37e Jaargaaf;
Middelburg.
id oi aankomends lid
EERSTE BLAD.
DEPOSITO - REKENING-COURANT
VERZEKERINGEN Op ALLE GEBIED.
VERVANGT NATUURBOTER
Binnenland.
No IS
Zaterdag 14 October 11922
bii voor
RUSTER,
lie tij imlirijiii
ren Boiwland
n Haard (Franklin),
Handknecht
Meid gevraagd,
n
Dienstbode
Dit nummer bestaat uit twee bladen
FEUILLETON.
DUITSCHIANDS LEED.
Buitenland.
BANK-ASSOCIATIE
wertheim gompertz 1834 en creqietvereeniging 1853.
4 ;jj| wa ra jf g» groote markt 24
n.A r« i U EL9 tel. interc. No. 4i en 227
CREDIETEM - EFFECTEN - COUPONS
i hoog model.
aaien wijd uit,
hekend.
n ons weder
n, dat wij onze
r wille zijn en
ischen te ver
ge Burg C 89.
ten we dat we
onze goederen
rden.
[en ontvangen
chtcollectie stalen
Werkmansbroeken.
concurreerende prijzen,
lend,
er - Wolphaartsdijk.
Dostweg, laatst in paclit
eijt; dadelijk te aan-
worden ingewacht vóór
a. s. ten kantore van
TRUVE te Middelburg,
lere inlichtingen worden
TE KOOP:
goed als nieuw,
antoor Aagtekerke.
TE KOOP:
kkelen Buiskachel,
VISSER, Eendracht,
|g-
Tegen Mei
n Knecht
bij JAC. DE VISSER,
Met Mei
itende Knecht gevraagd.
Boschweg, Vlissingen.
irt
ankomende Knecht
P. FRANCKE, Bigge-
:ede Paardenknecht
jij J. BOONE, Moesbosch
ie.
1ANCKE, St. Laurens,
lei
Meid benoodigd,
EONSE, Klein Popken-
Laurens.
of aankomende Meid
[ij J. GROENEN BERG Az.
Hoogelande.
aankomende Meid
bij C. MELIS, Seroos- j
of aankomende Meid
bij J. BA AI JENS Jz>
|rke.
v HERTSTEIN, Bad
88, Vlissingen, vraagt
|Nov. of 1 Dec.
en
nacht.
bij J. R1EMENS
Brakkers-Exploitanten
OOSTERBAAN LE COINTRE GOES
Bureaux: Lange Vorststraat 6870, Goes
Del.: Redaotts no. 11; Administratie no. 58
Postrekening N«. 36000,
Bijkantoor te Middelburg:
Firma F. P. DHUIJ, L. Burg. Tet no. 259
2ïe Zeeuw
VERSCHIJNT ELKEN WERKDAB.
Abo«nementspr|i':
P*r 3 maanden, franco per post t 3.—
Lesat nummers f 0.01
Prijs der Advertentlün:
1—4 Iragels f 1.20, elke regel «Heer 80 oi,
Bij abonnement belangrijk» korting.
ACTIVISTEN.
Dr Noorduijn te Gorinchem legt in „Het
Vaderland"üït dat de vervolging der ac
tivisten door de Belgische regeering een
onrechtvaardigheid is, en dat het activisme
een reactie is op de onderdrukking van
Vlaanderen en zijn taal gedurende eeuwen
door de Franschgezinden in de Zuidelijke
Nederlanden, later België geheeten. Aan
zijn betoog is het volgende ontleend:
Er waren vóór den oorlog enkele Vlaam-
sehe intellectueelen, die recht vroegen
voor h'ini volk, maar het waren er wei
nige, en zij vroegen het niet krachtig ge
noeg. Zij hadden althans geen succes. Op
onderwijsgebied heerschte en bleef heer-
schen de grootste ongelijkheid. Het
Vlaamsch verschopt op de lagere school,
de middelbare school, in heL geheel geen
staatsuniversiteit met Vlaamschen leer
gang. Te Gent, in het hart van Vlaanderen:
de universiteit Fransch, alles Fransch.
Die voortdurende onderdrukking van de
Vlaamsche beschaving, van het Vlaam-
sche volk heeft de intellectueelen onder
hen, die het troüw bleven, verbitterd.
Zij zijn hun onderdrukkers, de Franskiljons
en de Walen, gaan haten, want zij- voelden
dat deze het Vlaamsche volk als zoo
danig zochten te vernietigen, en zij ston
den pal.
Tijdens den oorlog is er onder die
Vlaamsche intellectueelen een splitsing ge
komen de eene partiji wilde niet meer
onder 'één bestuur, in één staatsverband!
blijven met het onderdrukkende volk,
ftnaar maakte gebruik van het verlof, door
Duitschers gegeven om het Vlaamsch te
verheffen: een Vlaamsche universiteit te
Gent te stichten. Deze partij erkende
België niet langer als een ondeelbaren
staat, en stelde den Raad van Vlaan
deren in. D'e andere partij; iwilde zoo veif
niet gaan, zij wilde geen gebruik maken
van eenig verlof der Duitschers. De
eerste partij', de activisten, haatte de
Franskiljons bloediger dan de tweede.
Tot de eerste partij', de activisten, be
hoort. Dt Tack, tot de tweede, de Front
partij Debeuckelaere. De derde groep1,,
de zeer gematigden, waartoe o.a. de tegen
woordige burgemeester van Antwerpen,
Van Cauwelaert, behoort, laat ik buiten
bespreking.
Na de overwinning der Entente viel het
de Belgische regeering na haar terugkeer
uit Havre g;emafckelijk de activisten te
lijf te gaan. (Té allen tijde 'zijn (degenen, die
geen succes hadden bij hun pogen een
omwenteling te weeg te brengen, land
verraders, degenen, die dat succes wèl
hadden, nationale helden genoemd.
En zoo word-em de activisten door de re
geering en het onderdrukkende volk in
België als landverraders beschouwd.
Maar de Frontpartij wordt door die re
geering en dat onderdrukkende volk niet
minder gevreesd en gehaat.
Na het ternederwerpen der activisten,
heeft men de Fronters aangevallen. Debeu
ckelaere is gevangen genomen, mfen heeft
getracht, ook hem te knakken, wegen»
landverraad te doen veroordeelen, de ge
dienstige Baemakers maakte reeds zijn
perfide teekenin-g, maar het is niet ge
lukt. Debeuckelaere is schitterend vrij
gesproken.
Ie.
tel»; SChrii,t in he' •■Ch™-
Mijn voetreis voerde mij op een lande-
bjken straatweg. Rechts van mij verhief
zich een hooge paal, in de Nederland-
sche kleuren. „Rijks Rechten" stond er op
geschreven. De kleuren waren helder en
frisch; ze blonken in het klare licht der
Octoberzon.
Ik wandelde verder.
Een nieuwe paal. Laag bij den grond.
De paal was verweerd, haveloos; en het
kostte mij moeite, de kleuren te herken
nen. Ze waren zwart en wit; de Prui
sische kleuren; maar ik zeg: ik had
moeite, ze te herkennen, want de kleuren
waren vervaagd.
Bovenaan had de Duitsche adelaar ge
prijkt. Ik kon hem echter niet meer vin
den, den trotschen adelaar, die eens de
wereld met ontzag en eerbied had ver
vuld voor de macht van het .Duitsche
Rijk. Wat ik zag, waren enkele veeren; de
adelaar had zijn feilen kop, zijn scherpe
klauwen verloren; wat er overschoot,
was een dor treurig geraamte. En de
herfstzon bescheen dien droeven paal,
zinnebeeld van Duitschlands diepe, diepe
vernedering
En de Fronters eischen amnestie voor
de activisten.
Een paar jaren geleden schreef nu wij
len de Delftsche professor Pekelharing, 'de
man met het frissche, onafhankelijke oor
deel, in de Toorts„Ik geloof, als ik Vla
ming was, zou ik activist zijn".
Neen, de activisten, zij mogen gedwaald
hebben, verraders van hun volk zijn zij
niet!
Ook drankverbod op schepen.
Vanuit New-York is een üraadlooze
waarschuwing uitgegaan aan alle sche-
Een, om niet mót sterke dranken aan
oord de drie -mijlsgrens in de Ame-
rikaansche wateren binnen te varen,
daar verbeurdverklaring van het schip
zal volgen. Een uitzondering op de
drie mijls-verordening is gemaakt voor
vreemde schepen, die ialleen in Amö-
rikaansche wateren komen, om het
Panama-kanaal te passeeren.
Bij het aan boord gaan van bet
Amerikaansche ss. „George Washing-
vertro]
ton" gisteren-avond van Southampton
vertrokken, gaven vele passagiers
hun ontevredenheid te kennen over
gaven vele passagiers
het feit, dat het schip was droogge
legd, als gevolg van de jongste uit
spraak van de Amerikaansche ge
rechtshoven.
Bolsjewistische propaganda.
De Times maakt gewag van te Lon
den ontvangen berichten over her
nieuwde pogingen van de Sovjet-regee
ring, om Europa in rep' en roer te
brengen. Zij zendt naar alle windstre
ken met name naar Duitschland, com
munistische agenten uit, <mïi propa
ganda voor dat ooigrrierk te maken.
Hun agitatie heeft onlangs reeds aan
leiding gegeven tot de vrees voor een
communistischeri opstand in Duitsch'-
land.
Ook in de Oostzeestaten stoken de
Sovjets naar hartelust, vooral over de
kwestie van Wilna.
Verder is er een verdrag gesloten
tusschen Perzië en Rusland, waarbij
Perzië op zich neemt, in geval van
een oorlog tusschen Engeland en Rus
land, den Sovjet-troepen toe te staan,
Mesopotamië door Perzië heen aan
te vallen, 't Is dus nog altijd: houd
ze in de gaten.
Verklaringen van Geddes.
Geddes de Engelsche bezuinigings-
rnan heeft in een te Londen gehouden
rede verklaard, dat de geallieerden een
groote fout begaan, als zij trachten
het laatste geld uit Duitschland te
persen. Hij wees op de onmogelijkheid
om! een volk van 70 millioen zielen,
gedurende vele geslachten tot slaver
nij te brengen. Niet de schadevergoe
ding, maar de herleving van den han
del moet volgens hem in de eerste
plaats worden besproken.
Belastingen in Rusland.
Men weet, dat de sovjet-regeering de
indirecte belastingen afgeschaft had, om
dat zij van meening was, dat deze belas
tingen de arbeidende klasse uitzuigen ten
bate van de kapitalistische maatschappij1.
Ik nam dezen stillen landweg om de
ziel van het Duitsche volk te ontmoeten.
Op de breede heirwegen met hun wufte
vroolijkheid ontmoet men de volksziel
niet. Deze wegen worden overstroomd
door vreemdelingen, die met hun Dollars,
hun Guldens, hun Ponden Sterling rin
kelen; die zich als vorsten laten bedie
nen, en pralen met het schunnige geld,
dat zij door gemeenen woeker en slechte
praktijken tijdens den oorlog hebben ver
diend. Door hun grootdoenerij hoonen zij
het arme Duitsche volk.
Op die breede heirwegen is een groot
rumoer en een schreeuwerig lawaai, en
men zal er de Duitsche volksziel niet ont
moeten. Ze vlucht voor dat rumoer; ze
ziet spot en smaad in de vrijpostige ge
baren van den vreemdeling, en zoekt de
stilte. In de dorpen, waar de vreemdeling
niet komt, daar kan men haar vinden.
Zulks wist- ik en daarom ging ik die)
stille dorpen bezoeken, met den stokvan
den wandelaar in de hand. D-aar legde ik
mijn oor te luisteren, en nu hoorde ik het
zachte gesnik, onzegbaar droevig, der
Duitsche volksziel. Ze snikte haar leed
uit; het vreieeelijlce leed. Zij treurde om
hare verslagenen, als de Israëliet bij de
.puinhoopen van Jeruzalem.
Voelen alle Duitschers dat leed?
Toch niet! De arbeiders, in zoover zij
veel geld verdienen, verkwisten het weer.
de goeden niet te na gesproken. Zoo ge
wonnen, zoo geronnen! Hun leus is: La-
In den sovjet-staat moest het gansche
gewicht van den belastingdruk op do
schouders der bourgeoisie gelegd en de
arbeidende klasse er geheel van bevrijd.
Maar het sovjet-belastingstelsel werkt
slecht en ook een communistische staat
heeft geld noodig. Zoo zijn na de directe,
ook de indirecte belastingen weder in
gevoerd. Weeldeartikelen zooals gedistil
leerd, wijn, bier en tabak zijn, het zwaarste
belast, artikelen van 'dagelijksch gebruik
echter, zooals zout, suiker, lucifers en
petroleuim, minder.
De opbrengst van de indirecte belastin
gen blijkt die van de directe "belastingen
ver te overtreffen. Zoo hebben te St.
Petersburg de directe belastingen in Au
gustus slechts 526 milliard opgebracht;
de indirecte zes maal zooveel: 3154 Mil
liard roebel. Deze verhouding is ongeveer
dezelfde over het geheele rijk. De Krasnaja
Gazelte troost hare lezers met een 'betoog,
waarin het blad zegt, dat deze belastin
gen weder geheel den arbeider ten goede
komen, terwijl zij' slechts voor den bour
geois een werkelijke belasting beteekenen.
Korte berichten.
Gemeld wordt, dat na oud-minister
Vandervelde thans ook de socialistische
oud-minister Anseele zou besloten hebben
voor de vervlaamsching der Gentsche
hoogeschool te stemmen. Mocht inderdaad
Anseele van opinie veranderd zijn, dan
zal zijn houding ook enkele Gentsche en
West-Vlaamsche socialistische kamerleden
van opinie kunnen veranderen, daar dezen
enkel tegten de vervlaamsching waren,
omdat.... Anseele, hun leider, er tegen
was.
Vlak voor zijn verdediger aan het
woord kwam, heeft de hoofdaang'eklaagde
in het Rathenauproces Ernst Techow op-
uitdrukkelijk aandringen van den voorzit
ter een verklaring; afgelegd, dat hij', ge
dwongen was deel te nemen aan den
aanslag, daar hij anders door zijn supe
rieur Kern, zooals deze had gedreigd,
gedood zou zijn.
Uit Peru wordt gemeld, dat te
Car-acli een aardbeving is waargeno
men. Bijzonderheden ontbreken.
Twee mijnwerkers, beschuldigd
van moord op luitenant Taylor gedu
rende den opstand aan deri Rand in
Zuid-Afrika. zijn ter dood veroordeeld.
In tegenstelling met hier te lan
de verspreide geruchten over de vrij
lating van pater Stracke, seint de
Msb.-redacteur te Brussel, dat pater
Stracke zich nog in de gevangenis
te Gent bevindt.
De bladen (melden, dat de spoor
brug bij Pïzemysl door onbekend
bleven personen is opgeblazen.
rails zijn over een grooten afstand
opgebroken. Dank zij de tegenwoor
digheid van geest van den machinist
werd de sneltrein PrzemyslLemberg
slechts weinig beschadigd.
Vernomen wordt, dat Hindenburg
op herhaald verzoek van de Duitsc'h-
riationalen en de volkspartij zich be
reid verklaard heeft, een candidatuur
voor het rijkspresidentsohap' te aan
vaarden.
In Zweden is het aantal werkloo-
zen in Augustus imet 2450 tot 36000
feslonken. Het aantal werklieden, die
oor werkverschaffing aan den arbeid
worden gehouden, bedraagt '24000.
De Grieksche socialistische jour;
nalist Paleologois moet door de KÏema-
listen te Smyrna zijn opgehangen.
Over geheel Griekenland is de
staat van -beleg afgekondigd. Overal
heerscht rust.
ten wij -eten en drinken en vroolijk zijn,
want morgen sterven wij!
Ik bedoel de kern van bet volk, wan
neer ik van de volksziel spreek. Het zijn
de gehouwen, de wane vaderlanders, de
zevenduizend, die hun knie niet bogen
voor 'dien god der ©euw, voor den Baal.
En Gode zij lof! het Zijn er nog honderd
duizenden. En dit volk bedoel ik..
Ik trad de dorpswoningen binnen en
zette mij aan den haard.
„Weet gij 't al?" vroeg mij een boer;
„de mark klettert deze week weer met
een vaart naar beneden. Acht-honderd
mark moeten worden uitgelegd voor één
Hollandschen gulden!"
Hij zag mij aan met -een somberen blik.
„Acht-honderd mark", herhaalde hij:
„acht-honderd mark!"
Er is wel eens "beweerd, dat de Duit
schers hun mark kunstmatig drukken. Hoe
komt men toch aan zulken onzin? D-e
waard e-vermindering, de valuta is een
strop voor het Duitsche volk. Ze hebben
straks geen geld meer om koren te koo-
pen in Amerika. Zoo God het niet ver
hoedt, gaat -de middenstand er onder. Hij
bezwijkt, hij sterft. Er Zullen ten slotte
niets overschieten dan ettelijke goudko-
ningen en -een idjoodarm volk, en iets als
een wonder Gods moet tussch-enbeide ko
men, om dat vreeseltjke vooruitzicht te
verhoeden.
Deze dorpsbewoners spraken niet over
hun dooden maar over de mark. Want
achter die ontwaarding van de mark rijst
de revolutie op en heit Bolsjewisme en de
chaos en de hongerdood
Voor ik mijn voettocht door Duitsche
dorp-en maakte, had ik een bezoek ge
bracht. aan ce-n Nederlandsche fabriek.
Er w-erd gewerkt met nog geen halve
kracht. Er waren misschien 150 man aan
't werk, terwijl er 600 konden werken.
Mijn oog zag uitgedoofde ovens, en ach
ter de stilstaande reuzenhamers gluurde
de werkeloosheid. Ik vond het treurig, en
d-e bedrijfsleider zeide mij, dat we niet op
kunnen tegen de Duitsche industrie. Al
les is bij 'hen in 't -getouw, elke hamer
dreunt, de vliegwielen suizen. „Mijnheer",
zei hij, „de valuta, de lage Markenkoersj
vermoordt onze nijverheid!"
Nu sprak ik d-eze Duitsche dorpsmen-
schen. Zij zuchtten en zeiden: „In onze
fabrieken maalt de blinde Duitsche Sim-
son voor zijn vijanden; we zwoegen voor
d-en vreemdeling; we zijn de houthakkers
ien waterputters .geworden van de En
tente."
De wereldoorlog was vreeselijk ge
weest, maar nu was het nog vreeselijker,
en de toekomst dreigde: zwart als de
nacht. Om dat heden en die toekomst
werd over het verleden niet gesproken.
Toch was ik daarom ook gekomen, en
ik begaf mij naar het dorpskerkhof, om
de bloedige wonden van den oorlog te
zien.
Het -ging reeds tegen dep avond; de
Royale regeling.
De Tijd bevat een beschrijving in tuch
tigen toon, van een ontmoeting met eea
op wachtgeld gesteld of ontslagen ambte
naar van een der Raden van Arbeid.
Daaruit blijkt, dat bedoelde ambtenaar
!nog twee jaar zijd vol, en dan nJo§
drie jaar twee-derde van zijn salaris zou
genieten, en er voorloopig een gemakkelijk
leven van nam. Bij informatie aan de*
Raad van Arbeid te 's Ilage bleek de Nedi,
dat men het daar niet onmogelijk achtte,
dat ergens zulk een regeling zou getrof
fen zijn. Men was het er mee eens,;
dat het wel een zeer royale regeling
was.
Die mecaniek van 't zaakje.
„Het Volk" werkt met woord e* tea-
kening.
In het laatste num'mer wordt Broekhuys
uitgebeeld, die met de eene hand aan
Bouwmeester de duizenden voor villa en
lijfrente verstrekt en met de andere nog
meer duizenden haalt uit de zakken van
het publiek.
Het publiek, dat nu eenmaal bedrogen
wil zijn, juicht Broekhuys als den no-
belen weldoener toe terwijl „Het Volk"
van zijn minachting van dit gedoe blijk
geeft door het opschrift „Broekhuys'
schoone gebaar en de mecaniek van het
zaakje". f
Datzelfde „Volk", 't welk aldus zijn ver
ontwaardiging luchtte, bevatte een reuzen
advertentie van anderhalve pagina ter
aanbeveling van de zaak van Broekhuys.
Snapt men de „mecaniek van het
zaakje"?, vraagt de Rott.
D-e landarbeider en de woning
bouw.
Het Dag. Bestuur der Z.L.M. heeft,
naar aanleiding Van een tusschen den
minister en de Groninger Mij. van Land
bouw gevoerde correspondentie, een.
adres aan den Minister van Arbeid ge
bonden over bovenstaande kwestie, waarin
o.a. wordt gezegd:
Ook de Zeeuwsche arbeider verlangt
geen woning, waarin te zamen een 5-
tal kamertjes zijn, doch een woning met
een flinke voorkamer en gang mét daar
achter een gjroote keuken en daarboven
een flinken zolder, waar voldoende le
dikanten kunnen worden geplaatst.
Behalve, dat de woningén van het
„Rijkstype" voor den landarbeider een
veel te hooge huur doen momenteel
zou daarmede voor velen zeer zeker 'meer
dan één-vijfde van het totale inkomen
gemoeid zijn hebben zij1 voor het
arbeidersgezin deze groote bezwaren:
Zij eischen te groote uitgaven voor
inrichting, in het bijzonder voor gordijnen,
terwijl zij daarnaast veel te bewerkelijk
in het dagelijksch onderhoud zijn. Ge
zien het vorenstaande behoeft het dan'
ook geen verwondering te wekken, dat
in gemeenten als Krabbendijke, Ter Neu
zen en Wissehkerke, waar „volkswonin
gen" met overheidssteun werden gebouwd,
deze slechts bij uitzondering door land
arbeiders worden bewoond, doch als regel
door ambtenaren en vakarbeiders.
Ook pleit het adres voor behoud van
bedsteden in de woningen. Gevraagd
wordt tenslotte een goedkooper, maac
niet kleiner (eer grooter) type van wo
ning voor den landarbeider.
zon wierp haar gouden stralen schuin
ov-er het kerkhof. De kerk stond op een
heuvel en midden op den doodenakker.
.Het dorp was klein, en het kerkhof
was niét groot. Er verhief zich een grijze
zerk, en hij bevatte de namen der gesneu
velden.
D'ien zerk moest ik hebben, want de le
venden spraken niet over de offers van
den oorlog maar deze zerk wel. De le
venden zwegen. En zoo wendde ik mij tot
de dooden. Deze dooden zouden spreken....
- Ik las de namén der gesneuvelden. Het
waren er zestien; en het dorp was klein.
Er was meer dan één huisvader onder.
Deze gesneuvelden waren hier niet be
graven. Ze rustten in vreemde aarde, ea
boven hun groeven klonk het victoriege
roep van den overwinnaar. Zoo waren er
meer dan twee millioen van Duitschlands
zonen begraven, in de vier windrichtingen
en zij waren gevallen op de middaghoogte
van hun kracht.
Doch op dit kerkhof lagen ook slacht
offers van den oorlog; kinderen, door
ondervoeding bezweken; een moeder, vaa
verdriet en hartzeer gestorven; een an
dere moeder, die door den nacht van den'
waanzin het graf bereikte.
De avondwind streek door het dorrend
loover, en de bladeren vielen neer op de
graven. Het werd koel; de avond don
kerde. En op dat eenzame dorpskerkhof
begon ik iets te verstaan van Duitschland's
'ellende