DE ZEEUW
TWEEDE BLAD.
Buitenland.
Binnenland.
FEUILLETON.
BINNEN IJZEREN MUREN
A
A
VAN
ZATERDAG 27 JAN. 1928. No. 99.
PROVINCIAAL PROGRAM.
Het Groninger Provinciaal Coanité stel
de indertijd een uitgewerkt program op
hetwelk-.sedert dien tijd aan de antirevo
lutionaire candidaten voor de Provin
ciale Staten wordt voorgelegd ter onder-
teekening als bewijs van instemming.
Allicht doen andere Provinciale Comi-
té's, ook dat in onze omgeving!, hun
voordeel met de releveering in ons blad
van de voornaamste artikelen van dit
program. Het is wel vèr g:enoeg van
1926, (want voor de a.s. verkiezingen
is 'ttelaat; wij komen er nu mee, omdat
de heer Schwartz, in de vergadering der
Centrale in den Kieskring Goes op 20
dezer de noodzakelijkheid van een der
gelijk program bepleitte) maar des te lictor
gelegenheid beslaat er dan voor over
weging en bespreking der vraag of een
dergelijk Provinciaal program ook in onze
provincie gewenscht is.
I. Erkenning Souvereiniteit Gods.
De antirevolutionaire partij' vraagt van
de Provinciale Staten, dat zij' erkennen,
dat alle gezag uit God is, en dit onder
moor belijden door hun vergaderingen met
gebed te beginnen.
II. Eerbiediging van do geboden Gods.
D'e Provinciale Staten en door hen
Gedeputeerde Staten zorgen voor de eer
biediging van den Naam des Heeren op
alle terrein en in alle gebouw, Waarin
zij direct gezag! oefenen, en eerbiedigen
den dag des Heeren voor allen arbeid,
dien zij verrichten of laten verrichten.
III. Waarborging aller rechter*.
De Provinciale Staten en dooi' hen Ge
deputeerde Staten trachten de rechten
van alle groepen der bevolking in hun
besluiten en benoemingen zooveel moge
lijk te waarborgen. Zij sluiten bij hun
benoemingen of raadpleging niemand uit
vanwege zijn godsdienstige belijdenis of
politieke overtuiging, zoolang die politieke
overtuiging niet ingaat tegen bet gezag
en de orde voor een goede samenleving
noodzakelijk,
IV. .Evenredige verdeeling van de ze-
Iels in het College van Gedeputeerden.
Geljjk door de werking der evenredige
vertegenwoordig'ng alle 'hoofdgroepen des
volks, naar hun politieke belijdenis in de
Provinciale Staten haar vertegenwoordi
ging vinden, .geëvenredigd aan hare
sterkte in de provincie, zoio vraagt de
antirevolutionaire partij ook een daarmee
overeenkomende vertegenwoordiging 'in 't
College van Gedeputeerde Stalen.
V. Ambtenaren en werklieden
De Provinciale Staten en door hen
Gedeputeerde Staten dragen zorg vooir een
goede behandeling en beloaning van hun
ambtenaren en werklieden, regelen hun
rechtspositie, eerbiedigen, mitsdien hun
rechten, ook het recht van vereeniging,
onder dit beding, dat zij ten allen tijde
op de gehoorzaamheid yan hun ambte
naren en werklieden kunnen rekenen.
Provinciale Staten streven er naar, om,
waar de aard der werkzaamheden dit toe
laat. zoo spoedig mogelijk den achturigen
werkdag in te voeren.
VI. Verkeerswegen.
De Provinciale Staten zorgen voor goe
de verkeerswegen, en volgen daarbij een
tegenover alle gemeenten billijk systeem.
Zij bevorderen, dat zooveel mogelijk
elke gemeente bij het hoofdverkoer door
stoom of electrische tractie worde aange
sloten. Exploitatie door de provincie be
hoeft daarbij niet op den voorgrond te
staan, maar is ook niet af te keuren.
VII. Provinciale Bedrijven.
Het provinciaal bestuur streve er niet
naar het particulier bedrijf tot zich to
trekken. Wel kan het provinciaal bestuur
uiteraard monopolistische bedrijven, die
grooter gebied vragen dan dat van een ge
meente, als de voorziening van licht,
electriciteit, gas en water ter hand nemen!
Vooral de watervoorziening verdient
krachtige bevordering.
Een verhaal uit den Fransch-
Duitschen oorlog'.
door
ANNIE LUCAS.
Uitgave Neerbosoh' boekhandel.
64.)
10 December. Een week is voorbijgegaan
sedert dien ontzettenden dag, waarop wij
do tijding kregen, dat Victor gesneuveld
Was Ik had daarna geen tijd en gteen
moed om te schrijven. Ik zit nu alleen;
in moeders kamer. De stilte is drukkend,
alleen afgebroken door haar korte, ver
snelde ademhaling e.i het getik van de
klok, die mij onnatuurlijk hard in de
ooren klinkt te^ midden van de pijnlijke
stilte rondom mij. Het zal mij' goed doen
mijn droefheid mede te deelen aan den
stommen vriend dien ik deelgenoot maak
te yan zooveel angstige zorgen. Nina is
m de ambulance. Lili zit aan het bel
Van August, moeder slaapt van afmat
ting en uitputting om Straks vermoeid
en onverkwikt wakker tel worden. Ach,
wij. weten slechts al te goed, dat de
kogel, die te Cliam'pig'ny het bloeiende,
jonge leven verwoestte, te gelijk den
zwakken levensdraad van haar, dien wij
Degelijke provinciale keurinj van voe-
dings- en genotmiddelen worden zoo
krachtig mogelijk bevorderd in het belang
der volksgezondheid.
VIII. Zelfstandigheid van gemeenten,
Hoewel de antirevolutionaire partij! cen
tralisatie én monopoliseering van bedrij
ven, die daartoe zijn aangewezen niet af
keurt, vraagt zij toch dat het provinciaal
bestuur de zelfstandigheid en de auto
nomie van do gemeenten zooweel mogelijk
ontzie. Ook overigens behooren Gedep.
Staten steeds te toonen, dat zij de zelf
standigheid van de gemeente hoog hou
den, waar dit slechts mogelijk is.
IX. Verpleging krankzinnigen.
Besluit het provinciaal bestuur de ver
pleging van krankzinnigen in eigen ge
stichten te doen plaats vinden, wat naar
het oordeel der antirevolutionaire partij
niet wenschelijk is, dan worde gezorgd,
dat in niets te kort wordt gedaan aan
do rechten van ,on- en minvermogende
kranken, die piet zijn steun worden ver
pleegd, om die verpleging te vinden in
gestichten die met hun levensbeschouwing
en belijdenis in overeenstemming zijn,
X. Subsidies.
Het Provinciaal bestuur steunt met zijii
subsidies het vakonderwijs en alle par
ticuliere actie, die voor dezen steun in
aanmerking komt, maar volgt ook daarbij:
den regel, dat geen uitzondering wordt
gemaald voor eenige godsdienstige beliji-
denis.
XII. Waterschappten.
Het provinciaal bestuur bevordere
krachtig de belangen van de waterschap
pen en zeekeeringen en draagt zorg voor
do behartiging van de rechten en belangen
van de ingelanden.
Nog een artikel omtrent, Afvaardiging
Eerste Kamer "lieten wij! ter zijde, daar
op dit punt de situatie in Groningen
te zeer verschilt van die in andere pro
vinciën, ook de onze; en de samenwer
king, hier althans, voorlaopig wel richting
Rechts zal blijven.
■tryjvwwaMw.w a.m—m- in iMncaiy^jao» uim.—wgw»;
Jammerlijke succespolitiek.
Op (het congres der S. D'. A. E werd
een reeds vaker vernomen bezwaar
naar voren gebracht, :als zou men van
die zijde zich in de eerste plaats be
ijveren otml stemmen te winnen voor de
verkiezingen, terwijl men in zijn taak
van de mensalien te maken tot over
tuigde aanhangers van het socialisme,
volkomen tekort schoot.
Deze aanklacht is igehcel gerecht
vaardigd.
Het werd trouwens reeds zoo vol
maakt juist gezegd op den Partijdag
der sociaal-democratie te Dresden in
1903 door Rebel: „Wij weten heel
goed, dat bij alle verkiezingen een
aanmerkelijk aantal stemmen op onze
candidaten uitgebracht wordt door lie
den, die ten slotte geen sociaal-demo
craten zijn".
En wat. Bebel zeide met betrekking
tot Üuitsch'land, geld t niet minder voor
de politiek der S. D. A. E ten onzent.
Hei toppunt, van politieke wijsheid
vond men in welberekende stembus
overwegingen, die niet in bet centrum
plaatsten de vraag welke richting in
het beleid de sociaal-democratische
beginselen vroegen, doch vrijwel enkel
oog had voor een kortzichtige succes-
politiek, (waarbij men op een zoo groot
mogelijk aantal' op de S. D:. A. P. uit
gebrachte stemmen trachtte beslag te
leggen.
Bij dit alles was hief, steeds de heer
Troelstra, die éten toon aangaf en zijn
gedragslijn zuiver bepaalde naar cle
winst, die voor een oogenblik dooi
de S. D:. A. P. kon geboekt, die door
het voeren eener eenzijdig-opportimis-
tiscbe politiek, welke de scharen van
arbeiders trekken moest, het belang
zijner partij meende te dienen.
Succespolitiek voerde bij, toen de
partij haar standpunt moest'bepalen in
de agrarische kwestie en bij het onder
wijsvraagstuk, toen de houding moest
vastgesteld tegenover vakorganisatie
en ten opzichte van de algemeens
werkstaking.
De vraag, hoe de socialistische
denkbeelden zelf meer Vat zouden krij-
niet langer kunnen tegenhouden, tot op
een enkele vezel na, afsneed. Wie zal
zeggen, dat het niet goed is voor haar?
Voor ons Doch ik wil alleen over
het verledene schrijven.
Het is niet noodig in deze "bladzijden
te spreken over de ademlooze spanning,
waarin wij in die dagen verkeerden, ter
wijl een heete strijd rondom de stad
gevoerd on ons lot in de weegschaal be
slist werd. Op den morgen van den der
den dag kwam het bericht, dat onze
troepen wederom waren verdreven uit de
zoo duur gekochte stollingen. De berich
ten waren echter onbepaald en zeer tegen
strijdig. Wij konden slechts wachten.
Reeds waren vele honderden gewonden
in de stad gebracht, en nog hoorden wij
niets van August. Eindelijk kon ik den
angst, het onbepaalde voorgevoel, dat mij'
reeds vele uren benauwde, niet langer
dragen. Terwijl Lili bij moeder was, ging
ik naar de zitkamer, vanwaar ik op straat
kon zien, on keek naar buiten, terwijl
ik mijn gloeiend voorhoofd tegeti hot kou
de glas drukte.
Ik behoefde niet lang te wachten. Ik
bad nauwelijks tien minuten zoo gedaan
of een rijtuig raad tot voor do deur en
hield daar stil. Ik drukte mijn hand op
mijn hart om het pijnlijk kloppen te doen
bedaren on zag door een nevel, die zich
(allengs over mij'n oogien verspreidde, met
gespannen aandacht napr de personen,
gen op cle massa, boe men in de bree-
cle lagen des Volks zou worden op
gevoed tot doelbewust sociaal-demo
craat, was dan van later zorg.
Men speculeerde op de gunst van
een ieder die, met den bes taanden toe
stand igeen vrede hebbend, in morren
de, ontevredenheid omzag naar een
partij, die iets beters toezeggen durfde.
Zoo nam! men toe in getal, niet aan
innerlijke kracht.
Wat men aan de oppervlakte won,
ging in cle diepte teloor.
Enkel het landbouwbelang.
Een breedopgezette aotie wordt ge
voeld door beoefenaars van het jacht
vermaak, om] alsnog eenige hindernis
in den weg te leggen aan liet ontwerp-
Jachtwet, dat den gebruiker van den
grond als eerste aanwijst om fe bepa
len, hoe sterk de wildstand binnen zijn
geliied zal zijn.
Men kan den beoefenaars van het
jachtvermaak een goed hart toedragen
en toch van meening zijn, dat de be
staande toestand grondig dient gewij
zigd en het niet aangaat de schade, die
do grondgebruiker van het. wild onder
vindt, afhankelijk te stellen van de
meerdere of mindere jachtlust van
dongene, die het recht tot. jagen bezit.
Met het adres, zooals dat door de
Kon. Ned. .Tachtvereeniging „Nimrod"
de Ned. Jagersvereeniging en de Ned.
Vereeniging van Jachtopzichters bij cle
Tweede Kamer werd ingediend, inag
dan ook' van land bouwerszij de geen
instemming betuigd.
Het antiquarisch heerlijk jachtrecht
moge aan do maatschappelijke toestan
den van voorheen hebben beantwoord,
in onzen tijd is het ten ©enenmale mis
plaatst.
Alles is er vóór te z'eggen, clat hij,
die den grond bebouwt en uit de
vruchten van den bodem zijn bestaan
heeft, tevens ook beoordeelen zial of
en zoo ja, in welke mate cle wildstand
gehandhaafd blijft.
i Enkel aan der'i gebruiker zij in dezen
het woord.
Niet de eisch van het jaehlvenbaajk,
maar het landbouwbelang igeve clan
doorslag.
Een oude Arbeider.
Uitkijk schrijft in Fricsch Dagblad:
'k Zal es iets „uit liet leven" verhalen.
Neen, niet van dézen tijd. Ook niet uiti
de laatste jaren. De menschfln, van wie
ik verhaal, zijn allen dood en was 't iets
min edels geweest, ik zou thans zwijgen,
doch nu het tot hun lof strekt, ook nog
na hun dood, mag ik gerust spreken,
't Is iets „uit het sociale leven". Niet
om nu hier of ginds precies na te vol
gen, maar er schuilen gedachten en be
ginselen in, die ook th&ns nog waarde,
hebben.
'k Zie hem nóg voor me staan: Bart.
„Eenden-Bai't", zeiden de jongens wel.
Want geen monsch in de gansche ge
meente was zoo'n eendenkenner als Bart.
Die beestjes waren zijn „pleziertje" en
van hoeveel verschillende boeren ze ook
door den polder zwierven, Baat wist
altijd direct te zeggen, wiens ©enden liet
waren
Neen, 'n ontwikkeld man was-ie niet.
Het lijkt er niet naar. Bij mijn vader had
Bart op rijper leeftijd nog lezen ge
leerd, want school gegaan had-ie in z'n
harde jeugd hoogstens 'n paar jaren, doch
de spelboekjes die hij in dien tijd had
doorgewerkt, was-ie allang uit z'n her
sens kwijt:
Want vlug van begrip was-ie óók niet.
Ja, van dht lezen-leerenBart was rijk,
'n Koningskind. Daar kreeg ik eerst
later oog voor, maar ik kan me nog her
inneren, hoe Bart op 'n avond bij mijn
vader kwam en vroeg of meester 'm ook
nog lezen leeren kon, èn wouhij zou
doen, wat-ie kon.
„Ja, zie meester! om de krant gteef ik
niet veeldat vertellen m'n jongens
me wel, als daar wat in staatmaar
dat ik mijn Bijbel niet lezen kan, dat is
hard!"
Mijn vader was wel bereid, Wilde ten-
die bezig waren uit te stappen. Eerst
oom Louis, toen August met- do o del ijk
bleek gelaat en los omgeslagen mantel.
Zijn sta.p was wankelend en hij leande
zwaar op ooms arm. Het volgend oogen
blik was ik beneden aan de trap en steun
de hem aan de andere zijde. Nog was er
geen woord gewisseld. De eetkamer was
het naaste vertrek. August zonk in een
grooten stoel neer, flauw dooir uitputting
of door aandoening. Oom Louis ging ook
zitten, met do ellebogen op tafel, ver
borg het aangezicht in de handen en
snikte hoorbaar.
Met het zekere voorgevoel, dat op Zulke
oogenbliklcen do hevigheid van den slag
tempert, begreep ik dadelijk, dat wat
ik zag niet het ergste was. Werktuige
lijk vulde ik een glas met wijn
en bracht het August aan do bleeke lippen
Toen ontmoetten zijn oogen de mijne en
zag hij mij' aan «net een blik, waarin
hevige droefheid en tegelijk medelijden
te lezen waren. Melt een heesche stem
zeide ik: Zeg mij maar ineens het ergste*
August, ik kan bet dragen. Hij bedekt©
de oogen met bevende hand en zeide op
doffen toon: Het is het ergste Renée.
Toen begreep ik, wat ons overkomen was.
Onbeweeglijk, als vernietigd bleef ik
staan. Met gesmoorde stem zeide ik:Dood'.
Victor, onze Victor dood. O, wie zal liet
(aan moeder zeggen?
Die vraag was niet noodig. Op hot-
minste z'n best doenMaar 't moei
lijkst was: de tijd.
Vader had in den winter „avondschool",
waaruit hij acht uur, lialf negen thuis
kwam; Bart had den acht urendag nog
niet, integendeel! en was winter en zo
mer bij zijn boer 's morgens half vijf
present
„Ik weet er dit op, Bart!" zei vader:
„Kom van zeven tot acht op de avond
school. Dan zitten de jongens te rekenen
en daa kan ik je wel wat voorthelpen!"
En zoo is het toen ook geschied. De
„jongens van de avondschool" stonden
nu juist niet bekend als de makste scha
pen vair 't dorp, allerminst als ze na
achten de school uitrenden, maar ik
weet toch nog best, dat 't indruk op ons
maakte, toen mijn vadereenvoudig weg
vertelde: Bart zou óók op avondschool
komen om lezen te leeren, hij wou zoo
graag zelf den Bijbel kunnen lezen.
Daar hadden we toch respect voor. En
we tóónden het, op jongensmanier, door
zonder eenige afspraak, van Bart nooit
eenige, bizondere notitie te nemen.
Ilij heeft inderdd&d lezen geleerd.
D. w. z. hij kon in den Bijbel terecht,
omdat de inhoud hem zoo bekend en
dierbaar was. Ander drukwerk las hij
zelden; geschreven schrift nooit, t
kostte hem te veel inspanning.
Bart's sociale positie was niet schitte
rend. Doch daarover heb ik het nu niet,
lk wil nu een bizonderheid in herinne
ring brengen, toen ik zelf al 'n jong-
mensch was; vele dingen beter begreep
dan als knaap; beter opmerkte en de
verklaring der dingen zocht.
't Was op 'n keer, in de kerk. Bart had
zijn plaats tegenover mg. Niet zelden
dwaalde mijn blik naar hem af, want je
kon lezen op Bart's gelaat. Je z;\g er,
wat indruk de preek op hem maakte.
Ei' preekte een bejaarde dominee. Een
uit de „oude, afgescheiden school".
Hoc 't nu zoo te pas kwam, weet ik na
zooveel jaren niet meer, maai' de predi
kant had het over „dynastieën" oftewel
„vorstenhuizen".
En eensklaps „praatte" hij zoo:
„Neen, genade is géén erfgoedwe
hebben met een vrijmachtig God te doen,
die aan niéts gebonden is, ook aan geen
„vroom bloed"maar 't, wil toch wel-
eens zijn, dat Hij Zijn genade in de ge
slachten, in oen lange lijn komt te ver
heerlijken en dbt, mijne geliefden 1 is
wel do allerschoonste dynastie, die ik
ken: een geslacht van koningen, die met
Christus zullen heerschen in eeuwigheid!"
Net keek ik toen naar Bart. De uit
drukking, tóen! op dat verweerde en door
groefde arbeidersgelaat! Tot zi'ilk een „dy
nastie", door Gods genade behoorde ook
hij. Vader en grootvader, dat wist hij,
waren „in de volle verzekerdheid" heen
gegaan en zijn eigen, tóén al volwassen en
gehuwde zoon, wandelde óók weer in
's Heeren wegen.
Ik sloeg beschaamd mijn oogen neer.
Waarlijk, daar zat een koningszoon:
Die, o zulk een sober aardsch bestaan
had, dat zeker wel heel wat verbetering
behoefde, doch die het ondanks dit alles,
tóch ervaren mocht: „Uw gunst sterkt
meer dan d' uitgezochtste spijzen!"
Een nieuw stadium in den klassestri jd.
Amerika brengt ons een novum op het
gebied der verhouding van werkgevers
en werknemers. Naar het gerucht wil heeft
inderdaad deze week de Broederschap van
spoorwegmachinisten voor een groot be
drag aandeden gekocht in de Empire Trust
Company van Nieuw York. Deze broeder
schap is financieel de machtigste, en dié
meest invloedrijke aller Amerikaansche
vakvereenigingen. De Empire Trust is een
ban kinrichting die over ongeveer 150
millioen guldens beschikt. De samenwer
king van heide kan niet dan een betere
verstandhouding teweeg brengen lus-
schen de uitersten op het gebied der
indusfrieele bedrijvigheid. Warren Stone*
de meest conservatieve van de woord
voerders van den. arbeid, leider van de
Broederschap en William Prenter, secre
taris en penningmeester, zullen him ver
tegenwoordigers zijn in den Raad van be
heer van den Trust en aan één tafel ko-
zelfde oogenblik klonken dooi' het ge-
heele huis luide jammerkreten. Justine
(hoorde ze in do keuken, en Lili in. moeders
kamer. Beiden schoten toe. De arme, klei
ne Arnold was onbemerkt binnengekomen
had alles geboord en ook begrepen. Au
gust, hoewel verzwakt door ontroering
■en bloedverlies, behield de meeste tegen
woordigheid van geest. Hij trok het schrei
ende kind tot zich, voordat hot de kamer
kon uitsnellen en zeide lot mij: Ga naai
moeder, Renée, zij heeft het nu al be
grepen.
D'at was ook zoo. Toen ik haar kamer
binnenkwam zat zij recht overeind op de
canapé, met gevouwen handen en doods
bleek gelaat. Wie is het Renée? vraag
de zij bedaard. Mijn lippen weigerden
[haar dienst, tiet is Victor, zeide zij.
Ik boog het hoofd. Op zachten, diep smar-
tclij'ken toon vervolgde zij: Mijn jongen!
Mijn lieve jongen!
Doch de schok was te groot voor haar
zwak gestel on Zij aonk achterover in
©en diepe flauwte. 0, wie kan den angst,
Me verwarring, do smart van het uur,
dat nu volgde, beschrijven. Gelukkig bleef
m'ijn hoofd helder, hoewel de onverwachte
slag mijn hart had versteend. Oom Louis
was door droefheid overmand, August ga-
wond en ziek. Arnold schreide en snikte
heftig, Justines oogen waren verblind door
tranen, Lili alleen, die kleine engel, on3
door God gezonden, bleef kalm en hielp
men te zitten mei Charles Schwab, ©en
dei' allergrootste Amerikaansche werkge
vers, Coleman Dupont en vele andere
„captains of industry". De Broederschap
beheert een twaalftal coöperatieve ban
ken in verschillende streken van Amerika,
en bezit verschillende mijnen en waren
huizen; haar vereeniging met den Empire
Trust wordt beschouwd als de merkwaar
digste stap van industrieele arbeiders in
de financieele zakenwereld. Bestuurders
vja.n den Trust zeggen dat zij in Store
en zijn collega's scherpzinnige, bekwamJd
en vooruitziende menschen gevonden heb
ben, die rondborstig en eerlijk denken,
spreken en handelen en zij gelooven dat
de overeenkomst voor beide partijen en
voor de gemeenschap de beste vrachten:
zal afwerpen.
Bolschewisme en godsdienst.
De bolschcwiki laten geen gelegenheid
ontsnappen, om de gevoelens van het volk,
waarover zij tyranniseeren, te beleedigen.
Zoo was ook de beleedigende processie
op den Russischen Kerstdag een bere
kende, zorgvuldig beraamde hoon. De or
ganisatie van de „plechtigheid" was over
gelaten aan een der communistische jeugd
bonden. De vertooning, door twee groe
pen gegeven, waaronder een van studenten
uit de Oostelijke landen, die op kosten van
den sovjetstaat als militante bolscbewis-
ten worden opgevoed, was e©n jammerlijk©
karakteristiek van demoralisatie, onbe
schaamdheid en laagheid. De meeste spe
lers waren jonge Joden en Mohammeda
nen uit Turkije, Perzië, Afghanistan en In-
dië. Er was geen enkele Rus onder hen.
„De processie bad een uur noodig om
voorbij te trekken. Het heel© doel was
het verhaal van Bethlehem uit het Nieuwe
Testament, belachelijk te maken; waarbij
gepoogd werd te bewijzen, dat dezelfde
geschiedenis ook van andere goden wor
den verhaald. Eerst kwam een beeld van
Boeddha. Dan een groep militairen, waar
achter in automobielen „de goddelijke red
ders van alle volken", Osiris, Boeddha,
Mardock, Mithra, Christus en andere go
den. Deze beelden waren omgeven door
liet uitvaagsel van het menschdom. Do
motto's der meegevoerde banieren waren
niet minder godslasterlijk. Op een andere
der verschillende auto's werden de H.
Drievuldigheid en het Goddelijk Huisge
zin voorgesteld, door personen van het
minste allooi.
„Ik kan geen woorden vinden", aldus
een Engelsch blad, „streng genoeg voor
mijn afschuw over deze fieltachtige en
heiligschennende parodie, welke vergezeld
ging van talrijke kniebuigingen, liet ma
ken van kruisfeekons en spot-zegeningen.
Door de bolschcwistische politie tegen een
tusschenbeide komen der hevig veront
waardigde bevolking beschermd, trok de
stoet door alle voorname straten van Mos
kou. In elk ander land van Europa zou
den de organisators van zulk een parade
gearresteerd zijn. Hier werden juist de
verontwaardigde toeschouwers in hechte
nis genomen.
Ten slotte had een godsdienstoefening
plaats, waarbij de meest heilige myste
ries belachelijk: werden gemaakt. Daarna
werden de beelden der goden verbrand-
Zoo vierden de bolschcwiki Kerstmis
Legerpaarden.
De heer A. van Leeuwen, districtsvee-
arts te Utrecht, schrijft in de „Veldbode":
De aankoopen van paarden in ons land
voor het Spaansche leger houden nog
aan. In September werden uit Utrecht
36 stuks naar Spanje verzonden, in No
vember 45 en in December 24 stuks
verzonden. Volgens mij verstrekte inlich
tingen kan men nergens zoo goed terecht
,als in Nederland voor den aankoop van
deze paarden. Die kwaliteit schijnt in den
smaak te vallen en er behoeft weinig
geld voor betaald te worden. Bij de
laatste aankoopen werd niet meer dan
ongeveer f325 per stuk betaald voor
voljarige ruins, doch hierbij komen nog
ongeveer f 300 onkosten per stuk, voordat
cle dieren goed en wel ter plaatse zijn.
Met genoegen heb ik deze dieren gezien
en ik ljeb mij de vraag gesteld, hoe het
toch mogelijk is dat de Spanjaarden deze
nrij ,qp baar lieve manier. Zij" ging! van
den een tot den lander, helpend, veav
troostend en raadgevend. Het zou vcr-
geefsche moeite geweest zijn den dokter
te laten roepen; want dien dag hadden
de doktoren do handen vol. Ik begreep,
dat de bewusteloosheid, die jnoeder voor
het oogenblik gevoelloos maakte, een wel
daad voor haar was, en vreesde voor het
ontwaken. Toen de lieve oogen zich ein
delijk openden, zagen zij met innig mede-
doogen op mij neer, alsof mijn droefheid
grooter was dan de hare. Mijn arme Re
née, meer zeide zlij niet.' Vervolgens vraag
de zij naar August en oom Louis. Ik
antwoordde, dat de laatste gezond en
wel thuis was, maat dat August daaren
tegen gewond was, doch, zooals ik hoop
te, slechts licht en niet gevaarlijk. Ter
stond drong zijl er op aan, dat ik tot
hem zou gaan om hem to verzorgen, en
ik deed het, daar Lili bij" haar kon blij
ven. Zij kon haar de troostwoorden toe
spreken, dio ik niet had, want ik zag
geen Jicht.
Ik vond August nog steeds in de eet
kamer en ik haalde hem over om maar
dadelijk naar bed to gaan. Eerst ging hij
naar moeder. Zij' schreide stil, toen hij
haar kamer binnentrad. Mijn lieve jongen,
zeide zij, haar vermagerde armen om zijn
hals slaande, mijn eenig overgebleven zoon
behalve de kleine Arnold.
(Wordt vervolgd.)