DE ZEEUW TWEEDE BLAD. Hemengd Nieuws. VAN ZATERDAG 10 FEBR.I1923. No. 111. Vrije School en Vrijheid. De Minister van Onderwijs heeft, ge vraagd op grond van welk artikel der Lager-onderwij'swet hlijl het leerplan heeft teruggezonden van de Chr. isohool in de inspectie Deventer, die in het derde leer-> jaar de vakken Vaderlandsche gesohic* denis en natuurkennis niet op haar roost ter had staan geantwoord, dat deze terugzending en bedreiging met iiy houding der subsidie berust op artikel 3, tweede lid, tweede zinsnede. Nieuwsgierig wat daar staat, von den wij „Het leerplan omvat vooir do eersto zes leerjaren de vakken, in artikel 2 ver meld onder a tot en met k. Wij zijn inderdaad van deze malle wets- uitlegging geschrokkon. 1 De vakken a tot en metk; dat zijn onder anderen vaderlandsche geschiedenis, nut tige handwerken voor meisjes, teekenen, aardrijkskunde en Nederlandsche taalf Volgens 't ministrieele dreigement moe ten al deze vakken worden anderwezen in „de eerste zes leerjaren", zegt de Wet, en dus ook in het eerste, tweede en derde leerjaar. Een eenvoudig lezer verstaat 't beter. Hij' leest er uit dat in die zes leerjaren bedoelde vakken moeten geleerd, worden doch naar de bevatting des kinds; dat wil zeggenin de eerste leerjaren geen natuurkunde of nuttige handwerken,; maar wel in de latere. Welke dat moeten de klasseonderwijzers weten. Wij verwachten, dat de minister alsnog zijn ambtenaar, die dit dreigement en deze wctsuitlegging' de wereld inzond, hierin zal verloochenen; dat hij' zeggen zal aan diens flaters geen deel te hebben, en hem zal opdragen de bedreiging in te trekken. Zijne Excellentie zal zich toch niet op de letter in plaats van op den geest der wet willen beroepen. Wijl zijn tegen gebruik en misbruik bei de y,un Schriftuurteksten. Maar hier 'mag toch wel in herinnering gebracht wlorden Paulus' woordde letter doodt. Want gaat dit zoo door, dan doodt do letter der lager-dhderwijSsw'et niet alléén de paedagogische vrijheid der vrije school, maar ,oo;k de geestkracht der onderwijzers, en de levenssappen van het bijzonder on derwijs. Zielig Zielig is het bezuinigingsgedoe in de laatste maanden hier en ginds waarge nomen. Peuterig wordt onder het mom van bezuiniging hier een categorie onderge schikten getroffen in hun levensbestaan, 'terwijl anderen ongedeerd blijven; bij ge- brok aan eenig redelijk argument is het woord bezuiniging te pas en te onpas naar voren gebracht en misbruikt. De lasten zijn hoog, bijna niet meer te dragen, dus onontbeerlijke voorlichting van niet te missen personeel kunnen we zoowat missen; die menschen, daar heb ben wij er te veel van en die we nog hebben, behoeven niet zoo'n hoog inko men te hebben, zoo redeneeren velen, ook onder ons. Men beroept zich op Co- lijn. Best, maar men vergete niet, dat Colijn gepleit heeft, en nog pleit voor versobering, vereenvoudiging, waar eenigs- zins mogelijk, over de geheele lijn. Niet enkelen dus omvattend, doch allen zon der onderscheid. Daarvan is als men zoo eens rondom zich heen ziet niet veel te bespeuren.', Groote groepen van ons volk leven nog boven hun stand. Zij doen uitgaven, die ontoelaatbaar zijn en meer geld vragen dan hun inkomen veroorlooft. Inzonderheid is dit het geval met weel de- en genolartikelen, waarbuiten men toch in de eerste plaats kan. Moge de nieuwjaarsrede van den Haag- schen burgemeester veel bestreden zijn, niet bestreden is zijn mededeeling daarin, dat de inkomsten als belasting op de pu- F EU l L LETON BINNEN IJZEREN MUREN Een verhaal uit den Fransch- Duitschen oorlog. door ANNIE LUCAS. Uitgave Neerbosch' boekhandel. 73.) Gedurende diewe-ken, waarin het ver derf in de lucht rondwaarde, zetten wij onze gewone levenswijze voort,, en hiel pen wij de zieken en gewonden zooveel in ons vermogen was August, Nina ar, -en zelfs Arnold. Arme jongen. Wie zou 011 bleek-dn, stillen knaap hei vraoitjke, gezonde, levenslustige kind her kend hebben, dat met uitbundig gejuich den oorlog had begroet? August was zeer ten goede veranderd. Hoewel uitgeput door nachtwaken, had zijn geslingerd ge moed volkomen vrode, volmaakte rust gevonden. Die uren te zamen doorgebracht waren zeer' liefelijk, ©n werden te meer gewaar deerd, naarmate zij zeldzamer wanen. Som tijds had ik een gevoel, alsof ik alleen achtergelaten ward in het duister, ter wijl de anderen reads in het licht wan delden. August nam1 dagelijks toe in ge loof, in bracht, in .geestelijke kennis, en blieke vermakelijkheden, hoofdzakelijk bi oscopen, met duizende guldens gestegen was, vergeleken bij 1921. Een plaats als Bergen op Zoom rekent, blijkens de begrooting '23 op ongeveer f22.000 als belasting op publieke verma kelijkheden e.d.g. Niet minder dan f59.500.000 heeft ons volk vrijwillig opgebracht in 1922 aan heffing op gedistilleerd. Een dezer dagen in 't licht gegeven boek bevat de uitkomsten van een on derzoek naar de uitgaven door het pu bliek aan kunst en amusement met inbe grip van kermissen over het jaar 1919. Aan 't. licht kwam, dat in de gemeenten boven de 10.000 in ons land bijna f 28.000.000 is uitgegeven aan dit soort vermaak. De schrijver berekent, dat f28.000.000 in gemeenten met meer dan 10.000 .zielen f 8.721/2 per hoofd beteckent en hij neemt, aan, dat in do kleinere gemeen ten beneden 10.000 zielen dit be drag f5 per hoofd zal zijn, zoodat te zamen het volk vrijwillig hierin een be drag van 1:45.000.000 laat zitten. Dat was over 1919; over 1922 zijn ons geen nadere gegevens bekend; doch de al- gemecne indruk is, dal de liefhebberij van dezen aard nog eer is toe- dan afgeno men. De mededeeling van den Ilaagschen burgemeester, boven vermeld, kan slechts dien indruk versterken. Bovendien ziet men in de groote steden in het buiten land, in weerwil van de maatschappelijke ellende, die gestaag in omvang nog toe neemt, de zucht naar genot en ver strooiing van twijfelachtiger) aard niet af nemen. 't, Is wel zielig, dat zoovele malen door bevoegden is aangedrongen op intense levcnsversobering en blijkbaar zoo wei nig gehoor is verleend aan die noodi- ging. Geleerden hebben er den nadruk op gelegd, dat door de belastingen voor con sumptieve doeleinden op een grooterdeel van het overschot, van het volksinkomen wordt beslag gelegd dan met de behoefte aan nieuw kapitaal voor de toenemende bevolking is overeen te brengen. Om de belastingen kan er dus te weinig over blijven om aangewend te worden voor verdere productie en van dat te weinig overblijvende geeft het onder de belas tingen gebukt, gaande volk tientallen van millioenen uit voor drank en vermaak. 't Is wel zielig. Een Franschman over de Roerbezetting. Het probleem van de kolenlevering' gaf aan een Franschman (Philippe Milet) aan leiding in een voor een belangrijk Fransch weekblad geschreven artikel dat op ver zoek van de Fransche regeering, aan wier goedkeuring het eerst onderworpen werd tenslotte niet is geplaatst, de onderstaande beschouwing te wijden: „Door dn occupatie van het Roer-dis trict komt Frankrijk tegenover moeilijkhe den van tweeerlei soort to staan, econo mische en financieele. Tot op heden is het er niet ingeslaagd, die moeilijkheden op te lossen, en het is te vrcezen, dat een oplossing nooit gevonden zal worden. De militaire en technische occupatie werd in den nacht van 1011 Januari voltrokken en gaf terstond aanleiding tot een groot aantal problemen. Laten we ons eerst beperken t,ot een beschouwing over liet Roer-bekken, uit het oogpunt van steenkolen-voorziening. In 1922 bedroeg de totale productie van de Roerstreek 99.328.000 ton, wat een gemiddeld cijfer van 8.277.000 ton per maand geeft. Van dit bedrag moest een zekere hoeveelheid, maandelijks door de commissie van herstel bepaald, 2.053.000 ton voor Januari 1923, aan de geallieerden geleverd worden, op re kening der herstelbetalingen. Zoo wat 1.500.000 ton werd er in de Roerstreek verbruikt door de metaalindustrieën. Het overschot, ongeveer een 4.720.000 ton, werd gewoonlijk naar andere streken van Duitschland verzonden. Het vervoer van de kolen voor het her stel en voor Duitschland vereischte dage lijks gemiddeld 22.000 spoorwegwagens. Voor de occupatie kwamen er dagelijks gemiddeld 22.000 leege kolenwagens in de L-H5Bg!gj-— Nina kon hem volgen; maar ik was zwak en nog beladen miett de oude, wel ver broken, mlaar niet \f geschudde ketenen, en nog zoo vervuld van aardsche vrees en zorg en droefheid, dat ik slechts van verre de dingen zag, die hen verheugden. E,n zoo is liet in zéker opzicht nog m©fc mij. Ten laatste was iedereen wel gedwon gen te erkennen, dat verdere tegenstand omrJogelijk was. De op rantsoenstellin.'g van brood, die den n-egen-ert-twintigsten een aanvang nam, werd beschouwd als het begin van het einde. Vroeger toch had de regedring verklaard, dat men tot zulk oen stap nooit zou behoeven ever te gaan. Op den twee-ea-twintigsten legde Generaal Trochu, die gezegd had, dat de Gouverneur van Parijs nimmer tot de capitulatie te bewegen zou zijn, het be vel neer en werd opgevolgd doof Gene raal Vinoy. Men beschouwde dit als 6ai tweede voorteek-en. Toch bleef liet volk roepen; Doe dan toch iets. Treed han delend op! Er kon even wel niets gedaan worden. Door onzen omgang met ver scheidene hoofdofficieren waren wij be ter op de hoogte dan vele anderen en wisten, dat, na den laatsten, bloedige® slag van den negentienden bij Malmaison en MontTetout, de officieren erkend had den, dat verder bloedvergieten barbaarsch zou zlijn. Wlas glit niet reeds het geval? Op den zes-en-twintigsten vertrok Ju- Roerstreek en gingen er 22.000 gevulde uit. De leege kolenwagens werden in drie groote stations verzameld, te Essen, Mini ster en Elberfcld. De gevulde wagens ver lieten het district langs de grenslijnen.t Gemiddeld had een kolenwagen tien da gen noodig, na het vertrek uit de Roer, om leeg terug t.e komen, zoodat er min stens 220,000 kolenwagens geregeld noo dig waren. De Fransche occupatie heeft in de orga nisatie ecnigo kleine veranderingen ge bracht. Theoretisch wordt het surplus der Roer-productie, nadat de leveranties voor de commissie van herstel en die voor de locale consumplie van de Roor-industrie- en gedaan zijn, ter dispositie van het niet- bezette Duitschland gesteld. Voor dit da- gelijksche surplus (in Januari) van een 157.220 ton, moeten, voordat liet naar liet overige Duitschland geëxpedieerd kan worden, de spoorwegen normaal functio- necrcn. Stakingen, desorganisatie, sabo tage op dc lijnen, brengen oogenblikkclijk het geheele transport-mechanisme ,in de war. Wat op heden geheel en al het go- val isl De steenkolen blijven dan zich ophoopen op de mijncmplacementon, en in twee of drie dagen wordt de geheele streek letterlijk „embouteillé", als een volle Resell dichtgckurktl Wat, moet Frankrijk nu met de 4.720.000 ton kolen per maand doen, vrij ter zijner beschikking gesteld? Verkoopen? Dan dient er een kooper te zijn I Een nieuw hanclels-dóbouché, ten slotte slechts tijdelijk, is niet gemakkelijk te vinden. Moeten do Roerkolen dan in Frankrijk aan den man gebracht worden? Maar Frankrijk heeft al kolen genoeg, zelfs te veel, aangezien het reeds lang bezig is met het exporteeren van een ge deelte der Saar-kolen. In elk geval moet Frankrijk zijn „repa ratie-kolen" dagelijks uit de Roerstreek transporteeren, op gevaar af anders hel: bekken „embouteillé" te Vinden op een goeden morgen! En dat beteekent, zooals we reeds aantoonden, 22.000 kolenwagens per dag en een speciale transport-organi satie van minstens 220.000 wagens. Denk nu eerst eens aan de enorm-verhoogda intensiteit van het vervoer over de lijnen van den Chemin de Fer dc l'Est, reeds totaal onvoldoende voor de bestaande be hoeften. En waar moeten de 220.000 wa gens vandaan komen. Frankrijk heeft op zijn hoogst niet meer dan 550.000 goe derenwagens voor allerlei doeleinden. Van dat aantal zouden er nu twee-vijfden voor oen nieuwe, nog onvoorziene behoefte moeten dienen. Wij golooven niet dat zulks mogelijk is, en wel hierom: Sinds Frankrijk in de Roer-streek ge komen is, heeft het minder reparatie- kolen ontvangen dan van te voren. Maar vergeten wij niet, dat Frankrijk de Roei' bezet, omdat het te weinig kolen van Duitschland ontving. De commissie van herstel stelde die leveranties vast voor Januari op 2.053.000 ton, of iets meer dan 68.000 ton per dag. Heeft, nu Frank rijk deze hoeveelheid ontvangen-, sinds zijn occupatie? Geen vierde deel er vanl En waarom? Omdat Frankrijk niet in staat geweest is een afdoenden transportdienst te or- ganiseeren. Dat behoeft niemand te ver bazen. Alle nieuwsagentschappen maken reeds vermelding van „diversion" (ver legging) door ,de Fransche autoriteiten van kolen-treinen. Maar het feit, dat die treinen van hun oorspronkelijke bestem ming afgeleid worden, doet reeds zien, dat er geen geregelde dienst kisschen Frankrijk en de Roer georganiseerd werd. En verder, in 1921 werd er tusschen de Duitsche en Fransche spoorwegen een overeenkomst geteekend, met betrekking tof, de distributie der hoeveelheden kolen wagens, noodig voor het vervoer van re paratie-kolen. In die conventie werd vast gesteld, dat de Duitsche spoorwegen het vervoer van cokes op zich zouden ne men, omdat de Fransche spoorwegen die speciale wagens voor het vervoer van cokes niet bezitten, daar cokes méér plaats vraagt dan steenkolen en méér kost om te vervoeren. Vier ton kolen ko men min of meer met drie ton cokes overeen in dat opzicht. Om nu te besluiten gelooven wij niet, dat Frankrijk economisch die problemen van steenkolen-voorziening en van ver keer kan oplossen. les Flavrie naar Vefeailte op den zeven- -en-twintigsten wist Parijs, dat het einde gekomen was. Op den avond van deiii negen-en-twintigsten, even n'a tien uu'r, zweeg het geschut. Voor de eerste maal na vier maanden werd de nachtelijk© stilte door geen geweerschoten verbro ken. Gewoon geraakt aan het eentonig dreunen van kanonnen, helt sissen en ■barsten .yan bommen, was de sombere^ diepe stilte nu bijna pijnlijk voor ons bezw'aard gemoed. D'ien avond schreef ik het volgende in mijn dagboek. 29 Januari. Het einde is gekomen, het einde, waarop wij biddend gewacht heb ben, waar-naar wij eens uitzagen met hooggespannen verwachting ei overmoe dig kloppende harten. Dat is echter reeds lang geleden. Voor hoevelen komt het, evenals voor ons, te Iaat? Het is gekomen, niet on der juichende zegekreten; niet met wap perende banieren, niet ondeir trompetge schal; maar het ziet ons vernederd, het brengt ons drukkende ketenen en bittere tranen! Het is waar, Parijs heeft zich ■een ©ereplaats veroverd in de annalen van belegerde steden. Maar wat beteekent dat? De eer is te duur .gekocht. En zal de wereld dat der vorstelijke stad gunnen? Die wereld, die zoo onverschillig bleef bij haar bitter lijden? Misschien niet. En toch 'mlaakt zij daar aanspraak! op door Een staaltje van hel lijdelijk verzet op de spoorwegen. De bijzondere correspondent van do „Temps" vertelt het volgende staaltje van het lijdelijk verzet op de spoorwegen in het bezette gebied. Hij was' met een trein, dooi' een Duitsche locomotief getrokken, uit Mainz op weg naar Dusseldorf te Co- blenz aangekomen, vanwaar de trein zich ook weer in beweging had gc-aet. Maar zes kilometer verder, na over de Moezel te zijn gereden, hield de trein plotseling stil bij Lützel, op 400 M. afstands van een kolendepot, waarvoor op 150 M. af stands een signaalschijf stond. Waarom stopt go hier'? werd den Duitschen machinist gevraagd. Ik heb geen kolen meer, was het antwoord. En ei' is op 400 M. hier vandaan een depot. Waarom rijdt ge daar niet heen? Omdat er een signaalschijf is tus schen het depot en ons. Maai' de weg is vrij en bovendien kan iemand hem wel gaan verkennen. Ik kan niet vertrekken. Waarom niet? 11c heb order gekregen te blijven waai' ik ben. Hoelang? Tot ik een tegenorder heb gekregen. Waarom hebt ge ons niet in het station van Coblcnz gelaten? Ik had geen instructies gekregen. Do correspondent van de „Temps" had geen andere keus dan zijn bagage bij elkaar te nemen en te voet langs da spoorbaan do zes kilometers naar Coblcnz terug af te loggen, waar intusschen het verkeer hervat block tc zijn, zoodat hij met een anderen trein zijn plaats van be stemming kon bereiken. Korte berichten. 'De tarieven van de Duitsche spoor wegen zullen opnieuw met 100 pet. wor den verhoogd, de tarieven voor liet goe derenvervoer op 15 Februari, die voor het reizigersvervoer op 1 Maart. minst Tusschen de Katholieke en An li-Re'volutionaire partijen was 011 is nog ialtijd een groote „antithese" ten opzichte van de defensie: de (vraag, welke offers daarvoor in Neder land mogen worden gebracht. Minister Van Dijk heeft het groote voorrecht, iemand' te zijn van zoo- rustig-concillianten aard; van zooveel respectabel zelfbedwang, dat hij op de Kamer een tegelijk kalmeerenden en vertrouwen-wekkenden invloed heeft. De man v:an vrij kleine gesta.1 te, met het vriendelijke gelaat, het absoluut niet-martiale uiterlijk den indruk' mlakend v,an een hoofdambte naar een ingenieur of zioo- niet van ©en uniform met-degen-man hij is voor de anti-militairisten in do Kamer allerminst prikkelend. De heer Van Dijk heeft de gaven van het rustige, heldere woord. Hij brengt de Kamer tot het besef, dat daarachter de groene tafel staat: ie- Imand, niet bang voor de ho-og© ver gadering; eerlijk, ernstig, sdber-een- voudig, de- inlichtingen verschaffend, welke men v;an hem wacllit. Hij heeft gelukkig niet hot slroef-stuglge, soms bruuslc-bijterige van minister Wester- veld. Hij, Exc. Van Dijk, schijnt niet te sidderen telkens bij de ge- Mi nis ter Van Dijk. In de „Oprechte Haarl. Courant" geeft Observator deze schets van Mi nister van Dijk. In den jare 1923 hoofd van 'hel Oorlogsd-ep'ar(cm©n I, te zijn, is iets wei nig-begeerlijks. 't Is nu eenmaal mod© geworden om zoodra er sprake is van bezuiniging op 's Rijks uitgaven (en wanneer geschiedt dat niet?) onverwijld te vorderen: besnoeiing op alles wat de defensie betreft. Het woord ligt den beer K. ter Liaan, Zaandam's burgemeester, op de lip pen bestorven. Men blad (en heeft) menschen - in bet parlement die gestaag aandron gen op verhoog'ing van salarissen, ga- gementen, pensioenen, 'wachtgelden, vergoedingen vo>or allerlei categorie ën, onder bet departement Van Oorlog ressorteerend. En deze zelfde hoog- edelgestr-engen toornden over al wat zuivere defensieuitgaven (betreft. Toen Minister Alting von Geusaju aan het bewind wias en men van den eersten, ergsten schrik, /looi' do uitbarsting Van de wereldramp berok kend een weinig bekwam', 'begon de oppositie tegen defensie-uitgaven zich op geweldige wijze te doen gel den. Onder aanvoering van Mr Mar- chant. En de heer Alting von Geusaü inlaak'te zich schuldig toen, aan de zelfde fout, welke thans minister Van Swaay's politiek leven bedreigt: hij was te serviel, te toegevend, te buigt zlaam Voor de Kamer. Hij slikte" al lerlei feitelijk onaannemelijke amen dementen. 'Totdat het moment aan brak, waarop do heer Von Geusaiu besefte, dat zijn persoonlijk prestige slechts aftreden gebood. Minister Van Dijk trad op toen het voor het Kabinet-Ruys, na vele tegen slagen verduurd te hebben, zaak was om' „zuinig" te zijn met de leden van bet Ministerie. En hij, Exc. va,n Dijk, had een sterke, politieke „eenheid" achter zich. Gemakkelijk was z'ijn positie aller- ltaar dapper strijden tegen de wanhoop, door baar geduldig1 lijden, toon dé hoop vervlogen w'as, door bet bieiwalTen van onderlinge 'eensgezindheid- onder den druk van weergaloozen tegenspoed. Het -einde is gekomen. Vermoeiden en treurenden slaken ©en zucht van ver lichting. Wij ook? Ik ook? Ja, wij! zijn blijde, maar die blijdschap is pijnlijker vo-oli' het hart dan 'menige smart zou kunnen zijn. 1 Na den -storm komt windstilte. Dan heeft men gelegenheid de geleden ver liezen na tc ga.an en de naamlijst af te lezen. Een ieder spreekt van vrede, doch het komt 'als ©en klacht. Kan do vrede ledi ge plaatsen vullen, grave® openen, ge broken harten hcele-n? Helaas, in mijn verscheurd hart is de-zen avond ge-en vre de. Terwijl ik -dit boek -doorblader, is mijn gemoed vervuld va.11 hartstochtelijke smart. Ik lees de geliefde namen, één vo-oir één uit onzen kring weggevallen; Leo, Victor, moe-der, Lib 6n o-oim. Kan d-e lijst nu gesloten worden? Ik sidder, wfanne-er ik -denk, -dat Nina wellicht nog zal moeten volgen. Mijn ooglelii zijn zoo do-o'r tranen beneveld, -dat ik de eenigo ster, di-e nog 'aan, onzen zwarten hemel schittert, niet onderscheiden kan. Maar tei} is pr toch, -en het licht van die ge broken stralen beidt, dat ik in volslagen duisternis kan verkc-Qi'en. O Jezus, Uwe daclhte, dat -de ongenade Van de Ka mer hem: zial treffen. Hij maakt oo'lc niet een prikkelend uitdagend gebruik v,an -zijn politiek-sterke positie. Hij zoekt den strijd niet ontwijkt den evenmin. Doet beseffen, dal; -een wer kelijk onaannemelijk amendement hem geen seconde Van z,'n stuk zal bren gen. Dat is bij de behandeling der Dorlogs-b-egrooting, in December 1922, (voldoende gebleken! De heer lluys de Beerenbro-uck is niet steeds gelukkig geweest 'bij do keuze van personen, die de premier ,van 1918 d-e Kroon voordroeg lot bet Ih'ooge ambt van 'minister, maar 't 00- gjenb-lik, toen Mr Ruys een op-Volger zoekend voor generaal Pop .het (oog liet vallen op- den h'eer Van Dijk,, was zeer gelukkig voor dezen Kab-i- 'nets-formlateur. AT n-et als overal. ln de Raadsvergadering van Enscihie- dé kwiató ©en adres van den „Chr. I Niat. Werkmansbond" en „Patrimonii- urn" iaan de o-rde, waarin met. klem (aangedrongen werd, om tot afschaf- ling der Pjaaschlkermis over te gaan. j D-e meerderheid in het college van j B. -en W. w|as echter van oordeel, i dat op het adres afwijzend moest wor- den beschikt. Vooral in verband met j de financieel© z'iide van bet vraag- I stuk. Dit is ©en bedroevend feit. Het geldelijk© belang, had den boventoon, want 'B. en W. zien w-el terdege in, i dat de kermis groote z-cdelijke nadec- j len meebrengt. Men k'on echter do geldelijke blate van pl.m, f 14000 niet j missen, Zo-o meende uien. En pok de (Commissaris Van Politie, wiens ad vies ingewonnen wa,s, pleitte voor in standhouding der kermis Met kracht werd dit advies door do rechterzijde bestreden. Het mocht ech ter niet 'blaten. Met 14 tegen 7 stem(- men werd 'het voorstel van B. en W, aangenomen. Nog wachtte een teleurstelling. D-ooï verschillende drank'bestrijdersvereeni- gingen was aan den Raad verzocht, om ge-durende d-e (Ba-asclhdagen e-en tap- verb od in te stellen, -dit -met het oog op de kermis. Weer luidde het advies van biet dagelijksdh bestuur afwijzend en na een uitvoerige discussie werd (het voorstel van B. en W. miet 16 tegen 5 stemmen aangenomen. Het radio-schandaal. Het is te wenschen, dat. de heeren Boeyen en Krijger uit Den Haag, die sedert een tiental weken het onderzoek te Kootwijk leiden, spoedig 'kans zullen zien volledige klaarheid in de materie te brengen, zegt de Tel., want, indien alles waar is wat het blad te Kootwijk hoorde vertellen, dan zal dit schandaal zich niet alleen tot de Radio beperken, doch is -do kans groot, dat het op een nationaal schan daal zal uitloopen. genade, Uw teetd-er m'ededoogon blijven onveranderlijk dezelfde. Gij' kent mijn smlart, -zij1 heeft mij' tot U gedreven. Die zegen weegt wel op tegen de smart mij opgelegd. Dit was wel -een zeer dro-evige daigvoor P'arijis -en vo-or Frankrijk. H-edon betrok ken de Diuitsche troepen de forten rondom Parijs en dit hoorden wij ook natuurlijk later heden werd ook het rampzalig overblijfsel van Boui'baki's leger, waarop onze laatste hoop geves tigd was, bij fontarlier verslagen en in dro-evigen toestand ov©r de Zwitsersche grenzen gedreven. Er is ©en wapenstilstand gesloten voor den tijd van drie weken, en het volk is opgero-epon tot het verkiezen van ©on Nationale Vergadering, die te Bordeaux zitting zal houden. Aan dez'o Vergadering zal do mo-eilijke taak opgedragen worden om met onze overwinnaars te onderhan delen over het sluiten van den vrede. Die Pruisen zullen de stad niet binnen trekken, de Nationale Garde mag de wa penen behouden, e-venals een deel van het leger, zoovelen als m-an noodig keur de oim den vrede te bewaren. Het Is niet waarschijnlijk, dat -deze verstoord zal wor den, terwijl de Pruisische kanonnen op onze -eigene forten de stad bestrijken. (Wordt vervolgd.)

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1923 | | pagina 5