>0 40 37 e Jaai •srai Oonderdag 10 November 19SS Staten-GeneraaL Buitenland. Drukkers-Exploitanten OOSTERBAAN LE COINTRE GOES Bureaux: Lang'e Vorststraat 68—70, Goes Tel.: Redactie no. It; Administratie no. 58 Postrekening1 No. 36000. Bijkantoor te Middelburg: Firma F. P. DHUIJ, L. Burg. Tel. no. 259 EEN VERRASSING? De heer Colijn heeft succes niet zijn Kamerrede van j'.l. Donderdag. De heele meelevende pers heeft een oogenblik stom gestaan van verrassing over hetgeen genoemde staatsman omtrent de landsverdediging in verband met de noodzakelijke bezuiniging in 't midden bracht. Zijn antirevolutionaire geestverwanten in de Kamer keken er niet zoo vreemd van op, maar zijn „protestantsche" en „katholieke" coalitiegenooten waren wei een weinig geschrokken. En voor do pers, van Volk tot Nederlander was zijn als uit de lucht gevallen- advies een verrassing, hetzij met, hetzij zonder vraag- teeken. De Nieuwe Haagsche (a.r.) ging liet verst, door „ronduit (te) verklaren, het, gegeven de atmosfeer, die door revolutio naire, internationaal-gezinde groepen ver giftigd is, niet voorzichtig te vinden, dat een dergelijke uitlating, zonder breede ad structie, zoo maar werd gelanceerd." En de redactie wil dan ook „nadere uiteenzetting, die niet kan uitblijven, af wachten." i De Nederlander (c.h.) merkt opi dat de delensie-passage in Colijns overigens veel toegejuichte en ingestemde rede „een vreemde verrassing" bracht. Namelijk des sprekers „opmerkingen over de verdedi ging van onzen nationalen bodem tegen, vreemd geweld". Het blad drukt de gewraakte woorden a£ en besluit dan: „We vleien ons met de verwachting, dat spoedig zal blijken, dat de heer Co- lijn toch inderdaad meer doelde opi tech nische wijziging in ons defensie-sy steem (stelsel van landsverdediging, en niet op principieele verandering in het vraagstuk der landsverdediging 'zelve). Maar eenige verduidelijking, in verband, met het verleden en met het oog op1 de toekomst, is wèl gewenscht." Nu heett „de Nederlander" altijd voor een gezond 'stelsel van landsverdediging] gepleit, ook, tijdons de verkiezingen. Maar dit deed ook „Het Handelsblad" (u.l.), inzonderheid de bazuin van zijn Haag- schen redacteur den heer Elout gaf hierbij! geen onzeker geluid. En nu is het wèl opmerkelijk dat waar de verklaring van den heer Colijn voor het iChr. historisch orgaan een verrassing schijnt zonder vraagteeken, zij voor het unieliberale 'blad uit Amsterdam een verrassing met een vraagteeken, haast zouden wij zeggen hee- lemaal ;geen verrassing blijkt te zijn. De redactie toch schrijft: „Het komt ons voor, dat men over 'sheeren Colijn's verklaring niet zoo ver baasd behoeft te zijn, wanneer men „De Standaardmaar trouw1 pleegt te lezen. Daarin is op zulk een „operatief orgaan" al geruimen tijd gepreludeerd. Wat de heer Colijn bedoelt, is waarschijnlijk een neulraliteitsleger in tegenstelling tot een, 1 detensieleger." Het blad. zet dan nog eens zijn eigen 'gedachten uiteen, die wél eenige overeen komst vertoonen met de uitspraak van den antirevolutionairen staatsman „V oor ons land is de handhaving der neutraliteit een veel meer op den voor- grond komende taak dan de verdediging] des lands tegen een rechtstreekschen aan val en juist daarom verwerpen wij het oppenleger, dat voor de defensie mis schien goed, doch voor de handhaving uer neutraliteit ongeschikt was. Wij1 heb ben, voor ons open land, nu eenmaal f160'' a(m een groote, zij 'tniet krachtige, nana, die we er overheen 'kunnen sprei den dan een een stevige maar te kleine vuist, die niet verder reikt dan even buiten de Vesting Holland. Zulk een neu lraliteitsleger is het leger Van Dijk, waar op we nu misschien, in den gedachtengangj an den heer Colijn, nog wat kunnen be zuinigen zonder het voor die neutraliteits- taak ongeschikt te maken." Her hebben wij alvast een gezonde neenwjjzing. Laten wij nu eerst den gewraakten p'as- sus uifr de rede afdrukken, en daarbij' er aan hennneren, dat op een vraag van (en heer Iroelstra de spreker verzekerd a!e5-in de lleer Huymaer van Twist, do militaire gezaghebbende in de antirev. mul diens verklaringen ens is, zoodat wij het vermoeden mogen coesteren, dat de leider in deze verklaring gedachten heeft uitgesproken, die bij de Ivamerclub in goede, aarde gevallen zijn. Wij zijn er trouwens heelemaal niet ongerust op dat de opvolger van dr. \uyper zijn taak als leider anders zou opvatten dan zijn voorganger: in geen geval iets opzetten, waarmee de broe- eren, voorzoover zij het begrijpen, ook at missen zij op 't oogenblik den breeden nik om de portee van een zoodanige ingrijpende aangelegenheid als de wijzi ging van het stelsel onzer landsverdedi- ^lnS i'; overzien, ijiet zouden instemmen. Ui, beter gezegd, waarvan hun niet een Ve Zeeuw VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG en ander bekend zou zijn, om! het in de eerstvolgende maanden te bestudeéren. De veel besproken uitlating van den heer 'Colijn in de rede van heden voor acht dagen luidt aldus Dan komen wij ook aan dé de fensie-uitgaven. De heer Marchant heeft hier ge zegd, dat zonder een belangrijke be perking van de defensiemitgaven de Regeering onmogelijk haar taak zal kunnen volbrengen. Is sluit mij: daarbij1 aan. Ik wil dit nog eeniggzins nader toelichten, omdat daaraan onvermij delijk verbonden is, naar het mij voor komt, een wijziging: in ons defensie systeem. Tot iiQg toe is de defensie van ons land gebaseerd geweest, zoowel op1 de gedachte om onze verplichtingen als lid van de internationale volkeren gemeenschap te kunnen nakomen, als op teen langdurige verdediging, van on zen nationalen bodem'. Dit 'waren de twee grondgedachten waarop onze defensie gebaseerd was. Ik 'geloof niet, dat ik aan de "ver denking zal bloot slaan van het met de defensie van ons land licht te ne men; imaar ik 'moet wel zeggen, dat het mij voorkomt, dat in deze finan- cieele omstandigheden wij er toe zul len moeten komen, dat de gedachte, om ons nationaal grondgebied gedu rende langen tijd te verdedigen tegen vreemd geweld, uit ons defensiesy steem zal moeten worden weggeno men en dat wij! niet meer zullen kunnen doen dan een apparaat be houden, noodig om onze internatio nale verplichtingen als lid van de internationale volkerengemeenschap te kunnen nakomen. Daarvoor is noo dig in de allereerste plaats een ope ratief orgaan en alles wat niet met dat operatief orgaan te maken heeft, zal naar mijn overtuiging het kan misschien nog een jaar uitgesteld, maar ontkomen doet men er niet aan moeten worden afgesneden, om de eenvoudige reden, dat het an ders onmogelijk is te bereiken, wat bereikt moet worden. Deze verklaring moet worden gedacht in verhand met artikel 8 van ons Program van Actie In zake Defensie: Internationale regeling; tot beperking] van de kosten .van bewapening worde met kracht bevorderd. Zoolang echter an deren in West-Europa niet tot vermin dering van ontwapening; overgaan, worde krachtig verzet geboden tegen ontwape ning en vermindering van 's Lands weer macht. Het eerste gedeelte van dit artikel wordt door den spreker vastgehouden; wegens den schrikkelijk slechten tijd, moet de bezuiniging zoodanig zijn, dat alleen de internationale plicht drijvende blijft. En dat zal moeten, „daar het anders onmogelijk is te bereiken wat bereikt moet worden"; te Weten: een zoodanige be zuiniging (van 100 a 150 miljoen) dat het schromelijk tekort, door den heer Colijn vo.orzien, kan gedekt worden. In de toelichting van ons Program zegt de opsteller duidelijk: „dat de last aan de militaire bewapening verbonden aan merkelijk verlicht behoort te worden, maar dat is alleen mogelijk, wanneer door internationale regeling tot inkrim ping van de bewapening kan Worden overgegaan". De redeneering van den heer Colijn schijnt ons derhalve zoo: Wij halen het tekort over 1923 niet op. De regeering heeft geen basis voor bezuiniging .gegeven vóór de verkiezing, zij' deed het pas na de opstelling der begrooting. Dientengevolge en ook door verminderde opbrengst der belasting; zal het tekort over 1924 stellig: 150 miljoen bedragen. Dat kan nergens op gevonden worden dan hierop1: onze stellingen heb ben slechts betrekkelijke iwharde en 'kun nen niet capabel gemaakt Worden dan tegün zeer hooge kosten, die niet te vinden zijn, laten wij1 die stellingen dus loslaten en ons alleen spitsen op het operatief krachtiger maken ,van ons veld leger. Maar de uitvoerbaarheid hangt hier af van internationale regeling, zonder deze zou verwezenlijking van 't denkbeeld roe keloosheid zijn. Zie ihaar eens naarBel gië: Wanneer men echter nagaat, dat alle lan den Van Europa op 't oogenblik onder een zwaren schuldenlast gebukt gaan, Frankrijk zelfs misschien wel Het meest; en meer dan één volk zoodanig in ar moede wegkwijnt dat het door giften uit 't buitenland, ook uit ons land, op de been gehouden moet worden, dan rijst de vraag of wij niet aan de mogelijkheid eener zoodanige internationale regeling 'coe zijni Op 't oogenblik zegt de Toe lichting zeer terecht „is 't duidelijk dat de toestanden in Europa niet gecloogcn om t ot ontwapening over te gaan". Maar 't wordt toch ook steeds duidelijker dat 't in .geen enkel land meer op den ouden voet kan. Dit alles bedenkende en de réde van den heer Colijn overlezende ,zijn wij ge neigd te veronderstellen dat deze spreker nog maar de eerste snaar op: zijn speel tuig heeft aangeraakt, en er nog wel eenige nadere verklaringen zullen volgen. (lij heeft nu al zoo lang geroepen dat men 'toch den trcurigen financieelen toe stand inzie, en versta dat er in 't groot bezuinigd 'moet worden, Hat 't er anders met ons niet komt, dat wij: nu eindelijk eens ontwaken en ongerust worden en mee op onderzoek uitgaan, 'en zoeken I naar den weg ter ontkoming. Onze slotsom is, dat wij niet te haastig moeten zijn 'met onze instemming of af keuring. Onze politieke tegenstanders, die 't, om andere redenen, ook in de defensie-uit gaven zoeken, behooren dat wel te \Vetcn. Voorloopig is kalme overweging de boodschap. Want de heer Colijn heeft aan zijne verklaring 'terecht deze opmerking; vast geknoopt „Dat zijn echter vraagstukken, die niet kunnen worden afgedaan met een rede, door mij of een ander hier in de Ka mer gehouden, en door een antwoord, daarop door de regeering gegeven. Dit zijn vraagstukken, welke opzettelijk onder de oogen moeten worden gezien, evengoed als dit het geval zal zijn met andere vraagstukken welke in beteekenis hier mede op één lijn zijn te stellen. Tot ontwapening, zooals de heer Troelstra zegt, zal Het daarbij geenszins kunnen komen; wel tot belangrijke bezuinigingen. Ik heb gezegd, dat het mij voorkwam, dal al deze dingen noodzakelijk zullen zijn en dit hangt geheel samen met mijn oordeel over het al dan niet tijdelijke van den toestand waarin wij1 verkeeren."' Tweede Kamer. Gisteren was liet dan de dag voor de werldoozen-interpellatie. 't Is wer kelijk jam'mer, dat cfe sociaal-democra ten over dergelijke onderwerpen nooit zakelijk kunnen spreken. Altijd moet er agitatie bij te "pas komen. Zoo moest gisteren weer een straat-demOn- stratie van een paar duizend werk- loozen 'kracht bij de zaa'k zetten. Het wordt daardoor' andere partijen, die evenzeer méégevoelen met de slacht offers der Imalaise, moeilijk, om rustig en ernstig deze hoogst belangrijke kwestie onder 't oog te zien. De [heer V;. d. Tempel herinnerde aan de nota van den Minister van Arbeid, waarin verschillende gegevens zijn opgenomen. Uit deze nota blijkt voldoende, dat de toestand in het laat ste jaar erger is geweest dan vorige jaren. Naar sprekers oordeel kunnen we in de volgende maanden nog een uitbreiding van het aantal werkloo- zen verwachten. Thans bedraagt dit aantal reeds tegen de 100.000. Spr. vraagt hoe we als voik in zijn geheel, hoe regeering en volksvertegenwoor diging tegenover deze volksgenooten staan moeten. De steunregeling achtte spr. niet vol doende. Wanneer met deze regeling wordt voortgegaan, zal deze van in vloed zijn op de loopen en zullen we spoedig een nog verdere loonda ling zien volgen. Naar sprekers oordeel hebben de werkloozen recht op een behoorlijke ondersteuning. Geschiedt dit niet, dan zijn we aardig op weg, om de ma laise nog te verscherpen. Aan het slot van zijn betoog stelde dhr v. d. Tempel eenige vragen, waar van de belangrijkste zijn: Is de Regeering bereid een aanzien lijk bedrag pp de Staatsbegrooting uit té trekken waardoor publiekrechtelijke lichamen en particulieren voor doel matige werkverschaffing kunnen zor gen? Is de Regeering bereid extra hulp' te verleenen aan noodlijdende werk- loozenkassen Is de Regeering bereid voor 50 pro cent bij te dragen in de uitfceeringen van gemeentewege en wat aan uilge trokken en niet verzekerde arbeiders wordt verleend Twee 'ministers dienden den inter- pellant op korte, duidelijke wijze van antwoord. Minister Ruys zei o,a. De regeering zal 2 millioen gulden uittrekken voor werkverruiming en zal dus krachtig werken in de richting van werkverschaffing. Wat cje uitgetrokkenen en niet-ver- zekerden betreft, (de laatste vraag) daaromtrent kon de minister geen toe zegging^ doen. Steunverleening is een noodmaatregel en de regeering blijft op haar standpunt staan, dat dit de opvatting moet blijven, die verloren zou gaan bij het uitvoeren van een' algemeene steunregeling. Er wordt aan de gemeenten alleen 25 pet. gegeven voor de uilgetrokken arbeiders. De regeering kan niet ver der gaan. De regeering heeft noodgedwongen besloten de mate van den steun voor ieder geval afzonderlijk te bepalen in verband met de finanoiëele draag kracht der gemeenten en den omvang van de werkeloosheid. Deze regeling zal 1 Januari a.s. in werking treden. De Minister van Arbeid beantwoord de de overige vragen. De Regeering is bereid aan werk- loozenkassen, welke met, 100 pet. sub sidie van Rijk en gemeente(n) niet aan de reglementaire verplichtingen kun nen voldoen, in 1923 in bijzondere gevallen in verband met de crisis op de arbeidsmarkt, individueel te be- oordeelen, een hooger percentage-sub sidie toe te kennen in het algemeen tot hoogstens 150 pet. en in zeer hooge uitzonderingen tot 200 pet., brits aan de volgende voorwaarden wordt voldaan: dat de uitkeeringsduur niet langer wordt gesteld, dan op 60 dagen per kalenderjaar en Voor zoover het sei- zoenkassen of seizoenarbeiders betreft niet langer dan op 36 dagen (land arbeiders, grondwerkers) dat de wachttijd voor elke werkloos heidsperiode minstens zes dagen is, waarbij echter onderbreking van de werkloosheidsdagen met niet meer dan twee dagen van arbeid geen nieuwe werkloosheidsperiode zou behoeven te doen ontstaan; dat de wekelijk'sche uitkeering als maximum niet meer bedraagt dan 60 pet. van het loon, dat in den tijd waarin een lid werkloos is als loon voor arbeiders van dezelfde categorie geldt; dat bij zoogenaamde gedeeltelijke werkloosheid het recht op uitkeering eerst ingaat (met inachtneming van het bovenvermelde aantal wachtda- gen), wanneer de verkorting minstons een derde van den normalen werktijd bereikt, en de uitkeering het loon niet verder kan aanvullen dan tot 2/3 der normale verdiensten per week; dat de uitkeeringen in geen geval hooger mogen worden gesteld. Minister Ruys en ook dhr. Snoecfc Henkemans wezen er nog op, dat zoo wel de Earner a,ls de Regeering zijn overtuigd, dat de nood onder de werk loozen niet gering is maar ook onder de belastingbetalers verkeeren velen in nood. En ook met dien nood heeft de Regeering rekening te houden. De heer Van den Tempel was over het algemeen met deze antwoorden zeer weinig tevreden en sprak dit uit in een tweetal moties, .waarover vandaag zal worden gestemd. De Turksche kwestie. Volgens een bericht nit Lausanne wordt het thans als zeker beschouwd, dat Ismet Pacha, de voornaamste Turksche gedele geerde bij de a.s. vredesconferentie, naar Parijs zal gaan, om daar den toestand met Poincai'é te bespreken. Aan de Tur ken is intuss.chen officieel beriaht ge zonden, dat de conferentie 20 dezer zal beginnen. De uit Smyrna gevluchte Britsche on derdanen zijn door de Britsche regeering ernstig gewaarschuwd niet naar Smyrna terug te keeren, aangezien de toestand in de stad van dien aard is, dat hun veilig heid niet verzekerd is en in elk geval ont bering hun te wachten staat. Velen be reiden zich dan ook voor om naar Europa te vertrekken. Uit Broessa komen ernstige berichten, meldende o. m. dat de Khemalisten een Fi'ansch klooster, tevens meisjespensio naat, zijn binnengedrongen en daar groote verschrikking hebben verspreid. Een der zusters moet reeds onder de brutale be handeling cler soldaten bezweken zijn. Volgens berichten uit Constantinopel zouden drie Italiaansche schepen en een Framsch stoomschip wegens politieke re denen door de Turken te Batoem in be slag zijn genomen. De aardbeving In Chili. De oorzaak der Chileensche aardbevin gen schijnt tweevoudig te zijn. Ten eerste 'A b o n nemeints p rijs: Per 3 maanden, franco per post, f 3.— Losse nummers f 0.05 Prijs der Advertenfiën: 1—4 regels f 1.20, elke regel meer 30 ct. Bij abonnement belangrijke korting. a fff ij OCHTENDVOER worden de meeste der daar voorkomende aardbevingen door de talrijke vulkanen veroorzaakt. Het Noordelijk gedeelte van de met de kust parallel loopende berg keten der Cordillei'as behoort geologisch' tot de oerformatie. Het meer Zuidelijke deel bestaat uit krijtlagen, waarboven zich vele vulkanen verheffen, waarvan er nog verschillende in werking zijn. Behalve de ze vulkanen komen ook talrijke heete bronnen voor. Het vulkanisch gebied ein digt echter niet bij de kust, maar strekt zich tot de verscheidene aan den Ooste lijken kant van den Stillen Oceaan gele gen eilanden uit. Ook hier vinden zoowel bovenaardsche als onderzeesche vulkani sche uitbarstingen plaats, welke zich tot de Chileensche kust voortplanten of vloed golven teweeg brengen. Zoo was de vloed golf door een uitbarsting op het eiland Ki'akatau in de straat Soenda (1883) als ook die van uitbarsting van Montpellier (1903) tot aan de kust van Chili waar neembaar. Omgekeerd plantten bij de groot® aardbeving van Arica (in de Chileensche provincie Tacna) op 13 Augustus 1868 de vloedgolven zich voori tot Valdivia een afstand van 2634 K.M. en zelfs tot Hono- loeloe, dat 10350 K.M. verwijderd was. De ze vloedgolf verplaatste zich zoo snel, dat zij niét minder dan 820 K.M. per uur aflegde. Uitgesloten is het daarom niet, dat men ook nu vloedgolven of verwoes tingen op veraf gelegen kusten zal on dervinden. Een tweede oorzaak der aardbevingen schijnt te zijn gelegen in de geologische aardverschuivingen, waarvoor de bodem der Westkust van Zuid-Amerika bijzon der gunstig is. De bewoners zelf onder scheiden de aardbevingen in „Temblores" en Terremotos", waarvan de eerste vaker voorkomen, maar ook minder gevaarlijk zijn. Een „Terremoto" was bijv. de gewel dige aardbeving van het jaar 1751, welke dé stad Concepcion en talrijke andere steden met den grond gelijk maakte. Dat de vulcanische uitbarstingen juist zoo veelvuldig aan de kusten voorkomen, moet volgens de jongste opvattingen der wö- tenschap daaraan geweten worden, dat de aardkorst naar verhouding weinig weer standsvermogen heeft. Aan de kusten komt nu naast den luchtdruk op de aardkorst ook nog de druk van het water, waardoor het gloeiend-vloeibare binnenste der aarde omhooggedreven wordt. De verkiezingen in Engeland. De verkiezingen openden gisteren onder niet zeer gunstige omstandigheden, omdat de mist nog steeds zwaar over het land hangt. Men vermoedde derhalve, dat de opkomst niet zeer groot zou zijn, vooral omdat automobielen en andere voertuigen, die gebruikt worden om de kiezers naar de stembus te brengen in hun snelheid van beweging belangrijk werden belemmerd door den mist, terwijl bovendien personen' die niet gezond zijn, zich ook niet buiten zouden wagen. Men hoopte echter dat in den loop van den dag het weder zou opklaren. In verschillende buiten-districten Van Londen, waar een groot deel der inwo ners haar bezigheden in de stad heeft, gingen de stemlokalen reeds om 7 uur open en hier en daar zouden zij tot 9 uur open blijven. Den geheelen dag door is er in het land druk, doch rustig gestemd. Het be langwekkendste feit was ongetwijfeld de gretigheid waarmede de vrouwen voorden eersten keer haar sedert kort verkregen rechten als kiezers uitoefenden. De eerste wijziging in de positie dei" par tijen was een overwinning der liberalen in Great-Yai'mouth, waar de liberaal in een driehoeksverkiezing den zetel won, die totnogtoe door den conservatief was bezet. Om 10 uur was de stand der partijen als volgt: conservatieven 44 zetels, na- tionaal-liberalen 7, liberalen 5, arbeiders 4, onafhankelij ken 1- De straten van Londen wai'en gister avond propvol met een goedgeluimde men 9c hen men i g tedie door de hoofdstra ten. wandelden, of zich ophoopte op de plaatsen, waar de verkiezingsuitslagen werden bekend gemaakt. De crisis in Duitschland. Hierover is nog weinig nieuws te mel den. Alles is nog in 't stadium van overleg. De rijkspresident heeft tot nog toe geen

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1922 | | pagina 1