DE ZEEUW
TWEEDE BLAD.
Hemengd Nieuws.
VAN
ZATERDAG 10 FEBR.I1923. No. 111.
Vrije School en Vrijheid.
De Minister van Onderwijs heeft, ge
vraagd op grond van welk artikel der
Lager-onderwij'swet hlijl het leerplan heeft
teruggezonden van de Chr. isohool in de
inspectie Deventer, die in het derde leer->
jaar de vakken Vaderlandsche gesohic*
denis en natuurkennis niet op haar roost
ter had staan geantwoord, dat
deze terugzending en bedreiging met iiy
houding der subsidie berust op artikel 3,
tweede lid, tweede zinsnede.
Nieuwsgierig wat daar staat, von
den wij
„Het leerplan omvat vooir do eersto
zes leerjaren de vakken, in artikel 2 ver
meld onder a tot en met k.
Wij zijn inderdaad van deze malle wets-
uitlegging geschrokkon. 1
De vakken a tot en metk; dat zijn onder
anderen vaderlandsche geschiedenis, nut
tige handwerken voor meisjes, teekenen,
aardrijkskunde en Nederlandsche taalf
Volgens 't ministrieele dreigement moe
ten al deze vakken worden anderwezen
in „de eerste zes leerjaren", zegt de Wet,
en dus ook in het eerste, tweede en
derde leerjaar.
Een eenvoudig lezer verstaat 't beter.
Hij' leest er uit dat in die zes leerjaren
bedoelde vakken moeten geleerd, worden
doch naar de bevatting des kinds; dat
wil zeggenin de eerste leerjaren geen
natuurkunde of nuttige handwerken,; maar
wel in de latere. Welke dat moeten
de klasseonderwijzers weten.
Wij verwachten, dat de minister
alsnog zijn ambtenaar, die dit dreigement
en deze wctsuitlegging' de wereld inzond,
hierin zal verloochenen; dat hij' zeggen
zal aan diens flaters geen deel te hebben,
en hem zal opdragen de bedreiging in
te trekken.
Zijne Excellentie zal zich toch niet op
de letter in plaats van op den geest
der wet willen beroepen.
Wijl zijn tegen gebruik en misbruik bei
de y,un Schriftuurteksten. Maar hier 'mag
toch wel in herinnering gebracht wlorden
Paulus' woordde letter doodt.
Want gaat dit zoo door, dan doodt do
letter der lager-dhderwijSsw'et niet alléén
de paedagogische vrijheid der vrije school,
maar ,oo;k de geestkracht der onderwijzers,
en de levenssappen van het bijzonder on
derwijs.
Zielig
Zielig is het bezuinigingsgedoe in de
laatste maanden hier en ginds waarge
nomen.
Peuterig wordt onder het mom van
bezuiniging hier een categorie onderge
schikten getroffen in hun levensbestaan,
'terwijl anderen ongedeerd blijven; bij ge-
brok aan eenig redelijk argument is het
woord bezuiniging te pas en te onpas
naar voren gebracht en misbruikt.
De lasten zijn hoog, bijna niet meer
te dragen, dus onontbeerlijke voorlichting
van niet te missen personeel kunnen we
zoowat missen; die menschen, daar heb
ben wij er te veel van en die we nog
hebben, behoeven niet zoo'n hoog inko
men te hebben, zoo redeneeren velen,
ook onder ons. Men beroept zich op Co-
lijn. Best, maar men vergete niet, dat
Colijn gepleit heeft, en nog pleit voor
versobering, vereenvoudiging, waar eenigs-
zins mogelijk, over de geheele lijn. Niet
enkelen dus omvattend, doch allen zon
der onderscheid.
Daarvan is als men zoo eens rondom
zich heen ziet niet veel te bespeuren.',
Groote groepen van ons volk leven nog
boven hun stand. Zij doen uitgaven, die
ontoelaatbaar zijn en meer geld vragen
dan hun inkomen veroorlooft.
Inzonderheid is dit het geval met weel
de- en genolartikelen, waarbuiten men
toch in de eerste plaats kan.
Moge de nieuwjaarsrede van den Haag-
schen burgemeester veel bestreden zijn,
niet bestreden is zijn mededeeling daarin,
dat de inkomsten als belasting op de pu-
F EU l L LETON
BINNEN IJZEREN MUREN
Een verhaal uit den Fransch-
Duitschen oorlog.
door
ANNIE LUCAS.
Uitgave Neerbosch' boekhandel.
73.)
Gedurende diewe-ken, waarin het ver
derf in de lucht rondwaarde, zetten wij
onze gewone levenswijze voort,, en hiel
pen wij de zieken en gewonden zooveel
in ons vermogen was August, Nina
ar, -en zelfs Arnold. Arme jongen. Wie
zou 011 bleek-dn, stillen knaap hei
vraoitjke, gezonde, levenslustige kind her
kend hebben, dat met uitbundig gejuich
den oorlog had begroet? August was zeer
ten goede veranderd. Hoewel uitgeput
door nachtwaken, had zijn geslingerd ge
moed volkomen vrode, volmaakte rust
gevonden.
Die uren te zamen doorgebracht waren
zeer' liefelijk, ©n werden te meer gewaar
deerd, naarmate zij zeldzamer wanen. Som
tijds had ik een gevoel, alsof ik alleen
achtergelaten ward in het duister, ter
wijl de anderen reads in het licht wan
delden. August nam1 dagelijks toe in ge
loof, in bracht, in .geestelijke kennis, en
blieke vermakelijkheden, hoofdzakelijk bi
oscopen, met duizende guldens gestegen
was, vergeleken bij 1921.
Een plaats als Bergen op Zoom rekent,
blijkens de begrooting '23 op ongeveer
f22.000 als belasting op publieke verma
kelijkheden e.d.g.
Niet minder dan f59.500.000 heeft ons
volk vrijwillig opgebracht in 1922 aan
heffing op gedistilleerd.
Een dezer dagen in 't licht gegeven
boek bevat de uitkomsten van een on
derzoek naar de uitgaven door het pu
bliek aan kunst en amusement met inbe
grip van kermissen over het jaar 1919.
Aan 't. licht kwam, dat in de gemeenten
boven de 10.000 in ons land bijna
f 28.000.000 is uitgegeven aan dit soort
vermaak.
De schrijver berekent, dat f28.000.000
in gemeenten met meer dan 10.000 .zielen
f 8.721/2 per hoofd beteckent en hij
neemt, aan, dat in do kleinere gemeen
ten beneden 10.000 zielen dit be
drag f5 per hoofd zal zijn, zoodat te
zamen het volk vrijwillig hierin een be
drag van 1:45.000.000 laat zitten.
Dat was over 1919; over 1922 zijn ons
geen nadere gegevens bekend; doch de al-
gemecne indruk is, dal de liefhebberij van
dezen aard nog eer is toe- dan afgeno
men. De mededeeling van den Ilaagschen
burgemeester, boven vermeld, kan slechts
dien indruk versterken. Bovendien ziet
men in de groote steden in het buiten
land, in weerwil van de maatschappelijke
ellende, die gestaag in omvang nog toe
neemt, de zucht naar genot en ver
strooiing van twijfelachtiger) aard niet af
nemen.
't, Is wel zielig, dat zoovele malen door
bevoegden is aangedrongen op intense
levcnsversobering en blijkbaar zoo wei
nig gehoor is verleend aan die noodi-
ging.
Geleerden hebben er den nadruk op
gelegd, dat door de belastingen voor con
sumptieve doeleinden op een grooterdeel
van het overschot, van het volksinkomen
wordt beslag gelegd dan met de behoefte
aan nieuw kapitaal voor de toenemende
bevolking is overeen te brengen. Om de
belastingen kan er dus te weinig over
blijven om aangewend te worden voor
verdere productie en van dat te weinig
overblijvende geeft het onder de belas
tingen gebukt, gaande volk tientallen van
millioenen uit voor drank en vermaak.
't Is wel zielig.
Een Franschman over de Roerbezetting.
Het probleem van de kolenlevering' gaf
aan een Franschman (Philippe Milet) aan
leiding in een voor een belangrijk Fransch
weekblad geschreven artikel dat op ver
zoek van de Fransche regeering, aan wier
goedkeuring het eerst onderworpen werd
tenslotte niet is geplaatst, de onderstaande
beschouwing te wijden:
„Door dn occupatie van het Roer-dis
trict komt Frankrijk tegenover moeilijkhe
den van tweeerlei soort to staan, econo
mische en financieele. Tot op heden is
het er niet ingeslaagd, die moeilijkheden
op te lossen, en het is te vrcezen, dat
een oplossing nooit gevonden zal worden.
De militaire en technische occupatie
werd in den nacht van 1011 Januari
voltrokken en gaf terstond aanleiding tot
een groot aantal problemen.
Laten we ons eerst beperken t,ot een
beschouwing over liet Roer-bekken, uit
het oogpunt van steenkolen-voorziening.
In 1922 bedroeg de totale productie van
de Roerstreek 99.328.000 ton, wat een
gemiddeld cijfer van 8.277.000 ton per
maand geeft. Van dit bedrag moest een
zekere hoeveelheid, maandelijks door de
commissie van herstel bepaald,
2.053.000 ton voor Januari 1923, aan
de geallieerden geleverd worden, op re
kening der herstelbetalingen. Zoo wat
1.500.000 ton werd er in de Roerstreek
verbruikt door de metaalindustrieën. Het
overschot, ongeveer een 4.720.000 ton,
werd gewoonlijk naar andere streken van
Duitschland verzonden.
Het vervoer van de kolen voor het her
stel en voor Duitschland vereischte dage
lijks gemiddeld 22.000 spoorwegwagens.
Voor de occupatie kwamen er dagelijks
gemiddeld 22.000 leege kolenwagens in de
L-H5Bg!gj-—
Nina kon hem volgen; maar ik was zwak
en nog beladen miett de oude, wel ver
broken, mlaar niet \f geschudde ketenen,
en nog zoo vervuld van aardsche vrees
en zorg en droefheid, dat ik slechts van
verre de dingen zag, die hen verheugden.
E,n zoo is liet in zéker opzicht nog m©fc
mij.
Ten laatste was iedereen wel gedwon
gen te erkennen, dat verdere tegenstand
omrJogelijk was. De op rantsoenstellin.'g
van brood, die den n-egen-ert-twintigsten
een aanvang nam, werd beschouwd als
het begin van het einde. Vroeger toch
had de regedring verklaard, dat men tot
zulk oen stap nooit zou behoeven ever te
gaan. Op den twee-ea-twintigsten legde
Generaal Trochu, die gezegd had, dat
de Gouverneur van Parijs nimmer tot de
capitulatie te bewegen zou zijn, het be
vel neer en werd opgevolgd doof Gene
raal Vinoy. Men beschouwde dit als 6ai
tweede voorteek-en. Toch bleef liet volk
roepen; Doe dan toch iets. Treed han
delend op! Er kon even wel niets gedaan
worden. Door onzen omgang met ver
scheidene hoofdofficieren waren wij be
ter op de hoogte dan vele anderen en
wisten, dat, na den laatsten, bloedige®
slag van den negentienden bij Malmaison
en MontTetout, de officieren erkend had
den, dat verder bloedvergieten barbaarsch
zou zlijn. Wlas glit niet reeds het geval?
Op den zes-en-twintigsten vertrok Ju-
Roerstreek en gingen er 22.000 gevulde
uit. De leege kolenwagens werden in drie
groote stations verzameld, te Essen, Mini
ster en Elberfcld. De gevulde wagens ver
lieten het district langs de grenslijnen.t
Gemiddeld had een kolenwagen tien da
gen noodig, na het vertrek uit de Roer,
om leeg terug t.e komen, zoodat er min
stens 220,000 kolenwagens geregeld noo
dig waren.
De Fransche occupatie heeft in de orga
nisatie ecnigo kleine veranderingen ge
bracht. Theoretisch wordt het surplus der
Roer-productie, nadat de leveranties voor
de commissie van herstel en die voor de
locale consumplie van de Roor-industrie-
en gedaan zijn, ter dispositie van het niet-
bezette Duitschland gesteld. Voor dit da-
gelijksche surplus (in Januari) van een
157.220 ton, moeten, voordat liet naar liet
overige Duitschland geëxpedieerd kan
worden, de spoorwegen normaal functio-
necrcn. Stakingen, desorganisatie, sabo
tage op dc lijnen, brengen oogenblikkclijk
het geheele transport-mechanisme ,in de
war. Wat op heden geheel en al het go-
val isl De steenkolen blijven dan zich
ophoopen op de mijncmplacementon, en
in twee of drie dagen wordt de geheele
streek letterlijk „embouteillé", als een
volle Resell dichtgckurktl
Wat, moet Frankrijk nu met de 4.720.000
ton kolen per maand doen, vrij ter zijner
beschikking gesteld? Verkoopen? Dan
dient er een kooper te zijn I
Een nieuw hanclels-dóbouché, ten slotte
slechts tijdelijk, is niet gemakkelijk te
vinden. Moeten do Roerkolen dan in
Frankrijk aan den man gebracht worden?
Maar Frankrijk heeft al kolen genoeg,
zelfs te veel, aangezien het reeds lang
bezig is met het exporteeren van een ge
deelte der Saar-kolen.
In elk geval moet Frankrijk zijn „repa
ratie-kolen" dagelijks uit de Roerstreek
transporteeren, op gevaar af anders hel:
bekken „embouteillé" te Vinden op een
goeden morgen! En dat beteekent, zooals
we reeds aantoonden, 22.000 kolenwagens
per dag en een speciale transport-organi
satie van minstens 220.000 wagens. Denk
nu eerst eens aan de enorm-verhoogda
intensiteit van het vervoer over de lijnen
van den Chemin de Fer dc l'Est, reeds
totaal onvoldoende voor de bestaande be
hoeften. En waar moeten de 220.000 wa
gens vandaan komen. Frankrijk heeft op
zijn hoogst niet meer dan 550.000 goe
derenwagens voor allerlei doeleinden. Van
dat aantal zouden er nu twee-vijfden voor
oen nieuwe, nog onvoorziene behoefte
moeten dienen. Wij golooven niet dat
zulks mogelijk is, en wel hierom:
Sinds Frankrijk in de Roer-streek ge
komen is, heeft het minder reparatie-
kolen ontvangen dan van te voren. Maar
vergeten wij niet, dat Frankrijk de Roei'
bezet, omdat het te weinig kolen van
Duitschland ontving. De commissie van
herstel stelde die leveranties vast voor
Januari op 2.053.000 ton, of iets meer
dan 68.000 ton per dag. Heeft, nu Frank
rijk deze hoeveelheid ontvangen-, sinds
zijn occupatie? Geen vierde deel er vanl
En waarom?
Omdat Frankrijk niet in staat geweest
is een afdoenden transportdienst te or-
ganiseeren. Dat behoeft niemand te ver
bazen. Alle nieuwsagentschappen maken
reeds vermelding van „diversion" (ver
legging) door ,de Fransche autoriteiten
van kolen-treinen. Maar het feit, dat die
treinen van hun oorspronkelijke bestem
ming afgeleid worden, doet reeds zien,
dat er geen geregelde dienst kisschen
Frankrijk en de Roer georganiseerd werd.
En verder, in 1921 werd er tusschen de
Duitsche en Fransche spoorwegen een
overeenkomst geteekend, met betrekking
tof, de distributie der hoeveelheden kolen
wagens, noodig voor het vervoer van re
paratie-kolen. In die conventie werd vast
gesteld, dat de Duitsche spoorwegen het
vervoer van cokes op zich zouden ne
men, omdat de Fransche spoorwegen die
speciale wagens voor het vervoer van
cokes niet bezitten, daar cokes méér
plaats vraagt dan steenkolen en méér
kost om te vervoeren. Vier ton kolen ko
men min of meer met drie ton cokes
overeen in dat opzicht.
Om nu te besluiten gelooven wij niet,
dat Frankrijk economisch die problemen
van steenkolen-voorziening en van ver
keer kan oplossen.
les Flavrie naar Vefeailte op den zeven-
-en-twintigsten wist Parijs, dat het einde
gekomen was. Op den avond van deiii
negen-en-twintigsten, even n'a tien uu'r,
zweeg het geschut. Voor de eerste maal
na vier maanden werd de nachtelijk©
stilte door geen geweerschoten verbro
ken. Gewoon geraakt aan het eentonig
dreunen van kanonnen, helt sissen en
■barsten .yan bommen, was de sombere^
diepe stilte nu bijna pijnlijk voor ons
bezw'aard gemoed.
D'ien avond schreef ik het volgende in
mijn dagboek.
29 Januari. Het einde is gekomen, het
einde, waarop wij biddend gewacht heb
ben, waar-naar wij eens uitzagen met
hooggespannen verwachting ei overmoe
dig kloppende harten. Dat is echter reeds
lang geleden.
Voor hoevelen komt het, evenals voor
ons, te Iaat? Het is gekomen, niet on
der juichende zegekreten; niet met wap
perende banieren, niet ondeir trompetge
schal; maar het ziet ons vernederd, het
brengt ons drukkende ketenen en bittere
tranen! Het is waar, Parijs heeft zich
■een ©ereplaats veroverd in de annalen van
belegerde steden. Maar wat beteekent dat?
De eer is te duur .gekocht. En zal de
wereld dat der vorstelijke stad gunnen?
Die wereld, die zoo onverschillig bleef
bij haar bitter lijden? Misschien niet. En
toch 'mlaakt zij daar aanspraak! op door
Een staaltje van hel lijdelijk verzet op de
spoorwegen.
De bijzondere correspondent van do
„Temps" vertelt het volgende staaltje van
het lijdelijk verzet op de spoorwegen in
het bezette gebied. Hij was' met een trein,
dooi' een Duitsche locomotief getrokken,
uit Mainz op weg naar Dusseldorf te Co-
blenz aangekomen, vanwaar de trein zich
ook weer in beweging had gc-aet. Maar
zes kilometer verder, na over de Moezel
te zijn gereden, hield de trein plotseling
stil bij Lützel, op 400 M. afstands van
een kolendepot, waarvoor op 150 M. af
stands een signaalschijf stond.
Waarom stopt go hier'? werd den
Duitschen machinist gevraagd.
Ik heb geen kolen meer, was het
antwoord.
En ei' is op 400 M. hier vandaan
een depot. Waarom rijdt ge daar niet
heen?
Omdat er een signaalschijf is tus
schen het depot en ons.
Maai' de weg is vrij en bovendien
kan iemand hem wel gaan verkennen.
Ik kan niet vertrekken.
Waarom niet?
11c heb order gekregen te blijven
waai' ik ben.
Hoelang?
Tot ik een tegenorder heb gekregen.
Waarom hebt ge ons niet in het
station van Coblcnz gelaten?
Ik had geen instructies gekregen.
Do correspondent van de „Temps" had
geen andere keus dan zijn bagage bij
elkaar te nemen en te voet langs da
spoorbaan do zes kilometers naar Coblcnz
terug af te loggen, waar intusschen het
verkeer hervat block tc zijn, zoodat hij
met een anderen trein zijn plaats van be
stemming kon bereiken.
Korte berichten.
'De tarieven van de Duitsche spoor
wegen zullen opnieuw met 100 pet. wor
den verhoogd, de tarieven voor liet goe
derenvervoer op 15 Februari, die voor
het reizigersvervoer op 1 Maart.
minst Tusschen de Katholieke en An
li-Re'volutionaire partijen was 011
is nog ialtijd een groote „antithese"
ten opzichte van de defensie: de
(vraag, welke offers daarvoor in Neder
land mogen worden gebracht.
Minister Van Dijk heeft het groote
voorrecht, iemand' te zijn van zoo-
rustig-concillianten aard; van zooveel
respectabel zelfbedwang, dat hij op
de Kamer een tegelijk kalmeerenden
en vertrouwen-wekkenden invloed
heeft. De man v:an vrij kleine gesta.1
te, met het vriendelijke gelaat, het
absoluut niet-martiale uiterlijk den
indruk' mlakend v,an een hoofdambte
naar een ingenieur of zioo- niet
van ©en uniform met-degen-man
hij is voor de anti-militairisten in do
Kamer allerminst prikkelend.
De heer Van Dijk heeft de gaven
van het rustige, heldere woord. Hij
brengt de Kamer tot het besef, dat
daarachter de groene tafel staat: ie-
Imand, niet bang voor de ho-og© ver
gadering; eerlijk, ernstig, sdber-een-
voudig, de- inlichtingen verschaffend,
welke men v;an hem wacllit. Hij heeft
gelukkig niet hot slroef-stuglge, soms
bruuslc-bijterige van minister Wester-
veld. Hij, Exc. Van Dijk, schijnt niet
te sidderen telkens bij de ge-
Mi nis ter Van Dijk.
In de „Oprechte Haarl. Courant"
geeft Observator deze schets van Mi
nister van Dijk.
In den jare 1923 hoofd van 'hel
Oorlogsd-ep'ar(cm©n I, te zijn, is iets wei
nig-begeerlijks. 't Is nu eenmaal mod©
geworden om zoodra er sprake is
van bezuiniging op 's Rijks uitgaven
(en wanneer geschiedt dat niet?)
onverwijld te vorderen: besnoeiing op
alles wat de defensie betreft. Het
woord ligt den beer K. ter Liaan,
Zaandam's burgemeester, op de lip
pen bestorven.
Men blad (en heeft) menschen - in
bet parlement die gestaag aandron
gen op verhoog'ing van salarissen, ga-
gementen, pensioenen, 'wachtgelden,
vergoedingen vo>or allerlei categorie
ën, onder bet departement Van Oorlog
ressorteerend. En deze zelfde hoog-
edelgestr-engen toornden over al wat
zuivere defensieuitgaven (betreft.
Toen Minister Alting von Geusaju
aan het bewind wias en men van den
eersten, ergsten schrik, /looi' do
uitbarsting Van de wereldramp berok
kend een weinig bekwam', 'begon
de oppositie tegen defensie-uitgaven
zich op geweldige wijze te doen gel
den. Onder aanvoering van Mr Mar-
chant. En de heer Alting von Geusaü
inlaak'te zich schuldig toen, aan de
zelfde fout, welke thans minister Van
Swaay's politiek leven bedreigt: hij
was te serviel, te toegevend, te buigt
zlaam Voor de Kamer. Hij slikte" al
lerlei feitelijk onaannemelijke amen
dementen. 'Totdat het moment aan
brak, waarop do heer Von Geusaiu
besefte, dat zijn persoonlijk prestige
slechts aftreden gebood.
Minister Van Dijk trad op toen het
voor het Kabinet-Ruys, na vele tegen
slagen verduurd te hebben, zaak was
om' „zuinig" te zijn met de leden van
bet Ministerie. En hij, Exc. va,n Dijk,
had een sterke, politieke „eenheid"
achter zich.
Gemakkelijk was z'ijn positie aller-
ltaar dapper strijden tegen de wanhoop,
door baar geduldig1 lijden, toon dé hoop
vervlogen w'as, door bet bieiwalTen van
onderlinge 'eensgezindheid- onder den druk
van weergaloozen tegenspoed.
Het -einde is gekomen. Vermoeiden en
treurenden slaken ©en zucht van ver
lichting. Wij ook? Ik ook? Ja, wij! zijn
blijde, maar die blijdschap is pijnlijker
vo-oli' het hart dan 'menige smart zou
kunnen zijn. 1
Na den -storm komt windstilte. Dan
heeft men gelegenheid de geleden ver
liezen na tc ga.an en de naamlijst af te
lezen.
Een ieder spreekt van vrede, doch het
komt 'als ©en klacht. Kan do vrede ledi
ge plaatsen vullen, grave® openen, ge
broken harten hcele-n? Helaas, in mijn
verscheurd hart is de-zen avond ge-en vre
de. Terwijl ik -dit boek -doorblader, is
mijn gemoed vervuld va.11 hartstochtelijke
smart. Ik lees de geliefde namen, één
vo-oir één uit onzen kring weggevallen;
Leo, Victor, moe-der, Lib 6n o-oim. Kan
d-e lijst nu gesloten worden? Ik sidder,
wfanne-er ik -denk, -dat Nina wellicht nog
zal moeten volgen. Mijn ooglelii zijn zoo
do-o'r tranen beneveld, -dat ik de eenigo
ster, di-e nog 'aan, onzen zwarten hemel
schittert, niet onderscheiden kan. Maar
tei} is pr toch, -en het licht van die ge
broken stralen beidt, dat ik in volslagen
duisternis kan verkc-Qi'en. O Jezus, Uwe
daclhte, dat -de ongenade Van de Ka
mer hem: zial treffen. Hij maakt oo'lc
niet een prikkelend uitdagend gebruik
v,an -zijn politiek-sterke positie. Hij
zoekt den strijd niet ontwijkt den
evenmin. Doet beseffen, dal; -een wer
kelijk onaannemelijk amendement hem
geen seconde Van z,'n stuk zal bren
gen. Dat is bij de behandeling der
Dorlogs-b-egrooting, in December 1922,
(voldoende gebleken!
De heer lluys de Beerenbro-uck is
niet steeds gelukkig geweest 'bij do
keuze van personen, die de premier
,van 1918 d-e Kroon voordroeg lot bet
Ih'ooge ambt van 'minister, maar 't 00-
gjenb-lik, toen Mr Ruys een op-Volger
zoekend voor generaal Pop .het
(oog liet vallen op- den h'eer Van Dijk,,
was zeer gelukkig voor dezen Kab-i-
'nets-formlateur.
AT n-et als overal.
ln de Raadsvergadering van Enscihie-
dé kwiató ©en adres van den „Chr.
I Niat. Werkmansbond" en „Patrimonii-
urn" iaan de o-rde, waarin met. klem
(aangedrongen werd, om tot afschaf-
ling der Pjaaschlkermis over te gaan.
j D-e meerderheid in het college van
j B. -en W. w|as echter van oordeel,
i dat op het adres afwijzend moest wor-
den beschikt. Vooral in verband met
j de financieel© z'iide van bet vraag-
I stuk. Dit is ©en bedroevend feit. Het
geldelijk© belang, had den boventoon,
want 'B. en W. zien w-el terdege in,
i dat de kermis groote z-cdelijke nadec-
j len meebrengt. Men k'on echter do
geldelijke blate van pl.m, f 14000 niet
j missen, Zo-o meende uien. En pok de
(Commissaris Van Politie, wiens ad
vies ingewonnen wa,s, pleitte voor in
standhouding der kermis
Met kracht werd dit advies door do
rechterzijde bestreden. Het mocht ech
ter niet 'blaten. Met 14 tegen 7 stem(-
men werd 'het voorstel van B. en W,
aangenomen.
Nog wachtte een teleurstelling. D-ooï
verschillende drank'bestrijdersvereeni-
gingen was aan den Raad verzocht,
om ge-durende d-e (Ba-asclhdagen e-en tap-
verb od in te stellen, -dit -met het oog
op de kermis. Weer luidde het advies
van biet dagelijksdh bestuur afwijzend
en na een uitvoerige discussie werd
(het voorstel van B. en W. miet 16
tegen 5 stemmen aangenomen.
Het radio-schandaal. Het is te
wenschen, dat. de heeren Boeyen en Krijger
uit Den Haag, die sedert een tiental weken
het onderzoek te Kootwijk leiden, spoedig
'kans zullen zien volledige klaarheid in de
materie te brengen, zegt de Tel., want, indien
alles waar is wat het blad te Kootwijk
hoorde vertellen, dan zal dit schandaal zich
niet alleen tot de Radio beperken, doch is -do
kans groot, dat het op een nationaal schan
daal zal uitloopen.
genade, Uw teetd-er m'ededoogon blijven
onveranderlijk dezelfde. Gij' kent mijn
smlart, -zij1 heeft mij' tot U gedreven. Die
zegen weegt wel op tegen de smart mij
opgelegd.
Dit was wel -een zeer dro-evige daigvoor
P'arijis -en vo-or Frankrijk. H-edon betrok
ken de Diuitsche troepen de forten
rondom Parijs en dit hoorden wij
ook natuurlijk later heden werd ook
het rampzalig overblijfsel van Boui'baki's
leger, waarop onze laatste hoop geves
tigd was, bij fontarlier verslagen en in
dro-evigen toestand ov©r de Zwitsersche
grenzen gedreven.
Er is ©en wapenstilstand gesloten voor
den tijd van drie weken, en het volk is
opgero-epon tot het verkiezen van ©on
Nationale Vergadering, die te Bordeaux
zitting zal houden. Aan dez'o Vergadering
zal do mo-eilijke taak opgedragen worden
om met onze overwinnaars te onderhan
delen over het sluiten van den vrede.
Die Pruisen zullen de stad niet binnen
trekken, de Nationale Garde mag de wa
penen behouden, e-venals een deel van
het leger, zoovelen als m-an noodig keur
de oim den vrede te bewaren. Het Is niet
waarschijnlijk, dat -deze verstoord zal wor
den, terwijl de Pruisische kanonnen op
onze -eigene forten de stad bestrijken.
(Wordt vervolgd.)