Donderdag 5 October 1923 37e Jaargari OUD No 4 Buitenland. ligenheimers, che Blauwe, GE, Ellewoutsdijk. Meid ensftbode. te Pag- eloo, 81. j. dochter rt* ruida va* dec 6, Rieter d» Johanna Bliek, k; 23, Cornefis Maria van Del- v. Jacob Meer- Ketterjj; 3, Pie- ran Belzerr e* ïannis, z. v. Ja- Marijs; 16, Pie- ijer en Theuntje v. Gerard Sie- gem. iwd: 20, JanVer- lelia Dommisse, lelis, z. v. Lsaak agdalena Jobse; >dde en Johanna d. v. Adriaan Buck; 28, Jar, Debora de Vis- la Aarnoatee, 70 nelis Moons; 23, echtgenoot© van ERBERICHT. den ochtónd ïeld door het t te De Bilt. 767,5 te Zü- Vestmanoer. rond van 5 Oct.: uidwestelijke .tot >wolkt of betrok- ngen, waarschijn- iratuur. nwoordiger. eest bekende Spaar- aatschappijen vraagt m Zaid Beveland een enwoordigerCster). geschiktheid goede Ier letter S, Bureau te Goes. KOOP al verbouwd, rd 10—9—10en 0-9—8. elend, Met Mei W. WISSE Jz., te ariekerkej. nd gevraagd: omende, bij J. VAN aalstraat B 252, .KE BEEKE—Konin® se vraagt met Nov, 8 MIDDELBURG. itiekantoor. gging 4 .eggipg 4»/2 Drukkers-Exploitanten OOSTERBAAN LE COINTRE GOES Bureaux: Lange Vorststraat 68—70, Goes Tel.: Redactie no. 11; Administratie no. 58 Postrekening No. 36000. Bijkantoor te Middelburg: Firma F. P. DHUIJ, L. Burg. Tel. no. 259 De Zeeuw VERSCHIJNT ELKEN WERKDAG. Abo»nementspr(i: Per 3 maanden, franco per pnf f 3.— Losse nummers f 0.05 Prijs der Advertentiën: 1 —4 iregels f 1.20, elke regel meer 30 et Bij abonnement belangrijke korting'. HEEREN BERICHTGEVERS EN ADVERTEERDERS. Doordat ons blad voortaan des Zater dags, in verband met de verzending, aan merkelijk vroeger moet worden afgedrukt, kunnen wij advertenties en berichten, die ons later dan Zaterdagmorgen negen uur „hereiken, dien dag niet meer plaatsen. Men neme hiervan goede nota. Alles, wat ons dus 's Zaterdag-s per post met den trein van- 9 u. 11 vm. uit Middelburg wordt toegezonden, mo-et wachten tot 's Maandags. Vanzelf geldt dit ook voor alles, wat ons ma negen uur uit d-e overige deelen der provincie bereikt of wat aan ons bureau wordt bezorgd. Stervend Rusland. -Gisteren deed een cijferfout ons een totaal -ontvangst melden van f 61.50; dit moest zijn f 61. Nog ontvangen van M. K. te G. f2.50' Totaal f 63.50, welk bedrag heden door ons is overgemaakt. DE GESCHIEDENIS ZELVE. Men maakt er ons attent op dat wij- wel in ons Persoverzicht van Dinsdag j.l. „het kluchtige slot" van de geschie denis uit de Nieuwe Provinciale overna men, doch de 'geschiedenis zelve verzwe gen. En toch had deze tot goed begrip der zaak er aan behooren vooraf te gaan. Het beste is nu dat wij- dit dan ook overnemen. Het is ontleend aan het ar tikel van ons a.r. GroningSche blad, geti teld: „de verdediging"; en handelt over de ervaringen van den sociaal-democrati- schen wethouder De Miranda te Amster dam, bjj Iwien in zake den woningbouw in "s lands hoofdstad gezond verstand boven sociaal-democratisch onverstand zegevier de, wat hij hierover te hooren kreeg van zijn verpolitiekte partijlgenooten en met hoe practisch aanwijsbare voordeelen hij de oppositie zijner broederen kon be schamen. Het antwoord, zoo schrijft de N. Prov. Gron. Crt., het antwoord van den Amster- damschen wethouder Die Miranda op de aanvallen gericht op, zijn beleid, aanval len bezien van 'het socialistisch begin sel volkomen gerechtvaardigd, is merk waardig om de „reactionaire" kleur die het vertoont en daarom van breeder strek king als het geval, waarover de strijd loopt. Het was leerzaam, omdat het treffend belicht de innerlijke tegenspraak Waarin de revolutionair komt met zijn beginsel als hij practischen arbeid verrichten wil. Zijn theorie stelt hem vijandig tegen over het leven. Wil hij dan tevens de verantwoordelijkheid voor den gang van het leven dragen, dan moet hij of ver nielen of zij)n beginsel ontrouw worden. Hij stoot telkens op de harde werkelijkheid en het wordt voor hein1: 'huigen of breken. In dat conflict zijn zelfs de harde kop pen van de communisten in Rusland niet in staat geweest zich te handhaven. Zij konden het dragen, dat heel het leven onderging en de schrikkelijkste ellende) geleden werd, als zij zelve slechts moch ten blijven. Maar het bleek hun, dat dit niet ging, en dus werd besloten telkens voor die akelig© werkelijkheid, zooals me vrouw Roland Holst het zei, zoover terug te wijken als tot eigen behoud noodzake lijk bleek. Dat noemt men dan de nieuwe koers. De heer De Miranda is van ander maaksel. Die -wil iets goeds voor het (maat schappelijk 'leven tot stand brengen, maar dan moet hij natuurlijk telkens weer breken met de fantasieën van zijn wereld- hervormende vrienden, en uit wandelen gaan met een practisch man, die zegt: er zijn kleine woningen noodig. De jongge huwden willen het zoo. En ik 'zal ze u leveren. Als de vierduizend jonggehuwden zich straks in een kleine woning mogen ver heugen, die zij kunnen betalen, dan zullen zij De Miranda dankbaar zijn, dat hij zijn populariteit bij de eigen vrienden in de waagschaal stelde, om hen te helpen. Maar de dank komt allereerst toch toe aan den pienteren bouwer, die de plannen ont wierp en uitvoert. De Miranda deed niets meer dan den tegenstand tegen de eischen der p-ractijk wegnemen. Hij was een «ogenblijk geen sociaal-democraat en zie vierduizend jonge gezinnen jui chen. Zoo gevoelt hij het ook- zelf. Hij ein digt zijn verweer met te zeggentegenover de onverdiende blaam van enkele partij- genooten stel ik den zegen van duizen den jonge gezinnen, die ik uit de diepste ellende red en voor wie ik tracht de mogelijkheid te scheppen dat zij met hun kinderen in een gezonde woning kunnen Wegblijven. D,e toon is wat te hoog en te voornaam. Want de heer De Miranda redt de duizenden jonge gezinnen niet. Dat doet de practische bouwer, die reeds lang met zijn plannen klaar stond, Maar de heer De Miranda droeg er toch iets toe bij -om zooveel leed te verzachten. Hij was op een moment, waarop gehandeld moest worden, geen sociaal-democraat. Welk een zegen zou het voor duizenden en duizenden in den lande zijn, die nu gebonden liggen in de revolutionaire fan tasieën van het socialisme, als de leiders bij de groote momenten van belangrijke beslissingen even moedig durfden te bre ken met hun theorie, om Alleen den eisch van de werkelijkheid te laten spre ken. Maar zoover zijd we nog niet. De sociaal-democraten stellen een duren prijis op hun breken met allerlei dwaas heid. Zij zeggen: geef ons alle invloed rijke posten en wij zullen wijs worden. Zoo wijls b.v. als Branting. Zoo wijs als De Miranda. Het is -een eigenaardige voorwaarde niet Igeheel vrij1 van egoïsme. Maar wie de historie kent, weet, dat de man, die de geesten oproept, niet de eerstaangewezene is om ze te be zweren. Olp het moment, dat de sociaal democraten wijfe willen worden, omdat zij zijn, waar zij wezen willen, worden zij verslonden door de consequentie van het booze beginsel, dat hen voortdreef en zijn werking niet staakt als zijn slaaf het gebiedt. De heer De Miranda heeft 'in zijn wet houderschap al heel wat goeds geleerd en zijn opmerkingen daaromtrent zijn ook met het oog op de begrootingsdebatten in onze gemeenteraden van beteekenis. Wij wezen op zijn meening over de kracht der verordeningen. In Amsterdam heeft men een prachtige bouwverordening. Vooral ten opzicht van het trapp'enhuis. Maar het artikel, dat daarop betrekking heeft, wordt niet toegepast. Men lichtte er de hand mede. Het bleek alleen goed voor de theorie. Nu hoort de heer De Miranda zijfn partij- genooten zeggen: maar verscherp het ar tikel 'dan zoo, dat het niet meer ontdoken kan worden. Ziedaar de menschen aan het woord, die meenen dat men het le ven met verordeningen regeeren kan. De sociaal-democraten staan zeer sterk onder de hypnose van dit vooroordeel, omdat zij meenen, dat de rnensch slechts de macht behoeft, om te doen wat hij wenscht. Maar er zijn heel veel andere menschen die er ongeveer evenzoo over denken. Er is een kwaad in de samenleving o, -dat is niets: één verordening, het is verdwenen. Blijkt dat het langs de verordening heen zich voortzet of dat een ander nog erger kwaad ontstaat weer een verordening. Zoo verordent men al dooi'; totdat men 'het leven doodt. De heer De Miranda zegt: men kan het houwen van woningen ook wegrer- ordenen. Ziedaar een opmerking, die niet alleen het woningbouwen betreft. Een derde verschijnsel is waard wat nader bekeken te worden; èn in het schrij ven van den heer De Miranda èn in het antwoord van de redactie van „Het Volk" wordt 'toegegeven dat alles geregeerd wordt door syndicalisten en dat met de vuist. Er zijn een paar honderd brutale lie den in Am-sterdam, die ten eigen bate, uit grof eigenbelang, hun loonen op een hoogte willen houden zooals men die in heel Nederland niet kent. Zelfs in arbei derskringen gaat men daar tegenin. Men gevoelt dat het de arbeiders zijn met veel lager loonen, die den loonwoeker der bouwvakarbeiders moeten betalen. Er komt verzet het baat niet. De vuist van de syndicalisten regeert. Zij oefenen een schrikbewind uit en de overheid schijnt machteloos. Op dit voor ons voilk zoo beschamende feit mag. wel -eiens gewezen worden. Zoover kwam het reeds in ons land. Een Amsterdamsche wethouder constateert dat de moderne bouwvakarbeidersbond den toestand niet beiheerscht .ook dat zou naar wij meenen niet in orde zijn maar dat de syndicalisten regeeren met de vuist. En „Het Volk" schrijft aan bet adres van -den leider der moderne bouwvakar beiders: „Zoolang: gij zonder verziet, ja zlonder fel protest toelaat, dat uw leden „bewuste loos geslagen" worden, zioolang gij er u niet voor schaamt, dat uw leden wegvluch ten van de wekken voor een handvol ver dwaasde „kopstooters", zoolang gij toe staat dat lijntrekkers en (saboteurs, dat loonwoekeraars en „pies"-jagers den bouw vau ruime arbeiders-woningen met ideale trappenhuizen voor hun deel onmogelijk maken, moet Igffj- ons njet met verwijten van giebrek aan ruggëgraat aan boord 'komen". „Het Volk" vindt dezen toestand niet aangenaam^ maar hij is een heel eenvoudig gevolg van het eigen standpunt inzake stakingen. Zoo gaat het wel meer in ons goede land dan wij weten. Het zou interessant zijn, indien men 'eens zuiver kon nagaan hoezeer het ge weld ook in ons land in dit opzicht reeds! zegevierde. Een geweld, waaronder onze arbeiders zich moeten bukken. W'ij zijn een kalm volk en daarom kan de anarchistische vuist het hier zoo ver brengen. Maar als men ziet, waartoe dit geweld in Italië beeft geleid, dan vraagt men zich toch af: boe staat het hier met de taak van de overheid? 'In Italië werd de Idfruk van het anarchistisch en socia listisch geweld zoo groot, vooral daar de regeering men "had af en toe socialis tische ministers het gezag en "het recht niet handhaafde, dat een deel der burgerij op eigen houtje optrad en dezelfde me thode op de Socialisten toepaste, die zij jegens anderen durfde te gebruiken. Ge- weldt egenov-er geweld. Ziedaar een van de oorzaken van het gevaarlijke kwaad van het fascisme. Nog eens, het is wel beschamend voor ons volk, dat het feit van de macht der vuist in ons bedrijfsleven zoo meet wor den geconstateerd. Maai- het is ©en van de consequenties van -de revolutionaire theorie en practij'k. E-n de vakbeweging, die waarlijk bouwen wil, mag wel zorgen nimmer in het vaar water van deze revolutionaire strooming te komen. Bed-enkt men dit overal wel? Is er zelfs bij d-e Christelijke organisa ties wij doelen op die van het spoor wegpersoneel 'geen spelen met vuur? Een vuur, dat verteert degenen die het durven gebruiken. Ten slotte nog -een opmerking van de heer Die Miranda, die waard is te worden gereleveerd. Wat hebben de arbeiders aan een mooien schotel, die leeg is? .Het is wel eigenaardig, dat zulke op merkingen moeten warden gemaakt en dat men z-e, komende uit dien mond, merk waardig moet vinden. Dit is het twijfelachtige Tom-deel, dat onze sociaal-democraten genieten. Men is van hen zooveel dwaasheid ge wend, dat,- als zij eens -een doodgewone waai-heid uitspreken, -een ieder zegt: luis ter nu eens, hoe treffend waar! Welnu: wat hebben de arbeiders aan een moo-ien schotel, die leeg is? Dat geldt voor- de woningvoorziening. Wat hebben wij aan mooie plannen als er niet gebouwd wordt. Dat geldt voor heel bet maatschap pelijk leven. Wat hebben de arbeiders aan handen vol banknoten, aan een inkomen zoo hoog- mogelijk opgeschroefd, als het geld ni-ets waard is? Ziedaar de vloek van het socialisme. Altijd weer de mooie scho tel, waarop de menschen zich verkijken. En altijd die schotel weer le-eg Zelfs de heer D-e Miranda keerde tot den 1-e-egen schotel terug, omdat dit het eenige middel blijkt zijn verontruste par tijlgenooten gerust te i^tellen. Ziedaar bet kluchtige slot van deze ge schiedenis. Maardaarover later. Dat „later" behoeft nu echter niet meer: wij namen 't reeds Dinsdag op. Do lezer begrijpt het nu zóó beter. Bijbelverspreiding. De Vereeniging voor Bijbelverspreiding viert dezer dagen het tienjarig bestaan. Zij is gevestigd te Amsterdam onder het bekende bestuur, waarvan ds J. II. Wier- sma d-e voorzitter is. Voorts hebben in 't bestuur o.a. zitting dr J. G. Geelker k-en -en ds R. J. v. d. Meulen, terwijl eereleden zijn de predikanten Kromsigt van de Hervormde, Blase van de Luther- sche en Femhout van de Geref. kerk, en Prof. Geesink. Colporteur is de heer Jansen, eed oud-lid der Goesche Geref. Jongelingsvei'eeniging. Wie de vereeniging wat zenden wil, adtesseere aan de Ver. voor Bijbelverspreiding, Keizersgracht 328, Amsterdam of zende zijn gave per giro on der no. 48814. Hoogst belangrijk is het vlugschrift dat hij of zij in antwoord ont vangen zal, getiteld „Tien 'Jaren", met vele photo's. Trouwens ook zonder dat zal men u van daar gaarne ook wel gratis een dergelijk boekje op uw verzoek zen den. Lees dan eens van den uitgebreiden arbeid der Vereeniging, en van den ze gen, dien eenige colporteurs al op hun arbeid zien mochten. Op onderhoudende wijze wordt door dr Geelkerken mee gedeeld, en alles wordt door photo's ver lucht. Boeken en tractaatjes, wandteksten en kalenders worden gratis uitgereikt in steden en dorpen. Geheele stadsgedeelten te Amsterdam en elders, waar dit alles door d-e Vereeniging gratis bezorgd wordt. De Vereeniging leeft van kleine bijdragen. To-en zij opgericht werd door dr Bavinck, ontving zij door middel van dr Bavinck f 1000 als grond kapitaal. Sinds breidde het aantal harer begunstigers steeds uit; en in het nu afgeloopen tiende boekjaar bedroegen haar ontvangsten, in meest kleine bijdragen, ruim 46 duizend gulden. Ook naar N-ed.-Indië gaan haar uitgaven. Men ziet in 't verslag ook een photo van een Javaansch Bijbelverspreider met zijn ezel, die zijn boekenschat draagt. Al haar uitgaven zijn óf t-e geef óf voor zeer ge ringen prijs verkrijgbaar. Zoo bijvoorbeeld het artikel scheurkalenders. Van den scheurkalender voor 1922 met dat bid dende knaapje op 't schild, heeft de Ver. 18 duizend -exemplaren aan Vereenigingen, Predikanten, enz. tegen een geringe gel delijke vergoeding geleverd en 12 dui zend geheel gratis uitgedeeld. Eu voor 1923 liggen er thans 50 duizend exempla ren gereed. Deze kalender „Eere zij God" met de boodschap aan „de herders" op 't schild (eigenaardig: men ziet wel de herders en de kudde en het licht, doch niet den engel-boodschapper en ook niet de engelen-zangers) is zoo ingericht, dat wij h-em heelemaal achter elkaar kunnen uitlezen zonder de blaadjes er af te scheu ren. Het blok rust -namelijk in een kope ren -omhulsel en de blaadjes zijn geper foreerd, terwijl de datums van Zon- en Feestdagen rood gedrukt zijn; ook zijn er honderd Bijbelsche plaatjes in. Voor par ticulieren e,n voor den handel is deze kalender niet te koop, anders zouden wij er niet over schrijven. Alleen voor Zon dagsscholen en Evangelische vereenigin gen, die ze gratis onder ons volk bren gen. Mogen zij hiervan een goed en spoe dig gebruik maken! En mogen velen d-eze Vereeniging met een bijdrage steunen. De toestand in het Oosten. De conferentie te Moedania is dan be gonnen en natuurlijk wordt er voor ge zorgd, dat d-e stipts te geheimhouding wordt betracht. Alleen worden korte com- mu-niqué's uitgegeven, waarin wordt ge zegd: De conferentie heeft -een bevredi gend verloop. De nationalisten hebben de geallieerde nota in beginsel aanvaard. Is- iwef pasja gaf opnieuw order aau de troe pen elk contact te vermijden. Er werd een protocol opgesteld, en er werd overeenstemming bereikt ten op zichte van de meerderheid der artikelen. Zoo, van officieelen kant bezien, zou men zoo zeggen, dat 't er nog zoo slecht niet uitziet. Maar de werkelijkheid zal wel anders zijn. De Grieken hebben nu reeds zoo dui delijk mogelijk gezegd: wij ontruimen Tht'acië niet. Ook heeft Venizel-os, die nog altijd te Londen vertoeft, gezegd, dat hij niets weten, wil van het opdragen van de zorg voor de orde ondei' de bevolking van Öost-Thi'acië aan Turkscbe gendar merie onder controle van geallieerde offi cieren, daar hij vreest dat de geallieerde officieren niet bij machte zullen blijken, uitroeiing van de christenbevolking tegen te gaan. V-enizelos beweert verder dat de Turk sedert het begin van den oorlog tus- sch-en de anderhalf en twee millioen Grie ken en Armeniërs in Klein-Azië heeft ver moord. Hij zegt dat de oud-geallieerden: zich ongetwijfeld verplicht zullen gevoe len de uitroeiing van n-og een millioen in Europa zelf te helpen voorkomen. Neen, de Tu-rks-che kwestie is heusch n-og niet opgelost. En 't zal de vraag zijn, of ©en conferentie daartoe in staat zal zijn. Ellende in Rusland. Het Vad. had het genoegen zuster Fesell te spreken, die als Roode Kruis-zuster uit Rusland is terug gekeerd. Zij werkte -eenige maanden in Dimitriefka, gouverne ment Samara, in de steppen onmiddellijk grenzend aan den Kaukasus. Zij was daar alleen, zonder dokter en zonder eenige gediplomeerde. Op ettelijke kilometers af stand werkte de Zweedsche dokter Was sen, dien zij eens per maand ontmoette. Wat zij vertelde grenst aan het onge looflijke. Zelf zag ze een moeder, die haar kinderen had gebraden en opge geten. In het geheel verzorgt Holland bier een 60.000 menschen. De dankbaarheid der bevolking is groot, maar haar domheid overtreft nog verre de dankbaarheid. Zus ter Corrie Fesell stichtte een ziekenhuis, waarin ze alle functies vervulde, zelfs die van operateur! Met de politiek bemoeide ze zich niet, stel ze had er tijd voor gehad, maar ze erkent, dat de eenige sovjet-autoriteit van het dorp haar alle mogelijke hulp ver leende. De oogst in zijn geheel is weer mislukt. Zij woonde in den tijd van haar verblijf zoo goed als geen regen bij. Alles is verschroeid en verbrand. Tot Juni zal d-eze streek nog sterk gesteund moeten worden. De bevolking is over het Sovjet regiem heel slecht te spreken, maar nie mand denkt aan verzet, 't Is ongelooflijk zooals het Russische volk onder massa- suggestie te brengen is. Onze kranige landgenoot© heeft een maand gereisd om hier te komen, met een w-eek verblijf in Beval, waar zij 'rusten moest, omdat ze daar instortte van ver moeidheid, toen de reactie op haar be drijvig leven kwam. Ze wil dadelijk ei' weer heen, doch op één voorwaarde, dat er hulp meegaat. Zij spreekt Russisch beter dan Hollandsch, maar toch voelde ze zich soms wanhopig alleen. Wij voelden ons bij het hooren van de verhalen trotsch op deze landgenoot», die op haar wijze groot is geweest in din gen, waarin het kleine Nederland groot kan zijn. Wie is Kemal Pasja? De Hbl.-redacteur de heer Nijpels, be schrijft ook den man wiens naam tegen woordig op ieders lippen is, Moeslafa Kemal Pasja, lliji schrijft: In tijdschriften vond ik vele kieken van hem. Die meeste daarvan kende ik al, ze zijn gemaakt in den winter 1920—'21. Slechts één portret echter is voor mij goed en geeft den Kemal weer, zooals ik hem mij- herinner. Dat kreeg ik dit voorjaar eens uit Angora gestuurd. Het is dat, waarop Kemal, in een donker col bertje, met die verschrikkelijke oogen en een soort tijgerblik voor zich uit kijkt, en dat, in het Turksch, het opschrift draagt: „Z.E. de opperbevelhebber Moe- stafa Kemal Pasja, voorzitter der Groote Nationale Vergadering van Turkije". De twee eere-titels, die hij, na de overwinning aan den Sangarios, kreeg van zijn Nationale Vergadering eu die vroeger alleen de Sultan kon ver- leenen die van „maarschalk" en van' „Ghazi" overwinnaar in den str(ijd tegen tegen de ongeloovigen) vermeldt dit por tret nog niet. Kemal is thans 42 en lijkt niets meer op de portretten, die men overal van hem ziet (die met al de ridderorden en groot kruisen) toen hij- als 34-jarige kolonel de Dardanellen zoo schitterend tegen de geallieerden verdedigd had. Ik heb een week lang de gelegenheid! gehad, voor anderhalf jaar geleden, Ke mal dagelijks te zien. Die anderhalf jaar moeten voor hem echter verschrikkelijk zwaar zijn geweest en ik kan me daa ook best voorstellen, dat deze den maa van Angora nóg harder en somberder gemaakt hebben, dan ik hem mij van toea herinner. Mijn eersten indruk, toen ik na die verschrikkelijke reis door half Klein-Azië, voor het eerst, in de vergaderzaal der Groote Nationale Vergadering ]te Angora, Kemal zag, gaf ik indertijd weer als volgt „Ik had me den held anders voorgesteld. Hij is klein. Hij- h-e©ft een hard, koud ge zicht met -een paar onaangenaam-doordrin- gend kijkende oo-gen. Hij1 heeft zijn hoog ós trakannen kalpak op-, een sportpak inet slappen boord aan, korte broek met sport kousen. Een verschijning zonder eenige schoonheid van gelaat of houding. Geen gentleman ook. Maar niet iemand, die je onverschillig laat. Integendeel. Ik ken slechts warm© bewonderaars van hem of vijanden. Mijn Amerikaansche collega die hem twee dagen tevoren gesproken had, was op-getogen over dien aardigen, jovialen intellige-nten man, die zich allerliefst en ongedwongen met hem onderhouden had. Ik kon hem ni-et ziien van het eerste ©ogen blik deze man leek mij, laatst in Angóra aan een zware neurasthenie te lij-den Een voor een kwamen de beys en de effen dis 'hun stembiljet in een mandje voor Kemal legge-n en mijn begeleider vertaalde me ineens verschrikt een nijdige opmer king aan e©n van zijn parlementsleden: „Ga je handen wasschenHlijl ontving me dien avond na den gezant van Mos kou. En zijn humeur was toen beneden' alle peil. Hij noemde bij het binnenkomen zijn naam. Een font, die ik nog een ander staatshoofd, uit oude militaire gewoonte eens h-eb hooren maken: von Horthy. Hij' was niet uit zijn norsche plooi te krijgen en loerde blijkbaar op de gelegenheid om zijn eerste woord ©en onhebbelijkheid te doen zijnMaar hij' werd steeds nijdiger insinueerde vrij duidelijk, dat hij mij! voor een spion aanzag©n toen werd ik ook nijdig, verweet hiem, alleen in veel beleef der bewoordingen, dat hij' goed genoeg Eransch sprak om me niet misverstaan te kunnen hebbenHet eind was, dat hij1 erg boos opstond en voor m© de kamer uitstapte nadat hij me verzekerd had, dat de Turksche legers hun sterkte metde wapenen en zijn arm wel aan E-uropa zou den bewijzen Men ziet het: erg sympathiek was de in druk, dien deze groote man toen op me maakte niet. Ik kreeg toen wel sterk den indruk, dat de alcohol, dien hij zoo- teugel-

Krantenbank Zeeland

De Zeeuw. Christelijk-historisch nieuwsblad voor Zeeland | 1922 | | pagina 1