een prikkel meenden noodig te
hebben, kwamen dus vanzelf tot de be
doelde vergiften, waarvan het gebruik
niet opviel en w,a,arvan de nawerking
zij niet, maar Christus kan het wel.
Ja, antwoordde ik. Wij hebben het ge
leerd in dezen droeven winter.
En uw lieve broeder ook. D'ie les moge
in den beginne moeilijk zijn, daarna draagt
zij schoone vruchten. Hen, die in Jezus
ontslapen zijn, zal God met Hem weder-
brongen, flu.ster de zij halfluid.
Hoe duidelijk staat mij onder het schrij
ven het beeld dier lieve troosteres in
m'ijn droefheid weder voor o-oigen. Het
kleine, welgevormde hoofd met de zware
glanzige zwarte vlechten, het bleeke,
smalle gelaat en de groote, droefgees
tige oogen oogen, die mij teeder en
medelijdend aanzagen, hoewel ik er een
groote smart, een diepgaand leed in kon
lezen. Ja, do gehcele persoonlijkheid
maakte diepen indruk op mij'.
Ik mioet nu teruggaan, zeide zü na
een oogenblik zwijg©ns. Gaat gij met mij?
Uw broeder slaapt waarschijnlijk nog. Of
zal ik hemi somls zeggen, dat gij hie;(
zijt?
Zou de schok niet te groot voor hem,
zijn, wanneer hij mij onverwacht ziet?
vraagde ik.
Dat geloof ik niet. Hij is sterker dan
gij denkt. Zonder twijfel is de verande
ring voor u in het oog vallend doch zoo gij
liem 'n maand geleden gezien had, zou het
u gemakkelijker vallen op te merken,
hoe hij nu is betrekkelijk ten minste.
Wanneer gij bij' zijn bed staat zoodra)
hij wakker wordt zal hij u herkennen.
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG
A b on n e me n tsp rijs:
Per 3 maanden, franco per post, f 3.
Losse nummersf 0.05
P r ij s der Advert entiën:
1—4 regels f 1.20, elke regel meer 30 ct.
Bij abonnement belangrijke korting.
niet zoo duidelijk naar buiten bleek
als bij drankmisbruik.
Of do verklaring de juiste is? In
ieder geval, bewezen is allerminst, dat
al te (Hevige drankbestrijding heeft ge
leid tot bet zóó algemeen verspreide
gebruik y,au die afschuwelijke vergif
ten. Evenmin ials vaststaat', wat dan
wél de verklaring is van het feit, dat
dit misbruik in (le .Vereenigde Staten
zoo geweldig veel erger is dan in
andere landen. Gelukkig m'aar, dat men
er ten onzent nog zoo betrekkelijk wei
nig van hoort. Maai' het kwaad loert
ook (hier op zijn slachtoffers, on wie
or intijds zijn maatregelen tegen neemt,
handelt wijs, zegt de Amst.
Korte berichten.
De Turken hebben aan handelssche
pen don toegang tot de haven van Ismid
na zonsondergang verboden. Oorlogssche
pen mogen ook op den dag niet binnen
varen. De Turken hebben batterijen in de
haven opgesteld. Het binnenloopen van
de haven van Konstantinopel door oor
logsschepen is eveneens verboden.
Een te Londen uit Saloniki ontvan
gen telegram meldt, dat het Grieksche
leger geheel strijdvaardig staat tusscben
Saloniki cn de Maritsa, in afwachting,
van een toeken der Geallieerden, den
strijd tegen de Turken te hervatten.
In een bioscoop te Southend zijn de
zer dagen plotseling een 20 a 30-tal men
schen op tot nu onverklaarbare wijze on
wel geworden. De directeur van den bi
oscoop heeft een belooning uitgeloofd aa*
dengene, die opheldering omtrent het ge
val kan geven. Men vermoedt, dskt een
of ander bezoeker een bedwelmende che
mische stof in do zaal geworpen heeft.
Op grond van een anonieme aan
gifte deden Fransche gendarmes huis
zoeking bij een jeugdig telegrambesteller
te Dusseldorf. Wegens de aanwezigheid
van oorlogsherinneringen, welke zijn va
der uit het veld had meegebracht, werd
hij door den Franschen krijgsraad tot
vier dagen gevangenisstraf veroordeeld.
Hij moest zijn straf dadelijk ondergaan,
De Turksche autoriteiten te Adria-,
nopel hebben last gegeven, dat oudéft
van dagen, vrouwen en kinderen als voor
zorgsmaatregel de stad moeten verlaten,
daar in geval van moeilijkheden Adria-
nopel natuurlijk het brandpunt zou zij».
Eerste Kamer.
E© Eerste Kamer heeft gistere» de
beraadslagingen over de wijziging der
L.O.-wet aangevangen. Aangezien er wei
nig argumenten werden gebezigd, dia niet
reeds in de ander© Kamier zijn gehoord,
kunnen wij kort zijn.
Dhr Slingenberg (V.D.) had ernstige
bezwaren tegen het ontwerp. Hij', oven
als de socialiste, mevr. Pothuis, betoogde,
dat de veiligstelling van het ondorwij's
ging boven die van den gulden en lieten
alzoo een naklank hooren van de schet
terende oppositie tegen het ontwerp door
openbare onderwijzers en hun aanhang
gevoerd. Dhr Slingenberg wilde ook wear
het Fransch op de lagere school en spoe
dige invoering van het 7e leerjaar. Dw
R,. K. heer HeeTkens Thijssen was ook
voorstander van het Fransch. Zijn partij-
voordat zijn gedachten weer volkomen
(helder zijn. Ik raad' het u ook' aan, om
dat uw tijd slechts kort is; want gij moet
zeker vanavond nog naar de stad fceu'ug,
niet waar?
Ik ging dus mode. Leo sliep nog. Mijn
geleidster wees mij' een stoel aan, aan
het hoofdeinde van het bed en nam met
vaardige vingeren d©a doek van het hoofd
zonder den slaper te wekken. Door mijn
tranen hoon staarde ik op het lieve, be
kende gelaat. D© verandering was min
der opvallend nu het hoog© voorhoofd!
onbedekt was; maar ach, van hoeveel
lijden en pijn getuigd© het ingevallen ge
laat en die verminkte gestalte. Hij bleef
zoo lang slapen, dat ik vreesd© een ge
sprek met hem te zullen moeten missen.
De stadspoorten werden te vijf uur ge
sloten en het 'arm©, uitgehongerde paard
dat ons met veel moeite tot hier had
gebracht, zou zeker m©t nog grooter
moeite den terugweg afleggen. Het wach
ten viel mij eindeloos lang. Eindelijk gin
gen de oogen open en vestigden zich
terstond op mij1. In het volgende oogen
blik lagen wij! in elkanders armen ©n
gevoelden ten volle, hoezeer wij gesmacht
hadden naar deze hereeniging. Het leven
geeft ons niet dikwijls zulke oogenblik-
ken van overstelpende vreugde. Zij werd
echter spoedig getemperd. Weldra her
innerde ik mij, hoeveel droevigs Leo zou
moeten hooren.
(Wordt vervolgd.)